M-system MI-62, MI-77, MI-91, MKK-607, MKK-775 Operating Instructions Manual

MI-62
Gebruiksaanwijzing
Notice d’emploi
Bedienungsanleitung
Operating instructions
VOORWOORD
Boretti feliciteert u met uw nieuwe aanwinst voor keuken. Tevens dankt Boretti u voor het getoonde vertrouwen in het merk door de aanschaf van dit product.
Wij adviseren u om voor het gebruik deze handleiding aandachtig door te lezen teneinde problemen te voorkomen en u ervan te verzekeren dat u als gebruiker op de hoogte bent van de juiste en veilige werking van dit product.
Mochten er ondanks het lezen van deze handleiding of tijdens het gebruik van uw Boretti vragen ontstaan, dan vernemen wij dat graag van u.
Op de achterzijde van deze handleiding kunt u de adresgegevens vinden van Boretti. Wij wensen u veel plezier! Boretti
3
INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEID...................................................................................................................................4
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK VAN HET TOESTEL .........................................................4
G
EBRUIK VAN HET APPARAAT.........................................................................................................4
VOORZORGSMAATREGELEN TEGEN BESCHADIGING..........................................................................5
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ DEFECT VAN HET APPARAAT.............................................................5
ANDERE BESCHERMINGEN.............................................................................................................5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT.......................................................................................6
TECHNISCHE KENMERKEN.............................................................................................................6
B
EDIENINGSPANEEL
......................................................................................................................6
GEBRUIK VAN HET APPARAAT .................................................................................................6
DISPLAY ......................................................................................................................................6
VENTILATIE..................................................................................................................................7
IN WERKING STELLEN................................................................................................................7
VOOR HET EERSTE GEBRUIK
..........................................................................................................7
P
RINCIPE VAN INDUCTIE................................................................................................................7
TIPTOETSEN.................................................................................................................................7
INWERKINGSTELLING.....................................................................................................................7
DETECTIE VAN DE PAN..................................................................................................................8
AANDUIDING RESTWARMTE
............................................................................................................8
B
OOSTER FUNCTIE .......................................................................................................................8
TIMER FUNCTIE
............................................................................................................................8
VERGRENDELING VAN HET BEDIENINGSPANEEL ...............................................................................9
KOOKADVIES.............................................................................................................................10
KWALITEIT VAN DE PANNEN .........................................................................................................10
A
FMETINGEN VAN DE PANNEN
......................................................................................................10
VOORBEELDEN VAN VERMOGENREGELING....................................................................................11
ONDERHOUD EN REINIGING....................................................................................................11
KLEINE STORINGEN VERHELPEN...........................................................................................12
MILIEUBESCHERMING..............................................................................................................13
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN...............................................................................................14
ELEKTRISCHE AANSLUITING ..................................................................................................15
4
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen. De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende
vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in
een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van
voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of i ndustrieel gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramisch glas. Het apparaat niet ombouwen of wijzigen. De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak. De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste
voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrisch net. Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droger, de
vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit. Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam
vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat. Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met het
warme kookvlak of met een warme pan in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica diskettes, rekenmachines)
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene pannen. Bij onverhoeds aanschakelen of restwarmte
zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit m et een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten
en ontvlammen.
Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd
lichamelijke, zintuigelijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door een persoon, die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met
het toestel.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst
worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.
5
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde pannen of pannen met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer) kunnen de
vitrokeramiek beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen de vitrokeramiek
beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op de vitrokeramiek vallen. Vermijd het stoten van pannen tegen de rand van het glas. Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de
fabrikant.
Plaats of laat geen lege pannen op de kookplaat. Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones.
Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden)
Plaats nooit een warme pan op de bedieningszone. Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand (2
cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een goede ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bv sprays) in de l ade onder de kookplaat. Eventuele
bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer
uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of
spleet in de vitrokeramiek is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is schakel het toestel uit om
een mogelijke electrische schok te voorkomen
Andere beschermingen
Zorg ervoor dat de pan steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van de
pan moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Een m agnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een
pacemaker dragen doen er goed aan eerst een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones
smelten.
