Voer de installatie veilig uit volgens de installatiehandleiding.
Onvolledige installatie kan leiden tot brand, elektrische schokken,
letsel doordat het apparaat valt, of lekkage van water.
N
Installeer het apparaat stevig op een plaats die het
gewicht kan dragen.
Als de plaats van installatie het gewicht niet kan dragen, kan het
apparaat vallen en letsel veroorzaken.
N
Voer elektrische werkzaamheden uit volgens de installatiehandleiding en gebruik een aparte groep. Sluit geen andere
elektrische apparaten aan op de groep.
Als de capaciteit van de groep onvoldoende is of een elektrische
aansluiting onjuist uitgevoerd wordt, kan dit leiden tot brand of
een elektrische schok.
N
Aard het apparaat op de juiste manier.
Sluit geen aardedraad aan op een gasleiding, waterleiding,
Zorg dat de bedrading niet wordt beschadigd doordat
toegevoegde onderdelen en/of schroeven hierop te veel
druk uitoefenen.
Beschadigde bedrading kan brand veroorzaken.
N
Sluit de netspanning af tijdens het installeren van de
printplaat binnen of het aansluiten van bedrading.
Als u dat niet doet, kunt u een elektrische schok krijgen.
N
Gebruik de voorgeschreven draden om binnen- en buitenunit
veilig met elkaar te verbinden, en bevestig de draden stevig
aan het aansluitblok zodat trekkracht in de draden niet op de
verbindingspunten komt te staan.
Onjuist aansluiten of vastzetten kan brand veroorzaken.
N
Installeer het apparaat niet op een plaats waar ontvlambaar gas kan lekken.
Gelekt gas dat zich om de airconditioner heen ophoopt, kan een
explosie veroorzaken.
N
Maak geen tussenverbindingen in het netsnoer, gebruik
geen verlengsnoer en sluit niet te veel apparaten aan op
hetzelfde stopcontact.
Er kan dan brand of een elektrische schok ontstaan door een
slecht contact, slechte isolatie, te hoge stroomsterkte etc.
N
Gebruik uitsluitend de bijgeleverde of voorgeschreven
onderdelen voor het installeren.
Gebruik van defecte onderdelen kan letsel of waterlekkage ver-
oorzaken als gevolg van brand, een elektrische schok of vallen
van het apparaat.
N
Als u de netsnoerstekker in het stopcontact steekt, let erdan
op dat zich geenstof, andere opeenhoping of losonderdeel
bevindt in het stopcontact of aan destekker. Zorg er voordat
u de netsnoerstekker volledig in het stopcontact drukt.
Als zich stof, een andere opeenhoping of een los onderdeel aan
de netsnoerstekker of in het stopcontact bevindt, kan brand of
een elektrische schok ontstaan. Als van de netsnoerstekker een
onderdeel los zit, vervang de stekker dan.
N
Bevestig de afdekking voor elektrische delen van de binnenunit en het onderhoudspaneel van de buitenunit stevig.
Indien de afdekking voor elektrische delen van de binnenunit
en/of het onderhoudspaneel van de buitenunit niet goed bevestigd is/zijn, kan dit brand of een elektrische schok veroorzaken
vanwege stof, water etc.
N
Zorg dat er niets anders dan hetvoorgeschreven koelmiddel
R410A in het koelmiddelcircuit komt wanneer de airconditioner wordt geïnstalleerd of verplaatst.
De aanwezigheid van andere stoffen, zoals lucht, kan abnormale
drukverhoging of een explosie veroorzaken.
VOORZICHTIG
N
Installeer, afhankelijk van de plaats van installatie, een
aardlekschakelaar.
Het ontbreken van een aardlekschakelaar kan elektrische schok-
ken veroorzaken.
N
Voer de werkzaamheden aan afvoer en leidingen goed uit
volgens de installatiehandleiding.
Door mankementen aan afvoer of leidingwerk kan water van het
apparaat druppelen en het interieur nat maken en beschadigen.
N
Raak de luchtinlaat en de aluminium ribben van de buitenunit niet aan.
Dit kan letsel veroorzaken.
Kruiskopschroevendraaier
Waterpas
Rolmaat
Universeel mes of schaar
Gatenzaag 65 mm
Momentsleutel
Steek- of ringsleutel
(Kan leiden tot ernstig letsel en zelfs overlijden.)
(Kan onder bepaalde omstandigheden tot ernstig letsel leiden bij onjuist handelen.)
Gereedschap nodig voor installatie
N
Laat het koelmiddel nietontsnappen in de atmosfeer.Als bij
het installeren lekkage van koelmiddel optreedt, ventileer
dan de kamer.
Als koelmiddel in contact komt met vuur, kan een schadelijk gas
ontstaan.
N
Controleer als de installatie voltooid is of er geen koelmiddelgas lekt.
