Navigon P 9611 PORSCHE DESIGN User Manual

porsche design
mobile navigation
ß9611
[
NL ] Inhoudsopgave
1.1 Over dit handboek ----------------------------------------------------------------------------------------- 151
1.2 Juridische aanwijzingen ------------------------------------------------------------------------------------ 151
1.3 Klantenservice ---------------------------------------------------------------------------------------------- 151
2 Vóór de inbedrijfstelling
2.1 Leveringsomvang ------------------------------------------------------------------------------------------- 154
2.2 Eerste inbedrijfstelling -------------------------------------------------------------------------------------- 154
2.3 Apparaat in- en uitschakelen, reset ----------------------------------------------------------------------- 158
2.4 Navigatie met GPS ----------------------------------------------------------------------------------------- 159
2.5 Belangrijke veiligheidsinstructies -------------------------------------------------------------------------- 159
3 Bediening van de navigatiesoftware
3.1 Volume ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 161
3.2 Informatie --------------------------------------------------------------------------------------------------- 161
3.3 Software-toetsenbord -------------------------------------------------------------------------------------- 162
3.4 Lijsten ------------------------------------------------------------------------------------------------------- 162
3.5 Opties ------------------------------------------------------------------------------------------------------- 162
3.6 Menu’s ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 162
4 Navigatie
4.1 P´ 9611 starten ---------------------------------------------------------------------------------------------- 163
4.2 Een nieuwe bestemming opgeven ------------------------------------------------------------------------ 164
4.3 Een opgeslagen bestemming selecteren ----------------------------------------------------------------- 166
4.4 Naar huis navigeren ---------------------------------------------------------------------------------------- 167
4.5 Bestemming op de kaart bepalen ------------------------------------------------------------------------- 167
4.6 POI’s op de route ------------------------------------------------------------------------------------------- 168
4.7 Navigatie starten -------------------------------------------------------------------------------------------- 168
5 Bestemmingen beheren
6 Routes met etappes
6.1 Routes plannen --------------------------------------------------------------------------------------------- 170
6.2 Routes beheren -------------------------------------------------------------------------------------------- 171
6.3 Navigatie ---------------------------------------------------------------------------------------------------- 171
------------------------------------------------------------------------------------------------
-------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------
-----------------------------------------------------------------------------------------------
------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------
151
154
161
163
169
170
Het symbool met de doorgestreepte afvalbak op wielen betekent, dat het product in de Europese Unie gescheiden moet worden ingezameld voor recycling. Dit geldt zowel voor het product zelf als voor alle met dit symbool gekenmerkte toebehoren. Deze producten mogen niet als huishoudelijk restafval worden afgevoerd.
148 –149
7 Opties
8 Werken met de kaart
8.1 Kaartmateriaal ---------------------------------------------------------------------------------------------- 175
8.2 Kaart in de modus Preview -------------------------------------------------------------------------------- 175
8.3 Kaart in de modus Navigatie ------------------------------------------------------------------------------ 176
8.4 Kaart in de modus Bestemming zoeken ------------------------------------------------------------------ 177
9 Nuttige functies
---------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------------
173
175
179
[
NL ] Inhoudsopgave
01 Inleiding
9.1 GPS-status, actuele locatie opslaan ---------------------------------------------------------------------- 179
9.2 TMC [ Verkeersinformatie ] --------------------------------------------------------------------------------- 179
9.3 Instellingen TMC -------------------------------------------------------------------------------------------- 179
10 P´ 9611 configureren
11 MP3-speler
11.1 MP3-instellingen -------------------------------------------------------------------------------------------- 182
12 Handsfree-module
12.1 Verbinding met een telefoon ------------------------------------------------------------------------------ 183
12.2 Gesprek beantwoorden ------------------------------------------------------------------------------------ 184
12.3 Bellen -------------------------------------------------------------------------------------------------------- 184
12.4 Tijdens een gesprek ---------------------------------------------------------------------------------------- 184
12.5 Telefoonboek ----------------------------------------------------------------------------------------------- 185
12.6 Recente gesprekken --------------------------------------------------------------------------------------- 185
12.7 Handsfree-module configureren -------------------------------------------------------------------------- 185
12.8 Verbinding met de mobiele telefoon configureren ------------------------------------------------------- 186
13 Bijlage
13.1 Technische gegevens -------------------------------------------------------------------------------------- 188
13.2 Inhoud van de geheugenkaart terugzetten --------------------------------------------------------------- 188
13.3 Garantiebepalingen ---------------------------------------------------------------------------------------- 188
13.4 Licentiebepalingen ----------------------------------------------------------------------------------------- 190
14 Trefwoordenregister
--------------------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------
---------------------------------------------------------------------------------------------
------------------------------------------------------------------------------------
----------------------------------------------------------------------------------
181
182
183
188
193
Met de koop van het navigatie-apparaat P´ 9611 heeft u gekozen voor de functionele verbinding van kwaliteit en design. P´ 9611 werd door designers ontworpen en door ingenieurs hoogwaardig ont­wikkeld. Elk apparaat wordt zorgvuldig getest en is onderworpen aan de strenge voortdurende kwaliteitscontroles van NAVIGON AG. De levens­duur van dit navigatie-apparaat ligt echter voor een deel ook in uw hand. Daarom vragen wij u, dit handboek aandachtig door te lezen en goed nota te nemen van de aanwijzingen. Bedankt.
1.1 Over dit handboek
1.1.1 Symbolen
De volgende symbolen verwijzen naar bepaalde tekstpassages:
!
Aanwijzingen en tips over de bediening van de software
i
Extra informatie en uitleg
Waarschuwingen
!
1.2 Juridische aanwijzingen
1.2.1 Garantie
Wij behouden ons het recht voor op inhoudelijke wijzigingen van de documentatie en van de sofware zonder voorafgaande kennisgeving.
NAVIGON AG aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de juistheid van de inhoud of voor schade die voortvloeit uit het gebruik van het handboek. Wij zijn steeds dankbaar voor verwijzingen naar fouten of voor verbeteringssuggesties om u in de toekomst nog beter presterende producten te kunnen aanbieden.
1.2.2 Handelsmerken
Alle in het handboek vermelde en eventueel door derden beschermde handelsmerken zijn onbeperkt onderworpen aan de bepalingen van het telkens geldende merkenrecht en de eigendomsrechten van de telkens geregistreerde eigenaars. Alle hier beschreven handelsmerken, handelsnamen of firmanamen zijn of kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectieve­lijke eigenaars zijn. Alle rechten die hier niet uitdrukkelijk worden toegekend, zijn voorbehouden. Uit het ontbreken van een expliciete vermelding van de handelsmerken die in dit handboek worden gebruikt, kan niet worden afgeleid dat een naam vrij is van rechten van derden.
NAVIGON is een gedeponeerd handelsmerk
van NAVIGON AG.
Porsche Design is een gedeponeerd
handelsmerk van PLH | Porsche Lizenz- und Handelsges. mbH & Co. KG.
1.3 Klantenservice
Onze servicemedewerkers zijn in vele landen telefonisch of per e-mail bereikbaar.
Meer informatie vindt u ook op de internetpagina’s van NAVIGON AG [ www.navigon.com ] in het bereik „Service & Support”.
Support per e-mail
Deens: support.dk@navigon.com Duits: support.de@navigon.com Engels: support.uk@navigon.com Fins: support.fin@navigon.com Frans: support.fr@navigon.com Italiaans: support.it@navigon.com Nederlands: support.nl@navigon.com Noors: support.no@navigon.com Zweeds: support.se@navigon.com Spaans: support.es@navigon.com
150 –151
01 Inleiding
Telefonische klantenservice
Land Telefoon Servicetijden Kosten
Duitsland 01805-6284466 van maandag t / m zaterdag 0,14 € / min. van 8 tot 20 uur CET
België 0900-70016 van maandag t / m vrijdag 0,45 € / min. + 0,05 € / gesprek van 8 tot 20 uur CET
Denemarken 901-31033 van maandag t / m vrijdag 3,00 DKK / min. van 8 tot 20 uur CET
Finland 0600-413414 van maandag t / m vrijdag 0,50 € / min. van 9 tot 21 uur*
Frankrijk 0891-650065 van maandag t / m zaterdag 0,225 € / min. van 8 tot 20 uur CET
Groot-Brittannië 0905-8480701 van maandag t / m vrijdag 0,25 GBP / min. van 7 tot 19 uur*
Italië 166-205301 van maandag t / m vrijdag 0,40 € / min. + 0,09 € / gesprek van 8 tot 20 uur CET
Nederland 0900-0400468 van maandag t / m vrijdag 0,30 € / min. + 0,045 € / gesprek van 8 tot 20 uur CET
Noorwegen 820-33050 van maandag t / m vrijdag 3,26 NOK / min. van 8 tot 20 uur CET
Oostenrijk 0820-240437 van maandag t / m vrijdag 0,145 € / min. van 8 tot 20 uur CET
Zweden 0900-1001110 van maandag t / m vrijdag 4,00 SEK / min. van 8 tot 20 uur CET
Land Telefoon Servicetijden Kosten
USA +1-888-8480701 van maandag t / m vrijdag gratis van 6 tot 14 uur EST
Andere staten +49-221-2888-999 van maandag t / m vrijdag afhankelijk van van 8 tot 20 uur CET telefoonaanbieder
!
Opmerking: alle vermelde kosten hebben betrekking op gesprekken vanuit het vaste net van het
betreffende land.
* plaatselijke tijd
Zwitserland 0848-662544 van maandag t / m vrijdag 08 – 17 uur: 0,11 CHF / min. van 8 tot 20 uur CET 17 – 22 uur: 0,09 CHF / min. 22 – 08 uur: 0,06 CHF / min.
Spanje 807-001205 van maandag t / m vrijdag 08 – 20 uur: 0,356 € / min. van 8 tot 20 uur CET + 0.104 € / gesprek 20 – 08 uur: 0,288 € / min. + 0,104 € / gesprek
152 –153
02 Vóór de inbedrijfstelling
2.1 Leveringsomvang
Controleer a.u.b. of de levering compleet is en stel ons binnen 14 dagen na aankoop op de hoogte als de levering niet compleet is. Bij het door u gekochte product heeft u het volgende gekregen: – navigatie-apparaat P´ 9611 – accu – autohouder – autolaadkabel [ voedingskabel voor 12V-
sigarettenaansteker – netlaadkabel – USB-kabel – [ voorgeïnstalleerde ] SD-geheugenkaart – handboek – garantiekaart – DVD [ bestanden voor herstel van de SD-kaart
en handboeken in PDF-formaat –
Afdekking accuvak
2.2 Eerste inbedrijfstelling
Vóór het eerste gebruik moeten de volgende stappen worden uitgevoerd: – accu plaatsen – accu opladen – geheugenkaart plaatsen – houder in voertuig aanbrengen – apparaat inschakelen
2.2.1 Accu plaatsen
1. Neem de accu uit de verpakking.
2. Verwijder de afdekking van het accuvak.
3. Plaats de accu in het accuvak.
4. Sluit het accuvak.
]
]
functioneert in uitgeschakelde toestand niet. Eveneens kan de accu niet bij gebruik op de PC via de meegeleverde USB-kabel worden geladen. [6]
1. Schuif de adapterstekker op de achterkant in de geleiding van de netadapter.
2. Steek de mini-USB-stekker van de netlaadka­bel in de voedingsaansluiting aan de LINKERKANT van het apparaat.
3. De stekker van de netkabel in een stopcontact steken.
Vooraanzicht
[
1 ] Hardwaretoetsen
Toets VOLUME VERHOGEN
Toets VOLUME VERLAGEN
Toets AAN- / UIT
[
2 ] Touchscreen
[
3 ] Aanduiding externe voeding en aanduiding
Bluetooth:
aanduiding voeding brandt ORANJE,
wanneer het apparaat is aangesloten op een externe voeding.
aanduiding Bluetooth brandt BLAUW,
wanneer P´ 9611 een Bluetooth-verbinding met een mobiele telefoon heeft opgebouwd.
[ 1 ]
[ 2 ] [ 3 ]
[
]
1
[
]
2
[
]
3
[
]
4
[
]
5
2.2.2 Accu laden
!
Opmerking: de accu is bij levering niet geladen
en moet vóór het eerste gebruik helemaal worden opgeladen. Wanneer de accu voor de eerste keer wordt geladen, moet deze minimaal 12 uur zijn aangesloten op de stroomvoorziening. Het laden van de accu
154 –155
Achteraanzicht
[
1 ] Afdekking accuvak
[
2 ] Aansluiting voor externe GPS-antenne [ optie
[
3 ] Hoofdtelefoonaansluiting
[
4 ] Reset-toets
[
5 ] SD-sleuf
[
6 ] Voedingsaansluiting/Aansluiting voor USB-kabel
[
]
]
6
02 Vóór de inbedrijfstelling
[
]
1
[
]
2
Zijaanzicht links
[ 1 ]
Vergrendelingshendel voor zuignap
[ 2 ]
Zuignap
[ 3 ]
Vergrendelingshendel voor kogelscharnier
[ 4 ]
SD-sleuf
[ 5 ]
Hoofdtelefoonaansluiting
[
]
4
[
]
[
]
3
2.2.3 Geheugenkaart plaatsen
1. Neem de geheugenkaart voorzichtig en zonder de contacten aan te raken of vuil te maken uit de verpakking.
2. Houd de geheugenkaart zo dat het afgesneden hoekje zich links onder bevindt.
3. Schuif de geheugenkaart voorzichtig in de daarvoor bestemde sleuf aan de LINKERKANT van het apparaat tot deze vastklikt. [ Afb. 1
2.2.4 Geheugenkaart verwijderen
!
Opmerking: voordat de geheugenkaart wordt
verwijderd, moeten alle toepassingen gesloten en het navigatie-apparaat uitgeschakeld worden.
1. Druk met de vinger licht tegen de rand van de SD-kaart, tot de vergrendeling loslaat.
2. Trek de kaart eruit zonder de contacten aan te raken. [ Afb. 2
]
5
]
2.2.5 Houder in voertuig aanbrengen [ Afb. 3
Opgelet ! De autohouder voor uw navigatie-
!
apparaat moet zodanig op de voorruit worden bevestigd dat het zicht daardoor niet wordt belemmerd.
!
Opmerking: voordat de autohouder wordt
aangebracht, moet de ruit grondig worden gereinigd met een glasreiniger. De temperatuur van de ruit mag niet lager dan 15°C zijn.
