U heeft onlangs een van onze fornuizen aangekocht en wij danken u voor uw
vertrouwen. Uw fornuis werd met de grootste zorg ontworpen, vervaardigd en
getest met het oog op uw volkomen tevredenheid.
Opdat u het optimaal zou kunnen gebruiken en de gewenste resultaten zou
bereiken, bevelen wij aan deze GEBRUIKSHANDLEIDING aandachtig te lezen.
De instructies en wenken in deze handleiding zullen een doeltreffende hulp zijn
om alle kwaliteiten van uw nieuwe toestel te ontdekken.
Dit fornuis mag enkel worden gebruikt voor het doel waartoe het werd ontworpen,
met name de bereiding van eetwaren.
Alle ander gebruit dient als onjuist en gevaarlijk te worden beschouwd.
Wij wijzen elke aansprakelijkhid van de hand in geval van schade wegens
onjuist, verkeerd of irrationnel gebruik van het toestel.
1
Het toestel is ontworpen en gerealiseerd volgens de Europese normen die hieronder opgesomd
worden:
=> EN 30-1-1, EN 30-2-1 en EN 437 en daaropvolgende wijzigingen (gas)
=> EN 60 335-1 en EN 60 335-2-6 (elektriciteit) plus wijzigingen
Het toestel is conform de voorschriften van de Europese richtlijnen:
=> 2006/95 EC betreffende elektrische veiligheid (BT).
=> 2004/108 EC betreffende de elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
=> 2009/142 EC betreffende de gasveiligheid.
Ovenaccessoires die in contact kunnen komen met voedingsmiddelen zijn gerealiseerd met materiaal
dat conform de bepalingen is van de EG-richtlijn 89/109 van 21/12/88.
Dit product is conform de EU-richtlijn 2002/96/EC.
Het symbool van de doorkruiste vuilnisbak aangegeven op het toestel geeft aan dat het
toestel apart van het normaal huishoudeljk afval afgedankt moet worden op het einde van
zijn levensduur. Daarom moet het toevertrouwd worden aan een centrum gespecialiseerd
in de recyclage van elektrische en elektronische apparatuur, of terugbezorgd worden
aan de verkoper wanneer een nieuw equivalent toestel wordt aangekocht.
De gebruiker is er verantwoordelijk voor het toestel op het einde van de levensduur ervan naar een
geschikt recyclagecentrum te brengen. Doet hij dit niet, dan kan hij hiervoor een sanctie oplopen zoals
bepaald door de wet op de afdanking van afval.
De gescheiden afvalophaling met het oog op een eventuele recyclage, verwerking en milieuvriendelijke
vernietiging helpt de mogelijke negatieve effecten op het milieu en de gezondheid te beperken, en zorgt
er voor dat de materialen waaruit het product gerealiseerd is gerecycleerd kunnen worden.
Voor meer informatie over de beschikbare systemen voor afvalverzameling, raadpleeg de relatieve
plaatselijke Gemeentedienst of de winkel waar het product aangekocht is.
De producenten en invoerders moeten hun plichten nagaan betreffende de recyclage, verwerking
en milieuvriendelijke vernietiging door rechtstreeks of onrechtstreeks deel te nemen aan het
ophaalsysteem.
2
ASSISTENTIE EN WISSELONDERDELEN
Vooraleer het toestel de fabriek verliet werd het getest en afgesteld door gespecialiseerd en ervaren personeel,
om borg te staan voor de beste functionele resultaten.
Eventuele reparaties of afstellingen die nodig mochten zijn moeten uitgevoerd worden door gekwaliceerd
personeel, dat met de grootste zorg en aandacht te werk gaat.
Daarom raden we aan altijd onze klantendienst te contacteren en het merk, model, serienummer en de aard van
het probleem te vermelden waarmee u geconfronteerd wordt. Alle gegevens over uw toestel zijn gedrukt op het
label aangebracht op het toestel en op de originele verpakking.
In deze handleiding vindt u ook een kopie van dit label. Gelieve dit label op de handleiding te kleven of
op een bereikbare plaats vlakbij het toestel, ter raadpleging.
Deze informatie stelt de technicus in staat om naar u toe te komen met de correcte wisselonderdelen en zo borg
te staan voor een snelle en pertinente dienstverlening.
Voor originele wisselonderdelen kunt u alleen terecht bij onze klantendienst en geautoriseerde dealers.
INHOUD
ASSISTENTIE EN WISSELONDERDELEN3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN4-6
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL7-10
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER 11-18
PROBLEEMOPLOSSING19
TECHNISCHE KENMERKEN19-20
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS21-27
3
BELANGRIJKE OPMERKINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN
Wij danken u voor uw aankoop van een van
onze producten. Wij zijn er zeker van dat
dit nieuw, modern, functioneel en handig
toestel, vervaardigd uit materialen van
hoogwaardige kwaliteit, tegemoet zal komen
aan al uw behoeften. Dit nieuw toestel is
gebruiksvriendelijk maar vooraleer het te
installeren en in gebruik te nemen, is het
belangrijk deze handleiding aandachtig te
lezen. U vindt er alle informatie over een veilige
installatie, gebruik en onderhoud. Bewaar de
handleiding op een veilige plek, voor latere
raadplegingen.
De producent behoudt zich het recht voor
om wijzigingen aan de producten aan te
brengen die hij nodig of nuttig acht, ook
in uw belang, zonder aan de essentiële
functionele en veiligheidskenmerken te
raken. De producent kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor onnauwkeurigheden
te wijten aan de druk of typfouten in deze
handleiding.
N.B.: de afbeeldiingen in deze handleiding zijn
louter indicatief.
• De handelingen voor de installatie,
afstellingen, omzettingen en het onderhoud
zijn opgesomd in het deel "INSTRUCTIES
VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS" en
mogen alleen door gekwaliceerd personeel
uitgevoerd worden.
• De installatie van volledige gas- en
gecombineerde toestellen moet in
overeenstemming gebeuren met de geldende
normen.
• Het toestel mag alleen worden gebruikt voor
het voorziene doel, namelijk het koken in
huishoudelijke kring. Elk ander gebruik moet
als oneigenlijk en dus gevaarlijk beschouwd
worden.
• De producent kan niet aansprakelijk gesteld
worden door schade aan personen of
bezittingen te wijten aan een verkeerde
behuizing en de verschillende interne
onderdelen, moet grondig nagekeken worden
of het toestel in perfecte staat verkeert.
Gebruik het toestel niet indien u twijfels hebt,
maar neem contact op met een gekwaliceerd
persoon.
• De gebruikte verpakkingsmaterialen (karton,
plastic zakken, piepschuim, nagels, enz.)
mogen niet binnen bereik van kinderen
worden gelaten omdat ze een potentiële
bron van gevaar zijn. Alle gebruikte
verpakkingsmateriaal is milieuvriendelijk en
recycleerbaar.
• De elektrische veiligheid van dit toestel
wordt slechts gegarandeerd wanneer dit
correct aangesloten wordt op een geschikt
aardingssyteem, zoals voorgeschreven
door de elektrische veiligheidsnormen.
De producent wijst elke aansprakelijkheid
af wanneer deze instructies niet worden
opgevolgd. Indien u twijfels hebt, neem dan
contact op met een gekwaliceerde persoon
voor assistentie.
• Vooraleer het toestel aan te sluiten, moet men
controleren of de gegevens op het kenplaatje
overeenkomen met die van de gas- en
elektriciteitstoevoer (zie deel "TECHNISCHE
KENMERKEN").
• NIET GEBRUIKEN OP SCHEPEN, IN
CARAVANS OF IN MOBILHOMES TENZIJ
ELKE PIT MET EEN VLAMBEVEILIGING IS
UITGERUST.
• DIT TOESTEL NIET WIJZIGEN.
• ENKEL VOOR HUISHOUDELIJK GEBRUIK.