Mocht er binnenshuis koelmiddelgas lekken, dan kunnen scha-
delijke stoffen ontstaan als dat in contact komt met de warmte
van een ventilatorkachel, straalkachel, fornuis etc.
N
Gebruik de juiste gereedschappen en leidingmaterialen voor
de installatie.
De druk van R410A is 1,6 keer zo hoog als die van R22. Door
gebruik van onjuiste gereedschappen of materialen en een onvolledige installatie kunnen leidingen barsten en verwondingen ontstaan.
N
Als u het koelmiddel uit het apparaatpompt, zet decompressor dan stop voordat u de koelmiddelleidingen losmaakt.
Als u de koelmiddelleidingen losmaakt terwijl de compressor loopt
en de afsluitkraan open is, dan kan lucht aangezogen worden
waardoor de druk in het koelmiddelcircuit abnormaal hoog oploopt.
Hierdoor kunnen de leidingen barsten en letsel veroorzaken.
N
Als u het apparaat installeert, zet de koelmiddelleidingen
dan stevig vast voordat u de compressor start.
Als u de compressor start voordat de koelmiddelleidingen aangeslo-
ten zijn en de afsluitkraan is open, dan kan lucht aangezogen worden
waardoor de druk in het koelmiddelcircuit abnormaal hoog oploopt.
Hierdoor kunnen de leidingen barsten en letsel veroorzaken.
N
%HYHVWLJÀHQVPRHUHQPHWHHQ PRPHQWVOHXWHO]RDOVYRRUgeschreven in deze handleiding.
Het apparaat moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de nationale regels voor bedrading.
N
Installeer de buitenunit niet op een plaats waar mogelijk
kleine dieren leven.
Als kleine dieren in het apparaat belanden en elektrische delen
aanraken, kan een storing, rookontwikkeling of brand ontstaan.
Adviseer de gebruiker ook om de omgeving van het apparaat
schoon te houden.
Inbussleutel 4 mm
Flensgereedschap voor R410A
Meterverdeelstuk voor R410A
Vacuümpomp voor R410A
Vulslang voor R410A
Pijpsnijder met ruimer
1-2. BEPALEN VAN DE INSTALLATIEPLAATS
BINNENUNIT
• Waar de luchtstroom niet wordt geblokkeerd.
• Waar de koele lucht zich door de gehele ruimte kan
verspreiden.
• Aan een stevige muur die niet trilt.
• Waar geen direct zonlicht op het apparaat valt.
• Waar aftappen gemakkelijk kan.
•
Op minstens 1 m afstand van tv’s en radio’s. De airconditioner kan de radio- of tv-ontvangst storen. Voor het betreffende apparaat kan een antenneversterker nodig zijn.
• Zo ver mogelijk uit de buurt van TL-verlichting en andere
sterke lichtbronnen (zodat het infrarode afstandsbedieningssignaal de airconditioner juist kan bedienen).
• Waar de afstandsbediening gemakkelijk te zien en te
bedienen is.
• Waar kinderen er niet bij kunnen.
• Kies een plaats op ca. 1,2 m boven de vloer. Controleer
of vanaf die plaats de signalen van de afstandsbediening
goed worden ontvangen door de binnenunit (u hoort dan
één of twee pieptonen). Bevestig daarna de houder van
de afstandsbediening aan een muur of pilaar, en plaats
de draadloze afstandsbediening erin.
Opmerking:
In ruimtes waarin TL-verlichting van het invertertype wordt
gebruikt, wordt het signaal van de draadloze afstandsbediening mogelijk niet ontvangen.
BUITENUNIT
• Waar geen harde wind op het apparaat staat.
• Waar de luchtstroom goed en stofvrij is.
• Waar regen of direct zonlicht zoveel mogelijk kan worden voorkomen.
• Waar de buren geen last hebben van het geluid of de
hete lucht.
• Waar een stevige muur of ondersteuning beschikbaar is
om lawaaitoename en trillingen te voorkomen.
• Waar geen kans bestaat dat er brandbaar gas lekt.
• Indien u de unit op een hoge plaats installeert, zet dan
de poten van de unit goed vast.
• Op tenminste 3 m afstand van de antenne van een tv
of radio. Op plaatsen met een slechte ontvangst kan de
radio- of tv-ontvangst gestoord worden door de airconditioner. Voor het betreffende apparaat kan een antenneversterker nodig zijn.
• Installeer de unit horizontaal.
•
Installeer de unit op een plaats waar geen sneeuw valt of
sneeuw naartoe geblazen wordt. Breng in gebieden met zware
sneeuwval een afdak, verhoging en/of enkele schotten aan.
1-3. SPECIFICATIES
ModelVoedingsspanning *1Bedrading *2
BinnenunitBuitenunit
Nominale
spanning
MSZ-FD50VA(S) MUZ-FD50VA(BH)230 V50 Hz16 A
*1 Gebruik een netschakelaar die voor stroomonderbreking
een open stand heeft met een opening van 3 mm of
meer. (Als de stroom wordt uitgeschakeld, moeten alle
fasen onderbroken worden.)
