Nokia E75 User Manual [nl]

Gebruikershandleiding Nokia E75
Uitgave 3
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
CONFORMITEITSVERKLARING
Nokia, Nokia Connecting People, Eseries, Nokia E75 en N-Gage zijn handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-412 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
respectievelijke eigenaren zijn.
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
US Patent No 5818437 and other pending patents. T9 text input software Copyright © 1997-2009. Tegic Communications, Inc. All rights reserved.
Ltd.
This product includes software licensed from Symbian Software Ltd ©1998-2009. Symbian and Symbian OS are trademarks of Symbian
Java and all Java-based marks are trademarks or registered trademarks of Sun Microsystems, Inc.
Portions of the Nokia Maps software are ©1996-2009 The FreeType Project. All rights reserved.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMS TANDIGHEID AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE O F INDIRECTE SCHADE OF GEV OLGSCHADE VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia, gelden deze beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers. De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokia­dealer voor details en de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan wet- en regelgeving betreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
/Uitgave 3 NL

Inhoudsopgave

Veiligheid.....................................................7
Over dit apparaat............................................................7
Kantoortoepassingen......................................................8
Netwerkdiensten.............................................................8
Inhoudsopgave
Gids Aan de slag.........................................10
SIM-kaart, batterij, opladen, geheugenkaart.............10
Eerste keer starten........................................................12
Toetsen en onderdelen................................................13
De toetsen vergrendelen..............................................16
Accessoires.....................................................................16
Startscherm...................................................................17
Nokia-overdracht..........................................................18
Uw e-mailinstellingen definiëren................................19
Antennes........................................................................20
Nokia PC Suite................................................................20
Tips voor efficiënt gebruik...........................................21
Help zoeken...............................................22
Ondersteuning...............................................................22
Externe configuratie.....................................................22
Software-updates via de pc.........................................23
Help van het apparaat .................................................24
Extra toepassingen.......................................................24
Instellingen....................................................................25
Geheugen vrijmaken.....................................................25
Nokia E75 - De basisprincipes....................26
Installatie van telefoon................................................26
Instelwizard...................................................................26
Menu...............................................................................26
Scherm-indicatoren......................................................27
Tekst invoeren...............................................................29
Zoeken............................................................................30 Algemene bewerkingen in verschillende
toepassingen.................................................................30
Volumeregeling.............................................................31
Aan uw eigen voorkeuren aanpassen.......32
Profielen ........................................................................32
Beltonen selecteren......................................................32
Profielen aanpassen.....................................................33
Het startscherm aan uw voorkeuren aanpassen.......34
Weergavevolgorde wijzigen........................................34
Een thema downloaden...............................................34
Audiothema's wijzigen.................................................35
3D-beltonen...................................................................35
Nieuw van Nokia Eseries............................37
Belangrijkste functies...................................................37
Startscherm...................................................................38
Sneltoetsen....................................................................39
Agenda...........................................................................40
Contacten.......................................................................42
Multitasking...................................................................43
Ovi Files..........................................................................44
Over Ovi Store................................................................44
Berichten....................................................45
Berichtenmappen..........................................................45
Berichten indelen..........................................................46
E-mail.............................................................................46
Nokia Berichten.............................................................50
Mail for Exchange..........................................................51
Berichtenlezer...............................................................52
Spraak.............................................................................52
Tekst- en multimediaberichten...................................53
Speciale berichttypen...................................................56
Infodienst.......................................................................57
Berichten-instellingen..................................................58
Chatten...........................................................................61
Telefoon.....................................................66
Spraakoproepen............................................................66
Voicemail ......................................................................67
Video-oproepen.............................................................67
Video delen....................................................................68
Internetoproepen.........................................................71
Snelkeuze.......................................................................72
Oproepen omleiden......................................................73
Oproepen blokkeren.....................................................74
Internetoproepen blokkeren.......................................74
DTMF-tonen verzenden.................................................74
Spraakthema.................................................................75
Spraakopdrachten.........................................................75
P2T..................................................................................77
Logboek .........................................................................81
Internet......................................................83
Browser..........................................................................83
Surfen op intranet ........................................................88
Download!......................................................................88
Uw computer met het web verbinden........................89
Op reis........................................................91
Positionering (GPS).......................................................91
Kaarten...........................................................................95
Nokia-kantoortoepassingen....................104
Actieve notities ..........................................................104
Rekenmachine ............................................................105
Bestandsbeheer..........................................................105
Quickoffice...................................................................106
Conversieprogramma ................................................106
Zipbeheer ....................................................................107
PDF-lezer .....................................................................107
Afdrukken....................................................................108
Klok ..............................................................................109
Barcodelezer................................................................110
Woordenboek..............................................................111
Notities ........................................................................111
Media........................................................112
Camera.........................................................................112
Galerij ..........................................................................115
Online delen................................................................117
Nokia Videocentrum...................................................120
Nokia Podcasting........................................................124
Muziekspeler ...............................................................125
RealPlayer ...................................................................128
Dictafoon.....................................................................129
Flash-speler.................................................................130
FM-radio.......................................................................130
Nokia Internetradio....................................................131
N-Gage..........................................................................134
Connectiviteit...........................................139
Snel downloaden........................................................139
Inhoudsopgave
Gegevenskabel............................................................139
Bluetooth ....................................................................140
SIM-toegangsprofiel...................................................143
Draadloos LAN.............................................................144
Verbindingsbeheer.....................................................146
Recyclen.......................................................................187
Papier besparen..........................................................187
Meer informatie..........................................................187
Accessoires...............................................188
Beveiligings- en gegevensbeheer...........148
Het apparaat blokkeren.............................................148
Beveiliging van de geheugenkaart...........................148
Codering.......................................................................149
Inhoudsopgave
Vaste nummers...........................................................150
Certificaatbeheer.........................................................150
Beveiligingsmodules weergeven en bewerken.......152
Toepassingsbeheer.....................................................152
Toepassingsupdate.....................................................155
Licenties.......................................................................155
Synchronisatie.............................................................156
Mobiel VPN...................................................................157
Instellingen..............................................159
Algemene instellingen...............................................159
Telefooninstellingen...................................................164
Verbindingsinstellingen.............................................165
Toepassingsinstellingen.............................................175
Sneltoetsen..............................................176
Algemene sneltoetsen................................................176
Woordenlijst............................................179
Problemen oplossen................................183
Groene tips...............................................187
Energie besparen........................................................187
Batterij.....................................................189
Informatie over de batterij en de lader....................189 Controleren van de echtheid van Nokia-
batterijen.....................................................................190
Uw apparaat onderhouden.....................192
Recycling......................................................................193
Aanvullende veiligheidsinformatie.........194
Kleine kinderen...........................................................194
Gebruiksomgeving......................................................194
Medische apparatuur..................................................194
Voertuigen...................................................................195
Explosiegevaarlijke omgevingen..............................196
Alarmnummer kiezen.................................................196
Informatie over certificatie (SAR)..............................197
Index........................................................198

