NEFF S52E50X1EU/01 Use Instruction [nl]

Page 1
 
 
   
nl Gebruiksaanwijzing
Page 2
Page 3
nl
Veiligheidsvoorschriften 4 . .
Bij aflevering 4 . . . . . . . . . . . . . . . .
Bij de installatie 4 . . . . . . . . . . . . .
Dagelijks gebruik 4 . . . . . . . . . . . .
Bij kinderen in het huishouden 4 Kinderbeveiliging (deurvergrendeling) 4
Bij schade 5 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bij het afvoeren van het apparaat 5
Kennismaking met het apparaat 5
Bedieningspaneel 5 . . . . . . . . . . .
Binnenkant van het apparaat 5 . .
Wateronthardingsinstallatie 6
Instellen 6 . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Tabel voor de waterhardheid 6 . .
Onthardingszout 7 . . . . . . . . .
Gebruik van onthardingszout 7 . . Indicatie zout bijvullen/
ontharding uitschakelen 7 . . . . . .
Glansspoelmiddel 8 . . . . . . . .
Hoeveelheid glansspoelmiddel
instellen. 8 . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
uitschakelen 8 . . . . . . . . . . . . . . . .
Serviesgoed 9 . . . . . . . . . . . . .
Ongeschikt servies 9 . . . . . . . . . .
Schade aan glas en serviesgoed 9
Inruimen 9 . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uitruimen 9 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kopjes en glazen 9 . . . . . . . . . . . .
Pannen 10 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bestekkorf 10 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Omklapbare bordensteunen 10 . .
Houder voor kleingoed 10 . . . . . . .
Messenrek 11 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verstellen van de korfhoogte 11 . .
Afwasmiddel 12 . . . . . . . . . . . . .
Vul afwasmiddel 13 . . . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 14 . . . . .
Programmakeuze 14 . . . . . . . . . . .
Aanwijzingen voor vergelijkende tests 14
Extra functies 15 . . . . . . . . . . . .
Tijd besparen (VarioSpeed) 15 . . .
Halve belading 15 . . . . . . . . . . . . . .
Hygiëne 15 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Intensief Zone 15 . . . . . . . . . . . . . .
Extra drogen 15 . . . . . . . . . . . . . . . .
Afwassen 15 . . . . . . . . . . . . . . . .
Programmagegevens 15 . . . . . . . .
Aqua-Sensor 15 . . . . . . . . . . . . . . .
Inschakelen van het apparaat 15 .
Starttijd kiezen 16 . . . . . . . . . . . . . .
Einde van het programma 16 . . . .
Uitschakelen van het apparaat 16 Onderbreken van het programma 16 Afbreken van het programma (Reset) 17 Wijzigen van het programma 17 . .
Intensief drogen 17 . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 17
Algemene toestand van de machine 17
Zeven 18 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Sproeiarmen 18 . . . . . . . . . . . . . . . .
Afvoerpomp 19 . . . . . . . . . . . . . . . .
Kleine storingen zelf verhelpen 19
... bij het inschakelen 19 . . . . . . . .
... aan het apparaat 19 . . . . . . . . . .
... bij de afwas 21 . . . . . . . . . . . . . .
... aan het serviesgoed 21 . . . . . . .
Servicedienst 22 . . . . . . . . . . . .
Installatie 23 . . . . . . . . . . . . . . . .
Veiligheidsvoorschriften 23 . . . . . .
Aflevering 23 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Plaatsing 24 . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluiten op de waterafvoer 24 . Aansluiten op de watertoevoer 24
Elektrische aansluiting 25 . . . . . . .
Demontage 25 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Transport 25 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bescherming tegen vorst 25 . . . . .
Afvoeren van de verpakking en
van uw oude apparaat 26 . . . .
Verpakking 26 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Uw oude apparaat 26 . . . . . . . . . . .
Page 4
nl
4
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de ver­pakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal milieuvriendelijk volgens de geldende voorschriften afvoeren.
Laat kinderen niet met de verpakking en de onderdelen daarvan spelen. Kans op stikken door vouwdozen en folie.
Bij de installatie
Hoe het apparaat volgens de voorschriften geplaatst en aangesloten moet worden, kunt u nalezen in het hoofdstuk „Installatie”.
Dagelijks gebruik
De afwasautomaat alleen in het huishouden gebruiken en alleen voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed.
Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen.
Bij vrijstaande apparaten erop letten dat het apparaat naar voren kan kiepen bij te vol geladen servieskorven.
Doe geen oplosmiddel in de spoel­ruimte. Kans op explosie.
Tijdens het programmaverloop de deur alleen heel voorzichtig openen. Er kan namelijk heet water uit het apparaat spuiten.
Om verwondingen bijv. door struikelen te voorkomen: de afwasautomaat tijdens het in- en uitladen zo kort mogelijk openen.
Let op de veiligheidsvoorschriften resp. de aanwijzingen bij het gebruik op de verpakkingen van het afwas­en glansspoelmiddel.
Attentie
Messen en andere voorwerpen met scherpe punten met de punten naar beneden in de bestekkorf zetten of plat in het messenrek * leggen.
* Afhankelijk van het model
Bij kinderen in het huishouden
Maak gebruik – indien aanwezig – van de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige beschrijving vindt u achter in de omslag.
Laat kinderen nooit met het apparaat spelen of het bedienen.
Kinderen uit de buurt van afwasmiddel en glansspoelmiddel houden. Deze kunnen irritaties in mond, keel en ogen veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden, Het water in het apparaat is geen drinkwater. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven. Let op dat kinderen niet in de tab-opvangschaal 22 grijpen. De vingertjes kunnen in de sleuven beklemd raken.
Bij een hoog ingebouwd apparaat bij het openen en sluiten van de deur erop letten dat kinderen zich niet tussen de deur van het apparaat en de kastdeur eronder wringen en/of bekneld raken.