*2
Gebruik draden die in overeenstemming zijn met ontwerp
60245 IEC 57. Het apparaat moet geïnstalleerd worden in
overeenstemming met de nationale regels voor bedrading.
*3 Gebruik nooit leidingen die dunner zijn dan voorgeschre-
ven. De weerstand tegen druk is dan onvoldoende.
FrequentieZekering
*4 Gebruik koperen leiding of naadloze leiding van een
koperlegering.
*5 Let erop dat u de leiding tijdens het buigen niet plet of
knikt.
*6 Bochten in de koelmiddelleidingen moeten een straal
van minstens 100 mm hebben.
Indien de leiding langer is dan 7 m, moet koelmiddel
*7
(R410A) bijgevuld worden. (Als de leiding korter is dan 7 m,
dan hoeft geen koelmiddel worden bijgevuld.)
Extra koelstof = A × (
Voedingsspanning
3-aderig
2
2,0 mm
leidinglengte
(m)-7)
Verbindingskabel
binnen/buiten
4-aderig
2
1,0 mm
Opmerking:
Het is aan teraden om bij de buitenunit een lus in de leiding te
leggen om het doorgeven van trillingen te verminderen.
Opmerking:
Wanneer u de airconditioner bij een lage buitentemperatuur
gebruikt, volg dan de onderstaande richtlijnen.
• Installeer de buitenunit nooit op een plaats waar zijn
luchtinlaat of -uitlaat zich direct in de wind bevindt.
• Installeer de buitenunit met de luchtinlaat naar de muur
toe om blootstelling aan wind te voorkomen.
• Het is aan te raden om aan de luchtuitlaatzijde van de
buitenunit een schot te plaatsen om de uitlaat uit de
wind te houden.
Vermijd installatie op de volgende plaatsen, aangezien problemen met de airconditioner dan voor de hand liggen.
• Waar hoogfrequente of draadloze apparatuur aanwezig is.
Leidingmaat
(dikte *3, *4)
Gas / Vloeistof
ø12,7 / 6,35 mm
(0,8 mm)
Leidinglengte en hoogteverschil
Max. leidinglengte30 m
Max. hoogteverschil15 m
Max. aantal bochten *5, *6
Aanpassing koelmiddel A *730 g/m
Dikte isolatie *8, *9
*8 Isolatiemateriaal: Hittebestendig schuimplastic met
VSHFL¿HNHGLFKWKHLG
*9 Zorg ervoor dat u isolatie van de voorgeschreven dikte
gebruikt. Te dikke isolatie kan leiden tot onjuiste instal
latie van de binnenunit en te dunne isolatie kan het
druppen van condens veroorzaken.
10
8mm
-
Page 2
1-4. INSTALLATIESCHEMA
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Installeren van de buitenunit
Binnenuni
Huls voor
muurgat (C)
Snijd extra
lengte af.
Bevestigingsbandje voor
leiding (E)
Gebruik beslist huls (C) in
het muurgat, om te voorkomen dat de aansluitdraden naar binnen/buiten
(A) contact maken met
metalen delen in de muur
en dat ongedierte schade
veroorzaakt indien de
muur hol is.
Afdekring voor muurgat (D)
Dicht het gat in de
muur af met kit (H).
Bevestig de leiding
aan de muur met
bevestigingsbandjes
(E).
Bevestigingsschroef (F)
TOEBEHOREN
Controleer voor het installeren of de volgende
onderdelen aanwezig zijn.
<Binnenunit>
(1) Installatieplaat1
Bevestigingsschroef voor installatieplaat
(2)
4 u 25 mm
(3)
Houder voor afstandsbediening
(4)
Bevestigingsschroef voor (3) 3,5 u 16 mm (zwart)
(5) Batterij (AAA) voor (6)2
(6) Draadloze afstandsbediening1
(7)
Vilttape (Voor leidingen naar links of linksachter)
(8) $QWLDOOHUJHHQ3ODVPDHQ]\P¿OWHU1
(9) 3ODVPDDQWLUHXN¿OWHU1
<Buitenunit>
(10) Afvoerbus (alleen type VA)1
(11) Afvoerdop ø 33 (alleen type VA)2
BIJ DE INSTALLATEUR
VERKRIJGBARE ONDERDELEN
(A)
Verbindingskabel binnen- en buitenunit*
(B) Verlengleiding1
(C) Huls voor muurgat1
(D) Afdekring voor muurgat1
(E) Bevestigingsbandje voor leiding2 - 5
(F)
Bevestigingsschroef voor (E) 4 u 20 mm
(G) Leidingtape1
(H) Kit1
Afvoerslang
(I)
(of zachte PVC-slang met 15 mm bin-
nendiameter of harde PVC-pijp VP16)
(J) Koelolie1
(K) Netsnoer*1
* Opmerking:
Zorg dat u de verbindingskabel binnen- en
buitenunit (A) en het netsnoer (K) op ten
minste 1 meter afstand van de tv-antennekabel
installeert.
