Neff S3443B1, S4433B1, S3443N1, S3443W2, S4433A1 User Manual [nl]

5600 052 306 (8210)
nl Gebruiksaanwijzing
nl
Kennismaking met het apparaat 5 Wateronthardingsinstallatie 6.
Zout bijvullen 7. . . . . . . . . . . . .
Vullen met glansspoelmiddel 8
Ongeschikt servies 9. . . . . . . .
Afwasmiddelen 13. . . . . . . . . . . .
Inhoud
Afwassen 16. . . . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 17
Inschakelen van de Servicedienst 22
Attentie 22. . . . . . . . . . . . . . . . . .
Installatie 23. . . . . . . . . . . . . . . . .
nl
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de verpakking en de afwasautomaat tijdens het transport beschadigd zijn. Een beschadigd apparaat niet in gebruik nemen maar contact opnemen met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Het karton bestaat voornamelijk uit oudpapier.
Het opvulmateriaal is van CFK-vrij geschuimd styropor.
Het foliemateriaal van polyetheen (PE) bestaat voor een deel uit secundaire grondstoffen.
Het hout (indien aanwezig) is van afvalhout en onbehandeld.
De banden (indien aanwezig) zijn van polypropeen (PP).
Bij de installatie
Het apparaat volgens het installatie­en montagevoorschrift plaatsen en aansluiten.
Tijdens het installeren mag de afwasautomaat niet op het lichtnet zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardings­systeem van de elektrische huisinstallatie volgens de geldende elektrotechnische voorschriften is geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje van de afwasautomaat.
Voor een goede stabiliteit van het apparaat mogen integreerbare of onderbouwapparaten alleen onder een doorlopend werkblad worden ingebouwd dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
Na het plaatsen van het apparaat moet de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet bij alle modellen: Het kunststof huis aan de water­aansluiting bevat een elektrisch ventiel. In de toevoerslang bevinden zich de aansluitingsleidingen. De slang niet doorsnijden en het kunststof huis niet in water onderdompelen.
Waarschuwing
Als het toestel niet in een nis staat en daardoor een zijwand toegankelijk is, dan moeten de deurscharnieren om veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar voor verwondingen). De afdekkingen krijgt u als extra toebehoren bij de klantendienst of uw dealer.
Dagelijks gebruik
De afwasautomaat alleen in het huishouden en voor het aangegeven doel: het afwassen van huishoudelijk serviesgoed, gebruiken.
Niet op de geopende deur gaan zitten of staan. Het apparaat kan kantelen.
Het water in de spoelruimte is geen drinkwater.
Doe geen oplosmiddel in de spoelruimte. Kans op explosie!
Tijdens het programmaverloop de deur alleen voorzichtig openen. Er bestaat gevaar dat er water uit het apparaat spuit.
Bij kinderen in het huishouden
Kleine kinderen mogen niet met de afwasautomaat spelen of deze bedienen.
Kleine kinderen uit de buurt van afwasmiddelen en glansspoelmiddelen houden.
Kleine kinderen uit de buurt van de geopende afwasautomaat houden. Er kunnen nog resten afwasmiddel in het apparaat zijn achtergebleven.
4
nl
Kinderbeveiliging *
* niet bij alle modellen Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag.
40 Kinderbeveiliging inschakelen 41 Deur met ingeschakelde
kinderbeveiliging openen
42 Kinderbeveiliging uitschakelen
Bij schade
Reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd.
Bij reparaties mag het apparaat niet op het lichtnet zijn aangesloten. Stekker uit het stopcontact trekken of de zekering in de meterkast uitschakelen. Alleen aan de stekker trekken, niet aan de aansluitkabel. Kraan dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het apparaat
Afgedankte apparaten onmiddellijk onbruikbaar maken waardoor ongevallen worden voorkomen. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en de deursluiting onklaar maken.
Het apparaat volgens de bestaande milieuvoorschriften (laten) afvoeren.
Waarschuwing
Kinderen kunnen in het toestel ingesloten raken (verstikkingsgevaar) of in andere situaties terechtkomen. Daarom: Stekker uittrekken, netkabel afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig kapot maken dat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het apparaat
De afbeeldingen van het bedieningspaneel en van de binnenruimte van het apparaat vindt u vooraan in de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
Bedieningspaneel
1 Hoofdschakelaar 2 Handgreep voor het openen van de
deur
3 Indicatie einde van het programma 4 Indicatie zout bijvullen * 5 Indicatie glansspoelmiddel bijvullen * 6 Programmatoetsen
* niet bij alle modellen
Binnenkant van het apparaat
Bovenste servieskorf met etagère
20
Extra bestekkorf voor de bovenste
21
servieskorf * Bovenste sproeiarm
22
Onderste sproeiarm
23
Zoutreservoir met bijvul-indicatie *
24
Zeven
25
Bestekkorf
26
Onderste servieskorf
27
Vergrendeling
28
Reservoir voor glansspoelmiddel
29
met bijvulindicatie Afwasmiddelbakje
30
Typeplaatje
31
* niet bij alle modellen
Inkopen voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt:
– zout – afwasmiddel – glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn voor de vaatwasmachine.