Veiligheid

Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd tijdens het rijden uw handen vrij om uw voertuig te besturen. De verkeersveiligheid dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig zijn voor storing. Dit kan de werking van het apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Schakel het apparaat uit in vliegtuigen en in de nabijheid van medische apparatuur, brandstof, chemicaliën of gebieden waar explosieven worden gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog.

Over dit apparaat

Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM 850-, 900-, 1800- en 1900-netwerken en UMTS 900/1900/2100 HSDPA-netwerken. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende verbindingsmethoden en net als computers kan uw apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten, verbindingsverzoeken, browsen en downloaden. Installeer en gebruik alleen diensten en software van betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian Signed zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan.
Veiligheid
7
Overweeg de installatie van antivirus- en andere beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar websites van derden. Deze zijn niet verbonden met
Veiligheid
Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en legitieme rechten van anderen, waaronder auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen incompatibele producten aan.
8
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.

Kantoortoepassingen

De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel (Microsoft Office 2000, XP, 2003 en 2007). Niet alle bestandsindelingen worden ondersteund.

Netwerkdiensten

Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u beschikken over een abonnement bij een aanbieder van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook functies waarvoor u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt, worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw serviceprovider naar de kosten voor communicatie op uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw serviceprovider kan u vertellen welke kosten in rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die netwerkondersteuning nodig hebben, zoals ondersteuning voor specifieke technologieën,
bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen, zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
Veiligheid
9

Gids Aan de slag

Uw Nokia E75 is een zakelijk apparaat dat tevens geschikt is voor gebruik in uw vrije tijd.
Lees deze eerste pagina's door om aan de slag te gaan en gebruik vervolgens de rest van de gids om uit te zoeken welke nieuwe functies Nokia E75 u biedt.
Gids Aan de slag

SIM-kaart, batterij, opladen, geheugenkaart

Zet de onderdelen in elkaar en ga aan de slag met uw Nokia E75.

De SIM-kaart en de batterij plaatsen

1. U kunt het achterklepje van het apparaat openen door, met de achterzijde van het apparaat naar u toe, de ontgrendelingstoets voor het achterklepje in te drukken en het klepje op te tillen.
10
2. Als de batterij is geïnstalleerd is, tilt u de batterij in de richting van de pijl.
3. Plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat de contactpunten naar boven zijn gericht en dat de afgeschuinde hoek van de geheugenkaart naar de bovenkant van het apparaat wijst.
4. Leg de contactpunten van de batterij op één lijn met de overeenkomende aansluitpunten op het batterijvak en schuif de batterij in de richting van de pijl.
5. Sluit het achterklepje.

De batterij opladen

De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het apparaat aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het volgende:
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader aan op het apparaat.
3. Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij volledig is opgeladen, maakt u eerst de lader los van het apparaat en vervolgens haalt u de lader uit het stopcontact.
U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden en u kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken. Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele minuten duren voordat de batterijindicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen.
Tip: Als u over oude compatibele Nokia-laders beschikt, kunt u deze gebruiken voor de Nokia E75 door de CA-44-laderadapter aan te sluiten op de oude lader. De adapter is leverbaar als apart toebehoren.
Opladen via USB
U kunt opladen via USB als er geen stopcontact beschikbaar is. Als u het apparaat oplaadt met de USB­kabel, duurt het opladen langer.
Terwijl u het apparaat oplaadt via USB, kunt u ook gelijktijdig gegevens overbrengen via de USB-kabel.
1. Sluit een compatibel USB-apparaat aan op uw apparaat met behulp van een compatibele USB­kabel.
Afhankelijk van het type apparaat dat wordt gebruikt om op te laden, kan het even duren voordat het opladen begint.
2. Als het apparaat is ingeschakeld, selecteert u de gewenste USB-modus.

