De doorgestreepte container wil zeggen dat het product binnen de
Europese Gemeenschap voor gescheiden afvalverzameling moet
worden aangeboden aan het einde van de levensduur van het
product. Dit geldt voor het apparaat, maar ook voor alle toebehoren
die van dit symbool zijn voorzien. Bied deze producten niet aan bij het
gewone huisvuil.
Impressum
NAVIGON AG
Schottmüllerstraße 20A
D-20251 Hamburg
De in deze documentatie aanwezige informatie en gegevens kunnen zonder
voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Zonder uitdrukkelijke toestemming
van NAVIGON AG mag geen deel van deze documentatie voor enig doel worden
vermenigvuldigd of overgebracht, onafhankelijk van het feit op welke manier of met
welke middelen, elektronisch of mechanisch, dit geschiedt. Alle technische
informatie, tekeningen enz. vallen onder de wet op bescherming van het
auteursrecht.
Voor een betere leesbaarheid en ter verduidelijking worden in dit
handboek de volgende schrijfwijzen gehanteerd:
Vet en cursief: productnamen
LEINEHOOFDLETTERS: venster- en dialoognamen
K
Vet: benadrukken van belangrijke tekstpassages
Onderstreept: namen van knoppen, invoervelden en andere
Onderstreept en cursief: namen van bedieningselementen van het
1.1.2 Symbolen
De volgende symbolen verwijzen naar bepaalde tekstpassages:
Aanwijzingen en tips over de bediening van de software
Extra informatie en uitleg
elementen van het gebruikersoppervlak
navigatieapparaat
Waarschuwingen
1.2 Juridische aanwijzingen
1.2.1 Garantie
Wij behouden ons het recht voor op inhoudelijke wijzigingen van de
documentatie en van de sofware zonder voorafgaande kennisgeving.
NAVIGON AG aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de juistheid van
de inhoud of voor schade die voortvloeit uit het gebruik van het
handboek.
Wij zijn steeds dankbaar voor verwijzingen naar fouten of voor
verbeteringssuggesties, om u in de toekomst nog beter presterende
producten te kunnen aanbieden.
- 8 - Inleiding
1.2.2 Handelsmerken
Alle in het handboek vermelde en eventueel door derden beschermde
handelsmerken zijn onbeperkt onderworpen aan de bepalingen van het
telkens geldende merkenrecht en de eigendomsrechten van de telkens
geregistreerde eigenaars. Alle hier genoemde handelsmerken,
handelsnamen of firmanamen zijn of kunnen handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken van hun respectievelijke eigenaars zijn.
Alle rechten die hier niet uitdrukkelijk worden toegekend zijn
voorbehouden.
Uit het ontbreken van een expliciete vermelding van de handelsmerken
die in dit handboek worden gebruikt, kan niet worden afgeleid dat een
naam vrij is van rechten van derden.
►Microsoft, Outlook, Excel, Windows zijn gedeponeerde
handelsmerken van de Microsoft Corporation.
►NAVIGON is een gedeponeerd handelsmerk van NAVIGON AG.
1.3 Vragen over het product
Heeft u vragen over uw product? Bezoek dan onze website
www.navigon.com en klik op "Klantenservice". U vindt daar een bereik
met vaak gestelde vragen (FAQ) en komt te weten hoe u telefonisch of
per e-mail contact met ons kunt opnemen.
2 Voordat u begint
2.1 Leveringsomvang
Controleer a.u.b. of de levering compleet is. Neem onmiddellijk contact
op met de dealer waar u het product heeft gekocht, als de levering niet
compleet is.
Bij het door u gekochte product heeft u ontvangen:
► Navigatieapparaat
► Design-autohouder
► USB-kabel
► Installatiehandleiding met afbeeldingen
Gebruikershandboek Move&Fun
Voordat u begint - 9 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opgelet! Bedien het navigatiesysteem niet terwijl u rijdt, om uzelf en
Opgelet! Kijk alleen op het scherm als u zich in een veilige
2.2 Beschrijving van het navigatieapparaat
1 Touchscreen
2 Aan/Uit
3 Microfoon
4 Sleuf voor microSD-geheugenkaart
5 Mini-USB-bus voor USB-kabel / voedingsapparaat
6 Reset
7 LED
2.3 Belangrijke veiligheidsaanwijzingen
Lees a.u.b. in uw eigen belang de volgende veiligheidsaanwijzingen en
waarschuwingen zorgvuldig door, voordat u uw navigatiesysteem in
gebruik neemt.
2.3.1 Veiligheidsaanwijzingen voor de navigatie
Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico.
anderen tegen ongevallen te beschermen!
verkeerssituatie bevindt!
- 10 - Voordat u begint
Gebruikershandboek Move&Fun
Opgelet! De wegmarkeringen en verkeersborden hebben voorrang op
Opgelet! Volg de instructies van het navigatiesysteem alleen op als de
Opgelet! Wanneer u het navigatieapparaat in het voertuig gebruikt,
Opgelet! Controleer voor elke rit of het navigatieapparaat correct en
Opmerking: Indien u de gesproken instructie eens niet begrepen heeft
Opgelet! Bescherm het apparaat tegen natheid. Het is niet water- en
Opgelet! Stel het navigatieapparaat niet bloot aan overmatige hitte of
Opgelet! Stel uw navigatieapparaat niet bloot aan sterke
Opmerking: Maak een veiligheidskopie (backup) van de gegevens die
de instructies van het navigatiesysteem.
omstandigheden en verkeersregels het toelaten! Het navigatiesysteem
brengt u ook naar uw bestemming als u van de berekende route moet
afwijken.
mag u het alleen monteren in de meegeleverde autohouder.
stevig in de houder zit.
of niet zeker bent wat u aan het volgende kruispunt moet doen, kunt u
zich aan de hand van de weergave met kaart of pijlen snel oriënteren.
2.3.2 Veiligheidsaanwijzingen voor het navigatieapparaat
spatwaterdicht.
Opgelet! Open in geen geval de behuizing van het navigatieapparaat.
kou. Het zou beschadigd kunnen raken of niet meer correct kunnen
functioneren (zie "Technische gegevens", pagina 134).
temperatuurschommelingen. Deze kunnen leiden tot condensvorming.
zich in het interne geheugen van het navigatieapparaat bevinden.
Dat kunt u zeer comfortabel doen met de software NAVIGON Fresh die
u gratis kunt downloaden van de website www.navigon.com/fresh.
Voordat u begint - 11 -
Gebruikershandboek Move&Fun
2.4 Montage/demontage van het navigatiesysteem
Met de installatie van het navigatieapparaat is al rekening gehouden in
het voertuig. In het midden van het dashboard bevindt zich een sleuf
voor de houder van het navigatieapparaat. Via deze houder wordt het
apparaat van stroom voorzien. Verkeersinformatie ontvangt het
apparaat via de antenne van de autoradio. Het apparaat kan worden
gebruikt om de autoradio te bedienen en het krijgt voertuiggegevens
zoals verbruik, tankinhoud, toerental enz. door.
2.4.1 Het navigatieapparaat demonteren
Wanneer u uw nieuwe voertuig in ontvangst neemt, is het
navigatieapparaat al geïnstalleerd. Om diefstal te voorkomen, raden wij
echter aan het navigatiesysteem niet gemonteerd te laten, wanneer u
het voertuig parkeert.
Het navigatieapparaat uit de houder nemen
1. Druk op de knop bovenop de houder (zie afb.).
2. Trek de onderste rand van het navigatieapparaat een beetje van de
houder weg.
3. Neem het apparaat naar boven toe eruit.
- 12 - Voordat u begint
De houder wegnemen
Opgelet! Neem absoluut goed nota van alle veiligheidsaanwijzingen in
1. Druk op de knop onderop de houder (zie afb.).
2. Houd de knop ingedrukt en neem de houder uit de opening.
De afdekking plaatsen
1. Plaats de afdekking op de opening.
2. Druk de afdekking helemaal in de opening.
2.4.2 Het navigatieapparaat monteren
het hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen", pagina 10.
De afdekking wegnemen
In het midden van het dashboard bevindt zich de opening voor de
houder van het navigatieapparaat.
►Verwijder de afdekking op de opening in het dashboard.
De houder plaatsen
1. Plaats de houder passend op de daarvoor bestemde opening.
2. Druk de houder in de opening tot deze hoor- en voelbaar vastklikt.
Het navigatieapparaat in de houder plaatsen
Aan de achterkant van het navigatieapparaat ziet u een cirkel met twee
uitsparingen.
1. Hang het navigatieapparaat met de bovenste uitsparing in de
bovenste neus van de houder.
2. Druk het dan tegen de houder, zodat het vastklikt.
Gebruikershandboek Move&Fun
Voordat u begint - 13 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De laadtijd bedraagt bij een lege accu ca. 3 uur.
Opmerking: Wanneer u extra navigatiekaarten koopt, moeten deze in
Het navigatieapparaat van stroom voorzien
Het navigatieapparaat wordt via de houder van stroom voorzien. Daarbij
wordt ook de accu van het apparaat geladen, zodat het ook buiten het
voertuig kan worden gebruikt, bijv. voor voetgangernavigatie.
De LED op de onderkant van het navigatieapparaat is alleen actief,
wanneer het navigatieapparaat via een oplaadapparaat wordt geladen
of met een USB-kabel op een computer is aangesloten. In dit geval
heeft de kleur van de LED de volgende betekenis:
► Oranje: Het apparaat wordt net geladen.
► Groen: De accu is helemaal vol opgeladen.
Tijdens het laden brandt de LED aan de onderkant van het
navigatieapparaat oranje.
Wanneer de accu helemaal is opgeladen, brandt de LED groen.
De gebruiksduur met een volledig geladen accu bedraagt tot max.
3 uur, afhankelijk van de apparaatconfiguratie.
Verkeersinformatie (TMC)
Het navigatiesysteem beschikt over een geïntegreerde TMC-ontvanger.
Wanneer het in het voertuig is gemonteerd, kan het apparaat actuele
verkeersinformatie ontvangen. Indien gewenst kan het de route
dynamisch wijzigen, om bijv. een file te ontwijken.
2.4.3 Geheugenkaart
Een geheugenkaart is niet nodig om het navigatiesysteem te gebruiken,
omdat alle gegevens die nodig zijn voor de navigatie, in het interne
geheugen van het apparaat opgeslagen zijn.
het interne geheugen van het navigatieapparaat worden opgeslagen. Er
wordt geen rekening gehouden met navigatiegegevens op de
geheugenkaart. De sleuf voor geheugenkaarten is alleen bestemd voor
media die u wilt weergeven met de media-player of de viewer.
Als u het navigatiesysteem met een USB-kabel op uw computer
aansluit, wordt het interne geheugen als station 'NAVIGON' herkend.
De sleuf voor de geheugenkaart wordt als station 'NAVIGON SD'
herkend.
- 14 - Voordat u begint
Gegevensopslag, software-updates en actualiseringen van de
Opgelet! Verwijder de geheugenkaart niet uit het apparaat, terwijl dit
net toegang heeft tot de opgeslagen gegevens, bijv. bij het afspelen van
Opmerking: Een wissel van de geheugenkaart wordt alleen herkend bij
navigatiekaarten voert u snel en comfortabel uit met de software
NAVIGON Fresh, die u gratis kunt downloaden van de website
www.navigon.com/fresh.
muziek of bij het bekijken van foto's. Er zouden gegevens verloren
kunnen gaan.
ingeschakeld apparaat. Als de geheugenkaart niet wordt herkend,
plaats deze dan nogmaals bij ingeschakeld apparaat.
2.5 Navigatie met GPS
GPS is gebaseerd op in totaal minimaal 24 satellieten, die rond de
aarde draaien en daarbij voortdurend hun positie en hun tijd uitzenden.
De GPS-ontvanger ontvangt deze gegevens en berekent uit de
verschillende positie- en tijdinformatie van de verschillende satellieten
zijn eigen geografische positie.
Voor een positiebepaling die exact genoeg is, zijn de gegevens nodig
van ten minste drie satellieten. Met de gegevens van vier of meer
satellieten kan ook de hoogte boven de zeespiegel worden bepaald. De
positiebepaling gebeurt daarbij tot op drie meter nauwkeurig.
Wanneer het navigatiesysteem uw positie heeft bepaald, kan deze
positie als uitgangspunt dienst doen voor een routeberekening.
Het kaartmateriaal van uw navigatieapparaat bevat de geografische
coördinaten van alle digitaal geregistreerde bijzondere bestemmingen
(POI's), straten en plaatsen. Het navigatieapparaat kan zodoende een
weg berekenen vanaf een beginpunt naar een bestemming.
De berekening van de actuele positie en de weergave ervan op de
kaart geschieden ca. één keer per seconde. Zo kunt u op de kaart zien
waar u zich beweegt.
Gebruikershandboek Move&Fun
3 Het navigatieapparaat in- en
uitschakelen
Het navigatieapparaat kent vier verschillende toestanden:
►Aan: Het navigatieapparaat is ingeschakeld en kan worden
bediend.
►Screensaver: Het navigatieapparaat is ingeschakeld. U ziet echter
alleen een screensaver. Zolang de screensaver te zien is, kan het
apparaat niet worden bediend.
Het navigatieapparaat in- en uitschakelen - 15 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Het apparaat wordt ook ingeschakeld, wanneer het bij
De screensaver is alleen beschikbaar, wanneer het apparaat in het
voertuig is gemonteerd.
Wanneer u de screensaver inschakelt, terwijl een navigatie wordt
uitgevoerd, hoort u verder de navigatie-instructies van het apparaat.
Wanneer bij het inschakelen van de screensaver net muziek wordt
afgespeeld, is deze verder te horen.
►Standby: Wanneer u het navigatieapparaat naar standby schakelt,
start het bij de volgende keer inschakelen zeer snel. Het verbruikt
echter in de standby-modus altijd nog een geringe hoeveelheid
energie. Afhankelijk van de laadtoestand kan de accu binnen
enkele dagen tot weken leeg zijn.
►Uit: Als u het apparaat uitschakelt, verbruikt het geen energie. Het
kan dan enkele maanden duren tot de accu helemaal leeg is.
Opnieuw inschakelen zorgt voor een nieuwe start van het apparaat
en duurt enige tijd (ca. 60 seconden). Uw instellingen en uw
opgeslagen bestemmingen en routes blijven behouden.
Het in- en uitschakelgedrag van het navigatieapparaat is afhankelijk van
het feit of het net in het voertuig is gemonteerd of niet.
3.1 In het voertuig gemonteerd apparaat
Wanneer het navigatieapparaat in het voertuig is gemonteerd, hoeft het
niet in- of uitgeschakeld te worden.
3.1.1 Het apparaat inschakelen
Het navigatieapparaat wordt ingeschakeld, wanneer u de ontsteking
inschakelt.
ingeschakelde ontsteking in het voertuig wordt gemonteerd.
Wanneer het navigatieapparaat tevoren op standby werd geschakeld,
verschijnt het venster dat het laatst te zien was.
Wanneer het apparaat tevoren werd uitgeschakeld, duurt het enkele
seconden tot de software opnieuw wordt gestart. Daarna wordt het
venster S
TART geopend.
Wanneer u het apparaat bij uitgeschakelde motor wilt inschakelen, druk
dan zolang op de toets (Aan/Uit) tot het apparaat wordt
ingeschakeld.
3.1.2 Screensaver
De screensaver inschakelen
De screensaver is alleen onder de volgende voorwaarden beschikbaar:
Het apparaat is in het voertuig gemonteerd en ingeschakeld.
- 16 - Het navigatieapparaat in- en uitschakelen
Gebruikershandboek Move&Fun
Via de software NAVIGON Fresh kunt u een functie installeren
Opmerking: Standaard wordt de screensaver ook uitgeschakeld,
De ontsteking van het voertuig is ingeschakeld.
►Druk even op de toets (Aan/Uit).
– of –
►Druk in het venster START op (Uitschakelen).
De screensaver verschijnt. Hierop zijn datum, tijd en buitentemperatuur
te zien.
waarmee u zelf kunt kiezen welke foto als screensaver moet worden
gebruikt. NAVIGON Fresh kunt u gratis downloaden van de website
www.navigon.com/fresh.
Ook op een zelf gekozen foto worden datum, tijd en buitentemperatuur
getoond. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Achtergrond voor de
screensaver" op pagina 114.
De screensaver uitschakelen
►Druk even op de toets (Aan/Uit).
– of –
►Druk op een willekeurig punt van het beeldscherm.
De screensaver verdwijnt. U ziet weer het venster dat actief was bij het
inschakelen van de screensaver.
wanneer u de sleutel uit het contact trekt.
3.1.3 Het apparaat naar standby schakelen
Wanneer u de sleutel uit het contact van het voertuig trekt, verschijnt na
korte tijd een mededeling dat het apparaat binnenkort naar standby
wordt geschakeld.
►Druk op Standby of wacht tot het apparaat vanzef uitgaat.
3.1.4 Het apparaat uitschakelen
Wanneer het apparaat in het voertuig is gemonteerd, hoeft het eigenlijk
niet uitgeschakeld te worden. Wanneer u het apparaat echter langere
tijd niet meer wilt gebruiken, kunt u het toch uitschakelen.
►Druk zolang op de toets (Aan/Uit) tot het apparaat wordt
uitgeschakeld (ten minste 5 seconden).
Het navigatieapparaat in- en uitschakelen - 17 -
Gebruikershandboek Move&Fun
3.2 Niet gemonteerd apparaat
Natuurlijk kunt u het apparaat ook in- en uitschakelen wanneer het niet
in het voertuig is gemonteerd.
3.2.1 Het apparaat inschakelen
►Druk zolang op de toets (Aan/Uit) tot het apparaat wordt
ingeschakeld.
Wanneer het navigatieapparaat tevoren op standby werd geschakeld,
verschijnt het venster dat het laatst te zien was.
Wanneer het apparaat tevoren werd uitgeschakeld, duurt het enkele
seconden tot de software opnieuw wordt gestart. Daarna wordt het
venster S
Wachtwoord vergeten?
Mogelijk heeft u de wachtwoordbeveiliging geactiveerd, maar kunt u
zich het wachtwoord niet meer herinneren.
►Als u het wachtwoord heeft vergeten, gaat u te werk zoals
3.2.2 Screensaver
Wanneer het navigatieapparaat niet door het voertuig van stroom wordt
voorzien, is de screensaver niet beschikbaar.
3.2.3 Het apparaat naar standby schakelen
TART geopend.
beschreven in "Wachtwoord vergeten?" op pagina 22.
►Druk even op de toets (Aan/Uit).
– of –
►Druk in het venster START op (Uitschakelen).
Er verschijnt een melding dat het apparaat binnen enkele seconden
in de standby-modus wordt gezet.
►Wacht tot het apparaat in de standby-modus wordt gezet of druk op
Standby.
3.2.4 Het apparaat uitschakelen
►Druk zolang op de toets (Aan/Uit) tot het apparaat wordt
uitgeschakeld (ca. 5 seconden).
– of –
1. Druk even op de toets (Aan/Uit) (max. 1 seconde).
Er verschijnt een melding dat het apparaat binnen enkele seconden
in de standby-modus wordt gezet.
- 18 - Het navigatieapparaat in- en uitschakelen
Gebruikershandboek Move&Fun
2. Druk op Uitschakelen.
3.3 Eerste start van het navigatieapparaat
Wanneer u het navigatieapparaat voor de eerste keer inschakelt, wordt
u gevraagd de volgende instellingen vast te leggen:
► de taal waarin u de software wilt gebruiken
► de lengte-eenheid voor afstandsgegevens
► het formaat van tijdinformatie
► het formaat van datuminformatie
► de eenheid voor temperatuurinformatie
Wanneer u alle noodzakelijke informatie heeft opgegeven, verschijnt de
volgende melding:
"Let erop, dat de wegenverkeerswet voorrang heeft boven de
aanwijzingen van het navigatiesysteem. Bedien het apparaat niet
tijdens het rijden."
►Wanneer u de tekst volledig gelezen en begrepen heeft, druk dan
op OK.
Het venster STARTwordt geopend.
Vanuit het venster S
TART heeft u toegang tot alle toepassingen van het
navigatieapparaat:
► Navigatie, zie pagina 31
► Voertuig, zie pagina 96
► Media, zie pagina 101
Het navigatieapparaat in- en uitschakelen - 19 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Het venster START kunt u vanuit bijna elk venster openen
Opmerking: Als u het navigatieapparaat gedurende heel lange tijd niet
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
► Telefoon, zie pagina 115
door op de knop (Hoofdmenu) te drukken.
heeft gebruikt, is de batterij eventueel helemaal ontladen.
Wanneer u een stekkervoeding gebruikt of uw apparaat heeft
aangesloten op een PC, moet het apparaat eventueel eerst enkele
minuten worden opgeladen voordat het kan worden ingeschakeld.