Kinderbeveiliging (deurvergrendeling)
De beschrijving van de kinderbeveiliging bevindt zich achterin in de omslag.
Page 5
nl
5
Bij schade
Reparaties en ingrepen mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering losdraaien resp. uitschakelen. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het apparaat
Het afgedankte apparaat onmiddellijk onbruikbaar maken om eventuele ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke wijze (laten) afvoeren.
Attentie
Kinderen kunnen zichzelf tijdens het spelen in het apparaat opsluiten (kans op stikken) of in een andere gevaarlijke situatie geraken. Trek daarom de stekker uit het stop­contact. Aansluitkabel doorknippen en verwijderen. Deurslot onklaar maken zodat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedienings­paneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing. In de tekst wordt op de verschillende posities gewezen.
Bedieningspaneel
1
AAN/UIT-schakelaar
2
Starttijd kiezen *
3
Extra functies **
4 Programma ** 5 Toets < 6 Toets > 7
Indicatie Afwassen
8
Indicatie Einde
9
START-toets
10
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
11
Indicatie zout bijvullen
12
Indicatie „Watertoevoer controleren”
* afhankelijk van het model ** Aantal afhankelijk van het model
Binnenkant van het apparaat
20
Bovenste servieskorf
21
Messenrek *
22
Tab-opvangschaal
23
Bovenste sproeiarm
24
Onderste sproeiarm
25
Reservoir voor onthardingszout
26
Zeven
27
Bestekkorf
28
Onderste servieskorf
29
Voorraadreservoir voor glansspoelmiddel
30
Afwasmiddelbakje
31
Vergrendeling voor afwasmiddelbakje
32
Typeplaatje
* afhankelijk van het model
Page 6
nl
6
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge hardheids­graad moet voor gebruik in de afwas­automaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen
De hoeveelheid zout is op 4 standen instelbaar, afhankelijk van de hardheid van het water. Afhankelijk van de stand branden 0, 1, 2 of 3 indicaties (zie de tabel). De in de fabriek ingestelde stand is: 1.
Vraag de hardheidsgraad van het water.
De stand vindt u in de tabel voor de waterhardheid.
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 inschakelen.
Toets > 6 ingedrukt houden en starttoets
9
net zolang indrukken
tot de indicaties Einde
8 en Zout
bijvullen
11 knipperen.
Toetsen loslaten. De indicatie zout bijvullen
11 knippert
en de indicaties
A branden
(= stand 1).
De instelling als volgt wijzigen:
Toets < 5 indrukken tot de gewenste stand is ingesteld.
Starttoets 9 indrukken. De indicaties Einde
8 en Zout
bijvullen
11 gaan uit.
De ingestelde stand is opgeslagen. Deur sluiten.
Tabel voor de waterhardheid
_dh
Hardheids-
bereik
mmol/l Stand
CBA
0–6 zacht 0–1,1 0
7–16 gemiddeld 1,2–2,9 1 17–21 hard 3,0–3,7 2 22–35 hard 3,8–6,2 3
Page 7
nl
7
Onthardingszout
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt u dat de overgelopen zoutoplossing onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
De schroefdop van het voorraadreservoir
25 eraf draaien.
Het reservoir met water vullen (alleen nodig bij het eerste gebruik).
Daarna met voor afwasmachines geschikt, speciaal zout vullen (geen keukenzout of tabletten). Hierdoor wordt het water verdrongen en loopt weg.
Zodra de indicatie zout bijvullen
11
op het bedieningspaneel brandt, moet opnieuw zout worden bijgevuld.
* afhankelijk van het model
Gebruik van reinigingsproducten met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde reinigings­producten met zoutcomponenten hoeft in het algemeen tot een waterhardheid van 21° dH (37° fH, 26° Clarke, 3,7 mmol/l) geen onthardingszout gebruikt te worden. Bij een waterhardheid boven 21° dH is het gebruik van onhardingszout noodzakelijk.
Indicatie zout bijvullen/ ontharding uitschakelen
Als de indicatie zout bijvullen
11
stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsproducten met zoutcom­ponenten), dan kan deze uitgeschakeld worden.
Ga te werk zoals onder „Instellen” beschreven en stel de waarde in op 0. Hiermee zijn de onthardingsinstallatie en de indicatie zout bijvullen uitgeschakeld.
Waarschuwingen
Het zoutreservoir nooit met afwas­middel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Zout moet altijd onmiddellijk vóór het inschakelen van het apparaat worden bijgevuld om schade door corrosie te voorkomen.
Page 8
nl
8
Glansspoelmiddel
Zodra de glansspoelmiddelindicatie
10
op het bedieningspaneel brandt, moet glansspoelmiddel worden bijgevuld.
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor streeploos gedroogd serviesgoed en heldere glazen. Gebruik alleen glansspoelmiddel voor huishoudelijke afwasautomaten.
Gecombineerde reinigingsproducten met glansspoelcomponenten kunnen alleen tot een waterhardheid van 21 _dH (37 _fH, 26 _Clarke, 3,7 mmol/l) gebruikt worden. Bij een waterhardheid boven 21 _dH is ook hier het gebruik van glansspoelmiddel noodzakelijk.
Het voorraadreservoir 29 openen door het lipje op het deksel in te drukken en op te tillen.
Glansspoelmiddel voorzichtig tot de max. markering in de vulopening gieten.
Deksel sluiten tot u een klik hoort. Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om over­matige schuimontwikkeling bij de volgende afwasbeurt te voorkomen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen.
De hoeveelheid glansspoelmiddel is op 4 standen instelbaar. Afhankelijk van de stand branden 0, 1, 2 of 3 indicaties. (zie de waterhardheidstabel). De in de fabriek ingestelde stand is 2.