5
nl
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de afwasautomaat zacht water, d.w.z. water met weinig kalk nodig. Anders zetten zich witte kalkresten op het serviesgoed en de binnenkant van de spoelruimte af. Leidingwater met een te hoge hardheidsgraad moet voor gebruik in de afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt worden. Dit gebeurt met behulp van speciaal zout in de wateronthardingsinstallatie van de afwasautomaat. De instelling en daarmee de benodigde hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water bij het waterleidingbedrijf of bij de Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel voor de waterhardheid.
Programmatoets B ingedrukt houden en de hoofdschakelaar inschakelen. Daarna de toetsen loslaten. De indicatie
lampjes bij de toetsen branden. (De instelwaarde van de hardheid werd door de fabriek ingesteld op stand 2.)
Om de instelling te veranderen: programmatoets elke druk op de toets wordt de instelling steeds met één stand verhoogd (0–3). Als de lampjes boven de toetsen
B en C branden, is de maximale instelwaarde van de waterhardheid bereikt. Als de instelwaarde nu weer verhoogd wordt, dan gaan de lampjes uit en staat de instelwaarde van de hardheid weer op stand 0 (geen enkel lampje boven de toetsen brandt).
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De ingestelde waarde is in het geheugen opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt het waterverbruik per afwasprogramma – afhankelijk van de instelling voor de waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
4 knippert en de
1
A en B
B indrukken. Bij
A ,
Tabel voor de waterhardheid
_dh _Clarke mmol/
0–6
7–16
17–21 22–35
6
_fH
0–11 12–29 30–37 38–60
0–8
9–20
21–26 27–44
0–1,1 1,2–2,9 3,0–3,7 3,8–6,2
ABC
l
Reset 0 1
2 3
Zout bijvullen
Werking van het zout
Tijdens het afwassen wordt het zout automatisch uit het zoutreservoir in de wateronthardingsinstallatie gespoeld waar de kalk wordt opgelost. De kalkhoudende oplossing wordt uit de afwasautomaat gepompt. Daarna functioneert het onthardingssysteem weer. Het regenereren functioneert alleen als het zout in het water is opgelost.
De schroefdop van het voorraadreservoir
24 openen.
nl
Voordat u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt: ca. 1 l water in het zoutreservoir gieten.
Gebruik hiervoor de meegeleverde doseerhulp.
Het zoutreservoir hierna met zoveel zout (geen tafelzout) vullen tot het vol is (max. 1,5 kg). Als u het reservoir met zout vult, wordt het water verdrongen en loopt het weg. Daarom moet dit altijd onmiddellijk vóór het inschakelen van de afwasauto­maat gebeuren. (Om corrosie te voorkomen.) Hiermee bereikt u dat de overlopende zoutoplossing direct wordt verdund en weggespoeld. Verwijder vervolgens de zoutresten rond de vulopening en schroef het reservoir dicht. De schroefdop niet schuin erop draaien.
De indicatie zout bijvullen 4 op het bedieningspaneel brandt eerst en gaat na enige tijd uit als zich een voldoende zoutconcentratie heeft gevormd.
Bij instelling op ’0’ moet u geen regenereerzout gebruiken omdat er tijdens het afwassen geen zout gebruikt wordt. Bij instelling op ’1’ tot ’3’ moet het zoutreservoir met zout worden gevuld.
Attentie!
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel vullen. Hierdoor gaat de onthardingsinstallatie kapot.
Indicatie zout bijvullen
Zodra in het bedieningspaneel de indicatie zout bijvullen u onmiddellijk vóór de volgende afwasbeurt zout bijvullen.
4 brandt, moet
7
nl
Vullen met glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel wordt gebruikt om de glazen helder en het serviesgoed zonder strepen te laten opdrogen.
Deksel van het voorraadreservoir voor glansspoelmiddel
Druk hiertoe op de markering deksel en open tegelijkertijd het deksel
met het bedieningslipje
Glansspoelmiddel in de vulopening gieten tot de indicatie donker wordt.
Deksel sluiten tot u een klik hoort.
29 openklappen.
op het
.
Instellen van de juiste dosering van glansspoelmiddel
De dosering van de hoeveelheid glansspoelmiddel kan traploos worden ingesteld. De instelknop is door de fabriek op 4 ingesteld.
Verander de instelling van de instelknop voor glansspoelmiddel als er strepen (draaien in richting –) of watervlekken (draaien in richting +) op het serviesgoed achterblijven.