WAARSCHUWING - Het toestel en de
toegankelijke delen zullen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Wees zeer aandachtig om
de weerstand niet aan te raken. Kinderen
jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt worden
gehouden, tenzij ze voortdurend onder toezicht
staan.
installatie, onderhoud of gebruik van het
toestel.
• Eens de verpakking verwijderd is van de
HEET OPPERVLAK
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN
• Het glas van de ovendeur en de toegankelijke
delen zullen tijdens het gebruik zeer heet
worden. Om brandwonden en letsels te
vermijden moet men kinderen uit de buurt
houden.
• Gebruik het toestel niet als verwarming
van het lokaal.
• Raak geen elektrische toestellen aan als
uw handen of voeten nat of vochtig zijn.
• Gebruik het toestel niet wanneer u op
blote voeten loopt.
• Trek niet aan het snoer om de stekker uit
het stopcontact te halen.
• Laat het toestel niet buiten staan in de
zon, de regen enz.
• Kleine kinderen moeten in de gaten
worden gehouden, zodat ze niet met het
toestel beginnen te spelen.
• Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door mensen
met beperkte fysische, sensorische
of mentale capaciteiten of gebrek aan
ervaring en kennis als ze onder toezicht
staan of instructies kregen betreffende
een veilig gebruik van het toestel en de
gevaren begrijpen die hiermee verband
houden. Kinderen mogen niet met het
toestel spelen. Reiniging en onderhoud
door de gebruiker mag niet gebeuren door
kinderen die niet onder toezicht staan.
• WAARSCHUWING - Om te beletten dat
het toestel onbedoeld kantelt, bijvoorbeeld
omdat een kind op de open ovendeur
klimt, of omdat te grote gewichten op de
open ovendeur worden gezet, moeten
twee kettingen aan de achterkant van het
fornuis worden vastgeschroefd en met
haken aan de muur worden bevestigd.
Controleer of de kettingen strak gespannen
zijn. Raadpleeg hiervoor de installatieinstructies.
• Vooraleer de oven voor de eerste keer te
gebruiken, moet men controleren of die leeg
is en of de deur dicht is; verwarm de oven
twee uur lang op maximumtemperatuur.
Op die manier zal de beschermende laag
die de binnenkant van de oven bekleedt
worden weggebrand en verdwijnen de
hiermee verbonden geurtjes. Zorg voor
voldoende ventilatie in de keuken terwijl
u wegbrandt, wees niet gealarmeerd door
een klein beetje rook tijdens dit proces.
• Bereidingen onbewaakt op het fornuis
laten met vet of olie kan gevaarlijk zijn en
brand veroorzaken.
• Probeer nooit om een brand met water te
blussen: schakel het toestel uit en bedek
de vlammen daaran met bijvoorbeeld een
vod of een vuurdeken.
• Brandgevaar: geen spullen op de
kookoppervlakken stapelen.
• Gebruik geen ruwe schuurmiddelen of
scherpe metalen schrapers om het glas
van de overdeur te reinigen, omdat die
krassen op het glas kunnen veroorzaken,
waardoor het glas kan gaan barsten.
•
Gebruik GEEN schuursponsen of
schurende producten en solventen
om vlekken of stickers van de gelakte
oppervlakken of oppervlakken in roestvrij
staal te verwijderen.
• Schakel de oven uit vooraleer de
bescherming van de ventilator te
verwijderen om hem schoon te maken.
Plaats de bescherming na de schoonmaak
terug volgens de instructies.
• De oven kan met een temperatuursonde
worden uitgerust. Gebruik alleen de
temperatuursonde die door onze
Technische Dienst voor deze oven is
aanbevolen.
• Verwijder alles wat gemorst is op het
deksel vooraleer die te openen.
• Het toestel is niet bedoeld om te
werken via een externe timer of apart
afstandsbedieningssysteem.
• Controleer of het toestel uitgeschakeld
is vooraleer de lamp te vervangen,
om mogelijke elektrische schokken te
voorkomen.
5
BELANGRIJKE OPMERKINGEN EN VOORZORGSMAATREGELEN
• De fornuizen kunnen uitgerust zijn met een
klein compartiment onder de oven, dat kan
worden gebruikt om voorwerpen in op te
bergen. Denk eraan dat de oppervlakken
heet worden, het is strikt verboden om
ontvlambare materialen hierin op te
bergen.
• Gebruik geen stoomreiniger om een
dampkap, oven of rooster te reinigen.
• Het toestel moet rechtstreeks op de grond
worden geplaatst en mag niet op een
sokkel worden gemonteerd.
• Indien het toestel uitgerust is met een
glazen deksel, kan dit barsten bij verhitting.
Zet alle pitten uit of ontkoppel de platen,
en laat alles afkoelen vooraleer het deksel
dicht te doen.
• De oven niet als voorraadkast of
opbergkast voor potten gebruiken
wanneer die niet voor bereidingen wordt
gebruikt: wanneer de oven onopzettelijk
wordt ingeschakeld, kan dit schade en
ongevallen veroorzaken.
• Wanneer u een elektrische tting in de
buurt van het toestel gebruikt, moet u
controleren of de kabels het fornuis niet
raken en ver genoeg uit de buurt zijn van
hete onderdelen.
• Na gebruik van het toestel moet u
controleren of alle bedieningen op off
staan of uitgeschakeld zijn en of de “0” op
de knop overeenkomt met het symbool “
•”
dat op de voorzijde staat gedrukt.
• Schakel de elektrische stroomvoorziening
uit vooraleer u begint met de reiniging of
het onderhoud van het toestel.
• In geval van defecten of werkingsstoringen,
wordt het toestel uitgezet en losgekoppeld
van het elektriciteitsnet. Knoei er niet mee.
Alle reparaties of afstellingen moeten met
de grootste zorg en volle aandacht door een
bevoegde persoon worden uitgevoerd.
• Om deze reden raden wij aan om contact
op te nemen met onze Technische Dienst.
6
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL
ALGEMEEN
Het fornuis is uitgerust met een gaskookplaat met
elektrische grillplaat.
Boven elke knop op het voorpaneel staat in een
diagram aangegeven welke pit bediend wordt.
De combinatie van de pitten met verschillende grootte
biedt de mogelijkheid om meerdere types bereiding te
gebruiken.
Onze fornuizen hebben twee ovens met een
verschillend volume.
De linker ovenruimte, die die grootste is, is een oven met
natuurlijke of gestuurde convectie waarmee al le soorten
bereidingen m ogelijk zijn. De rechter overn ruimte, die
de kleinste is, is ee n ove, met natuurlijke convec tie en
elektrische grill.
De ovenwanden van beide ruimtes zijn uitgerust met
verschillende staafgeleiders (g. 1) waarop de volgende
accessoires kunnen worden geplaatst (g. 2):
• Ovenniveau
• Druipplaat of druipschaal
•
Spithouder + spit + vorken + knop
1
2
2
7
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL
BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN
KNOP PIT KOOKPLAAT (A)
Door de knop linksom te draaien, verschijnen de
volgende symbolen:
Door de knop rechtsom te draaien, verschijnen de
volgende symbolen:
0= Oven uit
= Ovenverlichting aan, blijft branden voor alle
functies
van 50°C tot Max.
THERMOSTAATKNOP LINKER OVEN (C)
Door de knop rechtsom te draaien vindt u de
verschillende oventemperatuurwaarden (van 50°C tot
Max.).