Verander de hoeveelheid glansspoelmiddel alleen als er strepen (lagere stand instellen) of watervlekken (hogere stand instellen) op het serviesgoed achterblijven.
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 inschakelen. Toets > 6 ingedrukt houden en Start-toets
9
net zolang indrukken
tot de indicaties Einde
8 en zout
bijvullen
11 knipperen.
Toetsen loslaten. Toets > 6 net zo vaak indrukken tot de indicatie Glansspoelmiddel bijvullen
10
knippert.
Toetsen loslaten. De indicatie glansspoelmiddel bijvullen
10
knippert en de indicaties A en
B branden (= stand 2).
De instelling als volgt wijzigen:
Toets < 5 indrukken tot de gewenste stand is ingesteld.
Start-toets 9 indrukken. De indicaties Einde
8 en glansspoel-
middel bijvullen
10
gaan uit.
De ingestelde stand is opgeslagen. Deur sluiten.
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen uitschakelen
Als de glansspoelmiddelindicatie
10
stoort (bijv. bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen met glansspoelcom­ponenten) dan kan deze worden uitgeschakeld.
Ga te werk zoals onder „Hoeveelheid glansspoelmiddel instellen” beschreven en stel in op stand 0.
Hiermee is de indicatie glansspoelmiddel
10
bijvullen uitgeschakeld.
Page 9
nl
9
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen, kunst­nijverheidsservies en -vazen en antiek servies. De decoraties zijn niet bestand tegen afwassen in een afwasautomaat.
Niet hittebestendige kunststof voorwerpen/onderdelen.
Koperen en tinnen serviesgoed. Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen van aluminium en zilver kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voor­werpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
Glassoort en fabricagewijze van het glas.
Chemische samenstelling van het afwasmiddel.
Temperatuur van het water tijdens de afwas.
Advies:
Gebruik alleen glas en porselein dat volgens de fabrikant geschikt is voor de afwasautomaat.
Gebruik afwasmiddel waarop staat aangegeven dat het het serviesgoed ontziet.
Glas en bestek na afloop van het programma zo snel mogelijk uit de afwasmachine halen.
Inruimen
Grove etensresten verwijderen. Voorspoelen onder stromend water is niet nodig.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat
D
het stevig staat en niet kan omvallen.
D
alle soorten serviesgoed met de opening naar beneden staan.
D
serviesgoed met een ronding of een holte schuin staat zodat het water er vanaf kan lopen.
D
het de twee sproeiarmen
23 en
24 tijdens het ronddraaien niet
belemmert.
Hele kleine voorwerpen niet in de machine afwassen. Ze kunnen gemakkelijk uit de servieskorven vallen.
Uitruimen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste servieskorf op het servies­goed in de onderste servieskorf vallen, is het aan te raden het apparaat van onder naar boven uit te ruimen.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 20
* afhankelijk van het model
Page 10
nl
10
Pannen
Onderste servieskorf
28
Bestekkorf
Bestek altijd ongesorteerd met de scherpe kant naar beneden inruimen.
Om verwondingen te voorkomen: lange, puntige bestekdelen en messen in het messenrek leggen.
Omklapbare bordensteunen
*
* afhankelijk van het model De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen, schalen en glazen praktischer kunnen worden ingeruimd.
Houder voor kleingoed
*
* afhankelijk van het model Hierdoor kunnen lichte kunststof voor-
werpen zoals bekers, deksels enz. vast­geklemd worden.
Page 11
nl
11
Messenrek
*
* afhankelijk van het model Lange messen en andere lange voor-
werpen kunnen horizontaal ingeruimd worden.
U kunt het messenrek eruit halen om hoger serviesgoed af te wassen. Let bij het inbouwen op de juiste positie van het messenrek.
Verstellen van de korfhoogte
*
* afhankelijk van het model De bovenste servieskorf kan – indien
gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed.
Hoogte van het apparaat 81,5 cm
Bovenste
korf
Onderste
korf Stand 1 max. 22 cm 30 cm Stand 2 max. 24,5 cm 27,5 cm Stand 3 max. 27 cm 25 cm
Hoogte van het apparaat 86,5 cm
Bovenste
korf
Onderste
korf Stand 1 max. 24 cm 33 cm Stand 2 max. 26,5 cm 30,5 cm Stand 3 max. 29 cm 28 cm
Afhankelijk van de uitvoering van de bovenste servieskorf in uw model afwasautomaat kunt u kiezen uit een van de volgende manieren om te werk te gaan:
Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant (Rackmatic)
De bovenste servieskorf 20 uittrekken.
Om de korf te laten zakken de twee hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf een voor een naar binnen drukken. Hierbij de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vasthouden om te voorkomen dat hij plotseling naar beneden valt.
Page 12
nl
12
Om de korf op te tillen de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vastpakken en naar boven trekken.
Overtuig u ervan dat de korf – voordat u hem weer in het apparaat schuift – aan beide zijden op dezelfde hoogt ligt. Anders kan de deur van het apparaat niet dicht en heeft de bovenste sproeiarm geen verbinding met het aansluitpunt van de watertoevoer.
bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen
De bovenste servieskorf uittrekken. De bovenste servieskorf eruit halen
en op de bovenste (stand 3) resp. onderste (stand 1) rollen weer erin hangen.
Afwasmiddel
U kunt zowel tabletten als poedervormige of vloeibare afwasmiddelen voor de wasmachine gebruiken, maar nooit handafwasmiddel. Tabs bevatten behalve afwasmiddel vaak ook glansspoelmiddel en zout (3in1) en afhankelijk van de combinatie (4in1, 5in1 enz.) nog andere componenten zoals glasbescherming of roestvrijstaalglans. Als het afwasmiddel glansspoelmiddel en zout bevat, dan vervalt normaal gesproken tot een bepaalde waterhardheidsgraad de extra dosering van glansspoelmiddel en zout. Bij hogere hardheidsgraden en bij gebruik van losse afwasmiddelen (poedervormige of vloeibare reinigingsmiddelen resp. tabletten zonder glansspoelmiddel en zout) moeten glansspoelmiddel en zout worden toegevoegd. Het apparaat doseert deze automatisch volgens de tevoren ingestelde waarden voor de waterhardheid en de hoeveelheid glansspoelmiddel.