De geheugenkaart plaatsen

Met een geheugenkaart spaart u het geheugen van het apparaat. Bovendien kunt u op de geheugenkaart een back-up maken van de gegevens op het apparaat.
Gids Aan de slag
11
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat. Nokia gebruikt industrieel goedgekeurde standaards voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn niet volledig compatibel met dit apparaat. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik van kleine kinderen.
Gids Aan de slag
Vraag de fabrikant of de leverancier naar de compatibiliteit van een geheugenkaart.
Er wordt mogelijk een compatibele geheugenkaart meegeleverd met het apparaat. Het is mogelijk dat de geheugenkaart al in het apparaat is geplaatst. Als dat niet het geval is, gaat u als volgt te werk:
1. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.
2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de contactpunten eerst. Zorg ervoor dat de contactpunten naar de aansluitpunten van het apparaat zijn gericht.
3. Schuif de kaart naar binnen tot deze goed is
12
geplaatst.
4. Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf.

De geheugenkaart uitnemen

Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op
het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd waarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen gegevens op de kaart worden aangetast.
1. Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer
Geheugenkaart verwdrn.
2. Open het klepje voor de geheugenkaartsleuf.
3. Druk op het uiteinde van de geheugenkaart om deze uit de sleuf te verwijderen en verwijder de kaart.
4. Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf.

Eerste keer starten

1. Houdt de aan/uit-toets ingedrukt totdat u het apparaat voelt trillen.
2. Voer desgevraagd de pincode of blokkeringscode in en selecteer OK.
3. Als u daarom wordt gevraagd, voert u het land waarin u zich bevindt, en de huidige datum en tijd. Voer de eerste letters van uw land in om deze te zoeken. Het is belangrijk dat u het juiste land selecteert, omdat geplande agenda-items die u opgeeft kunnen veranderen als u later een ander land kiest dat een andere tijdzone heeft.
4. De toepassing Install. v tel. wordt gestart. Selecteer
de juiste optie of selecteer Nee om de toepassing te sluiten. Als u de toepassing Install. v tel. later wilt openen, selecteert u Menu > Help > Install. v
tel..
Als u de mogelijkheden voor chatten en internetoproepen wilt instellen, gebruikt u de wizard die in het startscherm beschikbaar is.
Als u de verschillende instellingen van uw apparaat wilt configureren, gebruikt u de instellingenwizard en de wizards die vanaf het startscherm beschikbaar zijn. Als u het apparaat inschakelt, is het mogelijk dat de serviceprovider van de SIM-kaart wordt herkend en sommige instellingen automatisch worden geconfigureerd. U kunt ook contact opnemen met uw serviceprovider voor de juiste instellingen.
U kunt het apparaat inschakelen zonder eerst een SIM­kaart te plaatsen. Het apparaat start dan in het offline­profiel, zodat de netwerkafhankelijke telefoonfuncties niet beschikbaar zijn.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de aan/ uit-toets ingedrukt.

Toetsen en onderdelen

Toetsen en onderdelen

1 — Lichtsensor 2 — Luistergedeelte 3 — Navi™ toets; hierna de bladertoets genoemd Druk
op de navigatietoets om een selectie in te voeren en om naar links, rechts, omhoog of omlaag over het scherm te bewegen. Druk op de bladertoets en houd deze ingedrukt om sneller te bladeren.
4 — Home-toets 5 — Selectietoets. Druk op de selectietoets om de
functie uit te voeren die boven de selectietoets wordt weergegeven.
Gids Aan de slag
13
6 — Beltoets 7 — Agendatoets 8 — Laderaansluiting 9 — E-mailtoets 10 — Aan/uit-toets. Druk op deze toets ingedrukt en
houd deze ingedrukt als u het apparaat wilt in- of uitschakelen. Druk tijdens een oproep, op de eindetoets als u een oproep wilt weigeren of actieve gesprekken of gesprekken in de wachtstand wilt
Gids Aan de slag
beëindigen. Als u lang op de toets drukt, kunt u gegevensverbindingen beëindigen.
11 — Selectietoets 12 — Backspace-toets. Druk de toets in om items te
verwijderen.
13 — Tweede camera 14 — Hoofdtelefoonaansluiting

Toetsen en onderdelen (zijkanten)

1 — Micro USB-aansluiting 2 — Geheugenkaartsleuf 3 — Toets voor volume omhoog/inzoomen 4 — Toets voor dempen/PTT (Push to Talk) 5 — Toets voor volume omlaag/uitzoomen 6 — Vastlegtoets
1 — Spiegel 2 — Flitser 3 — Hoofdcamera 4 — Luidspreker
14

Snelkeuzetoetsen

Met de snelkeuzetoetsen heeft u snel toegang tot toepassingen en taken.
Als u de toegewezen toepassing of taak wilt wijzigen, selecteert u Menu > Bedieningspan. >
Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > One Touch-ttsn. Uw serviceprovider kan toepassingen aan
bepaalde toetsen hebben toegewezen. In dat geval kunt u ze niet wijzigen.
standaardmailb ox bent, opent u het startscherm.
1 — Home-toets 2 — Agendatoets 3 — E-mailtoets
Toets
Home-toets (1) Toegang krijgen
Agendatoets (2) De toepassing
E-mailtoets (3) Uw
Snel drukken Ingedrukt
tot het startscherm vanuit een geopende toepassing. Wanneer u in het startscherm bent, opent u het menu.
Agenda openen. Wanneer u in de toepassing Agenda bent, opent u het startscherm.
standaardmailb ox openen. Wanneer u in de
houden
De lijst met actieve toepassingen bekijken.
Een nieuwe vergadering maken.
Een nieuw e­mailbericht maken.