1. Plaats de houder met de zuignap op de voorruit. [
2. Druk de hendel op de zuignap in de richting van de voorruit tot deze zich aan de voorruit vastzuigt.
3. Plaats het navigatie-apparaat op de houder. [
Afb. 4
4. Druk het apparaat zo tegen de autohouder dat dit hoorbaar vastklikt.
5. Steek de voedingsaansluiting in de sigaretten­aansteker.
6. Maak de vergrendelingshendel voor het kogelscharnier los. [ Afb. 5
7. Stel de houder zodanig in dat het touchscreen­display goed kan worden afgelezen. [ Afb. 6
8. Druk de vergrendelingshendel voor het kogelscharnier weer in de richting van het apparaat.
9. Steek de mini-USB-stekker van de autolaad­kabel in de voedingsaansluiting op de achterkant van de autohouder. [ Afb. 7
2.2.6 Navigatie-apparaat inschakelen
1. AAN /UIT-toets 1,5 sec. indrukken. [ Afb. 8 ]
2. Selecteer op verzoek de gewenste taal.
3. Druk op de knop OK. Het STARTSCHERM verschijnt.
4. Druk in het STARTSCHERM op de knop NAVIGATIE om de navigatiesoftware te openen.
5. Druk in het STARTSCHERM op de knop MP3-SPELER om de MP3-speler te openen.
]
Afb. 3
]
]
]
]
]
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
156 –157
02 Vóór de inbedrijfstelling
Afb. 4
Afb. 5
Afb. 6
6. Druk in het STARTSCHERM op de knop INSTELLINGEN om de taal en helderheid in te stellen of het touchscreen-display te kalibreren.
2.3 Apparaat in- en uitschakelen, reset
Algemeen over het in-uitschakelgedrag
Om in uitgeschakelde toestand de accuontlading te minimaliseren en tegelijkertijd de inschakeltijd zo kort mogelijk te houden, heeft het apparaat twee uitscha­kel toestanden: de rusttoestand en de uitgeschakelde toestand.
Inschakelen
Om het apparaat in te schakelen, drukt u de aan­uittoets 1,5 s in. Het apparaat is vervolgens hetzij na 2 seconden uit de rusttoestand, of na 35 seconden uit de uitgeschakelde toestand weer ingeschakeld.
Uitschakelen
U brengt het apparaat in de rusttoestand door de aan/uit-toets kort in te drukken (wordt aanbevolen). Om in de uitgeschakelde toestand te komen, moet u de aan/uit-toets gedurende 4 seconden ingedrukt houden. In deze toestand verbruikt het apparaat geen stroom, maar kan ook niet worden geladen.
Reset
Mocht het apparaat ooit eens verkeerd function­eren, voer dan a.u.b. een reset uit. Druk hiervoor de resettoets op de achterkant van het apparaat in. [pagina 155] Het apparaat start daarna opnieuw (warme start). Mocht dit niet functioneren of het apparaat blijft daarna verkeerd functioneren, voer dan a.u.b. een hardware reset (koude start) uit. Houd hiervoor in ingeschakelde toestand de aan/ uit-toets a.u.b. gedurende ten minste 4 seconden ingedrukt. Wacht enkele seconden en schakel het apparaat vervolgens weer via de aan/uit-toets in.
!
Opmerking: gedetailleerde informatie over het
wijzigen van de afzonderlijke instellingen krijgt u, wanneer u op de knop
Afb. 7
Afb. 8
2.4 Navigatie met GPS
GPS is gebaseerd op in totaal 24 satellieten die rond de aarde draaien en daarbij voortdurend hun positie en hun tijd uitzenden. De GPS-ontvanger ontvangt deze gegevens en berekent uit de verschillende positie- en tijdinformatie van de verschillende satellieten zijn eigen geografische positie. Voor een positiebepaling die exact genoeg is, zijn de gegevens nodig van ten minste drie satellieten. Met de gegevens van 4 of meer satellieten kan ook de hoogte boven de zeespiegel worden bepaald. De positiebepaling gebeurt tot op 3 meter nauwkeurig. Wanneer P´ 9611 uw positie heeft bepaald, kan deze positie als uitgangspunt dienst doen voor een wegberekening.
Het kaartmateriaal van uw navigatie-apparaat bevat de geografische coördinaten van alle digitaal geregistreerde bijzondere bestemmingen [ POI’s ], straten en plaatsen. Het navigatie-apparaat kan zodoende een weg berekenen vanaf een beginpunt naar een bestemming. De berekening van de actuele positie en de weergave ervan op de kaart geschieden één keer per seconde. Zo kunt u op de kaart zien waar u zich beweegt.
2.5 Belangrijke veiligheidsinstructies
Lees in uw eigen belang de volgende veiligheids­instructies en waarschuwingen zorgvuldig door, voordat u uw navigatiesysteem in gebruik neemt.
2.5.1 Veiligheidsinstructies voor de navigatie
Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico.
Opgelet !
!
Bedien het navigatiesysteem niet terwijl
u rijdt, om uzelf en de anderen tegen ongevallen te beschermen!
Kijk alleen op het touchscreen-display
wanneer de verkeerssituatie veilig is en dit toelaat.
158 –159
HELP drukt.
02 Vóór de inbedrijfstelling
03 Bediening van de navigatiesoftware
De wegmarkeringen en verkeersborden
hebben voorrang op de instructies van het navigatiesysteem.
De instructies van het navigatiesysteem
mogen alleen worden opgevolgd als de omstandigheden en verkeersregels het toelaten. Moet daarbij worden afgeweken van de berekende route, dan berekent het navigatiesysteem automatisch een nieuwe route.
!
Opmerking: als de gesproken instructies
eens niet werden verstaan, dienen kaart- of pijlweergave als extra oriëntatiehulp.
2.5.2 Veiligheidsinstructies voor de inbedrijfstelling in het voertuig
Opgelet !
!
Bevestig de houder niet in het werkings-
bereik van de airbags.
Bij de installatie van de houder moet erop
worden gelet dat deze ook bij een ongeval geen veiligheidsrisico vormt.
2.5.3 Veiligheidsinstructies voor het navigatie-apparaat
Opgelet !
!
Bescherm het navigatie-apparaat tegen
natheid, aangezien het niet is beschermd tegen spatwater.
Leg kabels niet in directe nabijheid van
veiligheidsrelevante apparaten en voedingsleidingen.
Na de installatie moeten alle veiligheids-
relevante inrichtingen in de auto worden gecontroleerd.
Trek bij verlaten van het voertuig de
stekker van de autolaadkabel uit de sigarettenaansteker, aangezien de GPS­ontvanger voortdurend stroom verbruikt en de voertuigaccu leeg zou kunnen trekken.
Gebruik a.u.b. alleen toebehoren dat bij dit
model past.
Stel noch het apparaat noch de batterij
bloot aan temperaturen boven 60°C.
!
Opmerking:
gebruik voor de reiniging geen bijtende
oplosmiddelen, maar een vochtige doek. Anders zou de behuizing van het navigatie­apparaat kunnen worden beschadigd.
de stekker mag niet aan de kabel uit de
aansluiting worden getrokken, aangezien deze hierdoor zou kunnen worden beschadigd !
knik de kabel niet en let erop dat deze niet
kan worden beschadigd door voorwerpen met scherpe randen.
3.1 Volume
Het volume van de gesproken rij-instructies van P´9611 kan tijdens de navigatie via de volumerege­laar of de software als volgt worden geregeld.
U heeft een navigatie gestart. De kaart is in de modus NAVIGATIE of in de modus BESTEMMING ZOEKEN geopend.
1. Druk op de knop
VOLUME. De volumebalk wordt geopend. Deze bevat drie knoppen voor aanpassing van het volume:
HARDER
ZACHTER
GELUID AAN / UIT.
2. Druk opnieuw op de knop
VOLUME. De volumebalk wordt gesloten.
3.2 Informatie
Langs de bovenrand van het beeldscherm bevinden zich diverse pictogrammen die informatie aangeven.
GPS
Het pictogram GPS kan de volgende toestanden van de GPS-ontvangst weergeven:
GEEN GPS: de ingebouwde GPS-ontvanger is niet gereed voor gebruik. Mocht dit probleem zich gedurende langere tijd voordoen, dan moet contact worden opgenomen met de klantenservice.
GEEN SIGNAAL (Rood): de gegevens van minder dan drie satellieten worden ontvangen. De positie kan niet worden berekend.
GPS GEREED (Grijs): de gegevens van ten minste 3 satellieten worden ontvangen. De positie kan worden berekend.
i
Meer informatie over de GPS-status vindt u in
het hoofdstuk „GPS-status” op pagina 179.
Energie
Het pictogram ENERGIE kan de volgende toestanden van de ingebouwde accu weergeven:
Het apparaat wordt gevoed door een externe
stroombron. De batterij wordt net geladen.
Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand van de batterij is voldoende.
Het apparaat wordt gevoed door zijn interne batterij. De laadtoestand van de batterij is zwak.
Richting
Het pictogram RICHTING geeft aan in welke richting u zich net beweegt. Het kan een van de volgende windstreken weergeven: N, NO, O, ZO, Z, ZW, W, NW.
TMC [ Verkeersinformatie
Het pictogram TMC kan de volgende toestanden van de TMC-ontvangst weergeven:
GEEN SYMBOOL: de ingebouwde TMC-ontvanger is niet gereed voor gebruik. Mocht dit probleem zich gedurende langere tijd voordoen, dan moet contact worden opgenomen met de klantenservice.
ZENDER WORDT GEZOCHT (Rood): de TMC­ontvanger is gereed voor ontvangst, maar vindt geen zender die TMC-signalen uitzendt.
TMC OP STAND-BY (Grijs): verkeersinformatie kan worden ontvangen.
]
160 –161
03 Bediening van de navigatiesoftware
04 Navigatie
Een uitgebreide functiebeschrijving van uw
i
TMC-module vindt u in het hoofdstuk „TMC [
Verkeersinformatie ]” op pagina 179.
3.3 Software-toetsenbord
Wanneer tekstinvoeren nodig zijn, verschijnt op het beeldscherm een software-toetsenbord. Op het software-toetsenbord kunt u alles met uw vinger invoeren. Daarbij kunnen alleen hoofdletters worden ingevoerd.
Bij de invoer van bestemmingsgegevens hoeft u geen speciale tekens en accenten in te voeren. P´ 9611 vult deze tekens automatisch aan. Voorbeeld: U zoekt naar de plaats „Würzburg”, dan voert u „WURZBURG” in. Speciale tekens kunnen echter bij de benoeming van opgeslagen bestem­mingen en routes handig zijn.
Speciale toetsen
voegt een spatie in.
wist het teken voor de cursor.
opent het cijfertoetsenbord.
opent het lettertoetsenbord.
speciale tekens. Wanneer een speciaal teken wordt ingevoerd, verschijnt automatisch weer het lettertoetsenbord.
3.4 Lijsten
In veel gevallen verschijnen er lijsten waaruit u een invoer kunt selecteren. Dat is b.v. het geval wanneer u een plaats invoert. Met de invoer van de eerste letter verschijnt de grootste plaats van het opgegeven land die begint met deze letter. Wordt een tweede letter ingevoerd, dan verschijnt een lijst die alle plaatsen bevat die beginnen met deze letters.
opent het toetsenbord voor
Door elke verdere letter past de lijst zich aan uw gegevens aan. Daarbij bevat deze altijd alleen invoeren die beginnen met de ingevoerde letter of die de ingevoerde letters in hun naam hebben.
Om een invoer te selecteren gaat u als volgt te werk:
1. met de knoppen
OMHOOG en
OMLAAG kunt u binnen de lijst bewegen.
2. Druk op de gewenste invoer. Zodra u een invoer heeft overgenomen, wordt de lijst gesloten.
3.5 Opties
In sommige vensters zijn er opties via welke u verdere functies kunt bereiken. Een uitgebreide beschrijving van alle beschikbare opties vindt u in het hoofdstuk „Opties” op pagina 173.
3.6 Menu’s
Sommige knoppen bevatten een menu dat bij bediening van de knoppen wordt geopend.
1. Druk op een menupunt om de functie ervan uit te voeren.
2. Druk op de knop van het menu waarmee het werd geopend, om het weer te sluiten.
Het gebruik van het navigatiesysteem geschiedt op eigen risico.
Opgelet ! Neem absoluut goed nota van de
!
veiligheidsinstructies in hoofdstuk „Belangrijke veiligheidsinstructies”, pagina 158.
Gestoorde GPS-ontvangst
Wanneer de GPS-ontvangst gestoord is, wordt de navigatie onderbroken. De navigatiesoftware blijft geopend. Zodra weer GPS-signalen worden ontvangen, herkent het navigatiesysteem uw actuele positie, zodat de navigatie kan worden voortgezet.
Bereiken van de bestemming
Wanneer u de opgegeven bestemming heeft bereikt, wordt een dienovereenkomstige melding gegeven. Op de kaart wordt dan uw actuele locatie aangegeven door een groene driehoek.
4.1 P´ 9611 starten
1. Schakel het navigatie-apparaat in.
2. Druk in het STARTSCHERM op de knop NAVIGATIE. De volgende melding verschijnt: „Let erop dat de wegenverkeerswet voorrang heeft boven de aanwijzingen van het navigatiesysteem. Bedien het apparaat niet tijdens het rijden.”
3. Druk op de knop ANNULEREN, om deze melding niet te accepteren. De navigatiesoft­ware wordt hierdoor weer afgesloten.
4. Druk anders op de knop OK om de melding te accepteren. Het hoofdvenster wordt geopend.
Vanuit het HOOFDVENSTER heeft u toegang tot alle functies van de navigatiesoftware. Druk onderaan het scherm op de gewenste knop:
openen.
MP3-SPELER om de MP3-speler te
HANDSFREE-MODULE om de handsfree­module naar de voorgrond te halen.
naar de voorgrond te halen.
4.1.1 Initialisatie van de GPS-ontvanger
Zodra het navigatie-apparaat is ingeschakeld, begint de initialisatie van de GPS-ontvanger. In de rechter bovenhoek van het display is het pictogram GPS te zien. Zodra de gegevens van ten minste 3 satellieten worden ontvangen, wisselt het naar
Hoofdvenster openen
Druk in het STARTSCHERM op de knop NAVIGATIE. Wanneer een ander venster van de navigatiesoft­ware geopend is, druk dan op de knop
STARTSCHERM om het STARTSCHERM
!