HET GEBRUIK VAN NIET GESCH I K TE P O TT EN E N PANNEN OF V A N
VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM P OTTEN , NI ET GESCHIKT VOOR
INDUCTIE, OP TE WARMEN, VALT NIET ONDER DE GARANTIEVOORWAA RDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN
VOOR BESCHADIGINGEN AAN DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE
HIERVAN HET GEVOLG KUNNEN ZIJN.
6
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Type
Total
effekt
Zone Diameter Nominal *
Med
Booster*
Detectie
kookpan
MI-62
7100 W
Links voor
Links achter
Rechts achter
Rechts voor
190 mm 170 mm 210 mm 145 mm
1400 W 1400 W 2300 W 1400 W
2000 W
-
3000 W
-
90 mm 90 mm
100 mm
90 mm
* Het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de pannen.
Bedieningspaneel
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Display
Display Aanduiding Functie
0. Nul Kookzone geactiveerd 1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau U
Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan E Foutmelding Defect elektronisch circuit H Restwarmte De kookzone is warm P Booster Het turbovermogen is geactiveerd L Vergrendeling Tafel is beveiligd
[ - ] toets
Aanduiding van de
Timer / Power
Aanduiding van
de Power
Aan / Uit
[ + ] toets
Selectie toets
Lampje voor keuze
van zone
7
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gan g zodra de door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeve elheid overschrijden. De ventilatie schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronisch circuit voldoende is afgekoeld.
IN WERKING STELLEN
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen zeep, d eze kan op het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductie bobine. W a nn eer deze in werking is produceert ze een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de magnetische bodem van de pan. Hierdoor verwarmt de pan die op de kookzone staat. Uiteraard zijn aangepaste pannen vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen pannen met magnetische basis (eventueel met een magneet
te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen pannen, in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle pannen in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek, aardewerk,
inox zonder magneet… De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte pan. Is de diameter te klein dan werkt de pan niet. De diameter varieert in functie van de diameter van de kookzone.Wanneer de pan niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool ( U ) branden.
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Druk niet op meerdere toetsen tegelijk.
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] 4 x [ 0 ] Uitschakelen Druk op [ 0/I ] geen of [ H ]
In- en uitschakelen van een kookzone:
Actie Bedieningspaneel Display
Kiezen Druk op [ O ] van de zone [ 0 ] Instellen Druk op [ + ] [ 1 ] tot [ 9 ] Daling Druk op [ - ] [ 9 ] tot [ 1 ] Uitschakelen Druk gelijktijdig op [ O ] van de zone en [ - ] [ 0 ] of [ H ] Of druk op [ - ] [ 0 ] of [ H ] Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de wachtpositie.
8
Detectie van de pan
De detectie van de pan verzekert een optimale veiligheid. De inductie functioneert niet:
indien er geen pan op de kookzone staat of wanneer de pan ongeschikt is voor inductie. In
dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U
] verschijnt op
de display. Wanneer een pan op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de pan van de kookzone wordt
genomen. Het symbool [ U
] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de pan terug
op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien gekozen vermogen. Schakel de kookzone uit na gebruick. De pantedectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ]. Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden. Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Booster functie
De booster functie [ P ] verleent aan de gekozen kookzone een opgevoerd vermogen. Indien deze functie geactiveerd i s, werken deze kookzones gedurende 5 minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen. De booster is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de bereiding van pasta.
In en uitschakelen van de booster:
Actie
Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ O ] van de zone [ 0 ] Het vermogen kiezen Druk op [ + ] [ 1 ] tot [ 9 ] De booster inschakelen Druk op [ + ] [ P ] De booster uitschakelen Druk op [ - ] [ 9 ]
Beheer van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de booster functie geactiveerd is – en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden – vermindert de elektronische bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone. Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer, vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven:
Gekozen kookzone
Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ P ] wordt weergegeven [ 9 ] wordt [ 7 ] naargelang de kookzone
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden met verschillende tijdsaanduidingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ O ] van de zone [ 0 ] Het vermogen kiezen Druk op [ + ] [ 1 ] tot [ 9 ] « Timer » kiezen Druk gelijktijdig op [ - ] en [ + ] Timer [ 00 ] Verminder de tijd Druk op [ - ] [ 00 ] tot 30,29,28,27… Vermeerder de tijd Druk op [ + ] de tijd vermeerderd De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen.