Wanneer u het navigatieapparaat correct in het voertuig plaatst, kan het
niet meteen worden ingeschakeld. U moet het dan na ca. twee minuten
met de hand inschakelen.
Oplaadapparaten en ander toebehoren is verkrijgbaar in de NAVIGONonlineshop op www.navigon.com of bij de dealer.
3.4 Handboek
Op het navigatieapparaat is een uittreksel van dit handboek
opgeslagen, waarin de belangrijkste functies van het navigatieapparaat
worden beschreven.
Zo opent u het handboek:
1. Druk in het venster S
Het venster INHOUDSOPGAVEwordt geopend.
2. Druk op de naam van het hoofdstuk dat u wilt lezen.
De inhoud van het hoofdstuk wordt weergegeven.
Met de knoppen (Omhoog) en (Omlaag) kunt u telkens
een beeldschermpagina omhoog of omlaag scrollen.
TART op more > Handboek.
Met de knoppen (Naar links) en (Naar rechts) kunt u het
vorige of volgende hoofdstuk openen.
►Druk op de knop Inhoudsopgave, om het venster Inhoudsopgave te
openen.
►Druk op de knop (Sluiten), om het handboek te sluiten en
weer terug te keren naar het venster START.
3.5 Opties
In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt
bereiken.
"Opties" op pagina 56.
- 20 - Het navigatieapparaat in- en uitschakelen
Gebruikershandboek Move&Fun
4 Wachtwoordbeveiliging
Het navigatieapparaat kan door instellen van een wachtwoord worden
beveiligd tegen gebruik door onbevoegden. Er wordt altijd gevraagd
naar het wachtwoord, wanneer het apparaat niet in uw voertuig is
gemonteerd en wordt ingeschakeld.
Zodra het apparaat in een voertuig is gemonteerd, wordt door het
voertuig het individuele kengetal ervan doorgegeven. Zo kan het
apparaat vaststellen of het in het 'goede' voertuig is gemonteerd. In dit
voertuig wordt er slechts één keer naar het wachtwoord gevraagd.
4.1 Wachtwoordbeveiliging activeren
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Opties > Instellingen > Opties >
Wachtwoordbeveiliging.
Het venster NIEUW WACHTWOORDwordt geopend.
2. Voer in het veld Nieuw wachtwoord een wachtwoord in en druk op
Verder.
3. Voer dit wachtwoord nog een keer in het veld Wachtwoord
bevestigen in.
4. Druk op Inschakelen.
Opmerking: Het wachtwoord moet uit precies 4 cijfers bestaan.
4.2 Wachtwoord wijzigen
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Opties > Instellingen > Opties >
Wachtwoordbeveiliging.
Het venster WACHTWOORD INVOERENwordt geopend.
2. Voer in het veld Wachtwoord invoeren het tot nu toe geldige
wachtwoord in.
3. Druk op Wachtwoord wijzigen.
Het venster NIEUW WACHTWOORDwordt geopend.
4. Voer in het veld Nieuw wachtwoord een wachtwoord in en druk op
Verder.
5. Voer dit wachtwoord nog een keer in het veld Wachtwoord
bevestigen in.
6. Druk op Inschakelen.
Opmerking: Het nieuwe wachtwoord moet uit precies 4 cijfers bestaan.
Wachtwoordbeveiliging - 21 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Meer informatie over de GPS-status vindt u in het hoofdstuk "GPS-
4.3 Wachtwoordbeveiliging opheffen
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Opties > Instellingen > Opties >
Wachtwoordbeveiliging.
Het venster WACHTWOORD INVOERENwordt geopend.
2. Voer in het veld Wachtwoord invoeren het tot nu toe geldige
wachtwoord in.
3. Druk op Uitschakelen.
4.4 Wachtwoord vergeten?
Als u drie keer het wachtwoord foutief heeft ingevoerd, wordt een
venster met aanwijzingen geopend, wat er nu moet worden gedaan.
►Volg de instructies op het beeldscherm.
5 Het navigatiesysteem bedienen
5.1 Informatie
Langs de bovenrand van vele vensters wordt de tijd weergegeven.
Wanneer het apparaat in het voertuig is gemonteerd en de ontsteking
ingeschakeld is, ziet u ook de buitentemperatuur.
Bovendien bevinden zich daar diverse pictogrammen die informatie
aangeven.
GPS
Het pictogram GPS kan de volgende toestanden van de GPS-ontvangst
weergeven:
Geen GPS (Geen symbool): De ingebouwde GPS-ontvanger is niet
gereed voor gebruik. Neem contact met ons op, wanneer dit probleem
zich langer voordoet (zie "Vragen over het product", pagina 9).
Geen signaal: De gegevens van minder dan drie satellieten worden
ontvangen. De positie kan niet worden berekend.
GPS gereed: De gegevens van ten minste 3 satellieten worden
ontvangen. De positie kan worden berekend.
status, actuele locatie opslaan" op pagina 88.
- 22 - Het navigatiesysteem bedienen
Gebruikershandboek Move&Fun
Meer informatie over tracks vindt u in het hoofdstuk "Tracks" op
Track
Het pictogram (Registratie track) geeft aan dat momenteel een
track wordt geregistreerd.
pagina 78.
Kompas
Het pictogram Kompas is alleen beschikbaar in het kaartaanzicht. Het
geeft aan in welke richting u zich net beweegt. Het kan een van de
volgende windstreken weergeven: N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW .
Het pictogram Kompas tonen en verbergen
De weergave van het pictogram Kompas kan worden geactiveerd of
gedeactiveerd.
► Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Navigatie.
► Blader met de knoppen (Naar links) en (Naar rechts) tot
u de instelling Kompas tonen ziet.
De momenteel geldige waarde van de instelling is gemarkeerd
(groen).
►Druk op de knop (Wijzigen), om te wisselen tussen de
waarden.
►Druk op OK.
Energie
Het pictogram Energie kan de volgende toestanden van de
ingebouwde accu weergeven:
Het apparaat is in het voertuig gemonteerd en wordt door het voertuig
van stroom voorzien. De batterij is helemaal opgeladen.
Het apparaat is in het voertuig gemonteerd en wordt door het voertuig
van stroom voorzien. De batterij wordt net geladen.
Het apparaat is in het voertuig gemonteerd en wordt door het voertuig
van stroom voorzien. De accu kan niet worden geladen, omdat de
temperatuur ervan te hoog of te laag is.
Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand
van de batterij is voldoende.
Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand
van de batterij is zwak.
Het navigatiesysteem bedienen - 23 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Deze functie kan alleen worden gebruikt, wanneer in het
Opmerking: De TMC-ontvanger gebruikt de antenne van de autoradio.
Een uitgebreide functiebeschrijving van uw TMC-module vindt u in het
Verkeersinformatie (TMC)
Het navigatiesysteem heeft een geïntegreerde TMC-ontvanger die
actuele verkeersinformatie levert. Daardoor kan het navigatiesysteem
indien gewenst de route dynamisch wijzigen, om bijv. een file te
ontwijken.
land waarin u reist, verkeersinformatie via TMC wordt uitgezonden. Dat
is niet in alle landen het geval.
Het pictogram TMC kan de volgende toestanden van de TMContvangst weergeven:
Zender wordt gezocht (in rode kleur): De TMC-ontvanger is gereed
voor ontvangst, maar vindt geen zender die TMC-signalen uitzendt. Er
is geen verkeersinformatie aanwezig.
Zender wordt gezocht: De TMC-ontvanger is gereed voor ontvangst,
maar vindt geen zender die TMC-signalen uitzendt. Er is echter nog
verkeersinformatie aanwezig. Dat kan bijv. voorkomen als u net door
een tunnel rijdt.
TMC op stand-by (in grijze kleur): Verkeersinformatie kan worden
ontvangen.
Het pictogram Zender wordt gezocht kan daarom ook verschijnen,
wanneer het navigatieapparaat niet in het voertuig is gemonteerd.
hoofdstuk "TMC (Verkeersinformatie)" op pagina 91.
Verkeersinformatie (TP)
De autoradio kan de weergave van muziek of navigatie-instructies
wegdraaien en in plaats daarvan verkeersberichten laten horen,
wanneer deze ontvangen wordt.
Het pictogram TP kan de volgende toestanden weergeven:
Geen TP (Geen symbool): Het apparaat laat geen verkeersberichten
horen.
TP op stand-by (wit): Het apparaat laat verkeersberichten horen.
Wanneer het verkeersbericht beëindigd is, wordt weer de
oorspronkelijke geluidsbron gebruikt.
Zender wordt gezocht (rood): Er wordt gezocht naar een zender die
verkeersberichten uitzendt.
- 24 - Het navigatiesysteem bedienen
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Dit pictogram geeft alleen aan dat het geluid van de
Hoe u het volume van de navigatie-instructies regelt, is beschreven in
Bluetooth / Telefoon
Het navigatieapparaat beschikt over een geïntegreerde Bluetoothhandsfreemodule. Zo kunt u het ook als handsfreeset voor maximaal
twee mobiele telefoons met Bluetooth-functie gebruiken.
Het pictogram Telefoon kan de volgende toestanden van de
handsfreemodule weergeven:
Geen Bluetooth (Geen symbool): de Bluetooth-functie is
uitgeschakeld.
Niet verbonden (rode mobiele telefoon): het navigatieapparaat heeft
geen Bluetooth-verbinding met een ander apparaat.
Verbonden (witte mobiele telefoon): het navigatieapparaat is
verbonden met een mobiele telefoon en kan als handsfreeset worden
gebruikt. Het cijfer geeft aan welke van de beide telefoons momenteel
actief is.
Lopend gesprek (groene mobiele telefoon): de handsfreemodule van
het navigatiesysteem wordt op dat moment gebruikt om te telefoneren.
Het cijfer geeft aan via welke van de beide telefoons het gesprek wordt
gevoerd.
Headset: een headset is verbonden. U hoort alle instructies van het
navigatiesysteem via de headset. De telefoniefuncties van de
handsfreemodule staan niet ter beschikking.
Geluid uitschakelen
Het pictogram Geluid uitschakelen kan de volgende toestanden
weergeven:
Geen symbool: Het geluid van de navigatietoepassing is niet
uitgeschakeld.
Geluid uitschakelen: Het geluid van de navigatietoepassing is
uitgeschakeld. Wanneer u zich in een navigatie bevindt, hoort u geen
rij-instructies.
navigatie-instructies is uitgeschakeld. Het zegt niets over het volume
van de handsfreeset.
het hoofdstuk "Navigatie in de modus Voertuig", deel "Volume", op
pagina 66.
Het navigatiesysteem bedienen - 25 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Een beschrijving van het logboek vindt u in het hoofdstuk "Logboek" op
Logboek
Het pictogram Logboek kan de volgende toestanden weergeven:
Geen symbool: Het logboek is gedeactiveerd. De ritten worden niet
geregistreerd.
Logboek: Het logboek is geactiveerd. Vóór elke navigatie wordt u
gevraagd om de benodigde gegevens voor registratie in het logboek te
verschaffen (reden van de rit, km-stand, …). Maar u kunt de registratie
van de rit ook onderdrukken.
pagina 95.
Media
Wanneer het navigatieapparaat in het voertuig is gemonteerd en door
het voertuig van stroom wordt voorzien, kan het de ingebouwde
autoradio regelen. Het pictogram Media geeft dan aan welke
geluidsbron momenteel actief is.
Geen symbool: De radio is uitgeschakeld of het navigatieapparaat
wordt niet door het voertuig van stroom voorzien.
FM: De actuele geluidsbron is de radio. Deze is ingesteld op FM-
ontvangst.
AM: De actuele geluidsbron is de radio. Deze is ingesteld op AM-
ontvangst.
AUX-IN audio: De actuele geluidsbron is een extern apparaat dat is
aangesloten op de AUX-aansluiting van de autoradio.
BT-Audio: De actuele geluidsbron is een extern apparaat (mobiele
telefoon of smartphone), dat via Bluetooth is verbonden met het
navigatieapparaat.
CD: De actuele geluidsbron is de CD die in de autoradio is geplaatst.
SD-kaart: De actuele geluidsbron is de microSD-kaart die in het
navigatieapparaat is geplaatst.
5.2 Software-toetsenbord
Wanneer tekstinvoeren nodig zijn, verschijnt op het beeldscherm een
software-toetsenbord.
Op het software-toetsenbord kunt u alles met uw vinger invoeren. Er
kunnen alleen hoofdletters worden ingevoerd.
- 26 - Het navigatiesysteem bedienen
Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale tekens
Opmerking: De layout voor het toetsenbord met Latijnse letters kan
Opmerking: Straat- en plaatsnamen kunnen alleen in de taal van het
en accenten in te voeren. Het navigatiesysteem vult deze tekens
automatisch voor u aan. Als u bijv. naar de plaats "Bärnau" zoekt, dan
voert u gewoon "Barnau" in. Speciale tekens kunnen bij de benoeming
van opgeslagen bestemmingen en routes handig zijn.
5.2.1 Speciale toetsen
voegt een spatie in.
wist het teken voor de cursor.
opent het toetsenbord met cijfers.
Latijnse, cyrillische, Griekse letters
opent het toetsenbord met Latijnse letters.
worden geconfigureerd.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen >
Algemeen > Toetsenbord-layout (Latijns).
►Geef op welke layout u wilt gebruiken (QWERTZ, QWERTY,
ABCDEF, AZERTY).
opent het toetsenbord met cyrillische letters.
opent het toetsenbord met Griekse letters.
Voor de invoer van adressen of namen van bijzondere bestemmingen
wordt standaard het toetsenbord voor het schrift van het betreffende
land geopend.
Als u een bestemming wilt opslaan in de Favorieten, of als u een POIcategorie of een land opgeeft, wordt standaard het toetsenbord voor de
taal van het gebruikersoppervlak geopend.
Vanuit het toetsenbord voor cyrillische of Griekse letters kunt u ook
omschakelen naar het toetsenbord voor Latijnse letters. Vele adressen
kunt u dan ook getranslitereerd of in de taal van het
gebruikersoppervlak invoeren.
Voorbeeld: de taal van het gebruikersoppervlak is Nederlands. U wilt
naar Moskou navigeren. U heeft de volgende mogelijkheden:
► "Москва" (cyrillisch)
► "Moskva" (getranslitereerd)
► "Moskou" (Nederlands)
Gebruikershandboek Move&Fun
Het navigatiesysteem bedienen - 27 -
gebruikersoppervlak worden ingevoerd, wanneer deze ook zo in het
gegevensbestand van de kaart aanwezig zijn.
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De lijst wordt automatisch geopend, zodra deze nog maar
Opmerking: Er zijn altijd maximaal 2 schriften beschikbaar.
Speciale tekens, accenten, andere letters
Voor elk schrift is een ander toetsenbord met speciale tekens
beschikbaar.
opent het toetsenbord met Latijnse speciale tekens.
opent het toetsenbord met cyrillische speciale tekens.
opent het toetsenbord met Griekse speciale tekens.
Zodra u een speciaal teken heeft ingevoerd, verschijnt automatisch
weer het toetsenbord met letters.
5.2.2 Gegevens invoeren
In veel gevallen zijn lijsten beschikbaar waaruit u een invoer kunt
selecteren. Dat is bijv. het geval, wanneer u een plaats invoert.
Zodra u de eerste letter heeft ingevoerd, verschijnt de grootste plaats
van het opgegeven land die begint met deze letter.
Zodra u meer letters invoert, verschijnt na elke invoer de eerste plaats
die begint met de ingevoerde letter.
►Als de juiste plaats wordt weergegeven, drukt u op (OK), om
de invoer van de plaats af te sluiten.
U kunt altijd een lijst openen die alle plaatsen bevat waarvan de naam
met de tot dusver ingevoerde letters begint of die de ingevoerde tekst in
hun naam bevatten. Hoe meer letters u had ingevoerd, des te korter is
de lijst.
►Druk op (Lijst openen), om deze lijst weer te geven.
Met de knoppen (Omhoog) en (Omlaag) kunt u in de lijst
bewegen.
►Druk op een invoer in de lijst, om deze invoer in het invoerveld over
te nemen.
Zodra u een invoer heeft overgenomen, wordt de lijst gesloten. De
invoer van de plaats is daarmee afgesloten.
►Druk op (Lijst sluiten), om de lijst te sluiten zonder een invoer
over te nemen.
4 of minder invoeren bevat.
- 28 - Het navigatiesysteem bedienen
5.3 Opties
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
Opmerking: De functie Spraakbesturing is niet in elke taal
In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt
bereiken.
"Opties" op pagina 56.
5.4 Menu's
Sommige knoppen bevatten een menu dat bij bediening van de
knoppen wordt geopend.
►Druk op een menupunt, om de functie ervan uit te voeren.
Wanneer u het menu wilt sluiten zonder één van zijn functies uit te
voeren, dan drukt u op de knop waarmee u het menu heeft geopend.
6 Spraakbesturing
beschikbaar.
Bij talen waarin deze functie beschikbaar is, verschijnt in het venster
N
AVIGATIE de knop Spraakbesturing. Bij niet ondersteunde talen is de
knop Spraakbesturing vervangen door de knop Kaart weergeven.
Vele functies van uw navigatieapparaat kunt u comfortabel per
spraakbesturing opvragen.
6.1 Spraakbesturing activeren
In sommige vensters is de spraakbesturing vanzelf actief. Dat betreft
vooral vensters waarin een antwoord van u wordt verwacht, bijv.
wanneer nieuwe verkeersinformatie betrekking heeft op uw route.
Gebruikershandboek Move&Fun
6.2 Spraakbesturing gebruiken
Als de functies in een venster per spraakbesturing kunnen worden
opgevraagd, verschijnt in de linker bovenhoek van het venster het
pictogram (Spraakbesturing actief).
Een enkel geluidssignaal en het pictogram (Spreken) geven aan
dat het navigatiesysteem op uw spraakbesturing wacht.
►Spreek een commando.
U hoort het positieve bevestigingssignaal (twee hoge tonen), en de
functie wordt uitgevoerd.
Spraakbesturing - 29 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Het geluid van navigatie-instructies, waarschuwingen en
Meer informatie over het opgeven van een navigatiebestemming per
Als het navigatiesysteem uw instructie niet heeft verstaan of als u enige
tijd niets zegt, is het negatieve bevestigingssignaal te horen (twee korte
lage tonen).
►Spreek het commando nogmaals.
Als het navigatiesysteem u ook na meerdere herhalingen niet heeft
verstaan, verschijnt de aanwijzing "Zeg Help".
de media-player is uitgeschakeld, zolang spraakbesturingen van u
worden verwacht.
6.3 Help
Zeg gewoon "Help", als u wilt weten welke spraakbesturingen op dat
moment mogelijk zijn. In bijna alle vensters waarin spraakbesturing
wordt ondersteund, zegt het navigatiesysteem u dan welke
commando's u in het actuele venster kunt spreken.
6.4 Deactivering van de spraakbesturing
De spraakbesturing wordt onder de volgende omstandigheden
gedeactiveerd:
►Als u het navigatieapparaat met de vinger bedient, terwijl een
spraakinvoer van u wordt verwacht.
►Bij een binnenkomend gesprek en tijdens een lopend
telefoongesprek, als het navigatieapparaat als handsfreeset wordt
gebruikt.
6.5 Spraakbesturing configureren
U kunt configureren voor welke taken u spraakbesturing wilt gebruiken.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen >
Algemeen > Spraakbesturing gebruiken.
Geef op voor welke taken u spraakbesturing wilt gebruiken:
►Volledig: U kunt de volledige functie-omvang van de
spraakbesturing gebruiken.
►Antwoorden: U kunt adressen opgeven en antwoorden op
vragen van het navigatieapparaat.
►Adressen opgeven: U kunt alleen adressen via spraakbesturing
opgeven.
spraakbesturing vindt u in het hoofdstuk "Bestemming per
spraakbesturing opgeven", pagina 34.
- 30 - Spraakbesturing
Meer informatie over het bellen per spraakbesturing vindt u in het
hoofdstuk "Bellen via spraakinvoer", pagina 125.
Opmerking: Informatie over de configuratie van het navigatiesysteem
Opgelet! Neem absoluut goed nota van alle veiligheidsaanwijzingen in
Het volume van de assistent voor de spraakbesturing kan onafhankelijk
van het volume van de navigatie-instructies worden geregeld. Zo kunt u
invoerverzoeken ook horen wanneer u het geluid van de navigatieinstructies heeft uitgeschakeld.
1. Druk in het venster N
AVIGATIE op Opties > Instellingen >
Algemeen > Volume van assistent.
2. Leg het volume van de assistent vast.
vindt u in het hoofdstuk "Het navigatiesysteem configureren" op
pagina 132.