Opmerking: de initialisatie van de geïn-
tegreerde GPS-ontvanger kan bij de eerste keer tot 30 minuten in beslag nemen. Wanneer daarna telkens het navigatie-apparaat wordt ingeschakeld, begint de GPS-ontvangst binnen een minuut. Als het navigatie-apparaat gedurende langere tijd niet werd gebruikt en/of de laatste bestemming meer dan 300 km van de huidige locatie is verwijderd, kan de volgende initialisatie tot 30 minuten in beslag nemen.
GPS GEREED.
!
Opmerking: mocht het pictogram GPS de
toestand GPS GEREED na aanzienlijk minder dan 20 minuten weergeven, dan moet het navigatie-apparaat nog minimaal 15 minuten langer ingeschakeld blijven om een betrouw­bare werking van de ontvanger te garanderen.
Opgelet ! Bij verlaten van het voertuig moet de
!
stroomvoorziening via de sigarettenaansteker worden onderbroken. Aangezien de GPS-ontvanger permanent stroom verbruikt, zou de voertuigaccu zich kunnen ontladen.
162 –163
04 Navigatie
TERUG tot het hoofdvenster geopend is.
4.2 Een nieuwe bestemming opgeven
Nieuwe bestemmingen zijn voor P´ 9611 alle bestemmingen waarheen u nog niet heeft genavigeerd of die u niet heeft opgeslagen. U kunt hier een adres opgeven, een POI selecteren of een bestemming van de snelle toegang selecteren. Wanneer u voor de eerste keer een nieuwe bestemming opgeeft, wordt de lijst LANDEN OP DE KAART geopend.
Druk op het land waarin uw bestemming ligt.
4.2.1 Land van bestemming opgeven
Boven de rechter bovenhoek van het bovenste invoerveld van de vensters ADRES, POI IN EEN STAD en POI VAN NATIONALE BETEKENIS bevindt zich de knop LAND. Deze laat de landcode zien van het land waarin momenteel bestemmingen voor navigatie kunnen worden opgegeven.
Wanneer uw bestemming in een ander land ligt, ga dan als volgt te werk:
1. Druk op de knop LAND. De lijst LANDEN OP DE KAART wordt geopend.
2. Druk op het land waarin de bestemming zich bevindt. De lijst LANDEN OP DE KAART wordt weer gesloten.
Op het pictogram wordt de landcode van het land van bestemming getoond.
!
Opmerking: er kunnen alleen landen worden
geselecteerd waarvan ten minste een deel door de momenteel geladen kaart wordt bestreken.
4.2.2 Adres van bestemming
1. Druk in het hoofdvenster op de knop NIEUWE BESTEMMING.
2. Selecteer ADRES INVOEREN. Het venster ADRES wordt geopend.
3. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in.
4. Voer de naam van de straat van bestemming in. Als alternatief kan ook de naam van een bekend object, zoals b.v. „Olympiastadion” of „Eiffeltoren” worden ingevoerd.
5. Voer naar keuze het huisnummer in.
6. Is er geen huisnummer bekend, dan kan ook de naam van een dichtbij gelegen dwarsstraat in het daarvoor bestemde veld worden ingevoerd om naar de kruising van de beide opgegeven straten te navigeren.
!
Opmerking: niet alle adresgegevens hoeven te
worden ingevoerd. Bij invoer van de stad zal het navigatie­apparaat een route naar het stadscentrum berekenen. Bij invoer van de stad en de straat zal het navigatie-apparaat een route naar het midden van de opgegeven straat berekenen.
7. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.
!
Opmerking: informatie over de start van de
navigatie vindt u in het hoofdstuk „Navigatie starten” op pagina 172. Lees daar a.u.b. verder.
4.2.3 Bijzondere bestemming
Bijzondere bestemmingen, ook kortweg POI [ Point Of Interest ] genoemd, zijn handige adressen die aan de hand van bepaalde criteria zijn ingedeeld. Tot de bijzondere bestemmingen behoren o.a. lucht­en veerboothavens, restaurants, hotels, tankstations, openbare voorzieningen, artsen, ziekenhuizen en winkelcentra.
Bijzondere bestemmingen kunnen door een symbool op de kaart worden weergegeven:
1. Druk in het hoofdvenster op OPTIES.
2. Selecteer INSTELLINGEN.
3. Druk op POI’S, om in te stellen welke categorieën op de kaart worden weergegeven.
Bijzondere bestemming in de buurt
Bijzondere bestemmingen in de buurt zijn bijzondere bestemmingen die zich in een bepaalde omtrek van uw actuele locatie bevinden. Zo vindt u b.v. het volgende tankstation.
!
Opmerking:
de GPS-ontvangst moet voldoende zijn
voor de positiebepaling. Voldoende GPS­ontvangst wordt aangegeven door het symbool informatie vindt u in het hoofdstuk „GPS­status” op pagina 179.
in de snelle toegang staan drie categorieën
bijzondere bestemmingen uit de actuele omgeving ter beschikking, waarheen snel en zonder verdere invoer kan worden gezocht. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Bijzondere bestemmingen in de snelle toegang” op pagina 164.
1. Druk in het hoofdvenster op NIEUWE BESTEMMING.
2. Selecteer POI ZOEKEN.
3. Druk op IN DE OMGEVING. Het venster POI IN DE OMGEVING wordt geopend.
4. Geef de categorie van de gezochte bijzondere bestemming op. Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt de lijst SUBCATEGORIE geopend.
5. Geef de subcategorie van de gezochte bijzondere bestemming op. De lijst NAAM VAN BESTEMMING wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de bijzondere bestemmin­gen van de opgegeven categorie die het dichtst in de buurt liggen.
6. Druk op de naam van de bestemming.
7. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.
GPS GEREED (Grijs). Meer
Informatie over de start van de navigatie vindt
i
u in het hoofdstuk „Navigatie starten” op pagina 168. Lees daar a.u.b. verder.
Bijzondere bestemming van nationale betekenis
Bijzondere bestemmingen van nationale betekenis zijn luchthavens, bezienswaardigheden en monumenten van nationale betekenis, grotere havens e.d. Zo kunt u b.v. bekende bezienswaardig­heden ook vinden, wanneer u niet weet bij welke plaats deze horen.
1. Druk in het hoofdvenster op NIEUWE BESTEMMING.
2. Selecteer POI ZOEKEN.
3. Druk op IN HET HELE LAND. Het venster POI VAN NATIONALE BETEKENIS wordt geopend.
4. Geef de categorie van de gezochte bijzondere bestemming op. De lijst NAAM VAN BESTEM­MING wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie die het dichtst in de buurt liggen.
5. Druk op de naam van de bestemming.
6. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.
i
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk „Navigatie starten” op pagina
172. Lees daar a.u.b. verder.
Bijzondere bestemming uit een bepaalde plaats
Bijzondere bestemmingen uit een bepaalde plaats kunnen bij de navigatie naar een vreemde stad handig zijn.
1. Druk in het hoofdvenster op NIEUWE BESTEMMING.
2. Selecteer POI ZOEKEN.
3. Druk op IN EEN PLAATS. Het venster POI IN EEN STAD wordt geopend.
4. Voer de naam of de postcode van de plaats van bestemming in.
164 –165
04 Navigatie
5. Geef de categorie van de gezochte bijzondere bestemming op. Wanneer er voor de gekozen categorie subcategorieën zijn, wordt de lijst SUBCATEGORIE geopend.
6. Geef de subcategorie van de gezochte bijzondere bestemming op. De lijst NAAM VAN BESTEMMING wordt geopend. Deze bevat, alfabetisch gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie.
7. Druk op de naam van de bestemming.
8. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.
i
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk „Navigatie starten” op pagina
172. Lees daar a.u.b. verder.
4.2.4 Informatie over de bestemming
Over vele bestemmingen die u opgeeft, is meer informatie, zoals b.v. telefoonnummers van restaurants, in de database van het navigatie­systeem opgeslagen. Uitgaande van een van de hierboven beschreven vensters voor invoer van een bestemming gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de knop
Het venster INFORMATIE OVER BESTEMMING wordt geopend. Het bevat alle informatie die in de database van het navigatiesysteem aanwezig is over de opgegeven bestemming.
Druk op de knop
Druk op de knop
4.2.5 Bijzondere bestemmingen in de snelle
toegang
In de snelle toegang staan drie categorieën
INFORMATIE OVER BESTEMMING.
OP KAART TONEN om de
bestemming op de kaart te zien.
ANNULEREN om het venster INFORMATIE OVER BESTEMMING weer te sluiten.
bijzondere bestemmingen ter beschikking. Bestemmingen in uw buurt die met een van deze categorieën overeenkomen, kunt u snel en zonder verdere invoer in een lijst laten weergeven:
1. Druk in het hoofdvenster op OPTIES.
2. Selecteer INSTELLINGEN.
3. Druk op POI’S om in te stellen welke categorieën in de snelle toegang ter beschik­king staan.
!
Opmerking: de GPS-ontvangst moet
voldoende zijn voor de positiebepaling. Voldoende GPS-ontvangst is aangegeven door het symbool informatie vindt u in het hoofdstuk „GPS­status” op pagina 179.
1. Druk in het hoofdvenster op NIEUWE BESTEMMING. Het menu NIEUWE BESTEM­MING wordt geopend. Onderin het menu zijn pictogrammen van de categorieën afgebeeld waarvan de bijzondere bestemmingen in de snelle toegang ter beschikking staan.
2. Druk op de categorie van de gezochte bijzondere bestemming. De lijst NAAM VAN BESTEMMING wordt geopend. Deze bevat, op afstand gesorteerd, de bijzondere bestemmingen van de opgegeven categorie die het dichtst in de buurt liggen.
3. Druk op de naam van de bestemming. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.
i
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk „Navigatie starten” op pagina 172.
4.3 Een opgeslagen bestemming selecteren
Onder MIJN BESTEMMINGEN worden in P´ 9611 de volgende lijsten met bestemmingen of adressen voor selectie ter beschikking gesteld: – LAATSTE BESTEMMINGEN: Bestemmingen
waarnaar al eens werd genavigeerd.
FAVORIETEN: Alle bestemmingen die in P´ 9611
werden opgeslagen.
GPS GEREED (Grijs) . Meer
4.3.1 Laatste bestemmingen
P´ 9611 slaat de laatste 30 bestemmingen waarheen u een navigatie heeft gestart, op in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN.
1. Druk in het hoofdvenster op MIJN BESTEM­MINGEN.
2. Selecteer LAATSTE BESTEMMINGEN.
3. Druk op de gewenste bestemming.
4. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.
i
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk „Navigatie starten” op pagina 172.
4.3.2 Favorieten
Bestemmingen waar u vaker heen wilt rijden, kunt u opslaan in de lijst FAVORIETEN. Hier kunt u maximaal 500 bestemmingen opslaan.
i
Informatie over het opslaan van een bestem­ming vindt u in het hoofdstuk „Bestemming opslaan” op pagina 169.
1. Druk in het hoofdvenster op MIJN BESTEM­MINGEN.
2. Selecteer FAVORIETEN.
3. Druk op de gewenste bestemming.
4. Druk op de knop NAVIGATIE STARTEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.
i
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk „Navigatie starten” op pagina 168.
4.4 Naar huis navigeren
In P´ 9611 kunt u een adres als thuisadres opslaan. De navigatie daar naartoe kan dan op elk moment door bedienen van één enkele knop worden gestart. Wanneer u voor de eerste keer op de knop NAAR HUIS drukt, wordt u gevraagd uw adres in te voeren.
Meer informatie over het invoeren van het
i
thuisadres vindt u in het hoofdstuk „Bestem­ming als thuisadres vastleggen” op pagina 169.
1. Druk in het Hoofdvenster op NAAR HUIS. Wanneer u uw adres nog niet heeft opgegeven, wordt u in een dialoogvenster daarop gewezen. De navigatie start. Hetzelfde routeprofiel als bij de laatste navigatie geldt.
4.5 Bestemming op de kaart bepalen
U kunt de bestemming voor een navigatie direct op de kaart bepalen. Naast de plaatsen en straten kunt u zo ook bijzondere bestemmingen snel kiezen.
1. Druk in het hoofdvenster op OPTIES.
2. Selecteer KAART WEERGEVEN. De kaart gaat open in de modus BESTEMMING ZOEKEN.
3. Druk op het punt waarheen moet worden genavi­geerd. Het punt van bestemming waarop u heeft gedrukt, verschijnt onder het dradenkruis.
!
Opmerking: hoe het weergegeven kaartfrag-
ment zo kan worden veranderd dat uw bestemming daarop goed zichtbaar is, kunt u nalezen in het hoofdstuk „Kaart in de modus” op pagina 175.
In het onderste derde deel van het beeldscherm worden nu de geografische coördinaten van het punt van bestemming en het betreffende adres weergegeven.
4. Druk op de knop
OK. Het venster BESTEMMING OP DE KAART wordt geopend. In de linker bovenhoek staan de gedetailleerde adresgegevens van het gekozen punt van bestemming.
5. Druk op de knop DAARHEEN NAVIGEREN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW.
i
Informatie over de start van de navigatie vindt u in het hoofdstuk „Navigatie starten“ op pagina
168. Lees daar a.u.b. verder.
166 –167
04 Navigatie
05 Bestemmingen beheren
4.6 POI’s op de route
Tijdens een navigatie kunt u te allen tijde bijzondere bestemmingen uit drie bepaalde categorieën laten weergeven die voor u op de route liggen. Zo komt u b.v. snel te weten hoe ver het nog is tot de volgende parkeerplaats. U kunt deze parkeerplaats dan als tussenbestemming in uw route invoegen.
De kaart is geopend in de modus Navigatie.
1. Druk op een willekeurig punt op de kaart.
2. Druk op de knop POI’S OP DE ROUTE.
Het venster POI’S OP DE ROUTE wordt geopend. Het laat uit elk van de drie categorieën de twee volgende bijzondere bestemmingen zien die op of dichtbij uw route liggen. De bijzondere bestemmingen zijn gerangschikt op afstand.
Een van de bijzondere bestemmingen als tussenbestemming opgeven
Wanneer u naar een van de weergegeven bijzondere bestemmingen wilt rijden, druk dan op de knop TUSSENBESTEMMING rechts naast de invoer ervan in de lijst. De route wordt opnieuw berekend. Als volgende routepunt wordt naar de opgegeven bijzondere bestemming gereden.
4.7 Navigatie starten
De kaart is geopend in de modus PREVIEW. De navigatiebestemming is door een klein vlaggetje weergegeven. Het rijtraject en de vermoedelijke rijduur worden weergegeven. Aan de berekening van de route ligt een zogenoemd routeprofiel ten grondslag. Wanneer u dit routeprofiel nu wilt bekijken of wijzigen, druk dan op de knop ROUTEPROFIEL.