9
Uitschakelen van de timerfunctie:
Actie
Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ O ] van de zone lampje van de zone aan « Timer » kiezen Druk gelijktijdig op [ - ] en [ + ] resterende tijd Uitschakelen Druk op [ - ] Timer [ 00 ] dan uit Indien verschillende timers geactiveerd zijn, volstaat het deze actie te herhalen.
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd:
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en een geluidssignaal weerklinkt. Druk op een toets om het geluid en het knipperen te beëindigen.
Gebruik van de timer zonder koken:
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat activeren druk op [ 0/I ] 4 x [ 0 ] of [ H ] « Timer » kiezen Druk gelijktijdig op [ - ] en [ + ] [ 00 ] Verminder de tijd Druk op [ - ] [ 00 ] tot 30,29… Vermeerder de tijd Druk op [ + ] de tijd vermeerderd Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en een geluidssignaal weerklinkt. Druk op een toets om het geluid en het knipperen te beëindigen.
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
Vergrendelen:
Actie
Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen Druk op [ 0/I ] [ 0 ] of [ H ] Vergrendelen Druk gelijktijdig op [ - ] en [ O ] Rechts voor
Druk opnieuw op [ O ] [ L ]
Ontgrendelen:
Actie
Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen Druk [ 0/I ] [ L ]
In de 5 seconden na de start:
Kookplaat ontgrendelen Druk gelijktijdig op [ - ] en [ O ] [ 0 ]
Rechts voor Druk opnieuw op [ - ] alle zone lampjes uit
10
KOOKADVIES
Kwaliteit van de pannen
Aangepaste pannen: staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische
bodem, aluminium met magnetische bodem.
Niet aangepaste pannen: aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein. De fabrikanten vermelden wanneer hun producten geschikt zijn voor inductie. Om u ervan te verzekeren dat de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld
op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt het functioneren helemaal niet.
Afmetingen van de pannen
De kookzones passen zich tot op zekere hoogte automatisch aan de diameter van de pan aan. De bodem van deze pan dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter van de gekozen kookzone. Plaats de pan goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw kooktafel te verkrijgen.
11
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 tot 2
Smelten Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine Kant- en klaargerechten
2 tot 3
Opzwellen Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten Groenten, vis, diepgevroren producten
3 tot 4
Stoom Groenten, vis, vlees
4 tot 5
Water Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 tot 7
Zachtjes koken Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 tot 8
Koken, braden Aardappelen, beignets, platte koeken
9
Braden Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten water
P
Braden Op kooktemperatuur brengen
Water
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramiek.
Gebruikt in geen enkel geval apparaten “aan stoom“ of “druk“.  Geen voorwerpen gebruiken die het gevaar zouden lopen vitrokeramiek te strepen.  Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.  Droog het apparaat met een goede doek.  Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
12
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
[ E4 ] verschijnt in het display:
De plaat moet worden geconfigureerd volgens onderstaande procedure:
I) Opgelet: u mag niet meteen pannen plaatsen op de inductieplaat. II) Koppel de plaat los van het stroomnet: verwijder de stop of schakel de zekering uit. III) Verbind de plaat weer op het stroomnet: plaats de stop terug of schakel de zekering weer in. IV) Procedure:
* Neem een pan met magnetische bodem met een minimale diameter van 16 cm. * start de plaat binnen 2 minuten na het aansluiten op het stroomnet op. * druk niet op [ 0/I ]
V) Eerst moet de bestaande configuratie worden geannuleerd
1) Druk op toets [ - ] en houd deze toets ingedrukt.
2) Druk met een vinger van uw andere hand
achtereenvolgens en snel (binnen 2 sec.) op de “selectie” toets. Waarbij u begint met de zonerechtsboven en u tegen de klok in beweegt(a -> b -> c -> d). Een [-] verschijnt. Een dubbele piep duidt op een bewerkingsfout. Herhaal in dat geval de bewerking vanaf stap 1.
3) Laat de toetsen los en druk gelijktijdig op [ - ] en [ + ] gedurende enkele seconden tot de knipperende [ E ] verschijnen.
4) Wacht tot de [ E ] ophouden met knipperen.
5) De [ E ] veranderen vervolgens automatisch in [ C ]. De configuratie is geannuleerd.
VI) Hoe kunt u de plaat opnieuw configureren?
1) Neem een magnetisch pan met een diameter van minstens 16 cm.
2) Selecteer de kookzone door op de selectie toets bijbehorende.
3) Plaats de bak op de zone die u wilt configureren.