Zodra gecombineerde reinigingsproducten gebruikt worden past het afwasprogramma zich automatisch zodanig aan dat altijd het best mogelijke afwas- en droogresultaat bereikt wordt.
Tip
Het in acht nemen van de gebruiks­aanwijzing of van de aanwijzingen op de verpakking van de reinigingsproducten is van groot belang voor de effectiviteit van deze middelen.
Hebt u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel.
Afwasmiddelbakje met doseerhulp
De indeling in het afwasmiddelbakje 30 biedt hulp bij de juiste dosering van poedervormig of vloeibaar afwasmiddel.
Onderste lijn: 15 ml Middelste lijn: 25 ml Helemaal vol: 50 ml
Page 13
nl
13
Vul afwasmiddel
Afwasmiddelbakje 30 met afwasmiddel vullen (tablet plat neerleggen, niet op zijn kant). Dosering: zie de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. Deksel van het bakje omhoog schuiven tot de sluiting hoorbaar vastklikt.
Het afwasmiddelbakje gaat, afhankelijk van het programma, op het juiste tijdstip automatisch open. Het poedervormige of vloeibare afwasmiddel wordt in het apparaat verdeeld en opgelost, het tablet valt in de tab-opvangschaal en wordt daar gedoseerd opgelost.
Tip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven.
Waarschuwingen
Leg geen kleine voorwerpen om af te wassen in de tab-opvangschaal
22 ;
hierdoor kan het tablet niet gelijkmatig oplossen.
Als u na de start van het programma serviesgoed wilt bijvullen, gebruik de tab-opvangschaal
22 dan niet als
handgreep voor de bovenste servieskorf. Het tablet kan er al in liggen waardoor u met het gedeeltelijk opgeloste tablet in contact komt.
Aanwijzingen
Optimale afwas- en droogresultaten bereikt u door het gebruik van losse afwasmiddelen in combinatie met (apart) gebruik van onthardingszout en glansspoelmiddel.
Bij korte programma’s kunnen tabletten door een verschillende manier van oplossen eventueel niet de volle reinigingskracht ontwikkelen waardoor er onopgeloste afwasmiddeldeeltjes achterblijven. Voor deze programma’s is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
Bij het programma „Intensief” (niet bij alle modellen) is de dosering van één tablet voldoende. Bij gebruik van poedervormig afwasmiddel kunt u nog wat extra afwasmiddel op de binnenkant van de deur strooien.
Ook als de indicatie glansspoelmiddel en/of zout bijvullen brandt, verloopt het afwasprogramma bij gebruik van gecombineerde reinigingsmiddelen vlekkeloos (neem bij gebruik van deze producten het bijvullen van glansspoelmiddel bij een waterhardheid boven 21 _dH in acht – zie hoofstuk „Glansspoelmiddel”).
Als u van gecombineerde reinigings­middelen op losse afwasmiddelen omschakelt, let er dan op dat de wateronthardingsinstallatie en de hoeveelheid glansspoelmiddel op de juiste waarde zijn ingesteld.
Bij gebruik van afwasmiddelen met in water oplosbaar beschermend omhulsel: Het omhulsel alleen met droge handen vastpakken. Het afwas­middelbakje moet vóór het vullen absoluut droog zijn, anders kan het afwasmiddel eraan vastplakken.
Page 14
nl
14
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Programma
Soort serviesgoed en mate van vervuiling
Programmaverloop Eventuele extra
functies
Intensief 70º Pannen,
serviesgoed en bestek Erg vuil
Voorspoelen Reinigen 70º Tussenspoelen Glansspoelen 70º Drogen
alle
Normaal 65° Serviesgoed
en bestek Normaal vervuild
Voorspoelen Reinigen 65º Tussenspoelen Glansspoelen 65º Drogen
alle
Auto 45º–65º Serviesgoed
en bestek Normaal vervuild
Wordt naar mate van de vervuiling met behulp van het sensorsysteem geoptimaliseerd.
alle
Eco 50° Serviesgoed
en bestek Normaal vervuild
Voorspoelen Reinigen 50º Tussenspoelen Glansspoelen 65º Drogen
alle
Glas 40º Serviesgoed
en bestek Licht vervuild
Voorspoelen Reinigen 40º Tussenspoelen Glansspoelen 55º Drogen
Intensief Zone Tijd besparen Halve belading Extra drogen
Snel 45º Serviesgoed
en bestek Licht vervuild
Reinigen 45° Tussenspoelen Glansspoelen 55º
Extra drogen
Voorspoelen Licht vervuild Voorspoelen geen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort serviesgoed en de mate van vervuiling kunt u een passend programma uitzoeken.
Aanwijzingen voor vergelijkende tests
De voorwaarden voor de vergelijkende tests vindt u op het extra blad „Aanwijzingen voor vergelijkende tests”.
Page 15
nl
15
Extra functies
* afhankelijk van het model Instelbaar via de toetsen extra functies
3
.
Tijd besparen
(VarioSpeed)
*
Met de functie >>Tijd besparen<< kan de looptijd – afhankelijk van het gekozen afwasprogramma – met ca. 20% tot 50% verkort worden. Om bij verkorte looptijd optimale reinigings- en droogresultaten te bereiken, wordt het water- en energie­verbruik verhoogd.