Het apparaat moet worden geïnstalleerd door
een erkend specialist en in overeenstemming
met de plaatselijke vereisten.
5
1
2
1
1
2-5
1
of
2
meer;
of
60 mm
142,5 mm of meer
voor leidingen naar links
De buitenunit kan er anders uitzien dan de buitenunit van enkele andere modellen.
84
of
afstandsbeugel)
of linksachter (met
100
of
meer
mm
meer
mm
500
84
mm
of
meer
of meer
7mm
500 mm
of meer
mm
100
meer
of
mm
meer
of
350
of meer
mm
Plaats na de lektest het
isolatiemateriaal zodanig
strak dat er geen gat meer
aanwezig is.
Wanneer u de leidingen wilt
bevestigen aan een muur die
metaal (zoals tinnen bekleding) of metalen gaas bevat,
plaats dan een chemisch
behandelde houten plaat
van minstens 20 mm dikte
tussen muur en leidingen, of
omwikkel de leidingen 7 tot 8
keer met isolatietape.
Zorg dat de unit minimaal 30
minuten heeft gekoeld en is
leeggepompt voordat u de
oude airconditioner verwijdert. Pas de maat van de
optrompverbindingen aan aan
die van de nieuwe koelstof.
(10)
(11)
Opmerking:
Installeer de unit horizontaal.
Gebruik op koude locaties geen afvoerbus (10). De afvoer kan dan
bevriezen waardoor de ventilator stopt.
(I)
392 mm
330 mm
Opening 4-10 mm × 21 mm
Afvoervoorzieningen voor buitenunit
<Alleen type VA>
• Breng de afvoervoorzieningen aan voordat
u de verbindingsleiding tussen binnen- en
buitenunit aansluit.
Sluit de afvoerslang (I) met een binnendiame-
•
ter van 15 mm aan zoals wordt afgebeeld.
•
Kies een afvoergat en monteer de afvoerbus (10).
Sluit de twee andere gaten met een afvoerdop (11).
• Zorg dat de afvoer omlaag loopt, zodat het
afvoeren gemakkelijk gaat.
169
mm
840 mm
500 mm
40 mm
360 mm
2. INSTALLEREN VAN DE BINNENUNIT
2-1. DE INSTALLATIEPLAAT BEVESTIGEN
• Zoek een stevige plaats van de muur (bijvoorbeeld een steunbalk) en zet de installatieplaat
(1) met de bevestigingsschroeven (2) horizontaal vast.
• Om te voorkomen dat de installatieplaat (1) gaat trillen, moet u de bevestigingsschroeven
in de op de afbeelding aangegeven openingen installeren. U kunt extra ondersteuning
aanbrengen door ook bevestigingsschroeven in andere openingen te installeren.
• Wanneer u in een betonnen muur verzonken bouten wilt gebruiken, zet de installatieplaat
(1) dan vast met de 11
• Indien de verzonken bout te lang is, vervang hem dan door een in de handel verkrijgbare
kortere.
2-2. EEN GAT IN DE MUUR BOREN
1) Bepaal de positie van de gaten.
2) Boor een gat met een diameter van 65 mm. De buitenzijde moet 5 tot 7 mm lager zijn dan de binnenzijde.
3) Plaats de huls voor het muurgat (C).
Bind het touwtje aan het gat in het midden.
Installatieplaat (1)
84 mm of
meer
Muur
Bevestigingsschroef (2)
2-3. DRADEN VOOR BINNENUNIT VERBINDEN
U kunt de verbindingskabel tussen binnen- en buitenunit aansluiten zonder het voorpaneel te verwijderen.
1) Verwijder het hoekstuk.
2) Verwijder de VA-klem.
3) Prepareer het uiteinde van de aardedraad en sluit deze aan op de aarde-aansluiting van
de elektrische doos.
4) Prepareer de uiteinden van de verbindingskabel (A) tussen de binnen- en buitenunit, en
sluit deze aan op het aansluitblok. Let op dat u de draden niet verkeerd aansluit. Maak
de draad stevig vast op het aansluitblok zodat de draadkern niet zichtbaar is en er geen
externe krachten op het aansluitgedeelte van het aansluitblok worden uitgeoefend.
u20 en 11 u26 ovale gaten (450 mm onderlinge afstand).
Muur
ø65mm
Breng het
schietloodtouwtje in lijn met de
markering
Plafond
Vlak
.
Schietlood
* Voer dezelfde handeling uit voor het linker gat.
60 mm of meer
142,5 mm of meer voor leidingen naar
links of linksachter (met afstandsbeugel)
100 mm
Plaats
Breng de
de rol
-
rolmaat in
maat. *
lijn met de
streep. *
84 mm of
meer
5-7 mm
Buitenzijde
Muur
Midden van gat
65 mm gat
5) Draai de aansluitingsschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na het vastdraaien
even licht aan de draden om te controleren of ze goed vast zitten.