7 Navigatie
Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico.
het hoofdstuk "Belangrijke veiligheidsaanwijzingen", pagina 10.
Gestoorde GPS-ontvangst
Wanneer de GPS-ontvangst gestoord is (bijv. omdat u zich in een
tunnel bevindt), wordt de navigatie voortgezet. Het navigatiesysteem
berekent uw vermoedelijke positie dan uit de routegegevens en uw
rijgedrag tot nu toe. Zodra weer GPS-signalen worden ontvangen,
wordt de navigatie met werkelijke GPS-gegevens voortgezet.
Bereiken van de plaats van bestemming
Wanneer u de opgegeven bestemming heeft bereikt, wordt een
dienovereenkomstige melding gesproken.
Op de kaart wordt dan alleen nog uw actuele locatie (rode pijl) en de
eindvlag aangegeven.
Gebruikershandboek Move&Fun
7.1 Navigatietoepassing starten
U heeft het navigatieapparaat ingeschakeld. Het venster STAR T is
geopend.
►Druk op Navigatie.
Het venster NAVIGATIEwordt geopend. Van daaruit heeft u toegang tot
alle functies van de navigatietoepassing.
Navigatie - 31 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Voor een correcte ontvangst van de GPS-gegevens heeft
Opmerking: Direct nadat het pictogram GPS de toestand GPS gereed
Opmerking: De initialisatie slaagt het snelst, wanneer u niet begint te
Meer informatie over het pictogram GPS vindt u in het hoofdstuk "GPS"
Terug naar het venster Start
U komt op elk moment bij het venster START, wanneer u op de knop
(Start) drukt. De actuele toepassing wordt daardoor niet
beëindigd.
Initialisatie van de GPS-ontvanger
de GPS-ontvanger vrij zicht naar de satellieten nodig. Tunnels, zeer
smalle straten tussen huizen of spiegelingen bij huisgevels kunnen de
GPS-ontvangst sterk beperken of zelfs onmogelijk maken. Als de GPSontvanger of het navigatieapparaat zich in een voertuig bevindt, kan
een voorruit met een metaallaagje of een voorruitverwarming de
oorzaak zijn voor de slechte GPS-ontvangst.
Zodra het navigatieapparaat is ingeschakeld, begint de initialisatie van
de GPS-ontvanger.
De eerste initialisatie van de geïntegreerde GPS-ontvanger vindt pas
plaats, nadat de navigatietoepassing voor de eerste keer werd gestart.
Dit kan tot 5 minuten duren.
Telkens wanneer daarna het navigatieapparaat wordt ingeschakeld,
begint de GPS-ontvangst binnen korte tijd.
Wanneer het navigatieapparaat langer dan een week niet was
ingeschakeld, kan de volgende initialisatie tot 10 minuten duren.
aangeeft, kan de nauwkeurigheid van de positiebepaling nog enkele
minuten lang verminderd zijn.
In de rechter bovenhoek van het scherm ziet u het pictogram GPS.
Zodra de gegevens van ten minste drie satellieten worden ontvangen,
wisselt het naar (GPS gereed).
rijden voordat de initialisatie is voltooid.
op pagina 22.
Terug naar het venster Navigatie
Het venster NAVIGATIEwordt geopend als de navigatietoepassing wordt
gestart.
Als een ander venster van de navigatietoepassing geopend is, druk dan
- 32 - Navigatie
op (Terug). U komt dan in het venster van waaruit u bent
gekomen.
►Druk zo vaak op (Terug) tot het venster NAVIGATIE
Opmerking: Als u voor de eerste keer een nieuwe bestemming
geopend is.
7.2 Bestemming opgeven
Onder Nieuwe bestemming geeft u bestemmingen op waarheen u nog
niet heeft genavigeerd of die u niet heeft opgeslagen. U kunt hier
►het adres van de bestemming opgeven (zie "Adres van de
bestemming invoeren", pagina 35).
►de coördinaten van de bestemming opgeven (zie "Coördinaten
►een bestemming in de snelle toegang kiezen (zie "Bijzondere
bestemmingen in de snelle toegang", pagina 42).
opgeeft, wordt u gevraagd het land te selecteren waarin uw
bestemming ligt.
Onder Mijn bestemmingen staan de volgende lijsten met bestemmingen
of adressen ter beschikking:
►FAVORIETEN: alle bestemmingen die u ingevoerd en daarna
opgeslagen heeft (zie "Favorieten", pagina 43).
In de lijst F
bestemmingen opgeslagen:
► Mijn adres: het als thuisadres opgeslagen adres (zie
► Mijn voertuig: de locatie van uw voertuig wordt automatisch
► Mijn startpunt: het startpunt van de laatste navigatie wordt
► LAATSTE BESTEMMINGEN: bestemmingen waarnaar u al eens heeft
genavigeerd (zie "Laatste bestemmingen", pagina 44).
►GEÏMPORTEERDE ADRESSEN: alle bestemmingen die u uit Microsoft
Outlook of uit andere gegevensbronnen heeft geïmporteerd (zie
"Geïmporteerde adressen: Outlook / internet", pagina 44 en
"Geïmporteerde adressen uit het telefoonboek", pagina 45).
AVORIETEN worden bovendien drie speciale
"Thuisadres vastleggen", pagina 49).
opgeslagen, wanneer u het voertuig verlaat.
automatisch opgeslagen.
Gebruikershandboek Move&Fun
Navigatie - 33 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Er kan alleen worden gekozen uit landen waarvan de
7.2.1 Land van bestemming opgeven
Linksboven in de vensters ADRES, POI IN EEN PLAATS en POI IN HET
HELE LAND
bevindt zich de knop Land. Deze laat de vlag zien van het
land waarin momenteel bestemmingen voor navigatie kunnen worden
opgegeven.
Wanneer uw bestemming in een ander land ligt, ga dan als volgt te
werk:
1. Druk op de knop Land.
2. Voer de naam in van het land waarin uw bestemming ligt.
Op de knop wordt de vlag van het land van bestemming getoond.
kaart voor het navigatieapparaat beschikbaar is.
7.2.2 Bestemming per spraakbesturing opgeven
Heel comfortabel is het opgeven van de bestemming via spraakinvoer.
1. Druk in het venster N
AVIGATIE op Spraakbesturing.
Het venster SPRAAKBESTURINGwordt geopend.
Adres opgeven
2. Zeg "Adres".
Boven wordt het land aangegeven waarvoor adressen kunnen
worden opgegeven.
►Druk op het land, als uw adres van bestemming in een ander
land ligt. Volg daarna de instructies van het navigatiesysteem.
De adresgegevens worden in de volgorde Stad > Straat >
Huisnummer opgevraagd.
3. Volg de instructies van het navigatiesysteem.
Als het opgeven van het adres is beëindigd, gaat de kaart open in
de modus Preview. De bestemming wordt op de kaart
weergegeven.
Bijzondere bestemming in de buurt opgeven
2. Zeg "POI in de omgeving".
3. Zeg welke categorie bijzondere bestemmingen u wilt (bijv. "Hotel").
Een lijst met hotels in de buurt wordt geopend.
4. Zeg het cijfer van het hotel waarheen u wilt navigeren.
Zeg "Omhoog" of "Omlaag", om in de lijst te bladeren.
Als u een bestemming heeft gekozen, wordt de kaart in de modus
Preview geopend. De bestemming wordt op de kaart weergegeven.
- 34 - Navigatie
Een favoriet of een adres uit het telefoonboek opgeven
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Opmerking: De functie Spraakbesturing is niet voor elke taal
Opmerking: De volgende beschrijving gaat uit van Stad eerst als
2. Zeg "Mijn bestemmingen".
3. Een lijst wordt geopend. Deze bevat de bestemmingen van de lijst
F
AVORIETEN, bestemmingen die uit Outlook werden geïmporteerd
en bestemmingen uit het telefoonboek van een verbonden mobiele
telefoon.
4. Zeg het cijfer van de bestemming waarheen u wilt navigeren.
Zeg "Omhoog" of "Omlaag", om in de lijst te bladeren.
Als u een bestemming heeft gekozen, wordt de kaart in de modus
Preview geopend. De bestemming wordt op de kaart weergegeven.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
beschikbaar. In de talen waarin deze functie niet beschikbaar is, wordt
de knop Spraakbesturing vervangen door de knop Kaart weergeven.
7.2.3 Adres van de bestemming invoeren
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Nieuwe bestemming > Adres
invoeren.
volgorde voor de adresinvoer.
Als zich op het navigatieapparaat de kaart van een land bevindt waarin
gewoonlijk eerst de straat wordt aagegeven (bijv. Zweden, Noorwegen,
...), dan kunt u ook Straat eerst als invoervolgorde kiezen.
U kunt de volgorde in het venster NAVIGATIEonder Opties >
Instellingen > Algemeen > Volgorde van adresgegevens vastleggen.
Denk er echter aan dat de invoervolgorde Straat eerst niet voor alle
landen mogelijk is. In dit geval moet u dan de stad eerst opgeven.
Het venster ADRESwordt geopend.
1. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in.
2. Voer de naam van de straat van bestemming in.
3. Voer het huisnummer in. Wanneer u het huisnummer niet kent, dan
laat u het veld leeg.
Wanneer u het huisnummer niet kent, maar wel de naam van een
dwarsstraat in de buurt, druk op het veld Dwarsstraat en voer daar
deze naam in. Het navigatiesysteem berekent dan een route naar
de kruising van de beide opgegeven straten.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
Gebruikershandboek Move&Fun
Navigatie - 35 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De knop MyRoutes activeren is alleen beschikbaar
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Opmerking: U hoeft niet alle adresgegevens in te voeren. U kunt ook
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
wanneer u alle adresgegevens heeft opgegeven. U kunt deze instelling
echter ook onder Opties > Instellingen > Navigatie > MyRoutes
activeren.
4. Druk op Navigatie starten, om naar het opgegeven adres te
navigeren.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
Soms kan de bestemming niet duidelijk worden bepaald, omdat de
opgegeven combinatie van plaats- en straatnaam misschien vaker
voorkomt.
In dit geval wordt een venster geopend waarin alle bij uw invoer
passende adressen met extra informatie worden getoond.
►Druk op het adres waarheen u wilt navigeren.
Als het opgegeven huisnummer niet op de kaart geregistreerd is,
bevat het venster alleen een adres met het huisnummer dat het
dichtst bij het opgegeven huisnummer ligt.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
eerder op (Navigatie starten) drukken.
Wanneer u alleen de stad invoert, zal het navigatieapparaat een route
naar het stadscentrum berekenen.
Wanneer u alleen stad en straat, maar noch een huisnummer noch een
dwarsstraat invoert, zal het navigatieapparaat de beste route naar deze
straat berekenen.
7.2.4 Coördinaten invoeren
U kunt ook de geografische coördinaten van uw bestemming invoeren.
De coördinaten kunt u als decimale graden of in graden, minuten en
seconden opgeven.
1. Druk in het venster N
Coördinaten invoeren.
Het venster COÖRDINATEN INVOERENwordt geopend.
- 36 - Navigatie
AVIGATIE op Nieuwe bestemming >
Gebruikershandboek Move&Fun
Invoer als decimaal getal
2. Voer de breedtegraad in.
Begin de invoer met een min-teken, als u een zuidelijke
breedtegraad wilt invoeren.
3. Voer de lengtegraad in.
Begin de invoer met een min-teken, als u een westelijke
lengtegraad wilt invoeren.
Invoer met minuten / seconden
2. Voer de breedtegraad in.
Gebruik voor de invoer van de eenheden de betreffende knoppen
die op het toetsenbord verschijnen:
(graden), (minuten), (seconden).
De knop (N Z) naast het invoerveld geeft aan of het gaat om een
noordelijke of zuidelijke breedtegraad. De actieve instelling is met
een kleur gemarkeerd (groen).
►Druk op de knop, als u de actuele instelling wilt wijzigen.
3. Voer de lengtegraad in.
Gebruik voor de invoer van de eenheden de betreffende knoppen
die op het toetsenbord verschijnen:
(graden), (minuten), (seconden).
De knop (O W) naast het invoerveld geeft aan of het gaat om een
oostelijke of westelijke lengtegraad. De actieve instelling is met een
kleur gemarkeerd (groen).
►Druk op de knop, als u de actuele instelling wilt wijzigen.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
4. Druk op Navigatie starten, om naar het opgegeven adres te
navigeren.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
Navigatie - 37 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Als de bestemming waarvan u de coördinaten invoert, niet
ligt op het wegennet dat de kaart bestrijkt, dan vindt de navigatie tot aan
Opmerking: Wanneer u eigen POI's heeft aangelegd, staan deze
Opmerking: De GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de
het dichtstbij gelegen wegpunt plaats in de modus die is vastgelegd
door het gekozen routeprofiel. Vanaf dit punt wisselt het
navigatiesysteem automatisch naar de modus Offroad (zie "Navigatie
in de modus Offroad", pagina 69).
7.2.5 Bijzondere bestemming
Bijzondere bestemmingen, ook kortweg POI (Point Of Interest)
genoemd, zijn handige adressen die volgens bepaalde criteria zijn
geordend.
Tot de bijzondere bestemmingen behoren lucht- en veerboothavens,
restaurants, hotels, tankstations, openbare voorzieningen, artsen,
ziekenhuizen, winkelcentra en andere.
Bijzondere bestemmingen kunnen door een symbool op de kaart
worden weergegeven. Druk in het venster N
Instellingen > Weergave van kaart > Getoonde categorieën om in te
stellen welke categorieën op de kaart worden weergegeven.
onder de categorie MyPOIs ter beschikking. Meer informatie over het
aanmaken van eigen POI's vindt u in het hoofdstuk "MyPOIs: Eigen
POI's", pagina 76.
Bijzondere bestemming in de buurt
Bijzondere bestemmingen in de buurt zijn bijzondere bestemmingen die
zich in een bepaalde omtrek van uw actuele locatie bevinden. U kunt zo
bijv. altijd gemakkelijk het volgende tankstation vinden, waar u zich ook
bevindt.
AVIGATIE op Opties >
positiebepaling. Voldoende GPS-ontvangst herkent u aan het symbool
(GPS gereed).
Wanneer de GPS-ontvangst niet voldoende is, worden bijzondere
bestemmingen in de buurt van de laatst bekende positie gezocht.
Wanneer er geen laatst bekende positie is, is de functie POI in de omgeving niet beschikbaar.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Initialisatie van de GPSontvanger" op pagina 32.
- 38 - Navigatie
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: In de snelle toegang staan 3 categorieën bijzondere
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
bestemmingen uit de actuele omgeving ter beschikking, waarheen snel
en zonder verdere invoer kan worden gezocht.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Bijzondere bestemmingen in
de snelle toegang" op pagina 42.
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Nieuwe bestemming > POI
zoeken > in de omgeving.
Het venster POI IN DE OMGEVING wordt geopend.
2. Geef op uit welke categorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken. Categorieën waaruit in uw omgeving geen bestemming
aanwezig zijn, kunt u niet opgeven.
Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt
de lijst Subcategorie geopend.
3. Geef op uit welke subcategorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken.
De lijst Bestemming wordt geopend. Deze bevat, op afstand
gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven
categorie die het dichtst in de buurt liggen.
4. Als de lijst heel lang is:
►Druk op (Lijst sluiten).
Het toetsenbord verschijnt.
► Voer enkele letters van de bestemming in.
► Druk op (Lijst openen).
De lijst bevat alleen nog de bestemmingen die beginnen met de
ingevoerde letters.
5. Druk op de naam van de bestemming.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
6. Druk op Navigatie starten.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
Navigatie - 39 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Bijzondere bestemming van nationale betekenis
Bijzondere bestemmingen van nationale betekenis zijn luchthavens,
bezienswaardigheden en monumenten van nationale betekenis, grotere
havens e.d. Zo kunt u bijv. bekende bezienswaardigheden ook vinden,
wanneer u niet weet bij welke plaats deze horen.
1. Druk in het venster N
zoeken > in het hele land.
Het venster POI IN HET HELE LAND wordt geopend.
2. Geef op uit welke categorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken.
De lijst Bestemming wordt geopend. Deze bevat de bijzondere
bestemmingen van de opgegeven categorie in alfabetische
volgorde.
3. Als de lijst heel lang is:
►Druk op (Lijst sluiten).
Het toetsenbord verschijnt.
► Voer enkele letters van de bestemming in.
► Druk op (Lijst openen).
De lijst bevat alleen nog de bestemmingen die beginnen met de
ingevoerde letters of deze letters bevatten.
4. Druk op de naam van de bestemming.
Het venster D
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
5. Druk op Navigatie starten.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
AVIGATIE op Nieuwe bestemming > POI
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
- 40 - Navigatie
Gebruikershandboek Move&Fun
Bijzondere bestemming uit een bepaalde plaats
Bijzondere bestemmingen uit een bepaalde plaats kunnen bij de
navigatie naar een vreemde stad handig zijn.
1. Druk in het venster N
zoeken > in een plaats.
Het venster POI IN EEN PLAATS wordt geopend.
2. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in.
3. Geef op uit welke categorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken. Categorieën waaruit in de opgegeven stad geen
bestemmingen aanwezig zijn, kunt u niet opgeven.
Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt
de lijst Subcategorie geopend.
4. Geef op uit welke subcategorie u een bijzondere bestemming wilt
zoeken.
De lijst Bestemming wordt geopend. Deze bevat, alfabetisch
gesorteerd, bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie.
5. Als de lijst heel lang is:
►Druk op (Lijst sluiten).
Het toetsenbord verschijnt.
► Voer enkele letters van de bestemming in.
► Druk op (Lijst openen).
De lijst bevat alleen nog de bestemmingen die beginnen met de
ingevoerde letters of deze letters bevatten.
6. Druk op de naam van de bestemming.
Het venster D
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
Soms kan de bestemming niet duidelijk worden bepaald, omdat er
bijvoorbeeld in de opgegeven stad meerdere restaurants met
dezelfde naam zijn.
In dit geval wordt een venster geopend waarin alle bij uw invoer
passende bestemmingen met extra informatie worden getoond.
►Druk op de bestemming waarheen u wilt navigeren.
7. Druk op Navigatie starten.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
AVIGATIE op Nieuwe bestemming > POI
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Navigatie - 41 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Opmerking: De GPS-ontvangst moet voldoende zijn voor de
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
7.2.6 Bijzondere bestemmingen in de snelle toegang
In de snelle toegang staan 3 categorieën bijzondere bestemmingen ter
beschikking. Bestemmingen in uw buurt die met een van deze
categorieën overeenkomen, kunt u snel en zonder verdere invoer in
een lijst laten weergeven.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Instellingen > Algemeen,
om in te stellen welke categorieën of subcategorieën in de snelle
toegang ter beschikking staan.
positiebepaling. Voldoende GPS-ontvangst herkent u aan het symbool
(GPS gereed).
Wanneer de GPS-ontvangst niet voldoende is, worden bijzondere
bestemmingen in de buurt van de laatst bekende positie gezocht.
Wanneer er geen laatst bekende positie is, is de functie POI in de omgeving niet beschikbaar.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Initialisatie van de GPSontvanger" op pagina 32.
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Nieuwe bestemming.
Het menu NIEUWE BESTEMMINGwordt geopend.
In het bereik Snelle toegang zijn pictogrammen van de categorieën
afgebeeld waarvan de bijzondere bestemmingen in de snelle
toegang ter beschikking staan.
2. Druk op de categorie waaruit u een bijzondere bestemming zoekt.
Een lijst wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de
bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie die het
dichtst in de buurt liggen.
3. Druk op de naam van de bestemming, om de navigatie daar
naartoe te starten.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
7.2.7 Informatie over de bestemming
Over vele bestemmingen die u opgeeft, is meer informatie in de
database van het navigatiesysteem opgeslagen.
- 42 - Navigatie
Bij vele restaurants is bijv. een telefoonnummer opgeslagen. U kunt dan
Informatie over het opslaan van een bestemming is te vinden in het
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
meteen daar bellen en bijv. een tafel reserveren.
Een van de hierboven beschreven vensters voor invoer van een
bestemming is geopend.
►Druk op Opties > Info.
Het venster INFORMATIE OVER BESTEMMINGwordt geopend. Het bevat
alle informatie die in de database van het navigatiesysteem aanwezig is
over de opgegeven bestemming.
►Druk op Sluiten, om het venster INFORMATIE OVER BESTEMMING weer
te sluiten.
►Druk op (Op kaart tonen), om de bestemming op de kaart te
zien.
►Druk op (Bestemming opslaan), om de bestemming in de lijst
FAVORIETEN op te slaan.
7.2.8 Favorieten
Bestemmingen waar u steeds weer heen wilt rijden, kunt u opslaan in
de lijst F
In de lijst F
opgeslagen.
hoofdstuk "Bestemming opslaan" op pagina 49.