MULTIFUNCTIONELE KEUZEKNOP LINKER
OVEN (D)
Door de knop naar rechts of naar links te draaien, ziet
u de volgend symbolen:
0 = Oven uit
= De verschillende oventemperatuurwaarden
= Grillweerstand ingeschakeld
= Ovenverlichting aan, blijft branden voor alle
functies
= Ventilator ingeschakeld
= Weerstanden bovenaan en onderaan
ingeschakeld
= Weerstanden bovenaan en onderaan en ventilator
ingeschakeld
= Weerstand onderaan en ventilator ingeschakeld
= Weerstand achteraan en ventilatie ingeschakeld
= Grill + weerstand braadspit ingeschakeld
= Grillweerstand en ventilator ingeschakeld
A
B
C
D
8
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL
ENERGIEREGELKNOP VOOR GRILLPLAAT (E)
Door de knop rechtsom te draaien, krijgen we de
volgende symbolen:
= weerstanden uit
0
van 1 tot 12
= minimum- en maximumvermogen voor
de elektrische grillplaat
DE VERWARMINGSELEMENTEN INSCHAKELEN
De elektrische grillplaat C (g.F) wordt aangestuurd
door energieregelaars met 12 posities (E) waarmee
een brede waaier van verschillende temperaturen kan
worden verkregen.
ROOD WAARSCHUWINGSLAMPJE
Indien dit lampje aanwezig is en gaat oplichten, betekent dit dat een van de elektrische kookplaten aan
staat als het fornuis gemengd of elektrisch is, of een
van de elektrische componenten van de oven staat
aan.
GEEL WAARSCHUWINGSLAMPJE
(geeft aan dat de rechter oven in werking is)
Wanneer dit lampje brandt, betekent dit dat de elektrische oven of de elektrische grill in werking zijn. Tijdens
het gebruik van de oven zal het lampje uitgaan wanneer de ingestelde temperatuur wordt bereikt. Tijdens
de bereiding zal het geel lampje meerdere keren uit en
aan gaan. Dit is normaal omdat de oventemperatuur
gecontroleerd is.
E
F
9
BESCHRIJVING VAN HET TOESTEL
ELEKTRONISCHE PROGRAMMATOR
Deze voorziening heeft de volgende functies:
- Klok
- Minutenteller
- Kooktijd
- Einde kooktijd
- Manuele werking
- Tijdregeling achteruit
- Tijdregeling vooruit
De digitale display toont altijd de tijd en kan zowel de
kooktijden, het einde van de kooktijden als de minutentelling
weergeven wanneer op de overeenkomstige toets wordt
gedrukt.
NB: Aan het einde van elke programmering (exclusief
de minutentelling) schakelt de programmator de oven
uit. Controleer bij het daarop volgende gebruik van
de oven, als de programmator niet gebruikt wordt,
of deze op de manueel werking ingesteld is (zie
onderstaande instructies).
Uurinstellingen (van 0.01 tot 24.00 = uu.mm)
Na de elektrische aansluiting of een stroomuitval
knipperen op de display gelijktijdig de aanduidingen “A”
en “0.00”, dan wel de tijd die verstreken is vanaf het
ogenblik dat de stroom weer ingeschakeld werd.
Druk gelijktijdig op de toetsen 2 en 3 en stel het huidige
uur in door op de toets 4 of 5 te drukken. Na de instelling
gaat het symbool "A" uit en gaat het symbool
manuele werking aan.
Manuele werking
Bij de uurinstelling gaat de programmator automatisch
naar de manuele werking.
Dit kan anders alleen gebeuren na de automatische
programmering of nadat deze werd gewist door gelijktijdig
op de toetsen 2 en 3 te drukken. Het symbool "A" verdwijnt
en het symbool
Minutenteller (van 0.01 tot 0.59 = uu.mm)
Druk op de toets 1 en kies de kooktijd middels de toets 4
of 5. Het symbool
ingestelde tijd zal het geluidssignaal in werking treden en
het symbool
Halfautomatische werking (met kooktijd van 0.01 tot
23.59 = uu.mm)
Door op de toets 2 te drukken en via de toets 4 of 5
de kooktijd in te stellen, gaan het symbool "A" en
blijvend aan. Na het verstrijken van de ingestelde tijd
gaat het symbool
geluidssignaal treedt in werking.
(wordt ingesteld via de toetsen 2 en 3)
(wordt ingesteld via de toets 1)
(wordt ingesteld via de toets 2)
(wordt ingesteld via de toets 3)
(wordt ingesteld via de toetsen 2 en 3)
(wordt ingesteld via de toets 4)
(wordt ingesteld via de toets 5)
van de
gaat aan.
gaat aan. Na het verstrijken van de
gaat uit.
uit, het symbool "A" knippert en het
Halfautomatische werking (met einde kooktijd van
0.01 tot 23.59 = uu.mm)
Door op de toets 3 te drukken en via de toets 5 einde kooktijd in te stellen, gaan het symbool "A" en
aan. Na het verstrijken van de ingestelde tijd, gaat het
symbool
signaal treedt in werking.
Automatische werking (met vertraagde aanvang van de
kooktijd)
Programmeer eerst de duur van de kooktijd (het symbool
"A" en het symbool
van de kooktijd (het symbool gaat uit), zoals eerder
beschreven. Het symbool gaat weer aan wanneer de
oven begint te bakken. Na het verstrijken van de kooktijd
gaat het symbool
geluidssignaal treedt in werking.
Geluidssignaal
Het geluidssignaal treedt in werking aan het einde van
een programmering of van de minutentelling en duurt
ongeveer 7 minuten. Om het signaal te onderbreken,
moet op een van de functietoetsen worden gedrukt.
Begin programma en controle
Het programma begint na de instelling. Het is op
elk ogenblik mogelijk het ingestelde programma te
controleren door op de overeenkomstige toets te drukken.
Correctie/wissen van het ingestelde programma.
Als de tijd die door de klok aangeduid wordt tussen het
tijdstip van aanvang van de kooktijd en het tijdstip van
einde van de kooktijd ligt, is een programmafout in de
automatische werking opgetreden. De fout zal onmiddellijk
akoestisch worden gesignaleerd en het symbool "A" zal
knipperen. De instellingsfout kan gecorrigeerd worden
door de duur of einde kooktijd te wijzigen. Elk ingesteld
programma kan op elk ogenblik worden gecorrigeerd
door eerst op de respectievelijke programmeringstoets te
drukken en vervolgens op de toetsen 4 of 5. Het wissen
van een programma wordt uitgevoerd door de ingestelde
tijd te corrigeren door deze op "0.00" te zetten. Door de
duur van de werking te wissen, wordt automatisch het
einde van de werking gewist en omgekeerd. De oven
gaat automatisch uit en het symbool "A" knippert.
uit, het symbool "A" knippert en het geluids-
gaan aan) en vervolgens het einde
uit, het symbool "A" knippert en het
blijvend
10
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
HOB: ALGEMENE OPMERKINGEN
BETREFFENDE DE VEILIGHEID
Wanneer een gasfornuis wordt gebruikt,
produceert het hitte en vocht in het vertrek waar
het fornuis staat opgesteld. Om deze reden
moet het vertrek goed geventileerd zijn, houd
natuurlijke ventilatieopeningen vrij en schakel
het mechanische verluchtingssysteem in
(afzuigkap of elektrische ventilator, zie paragraaf
«VENTILATIE en LOCATIE en VERLUCHTING»).
Indien het fornuis lange tijd gebruikt wordt kan
een extra ventilatie nodig zijn, bijvoorbeeld een
raam of een meer doeltreffende ventilatie door
het vermogen van het eventueel aanwezige
mechanische systeem op te drijven.
DE PITTEN AANZETTEN
Automatische elektrische ontsteking van de
pitten
Druk lichtjes op de knop die overeenkomt met de pit
die u wenst te gebruiken en draai linksom naar de
stand “Full on” (volledig aan), los daarna de druk op
de stuurknop. De vonk zal automatisch overslaan.
Lucifers kunnen gebruik worden om de pitten bij een
stroomuitval te ontsteken.
Optimaal gebruik van de pitten
Om een maximaal resultaat te bekomen met een
minimaal gasverbruik, is het handig om de volgende
punten in gedachten te houden:
• Eens de pit brandt, wordt de vlam geregeld naar
wens.
• Gebruik een kookpot van de juiste grootte voor elke
pit (zie de onderstaande tabel en g.
• Wanneer de inhoud van de kookpot begint te
koken, draai de knop naar beneden tot in de positie
"Reduced rate" (lage vlam).