6) Zet de verbindingskabel (A) tussen de binnen- en buitenunit en de aardedraad vast met
de VA-klem. Vergeet nooit het rechter lipje van de VA-klem vast te haken. Maak de VAklem stevig vast.
7) Breng het hoekstuk weer aan.
VA-klem
Aansluitblok
15 mm
25 mm
Draad
• Maak de aardedraad iets langer dan
de andere draden. (langer dan 55
mm)
• Zorg dat de verbindingskabels wat
extra lengte hebben voor later onder
houd.
2-4. LEIDINGEN PLAATSEN EN AFVOERVOORZIENINGEN
Leidingen plaatsen
• Plaats de afvoerslang onder de koelmiddelleiding.
• Controleer of de afvoerslang niet omhoog komt of afgekneld
wordt.
• Trek niet aan de slang bij het omwikkelen met tape.
• Indien de afvoerslang door de kamer loopt, omwikkel hem
dan goed met isolatiemateriaal (in de handel verkrijgbaar).
Aansluitblok binnen
-
Aansluitblok buiten
Bevestigingsschroef
Hoekstuk
Verbindingskabel binnenen buitenunit (A)
Aardedraad
(groen/geel)
Verbindingskabel
binnen- en buitenunit
(A)
9ORHLVWRÀHLGLQJ
Gasleiding
Verbindingskabel bin
nen- en buitenunit (A)
Vilttape (7)
Leidingtape (G)
-
Page 3
Naar achteren, naar rechts of omlaag gerichte
Afvoerdop
Afvoerdop
Afvoerslang
Snijd af indien de leidingen
naar links zijn gericht.
Afvoerdop
Leidingtape (G)
Afvoer-
slang
Afb. 1
Afb. 2
Afb. 3
Afb. 4
Afb. 5
Vilttape (7)
leidingen
1) Plaats de koelmiddelleiding en de afvoerslang
naast elkaar en wikkel er de leidingtape (G)
vanaf het uiteinde stevig omheen.
2) Steek de leiding en de afvoerslang door huls (C)
in het muurgat, en haak het bovendeel van de
binnenunit vast op de installatieplaat (1).
3) Controleer of de binnenunit stevig is vastgehaakt aan de installatieplaat (1) door de
unit heen en weer te bewegen.
4) Druk de onderkant van de binnenunit vast op de installatieplaat (1).
Afvoervoorzieningen
• Als de verlengde afvoerslang door een ruimte heen gelegd wordt, omwikkel hem dan
met in de handel verkrijgbaar isolatiemateriaal.
• De afvoerslang dient voor een goede afvoer omlaag gericht te zijn. (Afb. 1)
• Als de afvoerslang die met de binnenunit is meegeleverd, te kort is, verbind deze dan
met afvoerslang (I) die bij de installateur verkrijgbaar is. (Afb. 2)
• Wanneer u de afvoerslang aansluit op de PVC-pijp, moet u de slang goed in de pijp
plaatsen. (Afb. 3)
Afvoerslang
Omlaag
gericht
Zachte
slang, bin
nendiameter 15 mm
-
70 cm of
meer
Verloopstuk
Snijd af indien de
leidingen naar
rechts zijn gericht.
Snijd af indien de
leidingen omlaag zijn
gericht.
Afvoerslang
PVC-pijp, binnendia
meter 30 mm
Goed
plaatsen
-
Afb. 1Afb. 2Afb. 3
Leg de afvoervoorzieningen niet aan zoals hieronder is afgebeeld.
Waterlekkage
Slang gaat
omhoog.
Waterlekkage
Verzameld
afvoerwater
Lucht
Golvend
Waterlekkage
Uiteinde
afvoerslang
hangt in
water.
Goot
Opening
minimaal
50 mm
Leidingen naar links of linksachter
Opmerking:
Bevestig de afvoerslang en de
afvoerdop opnieuw indien u de
leidingen naar links of linksach
ter leidt.
Als u dit niet doet, kan er water
van de afvoerslang druppelen.
1) Plaats de koelmiddelleiding en de afvoerslang naast
elkaar en wikkel er de vilttape (7) vanaf het uiteinde
stevig omheen.
De vilttape (7) moet per wikkeling 1/3 van de tapebreedte
overlappen. Gebruik een tapestopper bij het einde van
de vilttape (7).
2) Trek de afvoerdop aan de rechterachterkant van de bin
nenunit naar buiten. (Afb. 1)
• Houd het bolvormige gedeelte aan het uiteinde vast
en trek aan de dop.
3) Trek de afvoerslang aan de linkerachterkant van de bin
nenunit los. (Afb. 2)
• Houd het lipje waar de pijlen naar wijzen vast, en
trek de slang naar u toe.