29
Instelknop voor glansspoelmiddel
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
Zolang de indicatie glansspoelmiddel bijvullen op het bedieningspaneel (niet bij alle modellen) of bij de doseerinrichting genoeg glansspoelmiddel aanwezig.
29 donker is, is er
5
Attentie!
Gebruik alleen glansspoelmiddel dat geschikt is voor huishoudelijke afwasautomaten. Gemorst glansspoelmiddel kan bij de volgende afwasbeurt tot overmatige schuimvorming leiden. Het ernaast gegoten glansspoelmiddel daarom met een doekje verwijderen.
8
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
nl
Ongeschikt servies
In uw afwasautomaat mag u het volgende niet afwassen:
Bestek en servies met houten onderdelen. Ze logen uit en worden lelijk; ook de gebruikte lijm is niet bestand tegen de optredende temperaturen.
Gevoelige gedecoreerde glazen, kunstnijverheidsservies en -vazen, speciaal antiek of niet meer te vervangen serviesgoed. De decoraties waren nog niet bestand tegen het afwassen in een afwasautomaat.
Niet geschikt zijn bovendien kunststof voorwerpen die gevoelig zijn voor heet water, koperen en tinnen serviesgoed. Geglazuurd serviesgoed met decoraties en voorwerpen van zilver en aluminium kunnen bij het afwassen gaan verkleuren of verbleken. Ook sommige soorten glas (bijv. voorwerpen van kristal) kunnen dof worden nadat ze vele malen zijn afgewassen. Verder hoort materiaal dat water absorbeert, zoals sponzen en doeken, niet in de afwasautomaat thuis.
Tip:
Koop voortaan alleen nog serviesgoed waarbij staat aangegeven dat het geschikt is voor de afwasautomaat.
Schade aan glas en serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het glas;
chemische samenstelling van het afwasmiddel;
temperatuur van het water en programmaduur van de afwasautomaat.
Advies:
gebruik glas en porcelein dat door de fabricant aangeduid wordt als geschikt voor afwasautomaten.
Gebruik afwasmiddel dat het serviesgoed ontziet. U kunt dit informeren bij de fabricant van het afwasmiddel.
Kies een programma met een zo laag mogelijke temperatuur en een korte programmaduur.
Om beschadigingen te voorkomen glas en bestek na afloop van het programma zo snel mogelijk uit de afwasautomaat halen.
Attentie!
Serviesgoed dat bevuild is met as, kaarsvet, smeerolie of verf mag niet in de afwasautomaat worden afgewassen.
9
nl
Serviesgoed sorteren
Serviesgoed inruimen
Grove etensresten verwijderen. Voorspoelen onder stromend water is niet nodig. Het serviesgoed als volgt inruimen:
alle soorten vaatwerk zoals kopjes, glazen, pannen etc. met de opening naar beneden zetten.
Serviesgoed met een ronding of een holte schuin in de servieskorf zetten zodat het water er vanaf kan lopen.
Het serviesgoed moet stevig staan en mag niet wankelen.
De twee sproeiarmen moeten ongehinderd kunnen ronddraaien.
Heel kleine stukken kunnen niet in de machine gewassen worden omdat ze makkelijk uit de manden kunnen vallen.
Vaatwerk uit de machine halen
Om te vermijden dat waterdruppels van de bovenste mand op het vaatwerk in de onderste mand vallen, is het aan te raden om eerst de onderste en dan de bovenste mand te legen.
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf 20
Pannen
Onderste servieskorf 27
Bestek
Bestek altijd ongesorteerd met het eetvlak naar boven inruimen (wees voorzichtig met messenlemmets). Op deze manier kan de sproeistraal elk stuk bestek beter bereiken.
Om verwondingen te voorkomen: lange en puntige voorwerpen en messen op de etagère (bij sommige modellen) of op de messen-etagère (tegen meerprijs) leggen.
Omklapbare bordensteunen *
* niet bij alle modellen De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen en schalen practischer kunnen worden ingeruimd.
* niet bij alle modellen
10
Bakplaat-sproeikop *
* niet bij alle modellen
Bekijk eerst de afbeeldingen in de omslag. Grote bakplaten of roosters kunt u met behulp van de bakplaatĆsproeikop reinigen: bovenste servieskorf eruit halen en de sproeikop erin zetten zoals afgebeeld. De bakplaten volgens de afbeelding inruimen, zodat de sproeistraal alle delen kan bereiken (maximaal 4 bakplaten en 2 roosters).
Messen-etagère *
* niet bij alle modellen
nl
Lange voorwerpen, voorsnij- en slacouverts, pollepels of messen op de etagère leggen zodat de sproeiarmen ongehinderd kunnen ronddraaien. U kunt de etagère naar wens in- en uitklappen.
Verstellen van de korfhoogte *
* niet bij alle modellen
Ø max.