• Plaats altijd een deksel op de kookpot.
• Na gebruik van het toestel moet ervoor gezorgd
worden dat alle bedieningen uit staan.
Laat het deksel van het toestel altijd open wanneer de
oven gebruikt wordt, om oververhitting te voorkomen.
• Neem altijd het midden van de greep van de
ovendeur beet om die te openen. Plaats niet te veel
gewicht op de deur wanneer die open is.
• Wees niet bezorgd wanneer u condensvorming
ziet op de deur en de binnenwanden van de oven
tijdens de bereiding. De oven is daarom niet minder
efciënt.
• Bij het openen van de ovendeur moet goed gelet
worden op de hete dampen.
• Draag ovenhandschoenen om recipiënten in en uit
de oven te halen.
• Gebruik recipiënten die bestand zijn tegen de
temperaturen aangegeven op de thermostaatknop.
• Voor goede resultaten tijdens de bereiding, raden
we sterk aan de basis van de oven of de grill niet af
te dekken met aluminiumfolie of ander materiaal.
• Bij het grillen moet altijd wat water in de grillpan
worden gedaan. Het water voorkomt dat het vet
gaat aanbranden en zo vieze geurtjes of rook zou
geven. Voeg tijdens het grillen water toe, om het
verdampte water te vervangen.
• Na gebruik van het toestel moet ervoor gezorgd
worden dat alle bedieningen uit staan.
BELANGRIJK!!
Houd de ovendeur altijd dicht tijdens het
•
bakken.
WAT TE DOEN BIJ HET EERSTE GEBRUIK VAN
DE OVEN
Volg onderstaande instructies op vooraleer voor de
eerste keer bereidingen klaar te maken:
• Verwijder alle beschermende verpakkingsmateriaal
van het toestel en alle labels van de ovendeur.
• Verwijder brandbare materialen uit het
verwarmingscompartiment vooraleer het fornuis in
werking te stellen.
• Zet het programmeeraccessoire op de manuele
stand. Zo kan u de linker ovenruimte gebruiken.
• Laat de oven gedurende 2 uur op
maximumtemperatuur opwarmen met de ovenduer
gesloten. Op die manier zal de beschermende laag
die de binnenkant van de oven bekleedt worden
weggebrand en verdwijnen de hiermee verbonden
geurtjes.
• Tijdens deze tijdsspanne verblijft u beter niet in
hetzelfde vertrek, dat verlucht moet worden.
• Laat het toestel daarna afkoelen en reinig de
binnenkant met warm water en een mild detergent.
• Was ook alle accessoires (roosters, platen, spit,...)
vóór het gebruik af
HOE DE CONVENTIONELE OVEN TE GEBRUIKEN
RECHTER OVENRUIMTE
TRADITIONEEL KOKEN
Draai de omschakelaar/thermostaatknop naar de
vereiste temperatuur. Indien voorverwarming nodig
is, wacht tot het gele waarschuwingslampje van de
thermostaat uit gaat vooraleer het voedsel in de oven
te plaatsen. De weerstanden onderaan en bovenaan
zijn beide ingeschakeld en verspreiden warmte
naar het voedsel van boven naar beneden. Dit type
bereiding is ideaal voor alle etenswaren (vlees, vis,
brood, pizza, gebak,...).
6
BEREIDING MET GRILL
Draai de omschakelaar/thermostaatknop naar het
symbool.
De bovenste weerstand is ingeschakeld en verdeelt de
warmte rechtstreeks op het voedsel. Naast het grillen
kan dit ook worden gebruikt om een goudkleurige
afwerking op klaargemaakt voedsel te verkrijgen of
om broodsneetjes te roosteren.
De grillfunctie schakelt automatisch het eventuele
draaispit in (indien aanwezig). Wanneer u de grill
gebruikt, vergeet dan niet de druipschaal eronder te
plaatsen om het jus op te vangen, zoals aangegeven
in het deel "NUTTIGE KOOKTIPS".
12
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
HOE DE MULTIFUNCTIONELE OVEN TE
GEBRUIKEN
LINKER OVENRUIMTE
ONTDOOIEN BIJ KAMERTEMPERATUUR
Draai de keuzeknop naar het symbool en plaats het
voedsel dat u wilt ontdooien in de oven. De duur is
afhankelijk van de hoeveelheid en het type voedsel.
De selectie van deze functie zal alleen de ventilator
activeren. Een milde luchtcirculatie rond het bevroren
voedsel zorgt voor langzaam ontdooien. Bijzonder
aangewezen voor fruit en gebak.
TRADITIONEEL KOKEN
Draai de keuzeknop naar het symbool en regel de
thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
Indien voorverwarming nodig is, wacht tot het gele led
van de thermostaat uit gaat vooraleer het voedsel in
de oven te plaatsen. Bij deze optie schakelen zowel de
onderste als de bovenste weerstanden in, om de hitte
gelijkmatig te verspreiden.
Dit type bereiding is ideaal voor alle etenswaren
(vlees, vis, brood, pizza, gebak,...).
GECOMBINEERD KOKEN TRADITIONEEL
+ VENTILATIE
Draai de keuzeknop naar het symbool en regel de
thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
Indien voorverwarming nodig is, wacht tot het gele led
van de thermostaat uit gaat vooraleer het voedsel in
de oven te plaatsen. Bij deze optie schakelen zowel de
onderste als de bovenste weerstanden in, en wordt de
hitte gelijkmatig verspreid dankzij de ventilatie.
Deze combinatie ie geschikt voor snel koken en maakt
het mogelijk meerdere platen op verschillende niveaus
in de oven te plaatsen.
ONTDOOIEN + VERWARMEN MET WARME
LUCHT
Draai de keuzeknop naar het symbool en stel de
temperatuur in met de thermostaatknop. Plaats het
voedsel nu in de oven. Door selectie van deze functie
wordt de onderste weerstand ingeschakeld, de warmte
wordt door de ventilator verspreid. Deze functie is
bijzonder aangewezen om kant-en-klare maaltijden te
ontdooien en te verwarmen.
GECOMBINEERD KOKEN VENTILATIE +
VERWARMEN ACHTERAAN
Draai de keuzeknop naar het symbool en stel de
thermostaat in op de gewenste temperatuur. Plaats
het voedsel nu in de oven. Indien voorverwarming
nodig is, wacht tot het gele led van de thermostaat
uit gaat vooraleer het voedsel in de oven te plaatsen.
Deze functie schakelt de achterste weerstand in,
de ventilator verspreidt de geproduceerde warmte.
Deze combinatie maakt het mogelijk snel en op
uniforme wijze verschillende gerechten te bereiden op
verschillende niveaus in de oven.
GEBRUIK VAN DE GRILL
Draai de keuzeknop naar het symbool en regel de
thermostaat op de gewenste temperatuur. Door deze
functie te selecteren schakelt de weerstand boven in
het midden in. De warmte wordt rechtstreeks op het
oppervlak van het voedsel verspreidt.
Naast het grillen is deze functie ook ideaal om uw
gerechten een goudkleurige afwerking te geven of om
broodsneetjes te roosteren.
De grillfunctie schakelt automatisch het eventuele
draaispit in. Wanneer u de grill gebruikt, vergeet dan
niet de druipschaal eronder te plaatsen om het jus op
te vangen, zoals aangegeven in het deel "NUTTIGE
KOOKTIPS".
VENTILATIE MET GRILL
Draai de keuzeknop naar het symbool en regel de
thermostaat op de gewenste tempetratuur (MAX.
200°C). Door deze functie te selecteren schakelt de
weerstand bovenaan in het midden in en wordt de
warmte door de ventilator verspreid. Deze procedure
matigt de directe hitte op het oppervlak van het voedsel
en maakt gebruik van mildere temperaturen. Daarom
is het aanbevolen voor een gelijkmatig goudkleurig en
krokant korstje, ideaal voor hele vissen en gevogelte.
