Nokia, Nokia Connecting People, Eseries, Nokia E75 en N-Gage zijn handelsmerken en gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation. Nokia
tune is een geluidsmerk van Nokia Corporation. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de
Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-412 in overeenstemming is met de essentiële vereisten
en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring
kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/.
respectievelijke eigenaren zijn.
Reproductie, overdracht, distributie of opslag van de gehele of gedeeltelijke inhoud van dit document in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Nokia is verboden. Nokia voert een beleid dat gericht is op voortdurende ontwikkeling. Nokia behoudt zich het recht voor zonder
voorafgaande kennisgeving wijzigingen en verbeteringen aan te brengen in de producten die in dit document worden beschreven.
Dit product is gelicentieerd onder de MPEG-4 Visual Patent Portfolio-licentie (i) voor privé- en niet-commercieel gebruik in verband met informatie die
is gecodeerd volgens de visuele norm MPEG-4, door een consument in het kader van een privé- en niet-commerciële activiteit, en (ii) voor gebruik in
verband met MPEG-4-videomateriaal dat door een gelicentieerde videoaanbieder is verstrekt. Voor ieder ander gebruik is of wordt expliciet noch
impliciet een licentie verstrekt. Aanvullende informatie, waaronder informatie over het gebruik voor promotionele doeleinden, intern gebruik en
commercieel gebruik, is verkrijgbaar bij MPEG LA, LLC. Zie http://www.mpegla.com.
VOOR ZOVER MAXIMAAL TOEGESTAAN OP GROND VAN HET TOEPASSELIJKE RECHT, ZAL NOKIA OF EEN VAN HAAR LICENTIEHOUDERS ONDER GEEN OMS TANDIGHEID
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR ENIG VERLIES VAN GEGEVENS OF INKOMSTEN OF VOOR ENIGE BIJZONDERE, INCIDENTELE O F INDIRECTE SCHADE OF GEV OLGSCHADE
VAN WELKE OORZAAK DAN OOK.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT
GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ
IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR
EEN BEPAALD DOEL. NOKIA BEHOUDT ZICH TE ALLEN TIJDE HET RECHT VOOR ZONDER VOORAFGAANDE KENNISGEVING DIT DOCUMENT TE WIJZIGEN OF TE
HERROEPEN.
Reverse engineering van de software in het apparaat is verboden voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijke recht. Voor zover
deze gebruikershandleiding beperkingen bevat aangaande verklaringen, garanties, schadevergoedingsplichten en aansprakelijkheden van Nokia,
gelden deze beperkingen op dezelfde wijze voor verklaringen, garanties, schadevergoedingsplicht en aansprakelijkheden van Nokia-licentiegevers.
De beschikbaarheid van bepaalde producten, toepassingen en diensten voor deze producten kan per regio verschillen. Neem contact op met uw Nokiadealer voor details en de beschikbaarheid van taalopties. Dit apparaat bevat mogelijk onderdelen, technologie of software die onderhevig zijn aan
wet- en regelgeving betreffende export van de VS en andere landen. Ontwijking in strijd met de wetgeving is verboden.
MEDEDELING FCC/INDUSTRY CANADA
Dit apparaat kan tv- of radiostoringen veroorzaken (bijvoorbeeld als u in de nabijheid van ontvangstapparatuur een telefoon gebruikt). De Federal
Communications Commission (FCC) of Industry Canada kunnen u vragen niet langer uw telefoon te gebruiken als deze storingen niet verholpen kunnen
worden. Neem contact op met uw lokale servicedienst als u hulp nodig hebt. Dit apparaat voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. De werking is afhankelijk
van de volgende twee voorwaarden: (1) Dit apparaat mag geen schadelijke storingen veroorzaken en (2) dit apparaat moet storingen van buitenaf
accepteren, ook wanneer deze een ongewenste werking tot gevolg kunnen hebben. Veranderingen of aanpassingen die niet uitdrukkelijk door Nokia
zijn goedgekeurd, kunnen het recht van de gebruiker om met deze apparatuur te werken tenietdoen.
Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen
van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees
de volledige gebruikershandleiding voor meer
informatie.
SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET
VEILIG IS
Schakel het apparaat niet in als het gebruik
van mobiele telefoons verboden is of als dit
storing of gevaar zou kunnen opleveren.
VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG
Houdt u aan de lokale wetgeving. Houd
tijdens het rijden uw handen vrij om uw
voertuig te besturen. De verkeersveiligheid
dient uw eerste prioriteit te hebben terwijl
u rijdt.
STORING
Alle draadloze apparaten kunnen gevoelig
zijn voor storing. Dit kan de werking van het
apparaat negatief beïnvloeden.
SCHAKEL HET APPARAAT UIT IN GEBIEDEN
WAARBINNEN EEN GEBRUIKSVERBOD
GELDT
Houd u aan alle mogelijke beperkende
maatregelen. Schakel het apparaat uit in
vliegtuigen en in de nabijheid van medische
apparatuur, brandstof, chemicaliën of
gebieden waar explosieven worden
gebruikt.
DESKUNDIG ONDERHOUD
Dit product mag alleen door deskundigen
worden geïnstalleerd of gerepareerd.
TOEBEHOREN EN BATTERIJEN
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren
en batterijen. Sluit geen incompatibele
producten aan.
WATERBESTENDIGHEID
Het apparaat is niet waterbestendig. Houd
het apparaat droog.
Over dit apparaat
Het draadloze apparaat dat in deze handleiding wordt
beschreven, is goedgekeurd voor gebruik in het (E)GSM
850-, 900-, 1800- en 1900-netwerken en UMTS
900/1900/2100 HSDPA-netwerken. Neem contact op
met uw serviceprovider voor meer informatie over
netwerken.
Dit apparaat ondersteunt verschillende
verbindingsmethoden en net als computers kan uw
apparaat worden blootgesteld aan virussen en andere
schadelijke inhoud. Wees voorzichtig met berichten,
verbindingsverzoeken, browsen en downloaden.
Installeer en gebruik alleen diensten en software van
betrouwbare bronnen die adequate beveiliging en
bescherming bieden, zoals toepassingen die Symbian
Signed zijn of de Java Verified™-test hebben doorstaan.
Veiligheid
7
Overweeg de installatie van antivirus- en andere
beveiligingssoftware op het apparaat en eventuele
aangesloten computers.