Ø max. 20/*25cm
20/*25cm
De etagère *
* niet bij alle modellen Hoge glazen en glazen op een hoge voet
niet tegen het servies maar tegen de rand van de etagère laten leunen.
81cm
Ø max. 30/*25cm
86cm
Ø max. 34/*29cm
De bovenste servieskorf kan – indien gewenst – in de hoogte versteld worden om in de bovenste of in de onderste servieskorf meer ruimte te maken voor hoger serviesgoed.
Afhankelijk van de uitvoering van de bovenste servieskorf in uw model afwasautomaat kunt u kiezen uit een van de volgende manieren om te werk te
11
nl
gaan:
bovenste servieskorf met boven en onder een paar rollen
De bovenste servieskorf uittrekken. De bovenste servieskorf eruit halen en
op de bovenste resp. onderste rollen weer inhangen.
Bovenste servieskorf met hendels aan de zijkant (Rackmatic)
De bovenste servieskorf uittrekken.
Om de korf te laten zakken: de twee hendels links en rechts aan de buitenkant van de korf één voor één naar binnen drukken. Hierbij altijd de korf aan de zijkant met één hand aan de bovenste rand vasthouden. Hiermee voorkomt u dat de korf plotseling naar beneden valt (waardoor het serviesgoed beschadigd kan worden).
Om de korf op te tillen: de korf aan de zijkant aan de bovenste rand vastpakken en naar boven trekken.
Overtuig u ervan dat de korf – voordat u hem weer in het apparaat schuift – aan beide zijden op dezelfde hoogte staat. Anders kan de deur van het apparaat niet dicht en heeft de bovenste sproeiarm geen verbinding met het aansluitpunt van de watertoevoer.
12
nl
Afwasmiddelen
Attentie
U kunt in uw afwasautomaat de in de handel verkrijgbare vloeibare of poedervormige afwasmiddelen, resp. tabletten gebruiken (geen hand­afwasmiddel!).
Er zijn momenteel drie soorten afwasmiddel verkrijgbaar:
1. met fosfaat en chloor
2. met fosfaat en zonder chloor
3. zonder fosfaat en zonder chloor Bij gebruik van afwasmiddel zonder
fosfaat kan er bij hard leidingwater eerder witte aanslag op het serviesgoed en de wanden van de spoelruimte ontstaan. U kunt dit vermijden door een grotere hoe­veelheid afwasmiddel te doseren.
Afwasmiddel zonder chloor heeft een geringere bleekwerking. Dit kan leiden tot een versterkte aanslag van thee of tot verkleuringen op kunststof onderdelen.
De oplossing in dit geval: – het gebruik van een sterker afwasprogramma of – het doseren van een grotere hoeveelheid afwasmiddel of – het gebruik van een afwasmiddel met chloor.
Of een afwasmiddel geschikt is voor zilveren voorwerpen vindt u op de verpakking van het afwasmiddel.
Heeft u nog andere vragen, dan raden wij u aan contact op te nemen met de fabrikant van het afwasmiddel.
Afwasmiddelbakje met doseerhulp
De indeling in het afwasmiddelbakje biedt hulp bij de juiste dosering van het afwasmiddel. Het afwasmiddelbakje bevat bij de onderste lijn 15 ml afwasmiddel en bij de middelste lijn 20 ml. Een vol afwasmiddel­bakje bevat 40 ml afwasmiddel.
40 ml 25 ml 15 ml
Attentie!
Als het afwasmiddelbakje nog dicht is: vergrendeling opzij drukken om het te openen.
Vullen met afwasmiddel
Het afwasmiddelbakje 30 met afwasmiddel vullen.
Neem voor een juiste dosering de gegevens van de fabrikant op de verpakking van het afwasmiddel in acht.
Doordat de reinigingstabletten van verschillend fabrikaat op een verschillende manier oplossen, is het mogelijk dat bij korte programma’s niet de volle reinigingskracht wordt bereikt. Voor deze programma’ s is een reinigingsmiddel in poedervorm beter geschikt.
Bij het programma „Intensief” ca. 10–15 ml afwasmiddel extra op de deur van het apparaat strooien.
13
nl
Besparingstip
Als het serviesgoed niet erg vuil is, kunt u normalerwijze volstaan met minder afwasmiddel dan is aangegeven.
Deksel van het afwasmiddelbakje sluiten: (1) deksel dichtschuiven en tot slot (2) licht erop drukken zodat de sluiting hoorbaar vastklikt.
Bij gebruik van tabletten vindt u op de verpakking waar u de tabletten moet gebruiken (bijv . in de bestekkorf, het afwasmiddelbakje etc.). Let erop dat ook bij gebruik van tabletten het deksel van het afwasmiddelbakje gesloten is.
ATTENTIE !