4) Breng de afvoerdop aan op de plaats achterop de bin
nenunit waar de afvoerslang bevestigd was. (Afb. 3)
• Plaats stompe gereedschappen zoals schroeven
draaiers in het gat aan het uiteinde van de afvoerdop
en duw de dop volledig in de afvoeropening.
5) Duw de afvoerslang helemaal in de afvoeropening aan
de rechterachterkant van de binnenunit. (Afb. 4)
• Controleer of de slang goed vastgehaakt zit aan het
corresponderende deel van de afvoeropening.
6) Steek de afvoerslang door huls (C) in het muurgat,
en haak het bovendeel van de binnenunit vast op de
installatieplaat (1). Verplaats de binnenunit vervolgens
helemaal naar links zodat de leidingen makkelijkerachter
in de unit kunnen worden geplaatst.
7) Snijd een stuk karton uit de verpakkingsdoos, rol het op,
haak het vast aan de rib op de achterkant en gebruik
het als afstandsbeugel om de binnenunit op te tillen.
(Afb. 5)
Sluit de koelmiddelleiding aan met de verlengleiding (B).
8)
9) Druk de onderkant van de binnenunit vast op de installatieplaat (1).
-
-
-
-
-
3. INSTALLEREN VAN DE BUITENUNIT
3-1. DRADEN VOOR BUITENUNIT VERBINDEN
1) Open het onderhoudspaneel.
2) Draai de aansluitingsschroef los en sluit verbindingskabel (A) tussen binnen- en
buitenunit vanaf de binnenunit correct aan op het aansluitblok. Let op dat u de dra
den niet verkeerd aansluit. Maak de draad stevig vast op het aansluitblok zodat de
draadkern niet zichtbaar is en er geen externe krachten op het aansluitgedeelte van
het aansluitblok worden uitgeoefend.
3) Draai de aansluitingsschroeven goed vast zodat ze niet losraken. Trek na het vast
draaien even licht aan de draden om te controleren of ze goed vast zitten.
4) Sluit het netsnoer (K) aan.
5) Zet de verbindingskabel (A) tussen binnen- en buitenunit en het netsnoer (K) vast met
de draadklem.
6) Sluit het onderhoudspaneel zorgvuldig.
15 mm
35 mm
Draad
3-2. AFDICHTING
1) Snijd de koperen leiding op de juiste wijze af met een
pijpsnijder. (Afb. 1, 2)
2) Verwijder alle bramen van het gedeelte waar de leiding is
afgesneden. (Afb. 3)
• Houd het uiteinde van de koperen leiding omlaag
terwijl u de bramen verwijdert, zodat de bramen niet in
de leiding kunnen vallen.
Verbind de leidingen met de afsluitkraan van de buitenunit op
dezelfde manier als bij de binnenunit.
• Gebruik voor het vastdraaien een momentsleutel of steeksleutel
en pas hetzelfde aanhaalkoppel toe als voor de binnenunit.
3-4. ISOLATIE EN TAPE
1) Bedek de leidingverbindingen met afdekkingen voor leidingen.
2) Isoleer beslist alle leidingen die buiten lopen, inclusief de kranen.
3) Omwikkel de verbindingsleiding met leidingtape (G), te beginnen bij de ingang van de
buitenunit.
• Zet het einde van de leidingtape (G) vast met tape (voorzien van plakmiddel).
• Wanneer leidingen boven het plafond, door een kast of via andere warme en vochtige
plaatsen komen te lopen, wikkel er dan extra in de handel verkrijgbare isolatie om
heen om condensatie te voorkomen.
-
-
Page 4
4. REINIGINGSPROCEDURES, LEKTESTS EN PROEFDRAAIEN
4-1. REINIGINGSPROCEDURES EN LEKTEST
1) Verwijder de dop van de onderhoudsopening in de afsluitkraan van de gasleiding aan
de buitenunit. (In zijn originele staat bij levering af fabriek, geheel gesloten met de dop
erop, werkt de afsluitkraan niet.)
2) Sluit het meterverdeelstuk en de vacuümpomp aan op de onderhoudsopening van de
afsluitkraan in de gasleiding aan de buitenunit.
Dop voor
A
Sluiten
afsluitkraan
(Aanhaalkoppel
19,6 tot 29,4
N•m, 200 tot 300
NJIƒFP
Behuizing
Afsluitkraan voor
VLOEISTOF
Onderhoudsopening
Vulslang
*4 tot 5 slagen
*Sluiten
*Openen
Inbussleutel
Dop voor onderhoudsopening
(Aanhaalkoppel
13,7 tot 17,7
N•m, 140 tot 180
kgf•cm)
Voorzorgsmaatregelen tijdens gebruik
regelkraan
Regelkraan
Openen
3) Start de vacuümpomp. (Trek vacuüm gedurende meer dan 15 minuten.)
4) Controleer het vacuüm met het meterverdeelstuk. Sluit vervolgens het meterverdeelstuk
en stop de vacuümpomp.