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Mijn bestemmingen > Favorieten.
2. Druk op de bestemming waarheen u wilt navigeren.
3. Druk op Navigatie starten.
AVORIETEN.
AVORIETEN kunnen maximaal 500 bestemmingen worden
Het venster D
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
Gebruikershandboek Move&Fun
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
Navigatie - 43 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Favorieten worden op de kaart door een klein vlaggetje
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Opmerking:NAVIGON Sync kunt u gratis downloaden van onze
met hun naam weergegeven.
7.2.9 Laatste bestemmingen
Het navigatiesysteem slaat de laatste 12 bestemmingen waarheen u
een navigatie heeft gestart, op in de lijst L
1. Druk in het venster N
AVIGATIE op Mijn bestemmingen > Laatste
AATSTE BESTEMMINGEN.
bestemmingen.
2. Druk op de bestemming waarheen u wilt navigeren.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
3. Druk op Navigatie starten.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
7.2.10 Geïmporteerde adressen: Outlook / internet
Met de software NAVIGON Sync kunt u contactadressen die u in
Microsoft Outlook op uw computer heeft opgeslagen, naar uw
navigatiesysteem exporteren.
Bovendien kunt u vanuit veel routeplanners op het internet het
ingevoerde adres van de bestemming direct naar uw navigatiesysteem
kopiëren. Deze functie is op de betreffende internetpagina duidelijk te
zien, als zij door deze pagina wordt aangeboden.
internetsite www.navigon.com/manuals.
Contacten waarvoor meerdere adressen zijn opgeslagen, verschijnen
met elk adres een keer in de lijst G
1. Druk in het venster N
AVIGATIE op Mijn bestemmingen >
EÏMPORTEERDE ADRESSEN.
Geïmporteerde adressen > Outlook / internet.
2. Druk op het adres waarheen u wilt navigeren.
Het venster D
- 44 - Navigatie
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Gebruikershandboek Move&Fun
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
3. Druk op Navigatie starten.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken en daarheen te navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
7.2.11 Geïmporteerde adressen uit het telefoonboek
U kunt het telefoonboek van een via Bluetooth verbonden mobiele
telefoon naar het navigatieapparaat importeren. Adressen uit het
telefoonboek vindt u in de lijst G
TELEFOONBOEK
.
1. Druk in het venster N
Geïmporteerde adressen > Uit het telefoonboek.
2. Selecteer het gewenste contact uit het telefoonboek.
3. Druk op het adres waarheen u wilt navigeren.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
Op de knop MyRoutes activeren staat of meerdere routevoorstellen
moeten worden berekend (Ja) of niet (Nee).
►Druk op de knop MyRoutes activeren, om de instelling te
wijzigen.
4. Druk op Navigatie starten.
- of -
Druk op Parkeren, om een parkeerplaats in de buurt van uw
bestemming te zoeken.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
EÏMPORTEERDE ADRESSEN UIT HET
AVIGATIE op Mijn bestemmingen >
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
7.2.12 Naar huis navigeren
U kunt een adres als thuisadres opslaan. De navigatie daar naartoe kan
dan op elk moment door bedienen van één enkele knop worden gestart.
Navigatie - 45 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Meer informatie over het opslaan van het thuisadres vindt u in het
Opmerking: Hoe u het weergegeven kaartfragment zo verandert dat uw
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk
hoofdstuk "Thuisadres vastleggen" op pagina 49.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Naar huis.
Wanneer u uw adres nog niet heeft opgegeven, wordt u in een
dialoogvenster daarop gewezen.
De navigatie start. Hetzelfde routeprofiel als bij de laatste navigatie is
van toepassing.
7.2.13 Bestemming op de kaart bepalen
U kunt de bestemming voor een navigatie direct op de kaart bepalen.
Naast de plaatsen en straten kunt u zo ook bijzondere bestemmingen
snel kiezen.
1. Druk in het venster N
- of -
Wanneer spraakbesturing op uw navigatieapparaat en voor uw taal
beschikbaar is:
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Kaart weergeven.
2. Druk op (Bestemming zoeken).
De kaart gaat open in de modus Bestemming zoeken.
3. Druk op het punt waarheen u wilt navigeren.
bestemming daarop goed zichtbaar is, kunt u nalezen in het hoofdstuk
"Kaart in de modus Bestemming zoeken" op pagina 70.
Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt, verschijnt onder
het dradenkruis.
In het onderste derde deel van het beeldscherm verschijnen de
geografische coördinaten van het punt van bestemming en het
betreffende adres.
AVIGATIE op Kaart weergeven.
4. Druk op (OK).
Het venster BESTEMMING OP DE KAARTwordt geopend. In de linker
bovenhoek staan de gedetailleerde adresgegevens van het
gekozen punt van bestemming.
5. Druk op Daarheen navigeren.
De kaart gaat open in de modus Preview. De bestemming wordt op
de kaart weergegeven.
"Routepreview" op pagina 47. Lees daar a.u.b. verder.
- 46 - Navigatie
7.2.14 Routepreview
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Kaart in de modus Preview",
Opmerking: Als u een voetgangersprofiel kiest, wordt een speciaal voor
Informatie over het aanmaken en kiezen van routeprofielen vindt u in
Informatie over de functionaliteit van het venster R
De kaart is geopend in de modus Preview.
De navigatiebestemming is door een klein vlaggetje weergegeven.
pagina 60.
Routeprofiel
Aan de berekening van de route ligt een routeprofiel ten grondslag. Het
actuele routeprofiel wordt rechtsboven aan de rand van de kaart
weergegeven.
Routeprofielen houden rekening met karakteristieken eigenschappen
en bijzonderheden van de verschillende manieren van voortbeweging.
Een routeprofiel voor fietsen zal bijv. geen autosnelwegen bij de
routeberekening betrekken, in plaats daarvan echter wel wegen die
voor andere voertuigen zijn verboden. Bovendien worden met een
fietsprofiel andere aankomsttijden berekend dan bijv. met een motor.
voetgangers ontwikkelde manier van navigatie gestart (zie "Navigatie in
de modus Voetganger", pagina 67).
►Druk op de knop Routeprofiel, als u een ander routeprofiel wilt
kiezen.
het hoofdstuk "Routeprofielen" op pagina 72.
Gebruikershandboek Move&Fun
Routebeschrijving
►Als u een gedetailleerde routebeschrijving wilt zien, druk dan op
Opties > Routebeschrijving.
vindt u in het hoofdstuk "Routebeschrijving" op pagina 89.
MyRoutes
Als de functie MyRoutes is geactiveerd, berekent het navigatiesysteem
op basis van het actueel ingestelde routeprofiel tot max. drie routes en
geeft deze in verschillende kleuren (groen, rood, blauw) en met een
nummer op de kaart aan. Bij elke route is er een knop met hetzelfde
nummer en een symbool in dezelfde kleur.
Bij de bepaling van de aankomsttijd of de rijduur houdt het
navigatiesysteem rekening met andere factoren zoals bijv. dag van de
week en tijdstip, vooral echter ook met uw rijstijl tot nu toe.
Navigatie - 47 -
OUTEBESCHRIJVING
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Ook als de functie MyRoutes is geactiveerd, kan soms
Opmerking: Als u de bestemming op de kaart had gekozen, is de knop
Opmerking: Favorieten worden op de kaart door een klein vlaggetje
De route die het beste beantwoordt aan het gekozen routeprofiel, wordt
met de tekst "MyRoute" gemarkeerd.
voor een route geen of alleen een andere route worden berekend. Op
de betreffende knop verschijnt dan Geen verder voorstel.
Navigatie starten
►Druk op de knop van de route die u voor de navigatie wilt
gebruiken.
Als u een route kiest waarvoor verkeersbelemmeringen zijn gemeld,
wordt mogelijk vóór de start van de navigatie het venster P
geopend (zie "Preview TMC", pagina 91).
►Kies of u de oorspronkelijke route (Actuele route) of een omleiding
(Alternatieve route) wilt gebruiken.
Geen GPS-ontvangst
Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen verschijnt de
volgende melding: "Wacht op GPS-signaal…"
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Wacht. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de
positiebepaling, wordt de route berekend en de navigatie begint.
►Druk op Annuleren. Het venster waarin u uw bestemming had
opgegeven, wordt weer geopend. Uw bestemming is opgeslagen in
de lijst L
AATSTE BESTEMMINGEN.
►Druk op Demo. De route wordt met het centrum van de plaats van
bestemming als uitgangspunt berekend. Vervolgens wordt de
navigatie op deze route gesimuleerd.
Druk op (Terug), om de demonstratie te beëindigen.
REVIEW TMC
Demo niet beschikbaar.
7.3 Bestemmingen beheren
Elke bestemming die u opgeeft en de bestemmingen uit de lijsten
L
AATSTE BESTEMMINGEN en GEÏMPORTEERDE ADRESSEN kunt u opslaan
in de lijst F
bestemming gaat.
met hun naam weergegeven.
- 48 - Navigatie
AVORIETEN. Dat is vooral zinvol wanneer u vaker naar deze
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Ook op de kaart wordt het thuisadres weergegeven met
7.3.1 Bestemming opslaan
1. Geef een bestemming op (zie "Adres van de bestemming invoeren",
pagina 35 of "Bijzondere bestemming", pagina 38). Druk niet op de knop Navigatie starten!
pagina 44 of "Geïmporteerde adressen: Outlook / internet",
pagina 44). Druk niet op de knop Navigatie starten!
2. Druk op Opties > Als favoriet opslaan.
3. Voer een naam voor de bestemming in.
4. Druk op Opslaan.
7.3.2 Bestemming uit de lijst Favorieten wissen
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Mijn bestemmingen > Favorieten.
De lijst FAVORIETEN wordt geopend.
2. Kies de bestemming die u wilt wissen.
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
3. Druk op Opties > Bestemming wissen.
7.3.3 Thuisadres vastleggen
U kunt dan de navigatie naar uw thuisadres altijd zeer snel starten door
in het venster N
Precies één bestemming kunt u als thuisadres vastleggen. U kunt het
adres handmatig invoeren of een bestemming kiezen uit de lijst
F
AVORIETEN.
Het thuisadres wordt in de lijst F
kenbaar gemaakt door een huisje.
AVIGATIE op Naar huis te drukken.
AVORIETEN opgeslagen en daar
een huisje.
Thuisadres invoeren
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Naar huis.
Een venster met de volgende melding wordt geopend:
"Wilt u nu het adres invoeren?"
Wanneer u al favorieten heeft opgeslagen, luidt de melding:
"Wilt u het adres invoeren of kiest u uit de favorieten?"
De momenteel geldige waarde is gemarkeerd (groen).
Navigatie - 49 -
Gebruikershandboek Move&Fun
►Wanneer Adres invoeren NIET gemarkeerd is, drukt u op
(Wijzigen).
2. Druk op OK.
Het venster ADRESwordt geopend.
3. Voer uw thuisadres in (zie ook "Adres van de bestemming
invoeren", pagina 35).
4. Druk op (Thuisadres), om het opgegeven adres als thuisadres
op te slaan.
Thuisadres uit de favorieten kiezen
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Naar huis.
Een venster met de volgende melding wordt geopend:
"Wilt u het adres invoeren of kiest u uit de favorieten?"
Wanneer u nog geen favorieten heeft opgeslagen, luidt de melding:
"Wilt u nu het adres invoeren?"
In dit geval moet u het thuisadres handmatig invoeren (zie
"Thuisadres invoeren", pagina 49).
►Wanneer Favorieten NIET gemarkeerd is, drukt u op
(Wijzigen).
2. Druk op OK.
De lijst FAVORIETEN wordt geopend.
3. Kies de bestemming die u als thuisadres wilt vastleggen (zie ook
"Favorieten", pagina 43).
Het venster D
ETAILS BIJ BESTEMMING wordt geopend.
4. Druk op (Thuisadres), om het opgegeven adres als thuisadres
op te slaan.
7.3.4 Thuisadres wijzigen
U kunt op elk moment een ander adres als thuisadres vastleggen.
Ga hiervoor als volgt te werk:
1. Wis uw thuisadres uit de lijst F
lijst Favorieten wissen", pagina 49).
2. Voer het nieuwe thuisadres in (zie "Thuisadres vastleggen",
pagina 49).
- 50 - Navigatie
AVORIETEN (zie "Bestemming uit de
7.4 Tracks en routes met etappes
U kunt de routeplanning ook uitvoeren, wanneer u geen GPS-ontvangst
heeft, bijvoorbeeld comfortabel thuis. Aangemaakte routes kunt u
opslaan om ze opnieuw te gebruiken en zo een willekeurig aantal
routes plannen, bijvoorbeeld voor uw vakantie.
1. Druk in het venster N
De lijst met opties wordt geopend.
2. Druk op de optie Routes en tracks.
Het venster ROUTES EN TRACKSwordt geopend.
7.4.1 Het startpunt opgeven
Het startpunt van een route is het punt waarop u met de rit wilt
beginnen. Dat hoeft niet altijd de actuele locatie te zijn: wanneer u al
thuis een route voor een dagtocht op uw vakantiebestemming plant,
kunt u bijv. uw hotel als startpunt van de route opgeven.
Het startpunt is alleen belangrijk, wanneer u een geplande route op de
kaart wilt zien, maar momenteel geen GPS-ontvangst heeft of zich niet
op het geplande startpunt bevindt. Het startpunt dat u opgeeft, heeft
daarom ook het volgnummer "0".
Zodra u een navigatie start, wordt voor de routeberekening uw huidige
locatie als startpunt gebruikt.
De eerste etappe is dus de rit naar het routepunt met het
volgnummer "1".
1. Druk op het veld Startpunt vastleggen.
Het menu STARTPUNTwordt geopend.
Wanneer u uw actuele locatie als startpunt wilt opgeven:
2. Druk op het menupunt Actuele locatie.
Wanneer u een ander startpunt wilt opgeven:
2. Druk op de betreffende knop.
3. Geef het startpunt op (zie het betreffende deel van het hoofdstuk
"Bestemming opgeven", pagina 33).
AVIGATIE op Opties.
Gebruikershandboek Move&Fun
4. Druk op (Startpunt instellen).
Het gekozen startpunt is nu naast de knop 0 (Startpunt) te zien.
Startpunt wijzigen
►Druk op het startpunt (knop 0).
Het menu STARTPUNTwordt geopend. U kunt nu een ander startpunt
opgeven. Ga te werk zoals hierboven beschreven.
Navigatie - 51 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Het startpunt (volgnummer "0") kunt u noch verschuiven
7.4.2 Routepunten opgeven
De routepunten van een route zijn de bestemmingen waarheen u wilt
navigeren.
Vóór elk routepunt is het volgnummer ervan op een knop zichtbaar.
1. Druk op het veld Routepunt toevoegen.
Het menu ROUTEPUNTwordt geopend.
2. Druk op de knop voor de gewenste manier om de bestemming op
te geven.
3. Geef het routepunt op (zie het betreffende deel van het hoofdstuk
"Bestemming opgeven", pagina 33).
4. Druk op (Toevoegen).
Het gekozen routepunt is nu naast zijn volgnummer te zien.
Herhaal deze stappen voor elke verdere bestemming die u aan de route
wilt toevoegen.
7.4.3 Routepunten bewerken
Routepunten kunnen uit een route worden gewist. De volgorde van de
routepunten kan naar believen worden veranderd.
noch wissen. U kunt echter een ander routepunt tot startpunt maken,
wanneer voor het startpunt niet de instelling Actuele locatie werd
gekozen.
►Druk op het routepunt dat u wilt bewerken.
Het contextmenu bevat de volgende knoppen:
Routepunt naar voren: schuift het gekozen routepunt verder naar
voren. (Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 1)
Routepunt naar achter: schuift het gekozen routepunt verder naar
achter. (Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 3)
Wissen: wist het geselecteerde routepunt. Een dialoogvenster
vraagt u om het wissen te bevestigen.
►Druk op het cijfer links naast de symbolen, wanneer u het
contextmenu weer wilt sluiten.
7.4.4 Routes beheren
Elke geplande route kunt u onder een bepaalde naam opslaan.
- 52 - Navigatie
Opmerking: Alleen het startpunt en de routepunten worden
opgeslagen, maar niet de berekende route. Wanneer u een opgeslagen
Informatie over de navigatie langs geregistreerde tracks vindt u in het
route laadt, moet deze vóór de navigatie opnieuw worden berekend.
Opgeslagen routes kunt u laden, een nieuwe naam geven of wissen.
Route opslaan
Het venster ROUTES EN TRACKSis geopend. U heeft het startpunt en ten
minste één routepunt opgegeven.
1. Druk op Opties > Route opslaan.
2. Voer een naam in voor de route.
3. Druk op (Opslaan).
De bestemming is nu opgenomen in de lijst OPGESLAGEN ROUTES
EN TRACKS
. Het dialoogvenster wordt gesloten.
7.4.5 Route of track laden
1. Druk op Opties > Opgeslagen routes en tracks.
De lijst OPGESLAGEN ROUTES EN TRACKS wordt geopend. Daarin
worden alle opgeslagen routes en tracks in alfabetische volgorde
weergegeven.
Een pictogram voor de naam geeft aan of het om een route ()
of om een track () gaat.
Als u een route wilt laden:
2. Druk op de route die u wilt laden.
Gebruikershandboek Move&Fun
3. Druk op (Route laden).
Het venster ROUTES EN TRACKSwordt geopend. Het startpunt en de
routepunten van de geladen route zijn genoteerd. Bij de start van
de navigatie wordt het startpunt vervangen door de actuele positie.
De navigatie gaat dan naar het eerste routepunt.
Als u een track wilt laden:
2. Druk op de track die u wilt laden.
3. Druk op Track laden.
Het venster ROUTES EN TRACKSwordt geopend. Als startpunt is de
actuele locatie genoteerd. De geladen track is als routepunt 1
genoteerd. De navigatie gaat dan eerst naar het startpunt van de
track.
hoofdstuk "Navigatie in de modus Track" op pagina 69.
Navigatie - 53 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Voor een simulatie heeft u geen GPS-ontvangst nodig.
Meer informatie over de functie MyRoutes vindt u in het hoofdstuk
7.4.6 Route berekenen en weergeven
Een geplande route kan ook zonder GPS-ontvangst berekend en op de
kaart weergegeven worden, zodat u een overzicht kunt krijgen over het
traject.
Het venster R
OUTES EN TRACKS is geopend. Het startpunt en ten minste
één routepunt zijn genoteerd.
►Druk op Route weergeven.
De kaart gaat open in de modus Preview.
Het startpunt en de routepunten zijn door kleine vlaggetjes
gemarkeerd. Voor elke etappe zijn de afstand en de vermoedelijke
rijduur aangegeven.
7.4.7 Route simuleren
U kunt de navigatie op een geplande route ook alleen simuleren.
Als u een route met meerdere etappes heeft gepland, wordt alleen de
eerste etappe gesimuleerd.
U heeft een route laten berekenen en weergeven.
1. Druk op Opties > Simulatie.
►Als een route met slechts één routepunt heeft gepland en de
functie MyRoutes is geactiveerd, dan wordt u gevraagd een
route voor de simulatie te kiezen.
De route wordt voor de simulatie opnieuw berekend.
2. Druk op de knop van de route waarop u de navigatie wilt simuleren.
"MyRoutes" op pagina 55.
Simulatie beëindigen
De simulatie kan op elk moment worden beëindigd.
►Druk op (Terug).
Het venster ROUTES EN TRACKSwordt geopend.
7.4.8 Routepreview
U heeft een route laten berekenen en weergeven. De kaart is geopend
in de modus Preview.
- 54 - Navigatie
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Als u een voetgangersprofiel kiest, wordt een speciaal voor
Informatie over het aanmaken en kiezen van routeprofielen vindt u in
Opmerking: Als u routes laadt die van een andere aanbieder dan
Informatie over de functionaliteit van het venster R
Opmerking: De functie MyRoutes kan alleen worden gebruikt voor
Routeprofiel
Routeprofielen houden rekening met karakteristieken eigenschappen
en bijzonderheden van de verschillende manieren van voortbeweging.
Een routeprofiel voor fietsen zal bijv. geen autosnelwegen bij de
routeberekening betrekken, in plaats daarvan echter wel wegen die
voor andere voertuigen zijn verboden. Bovendien worden met een
fietsprofiel andere aankomsttijden berekend dan bijv. met een motor.
voetgangers ontwikkelde manier van navigatie gestart (zie "Navigatie in
de modus Voetganger", pagina 67).
►Druk op de knop Routeprofiel, als u een ander routeprofiel wilt
kiezen.
het hoofdstuk "Routeprofielen" op pagina 72.
NAVIGON komen, kunt u het routeprofiel van deze route mogelijkerwijs
niet wijzigen.