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN GECOMBINEERDE REINIGINGSPRODUCTEN
Neem bij het gebruik van zogenaamde gecombineerde reinigingsproducten die het gebruik van bijv . glansspoelmiddel of zout overbodig moeten maken, de volgende belangrijke aanwijzingen in acht:
Sommige producten met geïntegreerd glansspoelmiddel werken alleen in bepaalde programma’s optimaal.
Bij apparaten met automatische programma’s hebben dergelijke producten meestal niet het gewenste effect.
Producten die het gebruik van regenereerzout overbodig maken, kunnen alleen binnen een bepaald waterhardheidsbereik gebruikt worden.
Als u deze gecombineerde producten wilt gebruiken, lees dan de gebruiksaanwijzing van deze producten of eventuele aanwijzingen op de verpakking nauwkeurig door!
14
Neem in geval van twijfel contact op met de fabrikant van het reinigingsmiddel, vooral als:
het serviesgoed na afloop van het programma erg nat is.
er kalkaanslag ontstaat.
Bij klachten die direct verband houden met het gebruik van deze producten, kunnen wij niet aansprakelijk gesteld worden!
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Soort serviesgoed bijv . porcelein,
pannen, bestek, glazen, etc.
Soort etensresten bijv . van
Hoeveelheid etensresten
Toestand van de etensresten
Onge-
voelig
Soep, soufflé, saus,
aardappelen,
deegwaren, rijst, eieren,
gebraden gerechten
veel
erg aangekoekt
Gemengd
Soep, aardappelen
deegwaren, rijst,
eieren, gebraden
gerechten
weinig
weinig aangekoekt
Koffie, gebak,
melk, worst,
koude dranken,
salade
heel weinig
Afspoelen
als het
serviesgoed
enkele
dagen tot
de afwas in
het apparaat bewaard
wordt.
nl
Afwas­programma’s
Programma­verloop
Intensief
70°
Voorspoelen
50°
Reinigen
70°
Tussen­spoelen
Tussen­spoelen
Tussen­spoelen
Naspoelen
70°
Drogen
Normaal
65°
Voorspoelen
Reinigen
65°
Tussen­spoelen
Tussen­spoelen
Naspoelen
70°
Drogen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort en de hoeveelheid serviesgoed, resp. van de etensresten kunt u in het programma­overzicht het juiste door u in te stellen programma vinden.
De bijbehorende programmagegevens vindt u in de korte handleiding.
Eco
50°
Voorspoelen
Reinigen
50°
Tussen-
spoelen
Naspoelen
65°
Drogen
Snel
35°
Reinigen
35°
Tussen­spoelen
Naspoelen
55°
Voor-
spoelen
Voorspoelen
15
nl
Afwassen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort en de hoeveelheid serviesgoed, resp. van de etensresten kunt u in het programma­overzicht het juiste door u in te stellen programma vinden.
In het onderste gedeelte van het programma-overzicht vindt u tevens het programmaverloop en de program­magegevens.
Een voorbeeld: bij gemengd serviesgoed met veel en erg aangekoekte etensresten moet u het programma „Normaal“
Besparingstip
Bij een niet vol beladen machine kunt u meestal gebruik maken van een minder sterk programma.
Programmagegevens
De programmagegevens hebben betrekking op normale omstandigheden. Door:
verschillen in de hoeveelheid serviesgoed
de temperatuur van het toegevoerde water
de druk in de waterleiding de omgevingstemperatuur toleranties in de netspanning en de onvermijdelijke toleranties in het
apparaat (bijv . temperatuur,
hoeveelheid water, ...) kunnen grotere afwijkingen optreden. De waarden van het waterverbruik hebben
betrekking op instelwaarde 2 van de waterhardheid.
gebruiken.
Inschakelen van het apparaat
Hoofdschakelaar 1 inschakelen. De indicaties van het laatst gekozen programma branden. Dit programma begint als u geen andere programmatoets hebt ingedrukt. Het programmaverloop start automatisch.
6
Einde van het programma
Het programma is beëindigd als de indicatie einde van het programma de indicatie van het afgelopen programma branden.
3 en
Uitschakelen van het apparaat
Enkele minuten na afloop van het programma:
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. Kraan dichtdraaien
(niet van toepassing bij apparaten met Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het apparaat halen.
Onderbreking van het programma
Hoofdschakelaar 1 uitschakelen. De lichtindicatie gaat uit. Het
programma blijft opgeslagen in het geheugen.
Bij aansluiting op warm water of als de machine al is opgewarmd en de deur van het apparaat geopend werd, de deur eerst een paar minuten op een kier laten staan en daarna dichtdoen. Anders kan door expansie de deur van het apparaat openspringen.
Om het programma door te laten gaan: hoofdschakelaar weer inschakelen.
16
nl
Programma afbreken (Reset)
Alleen als de hoofdschakelaar is
ingeschakeld:
Programmatoetsen
gedurende ca. 3 sec. tegelijkertijd
indrukken.
Het programmaverloop duurt ca. 1 min.