Uw apparaat beschikt mogelijk over vooraf
geïnstalleerde bladwijzers en koppelingen naar
websites van derden. Deze zijn niet verbonden met
Veiligheid
Nokia en Nokia onderschrijft deze niet en aanvaardt er
geen aansprakelijkheid voor. Als u dergelijke sites
bezoekt, moet u voorzorgsmaatregelen treffen op het
gebied van beveiliging of inhoud.
Waarschuwing: Als u andere functies van dit
apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het
apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet
in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur
storingen of gevaar kan veroorzaken.
Houd u bij het gebruik van dit apparaat aan alle
regelgeving en respecteer lokale gebruiken, privacy en
legitieme rechten van anderen, waaronder
auteursrechten. Auteursrechtbescherming kan
verhinderen dat bepaalde afbeeldingen, muziek en
andere inhoud worden gekopieerd, gewijzigd of
overgedragen.
Maak een back-up of houd een schriftelijke neerslag bij
van alle belangrijke gegevens die in uw apparaat zijn
opgeslagen.
Wanneer u het apparaat op een ander apparaat
aansluit, dient u eerst de handleiding van het
desbetreffende apparaat te raadplegen voor
uitgebreide veiligheidsinstructies. Sluit geen
incompatibele producten aan.
8
De afbeeldingen in deze documentatie kunnen
verschillen van de afbeeldingen op het scherm van het
apparaat.
Voor andere belangrijke informatie over uw apparaat
wordt u verwezen naar de gebruikershandleiding.
Kantoortoepassingen
De kantoortoepassingen ondersteunen gebruikelijke
functies van Microsoft Word, PowerPoint en Excel
(Microsoft Office 2000, XP, 2003 en 2007). Niet alle
bestandsindelingen worden ondersteund.
Netwerkdiensten
Om het apparaat te kunnen gebruiken, moet u
beschikken over een abonnement bij een aanbieder
van draadloze verbindingsdiensten. Enkele functies
zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook
functies waarvoor u specifieke regelingen met uw
serviceprovider moet treffen voordat u ze kunt
gebruiken. Wanneer u netwerkdiensten gebruikt,
worden er gegevens overgedragen. Informeer bij uw
serviceprovider naar de kosten voor communicatie op
uw eigen telefoonnetwerk en wanneer u in het
dekkingsgebied van andere netwerken verkeert. Uw
serviceprovider kan u vertellen welke kosten in
rekening worden gebracht. Bij sommige netwerken
gelden beperkingen die invloed hebben op hoe u
sommige functies van dit apparaat kunt gebruiken die
netwerkondersteuning nodig hebben, zoals
ondersteuning voor specifieke technologieën,
bijvoorbeeld WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die
werken met TCP/IP-protocollen en taalafhankelijke
tekens.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om
bepaalde functies uit te schakelen of niet te activeren
in uw apparaat. In dat geval worden deze functies niet
in het menu van uw apparaat weergegeven. Mogelijk
is uw apparaat voorzien van aangepaste onderdelen,
zoals menunamen, menuvolgorde en pictogrammen.
Veiligheid
9
Gids Aan de slag
Uw Nokia E75 is een zakelijk apparaat dat tevens
geschikt is voor gebruik in uw vrije tijd.
Lees deze eerste pagina's door om aan de slag te gaan
en gebruik vervolgens de rest van de gids om uit te
zoeken welke nieuwe functies Nokia E75 u biedt.
Gids Aan de slag
SIM-kaart, batterij,
opladen,
geheugenkaart
Zet de onderdelen in elkaar en ga aan de slag met uw
Nokia E75.
De SIM-kaart en de batterij
plaatsen
1. U kunt het achterklepje van het apparaat openen
door, met de achterzijde van het apparaat naar u
toe, de ontgrendelingstoets voor het achterklepje
in te drukken en het klepje op te tillen.
10
2. Als de batterij is geïnstalleerd is, tilt u de batterij in
de richting van de pijl.
3. Plaats de SIM-kaart. Zorg ervoor dat de
contactpunten naar boven zijn gericht en dat de
afgeschuinde hoek van de geheugenkaart naar de
bovenkant van het apparaat wijst.
4. Leg de contactpunten van de batterij op één lijn met
de overeenkomende aansluitpunten op het
batterijvak en schuif de batterij in de richting van
de pijl.
5. Sluit het achterklepje.
De batterij opladen
De batterij is deels opgeladen in de fabriek. Als het
apparaat aangeeft dat de batterij leeg raakt, doet u het
volgende:
1. Sluit de lader aan op een stopcontact.
2. Sluit de lader aan op het apparaat.
3. Wanneer het apparaat aangeeft dat de batterij
volledig is opgeladen, maakt u eerst de lader los van
het apparaat en vervolgens haalt u de lader uit het
stopcontact.
U hoeft de batterij niet een specifieke tijd op te laden
en u kunt het apparaat tijdens het opladen gebruiken.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het enkele
minuten duren voordat de batterijindicator op het
scherm wordt weergegeven en u weer met het
apparaat kunt bellen.
Tip: Als u over oude compatibele Nokia-laders
beschikt, kunt u deze gebruiken voor de Nokia
E75 door de CA-44-laderadapter aan te sluiten op
de oude lader. De adapter is leverbaar als apart
toebehoren.
Opladen via USB
U kunt opladen via USB als er geen stopcontact
beschikbaar is. Als u het apparaat oplaadt met de USBkabel, duurt het opladen langer.
Terwijl u het apparaat oplaadt via USB, kunt u ook
gelijktijdig gegevens overbrengen via de USB-kabel.
1. Sluit een compatibel USB-apparaat aan op uw
apparaat met behulp van een compatibele USBkabel.
Afhankelijk van het type apparaat dat wordt
gebruikt om op te laden, kan het even duren
voordat het opladen begint.
2. Als het apparaat is ingeschakeld, selecteert u de
gewenste USB-modus.
De geheugenkaart plaatsen
Met een geheugenkaart spaart u het geheugen van het
apparaat. Bovendien kunt u op de geheugenkaart een
back-up maken van de gegevens op het apparaat.
Gids Aan de slag
11
Gebruik alleen compatibele microSD-kaarten die door
Nokia zijn goedgekeurd voor gebruik met dit apparaat.
Nokia gebruikt industrieel goedgekeurde standaards
voor geheugenkaarten, maar sommige merken zijn
niet volledig compatibel met dit apparaat.
Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het
apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart
staan aantasten.
Houd alle geheugenkaarten buiten bereik
van kleine kinderen.
Gids Aan de slag
Vraag de fabrikant of de leverancier naar de
compatibiliteit van een geheugenkaart.