4) Wacht tot [ C ] verandert in [ - ]. De kookzone is geconfigureerd.
5) Ga op dezelfde manier te werk voor alle kookzones die [ C ] weergeven.
6) De kookzones zijn geconfigureerd als alle zones zijn gedetecteerd en er niets
meer wordt weergegeven. Gebruik slechts één pan om de configuratie uit te voeren. Plaats tijdens de configuratie nooit meerdere pannen op de zones.
Als de weergave [ E 4 ] blijft, bel dan de klantenservice.
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
De kookplaat is verkeerd op het elektrisch net aangesloten De zekering is gesprongen --> controleer de zekering in de meterkast. Kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld De tiptoetsen zijn met water of vet bespat Er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
Er staat geen pan op de kookzone De pan is niet geschikt voor inductie De diameter van de bodem van de pan is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
Bel de Dienst na Verkoop.
a
d
b
c
13
Een enkele zone of alle zones vallen uit:
De veiligheid is in werking getreden Deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen De veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn Een kookpan is leeg en de bodem is oververhit De kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel:
Dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur De ventilator stopt vanzelf
Het symbool [ L ] licht op:
Zie hoofdstuk vergrendeling
MILIEUBESCHERMING
De verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar. De elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recycle-mogelijkheden.
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil
Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng uw elektrisch apparaat naar het containerpark
van uw gemeente
14
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd. De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel. Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat:
Type Uitsparing voor vlakbouw
MI-62 560 x 490 mm
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen. De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn. Installeer de kookplaat niet boven een niet-geventileerde oven of een vaatwasmachine. Onder de omkasting van het apparaat dient men een afstand van 20 mm te voorzien om
een goede ventilatie van de elektronische apparatuur te verzekeren
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in
op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven geplaatste dampkap, dient u de
instructies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning
onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
De beschermfolie (3) verwijderen en de dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat plakken op 2 mm van de buitenrand
15
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven. De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële schakelaars en contacten.
Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de installatieregeling.
De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat
of de oven niet raakt.
Let op!
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema. De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat. Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de 2 pijlen.
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Aansluiting van de kookplaat
Gebruik voor de verschillende aansluitingen de bruggen in messing die zich in de aansluitdoos bevinden.
Monofase 230V~1P+N Plaats een brug tussen 1 en 2. Verbind de aarding met de aansluitklem "aarde", neutraal N met de aansluitklem 4, de fase L op de aansluitklem 1 of 2.
Bi-fase 400V~2P+N Verbind de aarding met de aansluitklem "aarde", neutraal N met de aansluitklem 4, fase L1 met de aansluitklem 1 en fase L2 met de aansluitklem 2.
Let op! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
Netwerk Aansluiting Kabeldiameter Kabel
Beschermingsk
aliber
230 V~ 50/60 Hz 1 fase +N 3 x 2.5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
25 A *
400 V~ 50/60Hz 2 fasen + N 4 x 1.5 mm2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
16 A *
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.
16
AVANT-PROPOS
Boretti vous félicite de cette nouvelle acquisition pour votre cuisine. Boretti vous remercie également de la confiance que vous manifestez pour notre marque en achetant ce produit.
Avant d’en faire usage, nous vous conseillons de lire attentivement son mode d’emploi afin
d’éviter tout problème et de vous garantir une utilisation correcte et en toute sécurité. Si vous aviez cependant des questions à la lecture de ce mode d’emploi ou en cours d’utilisation
de votre produit Boretti, n’hésitez pas à nous en faire part. Vous trouverez les coordonnées de Boretti au verso de ce mode d’emploi.