Halve belading
*
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen, kopjes, borden), dan kunt u de „Halve belading” bijschakelen. Hiermee bespaart u water, energie en tijd. Vul het afwas­middelbakje met iets minder afwasmiddel dan zoals aanbevolen bij een volle belading van de machine.
Hygiëne
*
Tijdens het reinigingsproces wordt de temperatuur verhoogd. Hierdoor wordt een verhoogde hygiënestatus bereikt. Deze extra functie is ideaal voor bijv. het afwassen van snijplanken of babyflesjes.
Intensief Zone
*
Perfect voor gemengde belading. U kunt erg vuile potten en pannen in de onderste servieskorf samen met normaal vervuild serviesgoed in de bovenste korf afwassen. De sproeidruk in de onderste servieskorf wordt versterkt, de temperatuur van het afwaswater iets verhoogd.
Extra drogen
*
Tijdens het glansspoelen wordt de temperatuur verhoogd en de droogfase verlengd waardoor ook de kunststof delen goed kunnen drogen. Het energieverbruik is iets hoger.
Afwassen
Programmagegevens
De programmagegevens (verbruiks­waarden) vindt u in de korte handleiding. Deze hebben betrekking op normale omstandigheden en de instelwaarde 2 van de waterhardheid. Verschillende factoren zoals de temperatuur van het water of de druk in de waterleiding zijn hierbij van invloed en kunnen tot afwijkingen leiden.
Aqua-Sensor
*
* afhankelijk van het model De Aqua-Sensor is een optisch meet-
systeem (met lichtstraal) waarmee de vertroebeling van het afwaswater wordt gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt de Aqua-Sensor in werking. Als de Aqua-Sensor actief is, kan „schoon” afwaswater in de volgende reinigingsfase gebruikt worden en het waterverbruik daardoor met 3–6 liter verminderd worden. Is het water te vuil, dan wordt het afgepompt en door vers water vervangen. In de automatische programma’s worden bovendien temperatuur en looptijd aan de mate van vervuiling aangepast.
Inschakelen van het apparaat
Kraan helemaal opendraaien. Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 inschakelen.
De indicatie van het laatst gekozen programma
4
knippert. Dit pro­gramma blijft gekozen zolang er geen ander programma met de toets <
5
of toets > 6 gekozen wordt. Start-toets 9 indrukken. Deur sluiten.
Het programmaverloop start.
Page 16
nl
16
Starttijd kiezen
*
* afhankelijk van het model U kunt het programma 3, 6 of 9 uur later
laten starten.
AAN/UIT-schakelaar 1 inschakelen. Toets starttijd kiezen 2 net zo vaak
indrukken tot de betreffende indicatie 3h, 6h of 9h brandt.
Starttoets 9 indrukken. De gekozen starttijd is geactiveerd. Om de gekozen starttijd te wissen de toets starttijd kiezen
2
net zo vaak indrukken tot geen van de indicaties 3h, 6h of 9h meer brandt. Tot de starttijd kunt u het programma willekeurig wijzigen.
Einde van het programma
Het programma is beëindigd als de indicatie einde 8 brandt.
Bovendien wordt het einde van het pro­gramma door een zoemtoon akoestisch aangegeven.
De zoemtoon is op 4 standen instelbaar. Afhankelijk van de stand branden 0, 1, 2 of 3 indicaties. (zie de waterhardheidstabel). De in de fabriek ingestelde stand is 2.
Deze functie kan als volgt gewijzigd worden:
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 inschakelen. Toets > 6 ingedrukt houden en Start­toets
9
net zolang indrukken tot de
indicaties Einde
8 en Zout bijvullen
11 knipperen.
Toetsen loslaten. Toets > 6 net zo vaak indrukken
tot de indicaties Zout bijvullen
11
en glansspoelmiddel bijvullen
10
knipperen. Toetsen loslaten.
De bijvulindicaties 11 en
10
knipperen en de indicaties A en B branden (= stand 2). De ingestelde zoemtoon is te horen.
De instelling als volgt wijzigen:
Toets < 5 indrukken tot de gewenste stand is ingesteld. Start-toets 9 indrukken. De indicatie gaat uit. De ingestelde stand is opgeslagen.
Deur sluiten.
Uitschakelen van het apparaat
Korte tijd na afloop van het programma:
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 uitschakelen. Kraan dichtdraaien (niet bij Aqua-Stop). Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Attentie
Om na afloop van het programma het serviesgoed uit te ruimen: de deur helemaal openen en niet op een kier laten staan. Eventueel nog ontsnappende waterdamp kan gevoelige werkbladen beschadigen.
Onderbreken van het programma
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 uitschakelen.
De indicatielampjes gaan uit. Het pro­gramma blijft in het geheugen opgeslagen. Als bij aansluiting op warm water of als het apparaat al is opgewarmd de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en dan pas dichtdoen. Anders kan de deur van het apparaat door expansie (overdruk) openspringen of water uit het apparaat komen.
Om het programma voort te zetten de AAN/UIT-schakelaar
1
weer
inschakelen. Deur sluiten.
Page 17
nl
17
Afbreken van het programma (Reset)
Deur openen. Starttoets 9 ca. 3 seconden indrukken.
De indicatie afwassen
7 gaat uit.
Deur sluiten. Het resterende programmaverloop duurt nog ca. 1 minuut. (zoemtoon te horen).
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 uitschakelen.
Deur sluiten.
Wijzigen van het programma
Na het indrukken van de START-toets
9
kan het programma niet gewijzigd worden. Wijzigen van het programma is alleen
mogelijk door het programma af te breken (Reset).
Intensief drogen
Tijdens het glansspoelen wordt de tem­peratuur verhoogd waardoor het droog­resultaat wordt verbeterd. De looptijd kan hierdoor iets verlengd worden. (Wees voorzichtig met gevoelig serviesgoed!)