Er wordt mogelijk een compatibele
geheugenkaart meegeleverd met het
apparaat. Het is mogelijk dat de geheugenkaart al in
het apparaat is geplaatst. Als dat niet het geval is, gaat
u als volgt te werk:
1. Open het klepje van de geheugenkaartsleuf.
2. Plaats de geheugenkaart in de sleuf, met de
contactpunten eerst. Zorg ervoor dat de
contactpunten naar de aansluitpunten van het
apparaat zijn gericht.
3. Schuif de kaart naar binnen tot deze goed is
12
geplaatst.
4. Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf.
De geheugenkaart uitnemen
Belangrijk: Verwijder de geheugenkaart niet op
het moment dat er een bewerking wordt uitgevoerd
waarbij de kaart wordt gebruikt. Hierdoor kunnen de
kaart en het apparaat beschadigd worden en kunnen
gegevens op de kaart worden aangetast.
1. Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer
Geheugenkaart verwdrn.
2. Open het klepje voor de geheugenkaartsleuf.
3. Druk op het uiteinde van de geheugenkaart om
deze uit de sleuf te verwijderen en verwijder de
kaart.
4. Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf.
Eerste keer starten
1. Houdt de aan/uit-toets
ingedrukt totdat u het
apparaat voelt trillen.
2. Voer desgevraagd de pincode
of blokkeringscode in en selecteer OK.
3. Als u daarom wordt gevraagd, voert u het land
waarin u zich bevindt, en de huidige datum en tijd.
Voer de eerste letters van uw land in om deze te
zoeken. Het is belangrijk dat u het juiste land
selecteert, omdat geplande agenda-items die u
opgeeft kunnen veranderen als u later een ander
land kiest dat een andere tijdzone heeft.
4. De toepassing Install. v tel. wordt gestart. Selecteer
de juiste optie of selecteer Nee om de toepassing
te sluiten. Als u de toepassing Install. v tel. later wilt
openen, selecteert u Menu > Help > Install. v
tel..
Als u de mogelijkheden voor chatten en
internetoproepen wilt instellen, gebruikt u de wizard
die in het startscherm beschikbaar is.
Als u de verschillende instellingen van uw apparaat wilt
configureren, gebruikt u de instellingenwizard en de
wizards die vanaf het startscherm beschikbaar zijn. Als
u het apparaat inschakelt, is het mogelijk dat de
serviceprovider van de SIM-kaart wordt herkend en
sommige instellingen automatisch worden
geconfigureerd. U kunt ook contact opnemen met uw
serviceprovider voor de juiste instellingen.
U kunt het apparaat inschakelen zonder eerst een SIMkaart te plaatsen. Het apparaat start dan in het offlineprofiel, zodat de netwerkafhankelijke telefoonfuncties
niet beschikbaar zijn.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u de aan/
uit-toets ingedrukt.
op de navigatietoets om een selectie in te voeren en
om naar links, rechts, omhoog of omlaag over het
scherm te bewegen. Druk op de bladertoets en houd
deze ingedrukt om sneller te bladeren.
4 — Home-toets
5 — Selectietoets. Druk op de selectietoets om de
functie uit te voeren die boven de selectietoets wordt
weergegeven.
Gids Aan de slag
13
6 — Beltoets
7 — Agendatoets
8 — Laderaansluiting
9 — E-mailtoets
10 — Aan/uit-toets. Druk op deze toets ingedrukt en
houd deze ingedrukt als u het apparaat wilt in- of
uitschakelen. Druk tijdens een oproep, op de
eindetoets als u een oproep wilt weigeren of actieve
gesprekken of gesprekken in de wachtstand wilt
Gids Aan de slag
beëindigen. Als u lang op de toets drukt, kunt u
gegevensverbindingen beëindigen.
11 — Selectietoets
12 — Backspace-toets. Druk de toets in om items te
verwijderen.
13 — Tweede camera
14 — Hoofdtelefoonaansluiting
Toetsen en onderdelen
(zijkanten)
1 — Micro USB-aansluiting
2 — Geheugenkaartsleuf
3 — Toets voor volume omhoog/inzoomen
4 — Toets voor dempen/PTT (Push to Talk)
5 — Toets voor volume omlaag/uitzoomen
6 — Vastlegtoets
Met de snelkeuzetoetsen heeft u snel toegang tot
toepassingen en taken.
Als u de toegewezen toepassing of taak wilt wijzigen,
selecteert u Menu > Bedieningspan. >
Instellingen en Algemeen > Persoonlijk > One
Touch-ttsn. Uw serviceprovider kan toepassingen aan
bepaalde toetsen hebben toegewezen. In dat geval
kunt u ze niet wijzigen.
standaardmailb
ox bent, opent u
het startscherm.
1 — Home-toets
2 — Agendatoets
3 — E-mailtoets
Toets
Home-toets (1)Toegang krijgen
Agendatoets (2) De toepassing
E-mailtoets (3)Uw
Snel drukkenIngedrukt
tot het
startscherm
vanuit een
geopende
toepassing.
Wanneer u in het
startscherm
bent, opent u het
menu.
Agenda openen.
Wanneer u in de
toepassing
Agenda bent,
opent u het
startscherm.
standaardmailb
ox openen.
Wanneer u in de
houden
De lijst met
actieve
toepassingen
bekijken.
Een nieuwe
vergadering
maken.
Een nieuw emailbericht
maken.
Toetsenbord
Uw apparaat is uitgerust met een
volledig toetsenbord. U kunt het
toetsenbord openen door het naar
buiten te schuiven. In alle
toepassingen wordt de weergave
automatisch van staand in liggend
veranderd zodra u het toetsenbord
naar buiten schuift.
1 — Functietoets. Als u cijfers of tekens op de
bovenkant van de toetsen wilt invoegen, houdt u de
functietoets ingedrukt en drukt u op de betreffende
toets, of u drukt alleen op de betreffende toets. Als u
alleen de tekens op de bovenkant van de toetsen wilt
invoeren, drukt u snel twee keer achtereen op de
functietoets. Druk nogmaals op de functietoets om
naar de normale modus terug te gaan.
2 — Shift-toets. Als u tussen hoofd- en kleine letters
wilt schakelen, drukt u op de Shift-toets. Als u alleen
Gids Aan de slag
15
hoofdletters of kleine letters wilt invoeren, drukt u
tweemaal snel op de Shift-toets.
3 — Chr-toets. Met de Chr-toets kunt u tekens invoeren
die niet op het toetsenbord staan.