Nous vous souhaitons un usage agréable ! Boretti
17
SOMMAIRE
SECURITE...................................................................................................................................18
PRECAUTIONS AVANT UTILISATION EN CUISSON.............................................................................18
U
TILISATION DE LAPPAREIL.........................................................................................................18
PRECAUTIONS POUR NE PAS DETERIORER LAPPAREIL ...................................................................19
PRECAUTIONS EN CAS DE DEFAILLANCE DE LAPPAREIL..................................................................19
AUTRES PROTECTIONS................................................................................................................19
DESCRIPTION DE L’APPAREIL ................................................................................................20
CARACTERISTIQUES TECHNIQUES................................................................................................20
B
ANDEAU DE COMMANDE
............................................................................................................20
UTILISATION DE L’APPAREIL ..................................................................................................20
AFFICHAGE ................................................................................................................................20
VENTILATION..............................................................................................................................21
MISE EN ROUTE ET GESTION DE L’APPAREIL......................................................................21
AVANT LA PREMIERE UTILISATION
.................................................................................................21
P
RINCIPE DE LINDUCTION ...........................................................................................................21
TOUCHES SENSITIVES.................................................................................................................21
MISE EN ROUTE..........................................................................................................................21
DETECTION DE RECIPIENT ...........................................................................................................22
INDICATEUR DE CHALEUR RESIDUELLE
..........................................................................................22
F
ONCTION BOOSTER...................................................................................................................22
FONCTION MINUTERIE
.................................................................................................................23
VERROUILLAGE DU BANDEAU DE COMMANDE.................................................................................24
CONSEILS DE CUISSON ...........................................................................................................25
QUALITE DES CASSEROLES..........................................................................................................25
D
IMENSION DES CASSEROLES
......................................................................................................25
EXEMPLES DE REGLAGE DES PUISSANCES DE CUISSON..................................................................26
ENTRETIEN ET NETTOYAGE....................................................................................................26
QUE FAIRE EN CAS DE PROBLEME........................................................................................27
PROTECTION DE L’ENVIRONNEMENT....................................................................................28
INSTRUCTIONS D’INSTALLATION ...........................................................................................29
CONNEXION ELECTRIQUE .......................................................................................................30
18
SECURITE
Précautions avant utilisation en cuisson
Retirez toutes les parties de l’emballage.L’installation et le branchement électrique de l’appareil sont à confier à des spécialistes
agrées. Le fabricant ne saurait être tenu responsable des dommages résultant d’une erreur d’encastrement ou de raccordement.
L’appareil ne doit être utilisé que s’il est monté et installé dans un meuble et un plan de
travail homologué et adapté.
Son utilisation est uniquement destinée à l’usage domestique habituel (préparation des
aliments), à l’exclusion de toute autre utilisation domestique, commerciale ou industrielle.
 Enlevez toutes les étiquettes et autocollants du verre vitrocéramique.  Ne pas transformer ou modifier l’appareil.  La table de cuisson ne doit pas servir de support ou de plan de travail.  La sécurité n’est assurée que si l’appareil est raccordé à une terre de protection conforme
aux prescriptions en vigueur.
Pour le raccordement au réseau électrique n’utilisez pas de rallonge.  L’appareil ne doit pas être utilisé au-dessus d’un lave-vaisselle ou d’un sèche-linge : les
vapeurs d’eau dégagées pourraient détériorer l’électronique.
Utilisation de l’appareil
Coupez toujours les foyers après utilisation. Surveillez constamment les cuissons qui utilisent des graisses et des huiles, car elles sont
susceptibles de s’enflammer rapidement.
Prenez garde aux risques de brûlures pendant et après l’utilisation de l’appareil. Assurez-vous qu’aucun câble électrique d’appareil fixe ou mobile ne vienne en contact
avec la vitre ou la casserole chaude.
Les objets magnétisables (cartes de crédits, disquettes informatiques, calculatrices) ne
doivent pas se trouver à proximité immédiate de l’appareil en fonction.
Les objets métalliques tels que des couteaux, des fourchettes, des cuillères et des
couvercles ne devraient pas être placés la surface vitrée puisqu'ils peuvent devenir chauds.
De façon générale ne placez aucun objet métallique autre que les récipients de chauffe
sur la surface vitrée. En cas d’enclenchement intempestif ou de chaleur résiduelle, celui-ci risquerait selon le matériau de chauffer, de fondre ou de commencer à brûler.
Ne jamais couvrir l’appareil d’un chiffon ou d’une feuille de protection. Il pourrait devenir
très chaud et prendre feu.
Cet appareil n'est pas destiné à être utilisé par des personnes (enfants y compris) ayant
des facultés physiques, sensorielles ou mentales réduites, ou un manque d'expérience et de connaissance, à moins qu'elles aient eu des explications concernant l'utilisation de l'appareil par une personne chargée de leur sécurité.
Les enfants doivent être informés pour s'assurer qu'ils ne jouent pas avec l'appareil.
Loading...
+ 42 hidden pages