Deur openen. AAN/UIT-schakelaar 1 inschakelen. Toets > 6 ingedrukt houden en Start-
toets
9
net zolang indrukken tot de
indicaties Einde
8 en Zout bijvullen
11 knipperen.
Toetsen loslaten. Toets > 6 net zo vaak indrukken tot de indicatie Zout bijvullen
11
en indicatie “Watertoevoer controleren”
12
knipperen.
Toetsen loslaten. De indicaties
11 en
12
knipperen.
De instelling als volgt wijzigen:
Toets < 5 indrukken tot de indicatie
A brandt (Intensief drogen aan).
Start-toets 9 indrukken. De indicatie gaat uit. De instelling is opgeslagen.
Deur sluiten.
Schoonmaken en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algemene toestand van de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen speciaal voor afwasautomaten geschikte afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig met een vochtig doekje afnemen.
Gebruik bij het reinigen van uw afwasautomaat nooit een stoomreiniger. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het bedieningspaneel regelmatig met een vochtig doekje afnemen. Water met een scheutje afwasmiddel is voldoende. Geen schuursponsjes gebruiken of schoonmaakmiddelen met schuurmiddelen. Dit kan krassen op de oppervlakken veroorzaken.
Bij roestvrijstalen apparaten geen sponsjes gebruiken of deze anders vóór het eerste gebruik een aantal keren grondig uitspoelen om corrosie te voorkomen.
Attentie
Gebruik nooit andere huishoudelijke schoonmaakmiddelen die chloor bevatten! Ze kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid!
Page 18
nl
18
Onthardingszout en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties 11 en
10
controleren. Eventueel zout en/of glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven
26 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken.
Het zevensysteem bestaat uit een grove zeef, een vlakke fijne zeef en een micro­zeef.
Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren.
Zeefcylinder zoals afgebeeld losdraaien en het zeefsysteem eruit halen.
Eventuele etensresten verwijderen en de zeven onder stromend water schoonmaken.
Zevensysteem in omgekeerde volgorde weer erin zetten en erop letten dat de gemarkeerde pijlen na het sluiten tegenover elkaar staan.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het afwaswater kunnen de sproeiopeningen en de lagers van de sproeiarmen
23 en 24
blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping controleren.
Bovenste sproeiarm 23 eraf schroeven. De onderste sproeiarm 24 naar boven eraf trekken.
Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken.
Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven.
Page 19
nl
19
Afvoerpomp
Grove etensresten in het afwaswater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het afwaswater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan. In dit geval:
Altijd eerst de stekker uit het stop­contact trekken resp de zekering uitschakelen of losdraaien.
Zeven 26 eruit halen. Water eruit scheppen, eventueel
met behulp van een spons. Pompafdekking (zoals afgebeeld)
met behulp van een lepel eruit tillen tot u een klik hoort. Hierna de afdekking aan het verbindingsstuk naar boven trekken tot u niet verder kunt en daarna naar voren eruit trekken.
Binnenruimte op vreemde voorwerpen controleren en deze – indien nodig – verwijderen.
Afdekking weer in de oorspronkelijke stand brengen, naar beneden drukken en vastklikken.
Zeven monteren.
Kleine storingen zelf verhelpen
De meeste storingen die in het dagelijks gebruik voorkomen, kunt u zelf verhelpen zonder de hulp van de Servicedienst in te roepen. Hiermee bespaart u natuurlijk kosten en bent u er zeker van dat de machine snel weer gebruikt kan worden. Het volgende overzicht kan u erbij helpen de oorzaken van de ontstane storing te vinden.
Attentie
Attentie: reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Mocht het uitwisselen van een onderdeel noodzakelijk zijn, let er dan op dat alleen originele onderdelen gebruikt worden. Ondeskundige reparatie of gebruik van niet-originele onderdelen kan aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren.
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
Zekering van de huisinstallatie niet in orde.
De stekker zit niet in het stop­contact.
De deur van het apparaat is niet goed dicht.
... aan het apparaat
De onderste sproeiarm draait moeilijk.
Sproeiarm geblokkeerd.
De deur kan niet alleen moeilijk geopend worden. *
Kinderbeveiliging is geactiveerd. De gebruiksaanwijzing voor de deactivering bevindt zich achterin in de omslag. * afhankelijk van het model
Page 20
nl
20
De deur kan niet sluiten.
Het deurslot is omgesprongen. Om het slot terug te zetten de deur met grote kracht sluiten.
Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet gesloten worden.
Afwasmiddelbakje te vol of mechanisme door vastgeplakte afwasmiddelresten geblokkeerd.
Afwasmiddelresten in het afwasmiddelbakje.
Afwasmiddelbakje was tijdens het vullen vochtig.
Indicatie „Watertoevoer controleren”
12
brandt.
Kraan dicht. Watertoevoer onderbroken. Watertoevoerslang geknikt. Zeef aan de kraan verstopt.
Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien. Zeef in de toevoerslang
schoonmaken.
Stroom weer inschakelen. Kraan opendraaien. Apparaat inschakelen.
Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan.
Waterafvoerslang verstopt of geknikt.
Waterafvoerpomp geblokkeerd, afdekking van de waterafvoerpomp niet vastgeklikt (zie Schoonmaken en onderhoud).
Zeven verstopt. Programma nog niet
beëindigd. Einde van het programma afwachten of functie „Reset” activeren.
Indicatie „Watertoevoer controleren”
12
knippert snel.
Water in veiligheidssysteem.
Apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien. Inschakelen van de Service-
dienst.
Bijvulindicatie voor zout 11 en/of glansspoelmiddel
10
brandt niet.
Bijvulindicatie(s) uitgeschakeld. Voldoende zout/glansspoelmiddel
aanwezig.
De navulindicatie voor speciaal zout
11
brandt.
Het zout ontbreekt. Onthardingszout bijvullen.