De grillfunctie schakelt automatisch het eventuele
draaispit in. Wanneer u de grill gebruikt, vergeet dan
niet de druipschaal eronder te plaatsen om het jus op
te vangen, zoals aangegeven in het deel "NUTTIGE
KOOKTIPS".
13
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
NUTTIGE KOOKTIPS
Gebak en brood:
• Verwarm de oven minstens 15 minuten voor
vooraleer brood of gebak te bakken.
• Open de ovendeur niet tijdens het bakken omdat de
koude lucht het rijsproces van de gist zou stoppen.
• Wanneer het gebak klaar is wordt de oven uitgezet
en wordt het gebak 10 minuten in de oven gelaten.
• Gebruik de geëmailleerde ovenplaat of druipschaal,
meegeleverd met de oven, niet om gebak te
bakken.
• Wanneer is het gebak klaar? Ongeveer 5 minuten
voor het einde van de bereidingstijd wordt een tester
voor gebak of stokje in het hoogste deel van het
gebak gestoken. Is de tester of het stokje schoon,
dan is het gebak klaar.
• En wat als het gebak inzakt? Gebruik de volgende
keer minder vloeistoffen en verlaag de temperatuur
met 10°C.
• Als het gebak te droog is: maak kleine gaatjes
met een tandenstoker en laat er enkele druppels
vruchtensap of likeur op lopen. Verhoog de volgende
keer de temperatuur met 10°C en stel een kortere
bereidingstijd in.
• Als het gebak bovenaan te donker is: plaats het
gebak de volgende keer dan op een lager niveau in
de oven, verlaag de temperatuur en bak langer.
• Als het gebak bovenaan verbrand is: snij het
verbrande deel eraf en bedek met suiker of decoreer
met room, jam, banketbakkersroom, enz.
• Als het gebak onderaan te donker is: plaats het
gebak de volgende keer op een hoger niveau in de
oven en verlaag de temperatuur.
• Als het gebak of het brood aan de buitenkant mooi
gebakken is maar binnenin nog rauw is: gebruik de
volgende keer minder vloeistoffen en verlaag de
temperatuur en laat langer bakken.
• Als het gebak niet uit de vorm komt: laat een mes
langs de randen glijden, leg een vochtige doek
over het gebak en draai de vorm om. Vet de vorm
de volgende keer goed in en bestuif met bloem of
broodkruim.
• Indien de koekjes niet van de bakplaat loskomen:
plaats de plaat nog even terug in de oven en til
de koekjes op vooraleer ze afkoelen. Gebruik de
volgende keer een vel bakpapier zodat dit niet meer
kan gebeuren.
Vlees:
• Indien u voor de bereiding van vlees meer dan 40
minuten nodig hebt, zet de oven 10 minuten uit voor
het einde van de bereidingstijd om de restwarmte te
benutten (energiebesparend).
• Uw gebraad zal sappiger zijn als het gebakken
wordt in een kookpot met deksel; zonder deksel zal
het krokanter zijn.
• Normaal gezien vergen vlees, gevogelte en vis een
middelhoge temperatuur (minder dan 200°C).
• Om rood vlees "au sang" te bakken, hebt u hoge
temperaturen (meer dan 200°C) en een korte
baktijd nodig.
• Voor een hartig gebraad, breng spek en kruiden
aan op het vlees.
• Is het gebraad taai: laat het d volgende keer dan
wat langer in de oven.
• Als het gebraad boven- of onderaan te donker is:
plaats het de volgende keer dan op een hoger
of lager niveau, verlaag de temperatuur en bak
langer.
• Is het gebraad niet voldoende gebakken? Snij het
in plakjes, schik de plakjes op een bakplaat, doe er
het jus over en beëindig het bakken.
Grillen:
• Breng weinig vet aan en breng goed op smaak
vooraleer te grillen.
• Gebruik altijd de druipplaat om druipvet van het
vlees tijdens het grillen op te vangen (g. 9). Doe
altijd een beetje water in de druipplaat. Dit voorkomt
dat het vet en de sausen gaan aanbranden en zo
vieze geurtjes of rook zou geven. Voeg tijdens het
grillen water toe, om het verdampte water aan te
vullen.
• Draai het voedsel halverwege het bakken om.
Aluminium kan makkelijk corroderen wanneer het
in contact komt met organische zuren die aanwezig
zijn in het voedsel of toegevoegd worden tijdens het
bakken (azijn, citroensap). Daarom wordt aangeraden
het voedsel niet rechtstreeks op het aluminium of
een geëmailleerde plaat te leggen, maar ALTIJD de
aangewezen ovenplaat te gebruiken.
14
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
NATUURLIJKE CONVECTIE EN ELEKTRISCHE GRILL - RECHTER OVENRUIMTE
TIJDSSCHEMA BEREIDING / BAKKEN
VOEDSEL
GEHAKTBROOD
Kalfsgebraad
Rosbief
Varkensgebraad
Lamsgebraad
WILD
Haas
Fazant
Patrijs
GEVOGELTE
Kip
Kalkoen
Eend
VIS
Hele vis
Zeebaars
PASTA IN DE OVEN
Lasagne
Cannelloni
PIZZA12Max.20-22
BROOD12Max.20-25
GEBAK
Koekjes in het algemeen
Fruittaartjes
Biscuit
CAKES/FLANS
Gewone cake/biscuit
Vruchtencake
Chocoladecake
De waarden in de tabellen (temperaturen en bereidingstijden) zijn bij benadering en kunnen variëren volgens ieders kookgewoonten.
Gewicht
kg
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
2,5
2,5
0,8
0,8
0,8
Positie in de oven
vanaf de bodem
1
1
1
1
1-2
1-2
1-2
1-2
1-2
1-2
1-2
1-2
1-2
1-2
2
2
2
1
1-2
1-2
Temperatuur
in °C
220
200-225
220
200-225
225-Max
225-Max
225-Max
200-225
200-225
200-225
200
175
210-225
210-225
190
200
200
190
200
200
Bereiden/bakken
Tijd (in minuten)
80
40-50
80
100-120
50-60
60-70
50-60
80-90
100-120
90-110
30-35
20-25
60-75
60-75
20
20
40-45
50
65
45
TIJDSSCHEMA GRILLEN
VOEDSEL
VLEES
T-bonesteak
Steak
Kip (in tweeën gesneden)
VIS
Forel
Tong
BROOD
Toast333
De waarden in de tabellen (temperaturen en bereidingstijden) zijn bij benadering en kunnen variëren volgens ieders kookgewoonten. Vooral
wanneer vlees wordt gegrilld, zijn de waarden afhankelijk van de dikte van de lap vlees of het vleesbrood en ook afhankelijk van persoonlijke
smaak.
Gewicht
kg
0,50
0,15
1
0,42
0,20
Positie in de oven
vanaf de bodem
3
3
2-3
3
3
Bereidingstijd/baktijd (in minuten)
ste
zijde2de zijde
1
12
5
25
10
10
12
5
25
10
10
15
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
NATUURLIJKE CONVECTIE EN GESTUURDE CONVECTIE - LINKER OVENRUIMTE
De waarden in de tabel (temperaturen en bereidingstijden) zijn bij benadering en kunnen variëren volgens ieders kookgewoonten. De tabel
geeft de bereidingstijden voor een enkel ovenniveau. Als u kookt met een geventileerde oven en u meer dan een niveau gebruikt (in de 1ste en
3de positie), zal de bereidingstijd 5 tot 10 minuten langer zijn.
VOEDSEL
VLEES
Koteletten
Biefstuk
Halve kip (per halve 0,5 kg)
VIS
Forel
Tong
BROOD
Toast
Gewicht
De waarden in de tabel (temperaturen en bereidingstijden) zijn bij benadering en kunnen variëren volgens ieders kookgewoonten. In het
bijzonder zijn de temperaturen en baktijden voor vlees in grote mate afhankelijk van de dikte van het stuk vlees en de persoonlijke smaak.
16
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
REINIGING EN ONDERHOUD
• Vooraleer te reinigen, koppel het toestel los
van het elektriciteitsnet.