4 — Spatietoets
5 — Ctrl-toets Hiermee kunt u toegang krijgen tot de
sneltoetscombinaties van de Ctrl-toets, zoals Ctrl + C.
6 — Backspace-toets
Gids Aan de slag
Als u toegang wilt krijgen tot de instellingen voor de
schuifregelaar, selecteert u Menu >
Bedieningspan. > Instellingen en Algemeen >
Schuifregelaar instellen.
De toetsen
vergrendelen
Wanneer het apparaat is vergrendeld, kunt u mogelijk
nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Het toetsenbord van uw apparaat wordt automatisch
geblokkeerd zodat er geen toetsen per ongeluk
kunnen worden ingedrukt. Als u de tijdsduur wilt
wijzigen waarna het toetsenbord wordt geblokkeerd,
selecteert u Menu > Bedieningspan. >
Instellingen en Algemeen > Beveiliging >
Telefoon en SIM-kaart > Per. autom. blokk.
ttsnb..
16
Als u de toetsen handmatig wilt
vergrendelen vanaf het
startscherm, drukt u op de
linkerselectietoets en op *.
Als u de toetsen wilt
ontgrendelen, drukt u op de
linkerselectietoets en op *.
Accessoires
U kunt uw apparaat aansluiten op een reeks van
compatibele accessoires. Vraag uw leverancier naar de
beschikbaarheid van goedgekeurde accessoires.
De hoofdtelefoon aansluiten
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon
gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf
te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de
hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar
kan brengen.
Sluit de compatibele hoofdtelefoon aan op de
hoofdtelefoonaansluiting van het apparaat.
Een polsband bevestigen
Breng de polsband aan en trek
deze strak.
Startscherm
Vanaf het startscherm hebt u direct toegang tot de
meest gebruikte toepassing. Ook ziet u hier met één
oogopslag of er gemiste oproepen of nieuwe berichten
zijn.
Als u het pictogram
naar rechts om een lijst met beschikbare acties weer te
geven. U sluit de lijst door naar links te gaan.
ziet, drukt u de navigatietoets
Het startscherm
bestaat uit de
volgende
elementen:
1.
Snelkoppelingen naar toepassingen Als u een
toepassing wilt openen, selecteert u de
snelkoppeling van de toepassing.
2. Informatiegebied. U kunt een item dat wordt
weergegeven in het informatiegebied bekijken
door het item te selecteren.
3. Meldingengebied. U kunt de meldingen weergeven
door naar een vak te gaan. Vakken zijn alleen
zichtbaar als er items in staan.
U kunt twee startschermen instellen voor verschillende
doeleinden. U kunt bijvoorbeeld een scherm voor
zakelijke e-mail en berichten hebben en een ander
scherm voor persoonlijke e-mail. Zo kunt u voorkomen
dat u buiten uw werktijden zakelijke berichten te zien
krijgt.
Selecteer
startschermen.
Als u het uiterlijk van het startscherm wilt instellen en
wilt definiëren welke items en snelkoppelingen erop
staan, selecteert u Menu > Bedieningspan. en
Modi.
als u wilt overschakelen tussen de
Gids Aan de slag
17
Nokia-overdracht
Inhoud overbrengen
Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals
telefoonnummers, adressen, agenda-items en
afbeeldingen van uw vorige Nokia-apparaat kopiëren
naar uw apparaat.
Welk type inhoud kan worden overgedragen, hangt af
Gids Aan de slag
van het model van het apparaat waaruit u de inhoud
wilt overbrengen. Als het apparaat synchronisatie
ondersteunt, kunt u de gegevens tussen de apparaten
ook synchroniseren. Als het andere apparaat niet
compatibel is, wordt een bericht weergegeven.
Als het andere apparaat alleen met een SIM-kaart kan
worden ingeschakeld, kunt u uw SIM-kaart plaatsen.
Wanneer uw apparaat wordt ingeschakeld zonder SIMkaart, wordt automatisch het profiel Offline
geactiveerd en is gegevensoverdracht mogelijk.
De eerste keer inhoud overbrengen
1. Wanneer u voor het eerst gegevens van het andere
apparaat wilt ophalen naar uw apparaat, selecteert
u Overdracht in de toepassing Install. v tel., of
selecteert u Menu > Bedieningspan. >
Overdracht.
2. Selecteer het verbindingstype dat u wilt gebruiken
om de gegevens over te brengen. Beide apparaten
moeten het geselecteerde verbindingstype
ondersteunen.
3. Als u Bluetooth-verbindingen als verbindingstype
18
hebt gekozen, verbindt u beide apparaten.
Selecteer Doorgaan als u met uw apparaat wilt
zoeken naar andere apparaten met Bluetooth.
Selecteer het apparaat waaruit u inhoud wilt
overbrengen. U wordt gevraagd een code in te
voeren op uw apparaat. Voer een code in (1-16
cijfers) en selecteer OK. Voer dezelfde code ook in
op het andere apparaat en selecteer OK. De
apparaten zijn nu gekoppeld.
Sommige oudere Nokia-apparaten hebben nog
geen toepassing Overdracht. In dat geval wordt de
toepassing Overdracht als bericht naar het andere
apparaat verzonden. Open het bericht om de
toepassing Overdracht te installeren op het andere
apparaat en volg de instructies op het scherm.
4. Selecteer op uw apparaat de inhoud die u vanaf het
andere apparaat wilt overbrengen.
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze
annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt vanuit het geheugen van het andere
apparaat overgebracht naar de corresponderende
locatie in het apparaat. De tijd die nodig is voor de
overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid
gegevens.
Inhoud synchroniseren,
ophalen of verzenden
Selecteer Menu > Bedieningspan. > Overdracht.
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van de
volgende opties om een nieuwe overdracht te starten,
afhankelijk van het model:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere
apparaat te synchroniseren, als het andere apparaat
synchronisatie ondersteunt. De synchronisatie
verloopt in twee richtingen. Als een item op het ene
apparaat is verwijderd, wordt het ook op het andere
verwijderd. U kunt verwijderde items niet terugzetten
via een synchronisatie.
om inhoud van het andere apparaat naar uw
apparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van
het andere apparaat naar uw apparaat gedownload.
Mogelijk wordt aan u gevraagd of u de oorspronkelijke
inhoud op het andere apparaat wilt behouden of
verwijderen, afhankelijk van het model van het
apparaat.
om inhoud van uw apparaat naar het andere
apparaat te verzenden
Als een item niet kan worden verzonden, afhankelijk
van het type van het andere apparaat, kunt u het item
toevoegen aan de Nokia-map onder C:\Nokia of E:\Nokia in uw apparaat. Wanneer u de map selecteert
waarnaar de items moeten worden overgebracht,
worden de items in de bijbehorende map in het andere
apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een
snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een snelkoppeling
met de instellingen voor de overdracht in de
hoofdweergave opslaan om dezelfde overdracht later
te herhalen.