De indicatie einde van het programma
en de indicatie van het afgelopen
programma gaan branden.
Hoofdschakelaar 1 na afloop van het
programma uitschakelen.
Afwasmiddelbakje 30 sluiten. Om een nieuw programma te starten de
hoofdschakelaar en het gewenste programma kiezen.
A en C
1 weer inschakelen
Wijzigen van het programma
Nadat u het apparaat hebt ingeschakeld, kunt u binnen 2 min. een ander programma instellen.
Als het programma hierna gewijzigd moet worden, dan worden eerst de al gestarte programma-onderdelen (bijv . reinigen) afgewerkt.
Schoonmaken en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van het apparaat dragen ertoe bij defecten te voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis. Daarom moet u af en toe de afwasautomaat goed controleren.
Algemene toestand van de machine
Spoelruimte controleren op aanslag van vet en kalk. Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel vullen. Het apparaat zonder serviesgoed in het programma met de hoogste afwastemperatuur starten.
Deurafdichting schoonmaken:
de deurafdichting regelmatig met een vochtig doekje afnemen om resten vuil te verwijderen.
Speciaal zout
Controleer de indicatie zout bijvullen 4 . Indien nodig zout bijvullen.
Glansspoelmiddel
Controleer de indicatie glansspoelmiddel bijvullen op het bedieningspaneel resp. de indicatie in het voorraadreservoir
29 . Indien nodig glansspoelmiddel
bijvullen.
5
Zeven
De zeven 25 zorgen ervoor dat grove etensresten in het spoelwater niet in de afvoerpomp terechtkomen. Door deze etensresten kunnen de zeven verstopt raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en – afhankelijk van het type apparaat – tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder kunt u het zeefsysteem eruit halen. Etensresten verwijderen en de zeven onder stromend water schoonmaken.
17
nl
Bij de montage:
het zevensysteem erin zetten en met
de zeefcylinder vastschroeven.
Sproeiarmen
Kalk en etensresten in het spoelwater kunnen de sproei-openingen en de lagers van de sproeiarmen 22 en 23 blokkeren.
Sproeiopeningen van de sproeiarmen op verstopping door etensresten con­troleren.
Eventueel de onderste sproeiarm 23 naar boven eraf trekken. Bovenste sproeiarm 22 eraf schroeven. Sproeiarmen onder stromend water schoonmaken. Sproeiarmen weer vastdrukken resp. vastschroeven.
18
3 2 1 0
Sproeiarmen
nl
Afvoerpomp
Grove etensresten in het spoelwater die niet door de zeven worden tegengehouden, kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het spoelwater wordt dan niet afgepompt en blijft boven de zeef staan. In dit geval:
eventueel water eruit scheppen.
Zeven 25 eruit halen.
Schroef uit de afdekking schroeven
(torx T 20) en de afdekking eraf halen.
Binnenruimte controleren op vreemde
voorwerpen en deze – indien nodig –
verwijderen.
Afdekking weer aanbrengen en
vastschroeven.
Zeven er weer in zetten en
vastschroeven.
Torx T20
1
2
Opsporing van storingen
Kleine storingen zelf verhelpen
De meest voorkomende storingen in het dagelijks gebruik van het apparaat kunt u zelf verhelpen zonder de hulp van de Servicedienst in te roepen. Hiermee bespaart u kosten en bent u ervan zeker dat u het apparaat weer snel kunt gebruiken. Het volgende overzicht kan u erbij helpen de oorzaken van de ontstane storingen vinden.
Storingen
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet
De zekering in het huis is niet in orde.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De deur van het apparaat is niet goed gesloten.
U hebt geen programmatoets ingedrukt.
De kraan staat niet open. De zeef aan de watertoevoerslang
is verstopt. De zeef bevindt zich aan de aansluiting van de Aqua-Stop resp. van de toevoerslang.
19
nl
Attentie!
Reparaties mogen alleen door een vakkundig monteur worden uitgevoerd. Ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke schade en gevaar voor de gebruiker opleveren.
... aan het apparaat
de onderste sproeiarm draait moeilijk
Sproeiarm door kleine deeltjes of etensresten geblokkeerd.
Deksel van het afwasmiddelbakje kan niet gesloten worden
Doseerreservoir te vol. Mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
Controlelampjes gaan na de afwas niet uit
Hoofdschakelaar nog ingeschakeld.
Er kleven na de afwas resten afwasmiddel in het reservoir
Reservoir was bij het vullen vochtig, alleen een droog reservoir met afwasmiddel vullen.
Na afloop van het programma blijft er water in het apparaat staan
De afvoerslang is verstopt of geknikt.
De afvoerpomp is geblokkeerd. De zeven zijn verstopt. Het programma is nog niet
afgelopen. Wacht op het einde van het programma (de indicatie einde programma brandt).
Functie ”Reset” uitvoeren.