• Was de onderdelen niet terwijl ze nog heet
zijn.
• Laat geen azijn, kofe, melk, zout water
of citroen- of tomaatsap lange tijd op
geëmailleerde oppervlakken.
Om het oppervlak van de kookplaat en de verschillende
componenten in onberispelijke staat te behouden
(grill, geëmailleerde afdekkingen, afdekkingen van de
pitten en vlamverdelers), is het zeer belangrijk om ze
na elk gebruik met warm water en zeep te reinigen, te
spoelen en goed af te drogen.
WAARSCHUWINGEN
• Controleer of de pitten en de relatieve kappen
correct gepositioneerd zijn (g. 8).
• Beschadig de pluggen van de ontstekingsvonk of
de inrichtingen die een vlamstoring aangeven niet.
• Indien een kraan moeilijk open of dicht te krijgen is,
niet forceren maar dringend technische assistentie
inroepen.
STRUCTUUR
Alle onderdelen van het fornuis (in email of gelakt
metaal, staal of glas) moeten vaak schoongemaakt
worden met warm water en zeep, en dan afgespoeld
en afgedroogd worden met een zachte doek.
OVENRUIMTE
Sproei geen zure producten op de thermostaatbol
(controleer het label van het product voor het gebruik).
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor
schade veroorzaakt door een verkeerde reiniging
De ovenruimte moet schoongemakat worden na elk gebruik om
resten voedsel of vet en suikers te verwijderen die bij het volgende
gebruik van de oven kunnen verbranden en aanslag of denitieve
vlekken achterlaten, alsook een onaangename geur.
Maak de geëmailleerde delen schoon met warm water en zeep,
spoel goed na en droog grondig af om ze glanzend te houden.
Was de gebruikte accessoires ALTIJD.
AFDICHTING OVENDEUR
De afdichting van de ovendeur garandeert de correcte werking
van de oven. Wij bevelen aan:
• reinig, vermijd schurende instrumenten of producten.
• controleer de toestand ervan af en toe.
Indien de afdichting van de ovendeur hard
geworden is of beschadigd is, contacteer onze
klantendienst en gebruik de oven niet tot de
afdichting gerepareerd is.
HOE DE BINNENKANT VAN DE RUIT VAN DE OVENDEUR
TE REINIGEN
Een van de kenmerken van onze fornuizen is dat de binnenkant
van de ruit van de ovendeur makkelijk verwijderd kan worden
om te reinigen, zonder de hulp van gespecialiseerd personeel.
Doe gewoon de ovendeur open en verwijder de houder die de
ruit vastzet (g. 8).
OPGELET!!
Deze interventie kan ook worden uitgevoerd met de
deur op het toestel bevestigd, maar let op die manier
wel op omdat de kracht van de scharnieren ervoor
kan zorgen dat de deur bruusk dichtklapt wanneer
de ruit omhoog wordt getrokken.
7
8
17
INSTRUCTIES VOOR DE GEBRUIKER
OVENZIJWANDROOSTERS (g. 9)
Voor een doeltreffende reiniging van de zijgeleiders
van de oven, kunnen deze verwijderd worden door
de moeren (G) los te schroeven.
Om de geleiders terug te plaatsen, voer eerst de
achterste pinnen in de gaten en maak ze dan vast
met de moeren (G).
DE OVENDEUR VERWIJDEREN
De ovendeur kan verwijderd worden om makkelijker
bij de binnenkant van de oven te komen om te
reinigen.
Om te verwijderen, als volgt te werk gaan:
• Open de ovendeur en plaats de (klink)nagel (R) in
het gat (F) van de scharnier (g. Sluit de ovendeur
gedeeltelijk.
• Forceer de deur tegelijk naar boven toe om de
aanslagpin en de scharniersector vrij te geven.
• Zodra de scharnier vrij is, trek de ovendeur naar
voor en licht naar boven toe om de sector vrij te
geven
• Om te herassembleren, in omgekeerde volgorde
te werk gaan. Let op de correcte positie van de
sectors.
DE OVENLAMP VERVANGEN
9
Controleer of het toestel uitgeschakeld is
vooraleer de lamp te vervangen, om elektrische
schokken te voorkomen.
Wanneer een of beide ovenlampen vervangen
moet worden, moet de nieuwe lamp voldoen aan de
volgende vereisten:
15 W - 230 V~ - 50 Hz - E 14 - en bestand tegen hoge
temperaturen (300°C).
Het toestel kan twee types van lamphouder hebben:
• Lamphouder type 1 (g. 11): Trek de zijgeleiders
uit op de hierboven beschreven manier. Verwijder
dan de glazen bescherming (V) van de tting
door een schroevendraaier te plaatsen tussen
de bescherming zelf en de ovenwand. Vervang
de lamp (L). Plaats de accessoires terug door de
handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren.
• Lamphouder type 2 (g. 12): Draai de glazen
bescherming (C) linksom en vervang de lamp.
Plaats de bescherming terug door die linksom aan
te schroeven.
11
10
18
12
PROBLEEMOPLOSSING
Een aantal problemen doen zich voor omwille van nalatigheid bij het onderhoud of een verkeerd gebruik en
kunnen makkelijk verholpen worden zonder de technische dienst te moeten contacteren.
PROBLEEMOPLOSSING
Het toestel werk niet
De elektrische linker oven werkt niet
De thermostaten werken niet
De meldingslampjes van de elektrische ther-
mostaat gaan niet aan tijdens het gebruik
De ovenverlichting gaat niet aan• Controleer of de lamp goed op zijn plaats geschroefd is.
TYPE
120x60910- 920970-98012006008535
Hoogte HmmHoogte HmmBreedte L mmDiepte PmmVolume van de linker
• Zorg ervoor dat de gaskraan open is.
• Controleer of de stekker in het stopcontact zit.
• Controleer of de knoppen correct ingesteld zijn voor het koken en herhaal de handelingen
in de handleiding.
• Controloleer de veiligheidsschakelaars van het elektrisch systeem (RCD). Neem contact
op met een elektricien als er een storing is in het systeem.
• Controleer of de programmeur in de manuele stand staat en herhaal dan de handelingen
beschreven in de handleiding.
• Contacteer onze klantendienst.
• Draai de thermostaat op een hogere temperatuur.
• Draai de knop op een verschillende functie.
• Koop een lamp voor hoge temperaturen bij een van onze klantendiensten en installeer
die volgens de paragraaf DE OVENLAMP VERVANGEN.
Ovenlamp
Koelventilator
Ventilator achteraan motor
Kabeltype
Gietijzeren weerstand
Onderste weerstand
Bovenste weerstand van de oven/grill
Grillweerstand
Achterste circulaire weerstand
Onderste weerstand
Bovenste weerstand van de oven/grill
Grillweerstand
20
1600 W
2100 W
2000 - 2200 W
2200 W
3000 W
950 W
475+1150 W
1150 W
15 W - E 14 - T 300
12 W
25..29 W
H05 RR-F 3 x 1.5
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
TECHNISCHE INFORMATIE
• De installatie, afstellingen, conversies en
onderhoudswerkzaamheden opgesomd in dit deel
mogen alleen door gekwaliceerd personeel worden
uitgevoerd. De producent kan niet aansprakelijk gesteld
worden door schade aan personen of bezittingen te
wijten aan een verkeerde installatie van het toestel.
• De veiligheid en automatische regelaars van de
toestellen kunnen in de loop van hun levensduur alleen
door de fabrikant of een geautoriseerd leverancier
gewijzigd worden,
• In overeenstemming met de gasnorm, zijn de toestellen
volledig op gas en combi van “klasse 1” (vrijstaand)
of “klasse 2 subklasse 1” (ingebouwd) en moet als
dusdanig beantwoorden aan de spelingen aangegeven
in g
. H. Bijgevolg mogen zijwanden niet hoger zijn dan
het werkblad.