Opmerking: wanneer u de routeopties wijzigt,
!
blijven deze wijzigingen ook geldig voor volgende navigaties. Informatie over het wijzigen van de afzonder­lijke instellingen van het routeprofiel krijgt u, wanneer u op de betreffende knop
HELP drukt.
Geen GPS-ontvangst
Wanneer onvoldoende GPS-signaal wordt ontvangen, verschijnt de volgende melding: „Momenteel is geen GPS-signaal beschikbaar. Wilt u de laatste bekende positie gebruiken?”
U heeft de volgende mogelijkheden: – Druk op de knop OK. De route wordt met de
laatste bekende positie als uitgangspunt berekend. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de positiebepaling, wordt de route opnieuw berekend en kan de navigatie worden gestart.
Druk op de knop ANNULEREN. Het Hoofd-
venster wordt geopend. De gewenste bestemming is opgeslagen in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN.
Elke bestemming die u opgeeft en de bestemmin­gen uit de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN kunt u opslaan in de lijst FAVORIETEN. Dat is vooral zinvol wanneer u vaker naar deze bestemming gaat.
5.1.1 Bestemming opslaan
1. Geef de bestemming op zonder op de knop NAVIGATIE STARTEN te drukken.
2. Druk op de knop OPTIES.
3. Selecteer BESTEMMING OPSLAAN.
– OF –
1. Selecteer de bestemming uit de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN zonder op de knop NAVIGATIE STARTEN te drukken.
2. Druk op de knop OPTIES.
3. Selecteer ALS FAVORIET OPSLAAN.
4. Voer de naam voor de bestemming in.
5. Wanneer de bestemming als thuisadres moet worden vastgelegd, druk dan op de knop
WIJZIGEN, zodat de waarde JA zwart is
gemarkeerd.
6. Druk op de knop OPSLAAN.
5.1.2 Bestemming als thuisadres vastleggen
U kunt een bestemming uit de lijst FAVORIETEN als thuisadres vastleggen om de navigatie naar deze bestemming snel en eenvoudig via het hoofdvenster te starten. Hiervoor drukt u op de knop NAAR HUIS. Om een adres als thuisadres te kunnen vastleggen, gaat u als volgt te werk:
1. Selecteer uit de lijst FAVORIETEN de bestemming die als thuisadres moet worden vastgelegd.
2. Druk op de knop OPTIES.
3. Selecteer THUISADRES.
De opgegeven bestemming is nu als uw thuisadres opgeslagen. In de lijst FAVORIETEN is het thuisadres door het symbool van een huis gemarkeerd.
168 –169
06 Routes met etappes
U kunt de routeplanning ook uitvoeren, wanneer u geen GPS-ontvangst heeft, om bijvoorbeeld aan de hand van een aangelegde route uw vakantieroute te plannen.
6.1 Routes plannen
1. Druk in het hoofdvenster op de knop OPTIES. De lijst OPTIES wordt geopend.
2. Selecteer ROUTEPLANNING. Het venster ROUTEPLANNING wordt geopend.
6.1.1 Startpunt opgeven
Het startpunt van een route is het punt waarop u met de rit wilt beginnen. Dit kunt u onafhankelijk van uw actuele positie vastleggen. Het startpunt is alleen belangrijk wanneer u een geplande route op de kaart wilt zien, maar momenteel geen GPS-ontvangst heeft of zich niet op het geplande startpunt bevindt. Het startpunt dat u opgeeft, heeft daarom ook het volgnummer 0.
Zodra u een navigatie start, wordt voor de routeberekening uw huidige locatie als startpunt gebruikt.
De eerste etappe is dus de rit naar het routepunt met het volgnummer 1.
1. Druk op het veld STARTPUNT VASTLEGGEN. Het menu STARTPUNT wordt geopend. Wanneer u uw actuele locatie als startpunt wilt opgeven:
2. Druk op het menupunt ACTUELE LOCATIE. Wanneer u een ander startpunt wilt opgeven:
3. Druk op de betreffende knop.
4. Geef het gewenste startpunt op.
5. Ddruk op de knop STARTPUNT INSTELLEN.
Het gekozen startpunt wordt nu naast de knop 0 [
Startpunt ] weergegeven.
Startpunt wijzigen
Druk op het veld STARTPUNT VASTLEGGEN. Het menu STARTPUNT wordt geopend. U kunt nu een ander startpunt opgeven.
Ga te werk zoals hierboven beschreven.
6.1.2 Routepunten opgeven
De routepunten van een route zijn de bestemmingen waarheen u wilt navigeren. Vóór elk routepunt is het volgnummer ervan op een knop zichtbaar.
1. Druk op het veld ROUTEPUNT VASTLEGGEN. Het menu ROUTEPUNT wordt geopend.
2. Selecteer de manier waarop u de bestemming wilt opgeven.
3. Geef het routepunt op.
4. Druk op de knop TOEVOEGEN. Het gekozen routepunt wordt nu naast zijn volgnummer weergegeven.
Herhaal deze stappen voor elke verdere bestem­ming die u aan de route wilt toevoegen.
6.1.3 Routepunten bewerken
Routepunten kunnen uit een route worden gewist. De volgorde van de routepunten kan naar believen worden veranderd.
!
Opmerking: het startpunt kan niet worden
verschoven en ook niet worden gewist.
Druk op het routepunt dat moet worden
bewerkt.
Het contextmenu bevat de volgende knoppen:
het gekozen routepunt verder naar voren. [
Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 1
het gekozen routepunt verder naar achter. [
Voorbeeld: routepunt 2 wordt routepunt 3
routepunt. Bevestiging van het wissen via een dialoogvenster.
ROUTEPUNT NAAR VOREN: schuift
]
ROUTEPUNT NAAR ACHTER: schuift
]
WISSEN: wist het geselecteerde
6.2 Routes beheren
Elke geplande route kunt u onder een bepaalde naam opslaan.
!
Opmerking: alleen het startpunt en de
routepunten worden opgeslagen, maar niet de berekende route. Om een opgeslagen route te laden, moet deze voor de navigatie opnieuw worden berekend.
Opgeslagen routes kunt u laden, een nieuwe naam geven of wissen.
6.2.1 Route opslaan
Het venster ROUTEPLANNING is geopend. U heeft het startpunt en ten minste één routepunt opgegeven.
1. Druk op de knop OPTIES.
2. Selecteer ROUTE OPSLAAN.
3. Voer een naam in voor de route.
4. Druk op de knop OPSLAAN.
De bestemming is nu opgenomen in de lijst OPGESLAGEN ROUTES.
6.2.2 Route laden
1. Druk op de knop OPTIES.
2. Selecteer OPGESLAGEN ROUTES.
3. Druk op de gewenste route.
4. Druk op de knop ROUTE LADEN. Het venster ROUTEPLANNING wordt geopend. Het startpunt en de routepunten van de geladen route zijn genoteerd.
6.3 Navigatie
Om een route te starten of te simuleren, moet de route eerst worden berekend.
6.3.1 Route berekenen en weergeven
Een geplande route kan ook zonder GPS-ontvangst berekend en op de kaart weergegeven worden. Het venster ROUTEPLANNING is geopend. Het
startpunt en ten minste één routepunt zijn genoteerd.
1. Druk op de knop ROUTE WEERGEVEN. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. Het startpunt en de routepunten zijn door kleine vlaggetjes gemarkeerd. Voor elke etappe zijn de afstand en de vermoedelijke rijduur aangegeven. Bovendien zijn deze gegevens voor de hele route aangegeven.
6.3.2 Route simuleren
U kunt een navigatie ook alleen simuleren.
!
Opmerking: voor een simulatie is geen GPS-
ontvangst nodig. Er kunnen alleen routes met een lengte van maximaal 100 km worden gesimuleerd.
U heeft een route laten berekenen en weergeven.
1. Druk op de knop OPTIES.
2. Selecteer SIMULATIE. De route wordt voor de simulatie opnieuw berekend. De simulatie wordt na de berekening gestart.
Simulatie beëindigen
De simulatie kan te allen tijde worden beëindigd.
1. Druk op de knop
de simulatie werd bevestigd, wordt het hoofdvenster geopend.
6.3.3 Navigatie starten
U heeft een route laten berekenen en weergeven.
Aan de berekening van de route liggen zogenoemde routeopties ten grondslag. Om deze te bekijken of te wijzigen:
1. Druk op de knop ROUTEPROFIEL.
TERUG. Nadat het beëindigen van
170 –171
06 Routes met etappes
07 Opties
!
Opmerking: wanneer de routeopties worden
gewijzigd, blijven deze wijzigingen ook geldig voor volgende navigaties. Informatie over het wijzigen van de afzonderlijke instellingen van het routeprofiel krijgt u, wanneer u op de betreffende knop
HELP drukt.
2. Selecteer NAVIGATIE STARTEN of begin te rijden.
Geen GPS-ontvangst
Als het ontvangen GPS-signaal niet voldoende is, heeft u de volgende mogelijkheden: – Druk op de knop OK om de route met de
laatste bekende positie als uitgangspunt te berekenen. Zodra de GPS-ontvangst voldoende is voor de positiebepaling, wordt de route opnieuw berekend en kan de navigatie opnieuw worden gestart.
Druk op de knop ANNULEREN om de
bestemming in de lijst LAATSTE BESTEMMIN­GEN op te slaan.
In sommige vensters verschijnt de knop OPTIES via welke u verdere functies kunt bereiken:
1. Druk op de knop OPTIES om de lijst met opties te openen.
2. Selecteer de gewenste optie.
3. Druk opnieuw op de knop OPTIES, om de lijst te sluiten zonder een optie te selecteren.
ALLES WISSEN: wist alle bestemmingen in de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN. De lijst is daarna leeg. Het wissen moet via een dialoogvenster worden bevestigd.
ALS FAVORIET OPSLAAN: slaat de opgegeven bestemming in de lijst FAVORIETEN op.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Bestemming opslaan” op pagina 169.
OP KAART TONEN: toont het opgegeven adres op de kaart.
INSTELLINGEN: opent het venster INSTELLINGEN waarin het navigatiesysteem kan worden geconfi­gureerd.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „P´ 9611 configureren” op pagina 181.
OPGESLAGEN ROUTES: opent een venster waarin een opgeslagen route kan worden geladen.
GPS-STATUS: opent het venster GPS-STATUS. Hier kunnen details over de GPS-ontvangst worden bekeken alsmede de gegevens van de actuele locatie worden opgeslagen.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk
„GPS-status” op pagina 179.
THUISADRES: slaat het gekozen adres op als uw thuisadres dat dan via de knop NAAR HUIS kan worden geselecteerd.
KALIBRERING: opent een venster waarin het
touchscreen-display opnieuw kan worden gekalibreerd als dit onnauwkeurig reageert op aanrakingen.
KAART WEERGEVEN: opent de kaart in de modus BESTEMMING ZOEKEN. Hier kan een navigatie­bestemming direct op de kaart worden bepaald.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Be­stemming op de kaart bepalen” op pagina 167.
WISSEN: wist de gekozen bestemming uit de lijst FAVORIETEN of de gekozen route uit de lijst OPGESLAGEN ROUTES. Het wissen moet via een dialoogvenster worden bevestigd.
NIEUWE ROUTE: wist het startpunt en alle routepunten uit het venster ROUTEPLANNING, zodat een nieuwe route kan worden gepland. De tevoren geplande route moet eventueel onder een andere naam worden opgeslagen.
PRODUCT: opent een venster waarin informatie over de geïnstalleerde softwareversie alsmede de opgeslagen tijd van het navigatiesysteem kan worden bekeken.
ROUTE OPSLAAN: opent een venster waarin de geplande route onder een bepaalde naam kan worden opgeslagen.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Route opslaan” op pagina 171.
ROUTEPLANNING: opent het venster ROUTE­PLANNING. Hier kunnen routes gepland, geplande routes beheerd en de navigatie op een geplande route gestart worden.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Routes plannen” op pagina 170.
ROUTEPROFIEL: opent het venster ROUTEPROFIEL waarin de opties voor de routeberekening bekeken en eventueel gewijzigd kunnen worden.
172 –173
07 Opties 08 Werken met de kaart
SIMULATIE: simuleert een navigatie op de weergege­ven route. Deze simulaties kan alleen voor routes tot maximaal 100 km worden uitgevoerd. Hiervoor is geen GPS-ontvangst nodig.
VERKEER: opent het venster VERKEERSINFORMATIE waarin aanwezige meldingen in een lijst worden weergegeven.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „TMC [ Verkeersinformatie ]”, pagina 179.
SPRAAKCOMMANDO OPSLAAN: opent een venster waarin na verzoek een spraakcommando voor de gekozen bestemming in het navigatie­apparaat kan worden ingesproken. Zo kan de navigatie naar deze bestemming „op commando” starten.
HERBENOEMEN: opent een venster waarin de naam voor de gekozen bestemming of de gekozen route kan worden gewijzigd.
FABRIEKSINSTELLING: opent een venster waarin alle instellingen naar de fabrieksinstellingen kunnen worden teruggezet.
BESTEMMING WISSEN: wist de gemarkeerde bestemming uit de lijst LAATSTE BESTEMMINGEN of FAVORIETEN. Het wissen moet via een dialoogvenster worden bevestigd.
BESTEMMING OPSLAAN: slaat het opgegeven adres in de lijst FAVORIETEN op.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Bestemming opslaan” op pagina 169.
AAN ROUTE TOEVOEGEN: opent de routeplanning. Het opgegeven adres wordt als eerste routepunt van een nieuwe route ingevoegd.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Routes plannen” op pagina 170.
8.1 Kaartmateriaal
Ook wanneer meerdere navigatiekaarten op de geheugenkaart van uw navigatie-apparaat zijn opgeslagen, kan P´ 9611 altijd maar met één kaart werken. Om te kijken welke kaart op dit moment wordt gebruikt, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de knop OPTIES.
2. Selecteer INSTELLINGEN.
3. Druk op ACTUELE KAART.
8.2 Kaart in de modus Preview
U heeft een bestemming opgegeven en op de knop NAVIGATIE STARTEN gedrukt.