Toetsenbord

Uw apparaat is uitgerust met een volledig toetsenbord. U kunt het toetsenbord openen door het naar buiten te schuiven. In alle toepassingen wordt de weergave automatisch van staand in liggend veranderd zodra u het toetsenbord naar buiten schuift.
1 — Functietoets. Als u cijfers of tekens op de
bovenkant van de toetsen wilt invoegen, houdt u de functietoets ingedrukt en drukt u op de betreffende toets, of u drukt alleen op de betreffende toets. Als u alleen de tekens op de bovenkant van de toetsen wilt invoeren, drukt u snel twee keer achtereen op de functietoets. Druk nogmaals op de functietoets om naar de normale modus terug te gaan.
2 — Shift-toets. Als u tussen hoofd- en kleine letters
wilt schakelen, drukt u op de Shift-toets. Als u alleen
Gids Aan de slag
15
hoofdletters of kleine letters wilt invoeren, drukt u tweemaal snel op de Shift-toets.
3 — Chr-toets. Met de Chr-toets kunt u tekens invoeren
die niet op het toetsenbord staan.
4 — Spatietoets 5 — Ctrl-toets Hiermee kunt u toegang krijgen tot de
sneltoetscombinaties van de Ctrl-toets, zoals Ctrl + C.
6 — Backspace-toets
Gids Aan de slag
Als u toegang wilt krijgen tot de instellingen voor de schuifregelaar, selecteert u Menu >
Bedieningspan. > Instellingen en Algemeen > Schuifregelaar instellen.

De toetsen vergrendelen

Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Het toetsenbord van uw apparaat wordt automatisch geblokkeerd zodat er geen toetsen per ongeluk kunnen worden ingedrukt. Als u de tijdsduur wilt wijzigen waarna het toetsenbord wordt geblokkeerd, selecteert u Menu > Bedieningspan. >
Instellingen en Algemeen > Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk. ttsnb..
16
Als u de toetsen handmatig wilt vergrendelen vanaf het startscherm, drukt u op de linkerselectietoets en op *.
Als u de toetsen wilt ontgrendelen, drukt u op de linkerselectietoets en op *.

Accessoires

U kunt uw apparaat aansluiten op een reeks van compatibele accessoires. Vraag uw leverancier naar de beschikbaarheid van goedgekeurde accessoires.

De hoofdtelefoon aansluiten

Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Sluit de compatibele hoofdtelefoon aan op de hoofdtelefoonaansluiting van het apparaat.

Een polsband bevestigen

Breng de polsband aan en trek deze strak.

Startscherm

Vanaf het startscherm hebt u direct toegang tot de meest gebruikte toepassing. Ook ziet u hier met één oogopslag of er gemiste oproepen of nieuwe berichten zijn.
Als u het pictogram naar rechts om een lijst met beschikbare acties weer te geven. U sluit de lijst door naar links te gaan.
ziet, drukt u de navigatietoets
Het startscherm bestaat uit de volgende elementen:
1.
Snelkoppelingen naar toepassingen Als u een toepassing wilt openen, selecteert u de snelkoppeling van de toepassing.
2. Informatiegebied. U kunt een item dat wordt weergegeven in het informatiegebied bekijken door het item te selecteren.
3. Meldingengebied. U kunt de meldingen weergeven door naar een vak te gaan. Vakken zijn alleen zichtbaar als er items in staan.
U kunt twee startschermen instellen voor verschillende doeleinden. U kunt bijvoorbeeld een scherm voor zakelijke e-mail en berichten hebben en een ander scherm voor persoonlijke e-mail. Zo kunt u voorkomen dat u buiten uw werktijden zakelijke berichten te zien krijgt.
Selecteer startschermen.
Als u het uiterlijk van het startscherm wilt instellen en wilt definiëren welke items en snelkoppelingen erop staan, selecteert u Menu > Bedieningspan. en
Modi.
als u wilt overschakelen tussen de
Gids Aan de slag
17

Nokia-overdracht

Inhoud overbrengen

Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen van uw vorige Nokia-apparaat kopiëren naar uw apparaat.
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af
Gids Aan de slag
van het model van het apparaat waaruit u de inhoud wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten ook synchroniseren. Als het andere apparaat niet compatibel is, wordt een bericht weergegeven.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan worden ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen. Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIM­kaart, wordt automatisch het profiel Offline geactiveerd en is gegevensoverdracht mogelijk.
De eerste keer inhoud overbrengen
1. Wanneer u voor het eerst gegevens van het andere apparaat wilt ophalen naar uw apparaat, selecteert u Overdracht in de toepassing Install. v tel., of selecteert u Menu > Bedieningspan. >
Overdracht.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken om de gegevens over te brengen. Beide apparaten moeten het geselecteerde verbindingstype ondersteunen.
3. Als u Bluetooth-verbindingen als verbindingstype
18
hebt gekozen, verbindt u beide apparaten. Selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt
zoeken naar andere apparaten met Bluetooth. Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt overbrengen. U wordt gevraagd een code in te voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16 cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in op het andere apparaat en selecteer OK. De apparaten zijn nu gekoppeld.
Sommige oudere Nokia-apparaten hebben nog geen toepassing Overdracht. In dat geval wordt de toepassing Overdracht als bericht naar het andere apparaat verzonden. Open het bericht om de toepassing Overdracht te installeren op het andere apparaat en volg de instructies op het scherm.
4. Selecteer op uw apparaat de inhoud die u vanaf het andere apparaat wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt vanuit het geheugen van het andere apparaat overgebracht naar de corresponderende locatie in het apparaat. De tijd die nodig is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.

Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden

Selecteer Menu > Bedieningspan. > Overdracht. Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de
volgende opties om een nieuwe overdracht te starten, afhankelijk van het model:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere
apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten via een synchronisatie.
om inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van het andere apparaat naar uw apparaat gedownload. Mogelijk wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijke inhoud op het andere apparaat wilt behouden of verwijderen, afhankelijk van het model van het apparaat.
om inhoud van uw apparaat naar het andere apparaat te verzenden
Als een item niet kan worden verzonden, afhankelijk van het type van het andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan de Nokia-map onder C:\Nokia of E: \Nokia in uw apparaat. Wanneer u de map selecteert waarnaar de items moeten worden overgebracht, worden de items in de bijbehorende map in het andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling met de instellingen voor de overdracht in de hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later te herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u
Opties > Snelkoppellingsinstllngn. U kunt
bijvoorbeeld de snelkoppeling een naam geven of deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand weergegeven. U kunt het logbestand van de laatste overdracht bekijken door een snelkoppeling in de hoofdweergave te selecteren en Opties > Log
bekijken te kiezen.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de wijzigingen automatisch samen te voegen. Als dit niet mogelijk is, ontstaat er een overdrachtconflict. Selecteer 1 voor 1 controleren, Prioriteit deze
telefoon of Priorit. andere telefoon om het conflict
op te lossen.

Uw e-mailinstellingen definiëren

Uw Nokia Eseries-apparaat werkt gedurende dezelfde uren als u en met dezelfde snelheid. Houd uw e-mail, contacten en agenda snel en gemakkelijk gesynchroniseerd via snelle verbindingen.
Tijdens het instellen van uw e-mail wordt u mogelijk gevraagd naar de volgende informatie: gebruikersnaam, type e-mail, server voor inkomende e-mail, poort van server voor inkomende e-mail, server voor uitgaande e-mail, poort van server voor uitgaande e-mail, wachtwoord of toegangspunt.
Met de e-mailwizard kunt u uw zakelijke e­mailaccount, zoals Microsoft Outlook of Microsoft Exchange, en uw internet e-mailaccount, zoals de e-
Gids Aan de slag
19
maildiensten van Google, instellen. De wizard ondersteunt POP/IMAP- en ActiveSync-protocollen.
Als u een zakelijke e-mail instelt, neem dan contact op met de IT-afdeling van uw organisatie voor meer informatie voordat u met het instellen begint. Als u een internet e-mail instelt, gaat u voor meer informatie naar de website van uw e-mailserviceprovider.
Als u de e-mailwizard wilt starten, gaat u als volgt te werk:
Gids Aan de slag
1. Selecteer in het startscherm de e-mailwizard.
2. Voer uw e-mailadres en wachtwoord in. Als de wizard uw e-mailaccount niet automatisch kan instellen, selecteert u het e-mailaccounttype en voert u de overige instellingen in.
Tip: Als u uw mailbox nog niet hebt geconfigureerd, drukt u op de e-mailtoets om de e-mailwizard te starten.
Als op het apparaat nog meer e-mailclients staan, worden die ook aangeboden wanneer u de e­mailwizard start.

Antennes

Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Vermijd onnodig contact met het gebied rond de antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een kortere levensduur van de batterij.
20

Nokia PC Suite

Nokia PC Suite bestaat uit een reeks toepassingen die u op een compatibele pc kunt installeren. Nokia PC Suite plaatst alle beschikbare toepassingen in een startvenster en van hieruit kunt u de toepassingen uitvoeren. U kunt Nokia PC Suite installeren vanaf de geheugenkaart in uw apparaat.
U kunt Nokia PC Suite gebruiken om contacten, de agenda, taken en andere notities tussen uw apparaat en een compatibele pc-toepassing zoals Microsoft Outlook of Lotus Notes te synchroniseren. U kunt Nokia PC Suite ook gebruiken om bookmarks uit te wisselen tussen uw apparaat en compatibele browsers. Ook kunt u afbeeldingen en videoclips overbrengen tussen het apparaat en compatibele pc's.
Opmerking: Let op de synchronisatie-
instellingen. Gegevensverwijdering als onderdeel van het normale synchronisatieproces wordt bepaald de instellingen die zijn geselecteerd.
Om Nokia PC Suite te kunnen gebruiken, hebt u een pc nodig met Microsoft XP (SP1 of SP2) of Windows Vista.
De pc moet tevens compatibel zijn met een USB-kabel of Bluetooth-verbinding.
Nokia PC Suite werkt niet met Macintosh. Raadpleeg voor meer informatie over Nokia PC Suite de
Help-functie of de Nokia-website.
Nokia PC Suite installeren:
1. Controleer of de geheugenkaart in uw Nokia E75 is geplaatst.
2. Sluit de USB-kabel aan. Uw pc herkent het nieuwe apparaat en installeert de benodigde stuurprogramma's. Dit kan enige minuten duren.
3. Selecteer Massaopslag als USB-verbindingsmodus op uw apparaat. Uw apparaat staat in de Windows­bestandsbrowser weergegeven als verwisselbare schijf.
4. Open het hoofdstation van de geheugenkaart met de Windows-bestandsbrowser en selecteer de installatie van PC Suite.
5. De installatie wordt gestart. Volg de weergegeven instructies.
Tip: Als u Nokia PC Suite wilt bijwerken of als u problemen hebt met de installatie van Nokia PC Suite vanaf de geheugenkaart, kopieert u het installatiebestand naar de pc en start u de installatie vanaf de pc.