Routebeschrijving
Als u een gedetailleerde routebeschrijving wilt zien, druk dan op
Opties > Routebeschrijving.
vindt u in het hoofdstuk "Routebeschrijving" op pagina 89.
OUTEBESCHRIJVING
MyRoutes
Als de functie MyRoutes is geactiveerd, berekent het navigatiesysteem
op basis van het actueel ingestelde routeprofiel tot max. drie routes en
geeft deze in verschillende kleuren (groen, rood, blauw) en met een
nummer op de kaart aan. Bij elke route is er een knop met hetzelfde
nummer en een symbool in dezelfde kleur.
Bij de bepaling van de aankomsttijd of de rijduur houdt het
navigatiesysteem rekening met andere factoren zoals bijv. dag van de
week en tijdstip, vooral echter ook met uw rijstijl tot nu toe.
De route die het beste beantwoordt aan het gekozen routeprofiel, wordt
met de tekst "MyRoute" gemarkeerd.
routes met maar één routepunt. Bij routes met twee of meer
routepunten wordt maar één route berekend en weergegeven,
onafhankelijk van het feit of u de functie heeft geactiveerd of niet.
Navigatie - 55 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Ook als de functie MyRoutes is geactiveerd, kan soms
voor een route geen of alleen een andere route worden berekend. Op
de betreffende knop verschijnt dan Geen verder voorstel.
Navigatie starten
►Druk op de knop van de route die u voor de navigatie wilt
gebruiken.
Als u een route kiest waarvoor verkeersbelemmeringen zijn gemeld,
wordt mogelijk vóór de start van de navigatie het venster P
geopend (zie "Preview TMC", pagina 91).
►Kies of u de oorspronkelijke route (Actuele route) of een omleiding
(Alternatieve route) wilt gebruiken.
Geen GPS-ontvangst
Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen verschijnt de
volgende melding: "Wacht op GPS-signaal…"
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Wacht. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de
positiebepaling, wordt de route berekend en de navigatie begint.
►Druk op Annuleren. De kaart gaat open in de modus Preview.
8 Opties
In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt
bereiken.
► Druk op Opties.
► Druk op de optie die u wilt uitvoeren.
► Wanneer u de lijst met opties wilt sluiten zonder een optie uit te
voeren, dan drukt u weer op Opties.
REVIEW TMC
2D/3D: Wisselt tussen 2D- en 3D-modus. Het pictogram geeft de momenteel
ingestelde modus weer.
Aan route toevoegen: Opent de routeplanning. Het opgegeven adres wordt als
routepunt toegevoegd (zie "Tracks en routes met etappes", pagina 51).
Actuele bestemming overslaan: Druk op deze knop, om het volgende routepunt
over te slaan. Deze knop is alleen actief, wanneer er nog minimaal
2 routepunten voor u liggen (zie "Tracks en routes met etappes",
pagina 51).
Alles wissen: Wist alle bestemmingen van de lijst (L
FAVORIETEN, afhankelijk van waar u de opties heeft geopend). De lijst is
daarna leeg. Een dialoogvenster vraagt u om het wissen te bevestigen.
- 56 - Opties
AATSTE BESTEMMINGEN of
Gebruikershandboek Move&Fun
Als favoriet opslaan: Slaat de opgegeven bestemming in de lijst FAVORIETENop
(zie "Bestemming opslaan", pagina 49).
Bestemming opslaan: Slaat het opgegeven adres in de lijst F
AVORIETEN op (zie
"Bestemming opslaan", pagina 49).
Bestemming wissen: Wist de gekozen bestemming uit de lijst (L
BESTEMMINGEN of FAVORIETEN, afhankelijk van waar u de opties heeft
AATSTE
geopend). Een dialoogvenster vraagt u om het wissen te bevestigen.
Blokkade: Opent een venster waarin u een voor u liggend deeltraject kunt
blokkeren, om een route om dit traject heen te berekenen, omdat u bijv.
op de radio heeft gehoord van een file op dit deeltraject (zie "Blokkade",
pagina 88).
Dag/Nacht: Wisselt tussen de scherm-modi "Dag" en "Nacht". Het pictogram
geeft de momenteel ingestelde modus weer.
Fabrieksinstellingen: Zet alle instellingen weer terug naar de toestand bij
levering. Routes en opgeslagen bestemmingen worden gewist. De
software wordt opnieuw gestart en gedraagt zich als bij de eerste start
na aankoop (zie "Het navigatieapparaat in- en uitschakelen",
pagina 15).
GPS-status: Opent het venster GPS-
STATUS. Daar kunt u details over de GPS-
ontvangst bekijken. U kunt ook de gegevens van de actuele locatie
opslaan (zie "GPS-status, actuele locatie opslaan", pagina 88)
Handboek: Opent het handboek op het navigatieapparaat (zie "Handboek",
pagina 20).
Herbenoemen: Opent een venster waarin u de naam voor de gekozen
bestemming of de gekozen route kunt wijzigen.
Instellingen: Opent het venster I
NSTELLINGEN. Daar kunt u het navigatiesysteem
configureren (zie "Het navigatiesysteem configureren", pagina 132).
Kaart weergeven: Opent de kaart in de modus Standaard (zie "Kaart in de
modus Standaard", pagina 59).
Locatie opslaan: Opent het venster B
ESTEMMING OPSLAAN ALS. Daar kunt u uw
actuele locatie onder een bepaalde naam in de lijst FAVORIETEN
opslaan.
MyReport: Opent het venster M
YREPORT. Daar kunt u wijzigingen bij
verkeerscontrolesystemen en in de verkeersroutering bij NAVIGON
melden.
Opties - 57 -
Gebruikershandboek Move&Fun
MyRoutes: Opent de kaart in de modus Preview. U krijgt max. drie
verschillende voorstellen over hoe u uw rit kunt voortzetten. Selecteer
een van de aangeboden routes.
Nieuwe route: Wist het startpunt en alle routepunten uit het venster R
TRACKS, zodat u een nieuwe route kunt plannen. Sla eventueel de
OUTES EN
voorheen geplande route op!
Noodhulp: Opent een venster waarin u snel en ongecompliceerd adressen en
telefoonnummers van plaatsen in uw directe omgeving vindt die in
noodsituaties nuttig kunnen zijn (zie "Noodhulp", pagina 87).
Op kaart tonen: Toont het opgegeven adres op de kaart.
Opgeslagen routes en tracks: Opent een venster waarin u een opgeslagen
route of een track kunt laden.
Parkeren: Start het zoeken naar parkeerplaatsen in de buurt van de
bestemming. Wanneer u heeft gekozen voor een parkeerplaats, kunt u
er direct naartoe navigeren.
POI's op de route: Opent een lijst met bijzondere bestemmingen die op uw
route liggen. Een hier weergegeven bestemming kunt u als
tussenbestemming selecteren en u kunt naar deze bestemming
navigeren (zie "MyBest POI: POI's op de route", pagina 81).
Productinformatie: Toont de versienummers en copyright-informatie van
hardware en software.
Registratie starten, Registratie stoppen: Start of stopt de registratie van een
track (zie "Tracks", pagina 78).
Route opslaan: Opent een venster waarin u de geplande route onder een
bepaalde naam kunt opslaan (zie "Route opslaan", pagina 53).
Routebeschrijving: Toont een gedetailleerde beschrijving van de route met alle
punten waar u moet afslaan (zie "Routebeschrijving", pagina 89).
Routeprofiel: Opent het venster R
OUTEPROFIEL. Daar kunt u de opties voor de
routeberekening bekijken en eventueel wijzigen.
Routes en tracks: Opent het venster R
OUTES EN TRACKS. Daar kunt u routes
plannen, geplande routes beheren en de navigatie op een geplande
route starten (zie "Tracks en routes met etappes", pagina 51).
Sightseeing-routes: Opent het venster S
IGHTSEEING-ROUTES. Daar kunt u een
Sightseeing-route selecteren en de navigatie op een route starten (zie
"Sightseeing-routes", pagina 86).
- 58 - Opties
Gebruikershandboek Move&Fun
Simulatie: Simuleert een navigatie op de weergegeven route. Deze simulatie
kunt u ook zonder GPS-ontvangst uitvoeren. Van routes met meerdere
etappes wordt alleen de eerste etappe gesimuleerd.
Thuisadres: Slaat het gekozen adres op als uw thuisadres. U kunt dan de
navigatie naar deze bestemming altijd zeer snel starten door in het
venster N
AVIGATIE op Naar huis te drukken.
Tussenbestemming: Stelt het gekozen punt als tussenbestemming in. De
navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kunt u
de navigatie naar uw oorspronkelijke bestemming voortzetten.
Verkeer: Opent het venster V
in een lijst staan vermeld (zie "TMC (Verkeersinformatie)", pagina 91).
ERKEERSINFORMATIE waarin aanwezige meldingen
9 Werken met de kaart
9.1 Selecteren van de navigatiekaart
Voor elk land is er een eigen navigatiekaart. Een navigatie kan echter
naadloos over meerdere landen van een continent plaatsvinden, als op
de opgeslagen kaarten een doorlopende route kan worden berekend.
Ook als kaarten van landen van andere continenten op het
navigatieapparaat beschikbaar zijn, kan het altijd alleen werken met de
kaarten van één continent.
Druk in het venster N
kaart, om te zien welke kaarten momenteel worden gebruikt. U kunt
daar ook een ander continent kiezen, als kaarten van landen van
andere continenten op het navigatieapparaat ter beschikking staan.
9.2 Kaart in de modus Standaard
De kaart bevindt zich altijd in de modus Standaard, wanneer u niet
navigeert, geen route heeft berekend en geen bestemming op de kaart
zoekt.
Onder de volgende omstandigheden gaat de kaart vanzelf naar de
modus Standaard:
►U begint te rijden, terwijl het venster NAVIGATIE geopend is. Het
wisselen gebeurt na korte tijd.
►U bereikt de bestemming van een navigatie in de modus Voertuig.
Zo opent u de kaart:
►Druk in het venster NAVIGATIE op Kaart weergeven.
AVIGATIE op Opties > Instellingen > Weergave van
Werk en met de kaart - 59 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Wanneer de GPS-ontvangst niet voldoende is om uw
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
locatie te bepalen, wordt de kaart in de modus Bestemming zoeken
geopend.
Typisch voor dit aanzicht zijn de volgende eigenschappen:
►In het midden van het onderste derde deel wordt uw actuele positie
weergegeven (rode pijl). Het weergegeven kaartfragment past zich
aan uw bewegingen aan, zodat uw positie altijd op het beeldscherm
te zien is.
►De schaal van de kaart verandert afhankelijk van uw snelheid.
Opties van de kaart in de modus Standaard
►Druk op Opties.
Een venster met meerdere knoppen wordt geopend.
De belangrijkste functies voor de navigatie zijn bereikbaar via de
knoppen met pictogrammen.
U treft verdere functies aan, wanneer u op een van de knoppen
Bestemming, Route, Diensten of Algemeen drukt.
"Opties" op pagina 56.
9.3 Kaart in de modus Preview
U heeft een bestemming opgegeven en op Navigatie starten gedrukt.
- of -
U heeft een route gepland of geladen en op Route weergeven gedrukt.
- 60 - Werken met de kaart
Gebruikershandboek Move&Fun
De kaart gaat open in de modus Preview.
1 Op de knop (Routeprofiel) wordt het actuele routeprofiel
weergegeven. Het pictogram verduidelijkt de manier van voortbeweging
die aan het profiel ten grondslag ligt (zie "Routeprofielen", pagina 72).
►Druk op het symbool, om een ander routeprofiel te kiezen.
2 Bij elke route (groen, rood, blauw) is er een knop met hetzelfde nummer
en een symbool in dezelfde kleur. Op elke knop worden de
vermoedelijke aankomsttijd, het gehele rijtraject en de vermoedelijke
rijduur van de betreffende route weergegeven.
Als voor een route verkeersinformatie aanwezig is, dan wordt het aantal
meldingen in een klein verkeersbord op de knop weergegeven. De
gemelde belemmeringen worden ook op de route weergegeven.
De route die het beste beantwoordt aan het gekozen routeprofiel, is met
de tekst "MyRoute" gemarkeerd.
Als de functie MyRoutes niet geactiveerd is, wordt maar één route
weergegeven.
Zodra u op een knop drukt, wordt de navigatie op de betreffende route
gestart.
3 De actuele positie wordt weergegeven (rode pijl).
Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven en het
opgegeven startpunt is niet uw actuele positie, dan wordt de actuele
positie op de preview mogelijkerwijs niet weergegeven.
4 Als de functie MyRoutes is geactiveerd, worden in de kaart tot max.
drie genummerde routes in verschillende kleuren (groen, rood, blauw)
weergegeven.
In de volgende gevallen wordt maar één route weergegeven:
► De functie MyRoutes is gedeactiveerd.
► U heeft een route met meer dan één routepunt gepland.
Werken met de kaart - 61 -
Gebruikershandboek Move&Fun
► Een routeprofiel met het snelheidsprofiel Voetganger is actief.
► De route bevat een track.
5 De bestemming is gemarkeerd door een klein vlaggetje.
Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven, zijn het
startpunt en elk routepunt met een vlaggetje gemarkeerd.
Bij een route met meerdere etappes worden voor iedere etappe het
rijtraject en de vermoedelijke rijduur getoond.
►Druk op de knop (Routeprofiel) (zie afb., punt 1), om een ander
routeprofiel te kiezen.
►Om de navigatie te starten, drukt u op de knop van de route (zie
afb., punt
2) die u voor de navigatie wilt gebruiken.
Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven, wordt
evt. de route opnieuw berekend. Als startpunt wordt nu uw actuele
locatie in de berekening opgenomen. De navigatie gaat eerst naar
het eerste opgegeven routepunt.
►Druk op Opties > Routebeschrijving, om een gedetailleerde
routebeschrijving te zien (zie "Routebeschrijving", pagina 89).
►Druk op (Bestemming zoeken), om de kaart in de modus
Bestemming zoeken te zien (zie "Kaart in de modus Bestemming
zoeken", pagina 70).
9.4 Kaart in de modus Navigatie
Op welke manier u naar uw bestemming wordt geleid, is afhankelijk van
verschillende factoren (gekozen routeprofiel, huidige locatie, soort
routeplanning, verkeersinformatie op de route enz.). Uw
navigatiesysteem kiest automatisch de optimale manier van navigatie.
9.4.1 Navigatie in de modus Voertuig
Nadat de route op de kaart in de modus Preview was te zien, werd de
navigatie gestart.
- 62 - Werken met de kaart
Gebruikershandboek Move&Fun
Een beschrijving van de functie POI's op de route vindt u in het
De kaart gaat open in de modus Navigatie.
1 Wanneer informatie over bewegwijzering die u moet volgen, aanwezig
is, verschijnt deze bovenaan de beeldschermrand.
►Druk op de weergave, om de bewegwijzering te verbergen.
2 Opent de balk POI's op de route (zie "POI's op de route", pagina 81).
Wanneer net een bewegwijzering wordt getoond (zie punt
1), dan is
deze knop niet zichtbaar.
hoofdstuk "POI's op de route" op pagina 81.
3 Hier worden evt. geldende maximumsnelheden weergegeven.
4 In het kleine pijlveld wordt bij kort achter elkaar uit te voeren acties de
tweede daarop volgende actie weergegeven.
5 Uw actuele positie is op de kaart te zien (rode pijl). Daarbij zorgt een
continu veranderend kaartfragment ervoor, dat de actuele positie altijd
op de kaart wordt weergegeven.
6 Het grote pijlveld laat een schematische weergave zien van de
volgende kruising waar u moet afslaan. Daaronder is de afstand tot
deze kruising aangegeven.
Werken met de kaart - 63 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De berekening van omleidingsroutes rond gemelde
Een beschrijving van de functie Parkeren vindt u in het hoofdstuk
Wanneer u de kruising nadert, verschijnt behalve de afstandsinformatie
ook een balk:
Hoe verder de balk gevuld is, des te dichter bent u bij de kruising.
Wanneer u lang niet hoeft af te buigen, verschijnt alleen een pijl voor
rechtdoor met afstandsinformatie eronder, die aangeeft hoe ver u de
betreffende weg moet volgen.
►Druk op het grote pijlveld, om een actuele rij-instructie te horen.
7 Wanneer een verkeersbelemmering op uw route is gemeld, verschijnt
het veld Verkeersinformatie.
Wanneer op het veld Verkeersinformatie afstandsinformatie wordt
getoond, is nog geen omleidingsroute berekend rond de betreffende
verkeersbelemmering.
►Druk op het veld Verkeersinformatie, om het venster
P
REVIEW TMC te openen. Het toont een kaartfragment met het
deeltraject waarop de melding betrekking heeft, alsmede een
mogelijke omleiding.
Wanneer geen afstandsinformatie te zien is, dan worden alle
belemmeringen ontweken die op uw route gemeld zijn en tot tijdverlies
leiden.
►Druk op het veld Verkeersinformatie, om het venster
V
ERKEERSINFORMATIE te openen (zie "Verkeersinformatie
weergeven", pagina 93).
verkeersbelemmeringen kan automatisch worden uitgevoerd (zie
"Instellingen TMC", pagina 94).
8 Wanneer u uw bestemming nadert, verschijnt de knop Parkeren.
Als u op het veld Parkeren drukt, heeft u twee mogelijkheden:
►U kunt een parkeerplaats kiezen van waaruit u dan te voet verder
wilt gaan.
►Als u uw voertuig al heeft geparkeerd, kunt u de actuele positie
opslaan en de navigatie te voet voortzetten.
"Parkeren in de buurt van de bestemming" op pagina 79.
- 64 - Werken met de kaart
Gebruikershandboek Move&Fun
Een beschrijving van de functie NAVIGON Sightseeing vindt u in het
Opmerking: De weergave van veel van de hierboven genoemde
Opmerking: Wanneer u op het grote pijlveld drukt, wordt de actueel
9 Wanneer u een NAVIGON Sightseeing-bezienswaardigheid nadert,
verschijnt in plaats van de hoogte boven het normaal nulpunt en de
snelheid (punt
10) de knop NAVIGON Sightseeing. De
afstandsinformatie op deze knop geeft aan hoe ver de
bezienswaardigheid van u verwijderd is (hemelsbreed).
Als u op de knop NAVIGON Sightseeing drukt, wordt het venster
INFORMATIE OVER BESTEMMING geopend (zie "Informatie over een
NAVIGON Sightseeing-bezienswaardigheid weergeven", pagina 85).
hoofdstuk "NAVIGON Sightseeing" op pagina 84.
10 Hier worden de hoogte boven het normaal nulpunt en de actuele
snelheid weergegeven.
11 De route is in groene kleur gemarkeerd.
12 In het veld Totaal ziet u de resterende afstand tot de bestemming en de
vermoedelijke aankomsttijd.
►Druk op aankomsttijd, als u in plaats daarvan de vermoedelijke
rijduur wilt zien.
►Druk nogmaals op de infobox, als u weer de vermoedelijke
aankomsttijd wilt zien.
13 Wanneer u op een route met meerdere etappes navigeert, ziet u in het
veld Etappe de resterende afstand tot de volgende tussenbestemming
en de vermoedelijke aankomsttijd.
►Druk op aankomsttijd, als u in plaats daarvan de vermoedelijke
rijduur wilt zien.
►Druk nogmaals op de infobox, als u weer de vermoedelijke
aankomsttijd wilt zien.
14 In het bovenste straatveld staat de naam van het deeltraject waarop u
hierna moet gaan rijden.
15 In het onderste straatveld staat de naam van het deeltraject waarop u
zich momenteel bevindt.
16 Voor vele kruisingen wordt de informatie uit de punten
10 en 12
verborgen. In plaats daarvan wordt getoond welke rijbanen naar uw
bestemming leiden.
►Druk op het veld om de rijbaaninformatie te verbergen.
bereiken kan via Opties > Instellingen > Navigatie worden
geconfigureerd. Enkele weergaven werken alleen, wanneer de
betreffende informatie in het kaartmateriaal beschikbaar is.
geldige rij-instructie herhaald.
Werken met de kaart - 65 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Als u het wegennet dat de kaart bestrijkt, verlaat, gaat de
navigatie naar de modus Offroad (zie "Navigatie in de modus Offroad",
pagina 69).
►Druk op Opties > Route > Routebeschrijving, om een gedetailleerde
routebeschrijving te zien (zie "Routebeschrijving", pagina 89).
►Druk op (Bestemming zoeken), om de kaart in de modus
Bestemming zoeken te zien (zie "Kaart in de modus Bestemming
zoeken", pagina 70).
Volume
Het volume van de gesproken rij-instructies kan tijdens de navigatie
worden geregeld.
Wanneer het apparaat in het voertuig is gemonteerd:
►U kunt het volume op de radio regelen, wanneer net een navigatie-
instructie wordt gesproken.