– OF –
U heeft een route gepland of geladen en op de knop ROUTE WEERGEVEN gedrukt. De kaart gaat open in de modus PREVIEW. U ziet de hele route. [ Afb. 9 Wanneer u een route met meerdere etappes laat weergeven, ziet u deze informatie ook voor iedere etappe. Om de instellingen die ten grondslag liggen aan de berekende route, te bekijken en eventueel te wijzigen:
]
1. Druk op de knop ROUTEPROFIEL.
2. Selecteer NAVIGATIE STARTEN, om met de rit te beginnen. Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven, wordt de route eventueel opnieuw berekend. Als startpunt wordt nu uw actuele locatie in de berekening opgenomen. De navigatie gaat eerst naar het eerste opgegeven routepunt.
Om de kaart in de modus BESTEMMING ZOEKEN te openen:
1. Druk op de knop
[1] [ 2 ]
[ 3 ]
BESTEMMING ZOEKEN.
De route is GROEN gemarkeerd. De bestemming is gemarkeerd door een klein
vlaggetje. Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven, zijn het startpunt en elk routepunt met een vlaggetje gemarkeerd.
Een infovenster laat het gehele rijtraject, de
vermoedelijke rijduur en de vermoedelijke aankomsttijd zien. Deze informatie kan als volgt worden getoond of verborgen:
174 –175
Afb. 9
[
]
1
[
]
2
[
]
3
[
]
4
08 Werken met de kaart
1. Druk op de knop OPTIES.
2. Selecteer INSTELLINGEN.
3. Druk op BASISINSTELLINGEN.
4. Toon of verberg informatie. [4]
Een GROENE driehoek geeft de actuele positie
weer. Wanneer u een geplande of geladen route laat weergeven en het opgegeven startpunt is niet uw actuele positie, dan wordt de actuele positie op de preview mogelijkerwijs niet weergegeven.
8.3 Kaart in de modus Navigatie
Nadat de route op de kaart in de modus PREVIEW was te zien, werd de navigatie gestart. De kaart gaat open in de modus NAVIGATIE. [ Afb. 10
[ 1 ]
Geeft aan welke bewegwijzering moet worden
gevolgd.
[ 2 ]
Geeft evt. geldende maximumsnelheden aan.
[ 3 ]
Geeft bij kort achter elkaar uit te voeren acties de tweede daarop volgende actie aan.
[ 4 ]
Toont een schematische weergave van de volgende kruising waar moet worden afgeslagen. Daaronder is de resterende afstand tot deze kruising aangegeven.
[
]
1
[
]
2
[
]
3
[
]
4
]
Wanneer u de kruising nadert, verschijnt in plaats van de afstandsinformatie een puntweergave:
hoe minder groene punten worden weergegeven, des te dichter bent u bij de kruising. Wanneer u langere tijd niet hoeft af te slaan, verschijnt alleen een rechte pijl met afstandsinfor­matie, die aangeeft hoe ver u de betreffende weg nog moet volgen. [ 5 ]
De route is in de kleur GROEN gemarkeerd.
[ 6 ]
Een GROENE driehoek geeft uw actuele positie
op de kaart weer. Daarbij zorgt een continu veranderend kaartfragment ervoor dat de actuele positie altijd zoveel mogelijk in het midden op de kaart wordt weergegeven.
[ 7 ]
Geeft de hoogte boven het normaal nulpunt en
de actuele snelheid aan.
[ 8 ]
Laat het rijtraject, de vermoedelijke rijduur en
de vermoedelijke aankomsttijd zien.
[ 9 ]
Laat het rijtraject, de vermoedelijke rijduur en
de vermoedelijke aankomsttijd voor de actuele etappe zien.
[
10 ] De rijbanen die naar uw bestemming lopen, zijn
in de kleur groen weergegeven.
[
11 ] In het bovenste straatveld staat de naam van
het deeltraject waarop u hierna moet gaan rijden.
[
12 ] In het onderste straatveld staat de naam van
het deeltraject waarop u zich momenteel bevindt.
!
Opmerking:
de weergave van veel van de hierboven
genoemde bereiken kunnen via OPTIES > INSTELLINGEN > BASISINSTELLINGEN worden geconfigureerd. Enkele weergaven staan alleen dan ter beschikking, wanneer de betreffende informatie in het kaartmate­riaal beschikbaar is.
wanneer op het grote pijlveld wordt
gedrukt, wordt de actueel geldige rij-instructie herhaald. [4]
Navigatie beëindigen
Om de navigatie te beëindigen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op de knop
2. Bevestig het beëindigen.
Functies van de kaart in de modus Navigatie
Druk op een willekeurig punt van de kaart in de modus NAVIGATIE. Er verschijnen knoppen met verschillende functies.
[
]
5
[
]
7
[
]
8
[
]
6
[
]
10
[
]
9
[
]
11
[
]
12
2D / 3D: wisselt tussen 2D- en 3D-modus. Het pictogram van de actueel ingestelde modus is groen weergegeven.
DAG / NACHT: wisselt tussen de touchscreen­display-modi DAG en NACHT. Het pictogram van de actueel ingestelde modus is groen weergegeven.
TUSSENBESTEMMING: opent een menu voor de invoer van een tussenbestemming. De navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbe­stemming. Daarna kan de navigatie naar de oorspronkelijke bestemming worden voortgezet.
TERUG.
ROUTEPUNT OVERSLAAN: Druk op deze knop om het volgende routepunt over te slaan. Deze knop is niet actief wanneer er geen 2 routepunten meer voor u liggen.
BLOKKADE: blokkeert een deeltraject om b.v. om een file te omzeilen. De route wordt dan om het geblokkeerde deeltraject heen berekend. Door opnieuw op deze knop te drukken, wordt de blokkade weer opgeheven.
POI’S OP DE ROUTE: door op deze knop te drukken, worden bijzondere bestemmingen van de opgegeven route weergegeven. Een hier weergege­ven bestemming kan ook als tussenbestemming worden ingevoegd. Druk hiervoor op de knop
TUSSENBESTEMMING.
8.4 Kaart in de modus Bestemming zoeken
De kaart is altijd in de modus BESTEMMING ZOEKEN, wanneer u een dradenkruis op de kaart ziet. [ Afb. 11
Wanneer u net onderweg bent, verandert de kaart niet. Deze is altijd zo georiënteerd dat het noorden boven is.
ment wordt groter. Er zijn minder details te zien.
wordt kleiner. Er zijn meer details te zien.
kaartfragment met de vinger of een stift van linksboven naar rechtsonder ingetekend en vervolgens naar schermgrootte gezoomd worden. Wordt het kaartfragment van rechtsonder naar linksboven ingetekend, dan wordt uit de kaart uitgezoomd.Afb. 10
]
UITZOOMEN: het weergegeven kaartfrag-
INZOOMEN: het weergegeven kaartfragment
ZOOMEN: is deze knop actief, dan kan een
176 –177
08 Werken met de kaart
09 Nuttige functies
Afb. 11
VERSCHUIVEN: is deze knop actief, dan kan het weergegeven kaartfragment met de vinger of een stift in de gewenste richting worden verscho­ven.
HELE ROUTE: zoomt de kaart zo, dat de hele route zichtbaar is.
HUIDIGE LOCATIE: kiest het weergegeven kaartfragment zo dat de huidige locatie in het midden ligt.
8.4.1 Werken in de modus Bestemming zoeken
1. Druk op het punt waarheen moet worden
genavigeerd. Het punt van bestemming verschijnt onder het dradenkruis. In het onderste derde deel van het beeld scherm worden nu de geografische coördinaten van het punt van bestemming en het betreffende adres weergegeven.
2. Druk op de knop
OK .
Er verschijnen knoppen met verschillende functies.
DAARHEEN NAVIGEREN: start de navigatie naar het geselecteerde punt. Lopende navigaties worden afgebroken.
TUSSENBESTEMMING: stelt het geselecteerde punt van bestemming als tussenbestemming in. De navigatie gaat dan eerst naar deze tussenbe­stemming. Daarna kan de navigatie naar de oorspronkelijke bestemming worden voortgezet. Deze functie is alleen geactiveerd, wanneer net een navigatie loopt.
ALS BESTEMMING VASTLEGGEN: voegt het gekozen punt als laatste punt in de routeplanning toe. Wanneer nog geen routeplanning is geopend, wordt het gekozen punt het eerste routepunt van een nieuwe routeplanning.
OPSLAAN: opent het venster BESTEMMING OPSLAAN ALS ... hier kan een naam worden ingevoerd, onder welke het opgegeven punt in de lijst FAVORIETEN wordt opgeslagen.
i
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Bestemming opslaan” op pagina 169.
ZOEKEN IN OMGEVING: opent het venster POI IN DE OMGEVING. ier kan worden gezocht naar bestemmingen in de buurt van het opgegeven punt.
Druk op de knop
modus BESTEMMING ZOEKEN te beëindigen. U bevindt zich weer in het venster van waaruit u deze modus heeft gestart.
Druk op de knop
het HOOFDVENSTER. Wanneer u zich net in een navigatie bevindt, wordt u gevraagd het afbreken van de navigatie te bevestigen.
BESTEMMING ZOEKEN om de
TERUG om terug te keren naar
9.1 GPS-status, actuele locatie opslaan
In het venster GPS-STATUS vindt u een overzicht van de gegevens die het navigatiesysteem uit de ontvangen GPS-signalen berekent.
De GPS-status kan via de opties van een groot aantal vensters worden bereikt.
1. Druk op OPTIES.
2. Selecteer GPS-STATUS. De actuele locatie kan in de lijst FAVORIETEN worden opgeslagen.
3. Druk op de knop POSITIE OPSLAAN. Het dialo ­ogvenster BESTEMMING OPSLAAN ALS ... wordt geopend. De cursor knippert in het veld NAAM.
4. Voer de naam voor de bestemming in.
5. Leg eventueel de actuele positie vast als thuisadres.
6. Druk op de knop OPSLAAN.
9.2 TMC [ Verkeersinformatie
Uw apparaat beschikt over een geïntegreerde TMC­ontvanger, maar pas als u het via de autolaadkabel hebt aangesloten, beschikt het navigatiesysteem over actuele verkeersinformatie. Indien nodig kan de route dynamisch worden aangepast, bijv. om een file te ontwijken.
De actueel geldige verkeersinformatie kan via de opties van een groot aantal vensters worden bereikt.
1. Druk op de knop OPTIES.
2. Selecteer VERKEER. Het venster VERKEERS­INFORMATIE wordt geopend. Boven de lijst laat de knop GETOONDE INFORMATIE zien wat voor soort verkeersinfor­matie in de lijst staat en hoeveel meldingen aanwezig zijn.
3. Druk op de knop GETOONDE INFORMATIE om vast te leggen welke meldingen moeten worden weergegeven. Voor elke verkeersinformatie in de lijst wordt informatie over plaats en soort verkeersbelem­mering weergegeven.
4. Druk op een melding om gedetailleerde informatie op te vragen.
]
Belemmeringen op de route kan het navigatie­systeem
ONTWIJKEN
of NEGEREN. De knop ONTWIJKEN / NEGEREN geeft de betreffende status aan. Druk op de knop
TERUG om het venster VERKEERSIN-
FORMATIE weer te sluiten.
9.3 Instellingen TMC
In het venster INSTELLINGEN TMC kunt u de TMC-zender instellen en configureren of en hoe de ontvangst van verkeersinformatie die betrekking heeft op uw route, effect heeft op de navigatie. Ga als volgt te werk:
1. Druk in het venster VERKEERSINFORMATIE
op OPTIES.
2. Selecteer INSTELLINGEN TMC.
Zender zoeken
Druk op de knop ZENDER ZOEKEN om de instellingen van de zender vast te leggen waarvan verkeersinformatie wordt ontvangen.
AUTOMATISCH: met de pijlknoppen in het bereik Zender kan een andere zender worden ingesteld. Het systeem zoekt een andere zender, wanneer de ontvangst gestoord wordt.
ZENDER VASTHOUDEN: met de pijlknoppen in het bereik Zender kan een andere zender worden ingesteld. Het systeem zoekt dezelfde zender op een andere frequentie, wanneer de ontvangst gestoord wordt.
FREQUENTIE VASTHOUDEN: met de pijlknoppen in het bereik Zender kan een andere frequentie worden ingesteld. Het systeem zoekt geen andere zender, wanneer de ontvangst gestoord wordt.
178 –179
09 Nuttige functies
10 P´ 9611 configureren
Nieuwe berekening van de route
Druk op de knop NIEUWE BEREKENING VAN DE ROUTE om vast te leggen hoe rekening moet worden gehouden met nieuwe verkeersinformatie die betrekking heeft op uw route.
AUTOMATISCH: Er wordt automatisch een uitwijkroute berekend.
OP VERZOEK: De melding wordt weergegeven. In dit venster kan worden vastgelegd of een uitwijkroute moet worden berekend of niet.
Het venster INSTELLINGEN is het uitgangspunt voor alle aanpassingen waarmee u P´ 9611 naar uw persoonlijke behoeften instelt. De instellingen kunnen via de opties van een groot aantal vensters worden bereikt.
1. Druk op de knop OPTIES.
2. Selecteer INSTELLINGEN. Het venster INSTELLINGEN heeft meerdere knoppen: ACTUELE KAART, POI’S, BASISIN­STELLINGEN en ROUTEPROFIEL.
3. Druk op de gewenste knop om het betreffende instellingsvenster te openen. De instellingen van de afzonderlijke vensters zijn verdeeld over meerdere beeldschermpagina’s.
Blader met de knoppen
NAAR LINKS en
NAAR RECHTS.
Sommige instellingen kunnen maar twee of drie verschillende waarden aannemen. Deze instellingen herkent u aan de knop
WIJZIGEN. Alle mogelijke waarden zijn zichtbaar. De momenteel geldige waarde is zwart gemarkeerd.
1. Druk op de knop
WIJZIGEN om te wisselen tussen de
mogelijke waarden.
Sommige instellingen kunnen vele verschillende waarden aannemen. Deze instellingen herkent u aan de knop
2. Druk op de gewenste waarde. Deze is nu gemarkeerd.
3. Druk op de knop OK. De lijst wordt weer gesloten.
De nieuwe waarde wordt weergegeven. Bij iedere instelling is er een knop
HELP.
1. Druk op de knop HELP om een nauwkeurige toelichting bij de betreffende instelling op te vragen.
Het instellingsvenster kan op twee manieren worden gesloten:
1. Druk op de knop KLAAR. Uitgevoerde wijzigingen worden overgenomen.
2. Druk op de knop ANNULEREN. Uitgevoerde wijzigingen worden niet overgenomen.
Het venster INSTELLINGEN wordt weer geopend.
180 –181
LIJST. De momenteel geldige waarde is
zichtbaar.