Het toestel moet rechtstreeks op de grond worden
geplaatst en mag niet op een sokkel worden
gemonteerd.
• De wanden naast en rond het toestel moeten bestand
zijn tegen een temperatuur van 95 °C.
• De installatie van volledige gas- en gecombineerde
toestellen moet in overeenstemming gebeuren met de
geldende normen.
• Dit toestel is niet aangesloten op een rookkanaal voor
de afvoer van de verbrandingsproducten; het moet
daarom aangesloten worden conform de bovenstaande
installatieregels. Een bijzondere aandacht moet besteed
worden aan de onderstaande instructies voor ventilatie
en verluchting.
H
INSTALLATIE
HET FORNUIS UITPAKKEN
• Eens de verpakking verwijderd is van de behuizing en
de verschillende interne onderdelen, moet men grondig
controleren of het toestel in perfecte staat verkeert.
Indien u twijfels hebt neemt u het toestel niet in gebruik
en contacteert u een gekwaliceerd persoon.
• Sommige onderdelen gemonteerd op het toestel zijn
beschermd met een plastic folie. Deze bescherming
moet worden verwijderd vooraleer het toestel te
gebruiken. We raden aan het plastic membraan langs
de randen te snijden met een scherp mes of pin.
• Verplaats het toestel niet door aan de handgreep te
trekken.
Het gebruikte verpakkingsmateriaal (karton,
zakken, piepschuim, nagels, enz.) mogen niet
binnen het bereik van kinderen gelaten worden,
omdat ze gevaarlijk kunnen zijn.
21
VENTILATIE
De ruimte waar het toestel geïnstalleerd staat, mag
niet minder dan 20 m³ zijn.
De hoeveelheid lucht is de hoeveelheid die nodig is
voor een correcte gasverbranding en voor de ventilatie
van de ruimte. De natuurlijke luchtstroom moet direct
zijn, via permanente openingen in de muren van het
vertrek die rechtstreeks uitgeven buiten, met een
doorsnede van minimum 100 cm2 (g. 15). Deze
openingen moeten zo worden geplaatst dat ze niet
afgesloten blijken.
Onrechtstreekse ventilatie is mogelijk door de lucht
aan te zuigen van belendende ruimten, dit moet strikt
conform zijn met alle geldende normen.
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
PLAATS EN VERLUCHTING
Gasfornuizen moeten de verbrandingsproducten en
vocht altijd afvoeren langs kappen verbonden met een
rookkanaal of rechtstreeks naar buiten (g. 15).
Indien het niet mogelijk is om een afzuigkap te gebruiken,
moet een ventilator in een raam of op een buitenmuur
worden geïnstalleerd. De ventilator moet worden
ingeschakeld telkens het toestel wordt gebruikt (g. 15) en
moet beantwoorden aan alle relevante normen betreffende
ventilatie.
13
LUCHTINLAAT MIN. DOORSN. 100 cm
2
PLAATSING VAN HET FORNUIS
Het toestel is uitgerust met de volgende onderdelen voor en
correcte plaatsing:
• Verstelbare voeten om te monteren op het toestel, waarmee
• Bescherming achteraan (A). De fornuizen die uitgerust zijn met
de hoogte van het fornuis kan worden geregeld zodat het
fornuis met de rest van het keukenmeubilair kan worden
uitgelijnd (g.16 en 16a).
dit accessoire verlaten de fabriek met dit bijzonder onderdeel
toegevoegd in de verpakking. Om de bescherming achteraan
te monteren, moeten de schroeven (V) aan de achterkant van
de kookplaat losgeschroefd worden. Dan kan de bescherming
achteraan gemonteerd worden zoals aangegeven in guur 17.
16
LUCHTINLAAT MIN. DOORSN. 100 cm
LUCHTINLAAT MIN. DOORSN. 100 cm
14
2
2
15
22
16
a
17
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd
worden volgens de huidige normen en wettelijke
voorschriften.
Vooraleer aan te sluiten, controleer of:
• De amperewaarde van het systeem en de
elektrische ttingen geschikt is voor het maximaal
vermogen van het toestel (zie gegevenslabel op de
achterzijde van het fornuis).
• De tting of het systeem beschikt over een efciënte
aardaansluiting, conform de huidige normen en
wettelijke voorschriften. Elke aansprakelijkheid
wordt afgewezen ingeval dit niet gerespecteerd
wordt.
• Het stopcontact en de tting van de meerpolige
schakelaar moeten na de installatie van het toestel
bereikbaar blijven.
• Indien het toestel geen voedingskabel heeft,
sluit dan een kabel met een gepaste doorsnede
aan op het klemmenbord (zie paragraaf «DE
VOEDINGSKABEL AANSLUITEN»).
Bij de aansluiting op de hoofdleiding:
• Voorzie de voedingskabel (indien zonder) van
een standaardstekker, geschikt voor de belasting
aangegeven op het gegevenslabel. Sluit de draden
aan zoals geïllustreerd hieronder en denk eraan
dat de aardingsdraad langer moet zijn dan de
fasedraden:
Wanneer rechtstreeks op de hoofdleiding
aangesloten wordt:
• Installeer een meerpolige schakelaar die de last
van het toestel aankan, met een opening tussen de
contacten van minstens 3 mm.
• Denk eraan dat de aardingsdraad niet onderbroken
mag worden door de schakelaar.
DE VOEDINGSKABEL AANSLUITEN
De combifornuizen verlaten de fabriek klaar voor enkelfasige stroom, maar mits de nodige aanpassingen
kunnen ze ook door driefasesystemen worden gevoed.
Neem hiervoor de volgende instructies in acht:
• Haal het achterste paneel van het fornuis.
• Verplaats de verbindingsplaten op het klemmenbord volgens het type verbinding die u wenst, volg
hiervoor het diagram in g. 18. Dit diagram is ook
aan de achterkant van het fornuis aangebracht.
• Verbind de voedingskabel, die moet een geschikte
doorsnede hebben (zie tabel in de paragraaf
<TECHNISCHE KENMERKEN>); zorg dat de
aardingsdraad langer blijft dan de fasedraden.
• Zet de kabel vast in de klem en plaats het achterste
paneel.
• De vermogenskabel moet op dusdanige manier
geschikt worden dat geen enkel deel ervan
temperaturen boven de 75 °C kan halen.
• Gebruik voor de aansluiting geen adapters of shunts
omdat die vasle contacten kunnen veroorzaken,
met gevaarlijke oververhitting als gevolg.
23
18
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
GASAANSLUITING
Vooraleer het toestel aan te sluiten, controleer
of de datum op het kenplaatje van het fornuis
overeenkomen met die van de gasleiding.
Een label achter op deze handleiding en aan de
achterzijde van het fornuis geven de regelcondities
van het toestel, i.e. het type van gas en de
bedrijfsdruk.
Eens het fornuis geïnstalleerd is, controleer of er
geen lekken zijn. Gebruik hiervoor een zeepsop
(nooit een vlam).
De gasinlaat van het toestel is van het 1/2” mannelijke
cilindrisch type, conform de normen ISO 228-1. Indien
het gas aangevoerd wordt via leidingen moet het toestel
aangesloten worden op de hoofdleiding met behulp van:
• een harde stalen buis, conform de normen, waarvan
de verbindingen gerealiseerd moeten worden met
schroefdraad volgens de norm UNI-ISO 7/1. Het gebruik
van hennep met gepaste kleefmiddelen of teontape is
toegelaten.
• een koperen leiding, conform de norm, waarvan de
verbindingen gerealiseerd moeten worden met afdichtingen
volgens de norm.
• een slang in roestvrrij staal, een naadloze leiding volgens
de norm, met een maximale extensie van 2 meters en
• op een koperen leiding, conform de norm, waarvan de
verbindingen gerealiseerd moeten worden met afdichtingen
volgens de norm.