Tips voor efficiënt gebruik

U kunt overschakelen tussen profielen door kort op de aan/uit-toets te drukken.
U kunt overschakelen naar het profiel Stil door # ingedrukt te houden.
U kunt zoeken naar items op uw apparaat of op het internet (netwerkdienst) door Menu >
Toepassngn > Zoekopdr. te selecteren.
Als u door webpagina's bladert met de toepassing Webbrowser of door kaarten in de toepassing Kaarten, drukt u op * om in te zoomen en op # om uit te zoomen.
Gids Aan de slag
21

Help zoeken

Ondersteuning

Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt
Help zoeken
gebruiken of u weet niet zeker hoe het apparaat behoort te werken, gaat u naar de ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support (voor mobiele apparaten), de Help-toepassing in het apparaat zelf of de gebruikershandleiding.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u als volgt te werk:
Start het apparaat opnieuw op: schakel het apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats de batterij na een ongeveer een minuut weer in het apparaat en schakel het apparaat in.
Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen zoals in de gebruikershandleiding wordt uitgelegd. Uw documenten en bestanden zullen bij het herstellen worden verwijderd, dus u moet eerst een back-up maken van uw gegevens.
Werk de software van uw apparaat regelmatig bij voor optimale prestaties en mogelijke nieuwe functies, zoals uitgelegd in de gebruikershandleiding.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u contact op met Nokia om het apparaat te laten repareren. Kijk op www.nokia.com/repair. Maak eerst
22
een back-up van de gegevens in uw apparaat voordat u het voor reparatie verstuurt.

Externe configuratie

Selecteer Menu > Bedieningspan. > Telefoon >
App.beheer.
Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en software op uw apparaat extern beheren.
U kunt een verbinding met een server maken om configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen. U kunt ook serverprofielen en andere configuratie-instellingen ontvangen van uw serviceproviders of de afdeling informatiebeheer van uw bedrijf. Onder configuratie-instellingen vallen bijvoorbeeld ook instellingen van de verbinding die door andere toepassingen in het apparaat worden gebruikt. De beschikbare opties kunnen verschillen.
De server start meestal de externe configuratieverbinding als de instellingen van het apparaat moeten worden bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u
Opties > Serverprofielen > Opties > Nieuw serverprofiel.
Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan het volgende:
Servernaam — Voer een naam voor de
configuratieserver in.
Server-ID — Voer de unieke ID van de
configuratieserver in.
Serverwachtwoord — Voer het wachtwoord in
waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat
u wilt gebruiken voor de verbinding of maak een nieuw toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u verbinding maakt. Deze instelling is alleen beschikbaar als u Internet hebt geselecteerd als dragertype.
Hostadres — Voer het webadres van de
configuratieserver in.
Poort — Voer het poortnummer van de server in.
Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw
gebruikers-ID en wachtwoord in voor de configuratieserver.
Configuratie toestaan — Selecteer Ja o m d e se r ve r
een configuratiesessie te laten initiëren.
Automatisch accepteren — Selecteer Ja als u niet
wilt dat de server een bevestiging vraagt bij het initiëren van een configuratiesessie.
Netwerkverificatie — Geef aan of HTTP-verificatie
moet worden gebruikt.
Gebruikersnaam netwerk en Wachtwoord
netwerk — Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord
in voor de http-verificatie. Deze instelling is alleen beschikbaar als u Netwerkverificatie heeft geselecteerd voor gebruik.
Selecteer Opties > Configuratie starten als u verbinding wilt maken met de server om de
configuratie-instellingen voor uw apparaat te ontvangen.
Als u het configuratielogboek van het geselecteerde profiel wilt weergeven, selecteert u Opties >
Logboek bekijken.
Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via de lucht, selecteert u Opties > Controleren op
updates. Door het bijwerken worden uw instellingen
niet gewist. Als u het updatepakket op het apparaat hebt ontvangen, volgt u de aanwijzingen op het scherm. Het apparaat wordt opnieuw gestart als de installatie is voltooid. Bij het downloaden van software-updates worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens overgedragen (netwerkdienst). Zorg ervoor dat de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken, zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van de gegevens voordat u de installatie van een update aanvaardt.

Software-updates via de pc

Software-updates kunnen nieuwe en verbeterde functies bevatten die niet beschikbaar waren toen u
Help zoeken
23
uw apparaat aanschafte. De prestaties van het apparaat kunnen ook verbeteren door het bijwerken van de software.
Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee u de software van uw apparaat kunt bijwerken. Als u dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, een breedbandverbinding met internet en een
Help zoeken
compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op de pc aan te sluiten.
Voor meer informatie, release notes voor de laatste softwareversies en voor het downloaden van de toepassing Nokia Software Updater, gaat u naar www.nokia.com/softwareupdate of uw plaatselijke Nokia-website.
Als u de apparaatsoftware wilt bijwerken, gaat u als volgt te werk:
1. Download en installeer de toepassing Nokia
Software Updater op uw pc.
2. Sluit uw apparaat aan op de pc met behulp van een
USB-gegevenskabel en open de toepassing Nokia Software Updater. De toepassing Nokia Software Updater helpt u bij het maken van een back-up van uw bestanden, het bijwerken van de software en het terugzetten van uw bestanden.

Help van het apparaat

Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op het apparaat.
24
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu, selecteert u Menu > Help > Help en de toepassing waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties >
Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst wilt wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte
verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Aan het einde van de helptekst kunt u koppelingen vinden naar verwante onderwerpen. Als u een onderstreept woord selecteert, wordt een korte uitleg weergegeven. In de help worden de volgende symbolen gebruikt:
helponderwerp. toepassing.
Tijdens het lezen van de uitleg kunt u wisselen tussen helpteksten en de toepassing die op de achtergrond geopend is door Opties > Open toepassingen en de gewenste toepassing te selecteren.
Koppeling naar een verwant
Koppeling naar een besproken

Extra toepassingen

Er zijn verschillende toepassingen beschikbaar van Nokia en andere leveranciers van software die u helpen meer met uw apparaat te doen. Deze toepassingen worden behandeld in de handleidingen die beschikbaar zijn op de pagina's voor productondersteuning op www.nokia.com/support of op uw lokale Nokia-website.