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir voor glansspoelmiddel.
Gemorst spoelmiddel kan bij de volgende spoelbeurt tot overmatige schuimvorming leiden, daarom moet u het gemorste spoelmiddel met een doek verwijderen.
Het programma stopt tijdens de afwas
Stroomtoevoer onderbroken. Watertoevoer onderbroken.
Klappende geluiden tijdens de afwas
Sproeiarm slaat tegen serviesgoed.
Kletterende geluiden tijdens de afwas
Serviesgoed niet goed ingeruimd.
Klappende geluiden van de vul-ventielen
Wordt veroorzaakt door de ligging van de waterleiding en heeft geen invloed op het functioneren van de machine. Deze geluiden kunnen niet verholpen worden.
20
nl
... aan het serviesgoed
Er blijven gedeeltelijk etensresten aan het serviesgoed plakken
Het serviesgoed was niet goed ingeruimd, de waterstralen konden het oppervlak niet bereiken.
De servieskorf was te vol. Het serviesgoed ligt tegen elkaar
aan. Te weinig afwasmiddel gebruikt. Een te zwak programma gekozen. Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien doordat een stuk serviesgoed in de weg stond.
Sproeiers van de sproeiarmen zijn door etensresten verstopt.
De zeven zijn verstopt. Zeven verkeerd ingezet. Afvoerpomp geblokkeerd.
Er ontstaan verkleuringen op kunststof onderdelen
Te weinig afwasmiddel gebruikt. Het afwasmiddel heeft te weinig
bleekwerking. Afwasmiddel met chloor gebruiken.
Er blijven gedeeltelijk witte vlekken op het serviesgoed achter, de glazen blijven melkkleurig
Te weinig afwasmiddel gebruikt. Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld. Ondanks een hoge
hardheidsgraad van het leidingwater geen zout toegevoegd.
Onthardingsinstallatie te laag ingesteld.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed vastgedraaid.
Als u afwasmiddel zonder fosfaat hebt gebruikt, probeer dan eens afwasmiddel met fosfaat ter vergelijking.
Het serviesgoed wordt niet droog
Programma zonder drogen gekozen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld.
Serviesgoed te snel uit het apparaat gehaald.
De glazen zien er dof uit
Hoeveelheid glansspoelmiddel te laag ingesteld.
Resten thee of lippenstift zijn achtergebleven
Het afwasmiddel heeft te weinig bleekwerking.
Een te lage afwastemperatuur gekozen.
Roestsporen op het bestek
Het bestek is niet voldoende roestbestendig.
Het zoutgehalte in het afwaswater is te hoog.
Deksel van het zoutreservoir niet goed vastgedraaid.
Tijdens het navullen te veel zout toegevoegd.
De glazen worden dof en verkleuren, de aanslag kan niet worden afgewreven
Een ongeschikt afwasmiddel gebruikt.
De glazen zijn niet geschikt voor een afwasautomaat.
Op glazen en bestek blijven strepen achter, de glazen zien er metaalachtig uit.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te hoog ingesteld.
21
nl
Inschakelen van de Servicedienst
Als het u niet lukt de fout te verhelpen, schakel dan de Servicedienst in. Het dichtstbijzijnde adres van de Servicedienst vindt u in het telefoonboek of in de meegeleverde brochure met service-adressen. Geef aan de Servicedienst het typenummer (1) en het FD-nummer (2) op. U vindt deze gegevens op het typeplaatje op de deur van het apparaat.
1
FD
2
Opgelet
We willen er u op wijzen dat een bezoek van een technicus van onze klantendienst naar aanleiding van een de beschreven storingen ook tijdens de garantieperiode niet kostenloos is.
Attentie
Richtlijnen bij het afvoeren van uw oude apparaat en van de verpakking
Uw oude apparaat is geen waardeloos afvalproduct. Waardevolle grondstoffen kunnen door een milieuvriendelijke wijze van afvoeren na bewerking opnieuw gebruikt worden.
Bij afgedankte apparaten: stekker uit het stopcontact trekken, aansluitkabel doorknippen en samen met de stekker verwijderen. Deursluiting onklaar maken. Hiermeer voorkomt u dat kinderen zichzelf tijdens het spelen in het apparaat opsluiten en in levensgevaar raken.
Uw nieuwe apparaat werd tijdens het transport naar u door de verpakking beschermd. Voor de verpakking werd gebruik gemaakt van materialen die het milieu kan verdragen en die geschikt zijn voor hergebruik. Help a.u.b. mee aan het beschermen van het milieu door de verpakking op een milieuvriendelijke wijze te (laten) afvoeren.
Kinderen niet met de verpakking en onderdelen ervan laten spelen. Kans op verstikking door vouwkarton en foliemateriaal.