Als u de snelkoppeling wilt bewerken, selecteert u
Opties > Snelkoppellingsinstllngn. U kunt
bijvoorbeeld de snelkoppeling een naam geven of deze
naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een overdrachtslogbestand
weergegeven. U kunt het logbestand van de laatste
overdracht bekijken door een snelkoppeling in de
hoofdweergave te selecteren en Opties > Log
bekijken te kiezen.
Omgaan met overdrachtsconflicten
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op
beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de
wijzigingen automatisch samen te voegen. Als dit niet
mogelijk is, ontstaat er een overdrachtconflict.
Selecteer 1 voor 1 controleren, Prioriteit deze
telefoon of Priorit. andere telefoon om het conflict
op te lossen.
Uw e-mailinstellingen
definiëren
Uw Nokia Eseries-apparaat werkt gedurende dezelfde
uren als u en met dezelfde snelheid. Houd uw e-mail,
contacten en agenda snel en gemakkelijk
gesynchroniseerd via snelle verbindingen.
Tijdens het instellen van uw e-mail wordt u mogelijk
gevraagd naar de volgende informatie:
gebruikersnaam, type e-mail, server voor inkomende
e-mail, poort van server voor inkomende e-mail, server
voor uitgaande e-mail, poort van server voor
uitgaande e-mail, wachtwoord of toegangspunt.
Met de e-mailwizard kunt u uw zakelijke emailaccount, zoals Microsoft Outlook of Microsoft
Exchange, en uw internet e-mailaccount, zoals de e-
Gids Aan de slag
19
maildiensten van Google, instellen. De wizard
ondersteunt POP/IMAP- en ActiveSync-protocollen.
Als u een zakelijke e-mail instelt, neem dan contact op
met de IT-afdeling van uw organisatie voor meer
informatie voordat u met het instellen begint. Als u een
internet e-mail instelt, gaat u voor meer informatie
naar de website van uw e-mailserviceprovider.
Als u de e-mailwizard wilt starten, gaat u als volgt te
werk:
Gids Aan de slag
1. Selecteer in het startscherm de e-mailwizard.
2. Voer uw e-mailadres en wachtwoord in. Als de
wizard uw e-mailaccount niet automatisch kan
instellen, selecteert u het e-mailaccounttype en
voert u de overige instellingen in.
Tip: Als u uw mailbox nog niet hebt
geconfigureerd, drukt u op de e-mailtoets om de
e-mailwizard te starten.
Als op het apparaat nog meer e-mailclients staan,
worden die ook aangeboden wanneer u de emailwizard start.
Antennes
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben.
Vermijd onnodig contact met het gebied rond de
antenne als de antenne aan het zenden of ontvangen
is. Contact met antennes kan de kwaliteit van de
communicatie nadelig beïnvloeden en kan tijdens
gebruik leiden tot een hoger stroomverbruik en tot een
kortere levensduur van de batterij.
20
Nokia PC Suite
Nokia PC Suite bestaat uit een reeks toepassingen die
u op een compatibele pc kunt installeren. Nokia PC
Suite plaatst alle beschikbare toepassingen in een
startvenster en van hieruit kunt u de toepassingen
uitvoeren. U kunt Nokia PC Suite installeren vanaf de
geheugenkaart in uw apparaat.
U kunt Nokia PC Suite gebruiken om contacten, de
agenda, taken en andere notities tussen uw apparaat
en een compatibele pc-toepassing zoals Microsoft
Outlook of Lotus Notes te synchroniseren. U kunt Nokia
PC Suite ook gebruiken om bookmarks uit te wisselen
tussen uw apparaat en compatibele browsers. Ook
kunt u afbeeldingen en videoclips overbrengen tussen
het apparaat en compatibele pc's.
Opmerking: Let op de synchronisatie-
instellingen. Gegevensverwijdering als onderdeel van
het normale synchronisatieproces wordt bepaald de
instellingen die zijn geselecteerd.
Om Nokia PC Suite te kunnen gebruiken, hebt u een pc
nodig met Microsoft XP (SP1 of SP2) of Windows Vista.
De pc moet tevens compatibel zijn met een USB-kabel
of Bluetooth-verbinding.
Nokia PC Suite werkt niet met Macintosh.
Raadpleeg voor meer informatie over Nokia PC Suite de
Help-functie of de Nokia-website.
Nokia PC Suite installeren:
1. Controleer of de geheugenkaart in uw Nokia E75 is
geplaatst.
2. Sluit de USB-kabel aan. Uw pc herkent het nieuwe
apparaat en installeert de benodigde
stuurprogramma's. Dit kan enige minuten duren.
3. Selecteer Massaopslag als USB-verbindingsmodus
op uw apparaat. Uw apparaat staat in de Windowsbestandsbrowser weergegeven als verwisselbare
schijf.
4. Open het hoofdstation van de geheugenkaart met
de Windows-bestandsbrowser en selecteer de
installatie van PC Suite.
5. De installatie wordt gestart. Volg de weergegeven
instructies.
Tip: Als u Nokia PC Suite wilt bijwerken of als u
problemen hebt met de installatie van Nokia PC
Suite vanaf de geheugenkaart, kopieert u het
installatiebestand naar de pc en start u de
installatie vanaf de pc.
Tips voor efficiënt
gebruik
U kunt overschakelen tussen profielen door kort op de
aan/uit-toets te drukken.
U kunt overschakelen naar het profiel Stil door #
ingedrukt te houden.
U kunt zoeken naar items op uw apparaat of op het
internet (netwerkdienst) door Menu >
Toepassngn > Zoekopdr. te selecteren.
Als u door webpagina's bladert met de toepassing
Webbrowser of door kaarten in de toepassing Kaarten,
drukt u op * om in te zoomen en op # om uit te zoomen.
Gids Aan de slag
21
Help zoeken
Ondersteuning
Als u meer wilt weten over hoe u uw product kunt
Help zoeken
gebruiken of u weet niet zeker hoe het apparaat
behoort te werken, gaat u naar de
ondersteuningspagina's op www.nokia.com/support
of de lokale Nokia-website www.nokia.mobi/support
(voor mobiele apparaten), de Help-toepassing in het
apparaat zelf of de gebruikershandleiding.