• op een slang in roestvrrij staal, een naadloze leiding
volgens de norm, met een maximale extensie van 2 meters
en afdichtingen volgens de norm. We raden aan de speciale
adapter aan te brengen op de slang. Deze kan makkelijk
gevonden worden in de handel en vergemakkelijkt de
aansluiting op de slangkoppeling van de drukregelaar op
de gases.
• op een rubberen slang conform de norm met een diameter
van 8 mm, een lengte van minimum 400 mm en maximum
1500 mm, stevig vastgemaakt aan de slangverbinding met
een veiligheidsklem, zoals voorgeschreven door de norm.
OPGELET:
• Indien het toestel ingebouwd moet worden (klasse 2
subklasse 1), sluit het aan op de gastoevoer met alleen
naadloze soepele leidingen in roestvrij staal, volgens
de norm.
• Indien het toestel geïnstalleerd wordt in een free-
standing conguratie (klasse 1) en u de rubberen
slang gebruikt, moeten de instructies en de bepalingen
hieronder gerespecteerd worden (g.19):
• Langs zijn traject mag de slang geen delen raken die
heter zijn dan 95°C.
• De slang mag niet onderworpen zijn aan torsies of
afdichtingen volgens de norm.
• een rubberen slang conform de norm met een diameter
van 8 mm voor LPG en 13 mm voor aardgas of stadsgas,
een lengte van maximum 1500 mm, stevig vastgemaakt
aan de slangverbinding met een veiligheidsklem, zoals
• De slang mag niks raken wat kan snijden, scherpe
• De hele lengte van de slang moet makkelijk
voorgeschreven door de norm.
Indien het gas rechtstreeks van een gases komt, moet
het toestel, gevoed met een drukregelaar volgens de norm,
• De slang moet vervangen worden binnen de datum
aangesloten worden:f
trekkrachten, en hij mag nergens gekneld worden of
scherpe bochten maken.
randen, enz. heeft.
inspecteerbaar zijn, om de toestand ervan te
controleren.
die erop gedrukt staat.
Isolerende kraan
Assemblage slang
Aansluitingspunt
Aansluitingspunt
HEET OPPERVLAK
Isolerende kraan
Assemblage slang
19
24
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
REGELINGEN
• Koppel het toestel altijd los van het
elektriciteitsnet vooraleer te gaan regelen.
• Alle afdichtingen moeten door de technicus
vervangen worden na elke regeling.
• De regeling van de lage vlam (sudderpit) mag
alleen plaatsvinden voor pitten die werken
op aardgas. In het geval van LPG moet de
schroef volledig naar beneden gedraaid
worden (rechtsom).
• De “Regeling primaire lucht” voor
gaskookplaten is niet nodig.
KRANEN
Alle gaskranen zijn van het mannelijke conische type,
met een enkele doorgang. De positie “Reduced rate”
wordt als volgt geregeld:
• Ontsteek de pit en zet de knop op “Reduced rate”
position (lage vlam).
• Haal de knop (A) van de kraan door gewoon op de
stang te duwen.
•• In geval van kranen met een inrichting die
vlamstoring aangeeft, bevindt de regelschroef (V)
zich bovenaan of opzij op de schacht (g. 20).
• Controleer of de vlam niet uit gaat wanneer de knop
bruusk van “Full on” naar “Reduced rate” gedraaid
wordt.
OVENTHERMOSTAAT (g.21)
De regeling van de lage vlam moet als volgt
plaatsvinden:
• Verwijder de knop van de thermostaat.
• Schakel de ovenbrander in door de relatieve knop
op Maximum te zetten en wacht 10 minuten.
• Draai de knop langzaam terug tot de Minimumstand
en gebruik een kleine schroevendraaier (C) om
de schroef (V) naar rechts te draaien voor een
lagere vlam of naar links voor een hogere vlam.
De vlammen moeten kort zijn, voor een efciënte
instelling van de lage vlam. Ze moeten stabiel zijn
om niet per ongeluk te doven en moeten de normale
handelingen van de ovendeur weerstaan.
25
20
20
21
21
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
CONVERSIES
DE INJECTOREN VERVANGEN
Onze pitten kunnen aangepast worden aan
verschillende gastypes door de gepaste injectoren
te installeren voor het gas dat u wenst te gebruiken.
Om de installatietechnicus te helpen, geeft de tabel
van de paragraaf <TECHNISCHE KENMERKEN> de
nominale branderbelasting, de diameter van de injector
en de bedrijfsdruk van de verschillende gastypes;
Respecteer de volgende instructies:
Vervanging injector - Fornuispitten.
Om de injectors van een kookplaat te vervangen,
verwijdert men de onder- en bovenkant van de pit,
vervang ze daarna met een moersleutel van Ø 7 mm
(g. 22).
Na vervanging van alle injectors, moet de
brander worden afgesteld zoals uitgelegd in
de vorige paragrafen. De technicus moet na de
regeling alle afdichtingen vervangen.
22
DE ELEKTRISCHE COMPONENTEN VERVANGEN
• De achterste bescherming moet worden verwijderd
voor de vervanging van de elektrische weerstanden, de
lamphouder, het klemmenbord en de voedingskabel.
• Wanneer u de voedingskabel moet vervangen,
dient u de aardingsdraad altijd langer te houden
datn de fasedraden, bovendien moeten de
instructies in de paragraaf “ELEKTRISCHE
AANSLUITING” worden opgevolgd.
• Raadpleeg de instructies in de paragraaf DE
OVENLAMP VERVANGEN om de ovenlamp te
vervangen.
• Om de lamphouder (P), type 1 te vervangen, forceert
men de blokkeerlipjes (M), daarna neemt men de
lamphouder weg naar de buitenkant van de oven.
• Om de lamphouder (P), type 2 te vervangen, gebruikt
men een schroevendraaier om op de klemtopjes te
drukken (g. 23), duw de lamphouder daarna naar
binnen in de oven.
• Om de ontstekingsgenerator te vervangen, moet men
het linker zijpaneel van het toestel wegnemen.
• Om de thermostaat, omschakelaars of weerstanden
van de kookplaten te vervangen, moet de werktop
worden verwijderd.
26
23
INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATIETECHNICUS
ONDERHOUD
Vooraleer onderhoud te plegen of onderdelen te
vervangen, koppel het toestel los van de gas- en
elektriciteitstoevoer.
DE KRANEN VERVANGEN
Ga op de volgende manier te werk om een kraan te vervangen:
• Verwijder de steunen van de kookpotten en de
pitafdekkingen.
• Draai de bevestigingsschroeven van de pit (Vc) los (g. 24).
(vier voor de ultrasnelle pit en twee voor de andere pitten)
• Verwijder de knoppen.
• Draai de zes bevestigingsschroeven (Vp) los (g. 24) die de
zijproelen vastzetten en verwijder.
• Verwijder de kookplaat door de achterste
bevestigingsschroeven (Vc) los te draaien (g. 24) die de
kookplaat bevestigen aan de houders (S).
• Draai de moeren (D) van de aluminium gasleidingen los en
verwijder de snelkoppelingen van het thermokoppel (F) (g.
26).
• Draai de schroeven (Vt) los (g. 25) die de kruisstukken
vastzetten.
• Draai de schroeven (Vb) los (g. 25) die de bevestigingen van
de kranen verbinden met het voorste frame.
• Verschuif de helling naar de achterzijde en draai de schroeven
(Vb) los (g. 26) los om de kranen vrij te maken.
• Verander de afdichtingen telkens wanneer een thermostaat
wordt vervangen. Dit garandeert een perfecte dichting tussen
de kraan of thermostaat en de rest van de installatie.
• Herassembleer de onderdelen volgens dezelfde procedure,
maar in omgekeerde richting.
DE FLEXIBELE GASLEIDING VERVANGEN
Om ervoor te zorgen dat de gasleiding altijd in uitstekende
condities verkeert, raden we sterk aan die te vervangen
op de datum die erop gedrukt staat.
25
26
24
27
28
RUIMTE VOOR GEGEVENSLABEL
461308167_000 01/2014
Loading...
+ 90 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.