1. Druk op de knop
LIJST. Een lijst met de mogelijke waarden wordt geopend. De momenteel geldige waarde is gemarkeerd.
11 MP3-speler
12 Handsfree-module
Via de geïntegreerde MP3-speler kunnen, ook terwijl de navigatiesoftware geopend is, MP3-bestanden worden afgespeeld. Hiervoor moeten de MP3­bestanden eerst op de meegeleverde geheugen­kaart worden gekopieerd.
MP3-bestanden op apparaat kopiëren
1. Schakel het navigatie-apparaat in.
2. Steek de meegeleverde USB-kabel in het navigatie-apparaat en de computer in.
!
Opmerking: Het navigatiesysteem kan niet via
de USB-kabel worden geladen.
3. Windows maakt een nieuw station aan. Hierin bevindt zich een map met de naam „mp3“.
4. Kopieer de gewenste MP3-bestanden in deze map. Er kunnen ook hele mappen, b.v. complete albums, in deze map worden gekopieerd.
5. Het aanzicht van de MP3-speler zal bij de nieuwe start bijwerken naar de MP3-speler met de nieuwe MP3’s.
MP3-speler openen
Druk in het STARTSCHERM op de knop MP3-SPELER.
Wanneer de navigatiesoftware geopend is:
1. Druk onderaan het scherm op de knop
Het venster MP3-SPELER wordt geopend. – Druk op de knop
Druk op de knop
MP3-bestanden afspelen
Markeer in de lijst de map of het bestand die/dat u wilt afspelen.
MP3-SPELER.
NAVIGATIE om de navigatiesoft-
ware naar de voorgrond te halen.
STARTSCHERM om het STARTSCHERM naar de voorgrond te halen.
WEERGAVE: speelt het gemarkeerde bestand
of de bestanden van de gemarkeerde map af.
MAP OPENEN: opent de gemarkeerde map.
EÉN NIVEAU NAAR BOVEN: markeert de
hogere map.
MARKERING NAAR BENEDEN: markeert het
volgende element in de lijst.
MARKERING NAAR BOVEN: markeert het
vorige element in de lijst.
PAUZE: stopt het actuele afspelen.
VOORTZETTEN: zet het actuele afspelen
voort.
VOORUITLOPEN: spoelt het afgespeelde
bestand naar voren.
ACHTERUITLOPEN: spoelt het afge-
speelde bestand terug.
VOLUME: opent de volumebalk.
Informatie
Tijdens het afspelen van een bestand wordt boven in het venster MP3-SPELER de volgende informatie weergegeven:
1. de naam van het bestand dat net wordt afgespeeld.
2. de naam van de map waarin dit bestand is opgeslagen.
3. de afspeelmodus:
ALLE HERHALEN TRACK ERHALEN SUBMAP MEEREKENEN INCIDENTELE WEERGAVE
11.1 MP3-instellingen
1. Druk op INSTELLINGEN. In het venster MP3­INSTELLINGEN kunnen de instellingen voor de weergavemodus worden uitgevoerd.
2. Druk op de knop
WIJZIGEN naast de betreffende instelling
om te wisselen tussen de mogelijke waarden.
De handsfree-module biedt u de mogelijkheid, P´ 9611 te gebruiken als handsfree-set voor uw mobiele telefoon.
Handsfree-module openen
Druk in de navigatiesoftware op de knop
HANDSFREE-MODULE.
Het venster HANDSFREE-MODULE wordt geopend.
Handsfree-module bedienen
Het volume van de handsfree-module kan onafhankelijk van het volume van het navigatie­systeem worden geregeld. – Druk op de knop
MP3-SPELER om de MP3-speler
naar de voorgrond te halen.
Druk op de knop
NAVIGATIE om de navigatiesoftware
naar de voorgrond te halen.
Druk op de knop
STARTSCHERM om het START-
SCHERM naar de voorgrond te halen.
De actueel geldige waarde is geel gemarkeerd.
!
Opmerking: gedetailleerde informatie over
de wijziging van afzonderlijke instellingen kan worden bekeken door op de betreffende knop
HELP te drukken.
12.1 Verbinding met een telefoon
P´9611 moet verbonden zijn met een mobiele telefoon, om de telefoonfuncties ter beschikking te kunnen hebben. De P´9611 bevindt zich na de eerste inbedrijf-stelling in de modus „Herkenbaar voor andere – Nee“. Hoe u deze instelling verandert kunt u nalezen onder 12.7.1 Bluetooth activeren. (pagina 186)
Wanneer geen Bluetooth-verbinding wordt opgebouwd, kan dit verschillende oorzaken hebben.
1. Bluetooth is gedeactiveerd in de handsfree­module van P´ 9611. Activeer Bluetooth. Zorg ervoor dat P´ 9611 door andere Bluetooth-apparaten kan worden herkend. [ zie „Bluetooth activeren”, pagina 186
2. Bluetooth is gedeactiveerd op de mobiele telefoon of ingesteld op „Onzichtbaar”. Activeer Bluetooth op uw mobiele telefoon. Zorg ervoor dat uw mobiele telefoon door andere Bluetooth-apparaten kan worden herkend. Verdere informatie vindt u in het handboek van uw mobiele telefoon.
3. P´ 9611 was nog nooit met uw mobiele telefoon verbonden. Breng de verbinding handmatig tot stand. [ zie „Bluetooth-verbinding opbouwen”, pagina 186
]
]
182 –183
12 Handsfree-module
Als P´9611 al een keer was verbonden met uw mobiele telefoon, wordt de verbinding zonder verdere vragen tot stand gebracht.
12.2 Gesprek beantwoorden
Zodra een gesprek binnenkomt, wordt het venster BINNENKOMEND GESPREK geopend. Wanneer de betreffende informatie beschikbaar is, verschijnen naam en nummer van de beller.
1. Druk op de knop OPNEMEN om het gesprek te beantwoorden. Het venster LOPEND GESPREK wordt geopend.
12.3 Bellen
Met P´ 9611 kunt u op verschillende manier bellen.
12.3.1 Telefoonnummer kiezen
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop NUMMER KIEZEN.
2. Voer het gewenste telefoonnummer in.
3. Druk op de knop
.
12.3.2 Snelkiesnummer kiezen, naar huis bellen
Er kunnen 4 snelkiesknoppen worden geconfi­gureerd.
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de betreffende snelkiesknop.
12.3.3 Naar contact uit het telefoonboek bellen
!
Opmerking: Het telefoonboek kan alleen
worden gebruikt, als de synchronisatie van het telefoonboek met uw mobiele telefoon wordt ondersteund. De actuele compatibiliteitslijst vindt u op internet: www.navigon.com/ porsche-design.
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop TELEFOONBOEK.
2. Druk op de gewenste invoer.
12.3.4 Naar bijzondere bestemming bellen
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop SPECIAAL NUMMER.
2. Geef de bijzondere bestemming op. [ zie „Bijzondere bestemming uit een bepaalde plaats”, pagina 165
3. Druk op de knop
12.3.5 Naar bestemming bellen
!
Opmerking: deze functie staat alleen ter
beschikking, wanneer u zich net in een navigatie bevindt en in de database van het navigatiesysteem een telefoonnummer voor de bestemming aanwezig is. Dat is met name bij bijzondere bestemmingen meestal het geval.
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op OPTIES.
2. Selecteer BESTEMMING BELLEN.
12.3.6 Een van de laatste gesprekspartners
opbellen
!
Opmerking: de lijst bevat uitgaande, binnen-
komende en niet aangenomen gesprekken. Binnenkomende en niet aangenomen gesprekken kunnen alleen worden gekozen, wanneer het telefoonnummer van de beller werd doorgegeven.
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop RECENTE GESPREKKEN.
2. Selecteer de gewenste invoer.
]
.
12.4 Tijdens een gesprek
U telefoneert op dit moment via de handsfree­module. Het venster LOPEND GESPREK is geopend.
12.4.1 Navigatiesoftware naar de voorgrond halen
U kunt de navigatiesoftware ook tijdens een telefoon­gesprek te allen tijde naar de voorgrond halen.
Hiervoor gaat u als volgt te werk: – Druk op de knop
NAVIGATIE. Terwijl een telefoongesprek wordt gevoerd, heeft de knop
HANDSFREE-MODULE een andere kleur.
Druk op de knop
HANDSFREE-MODULE om weer het venster LOPEND GESPREK te openen.
12.4.2 Cijfers invoeren
Tijdens een gesprek kunt u cijfers invoeren. Dat kan b.v. nodig zijn, wanneer een telefooncentrale u wilt doorverbinden.
1. Druk op de knop NUMMER KIEZEN.
2. Voer het gewenste cijfer in.
3. Druk op de knop
TERUG om weer het venster LOPEND GESPREK te openen.
12.4.3 Gesprek beëindigen
Druk in het venster LOPEND GESPREK op de knop OPLEGGEN om het gesprek te beëindigen.
12.5 Telefoonboek
U kunt met P´ 9611 het telefoonboek van de verbonden mobiele telefoon gebruiken. De synchronisatie geschiedt automatisch.
12.5.1 Telefoonboek openen
Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop TELEFOONBOEK.
12.6 Recente gesprekken
P´ 9611 slaat het gespreksverloop van de verbonden mobiele telefoon in de lijst RECENTE GESPREKKEN op.
12.6.1 Gespreksverloop openen
Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op de knop RECENTE GESPREKKEN. De lijst RECENTE GESPREKKEN wordt geopend.
12.7 Handsfree-module configureren
De handsfree-module van P´ 9611 bevat enkele instellingen die u individueel kunt aanpassen.
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op HANDSFREE-INSTELLINGEN. Het venster HANDSFREE-INSTELLINGEN wordt geopend.
i
Informatie over de bediening van het instellingsvenster vindt u in het hoofdstuk „P´ 9611 configureren” op pagina 181.
184 –185
12 Handsfree-module
12.7.1 Bluetooth activeren
1. Druk in het venster HANDSFREE-INSTELLINGEN op OPTIES.
2. Selecteer BLUETOOTH. Het venster BLUETOOTH wordt geopend.
BLUETOOTH-FUNCTIE Druk op JA om de Bluetooth-functie te activeren. Druk anders op NEE. Zonder geactiveerde Bluetooth kan de handsfree-module met geen enkele mobiele telefoon een verbinding opbouwen.
TE HERKENNEN DOOR ANDEREN Druk op JA of NEE om vast te leggen of P´ 9611 herkenbaar moet zijn voor andere voor Bluetooth geschikte apparaten [ met name mobiele telefoons ]. Deze instelling heeft alleen effect, wanneer de Bluetooth-functie is geactiveerd. Wanneer de herkebaarheid op NEE werd gezet, kan een Bluetooth-verbinding niet vanaf de mobiele telefoon, maar alleen vanaf P´ 9611 tot stand worden gebracht.
12.7.2 Snelkiesknoppen
De handsfree-module van P´ 9611 bevat vier snelkiesknoppen die individueel kunnen worden bezet:
1. Druk in het venster HANDSFREE-INSTELLINGEN op de knop SNELTOETS.
2. Druk op de snelkeuze die moet worden bewerkt.
Snelkeuze opnieuw invoeren of bewerken
3. Druk op de knop WIJZIGEN.
4. Voer de naam en het nummer voor de gekozen snelkeuze in of wijzig deze.
5. Druk op de knop
OK.
Nummers uit het telefoonboek overnemen
3. Druk op de knop UIT TELEFOONBOEK. Wanneer het telefoonboek geen invoeren bevat, is deze knop gedeactiveerd.
4. Selecteer de invoer waarvoor de snelkeuze moet worden overgenomen.
5. Druk op de knop
OK.
Snelkeuze wissen
3. Druk op de knop VERWIJDEREN.
4. Bevestig na hierom te zijn gevraagd het wissen. Het venster SNELTOETS INSTELLEN wordt weer geopend. In de gekozen snelkeuze is geen telefoonnummer en geen naam meer aangegeven.
12.7.3 Gespreksinstellingen
In het venster GESPREKSINSTELLINGEN worden instellingen voor de telefoonfuncties van de handsfree-module van P´ 9611 uitgevoerd.
1. Druk in het venster HANDSFREE-INSTEL­LINGEN op de knop GESPREKSINSTEL­LINGEN. Het venster GESPREKSINSTEL­LINGEN wordt geopend.
2. Druk op de knop
HELP om een gedetailleerde toelichting bij
de betreffende instellingen te krijgen.
12.8 Verbinding met de mobiele telefoon
configureren
1. Druk in het venster HANDSFREE-MODULE op OPTIES.
2. Selecteer HANDSFREE-INSTELLINGEN. Het venster HANDSFREE-INSTELLINGEN wordt geopend.
12.8.1 Bluetooth-verbinding opbouwen
U kunt met P´ 9611 een verbinding met een mobiele telefoon opbouwen.
!
Opmerking: een verbinding met een reeds
eerder verbonden mobiele telefoon bouwt P´ 9611 gewoonlijk automatisch op. Deze functie kan echter ook worden gebruikt, terwijl P´ 9611 met een mobiele telefoon is verbonden,
om een verbinding met een andere mobiele telefoon op te bouwen. Neem hiervoor a.u.b. goed nota van de aanwijzingen in het hoofdstuk „Verbinding met een telefoon” op pagina 183.
1. Druk in het venster HANDSFREE-INSTEL­LINGEN op VERBINDING MET MOBIELE TELEFOON.
2. Selecteer NIEUWE AANSLUITING.
3. Bevestig na hierom te zijn gevraagd het zoeken naar Bluetooth-apparaten met OK. Zodra het zoeken is beëindigd, worden alle herkende apparaten in een lijst weergegeven.
4. Selecteer de mobiele telefoon waarmee een verbinding moet worden opgebouwd. Het apparaat bouwt een verbinding met de gekozen mobiele telefoon op.
5. Voer na hierom te zijn gevraagd een willekeurig lange code in.
6. Druk op de knop
OK.
7. Voer na hierom te zijn gevraagd de tevoren vastgelegde code op de mobiele telefoon in. Een soortgelijk verzoek verschijnt ook op het display van de mobiele telefoon.
8. Druk op de mobiele telefoon op de toets waarmee de invoer van cijfers wordt beëindigd.
9. Na hierom te zijn gevraagd op OK drukken.
12.8.2 Verbinding verbreken en verbindings-
gegevens wissen
De verbinding tussen P´ 9611 en de mobiele telefoon kan te allen tijde worden verbroken.
!