5)
Wacht één tot twee minuten. Controleer of de wijzer van het meterverdeelstuk in dezelfde stand
blijft staan. Controleer of de manometer inderdaad –0,101 MPa [Meter] (–760 mmHg) aangeeft.
6) Verwijder het meterverdeelstuk snel van de onderhoudsopening van de afsluitkraan.
7) Wanneer de koelmiddelleidingen zijn aangesloten en ontlucht, open dan alle afsluitkranen
aan beide kanten van de vloeistof- en gasleiding volledig. Als de airconditioner werkt met
deels gesloten kranen, functioneert hij slechter en ontstaan er problemen.
8) Zie 1-3. en vul indien nodig de voorgeschreven hoeveelheid koelmiddel bij. Vul het vloeibare koelmiddel langzaam bij.Als u dit niet doet, kan de samenstelling van het koelmiddel
in het systeem veranderen waardoor de airconditioner slechter kan gaan werken.
9)
Plaats de dop weer op de onderhoudsopening om de oorspronkelijke situatie te herstellen.
10) Lektest
4-2. PROEFDRAAIEN
1) Steek de stekker in het stopcontact en/of zet de netschakelaar aan. Controleer of alle
LED’s uit zijn. Als ze knipperen, controleer dan of de horizontale schoep op de juiste
manier is gemonteerd. Raadpleeg de bedieningsinstructies voor meer informatie.
2) Druk eenmaal op de E.O. SW (noodbedieningsschakelaar) voor KOELEN (COOL) en
twee keer voor VERWARMEN (HEAT). Het proefdraaien duurt 30 minuten.Als de bedie
ningsindicator elke 0,5 seconden knippert, controleer dan of de verbindingskabel (A)van
de binnen- en buitenunit goed is aangesloten. Na het proefdraaien wordt de noodwerking
gestart (temperatuur ingesteld op 24°C).
–0,101 MPa
(–760 mmHg)
Hendel
laag
Afsluitkraan
voor GAS
Adapter die
terugstromen
voorkomt
Wanneer u de regelkraan op de
onderhoudsopening bevestigt, kan
de schuifafsluiter van de regelkraan
vervormen of los komen te zitten als
er te veel druk op wordt uitgeoefend.
Hierdoor kan er gas gaan lekken.
Wanneer u de regelkraan op de onderhoudsopening bevestigt, controleer dan eerst of de
schuifafsluiter van de regelkraan is gesloten
voordat u onderdeel A vastdraait. Draai
onderdeel A niet vast of draai de behuizing
niet om als de schuifafsluiter geopend is.
Compoundmanometer
(voor R410A)
Manometer
(voor R410A)
Meterverdeelstuk
(voor R410A)
Hendel hoog
Vulslang (voor R410A)
Vacuümpomp (of de vacuüm
pomp heeft een functie die
terugstromen voorkomt)
3) Druk om de bediening te stoppen de E.O. SW meerdere
keren in totdat alle LED-lampjes zijn gedoofd. Zie de
bedieningshandleiding voor details.
Controleren of de afstandsbediening werkt
Druk op de toets ON/OFF (aan/uit) van de afstandsbedie
ning (6) en controleer of u een elektronische pieptoon van
de binnenunit hoort. Druk nogmaals op de toets ON/OFF
(aan/uit) om de airconditioner uit te zetten.
• Als de compressor tot stilstand komt, kan deze ter bescherming van de airconditioner de eerste 3 minuten daarna
niet opnieuw gestart worden.
4-3. FUNCTIE VOOR AUTOMATISCH HERSTARTEN
Dit product is uitgerust met een functie voor automatisch herstarten. Als tijdens de
bediening de stroom uitvalt, zoals tijdens stroomstoringen, zorgt de functie er na herstel
van de stroomtoevoer automatisch voor dat de unit in de vorige bedieningsstand wordt
opgestart. (Zie de bedieningshandleiding voor details.)
Waarschuwing:
•
-
Zet de unit na het proefdraaien of de controle van de werking van de afstandsbediening
uit met de E.O.SW of deafstandsbediening voordat u de voedinguitschakelt.Als u ditniet
doet, dan start de unit automatisch op wanneer de voeding weer wordt ingeschakeld.
Voor de gebruiker
• Zorg ervoor dat de gebruiker na de installatie van de unit het automatisch herstarten
krijgt uitgelegd.
• Als de functie voor het automatisch herstarten niet nodig is, dan kan deze worden
gedeactiveerd. Neem contact op met de onderhoudsdienst voor het deactiveren van
de functie. Zie de onderhoudshandleiding voor details.
4-4. AFSTANDSBEDIENING INSTELLEN
Stel de schuifschakelaar op de afstandsbediening overeenkomstig de stand waarin de
binnenunit is geïnstalleerd in. Als de schakelaar niet op de juiste manier is ingesteld, is
het mogelijk dat de airconditioner niet goed functioneert.