U kunt bij de reinigingsdienst in uw gemeente informeren hoe u uw oude apparaat en het verpakkingsmateriaal van het nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren voor een milieuvriendelijke verwerking.
22
Algemeen
Geïntegreerde en onderbouwapparaten die achteraf als vrijstaand apparaat worden opgesteld, moeten beveiligd worden tegen kantelen, bijv . door vastschroeven aan de muur of door inbouw onder een doorlopend werkblad dat aan de kasten ernaast is vastgeschroefd.
nl
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten functioneren moet hij vakkundig worden aangesloten. De gegevens van de watertoevoer en -afvoer en de elektrische aansluitwaarden moeten met de vereiste criteria overeenkomen zoals deze in de volgende alinea’s resp. in het montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de handelingen aanhouden: – bij aflevering controleren – plaatsen – aansluiten op de waterafvoer – aansluiten op de watertoevoer – elektrische aansluiting
Aflevering
Uw afwasautomaat werd in de fabriek zorgvuldig getest op functioneren waardoor kleine watervlekken zijn achtergebleven. Deze verdwijnen na de eerste afwas.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het montagevoorschrift. Het apparaat met behulp van de verstelbare voetjes waterpas zetten. Let erop dat het apparaat stevig staat.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt u in het montagevoorschrift. Eventueel een sifon met aansluitnippel monteren. Afvoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de aansluitnippel van de sifon aansluiten. Let erop dat de afvoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. (Let er ook op dat de stop niet in de wasbak zit zodat het water ongehinderd kan weglopen!)
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens montagevoorschrift. Toevoerslang met behulp van de meegeleverde onderdelen op de kraan aansluiten.
Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is. Bij vervanging van het apparaat moet ook de watertoevoerslang voor de aansluiting op de kraan vervangen worden. De oude toevoerslang mag niet meer gebruikt worden.
Let erop dat de watertoevoerslang niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld is.
Waterdruk:
minimaal 0,5 bar , maximaal 10 bar. Bij hogere druk een reduceerventiel aanbrengen.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
T emperatuur van het water:
bij voorkeur koud water. Warm water mag maximaal een temperatuur van 60 °C hebben.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften aangebracht, randgeaard stopcontact op 230 volt wisselstroom aansluiten. Zie het typeplaatje de vereiste zekering. Het stopcontact moet zich in de buurt van de afwasautomaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar mag alleen een type met het teken
worden geïnstalleerd. Alleen deze aardlekschakelaar voldoet aan de nu geldende voorschriften.
31 voor
23
nl
Demontage
De volgorde van de handelingen is ook hier belangrijk: allereerst het apparaat loskoppelen van het lichtnet. Stekker uit het stopcontact trekken. Watertoevoer afsluiten. Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer loskoppelen. Bevestigingsschroeven onder het werkblad losdraaien. Indien aanwezig de plint verwijderen. Het apparaat eruit halen en de slang voorzichtig naar voren trekken.
Transport
De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse onderdelen vastzetten. Het apparaat alleen rechtop vervoeren
Als het apparaat niet rechtop wordt
vervoerd, dan kan er resterend water in
het besturingsmechanisme
terechtkomen. Dit kan tot een verkeerd
programmaverloop leiden.
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat niet in een vorstvrije ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje), dan moet u het apparaat helemaal laten leeglopen.
Kraan dichtdraaien, toevoerslang losmaken en laten leeglopen.
24
nl
AQUA-STOP-garantie.
(vervalt bij apparaten zonder Aqua-Stop)
Als aanvulling op de garantie-aanspraken tegenover de verkoper in de koopovereenkomst en als aanvulling op onze garantie op het apparaat wordt u schadeloos gesteld als aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
1. Als door een fout in ons Aqua-Stop-systeem waterschade wordt veroorzaakt vergoeden wij de schade aan particuliere gebruikers.
2. Deze aansprakelijkheidsgarantie geldt voor de levensduur van het apparaat.
3. Voorwaarde voor aanspraak op garantie is dat het apparaat met Aqua-Stop vakkundig en overeenkomstig ons installatievoorschrift is opgesteld en aangesloten; hiertoe behoort ook de vakkundig gemonteerde verlenging van de Aqua-Stop (origineel toebehoren). Onze garantie heeft geen betrekking op defecte toevoerleidingen of armaturen tot aan de Aqua-Stop-aansluiting op de kraan.
4. Tijdens het gebruik van een apparaat met Aqua-Stop hoeft u er in principe niet bij te blijven resp. na het gebruik om veiligheidsredenen de kraan dicht te draaien. Alleen bij langere afwezigheid, bijv. als u een paar weken op vakantie gaat, moet de kraan worden dichtgedraaid.
0 18 05-24 00 25
EUR 0,12/Min.
Constructa Neff
Vertriebs GmbH
Postfach 100 250
80076 München
5 600 052 306
Printed in Germany (8210)
nl
630H
Loading...