Opmerking: de verbinding hoeft niet
handmatig te worden verbroken. Deze wordt automatisch verbroken, wanneer de mobiele telefoon ongeveer 10 m van P´ 9611 is verwijderd. In dit geval worden de verbindings­gegevens opgeslagen, zodat de verbinding automatisch weer tot stand kan worden gebracht, wanneer de mobiele telefoon weer in de buurt van P´ 9611 is.
1. Druk in het venster VERBINDING MET MOBIELE TELEFOON op de knop AANSLUI­TINGSGEGEVENS VERWIJDEREN.
2. Bevestig na hierom te zijn gevraagd het verbreken met OK.
!
Opmerking: na het verbreken van de
verbinding kan P´ 9611 geen automatische verbinding meer met een mobiele telefoon tot stand brengen. Ook niet wanneer het daarbij gaat om dezelfde mobiele telefoon die bij de laatste verbinding werd gebruikt. De volgende verbinding met een mobiele telefoon moet in dit geval handmatig worden opgebouwd [ zie hoofdstuk „Bluetooth-verbinding opbouwen” op pagina 186 ].
186 –187
13 Bijlage
13.1 Technische gegevens
Navigatie-apparaat Processor: Intel PXA 270, 520 MHz Geheugen: 64 MB RAM, 64 MB ROM Uitbreidingsgeheugen: SD-geheugenkaart Stroomvoorziening: 5VDC 2A [ max. GPS: Geïntegreerde GPS-ontvanger van de 3e
generatie: μ-blox Antaris 4 SuperSense
TMC: geïntegreerde TMC-antenne Display: Extra groot touchscreen met 4,3 inch [ WQVGA ], Luidspreker: apparaat 0,5 Watt, houder 2,0 Watt Handsfreeset: Kwalitatief hoogstaande Bluetooth-
installatie Aansluitingen: hoofdtelefoon, externe GPS-antenne, USB 1.1
Afmetingen: 125 x 82 x 19 mm [ B x H x D Gewicht: ca. 250 g
Accu [ Li-ion Nominale capaciteit: 1400 mAh
Laadkabels: Netlaadkabel: 100–240 V Autolaadkabel: 10–30 V
13.2 Inhoud van de geheugenkaart terugzetten
Bij verlies of beschadiging van de meegeleverde geheugenkaart vindt u op de P´ 9611 DVD-ROM alle noodzakelijke back-upbestanden waarmee u de inhoud van de geheugenkaart kunt terugzetten. U heeft hiervoor een PC nodig.
1. Plaats een geheugenkaart met een geheugenca-
2. Plaats de meegeleverde DVD-ROM in uw DVD-
3. Selecteer in Windows Explorer uw DVD-station.
4. Schuif de geheugenkaart in de hiervoor
]
paciteit van min. 4 GB in de kaartlezer van uw PC.
station.
Kopieer de inhoud van de map „Mobile Navigator 6“ naar de geheugenkaart.
bestemde sleuf aan de LINKERKANT van het navigatie-apparaat.
]
]
Opmerking: alvorens het apparaat via een
!
USB-kabel op een pc aan te sluiten, dient u zich ervan te verzekeren dat het ingeschakeld is.
13.3 Garantiebepalingen
De navolgende garantiebepalingen hebben betrekking op het Porsche-Design-product met de typenaam „P’9611” waarbij de garantiekaart bij aankoop was bijgevoegd [ hierna „Product” ].
NAVIGON AG, Berliner Platz 11, 97080 Würzburg [
hierna „NAVIGON” ] neemt de volledige garantie op zich, dat dit product vanaf het moment van eerste aankoop gedurende de periode van 24 maanden geen materiaal- en verwerkingsfouten vertoont. Mochten tijdens de garantieperiode functiegebreken aan het licht komen die aantoonbaar te wijten zijn aan materiaal- en verwerkingsfouten, dan zal NAVIGON naar eigen goeddunken het product conform de onderstaande bepalingen gratis repareren of het product zelf of zijn defecte delen vervangen. NAVIGON kan defecte producten of delen vervangen door nieuwe of vervangende producten [ functioneel gelijkwaardige, gerepareerde producten ] of door nieuwe reserveonderdelen of vervangingsdelen. Vervangen producten of delen worden eigendom van NAVIGON. NAVIGON kan de voornoemde garantieprestaties ook door derden laten uitvoeren. NAVIGON behoudt zich het recht voor, bewerkings­kosten in rekening te brengen wanneer het product met inachtneming van de navolgende bepalingen geen garantiekwestie blijkt te zijn.
Garantiebepalingen
1. Wanneer de eindgebruiker in de garantieperiode
een product wil reclameren, moet hij het product plus de noodzakelijke papieren binnen dertig [
30 ] dagen na vaststelling van het defect aan de dealer overhandigen die hem het product als eerste verkocht heeft.
2. De garantieperiode bedraagt 24 maanden vanaf het moment van overdracht aan de eerste koper. Noch de melding van een gebrek noch de reparatie/vervanging onder garantie hebben een
verlenging van de garantie tot gevolg. Wanneer NAVIGON het product repareert of vervangt, dan geldt de aanspraak op garantie voor het gerepareerde resp. vervangen product tot het einde van de oorspronkelijke garantieperiode of drie maanden vanaf de ontvangst van het gerepareerde resp. vervangen product, al naargelang welke periode langer is.
3. Een verplichting tot vervulling van de garantie­prestaties bestaat alleen wanneer het defecte product binnen de garantieperiode samen met de originele factuur resp. de kassabon, correct ingevulde garantiekaart [ vermelding van koopdatum, modelnaam, apparaatnummer, naam van dealer ] wordt overgelegd. NAVIGON behoudt zich het recht voor, garantieprestaties te weigeren wanneer deze documenten niet worden overgelegd of wanneer deze onvolledig of onleesbaar zijn. Ook in gevallen waarin het serienummer op het product gewijzigd, gewist, verwijderd of onleesbaar gemaakt werd, heeft NAVIGON het recht, de garantieprestaties af te wijzen.
4. Bij de vervulling van de garantieprestaties door reparatie of vervanging van het product kunnen persoonlijke gegevens alsmede gedownloade bestanden en andere gegevens verloren gaan. Om schade aan verwisselbare opslagmedia of externe informatiedragers of het verlies resp. het wissen van gegevens te vermijden, moet u deze a.u.b. verwijderen en een back-up maken van alle in het product opgeslagen gegevens, voordat u het product afgeeft voor vervulling van garantie­prestaties. NAVIGON kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor enigerlei verlies van gegevens en betaalt geen enkele schadevergoe­ding voor een dergelijk verlies van gegevens.
5. De garantie dekt noch de kosten voor het transport van uw product naar NAVIGON of een door NAVIGON hiermee belaste derde, noch de met het transport gepaard gaande risico’s.
6. Deze garantie geldt niet in de hierna genoemde gevallen:
a. bij fouten aan het product die ontstaan zijn
door normale slijtage, verkeerd gebruik,
ondeskundig gebruik of misbruik, met name oneigenlijk gebruik van het product alsmede veronachtzaming van de instructies en handleidingen van NAVIGON met betrekking tot toepassing, verzorging en onderhoud [
met name een behandeling die fysische of oppervlakkige schade of schoonheidsfout­jes van het product of schade aan het LC­display of de aansluitbussen tot gevolg heeft ].
b. regelmatig onderhoud of vervanging van
delen veroorzaakt door normale slijtage.
c. bij slijtonderdelen [ componenten die aan
slijtage onderhevig zijn en naar verwachting in de loop van een productleven regelmatig moeten worden vervangen, zoals met name accu’s, laadapparaten, beschermetuis, geheugenkaartlezers ].
d. schade of veranderingen aan het product die
het resultaat zijn van i ] virusinfecties; ii ] een gebruik van het product met software die niet met het product geleverd of door NAVIGON aanbevolen of ondeskundig geïnstalleerd werd; iii ] een gebruik van het product met toebehoren, randapparatuur en andere producten die door NAVIGON niet uitdruk­kelijk aanbevolen resp. niet voor het gebruik van dit product ontwikkeld werden; iv ] repa­raties of reparatiepogingen door personen die hiertoe door NAVIGON niet geautoriseerd zijn; v ] aanpassingen of wijzigingen van de hardware en / of software zonder vooraf­gaande schriftelijke toestemming resp. advies van NAVIGON, met name upgrades van het product die de kenmerken of specificaties overschrijden die in de gebruiksaanwijzing beschreven zijn; vi ] nalatigheid; vii ] ongevallen, brand, vocht, vloeistoffen, chemicaliën, andere substanties, trillingen, overmatige hitte, overmatige kou, extreme temperatuur­schommelingen, onvoldoende ventilatie, plotselinge spanningspieken, te hoge of ver­keerde stroom- of ingangsspanning, straling, elektrostatische ontladingen waaronder blik­seminslag alsmede andere externe energieën en invloeden van buitenaf.
188 –189
13 Appendix
e. helderheid en kleuren van het beeldscherm
kunnen bij de producten iets van elkaar afwijken. Op het beeldscherm kunnen zich piepkleine lichte of donkere punten bevinden die als beschadigde pixels worden aangeduid. Het gaat om afzonderlijke punten met een defect die niet correct kunnen worden aangestuurd. Twee beschadigde pixels gelden als acceptabel.
7. Deze bepalingen gelden noch voor software noch voor gegevens of softwareprogramma’s die op geheugenkaart of andere opslagmedia zijn opgeslagen. De garantie dekt alleen hardware-bestanddelen van het product.
8. Er zijn geen uitdrukkelijke garanties, hetzij schriftelijk of mondeling, behalve deze gedrukte beperkte garantie. Alle impliciete garanties, inclusief – zonder echter hiertoe beperkt te zijn – garanties wat betreft datgene wat in de handel gebruikelijk is, en garanties van geschiktheid voor een bepaald doel, gelden uitsluitend voor de duur van deze beperkte garantie. NAVIGON en de licentiegever zijn, voor zover een uitsluiting van aansprakelijkheid wettelijk toegestaan is, in geen geval verplicht tot vergoeding van bijkomende of vervolgschade van welke aard ook, inclusief – zonder echter hiertoe beperkt te zijn – gederfde winsten en economische nadelen. In enkele landen/staten is de uitsluiting resp. de beperking van bijkomende of vervolgschade resp. de beperking van de duur van impliciete garanties niet toegestaan. In dit geval zijn de voornoemde beperkingen en uitsluitingen niet van toepassing.
Bescherming van uw wettelijke rechten
Consumenten hebben volgens de nationale rechten betreffende de verkoop van consumptiegoederen bepaalde wettelijke rechten. Deze garantie doet geen afbreuk aan uw eventuele rechten, ook niet aan de rechten die niet uitgesloten of beperkt kunnen worden, en ook niet aan rechten t.o.v. de persoon bij wie u het product heeft gekocht. U kunt al uw rechten naar eigen goeddunken doen gelden. Mochten bij uw product tegen de verwachting in toch
storingen optreden, neem dan a.u.b., voordat u de garantie claimt, contact op met uw verantwoordelijke servicepartner, zodat de paraatheid van uw product indien mogelijk direct weer tot stand kan worden gebracht.
13.4 Licentiebepalingen
§ 1 Omvang van de bepalingen
Deze overeenkomst regelt de relatie tussen de gebruiker en de firma NAVIGON AG, Schottmueller­strasse 20 A, 20251 Hamburg, ontwikkelaar en eigenaar van de exclusieve gebruiksrechten voor de in de bestelling beschreven NAVIGON software [
„software” ]. Object van deze overeenkomst zijn
auteursrechtelijke belangen.
§ 2 Omvang van het gebruik
[
1 ] NAVIGON verleent de gebruiker het gewone,
niet uitsluitende, tijdelijk en ruimtelijk onbeperkte recht op gebruik van de software met het in de bestelling vastgelegde gebruiksvolume. De licentieverlening omvat het recht, de software conform de documentatie en deze bepalingen te installeren en te gebruiken.
[
2 ] De gebruiker moet verzekeren dat de hierboven
vermelde gebruiksbeperkingen nageleefd worden.
[
3 ] Elk gebruik dat het in de overeenkomst
vastgelegde kader overschrijdt, heeft de schriftelijke toestemming van NAVIGON nodig. Wanneer het gebruik zonder deze toestemming plaatsvindt, dan factureert NAVIGON het voor het verdere gebruik te betalen bedrag in overeenstemming met de actuele prijslijst. NAVIGON behoudt zich het recht voor om schadevergoeding te eisen. De gebruiker behoudt zich het recht voor om een geringere schade te bewijzen.
[
4 ] Alle hierboven vermelde gebruiksrechten gaan
pas na de volledige betaling van de licentiesom op de gebruiker over.
§ 3 Auteurs- en octrooirechten
[
1 ] De exclusieve gebruiksrechten zijn ook van
toepassing voor uitbreidingen van of veranderin­gen aan de software die NAVIGON op basis van onderhavige overeenkomst voor de gebruiker uitgevoerd heeft. De gebruiker erkent de handelsmerken, fabrieksmerken, naam- en patentrechten van NAVIGON met betrekking tot de software en de bijhorende documentatie.
[
2 ] Wettelijk en contractueel verboden zijn in het
bijzonder elke niet uitdrukkelijk toegestane kopie van de software, zowel volledig als gedeeltelijk, elke niet toegestane verspreiding van de software en de ontwikkeling van soortgelijke software of het gebruik als model van de software, die het object van de overeenkomst uitmaakt.
[
3 ] Wanneer dit alles doorgegeven wordt, moet de
gebruiker de nieuwe gebruiker alle programma­kopieën met inbegrip van eventueel bestaande back-ups overhandigen of de niet overhandigde kopieën vernietigen. Door het doorgeven vervalt het recht van de oude gebruiker op het gebruik van het programma.
§ 4 Doorgeven van de software
[
1 ] De gebruiker mag de software, met inbegrip van
het gebruikershandboek en het andere begeleidende materiaal, aan derden verkopen of schenken, onder voorwaarde dat de derden die de software verwerven ook ten opzichte van hun persoon ermee akkoord gaan dat onderhavige contractuele bepalingen geldig blijven.
[
2 ] Dit geldt in het bijzonder voor ongeoorloofde
reproducties. De gebruiker mag de software reproduceren indien de reproductie in kwestie voor het gebruik van de software noodzakelijk is.