Als u hiermee het probleem niet kunt oplossen, gaat u
als volgt te werk:
• Start het apparaat opnieuw op: schakel het
apparaat uit en verwijder de batterij. Plaats de
batterij na een ongeveer een minuut weer in het
apparaat en schakel het apparaat in.
• Herstel de oorspronkelijke fabrieksinstellingen
zoals in de gebruikershandleiding wordt uitgelegd.
Uw documenten en bestanden zullen bij het
herstellen worden verwijderd, dus u moet eerst een
back-up maken van uw gegevens.
• Werk de software van uw apparaat regelmatig bij
voor optimale prestaties en mogelijke nieuwe
functies, zoals uitgelegd in de
gebruikershandleiding.
Als het probleem nog steeds niet is opgelost, neemt u
contact op met Nokia om het apparaat te laten
repareren. Kijk op www.nokia.com/repair. Maak eerst
22
een back-up van de gegevens in uw apparaat voordat
u het voor reparatie verstuurt.
Externe configuratie
Selecteer Menu > Bedieningspan. > Telefoon >
App.beheer.
Met Apparaatbeheer kunt u instellingen, gegevens en
software op uw apparaat extern beheren.
U kunt een verbinding met een server maken om
configuratie-instellingen voor uw apparaat te
ontvangen. U kunt ook serverprofielen en andere
configuratie-instellingen ontvangen van uw
serviceproviders of de afdeling informatiebeheer van
uw bedrijf. Onder configuratie-instellingen vallen
bijvoorbeeld ook instellingen van de verbinding die
door andere toepassingen in het apparaat worden
gebruikt. De beschikbare opties kunnen verschillen.
De server start meestal de externe
configuratieverbinding als de instellingen van het
apparaat moeten worden bijgewerkt.
Als u een nieuw serverprofiel wilt maken, selecteert u
Deze instellingen kunt u van uw serviceprovider in een
configuratiebericht ontvangen. Zo niet, definieer dan
het volgende:
• Servernaam — Voer een naam voor de
configuratieserver in.
• Server-ID — Voer de unieke ID van de
configuratieserver in.
• Serverwachtwoord — Voer het wachtwoord in
waarmee uw apparaat door de server wordt
herkend.
• Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat
u wilt gebruiken voor de verbinding of maak een
nieuw toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u
wordt gevraagd welk toegangspunt u wilt
gebruiken telkens wanneer u verbinding maakt.
Deze instelling is alleen beschikbaar als u Internet
hebt geselecteerd als dragertype.
• Hostadres — Voer het webadres van de
configuratieserver in.
• Poort — Voer het poortnummer van de server in.
• Gebruikersnaam en Wachtwoord — Voer uw
gebruikers-ID en wachtwoord in voor de
configuratieserver.
• Configuratie toestaan — Selecteer Ja o m d e se r ve r
een configuratiesessie te laten initiëren.
• Automatisch accepteren — Selecteer Ja als u niet
wilt dat de server een bevestiging vraagt bij het
initiëren van een configuratiesessie.
• Netwerkverificatie — Geef aan of HTTP-verificatie
moet worden gebruikt.
• Gebruikersnaam netwerk en Wachtwoord
netwerk — Voer uw gebruikers-ID en wachtwoord
in voor de http-verificatie. Deze instelling is alleen
beschikbaar als u Netwerkverificatie heeft
geselecteerd voor gebruik.
Selecteer Opties > Configuratie starten als u
verbinding wilt maken met de server om de
configuratie-instellingen voor uw apparaat te
ontvangen.
Als u het configuratielogboek van het geselecteerde
profiel wilt weergeven, selecteert u Opties >
Logboek bekijken.
Als u de software van het apparaat wilt bijwerken via
de lucht, selecteert u Opties > Controleren op
updates. Door het bijwerken worden uw instellingen
niet gewist. Als u het updatepakket op het apparaat
hebt ontvangen, volgt u de aanwijzingen op het
scherm. Het apparaat wordt opnieuw gestart als de
installatie is voltooid. Bij het downloaden van
software-updates worden mogelijk grote
hoeveelheden gegevens overgedragen
(netwerkdienst). Zorg ervoor dat de batterij van het
apparaat voldoende capaciteit heeft of dat de lader is
aangesloten voordat u begint met bijwerken.
Waarschuwing: Tijdens het installeren van een
software-update kunt u het apparaat niet gebruiken,
zelfs niet om een alarmnummer te bellen, totdat de
installatie voltooid is en het apparaat opnieuw is
ingeschakeld. Zorg ervoor dat u een back-up maakt van
de gegevens voordat u de installatie van een update
aanvaardt.
Software-updates via
de pc
Software-updates kunnen nieuwe en verbeterde
functies bevatten die niet beschikbaar waren toen u
Help zoeken
23
uw apparaat aanschafte. De prestaties van het
apparaat kunnen ook verbeteren door het bijwerken
van de software.
Nokia Software Updater is een pc-toepassing waarmee
u de software van uw apparaat kunt bijwerken. Als u
dat wilt doen, hebt u een compatibele pc nodig, een
breedbandverbinding met internet en een
Help zoeken
compatibele USB-gegevenskabel om uw apparaat op
de pc aan te sluiten.
Voor meer informatie, release notes voor de laatste
softwareversies en voor het downloaden van de
toepassing Nokia Software Updater, gaat u naar
www.nokia.com/softwareupdate of uw plaatselijke
Nokia-website.
Als u de apparaatsoftware wilt bijwerken, gaat u als
volgt te werk:
1. Download en installeer de toepassing Nokia
Software Updater op uw pc.
2. Sluit uw apparaat aan op de pc met behulp van een
USB-gegevenskabel en open de toepassing Nokia
Software Updater. De toepassing Nokia Software
Updater helpt u bij het maken van een back-up van
uw bestanden, het bijwerken van de software en
het terugzetten van uw bestanden.
Help van het apparaat
Uw apparaat bevat instructies voor de toepassingen op
het apparaat.
24
Als u help wilt openen vanuit het hoofdmenu,
selecteert u Menu > Help > Help en de toepassing
waarbij u hulp nodig hebt.
Als u vanuit een geopende toepassing de help voor de
huidige weergave wilt openen, selecteert u Opties >
Help.
Als u tijdens het lezen de lettergrootte van de helptekst
wilt wijzigen, selecteert u Opties > Lettergrootte
verkleinen of Lettergrootte vergroten.