Druk evt. op het grote pijlveld (zie punt
begin van dit hoofdstuk). Dan wordt een actuele instructie
gesproken.
Wanneer het apparaat niet in het voertuig is gemonteerd:
1. Druk op (Volume).
De volumebalk wordt geopend. Deze bevat drie knoppen voor
aanpassing van het volume:
6 van de afbeelding aan het
(Harder), (Zachter), (Geluid aan/uit).
2. Druk weer op (Volume) of wacht enkele seconden.
De volumebalk wordt gesloten.
Reality View
De kaart wisselt naar de modus Reality View, als u tijdens het rijden op
een autoweg één van de volgende punten nadert:
► een knooppunt
► een splitsing van de autosnelweg
► de afrit waar u de autosnelweg moet verlaten
- 66 - Werken met de kaart
De modus Reality View laat heel duidelijk zien welke bewegwijzering
Opmerking: De modus Reality View is niet voor alle knooppunten en
en welke banen u moet volgen.
Deze weergave blijft onveranderd tot u het weergegeven punt bent
gepasseerd. Daarna wisselt de kaart weer naar de modus Navigatie.
►Druk op een willekeurig punt van de kaart, om eerder naar de
modus Navigatie te wisselen.
splitsingen van autosnelwegen beschikbaar. De beschikbaarheid is
afhankelijk van het gebruikte kaartmateriaal.
9.4.2 Navigatie in de modus Voetganger
Deze modus wordt actief, wanneer u voor de navigatie een routeprofiel
voor voetgangers heeft gekozen. Deze profielen herkent u aan het
symbool (Voetganger).
Nadat de route op de kaart in de modus Preview was te zien, werd de
navigatie gestart.
U krijgt een routevoorstel dat wordt berekend aan de hand van het
gedigitaliseerde wegennet. Bovendien wordt aangegeven in welke
richting uw bestemming zich bevindt. Als u de voorgestelde route
verlaat, bijv. om een mooie weg door een park te nemen, ziet u toch
altijd in welke richting uw bestemming ligt.
Opgelet:
►U krijgt geen navigatie-instructies. U krijgt echter een melding, als u
de bestemming nadert.
►Het weergegeven kaartfragment past zich aan uw bewegingen aan,
zodat uw positie altijd op het beeldscherm te zien is.
►Bij verlaten van de berekende route wordt de route niet automatisch
opnieuw berekend.
Gebruikershandboek Move&Fun
Werken met de kaart - 67 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Let er in de voetgangersmodus op dat u het apparaat
►Als u op een route navigeert en er nog verdere routepunten volgen,
dan wordt na de melding meteen de navigatie naar het volgende
routepunt gestart.
►Er wordt geen rekening gehouden met verkeersinformatie.
zodanig in de hand heeft dat het bovenste gedeelte van het apparaat
onbedekt blijft. Omdat zich daar de GPS-ontvanger bevindt, zou anders
de GPS-ontvangst achteruit kunnen gaan.
1 Hier wordt de schaal van het weergegeven kaartfragment
weergegeven. De lengte van de liniaal komt overeen met de
weergegeven afstand.
2 De route die aan de hand van het gedigitaliseerde wegennet werd
berekend, is in groene kleur gemarkeerd.
3 De actuele positie wordt weergegeven (rode pijl). U kunt zien in welke
richting u zich beweegt.
4 Het traject dat u al heeft afgelegd, is in groene kleur gemarkeerd.
5 Het kompas geeft aan waar het noorden is.
6 De richting waarin uw bestemming ligt, wordt aangegeven (rode
driehoek).
7 In dit veld ziet u de resterende afstand tot de bestemming
(hemelsbreed).
De kaart bedienen
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u ziet
minder details.
- 68 - Werken met de kaart
Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u ziet
Opmerking: Deze modus wordt niet actief, wanneer u voor de
meer details.
Positie centreren: U kunt tijdens de voetgangersnavigatie het
weergegeven kaartfragment verschuiven om de omgeving op de kaart
te zien. Eventueel is dan uw actuele positie niet meer op het
aangegeven kaartfragment te zien.
►Druk op de knop Positie centreren, als uw actuele positie niet meer
op het weergegeven kaartfragment te zien is.
Uw actuele positie wordt weer op de kaart aangegeven.
Route herberekenen: Voert een nieuwe berekening van de route uit.
Gebruik deze functie, als u ver van de berekende route bent
afgedwaald en een nieuw routevoorstel wilt krijgen.
9.4.3 Navigatie in de modus Track
Deze modus wordt actief, wanneer u voor de navigatie een route met
track heeft gepland (zie "Tracks en routes met etappes", pagina 51).
Nadat de route op de kaart in de modus Preview was te zien, werd de
navigatie gestart.
Eerst gaat de navigatie van de actuele locatie naar het begin van de
geladen track. Deze navigatie komt overeen met de navigatie van het
gekozen routeprofiel (zie "Navigatie in de modus Voertuig", pagina 62,
en "Navigatie in de modus Voetganger", pagina 67).
Zodra het eerste geregistreerde punt van de track is bereikt, gaat de
navigatie naar de modus Track.
De navigatie in de modus Track functioneert net zoals de navigatie in
de modus Voetganger (zie "Navigatie in de modus Voetganger",
pagina 67).
Er zijn maar weinig verschillen:
► De functie Route herberekenen is niet beschikbaar.
► Als na de track nog verdere routepunten volgen, gaat de navigatie
weer naar de oorspronkelijk gekozen modus.
Gebruikershandboek Move&Fun
9.4.4 Navigatie in de modus Offroad
navigatie een routeprofiel voor voetgangers heeft gekozen. Deze
profielen herkent u aan het symbool (Voetganger).
Deze wordt ook niet actief, wanneer u langs een track navigeert (zie
Werken met de kaart - 69 -
"Navigatie in de modus Track", pagina 69).
Gebruikershandboek Move&Fun
Een beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk
Als u een bestemming heeft opgegeven die buiten het gedigitaliseerde
wegennet ligt, gaat de navigatie eerst in de modus Voertuig tot aan het
punt van het gedigitaliseerde wegennet dat het dichtst bij de
bestemming ligt. Van daaruit wordt de navigatie in de modus Offroad
voortgezet.
Als de actuele positie aan het begin van de navigatie buiten het
gedigitaliseerde wegennet ligt, gaat de navigatie eerst in de modus
Offroad tot aan het dichtstbijzijnde punt van het gedigitaliseerde
wegennet. Daarna wordt zij in de modus Voertuig voortgezet.
De navigatie in de modus Offroad functioneert net zoals de navigatie in
de modus Voetganger (zie "Navigatie in de modus Voetganger",
pagina 67).
Er zijn maar weinig verschillen:
► De afgelegde weg wordt niet weergegeven.
► De functie Route herberekenen is niet beschikbaar.
9.4.5 Opties van de kaart in de modus Navigatie
►Druk op Opties.
Een venster met meerdere knoppen wordt geopend.
De belangrijkste functies voor de navigatie zijn bereikbaar via de
knoppen met pictogrammen.
U treft verdere functies aan, wanneer u op een van de knoppen
Bestemming, Route, Diensten of Algemeen drukt.
"Opties" op pagina 56.
9.4.6 Navigatie beëindigen
De navigatie wordt in alle modi op dezelfde manier beëindigd:
►Druk op (Terug), om de navigatie te beëindigen. Een
dialoogvenster vraagt u om een bevestiging.
9.5 Kaart in de modus Bestemming zoeken
De kaart bevindt zich altijd in de modus Bestemming zoeken, wanneer
u een dradenkruis op de kaart ziet. In het adresveld vindt u de
coördinaten en evt. de naam van de straat onder het dradenkruis.
Wanneer u net onderweg bent, verandert de kaart niet. Deze is altijd zo
georiënteerd dat het noorden boven is.
- 70 - Werken met de kaart
Gebruikershandboek Move&Fun
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u ziet
minder details.
Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u ziet
meer details.
Zoomen: Wanneer deze knop actief is, kunt u met uw vinger een
kaartfragment tekenen.
Tekent u het kaartfragment van linksboven naar rechtsonder, dan wordt
het vervolgens naar beeldschermgrootte gezoomd.
Tekent u het kaartfragment van rechtsonder naar linksboven, dan wordt
uit de kaart uitgezoomd.
Verschuiven: Wanneer deze knop actief is, kunt u met uw vinger het
weergegeven kaartfragment veranderen. Schuif de kaart gewoon in de
gewenste richting.
Hele route: Zoomt de kaart zo, dat de hele route zichtbaar is.
Actuele locatie: Kiest het weergegeven kaartfragment zo, dat de huidige
locatie in het midden ligt.
9.5.1 Werken in de modus Bestemming zoeken
1. Druk op het punt waarheen u wilt navigeren.
Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt, verschijnt onder
het dradenkruis.
Werken met de kaart - 71 -
Gebruikershandboek Move&Fun
In het onderste derde deel van het beeldscherm verschijnen de
geografische coördinaten van het punt van bestemming en het
betreffende adres.
2. Druk op (OK).
Er verschijnen knoppen met verschillende functies.
Daarheen navigeren: Start de navigatie naar het gekozen punt. Wanneer u zich
net in een navigatie bevindt, wordt deze afgebroken.
MyReport: Opent het venster M
YREPORT. Daar kunt u wijzigingen bij
verkeerscontrolesystemen en in de verkeersroutering bij NAVIGON
melden.
Tussenbestemming: Stelt het gekozen punt als tussenbestemming in. De
navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbestemming. Daarna kunt u
de navigatie naar uw oorspronkelijke bestemming voortzetten.
Deze functie is alleen geactiveerd, wanneer u zich net in een navigatie
bevindt.
Aan route toevoegen: Voegt het gekozen punt als laatste punt aan de
routeplanning toe, zodat de navigatie daarheen plaatsvindt na de
oorspronkelijke bestemming of na de andere routepunten.
Opslaan: Opent het venster B
ESTEMMING OPSLAAN ALS. U kunt een naam
invoeren, onder welke het opgegeven punt in de lijst FAVORIETEN wordt
opgeslagen (zie "Bestemming opslaan", pagina 49).
Zoeken in omgeving: Opent het venster POI
IN DE OMGEVING. U kunt daar
zoeken naar bestemmingen in de buurt van het opgegeven punt (zie
"Bijzondere bestemming in de buurt", pagina 38).
►Druk op (Terug), om de modus Bestemming zoeken te
beëindigen. U komt weer in het venster van waaruit u deze modus
heeft gestart.
10 Nuttige functies
10.1 Routeprofielen
Routeprofielen leggen karakteristieken eigenschappen en
bijzonderheden van verschillende manieren van voortbeweging vast
waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van
routes. Een routeprofiel voor fietsen zal bijv. geen autosnelwegen bij de
routeberekening betrekken, in plaats daarvan echter wel wegen die
voor andere voertuigen zijn verboden. Bovendien worden voor een fiets
andere aankomsttijden berekend dan bijv. voor een motor.
- 72 - Nuttige functies
10.1.1 Instellingen van de routeprofielen
Een routeprofiel bestaat uit meerdere instellingen:
►Snelheidsprofiel: legt de manier van voortbeweging vast (bijv. Fiets,
Voetganger, Auto, ...).
►Soort route: legt de soort route vast die moet worden berekend
(bijv. Korte route, Snelle route, ...).
►Rekening houden met filemeldingen: legt vast of bij de
routeberekening rekening moet worden gehouden met
verkeersinformatie.
►Autosnelwegen, Veerponten, Straten alleen voor aanwonenden:
legt vast of dit soort wegen mogen worden gebruikt.
►Gebruik van tolwegen: legt vast of vignet- en tolplichtige wegen
mogen worden gebruikt bij de routeberekening.
►Druk op de knop (Wijzigen).
Het venster GEBRUIK VAN TOLWEGENwordt geopend.
►Pas de afzonderlijke instellingen aan uw behoeften aan (Ja,
Nee, Altijd vragen) (zie ook "Het navigatiesysteem
configureren", pagina 132).
Als u de instelling Altijd vragen activeert, wordt u telkens als uw
route over een tol- of vignetplichtige weg kan gaan, gevraagd
om de betreffende instelling(en) vast te leggen.
Bij elke instelling is er een knop (Help). Wanneer u daarop drukt,
vindt u een nauwkeurige toelichting bij de betreffende instelling.
Het aantal mogelijke instellingen is afhankelijk van het gekozen
snelheidsprofiel. Voor het snelheidsprofiel Voetganger zijn bijvoorbeeld
de instellingen Autosnelwegen en Gebruik van tolwegen niet aanwezig.
Gebruikershandboek Move&Fun
10.1.2 NAVIGON basisprofielen
Voor elk snelheidsprofiel is al een basisprofiel gedefinieerd.
Fiets
Voetganger
Vrachtwagen
Motor
Auto
Het snelheidsprofiel van een basisprofiel kan niet worden gewijzigd. De
andere instellingen kunt u aan uw behoeften aanpassen.
Nuttige functies - 73 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Basisprofielen kunnen geen nieuwe naam krijgen en kunnen niet
worden gewist.
Om bijv. voor meerdere personenauto's te kunnen kiezen uit
verschillende profielen, kunt u eigen routeprofielen aanmaken.
10.1.3 Nieuw routeprofiel aanmaken
U kunt eigen routeprofielen aanmaken. Dit is bijv. handig, wanneer u
twee personenauto's in uw bezit heeft en maar een van de twee een
vignet voor Oostenrijkse autosnelwegen heeft.
1. Druk op Opties > Instellingen.
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties > Algemeen > Instellingen.
2. Druk op de knop (Actueel routeprofiel). Op deze knop kan ook
een ander symbool zijn weergegeven.
3. Druk op de naam van het routeprofiel dat u als basis voor het
nieuwe profiel wilt gebruiken.
4. Druk op Opties > Kopiëren.
5. Voer een naam voor het routeprofiel in.
6. Druk op Opslaan.
7. Pas het routeprofiel aan uw behoeften aan.
8. Druk op OK.
Het nieuwe routeprofiel verschijnt in de lijst ROUTEPROFIELEN.
10.1.4 Routeprofiel selecteren
1. Druk op Opties > Instellingen > (Actueel routeprofiel).
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties > Route > Actueel routeprofiel.
2. Druk op de naam van het routeprofiel dat u wilt gebruiken.
3. Druk op (Terug).
10.1.5 Routeprofielen beheren
Door de gebruiker gedefinieerde routeprofielen kunnen worden
bewerkt, een nieuwe naam krijgen en worden gewist.
Routeprofiel bewerken
1. Druk op Opties > Instellingen.
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties > Algemeen > Instellingen.
- 74 - Nuttige functies
Gebruikershandboek Move&Fun
2. Druk op de knop (Actueel routeprofiel). Op deze knop kan ook
een ander symbool zijn weergegeven.
3. Druk op de knop (Wijzigen) naast het routeprofiel dat u wilt
bewerken.
4. Leg de gewenste instellingen vast.
5. Druk op OK.
De instelling Gebruik van tolwegen bestaat uit meerdere afzonderlijke
instellingen. U kunt bijv. voor elk land met vignetplichtige
autosnelwegen vastleggen of u deze wegen wilt gebruiken voor de
navigatie.
1. Druk op de knop (Wijzigen) naast de instelling Gebruik van
tolwegen.
Het venster GEBRUIK VAN TOLWEGENwordt geopend.
2. Pas de afzonderlijke instellingen aan uw behoeften aan (Ja, Nee,
Altijd vragen).
Als u de instelling Altijd vragen activeert, wordt u telkens wanneer
de routepreview een route over een tolweg wil berekenen,
gevraagd of u dit soort tolwegen wilt gebruiken. U kunt deze
instelling dan ook vastleggen voor toekomstige ritten.
Routeprofiel nieuwe naam geven
1. Druk op Opties > Instellingen.
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties > Algemeen > Instellingen.
2. Druk op de knop (Actueel routeprofiel). Op deze knop kan ook
een ander symbool zijn weergegeven.
3. Druk op de naam van het routeprofiel dat u een nieuwe naam wilt
geven.
4. Druk op Opties > Herbenoemen.
5. Voer de nieuwe naam voor het routeprofiel in.
6. Druk op Opslaan.
Opmerking: Basisprofielen kunnen geen nieuwe naam krijgen.
Routeprofiel wissen
1. Druk op Opties > Instellingen.
Wanneer de kaart in de modus Standaard is geopend, druk dan op
Opties > Algemeen > Instellingen.
2. Druk op de knop (Actueel routeprofiel). Op deze knop kan ook
een ander symbool zijn weergegeven.
Nuttige functies - 75 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De volgende beschrijving gaat uit van het gebruik van
3. Druk op de naam van het routeprofiel dat u wilt wissen.
4. Druk op Opties > Wissen.
5. Een dialoogvenster vraagt u om het wissen te bevestigen.
6. Druk op Ja.
Opmerking: Basisprofielen kunnen niet worden gewist.
10.2 MyPOIs: Eigen POI's
U kunt bestanden met eigen POI's samenstellen. Het navigatiesysteem
moet in een bepaalde map kunnen beschikken over deze bestanden.
Wanneer u eigen POI's voor de navigatie wilt selecteren, vindt u deze
onder de POI's in de categorie MyPOIs. Elk bestand met eigen POI's
wordt als subcategorie vermeld. Elke subcategorie kan een zelf
aangemaakt pictogram hebben waarmee uw bestemmingen op de kaart
worden weergegeven.
Het navigatieapparaat kan maximaal 10.000 POI's inlezen. Deze
bestemmingen mogen in maximaal 40 subcategorieën zijn
onderverdeeld.
10.2.1 Eigen bestemmingen aanmaken
1. Open een leeg document in een editor die bestanden in UTF8-code
kan opslaan (bijv. MS Notepad, Microsoft Word).
MS Notepad als editor. Bij gebruik van een andere editor kunnen het
opslaan en de UTF-8-codering van het bestand (punt
deze beschrijving.
2. Leg voor elke bestemming een gegevensrecord (een regel) in de
volgende vorm aan:
►Lengtegraad. Begin de invoer met een min-teken, als u een
westelijke lengtegraad wilt invoeren. Het opgeven van de
lengtegraad moet als decimaal getal gebeuren, het decimale
scheidingsteken moet een punt zijn.
► Komma (als lijstscheidingsteken)
► Breedtegraad. Begin de invoer met een min-teken, als u een
zuidelijke breedtegraad wilt invoeren. Het opgeven van de
breedtegraad moet als decimaal getal gebeuren, het decimale
scheidingsteken moet een punt zijn.
►Komma (als lijstscheidingsteken)
4- 9) afwijken van
- 76 - Nuttige functies
Gebruikershandboek Move&Fun
►Naam van de bestemming. De naam is willekeurig, maar mag
geen komma bevatten. Wanneer het opgeven van een komma
absoluut noodzakelijk is, zet dan een backslash ('\') voor de
komma.
► Komma (als lijstscheidingsteken)
► PHONENUMBER=
► Een telefoonnummer. Kan ook leeg blijven.
► Tilde ('~')
► Extra informatie. Kan ook leeg blijven.
► Enter (om een nieuwe gegevensrecord te beginnen)
Het adres hoeft niet in de gegevensrecord te staan. Dit wordt
automatisch weergegeven, wanneer u deze bestemming voor
navigatie selecteert.
6. Kies in het veld Bestandstype de optie Alle bestanden.
7. Voer in het veld Bestandsnaam een willekeurige naam in, gevolgd
door '.csv', bijv. 'XYZ.csv'. Let erop dat de bestandsnaam in het
navigatiesysteem als subcategorie verschijnt! Wanneer u dus een
bestand onder de naam 'XYZ.csv' opslaat, dan verschijnen de
bestemmingen van dit bestand in de subcategorie XYZ.
8. Kies in het veld Codering de optie UTF-8.
9. Druk op Opslaan.
10.2.2 Pictogrammen voor eigen POI's
Voor elke subcategorie van eigen POI's kunt u een pictogram
aanmaken waarmee de bestemmingen van deze subcategorie op de
kaart worden weergegeven.
Deze pictogrammen moeten grafische bestanden met de volgende
eigenschappen zijn:
► bestandsformaatbmp (Bitmap) of png (Portable Network Graphic)
► grootte max. 40x25 pixels
De grafische bestanden moeten in dezelfde map als de bestanden met
de POI's zijn opgeslagen.
De bestandsnaam moet hetzelfde zijn als de naam van de categorie.
Nuttige functies - 77 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Voor het benoemen van tracks zijn alleen Latijnse letters
Voorbeeld:
Bestemmingen van de subcategorie XYZ zijn in het bestand 'XYZ.csv'
opgeslagen. Deze worden op de kaart weergegeven met het pictogram
'XYZ.bmp'.