Sensor herkent de zouttabletten niet. Ander speciaal zout gebruiken.
Page 21
nl
21
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel. Gemorst glansspoelmiddel leidt tot overmatige schuimvorming. Daarom moet u het gemorste glansspoelmiddel met een doekje verwijderen.
Het programma stopt tijdens de afwas.
Stroomtoevoer onderbroken. Watertoevoer onderbroken.
Klappende/kletterende geluiden tijdens de afwas.
De sproeiarm slaat tegen het serviesgoed.
Het serviesgoed is niet goed ingeruimd.
Klappende geluiden van de vulventielen.
Wordt veroorzaakt door de ligging van de waterleiding maar heeft geen invloed op het functioneren van het apparaat. Deze geluiden kunnen niet verholpen worden.
... aan het serviesgoed
Etensresten op het serviesgoed.
Serviesgoed te dicht op elkaar ingeruimd, servieskorf te vol.
Te weinig afwasmiddel. Te zwak afwasprogramma
gekozen. Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien. Sproeiers van sproeiarmen
verstopt. Zeven verstopt. Zeven verkeerd ingezet. Afvoerpomp geblokkeerd. Bovenste servieskorf rechts en
links niet op dezelfde hoogte erin gezet.
Er zijn resten thee of lippenstift achtergebleven.
Het afwasmiddel heeft te weinig bleekwerking.
Te lage afwaswatertemperatuur. Te weinig/ongeschikt afwasmiddel
Witte vlekken op het serviesgoed/de glazen blijven melkkleurig.
Bij het gebruik van afwasmiddel zonder fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder witte aanslag op het serviesgoed en de binnenwanden van de machine ontstaan.
Te weinig/ongeschikt afwasmiddel. Te zwak programma gekozen. Geen/te weinig glansspoelmiddel. Geen/te weinig onthardingszout. Onthardingsinstallatie op een
verkeerde waarde ingesteld. Deksel van het zoutreservoir niet
vastgedraaid.
Neem contact op met de fabrikant van het reinigingsproduct, vooral als:
het serviesgoed na afloop van het programma erg nat is.
er kalkaanslag ontstaat.
Doffe, verkleurde glazen, aanslag kan niet worden afgewassen.
Ongeschikt afwasmiddel. Glazen niet geschikt voor
afwasmachine.
Strepen op glazen en bestek, glazen zien er metaalachtig uit.
Te veel glansspoelmiddel.
Verkleuringen op kunststof delen.
Te weinig/ongeschikt afwasmiddel. Te zwak programma gekozen.
Page 22
nl
22
Roestsporen op het bestek.
Bestek niet roestbestendig. Zoutgehalte in het afwaswater
te hoog doordat het deksel van het zoutreservoir niet goed is vastgedraaid of bij het bijvullen zout gemorst werd.
Serviesgoed niet droog.
De deur van het apparaat werd te vroeg geopend en het serviesgoed werd er te snel uitgehaald.
Een programma zonder drogen gekozen.
Te weinig glansspoelmiddel.
Servicedienst
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, roep dan de hulp van de Servicedienst in. Het dichtstbijzijnde adres van de Service­dienst vindt u in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service­adressen. Geef aan de Servicedienst typenummer (1) en het FD-Nummer (2) op. U vindt deze gegevens op het type­plaatje 32 op de deur van het apparaat.
FD
1
2
Attentie
Als u om een monteur vraagt en het blijkt dat hij alleen maar een advies (bijv. over de bediening of het onderhoud van het apparaat) hoeft te geven om de storing te verhelpen, dan moet u, ook in de garantietijd, de volledige kosten van dat bezoek betalen.
Page 23
nl
23
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van water­toevoer en waterafvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s resp. in het montage­voorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden:
Bij aflevering controleren Plaatsen Aansluiten op de waterafvoer Aansluiten op de watertoevoer Elektrische aansluiting
Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat volgens het installatie­en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten.
Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardings­systeem van de elektrische huisinstallatie volgens de elektro­technische voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van de afwasautomaat.
Als de elektrische aansluitkabel van het apparaat beschadigd wordt, dan moet deze door een speciale aansluitkabel vervangen worden. Om gevaren te voorkomen mag deze alleen door de Servicedienst vervangen worden.
Als de afwasmachine in een hoge kast moet worden ingebouwd, dan moet deze volgens de voorschriften bevestigd worden.
Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Het apparaat niet in de buurt van een warmtebron (radiator, boiler, fornuis of andere apparaten die warmte afgeven) installeren en niet onder een kook­plateau inbouwen.
Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Bij sommige modellen: In de kunststof behuizing aan de water­aansluiting bevindt zich een elektrisch ventiel, in de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden, de kunststof behuizing niet in water onderdompelen.
Attentie
Als het apparaat niet in een nis staat waardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen aan de zijkant afgedekt worden (kans op verwondingen). De afdekkingen zijn als extra toebehoren tegen meerprijs bij de Servicedienst of bij uw leverancier verkrijgbaar.
Aflevering
Uw afwasmachine werd in de fabriek grondig gecontroleerd op correct functioneren. Hierbij zijn kleine water­vlekken achtergebleven. Deze zijn na de eerste afwas verdwenen.
Page 24
nl
24
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Geïntegreerde en onderbouwapparaten die naderhand als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv. door vast­schroeven aan de wand of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vast­geschroefd.
Het apparaat kan zonder problemen tussen wanden van hout of kunststof in een rij keukenmeubelen worden ingebouwd. Als de stekker na het inbouwen niet gemakkelijk bereikbaar is, dan moet er volgens de veiligheids­voorschriften een meerpolige scheidingsinstallatie met een contactopening van minimaal 3 mm aanwezig zijn.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren.
Afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten. Let erop dat de waterafvoerslang niet geknikt, ingedrukt of ineen gestrengeld is en dat een stop in de afvoer het wegstromen van het water niet belemmert!