Instellingen

Bij uw apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS, streaming en mobiel internet gewoonlijk automatisch vooraf geconfigureerd op basis van de informatie van uw netwerkprovider. Misschien zijn de instellingen van uw dienstproviders al in uw apparaat ingesteld of ontvangt of vraagt u de instellingen van de netwerkproviders als een speciaal bericht.
U kunt de algemene instellingen in uw apparaat, zoals de instellingen voor de taal, de stand-bymodus, het scherm en de toetsenblokvergrendeling, wijzigen.

Geheugen vrijmaken

Selecteer Menu > Kantoor > Best.beheer als u wilt zien hoeveel geheugen beschikbaar is voor verschillende gegevenstypen.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het beschikbare geheugen bijna vol is.
Breng gegevens over naar een compatibele geheugenkaart (indien beschikbaar) of naar een compatibele computer om geheugen vrij te maken.
Gebruik Bestandsbeheer of ga naar de desbetreffende toepassing om gegevens te verwijderen die u niet langer nodig hebt. U kunt de volgende elementen verwijderen:
E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die uit de mailbox zijn opgehaald
Opgeslagen webpagina's
Contactgegevens
Agendanotities
Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet
nodig hebt
Installatiebestanden (met de bestandsextensi .SIS of .SISX) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd. Breng de installatiebestanden over naar een compatibele computer.
Afbeeldingen en videoclips in Galerij. Maak een back-up van de bestanden op een compatibele pc met behulp van Nokia PC Suite.
Help zoeken
25

Nokia E75 - De basisprincipes

Installatie van telefoon

Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, wordt de toepassing Install. v tel. gestart.
Als u de toepassing Install. v tel. later wilt starten, selecteert u Menu > Help > Install. v tel..
Als u de verbindingen van het apparaat wilt instellen, selecteert u Instelwizard.
Selecteer Telef.overdracht als u gegevens van een compatibel Nokia-apparaat wilt overdragen naar uw
Nokia E75 - De basisprincipes
apparaat. De beschikbare opties kunnen verschillen.

Instelwizard

Selecteer Menu > Bedieningspan. > Inst.wizard. Gebruik de wizard Instellingen om de instellingen voor
e-mail en verbindingen te definiëren. De beschikbaarheid van de items in de wi za rd In st el li ng en is afhankelijk van de functies van het apparaat, de SIM­kaart, de serviceprovider en de gegevens in de database van de wizard Instellingen.
U kunt de wizard Instellingen starten door Starten te
26
selecteren.
Laat de SIM-kaart in het apparaat zitten bij gebruik van de wizard Instellingen. Zo werkt deze het beste. Als de SIM-kaart niet is geplaatst, volgt u de instructies op het scherm.
Maak een keuze uit de volgende opties:
Operator — De operatorspecifieke instellingen,
zoals instellingen voor MMS, internet, WAP en streaming, definiëren.
E-mail instellen — Een POP-, IMAP- of Mail for
Exchange-account configureren.
Push to Talk — Push-to-Talk-instellingen
configureren.
Video delen — Instellingen voor het delen van
video configureren.
Welke instellingen kunnen worden gewijzigd, kan verschillen.

Menu

Selecteer Menu.
Het menu is een beginpunt van waaruit u alle toepassingen van het apparaat of op een geheugenkaart kunt openen.
Het menu bevat toepassingen en mappen. Mappen zijn groepen vergelijkbare toepassingen. Alle toepassingen die u zelf op het apparaat installeert, worden standaard opgeslagen in de map Toepassingen.
Als u een toepassing wilt openen, selecteert u deze toepassing. Dit doet u door er naartoe te gaan en op de bladertoets te drukken.
Als u wilt overschakelen tussen de open toepassingen, drukt u op de home-toets en houdt u deze ingedrukt. Vervolgens selecteert u een toepassing. Als toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Menuweergave wijzigen — Hiermee geeft u
toepassingen weer in een lijst of raster.
Gegevens geheugen — Hiermee geeft u het
geheugengebruik van verschillende toepassingen en gegevens die zijn opgeslagen in het apparaat of op de geheugenkaart weer en controleert u de hoeveelheid beschikbaar geheugen.
Nieuwe map — Hiermee maakt u een nieuwe map.
Naam wijzigen — Hiermee wijzigt u de naam van
een map.
Verplaatsen — Hiermee rangschikt u de map opnieuw. Ga naar de toepassing die u wilt verplaatsen en selecteer Verplaatsen. Naast de toepassing verschijnt een vinkje. Ga naar een nieuwe locatie en selecteer OK.
Verplaatsen naar map — Hiermee verplaatst u een toepassing naar een andere map. Ga naar de toepassing die u wilt verplaatsen en selecteer
Verplaatsen naar map, de nieuwe map en OK.
Toepassingen downldn — Hiermee downloadt u toepassingen van het web.