[
3 ] De gebruiker mag de software, met inbegrip van
het gebruikershandboek en het andere begeleidende materiaal, tijdelijk aan derden overhandigen indien dit niet in het kader van de verhuring met winstgevende doeleinden of leasing gebeurt, en de derde verklaart dat hij ermee akkoord gaat dat onderhavige contractuele bepalingen geldig blijven. De gebruiker die het programma overhandigt, moet alle programmakopieën met inbegrip van eventueel bestaande back-ups overhandigen of
de niet overhandigde kopieën vernietigen. Tijdens de periode gedurende welke de software aan derden overhandigd wordt, heeft de gebruiker die de software overhandigt, geen recht op het eigen gebruik van het programma. Verhuur om te verkopen of te leasen is niet toegestaan.
[
4 ] Bovendien kan de gebruiker een reproductie
uitvoeren in de vorm van een back-up. Hij mag echter in principe slechts één back-up maken en bewaren.
§ 5 Reproductierechten en toegangsbescherming
[
1 ] De gebruiker mag geen andere reproducties
maken; dit geldt eveneens voor het uitprinten van de programmacode op een printer of voor het fotokopiëren van het handboek. Bijkomende handboeken die eventueel nodig zijn voor medewerkers, moeten via NAVIGON verworven worden.
[
2 ] Wanneer de gebruiker de software in een
netwerk of andere uit meerdere computers bestaande systemen gebruikt, dan moet hij een gelijktijdig meervoudig gebruik verhinderen door middel van toegangsbeveiligingsmechanismen of een bijzondere licentietarief voor netwerken aan NAVIGON betalen, wiens bedrag vastgelegd wordt op basis van het aantal op het computer­systeem aangesloten gebruikers. Het eventueel te betalen licentietarief voor netwerken wordt onmiddellijk door NAVIGON aan de gebruiker meegedeeld zodra deze NAVIGON schriftelijk geïnformeerd heeft over het voorziene netwerkgebruik, met inbegrip van het aantal aangesloten gebruikers. Het gebruik in een dergelijk netwerk of uit meerdere computers bestaande systeem is pas toegelaten, nadat het licentietarief voor netwerken volledig betaald is.
[
3 ] Wanneer omwille van de beveiliging van de data
of de verzekering van een snelle reactivering van het computersysteem na een volledige uitval de regelmatige back-up van het volledige gegevensbestand met inbegrip van de gebruikte computerprogramma’s onontbeerlijk is, dan mag de gebruiker back-ups maken met het dwingend
190 –191
13 Appendix
14 Trefwoordenregister
noodzakelijk aantal. De betreffende datadragers moeten dienovereenkomstig gekenmerkt worden. De back-ups mogen uitsluitend voor archiveringsdoeleinden gebruikt worden.
[
4 ] NAVIGON verleent voor deze software van
derden in principe enkel de rechten die noodzakelijk zijn voor het algemene gebruik van deze programma’s als bestanddelen van de software die het object van onderhavige overeenkomst uitmaken en die door NAVIGON verleend mogen worden. Hierin is geen recht op verandering of verdere bewerking vervat.
§ 6 Meervoudig gebruik en gebruik van netwerken
[
1 ] De gebruiker mag de software gebruiken op elke
hardware die hem ter beschikking staat. Wanneer de gebruiker echter de hardware verandert, moet hij de software van de tot dan gebruikte hardware wissen. Het is verboden om de software gelijktijdig op meer dan slechts één hardware op te slaan, te bewaren of te gebruiken.
[
2 ] Een ongeldige regeling moet in het kader van
het aanvullende contractuele ontwerp door een regeling vervangen worden die zo kort mogelijk in de buurt komt van het met de ongeldige regeling beoogde economische doel. Veranderingen aan en aanvullingen op deze bepalingen moeten schriftelijk gebeuren en moeten als dusdanig uitdrukkelijk gekenmerkt zijn. Bijkomende mondelinge afspraken zijn ongeldig. Van deze eis betreffende de schriftelijke vorm kan alleen middels schriftelijke overeen- komstig worden afgezien.
§ 7 Software van derden
De software bevat softwareproducten van derden die zijn geïntegreerd in de software die onderwerp is van deze overeenkomst, of die hiermee worden geleverd. NAVIGON geeft voor deze software van derden altijd alleen de rechten door die noodzakelijk zijn voor het algemene gebruik van deze programma’s als bestanddelen van de software die onderwerp is van deze overeenkomst, en waarvoor NAVIGON het recht heeft deze te verlenen. Een recht op verandering of verdere bewerking is daarin niet begrepen.
§ 8 Decompilatie en programmaverandering
De terugvertaling van de ter beschikking gestelde programmacode naar andere codevormen [
decompilatie ] alsmede andere manieren van achterhalen van de diverse productiestappen van de software [ reverse-engineering ] inclusief een programmawijziging zijn verboden voor de gebruiker, tenzij deze dienen voor het verhelpen van ernstige fouten, met name die fouten die niet kunnen worden omzeild met organisatorische of andere verdedigbare hulpmiddelen. Auteursnotities, serienummers alsmede overige voor programma-identificatie dienende kenmerken mogen niet verwijderd of gewijzigd worden. Verwijderen van een kopieerbeveiliging of soortelijke beveiligingsroutines is zonder kennis of medewerking van NAVIGON niet toegestaan.
§ 9 Slotbepalingen
[
1 ] Mocht een bepaling van deze regelingen nietig
zijn of worden, dan tast dit de geldigheid van de overige regelingen niet aan. Een ongeldige regeling dient bij aanvullende interpretatie van de overeenkomst te worden vervangen door een regeling die het met de nietige regeling beoogde economische doel het dichts benadert.
[
2 ] Wijzigingen van en aanvullingen op deze
bepalingen dienen schriftelijk te geschieden en moeten als zodanig uitdrukkelijk zijn geken­merkt. Mondelinge nevenafspraken zijn niet geldig. Van deze eis betreffende de schriftelijke vorm kan alleen middels schriftelijke overeen­komstig worden afgezien.
[
3 ] De partijen komen, voor zover wettelijk
toegelaten, met betrekking tot alle wettelijke relaties uit deze overeenkomst, de toepassing van het recht van de Bondsrepubliek Duitsland overeen, met uitsluiting van het UN-kooprecht.
[
4 ] Wanneer de gebruiker handelaar, in ove-
reenstemming met het handelswetboek, juridische persoon van het openbare recht of openbaargerechtelijk speciaal vermogen is, dan wordt voor alle betwistingen die in het kader van de afwikkeling van deze overeenkomst ontstaan, Hamburg als bevoegde rechtbank overeengekomen.
A
Actuele locatie Opslaan --------------------------------------- 179 Actuele locatie ------------------------------------- 179 Apparaat inschakelen Koude start ----------------------------------- 158 Warme start ---------------------------------- 158 Reset ------------------------------------------ 158
B
Bestemming Adres invoeren ------------------------------- 164 Favorieten ------------------------------------ 166 Informatie over bestemming ---------------- 166 Laatste bestemmingen ---------------------- 167 Mijn bestemmingen -------------------------- 166 Navigatie starten ----------------------------- 168 Nieuwe bestemming ------------------------- 164 Opslaan --------------------------------------- 169 POI -------------------------------------------- 164 In de omgeving -------------------------- 165 In een plaats ----------------------------- 165 In het hele land -------------------------- 165 Snelle toegang ------------------------------- 164 Thuisadres ------------------------------------ 167 Uit kaart --------------------------------------- 166 Bestemming --------------------------------------- 164 Bestemming bellen Opbellen -------------------------------------- 184 Bestemming bellen -------------------------------- 184 Blokkade ------------------------------------------- 177 Blokkade opheffen -------------------------------- 177 Bluetooth Verbinding met mobiele telefoon ----------- 187 Bluetooth ------------------------------------------- 186
E
Etappe overslaan ---------------------------------- 177
F
Fabrieksinstelling ---------------------------------- 174
G
Garantie -------------------------------------------- 151 Garantiebepalingen ------------------------------- 188
Gegevens invoeren -------------------------------- 162 Gespreksinstellingen ------------------------------ 186 GPS Initialiseren ------------------------------------ 163 Ontvangst gestoord -------------------------- 163 Signalen --------------------------------------- 163 GPS ------------------------------------------------- 163 GPS-status ----------------------------------------- 179
H
Handboek Symbolen ------------------------------------- 151 Handboek ------------------------------------------ 151 Handelsmerken ------------------------------------ 151 Handsfree-instellingen Bestemming bellen -------------------------- 184 Kaart weergeven ----------------------------- 167 Lopend gesprek ------------------------------ 184 Nieuwe aansluiting --------------------------- 187 Nummer kiezen ------------------------------- 184 Opbellen -------------------------------------- 184 Opleggen ------------------------------------- 185 POI -------------------------------------------- 164 Recente gesprekken ------------------------- 184 Sneltoets -------------------------------------- 186 Telefoonboek Importeren ------------------------------- 185 Openen ---------------------------------- 185 Telefoonboek --------------------------------- 185 Verbinding met mobiele telefoon ----------- 187 Volume ---------------------------------------- 182 Handsfree-instellingen ---------------------------- 185 Handsfree-module Aangesloten toestel -------------------------- 186 Aansluitingsgegevens verwijderen ---------- 187 Binnenkomend gesprek --------------------- 184 Gespreksinstellingen ------------------------- 186 Instellingen ------------------------------------ 185 Handsfree-module -------------------------------- 183 Hardwaretoetsen ---------------------------------- 154 Hoofdvenster -------------------------------------- 163 Hotline ---------------------------------------------- 152
I
Indicatie externe voeding ------------------------- 154
192 –193
14 Trefwoordenregister
Informatie over bestemming Fabrieksinstelling ----------------------------- 174 Gespreksinstellingen ------------------------- 186 Informatie over bestemming ---------------------- 166 Instellingen Handsfree-instellingen Aangesloten toestel --------------------- 186 Aansluitingsgegevens verwijderen ---- 187 Kalibrering ------------------------------- 173 Nieuwe aansluiting ---------------------- 187 Product ---------------------------------- 173 Sneltoets -------------------------------- 186 Telefoonboek importeren -------------- 185 Verbinding met mobiele telefoon ------ 187 Volume ----------------------------------- 182 Handsfree-instellingen ----------------------- 186 Handsfree-module Aangesloten toestel --------------------- 186 Aansluitingsgegevens verwijderen ---- 187 Gespreksinstellingen ------------------- 186 Handsfree-module --------------------------- 183 Instellingen ----------------------------------------- 173 Instellingen TMC Nieuwe berekening van de route ----------- 180 TMC ------------------------------------------- 174 Verkeersinformatie --------------------------- 174 Zender zoeken ------------------------------- 179 Instellingen TMC ----------------------------------- 179 Invoeren van gegevens --------------------------- 162
K
Kaart Bestemming zoeken ------------------------- 167 Navigatie -------------------------------------- 163 Preview --------------------------------------- 164 Kaart ------------------------------------------------ 176 Kalibrering ----------------------------------------- 173
L
Licentiebepalingen -------------------------------- 190
M
Menu ----------------------------------------------- 162 Mijn bestemmingen ------------------------------- 166 MP3-instellingen ---------------------------------- 182
MP3-speler ---------------------------------------- 182
N
Naar huis ------------------------------------------- 167 Navigatie Blokkade -------------------------------------- 177 Blokkade opheffen --------------------------- 177 Etappe overslaan ----------------------------- 177 Geen GPS-ontvangst ------------------------ 168 POI’s op de route ---------------------------- 177 Routepunt overslaan ------------------------- 177 Starten ---------------------------------------- 163 Tussenbestemming -------------------------- 177 Navigatie ------------------------------------------- 163 Nieuwe berekening van de route ----------------- 180 Nieuwe bestemming ------------------------------ 164
O
Opbellen Bestemming bellen -------------------------- 184 Nummer kiezen ------------------------------- 184 POI -------------------------------------------- 184 Recente gesprekken ------------------------- 184 Sneltoets -------------------------------------- 186 Telefoonboek --------------------------------- 184 Opbellen ------------------------------------------- 184 Opties ---------------------------------------------- 162
P
P´ 9611 Starten ---------------------------------------- 163 POI In de omgeving ------------------------------- 165 In een plaats ---------------------------------- 165 In het hele land ------------------------------- 165 Opbellen -------------------------------------- 184 Snelle toegang ------------------------------- 164 POI ------------------------------------------------- 165 POI’s op de route --------------------------------- 177 Product --------------------------------------------- 173
R
Recente gesprekken ------------------------------ 184 Routeplanning ------------------------------------- 170 Routepunt overslaan ------------------------------ 177
Routepunten Opgeven -------------------------------------- 170 Simulatie -------------------------------------- 171 Startpunt -------------------------------------- 170 Volgorde -------------------------------------- 170 Wissen ---------------------------------------- 170 Routepunten --------------------------------------- 170 Routes Beheren --------------------------------------- 170 Berekenen ------------------------------------ 171 Navigatie starten ----------------------------- 171 Opslaan --------------------------------------- 171 Planning --------------------------------------- 170 Routes ---------------------------------------------- 170
S
SD-sleuf ------------------------------------------- 154 Service --------------------------------------------- 151 Simulatie Beëindigen ------------------------------------ 171 Simulatie ------------------------------------------- 170 Sneltoets ------------------------------------------- 186 Software-toetsenbord ----------------------------- 162 Support --------------------------------------------- 151 Symbolen in het handboek ----------------------- 151
T
Telefoon Verbinding met mobiele telefoon ----------- 187 Telefoon -------------------------------------------- 183 Telefoonboek Opbellen -------------------------------------- 184 Telefoonboek -------------------------------------- 185 Telefoonboek importeren ------------------------- 185 Thuisadres ----------------------------------------- 167 TMC Nieuwe berekening van de route ----------- 180 Symbolen ------------------------------------- 151 Zender zoeken ------------------------------- 179 TMC ------------------------------------------------ 174 Toetsen Hardware ------------------------------------- 154 Toetsen ------------------------------------------- 162 Toetsenbord --------------------------------------- 162 Touchscreen --------------------------------------- 154
Tussenbestemming ------------------------------- 177
V
Veiligheidsaanwijzingen --------------------------- 158 Verbinding met mobiele telefoon Aangesloten toestel -------------------------- 186 Aansluitingsgegevens verwijderen ---------- 187 Nieuwe aansluiting --------------------------- 187 Verbinding met mobiele telefoon ----------------- 187 Verkeersinformatie Nieuwe berekening van de route ----------- 180 Zender zoeken ------------------------------- 179 Verkeersinformatie -------------------------------- 161 Volume --------------------------------------------- 182
Z
Zender zoeken ------------------------------------- 179
194 –195
Loading...