10.2.3 POI-Import: eigen POI's overbrengen naar het
navigatieapparaat
De door u aangemaakte bestanden met eigen POI's en de bijbehorende
pictogrammen moeten nog worden overgebracht naar het
navigatieapparaat. Dat kunt u zeer comfortabel doen met de software
NAVIGON Fresh die u gratis kunt downloaden van de website
www.navigon.com/fresh.
10.3 Tracks
U kunt elk willekeurig traject dat u aflegt, registreren, ook wanneer dit
buiten het gedigitaliseerde wegennet ligt.
Zo kunt u bijv. een fietstocht registreren en later nog eens nafietsen.
Tracks worden in het dataformaat KML opgeslagen. KML is een wijd
verbreid dataformaat. U kunt uw tracks bijv. ook in Google Earth op uw
PC laten weergeven.
Een track registreren
U kunt een track registreren, als de kaart in de modus Navigatie of in
de modus Standaard is geopend.
1. Druk op Opties > Diensten > Registratie starten.
Het venster REGISTRATIE STARTENwordt geopend.
2. Voer een naam voor de geplande registratie in.
beschikbaar.
3. Druk op Registratie starten.
Uitgaande van uw actuele locatie registreert het navigatieapparaat
nu het gehele traject dat u aflegt.
Tijdens de registratie verschijnt langs de bovenste
beeldschermrand het pictogram (Registratie track).
Het geregistreerde traject wordt in de lijst O
TRACKS
in het dataformaat KML opgeslagen. Van daaruit kan dit
later op elk moment weer worden geladen.
Een registratie beëindigen
1. Druk op Opties > Diensten > Registratie stoppen.
- 78 - Nuttige functies
PGESLAGEN ROUTES EN
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Het registreren van een track wordt door uitschakelen van
Opmerking: Voor een routeplanning zijn alle tracks geschikt die in het
Opmerking: Als u langs een geregistreerde track navigeert, wordt bij
De registratie wordt beëindigd. Het geregistreerde traject is in de
lijst O
PGESLAGEN ROUTES EN TRACKS in het dataformaat KML
opgeslagen. Van daaruit kan dit op elk moment weer worden
geladen.
het navigatieapparaat alleen onderbroken. Als u de registratie wilt
stoppen, moet u absoluut te werk gaan zoals hierboven beschreven.
Een track voor navigatie gebruiken
Opgeslagen tracks kunt u binnen een routeplanning laden (zie "Route
of track laden", pagina 53).
dataformaat KML werden geregistreerd. Gebruik NAVIGON Fresh, om
tracks van andere aanbieders op uw navigatiesysteem te laden.
binnenkomende TMC-meldingen niet gecontroleerd of deze betrekking
hebben op de track.
10.4 Parkeren in de buurt van de bestemming
Wanneer u uw bestemming nadert, verschijnt op het scherm de knop
bestemming zichtbaar, zolang u zich in de buurt van de bestemming
(Parkeren). Deze knop blijft ook na bereiken van de
bevindt en de kaart niet wordt gesloten.
De volgende scenario's zijn denkbaar:
Verder te voet
U ziet een parkeerplaats, parkeert uw voertuig en wilt te voet verder
gaan naar de bestemming.
1. Druk op de knop (Parkeren).
2. Druk op Voetgangersmodus.
De volgende mededeling verschijnt: "Uw locatie werd opgeslagen.
U vindt deze in de lijst 'Favorieten' onder 'Mijn voertuig'. Zo vindt u
altijd gemakkelijk de weg terug naar uw voertuig."
3. Druk op OK.
Op de kaart is de locatie van uw voertuig met een vlaggetje met
ster gemarkeerd.
De navigatie gaat verder naar de bestemming in de modus
Voetganger.
Nuttige functies - 79 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Parkeerplaats zoeken
U wilt naar een parkeerplaats in de buurt van de bestemming worden
gebracht. Van daaruit wilt u te voet naar de bestemming gaan.
1. Druk op de knop (Parkeren).
2. Druk op Parkeren in de buurt van de best.
Een lijst wordt geopend. Deze bevat mogelijke parkeerplaatsen,
gerangschikt naar afstand van uw bestemming.
3. Druk op de parkeerplaats waar u uw voertuig wilt parkeren.
Meer informatie over deze parkeerplaats verschijnt.
4. Druk op Invoegen.
5. De navigatie gaat nu in de modus die overeenkomt met het
gekozen routeprofiel, verder naar de gekozen parkeerplaats. Als u
daar bent aangekomen, verschijnt de volgende mededeling: "Uw
locatie werd opgeslagen. U vindt deze in de lijst 'Favorieten' onder
'Mijn voertuig'. Zo vindt u altijd gemakkelijk de weg terug naar uw
voertuig."
6. Druk op OK.
Op de kaart is de locatie van uw voertuig met een vlaggetje met
ster gemarkeerd.
De navigatie gaat verder naar de bestemming in de modus
Voetganger.
Terug naar de bestemming
U heeft uw bestemming bereikt. De navigatie is beëindigd. Om een of
andere reden bent u echter nog doorgereden, bijv. omdat u geen plek
om te stoppen heeft gevonden. Nu wilt u weer naar de bestemming
worden gebracht.
1. Druk op de knop (Parkeren).
2. Druk op Laatste bestemming.
De navigatie gaat nu in de modus die overeenkomt met het gekozen
routeprofiel, terug naar de oorspronkelijke bestemming.
NAVIGON Clever Parking: actuele informatie over
parkeermogelijkheden
Enkele parkeermogelijkheden zijn gemarkeerd door een klein sterretje
(bijv. ). Bij deze parkeermogelijkheden is verdere informatie
bekend, zoals bijv. openingstijden of het aantal parkeerplekken voor
gehandicapten of vrouwen.
- 80 - Nuttige functies
Deze informatie is voor steeds meer parkeermogelijkheden
Opmerking: De functie NAVIGON Clever Parking is niet standaard
Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar, wanneer de kaart in een
Opmerking: Deze functie is alleen beschikbaar tijdens een navigatie in
beschikbaar. Regelmatige updates van deze informatie kunt u heel
eenvoudig via de software NAVIGON Fresh aanschaffen. NAVIGON Fresh kunt u gratis downloaden van de website
www.navigon.com/fresh.
beschikbaar. U kunt deze echter heel eenvoudig aanschaffen via de
software NAVIGON Fresh. NAVIGON Fresh kunt u gratis downloaden
van de website www.navigon.com/fresh.
10.5 In de omgeving
Tijdens de navigatie, of wanneer u de kaart via de knop Kaart
weergeven heeft geopend, kunt u POI's, favorieten en
verkeersinformatie van het zichtbare kaartfragment in een
overzichtelijke lijst laten weergeven.
van de modi Bestemming zoeken, Preview of Reality View geopend
is.
1. Druk op een pictogram in de kaart dat een POI, een favoriet of
verkeersinformatie weergeeft.
N DE OMGEVING wordt geopend. U krijgt alle
De lijst I
verkeersinformatie, POI's, favorieten die zich binnen een kleine
omtrek rond het punt bevinden waarop u heeft gedrukt.
2. Druk op een invoer in de lijst, om gedetailleerde informatie erover te
krijgen.
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Druk op Tussenbestemming, om het gekozen punt als
tussenbestemming in te stellen. De navigatie gaat dan eerst naar
deze tussenbestemming. Daarna kunt u de navigatie naar uw
oorspronkelijke bestemming voortzetten. De knop
Tussenbestemming is alleen tijdens een navigatie beschikbaar.
► Druk op Navigatie starten, om naar het gekozen punt te navigeren.
► Druk op Annuleren, om de lijst weer te sluiten.
Gebruikershandboek Move&Fun
10.6 MyBest POI: POI's op de route
de modus Voertuig (zie "Navigatie in de modus Voertuig", pagina 62).
U kunt 3 categorieën POI's vastleggen voor de functie POI's op de route. POI's die langs uw route liggen en binnen een van deze
categorieën vallen, kunt u tijdens de navigatie snel weergeven en als
tussenbestemming selecteren.
Nuttige functies - 81 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De balk POI's op de route wordt na enkele seconden
10.6.1 POI's op de route weergeven
1. Druk op de knop (POI's op de route), die linksboven in de
kaart verschijnt (zie punt 2 in "Navigatie in de modus Voertuig",
pagina 62).
De balk POI's op de route wordt geopend.
Deze laat pictogrammen van de 3 opgegeven categorieën POI's
zien. Voor elke categorie wordt de afstand tot de dichtstbijgelegen
POI weergegeven. De markering op de route geeft bovendien aan
of de POI zich in rijrichting rechts () of links () bevindt.
weer gesloten.
Als de balk geopend moet blijven, drukt u op de knop (Fixeren).
De knop verandert naar (Gefixeerd).
2. Druk op een van de categorieën om een lijst met meer POI's van
deze categorie weer te geven.
De lijst POI'
S OP DE ROUTE wordt geopend.
1 Langs de bovenste beeldschermrand zijn pictogrammen van de
categorieën afgebeeld waarvan de bijzondere bestemmingen in de
snelle toegang ter beschikking staan. Het pictogram van de actueel
geselecteerde POI is gemarkeerd.
►Druk op het pictogram van de categorie waarvan u de POI's wilt
weergeven.
- 82 - Nuttige functies
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Als voor de taal van het gebruikersoppervlak
2 De lijst bevat, aflopend volgens de afstand (hemelsbreed) gesorteerd,
de 5 dichtst bij uw route gelegen POI's van de opgegeven categorie. De
dichtstbijzijnde POI staat dus als onderste invoer in de lijst.
3 Spraakbesturing: opent het venster S
PRAAKBESTURING, waarin u het
zoeken naar POI's per spraakbesturing kunt starten (zie ook
"Spraakbesturing", pagina 29).
spraakbesturing niet beschikbaar is, is de knop Spraakbesturing
gedeactiveerd.
4 Bij elke POI in de lijst kan verdere informatie worden weergegeven.
►Druk op de knop (Info) rechts naast de desbetreffende POI (zie
ook "Informatie over de bestemming", pagina 42).
5 Langs de linker beeldschermrand worden de route en uw actuele
positie schematisch weergegeven. De markeringen op de route tonen
de afstand van de bestemmingen in de lijst tot uw positie. De
markeringen geven aan of de desbetreffende bestemming zich in
rijrichting rechts () of links () bevindt.
10.6.2 Naar een van de bestemmingen navigeren
►Druk in de lijst op de POI waarheen u wilt navigeren.
De gekozen bestemming wordt als tussenbestemming ingevoegd.
De route wordt opnieuw berekend. Na het bereiken van de
tussenbestemming wordt de navigatie naar de oorspronkelijke
bestemming voortgezet.
10.6.3 Categorieën vastleggen
U kunt instellen welke 3 categorieën of subcategorieën beschikbaar zijn
voor de POI's op de route.
1. Druk in de lijst POI'
Het venster INSTELLINGEN:POI'S OP DE ROUTEwordt geopend.
2. Druk op de knop (Lijst) naast de categorie die u wilt wijzigen.
De lijst met POI-categorieën wordt geopend.
Als er voor een categorie subcategorieën zijn, verschijnt links
ernaast weer de knop (Lijst). Druk hierop om de
subcategorieën weer te geven.
3. Selecteer een categorie.
4. Druk op OK.
Het venster INSTELLINGEN:POI'S OP DE ROUTEwordt geopend.
5. Druk op OK.
S OP DE ROUTE op Instellingen.
Nuttige functies - 83 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Verwijzingen zijn alleen tijdens een navigatie mogelijk of
6. De lijst POI'S OP DE ROUTE wordt geopend. Als er voor de nieuw
geselecteerde categorie POI's op de route zijn, worden deze al in
de lijst weergegeven.
7. Druk op (Terug), om de lijst te sluiten.
De kaart wordt geopend.
10.7 NAVIGON Sightseeing
NAVIGON Sightseeing-bezienswaardigheden zijn een speciale
categorie POI's. U kunt zich laten wijzen op deze
bezienswaardigheden, wanneer u deze nadert.
wanneer de kaart in de modus Standaard geopend is.
Verwijzingen naar NAVIGON Sightseeing-bezienswaardigheden
activeren
U kunt instellen of en hoe u wordt gewezen op NAVIGON Sightseeingbezienswaardigheden.
1. Druk in het venster N
Navigatie > Info over 'NAVIGON Sightseeing'-bestemmingen.
2. Selecteer een van de volgende instellingen:
►Nee: U wordt niet gewezen op NAVIGON Sightseeing-
bezienswaardigheden.
►Alleen op beeldscherm: Als u een NAVIGON Sightseeing-
bezienswaardigheid nadert, verschijnt op de kaart de knop
AVIGATIE op Opties > Instellingen >
INFORMATIE OVER BESTEMMING kunt openen.
(NAVIGON Sightseeing), waarmee u het venster
►Spraakinfo bij belangrijke bestemmingen: Bij buiten de regio
bekende bezienswaardigheden wordt een beschrijving
voorgelezen zodra de knop (NAVIGON Sightseeing)
verschijnt.
►Spraakinfo bij alle bestemmingen: Bij alle bezienswaardigheden
van de categorie wordt een beschrijving voorgelezen zodra de
knop (NAVIGON Sightseeing) verschijnt.
- 84 - Nuttige functies
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Bij de levering is slechts een beperkt aantal NAVIGON
Opmerking: Beschrijvingen kunnen niet in elke taal worden
Opmerking: Tijdens een navigatie in de modus Voetganger krijgt u
Sightseeing-bezienswaardigheden inbegrepen. Een update met nog
veel meer bezienswaardigheden in 18 Europese landen met zeer
uitvoerige informatie bij elke NAVIGON Sightseeingbezienswaardigheid kunt u heel eenvoudig aanschaffen via de software
NAVIGON Fresh. NAVIGON Fresh kunt u gratis downloaden van de
website www.navigon.com/fresh.
voorgelezen. In dit geval zijn de beide instellingen Spraakinfo bij
belangrijke bestemmingen en Spraakinfo bij alle bestemmingen niet
beschikbaar.
alleen een verwijzing, wanneer uw bestemming een NAVIGON
Sightseeing-bestemming is en u uw bestemming nadert.
Informatie over een NAVIGON Sightseeing-bezienswaardigheid
weergeven
►U heeft ingesteld dat u wilt worden geïnformeerd over NAVIGON
Sightseeing-bezienswaardigheden (zie "Verwijzingen naar
NAVIGON Sightseeing-bezienswaardigheden activeren",
pagina 84).
►De kaart is in de modus Navigatie of in de modus Standaard
geopend.
Wanneer u een NAVIGON Sightseeing-bezienswaardigheid nadert,
verschijnt op de kaart de knop (NAVIGON Sightseeing). De
afstandsinformatie op deze knop geeft aan hoe ver de bestemming van
u is verwijderd (hemelsbreed). Afhankelijk van de instelling wordt
bovendien een beschrijving van de bestemming voorgelezen.
►Druk op de knop (NAVIGON Sightseeing).
Het venster INFORMATIE OVER BESTEMMINGwordt geopend. Dit bevat
naast een beschrijving ook andere informatie zoals bijv. adres,
telefoonnummer of openingstijden.
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Druk op (Spraakinfo), om het voorlezen van de beschrijving te
starten of te stoppen.
►Druk op (Op kaart tonen), om de bezienswaardigheid op de
kaart weer te geven.
Nuttige functies - 85 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De navigatiesoftware bevat slechts een beperkt aantal
►Druk op (Bestemming opslaan), om de bezienswaardigheid in
de lijst FAVORIETENop te slaan.
►Druk op de afbeelding van de bezienswaardigheid, om het beeld in
de maximale beeldmodus weer te geven.
Druk opnieuw op het beeld, om de maximale beeldmodus weer te
sluiten.
►Tijdens een navigatie: druk op Tussenbestemming om de
bezienswaardigheid als tussenbestemming in te voegen.
►Wanneer net geen navigatie plaatsvindt: druk op Navigatie starten
om de navigatie naar deze bezienswaardigheid te starten.
►Druk op Sluiten om het venster INFORMATIE OVER BESTEMMING weer
te sluiten en terug te keren naar het kaartaanzicht.
10.8 Sightseeing-routes
Sightseeing-routes zijn voorgedefinieerde routes met landschappelijk,
cultureel of toeristisch interessante bestemmingen voor uitstapjes, die
zijn gesorteerd op verschillende categorieën.
sightseeing-routes. Een update met meer dan 100 sightseeing-routes
kunt u via NAVIGON Fresh aanschaffen. De software NAVIGON Fresh
kunt u gratis downloaden van de website www.navigon.com/fresh.
1. Druk in het venster NAVIGATIEop Opties > Sightseeing-routes.
Het venster SIGHTSEEING-ROUTESwordt geopend.
2. Geef het land op waarin u wilt zoeken naar sightseeing-routes (zie
"Bestemming opgeven", pagina 33).
3. Geef op uit welke categorie u een route wilt zoeken.
De lijst N
routes van de opgegeven categorie.
4. Druk op de naam van de route.
Het venster G
geopend.
Daarin wordt de naam van de route, de lengte van de route, de
vermoedelijke rijduur en een korte beschrijving van de route
weergegeven.
►Druk op Info om een uitvoerige beschrijving van de route te
Druk op Sluiten om weer het venster G
OVER DE ROUTE te openen.
AAM wordt geopend. Deze bevat, alfabetisch gesorteerd,
EDETAILLEERDE GEGEVENS OVER DE ROUTE wordt
krijgen.
EDETAILLEERDE GEGEVENS
- 86 - Nuttige functies
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De lijst met routepunten in het venster R
Meer informatie over de start van de navigatie en de kaart in de modus
Op de knop Beginnen bij… staat op welk routepunt de route begint:
►eerste: u wordt vanaf uw actuele positie naar het geplande startpunt
van de sightseeing-route geleid. Dan begint de navigatie op de
gekozen route.
►dichtst bij: U wordt vanaf uw actuele positie naar het gunstigst
gelegen uitgangspunt voor de gekozen route geleid. Daar begint de
navigatie op de gekozen route.
Het gunstigst gelegen uitgangspunt is
► bij een rondreis het dichtstbijzijnde routepunt.
► bij een andere reis het dichtstbijzijnde eindpunt (start of
bestemming) van de route.
5. Druk op Beginnen bij…, om de telkens andere instelling te kiezen.
6. Druk op Route plannen.
Het venster ROUTES EN TRACKSwordt geopend (zie ook: "Tracks en
routes met etappes", pagina 51).
U kunt hier een overzicht van de afzonderlijke etappes op de
gekozen route krijgen en kunt zien in welke volgorde naar de
etappes wordt gereden.
dient alleen ter oriëntatie. U kunt hier niet de volgorde van de
OUTES EN TRACKS
routepunten wijzigen, en ook geen routepunten wissen of nieuwe
toevoegen.
►Druk op Route weergeven.
De kaart wordt geopend in de modus Preview en u kunt de
navigatie op de route starten.
Preview vindt u in het hoofdstuk "Kaart in de modus Preview",
pagina 60.
10.9 Noodhulp
Als u bij een ongeluk komt of als u pech heeft, kan het nodig zijn snel
om hulp te bellen en de centrale mede te delen waar u zich precies
bevindt.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Noodhulp.
Wanneer u net bezig bent met een navigatie:
►Druk op Opties > Diensten > Noodhulp.
Het venster NOODHULPwordt geopend.
Als de GPS-ontvangst voldoende is voor de positiebepaling, worden het
adres en de geografische coördinaten van uw huidige locatie
weergegeven.
Nuttige functies - 87 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Er worden uitsluitend hulppunten getoond die niet verder
►Druk op (Op kaart tonen), als u uw actuele locatie op de kaart
wilt zien.
Op de onderste helft van het venster vindt u knoppen voor
4 categorieën: Tankstation, Politie, Ziekenhuis, Apotheek.
►Druk op de betreffende knop.
Het dichtstbijzijnde hulppunt van de gekozen categorie wordt
weergegeven. U komt de naam, het adres en het telefoonnummer
(indien bekend) te weten, en hoe ver het hulppunt van u verwijderd
is.
U heeft de volgende mogelijkheden:
►Druk op de knop Kaart, om uw locatie en het hulppunt op de kaart
te zien. Zo kunt u zich een overzicht over de weg daarheen
verschaffen.
►Druk op Navigatie starten. U wordt dan direct naar het
weergegeven hulppunt geleid.
►Met de knoppen (Omhoog) en (Omlaag) kunt u andere
hulppunten van de gekozen categorie selecteren.
De hulppunten zijn gesorteerd op afstand vanaf uw huidige locatie.
►Met de knop (Terug) komt u weer terug bij het venster
NOODHULP.
dan 50 km van uw locatie verwijderd zijn.
10.10 GPS-status, actuele locatie opslaan
In het venster GPS-STATUSvindt u een overzicht van de gegevens die
het navigatiesysteem uit de ontvangen GPS-signalen berekent.