Aan het einde van de helptekst kunt u koppelingen
vinden naar verwante onderwerpen. Als u een
onderstreept woord selecteert, wordt een korte uitleg
weergegeven. In de help worden de volgende
symbolen gebruikt:
helponderwerp.
toepassing.
Tijdens het lezen van de uitleg kunt u wisselen tussen
helpteksten en de toepassing die op de achtergrond
geopend is door Opties > Open toepassingen en de
gewenste toepassing te selecteren.
Koppeling naar een verwant
Koppeling naar een besproken
Extra toepassingen
Er zijn verschillende toepassingen beschikbaar van
Nokia en andere leveranciers van software die u helpen
meer met uw apparaat te doen. Deze toepassingen
worden behandeld in de handleidingen die
beschikbaar zijn op de pagina's voor
productondersteuning op www.nokia.com/support of
op uw lokale Nokia-website.
Instellingen
Bij uw apparaat zijn de instellingen voor MMS, GPRS,
streaming en mobiel internet gewoonlijk automatisch
vooraf geconfigureerd op basis van de informatie van
uw netwerkprovider. Misschien zijn de instellingen van
uw dienstproviders al in uw apparaat ingesteld of
ontvangt of vraagt u de instellingen van de
netwerkproviders als een speciaal bericht.
U kunt de algemene instellingen in uw apparaat, zoals
de instellingen voor de taal, de stand-bymodus, het
scherm en de toetsenblokvergrendeling, wijzigen.
Geheugen vrijmaken
Selecteer Menu > Kantoor > Best.beheer als u wilt
zien hoeveel geheugen beschikbaar is voor
verschillende gegevenstypen.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om
gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het
beschikbare geheugen bijna vol is.
Breng gegevens over naar een compatibele
geheugenkaart (indien beschikbaar) of naar een
compatibele computer om geheugen vrij te maken.
Gebruik Bestandsbeheer of ga naar de desbetreffende
toepassing om gegevens te verwijderen die u niet
langer nodig hebt. U kunt de volgende elementen
verwijderen:
• E-mails in de mappen in Berichten en e-mails die uit
de mailbox zijn opgehaald
• Opgeslagen webpagina's
• Contactgegevens
• Agendanotities
• Toepassingen in Toepassingsbeheer die u niet
nodig hebt
• Installatiebestanden (met de bestandsextensi .SIS
of .SISX) van toepassingen die u hebt geïnstalleerd.
Breng de installatiebestanden over naar een
compatibele computer.
• Afbeeldingen en videoclips in Galerij. Maak een
back-up van de bestanden op een compatibele pc
met behulp van Nokia PC Suite.
Help zoeken
25
Nokia E75 - De basisprincipes
Installatie van
telefoon
Als u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, wordt
de toepassing Install. v tel. gestart.
Als u de toepassing Install. v tel. later wilt starten,
selecteert u Menu > Help > Install. v tel..
Als u de verbindingen van het apparaat wilt instellen,
selecteert u Instelwizard.
Selecteer Telef.overdracht als u gegevens van een
compatibel Nokia-apparaat wilt overdragen naar uw
Nokia E75 - De basisprincipes
apparaat.
De beschikbare opties kunnen verschillen.
Instelwizard
Selecteer Menu > Bedieningspan. > Inst.wizard.
Gebruik de wizard Instellingen om de instellingen voor
e-mail en verbindingen te definiëren. De
beschikbaarheid van de items in de wi za rd In st el li ng en
is afhankelijk van de functies van het apparaat, de SIMkaart, de serviceprovider en de gegevens in de
database van de wizard Instellingen.
U kunt de wizard Instellingen starten door Starten te
26
selecteren.
Laat de SIM-kaart in het apparaat zitten bij gebruik van
de wizard Instellingen. Zo werkt deze het beste. Als de
SIM-kaart niet is geplaatst, volgt u de instructies op het
scherm.
Maak een keuze uit de volgende opties:
• Operator — De operatorspecifieke instellingen,
zoals instellingen voor MMS, internet, WAP en
streaming, definiëren.
• E-mail instellen — Een POP-, IMAP- of Mail for
Exchange-account configureren.
• Push to Talk — Push-to-Talk-instellingen
configureren.
• Video delen — Instellingen voor het delen van
video configureren.
Welke instellingen kunnen worden gewijzigd, kan
verschillen.
Menu
Selecteer Menu.
Het menu is een beginpunt
van waaruit u alle
toepassingen van het
apparaat of op een
geheugenkaart kunt
openen.
Het menu bevat
toepassingen en mappen.
Mappen zijn groepen
vergelijkbare toepassingen.
Alle toepassingen die u zelf
op het apparaat installeert,
worden standaard
opgeslagen in de map
Toepassingen.
Als u een toepassing wilt openen, selecteert u deze
toepassing. Dit doet u door er naartoe te gaan en op
de bladertoets te drukken.
Als u wilt overschakelen tussen de open toepassingen,
drukt u op de home-toets en houdt u deze ingedrukt.
Vervolgens selecteert u een toepassing. Als
toepassingen op de achtergrond worden uitgevoerd,
vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de
gebruiksduur van de batterij af.
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende
opties:
• Menuweergave wijzigen — Hiermee geeft u
toepassingen weer in een lijst of raster.
• Gegevens geheugen — Hiermee geeft u het
geheugengebruik van verschillende toepassingen
en gegevens die zijn opgeslagen in het apparaat of
op de geheugenkaart weer en controleert u de
hoeveelheid beschikbaar geheugen.
• Nieuwe map — Hiermee maakt u een nieuwe map.
• Naam wijzigen — Hiermee wijzigt u de naam van
een map.
• Verplaatsen — Hiermee rangschikt u de map
opnieuw. Ga naar de toepassing die u wilt
verplaatsen en selecteer Verplaatsen. Naast de
toepassing verschijnt een vinkje. Ga naar een
nieuwe locatie en selecteer OK.
• Verplaatsen naar map — Hiermee verplaatst u
een toepassing naar een andere map. Ga naar de
toepassing die u wilt verplaatsen en selecteer
Verplaatsen naar map, de nieuwe map en OK.
• Toepassingen downldn — Hiermee downloadt u
toepassingen van het web.
Scherm-indicatoren
Het apparaat wordt gebruikt in een UMTSnetwerk (netwerkdienst).
Het batterijniveau. Hoe hoger de balk, hoe
meer de batterij opgeladen is.
U hebt een of meer ongelezen berichten in uw
de map Inbox in Berichten.
U hebt nieuwe e-mail ontvangen in uw externe
mailbox.
Er zijn berichten in de map Outbox die nog
moeten worden verzonden door Messaging.