Scherm-indicatoren

Het apparaat wordt gebruikt in een UMTS­netwerk (netwerkdienst).
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe meer de batterij opgeladen is.
U hebt een of meer ongelezen berichten in uw de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in uw externe mailbox.
Er zijn berichten in de map Outbox die nog moeten worden verzonden door Messaging.
Nokia E75 - De basisprincipes
27
U hebt een of meer oproepen gemist.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
U hebt het profiel Stil geactiveerd, waardoor het apparaat geen belsignaal geeft bij inkomende oproepen of berichten.
pictogram betekent dat de verbinding in de wachtstand is geplaatst.
High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA) wordt ondersteund en is beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram kan per regio verschillen. Het pictogram
verbinding actief is. Het pictogram dat de verbinding in de wachtstand is geplaatst.
betekent dat de
betekent
28
Nokia E75 - De basisprincipes
Bluetooth-connectiviteit is geactiveerd.
Er is een Bluetooth-verbinding actief. Wanneer de indicator knippert, wordt geprobeerd een verbinding met een ander apparaat tot stand te brengen.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram
betekent dat de verbinding actief is. Het pictogram wachtstand is geplaatst.
Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram
betekent dat de verbinding actief is. Het pictogram wachtstand is geplaatst.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram
betekent dat de verbinding actief is. Het
betekent dat de verbinding in de
betekent dat de verbinding in de
U hebt op het apparaat ingesteld dat gezocht moet worden naar draadloze LAN's (WLAN) en er is een WLAN beschikbaar.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk zonder codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een netwerk met codering.
Uw apparaat is met een USB-kabel aangesloten op een computer.
De tweede telefoonlijn is in gebruik (netwerkdienst).
Alle oproepen worden naar een ander nummer doorgeschakeld. Als u twee telefoonlijnen heeft, geeft een nummer aan welke lijn actief is.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het apparaat.
Er is een handsfree carkit aangesloten op het apparaat.
Er is een gehoorapparaat aangesloten op het apparaat.
Er is een tekstelefoon aangesloten op het apparaat.
Het apparaat is bezig met synchroniseren.
Er is een actieve PTT (Push to Talk)-verbinding.
Uw PTT-verbinding is in de modus Niet storen, omdat het beltoontype van uw apparaat is ingesteld op Eén piep of Stil, of er is een inkomende of actieve oproep. U kunt in deze modus geen PTT-oproepen maken.

Tekst invoeren

De invoermethoden die in het apparaat beschikbaar zijn, kunnen verschillen, afhankelijk van de verschillende verkoopmarkten.

Tekst schrijven met het toetsenbord

Uw apparaat is uitgerust met een volledig toetsenbord.
U kunt leestekens invoegen door de desbetreffende toets of toetsencombinatie te gebruiken.
Als u tussen hoofd- en kleine letters wilt schakelen, drukt u op de Shift-toets.
Als u de tekens op de bovenkant van de toetsen wilt invoegen, houdt u de desbetreffende toets even ingedrukt of drukt u de toets in terwijl de functietoets is ingedrukt.
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op de backspace-toets. Als u meerdere tekens wilt verwijderen, drukt u op de backspace-toets en houdt u deze ingedrukt.
Als u tekens wilt invoegen die niet op het toetsenbord voorkomen, drukt u op de Chr-toets.
Als u tekst wilt kopiëren, houdt u de Shift-toets ingedrukt en bladert u naar het woord, de woordgroep of de tekstregel die u wilt kopiëren, om deze te markeren. Druk op Ctrl + C. Als u de tekst in een document wilt invoegen, gaat u naar de juiste plaats en drukt u op Ctrl + V.
Als u de schrijftaal wilt wijzigen of de tekstvoorspelling wilt in- of uitschakelen, selecteert u Opties >
Invoeropties en de gewenste optie.
Nokia E75 - De basisprincipes
29

Tekstvoorspelling

Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt activeren, selecteert u Opties > Invoeropties > Voorspell.
inschakelen. De indicator
Wanneer u een woord begint te schrijven, worden er automatisch mogelijke woorden voorgesteld. Als het goede woord erbij staat, gaat u ernaartoe om het te bevestigen. U kunt tijdens het schrijven ook een lijst met voorgestelde woorden aflopen. Selecteer het woord als dit voorkomt in de lijst. Als het gezochte woord niet in het woordenboek van het apparaat voorkomt, wordt er een ander woord voorgesteld. Het woord dat u aan het schrijven bent, wordt boven de suggestie weergegeven. Ga omhoog om uw eigen woord te selecteren. Het woord wordt aan het woordenboek toegevoegd wanneer u het volgende woord invoert.
Nokia E75 - De basisprincipes
Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt deactiveren, selecteert u Opties > Invoeropties >
Voorspell. uitschakelen.
Als u de instellingen voor tekstinvoer wilt opgeven, selecteert u Opties > Invoeropties > Instellingen.
Als u de schrijftaal wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Invoeropties > Invoertaal.
wordt weergegeven.

Zoeken

Over Zoeken

Selecteer Menu > Toepassngn > Zoekopdr..
30
De zoekfunctie stelt u in staat om met diverse internetzoekdiensten te zoeken naar bijvoorbeeld websites en afbeeldingen. De inhoud en beschikbaarheid van de diensten kan variëren.

Zoekinstellingen

Selecteer Menu > Toepassngn > Zoekopdr.. Als u de instellingen van de toepassing Zoeken wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt u een keuze uit het volgende:
Land of regio — Het land of de regio selecteren
waarvandaan u wilt zoeken.
Verbinding — Het toegangspunt selecteren en
netwerkverbindingen toestaan of weigeren.
Zoekservices — Selecteren of serviceproviders en
zoekcategorieën worden weergegeven.
Algemeen — Knopinfo inschakelen of uitschakelen
en de zoekhistorie wissen.

Algemene bewerkingen in verschillende toepassingen

De volgende bewerkingen zijn van toepassing op verschillende toepassingen:
Loading...
+ 175 hidden pages