De GPS-status kan via de opties van vele vensters worden bereikt.
►Druk op Opties > GPS-status.
De actuele locatie kan in de lijst FAVORIETENworden opgeslagen.
1. Druk op Locatie opslaan.
Het dialoogvenster BESTEMMING OPSLAAN ALSwordt geopend.
2. Voer een naam voor de bestemming in.
3. Druk op Opslaan.
10.11 Blokkade
U kunt tijdens de navigatie te allen tijde een voor u liggend deeltraject
blokkeren, d.w.z. een route om dit deel heen laten berekenen, bijv.
omdat u op de radio te horen heeft gekregen, dat er een file op dit
deeltraject staat.
- 88 - Nuttige functies
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De blokkade heeft uitsluitend geldigheid voor de actuele
Opmerking: Als u net op een autosnelweg rijdt, begint de
navigatie. Bij een nieuwe navigatie is zij niet meer aanwezig.
U voert net een navigatie uit. De kaart is geopend in de modus
Navigatie.
1. Druk op Opties.
Er worden knoppen met verschillende functies getoond.
2. Druk op Blokkade.
Het menu BLOKKADEwordt geopend. Het bevat knoppen met
verschillende afstandgegevens.
3. Geef op welke afstand u wilt blokkeren.
omleidingsroute bij de volgende afrit. Op de knoppen is aangegeven tot
welke afslag de blokkade geldt.
De route wordt opnieuw berekend. Er wordt om het geblokkeerde
deeltraject heen gereden. Zij is op de kaart gemarkeerd (in rode kleur).
De blokkade opheffen
►Druk op Opties > Blokkade opheffen.
De blokkade wordt opgeheven. De route wordt opnieuw berekend.
Het deeltraject waarvan de blokkade is opgeheven, kan weer in de
berekening worden opgenomen.
10.12 Routebeschrijving
Voor de start van de navigatie of altijd tijdens de navigatie kunt u een
gedetailleerde routebeschrijving van de berekende route laten
weergeven. In deze lijst zijn alle rij-instructies in tabelvorm
weergegeven.
De kaart is geopend in de modus Preview:
►Druk op Opties > Routebeschrijving.
De kaart is in de modus Navigatie of in de modus Reality View geopend:
►Druk op Opties > Route > Routebeschrijving.
Nuttige functies - 89 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Het venster ROUTEBESCHRIJVINGwordt geopend.
1 Schematische weergave van de volgende kruising waar u moet afslaan.
2 Afstand tot deze kruising.
3 Rij-instructie en evt. naam van de straat waarin u moet afslaan.
4 Geeft aan of u over het betreffende routetraject wilt rijden of niet.
(Toestaan): Het betreffende traject mag deel van de route zijn.
(Verbieden): De route mag niet over het betreffende traject lopen.
Routetrajecten blokkeren
1. Druk op de routetrajecten waar u niet over wilt rijden, zodat ernaast
het pictogram (Verbieden) verschijnt.
2. Druk op (Route wijzigen).
Het navigatiesysteem berekent een omleidingsroute, zodat de
routetrajecten worden ontweken. In het venster
R
OUTEBESCHRIJVING verschijnen de nieuwe rij-instructies.
3. Druk op (Terug), om het venster R
OUTEBESCHRIJVING weer
te sluiten.
Blokkades opheffen en oorspronkelijke route gebruiken
De blokkering van de trajecten kunt u te allen tijde weer opheffen.
►Druk in het venster ROUTEBESCHRIJVING op Opties >
Oorspronkelijke route berekenen.
- 90 - Nuttige functies
10.13 TMC (Verkeersinformatie)
Opmerking: In veel Europese landen is TMC gratis beschikbaar. In
Door zijn geïntegreerde TMC-ontvanger beschikt het navigatiesysteem
over actuele verkeersinformatie. Het kan indien gewenst de route
dynamisch wijzigen, om bijv. een file te ontwijken.
enkele landen wordt (uitsluitend of extra) PremiumTMC tegen betaling
van de kosten aangeboden, dat duidelijk sneller en actueler belooft te
zijn.
De PremiumTMC-diensten van TrafficMaster (UK) en ViaMichelin (F)
zijn al bij de levering inbegrepen.
Op andere PremiumTMC-diensten kunt u zich heel eenvoudig
abonneren via de software NAVIGON Fresh. NAVIGON Fresh kunt u
gratis downloaden van de website www.navigon.com/fresh.
10.13.1 Preview TMC
Als tijdens de navigatie nieuwe verkeersinformatie betrekking heeft op
uw route, verschijnt langs de rechter beeldschermrand de knop
Verkeersinformatie.
Nieuwe berekening: Automatisch
Als u voor de instelling Nieuwe berekening de waarde Autom atisch
heeft gekozen, dan bevat de knop geen afstandsinformatie. Er wordt
automatisch om de verkeersbelemmering heen gereden, wanneer de
reistijd daardoor binnen aanvaardbare grenzen korter wordt. Anders
wordt de verkeersinformatie genegeerd.
Nieuwe berekening: Op verzoek
Als u de waarde Op verzoek heeft gekozen, dan wordt op de knop de
afstand tot de gemelde verkeersbelemmering weergegeven. De knop
wordt rood, als de afstand minder dan 50 km bedraagt.
Gebruikershandboek Move&Fun
►Druk op de knop (Verkeersinformatie).
Het venster PREVIEW TMC wordt geopend. Het toont een
kaartfragment met het deeltraject waarop de melding betrekking
heeft. Als door de melding gevreesd moet worden voor aanzienlijke
tijdverliezen, dan wordt ook een mogelijke omleiding weergegeven.
Nuttige functies - 91 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Uitzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt groter, maar u ziet
minder details.
Inzoomen: Het weergegeven kaartfragment wordt kleiner, maar u ziet
meer details.
Oorspronkelijk kaartfragment: Het oorspronkelijke kaartfragment wordt
weer weergegeven.
►Druk op de knop van de route die u verder wilt volgen.
- of -
►Druk op de knop Details.
Het venster VERKEERSINFORMATIEwordt geopend (zie
"Verkeersinformatie weergeven", pagina 93).
Opmerking: Als u op een verkeerssymbool (in de afbeelding: ) in
het kaartfragment van het venster P
venster met detailinformatie over deze melding geopend (zie
"Afzonderlijke melding in detail bekijken", pagina 94).
REVIEW TMC drukt, wordt een
Nieuwe berekening: Op verzoek
Als u de waarde Op verzoek heeft gekozen, dan kan de knop ook in
groene kleur verschijnen. In dit geval bestaat een verkeersbelemmering
waar net omheen wordt gereden, niet meer.
►Druk op de knop (Verkeersinformatie).
Het venster PREVIEW TMC wordt geopend (zie boven). U kunt zich
nu naar de oorspronkelijke route laten terugleiden of verder rijden
op de omleiding.
- 92 - Nuttige functies
Gebruikershandboek Move&Fun
10.13.2 Verkeersinformatie weergeven
De actueel geldige verkeersinformatie kan via de opties van vele
vensters worden bereikt.
►Druk in het venster NAVIGATIE op Opties > Verkeer.
Het venster VERKEERSINFORMATIEwordt geopend.
Met de knoppen (Omhoog) en (Omlaag) kunt u door de lijst
van de meldingen bladeren.
►Druk op (Terug), om het venster VERKEERSINFORMATIE
weer te sluiten.
1 De knop Verkeersinformatie laat zien wat voor soort verkeersinformatie
in de lijst staat en hoeveel meldingen aanwezig zijn.
►Druk op Verkeersinformatie, om vast te leggen welke meldingen
worden weergegeven.
2 Deze markering geeft weer dat de betreffende melding van een
PremiumTMC-provider afkomstig is.
3 Hier ziet u hoe ernstig de belemmering is:
Rood: Het getroffen deeltraject kan door de belemmering niet of slechts
met aanzienlijk tijdverlies (meer dan 30 minuten) worden gepasseerd.
Dat kan bijv. bij de blokkering van meerdere rijstroken tengevolge van
een ongeval het geval zijn.
Nuttige functies - 93 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De meeste radiozenders melden uitsluitend
Het navigatiesysteem leest de betreffende verkeersinformatie voor,
Geel: Het traject wordt door de belemmering niet onpasseerbaar, maar
er dreigen vertragingen (10-30 minuten). Dat kan bijv. bij langzaam
rijdend verkeer het geval zijn.
Geen kleur: De hindernis wordt als niet-ernstig ingeschaald. Dat kan
bijv. het geval zijn, als er langzaam rijdend verkeer op een zeer kort
traject wordt gemeld, als praatpalen uitgevallen zijn, of als
parkeerplaatsen geblokkeerd zijn.
4 Hier ziet u hoever u van deze belemmering af bent. Wanneer de
belemmering niet op uw route ligt, of als voor deze belemmering al een
omleidingsroute berekend is, wordt de afstand hemelsbreed
weergegeven.
5 Hier ziet u in welk land de belemmering optreedt.
verkeersbelemmeringen uit hun eigen land.
6 Hier staat de gemelde hindernis als verkeersteken weergegeven.
7 Hier ziet u op welk deeltraject van de weg de hindernis zich bevindt.
8 Belemmeringen op de route kan het navigatiesysteem Ontwijken ()
of Negeren (). De knop geeft de desbetreffende status aan. Druk op
de knop om de telkens andere instelling te selecteren.
9 Hier wordt de desbetreffende straat aangegeven.
10 (Op kaart tonen): Deze knop is alleen beschikbaar, wanneer ten
minste een van de weergegeven meldingen betrekking heeft op uw
route. Druk op deze knop, om het venster P
REVIEW TMC te openen (zie
"Preview TMC", pagina 91).
10.13.3 Afzonderlijke melding in detail bekijken
►Druk op een melding om de details ervan te zien te krijgen.
wanneer het detailaanzicht wordt geopend. Het voorlezen is echter niet
in elke taal mogelijk.
►Druk op de knop (Op kaart tonen), om het getroffen deel op de
kaart te zien.
10.13.4 Instellingen TMC
►Druk in het venster VERKEERSINFORMATIE op Instellingen.
- 94 - Nuttige functies
Gebruikershandboek Move&Fun
In het venster INSTELLINGEN TMC kunt u de TMC-zender instellen en
configureren of en hoe de ontvangst van verkeersinformatie die
betrekking heeft op uw route, effect heeft op de navigatie.
Tuningmodus
Druk op Tuningmodus en leg vast hoe de zender moet worden
ingesteld waarvan verkeersinformatie wordt ontvangen.
►Automatisch: Met de pijlknoppen in het bereik Zender kunt u een
andere zender instellen. Het systeem zoekt een andere zender,
wanneer de ontvangst slecht wordt.
►Zender vasthouden: Met de pijlknoppen in het bereik Zender kunt u
een andere zender instellen. Het systeem zoekt dezelfde zender op
een andere frequentie, wanneer de ontvangst slecht wordt.
►Frequentie vasthouden: Met de pijlknoppen in het bereik Zender
kunt u een andere frequentie instellen. Het systeem zoekt geen
andere zender, wanneer de ontvangst slecht wordt.
Nieuwe berekening
Druk op Nieuwe berekening en leg vast hoe rekening moet worden
gehouden met nieuwe verkeersinformatie die betrekking heeft op uw
route.
►Automatisch: er wordt automatisch een omleidingsroute berekend.
U wordt geïnformeerd over de nieuwe berekening van de route.
►Op verzoek: Een aankondiging van het navigatieapparaat
informeert u dat verkeersinformatie betrekking heeft op uw route.
Op het beeldscherm toont het veld Verkeersinformatie de afstand
tot de gemelde verkeersbelemmering.
Druk op het veld Verkeersinformatie. U kunt dan vastleggen of een
omleidingsroute moet worden berekend.
10.14 Logboek
U kunt door uw navigatieapparaat een logboek laten bijhouden. Het
logboek wordt geregistreerd in het bestand "Logbook.xls". Dit kan met
Microsoft Excel worden geopend. Elke geregistreerde rit wordt in dit
bestand als nieuwe invoer aan het einde van de tabel toegevoegd.
Het bestand "Logbook.xls" wordt bij de eerste registratie van een rit in
de directory "NAVIGON\Logbook" aangemaakt. Als u dit bestand wilt
wissen, verplaatsen of een andere naam geven, wordt bij de volgende
registratie van een rit een nieuw bestand aangemaakt.
Ritten laten registreren
U kunt alle ritten automatisch laten registreren.
1. Druk in het venster N
Nuttige functies - 95 -
AVIGATIE op Opties > Instellingen > Navigatie.
Gebruikershandboek Move&Fun
Het navigatiesysteem registreert ritten ook wanneer u niet navigeert.
2. Zet de instelling Logboek op Ja.
3. Druk op OK.
Vanaf nu wordt elke verdere rit geregistreerd tot u de instelling Logboek
weer op Nee zet. U kunt echter afzonderlijke ritten buiten de registratie
laten.
Voorwaarde is natuurlijk dat het navigatiesysteem ingeschakeld is en
GPS-signalen ontvangt.
Voor de rit
Als uw ritten worden geregistreerd in het logboek, wordt voor de start
van de rit een venster geopend waarin u de noodzakelijke informatie
over deze rit kunt invoeren. U kunt echter ook vastleggen dat deze rit
niet hoeft te worden geregistreerd.
►Als u deze rit niet wilt registreren, druk dan op (Annuleren).
- of -
1. Druk in het veld Reden van rit op een van de mogelijke redenen
voor de rit.
2. Voer in het veld Logboekvermelding een naam voor deze invoer in,
bijv. "Rit naar klant X".
3. Druk op KM-stand.
4. Voer de kilometerstand van uw voertuig in.
5. Druk op Starten.
De navigatie begint.
11 Voertuig
Wanneer de houder correct in het voertuig is aangebracht en het
navigatieapparaat is geplaatst, biedt het u vele nieuwe functies
waarmee u voertuiggegevens kunt controleren en uw rijstijl kunt
beoordelen.
U kunt deze functies gebruiken, wanneer is voldaan aan de volgende
voorwaarden:
►De houder van het navigatieapparaat is correct aangebracht in het
voertuig (zie "Het navigatieapparaat monteren", pagina 13).
►Het navigatieapparaat is correct in de houder geplaatst (zie "De
houder plaatsen", pagina 13).
►De ontsteking van het voertuig is ingeschakeld.
- 96 - Voertuig
Gebruikershandboek Move&Fun
11.1 Tankwaarschuwing
De tankwaarschuwing is actief, wanneer de kaart is geopend in de
modus Standaard of in de modus Navigatie. Deze verschijnt zodra op
de instrumentengroep van het voertuig de aanduiding voor de
tankreserve verschijnt.
De aangegeven resterende actieradius is afhankelijk van het huidige
verbruik.
►Druk op Nee, wanneer u pas later wilt tanken.
Tijdens een navigatie (kaart in de modus Navigatie)
1. Druk op Ja, wanneer u nu naar een tankstation wilt rijden.
De lijst POI'S OP DE ROUTE wordt geopend. Hierin zijn de dichtst bij
uw route gelegen tankstations te zien.
2. Druk op de naam van het tankstation waarheen u wilt rijden.
Het tankstation wordt als tussenbestemming ingevoegd. De
navigatie ernaar toe wordt gestart. Wanneer u heeft getankt, wordt
de navigatie naar de oorspronkelijke bestemming voortgezet.
Zonder navigatie (kaart in de modus Standaard)
1. Druk op Ja, wanneer u nu naar een tankstation wilt rijden.
Het venster POI IN DE OMGEVING wordt geopend. Het laat
tankstations in uw omgeving zien.
2. Druk op de naam van het tankstation waarheen u wilt rijden.
De navigatie naar het tankstation wordt gestart.
Voertuig - 97 -
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: De achteruitrijhulp is alleen beschikbaar, wanneer in het
Opmerking: Informatie over de achteruitrijhulp vindt u ook in het
Opgelet! Het is mogelijk dat de afstand tot zeer smalle, spits
Opmerking: De optische en akoestische weergave van de
voertuig de betreffende achteruitrijsensors aanwezig zijn.
voertuigboekje in het deel "OPS" of "Optisch parkeersysteem".
De achteruitrijhulp zorgt voor veiligheid bij het achteruitrijden, vooral bij
het inparkeren. Deze geeft de afstand en de positie van obstakels
achter het voertuig aan.
De achteruitrijhulp wordt geactiveerd zodra u de versnelling in zijn
achteruit zet. De ruimte achter het voertuig is verdeeld in drie zones.
Wanneer u achteruit een obstakel nadert, wordt de afstand tot elk van
de achteruitrijsensors visueel weergegeven door balken. Zodra u het
obstakel zeer dicht nadert, worden de balken rood.
Bovendien is een signaal te horen zodra de eerste gekleurde balk
verschijnt. Het signaal bestaat uit een reeks hoge tonen. Hoe dichter u
het obstakel nadert, des te sneller volgen de tonen op elkaar. Wanneer
de eerste rode balk verschijnt, hoort u een doorlopende toon.
►Druk op het scherm, om de achteruitrijhulp te verbergen.
toelopende of zeer lage obstakels niet correct wordt aangegeven. Hoge
obstakels zoals bijv. takken worden mogelijk niet herkend. Het gebruik
van de achteruitrijhulp ontslaat de chauffeur in geen geval van zijn
zorgvuldigheidsplicht.
achteruitrijhulp wordt onderbroken of onderdrukt, wanneer een mobiele
telefoon is verbonden met het navigatieapparaat en er een gesprek
binnenkomt.
- 98 - Voertuig
11.3 Portierbewaking
Opmerking: De portierbewaking is alleen beschikbaar, wanneer het
Opgelet! De portierbewaking ontslaat de chauffeur in geen geval van
Opmerking: De portierbewaking wordt onderbroken of onderdrukt,
voertuig een centrale vergrendeling heeft.
De portierbewaking waarschuwt u altijd, wanneer een portier van uw
voertuig geopend is.
Wanneer een portier geopend is, wordt dit geopend weergegeven en
met een kleur geaccentueerd.
►Druk op het scherm, om de portierbewaking te verbergen.
zijn zorgvuldigheidsplicht.
►wanneer een mobiele telefoon is verbonden met het
navigatieapparaat en er een gesprek binnenkomt,
►wanneer de achteruitrijhulp actief is.
Gebruikershandboek Move&Fun
11.4 Boordcomputer
De boordcomputer laat rij- en verbruiksgegevens van uw voertuig zien.
11.4.1 De boordcomputer openen
1. Druk evt. op (Hoofdmenu), om het venster STARTte
openen.
2. Druk in het venster S
Het venster BOORDCOMPUTERwordt geopend.
De boordcomputer laat de volgende gegevens zien:
► gemiddelde snelheid
► afgelegde afstand
► resterende actieradus
► gemiddeld verbruik
Voertuig - 99 -
TART op Voertuig > Boordcomputer.
Gebruikershandboek Move&Fun
Opmerking: Het is mogelijk dat uw voertuig niet alle tellerklokken
► rijtijd
► actueel verbruik
Op de knop onderaan het scherm ziet u of de weergegeven gegevens
betrekking hebben op de actuele rit (Vanaf start) of op de periode sinds
de gegevens voor de laatste keer zijn teruggezet (Langdurig(e)).
11.4.2 Periode kiezen
Druk in het venster BOORDCOMPUTERop de knop Periode (deze is
voorzien van de tekst Vanaf start of Langdurig(e)).
Kies voor welke periode de gegevens moeten worden weergegeven.
►Vanaf start: Deze periode begint altijd opnieuw, wanneer de
ontsteking 2 uur of langer was uitgeschakeld.
►Langdurig(e): Deze periode begint altijd opnieuw, wanneer u
gedurende ten minste 5 seconden op de resetknop van de dagteller
op de instrumentengroep van het voertuig drukt.
11.5 Status
Het navigatieapparaat kan twee tellerklokken weergeven. U kunt
instellen welke tellerklokken dat zijn.
11.5.1 Het venster Status openen
1. Druk evt. op (Hoofdmenu), om het venster STARTte
openen.
2. Druk in het venster S
Het venster STATUSwordt geopend. Er zijn twee tellerklokken te
zien.
TART op Voertuig > Status.
11.5.2 Het venster Status configureren
Het navigatieapparaat kan de volgende tellerklokken weergeven:
► Toerenteller
► Koelvloeistoftemperatuur
► Buitentemperatuur
ondersteunt die het navigatieapparaat kan weergeven. In dit geval is de
keuze beperkt.
1. Druk in het venster STATUSop Voertuig > Instrument 1, om de
linker tellerklok te configureren.
- of -
►Druk in het venster STATUS op Voertuig > Instrument 2, om de
rechter tellerklok te configureren.
- 100 - Voertuig
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.