Nokia E75 - De basisprincipes
27
U hebt een of meer oproepen gemist.
De toetsen van het apparaat zijn vergrendeld.
Er is een alarmsignaal actief.
U hebt het profiel Stil geactiveerd, waardoor
het apparaat geen belsignaal geeft bij
inkomende oproepen of berichten.
pictogram betekent dat de verbinding in de
wachtstand is geplaatst.
High-Speed Downlink Packet Access (HSDPA)
wordt ondersteund en is beschikbaar
(netwerkdienst). Het pictogram kan per regio
verschillen. Het pictogram
verbinding actief is. Het pictogram
dat de verbinding in de wachtstand is
geplaatst.
betekent dat de
betekent
28
Nokia E75 - De basisprincipes
Bluetooth-connectiviteit is geactiveerd.
Er is een Bluetooth-verbinding actief. Wanneer
de indicator knippert, wordt geprobeerd een
verbinding met een ander apparaat tot stand
te brengen.
Er is een GPRS-packet-gegevensverbinding
beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram
betekent dat de verbinding actief is. Het
pictogram
wachtstand is geplaatst.
Er is een EGPRS-packet-gegevensverbinding
beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram
betekent dat de verbinding actief is. Het
pictogram
wachtstand is geplaatst.
Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding
beschikbaar (netwerkdienst). Het pictogram
betekent dat de verbinding actief is. Het
betekent dat de verbinding in de
betekent dat de verbinding in de
U hebt op het apparaat ingesteld dat gezocht
moet worden naar draadloze LAN's (WLAN) en
er is een WLAN beschikbaar.
Er is een WLAN-verbinding actief in een
netwerk zonder codering.
Er is een WLAN-verbinding actief in een
netwerk met codering.
Uw apparaat is met een USB-kabel aangesloten
op een computer.
De tweede telefoonlijn is in gebruik
(netwerkdienst).
Alle oproepen worden naar een ander nummer
doorgeschakeld. Als u twee telefoonlijnen
heeft, geeft een nummer aan welke lijn actief
is.
Er is een hoofdtelefoon aangesloten op het
apparaat.
Er is een handsfree carkit aangesloten op het
apparaat.
Er is een gehoorapparaat aangesloten op het
apparaat.
Er is een tekstelefoon aangesloten op het
apparaat.
Het apparaat is bezig met synchroniseren.
Er is een actieve PTT (Push to Talk)-verbinding.
Uw PTT-verbinding is in de modus Niet storen,
omdat het beltoontype van uw apparaat is
ingesteld op Eén piep of Stil, of er is een
inkomende of actieve oproep. U kunt in deze
modus geen PTT-oproepen maken.
Tekst invoeren
De invoermethoden die in het apparaat beschikbaar
zijn, kunnen verschillen, afhankelijk van de
verschillende verkoopmarkten.
Tekst schrijven met het
toetsenbord
Uw apparaat is uitgerust met een volledig toetsenbord.
U kunt leestekens invoegen door de desbetreffende
toets of toetsencombinatie te gebruiken.
Als u tussen hoofd- en kleine letters wilt schakelen,
drukt u op de Shift-toets.
Als u de tekens op de bovenkant van de toetsen wilt
invoegen, houdt u de desbetreffende toets even
ingedrukt of drukt u de toets in terwijl de functietoets
is ingedrukt.
Als u een teken wilt verwijderen, drukt u op de
backspace-toets. Als u meerdere tekens wilt
verwijderen, drukt u op de backspace-toets en houdt u
deze ingedrukt.
Als u tekens wilt invoegen die niet op het toetsenbord
voorkomen, drukt u op de Chr-toets.
Als u tekst wilt kopiëren, houdt u de Shift-toets
ingedrukt en bladert u naar het woord, de woordgroep
of de tekstregel die u wilt kopiëren, om deze te
markeren. Druk op Ctrl + C. Als u de tekst in een
document wilt invoegen, gaat u naar de juiste plaats
en drukt u op Ctrl + V.
Als u de schrijftaal wilt wijzigen of de tekstvoorspelling
wilt in- of uitschakelen, selecteert u Opties >
Invoeropties en de gewenste optie.
Nokia E75 - De basisprincipes
29
Tekstvoorspelling
Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt activeren,
selecteert u Opties > Invoeropties > Voorspell.
inschakelen. De indicator
Wanneer u een woord begint te schrijven, worden er
automatisch mogelijke woorden voorgesteld. Als het
goede woord erbij staat, gaat u ernaartoe om het te
bevestigen. U kunt tijdens het schrijven ook een lijst
met voorgestelde woorden aflopen. Selecteer het
woord als dit voorkomt in de lijst. Als het gezochte
woord niet in het woordenboek van het apparaat
voorkomt, wordt er een ander woord voorgesteld. Het
woord dat u aan het schrijven bent, wordt boven de
suggestie weergegeven. Ga omhoog om uw eigen
woord te selecteren. Het woord wordt aan het
woordenboek toegevoegd wanneer u het volgende
woord invoert.
Nokia E75 - De basisprincipes
Als u tekstinvoer met tekstvoorspelling wilt
deactiveren, selecteert u Opties > Invoeropties >
Voorspell. uitschakelen.
Als u de instellingen voor tekstinvoer wilt opgeven,
selecteert u Opties > Invoeropties > Instellingen.
Als u de schrijftaal wilt wijzigen, selecteert u Opties >
Invoeropties > Invoertaal.
wordt weergegeven.
Zoeken
Over Zoeken
Selecteer Menu > Toepassngn > Zoekopdr..
30
De zoekfunctie stelt u in staat om met diverse
internetzoekdiensten te zoeken naar bijvoorbeeld
websites en afbeeldingen. De inhoud en
beschikbaarheid van de diensten kan variëren.
Zoekinstellingen
Selecteer Menu > Toepassngn > Zoekopdr..
Als u de instellingen van de toepassing Zoeken wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Instellingen en maakt
u een keuze uit het volgende:
• Land of regio — Het land of de regio selecteren
waarvandaan u wilt zoeken.
• Verbinding — Het toegangspunt selecteren en
netwerkverbindingen toestaan of weigeren.
• Zoekservices — Selecteren of serviceproviders en
zoekcategorieën worden weergegeven.
• Algemeen — Knopinfo inschakelen of uitschakelen
en de zoekhistorie wissen.
Algemene
bewerkingen in
verschillende
toepassingen
De volgende bewerkingen zijn van toepassing op
verschillende toepassingen:
Loading...
+ 175 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.