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens het montage­voorschrift. De toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten. Let erop dat de toevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is.
Bij vervanging van het apparaat moet altijd een nieuwe watertoevoerslang in gebruik worden genomen.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal 1 MPa (10 bar). Bij hogere waterdruk een drukreduceerventiel ervoor installeren.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut
Temperatuur van het water:
Bij voorkeur koud water, bij warm water max. temperatuur 60 °C.
Page 25
nl
25
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, rand­geaard stopcontact op 220 V tot 240 V en 50 Hz of 60 Hz aansluiten. Zie het typeplaatje
32 voor de vereiste
zekering. Het stopcontact moet zich in de buurt
van het apparaat bevinden en ook na het inbouwen gemakkelijk bereikbaar zijn.
Veranderingen in de aansluiting mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Een verlenging van de elektrische aansluitkabel mag alleen door de Servicedienst geleverd worden.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken
geïnstalleerd worden. Alleen deze voldoet aan de nu geldende voor­waarden.
Het apparaat is voorzien van een waterbeveiligingssysteem. Let op: het functioneert alleen als het apparaat op de stroom is aangesloten.
Demontage
Neem ook hier de volgorde van de handelingen in acht.
Apparaat van het elektriciteitsnet loskoppelen.
Kraan dichtdraaien. Aansluiting op de waterafvoer
en -toevoer loskoppelen. Bevestigingsschroeven onder
het werkblad eruit draaien. De plint – indien aanwezig –
demonteren. Apparaat eruit halen en daarbij de
slang voorzichtig naar voren trekken.
Transport
Afwasmachine leeg laten lopen en losse onderdelen vastzetten Het apparaat in de volgende stappen legen:
Kraan opendraaien. Deur openen. AAN/UIT-schakelaar
1
inschakelen. De indicaties van het laatst gekozen programma gaan branden.
Programma 4 met de hoogste temperatuur kiezen toets <
5
. Start-toets 9 indrukken. Deur sluiten.
Programma start. Na ca. 4 minuten de deur openen. Start-toets 9 gedurende
ca. 3 seconden indrukken. De cijferindicatie
8 geeft aan.
Deur sluiten. Het resterende programmaverloop duurt nog ca. 1 minuut. (zoemtoon te horen).
Apparaat uitschakelen
1
en kraan dichtdraaien.
Apparaat alleen rechtop vervoeren. (Om te voorkomen dat resterend water in het besturingsmechanisme terecht­komt wat tot een verkeerd programm­averloop leidt).
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat in een voor vorst gevoelige ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal leeg laten lopen (zie Transport).
Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken en laten leeglopen.
Page 26
nl
26
Afvoeren van de verpakking en van uw oude apparaat
Zowel de verpakking van het nieuwe apparaat als het oude apparaat bevat waardevolle grondstoffen en materiaal dat hergebruikt kan worden.
De afzonderlijke delen a.u.b. gesorteerd afvoeren.
U kunt bij uw leverancier of bij de gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal kunt (laten) afvoeren.
Verpakking
Alle kunststof delen van het apparaat zijn gemerkt met een gestandaardiseerd afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen). Hierdoor is bij het afvoeren van het apparaat een scheiding per soort van de kunststof afvaldelen mogelijk.
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij levering” in acht.
Uw oude apparaat
Neem a.u.b. de aanwijzingen voor de veiligheid onder „Bij het afvoeren” in acht.
Dit apparaat is gekenmerkt in over­eenstemming met de Europese richtlijn 2002/96/EC betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment – WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldende terugname en verwerking van oude apparaten.
Page 27
nl
27
nl Wijziging voorbehouden
Page 28
Kinderbeveiliging *
40 Kinderbeveiliging inschakelen 41 Deur openen bij ingeschakelde
kinderbeveiliging
42 Kinderbeveiliging uitschakelen
Zorg dat de deur van het apparaat altijd goed gesloten is als u het apparaat verlaat. Alleen zo kunt u uw kinderen tegen eventuele gevaren beschermen.
Bakplaat-sproeikop *
Grote bakplaten of roosters en borden met een doorsnede van meer dan 30 cm (gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt u met behulp van deze sproeikop reinigen. Hiertoe de bovenste servieskorf eruit halen en de sproeikop zoals afgebeeld erin zetten.
De bakplaten zoals afgebeeld inruimen zodat de sproeistraal alle delen kan bereiken (maximaal 4 bakplaten en 2 roosters).
De afwasautomaat altijd met de bovenste servieskorf of de bakplaat-sproeikop gebruiken!
* niet bij alle modellen
Page 29
AQUA-STOP-garantie
(vervalt bij apparaten zonder Aqua-Stop)
Als aanvulling op de garantie-aanspraken tegenover de verkoper in de koopovereenkomst en als aanvulling op onze garantie op het apparaat wordt u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt, vergoeden wij de schade aan particuliere gebruikers. Om het waterbeveiligingssysteem te garanderen moet het apparaat op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor de levensduur van het apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op garantie is dat het apparaat met Aqua-Stop vakkundig en overeenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten. „Hiertoe behoort ook de vakkundig gemonteerde verlenging van de Aqua-Stop (origineel toebehoren).” Onze garantie heft geen betrekking op defecte toevoerleidingen of armaturen tot aan de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van het apparaat hoeft u er in principe niet bij te blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien. Alleen bij langere afwezigheid, bijv. als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan worden dichtgedraaid.
nl
Neff GmbH Carl-Wery-Straße 34 81739 München
Voor direct contact met de servicedienst kunt u het telefoon- of faxnummer terugvinden in de meegeleverde brochure met service-adressen.
Constructa Neff
Vertriebs GmbH
Postfach 100 250
80076 München
  
Printed in Germany ()
nl

Loading...