Montagepositie:
Links: Afstand tot objecten (muur, kast, enz.) bedraagt
aan de linkerkant minder dan 50 cm
Midden: Afstand tot objecten (muur, kast, enz.) bedraagt
aan de linker- en rechterkant meer dan 50 cm
Rechts: Afstand tot objecten (muur, kast, enz.) bedraagt
aan de rechterkant minder dan 50 cm
1) Verwijder het voordeksel.
2)
Stel de schuifschakelaar overeenkomstig de stand waarin de binnenunit is geïnstalleerd in.
3) Plaats twee batterijen (type AAA).
4) Breng het voordeksel weer aan.
5) Druk met een dun stokje voorzichtig op de RESET-toets.
MontagepositieLinksMiddenRechts
Schuifschakelaar
Display van de
afstandsbediening
4-5. UITLEG AAN DE GEBRUIKER
• Leg de gebruiker met de OPERATING INSTRUCTIONS (bedieningshandleiding) uit
hoe de airconditioner werkt (gebruik van de afstandsbediening, verwijderen van de
• Raad de gebruiker aan om de BEDIENINGSHANDLEIDING zorgvuldig door te lezen.
-
(Links)(Midden) (Rechts)
SCHUIFSCHAKELAAR
RESETtoets
Noodbedieningsschakelaar
(E.O. SW)
5. VERPLAATSEN EN ONDERHOUD
5-1. DE OMBOUW VERWIJDEREN EN INSTALLEREN
Verwijderingsprocedure
1) Verwijder de 2 schroeven waarmee de ombouw is be
vestigd.
2) Verwijder de ombouw. Verwijder eerst de onderkant.
Installatieprocedure
1) Installeer de ombouw door de verwijderingsprocedure
omgekeerd uit te voeren.
2) Druk op de posities die door de pijlen zijn aangegeven om
de ombouw volledig op de binnenunit vast te zetten.
5-2. DE BINNENUNIT VERWIJDEREN
Verwijder de onderkant van de binnenunit van de installatieplaat.
Wanneer u de hoek losmaakt, maak dan zowel de linker als de
rechter onderhoek van de binnenunit, zoals is aangegeven in de
afbeelding rechts, los door de unit naar beneden en naar u toe te
trekken.
Als de methode hierboven niet kan worden gebruikt
Verwijder de ombouw en steek
inbussleutels in de vierkante gaten
links en rechts, zoals hieronder
afgebeeld. Duw de sleutels om
hoog, zodat de onderbeugel van
de binnenunit omlaag gaat en de
haken vrij komen.
-
Vierkant gat
-
Duwen
Omlaag
5-3. LEEGPOMPEN
Bij verplaatsen of verwijderen van de airconditioner dient het systeem volgens de
onderstaande procedure te worden leeggepompt, zodat geen koelmiddel in de atmosfeer
terecht kan komen.
1) Sluit het meetverdeelstuk aan op de onderhoudsopening van de afsluitkraan in de gas
leiding aan de buitenunit.
3) Draai de afsluitkraan in de gasleiding aan de buitenunit bijna geheel dicht, zodat deze
gemakkelijk volledig te sluiten is wanneer de manometer 0 MPa [Meter] (0 kgf/cm
aangeeft.
4) Schakel de noodwerking voor KOELEN (COOL) in.
Als u de noodwerking voor KOELEN (COOL) wilt inschakelen, maakt u de netsnoerstek
ker los en/of schakelt u de netschakelaar uit. Sluit na 15 seconden de netsnoerstekker
weer aan en/of schakel de netschakelaar weer in. Druk vervolgens eenmaal op de E.O.
SW (noodbedieningsschakelaar). (De airconditioner kan gedurende 30 minuten zonder
onderbreking in de noodwerking voor KOELEN (COOL) blijven werken.)
5) Draai de afsluitkraan in de gasleiding van de buitenunit volledig dicht zodra de manometer
0,05 tot 0 MPa [Meter] aangeeft (ongeveer 0,5 tot 0 kgf/cm
6) Schakel de noodwerking voor KOELEN (COOL) uit.
Druk tweemaal op de E.O. SW (noodbedieningsschakelaar) om de noodwerking te stop
pen.
This product is designed and intended for use in the residential, commercial and
light-industrial environment.
The product at hand is based on • Low Voltage Directive 2006/95/EC
the following EU regulations: • Electromagnetic Compatibility Directive 2004/108/
HEAD OFFICE: TOKYO BLDG., 2-7-3, MARUNOUCHI, CHIYODA-KU, TOKYO
100-8310, JAPAN
AUTHORIZED REPRESENTATIVE IN EU:
MITSUBISHI ELECTRIC EUROPE B.V.
HARMAN HOUSE, 1 GEORGE STREET, UXBRIDGE, MIDDLESEX UB8 1QQ, U.K.
EC
2
).
-
2
)
-
-
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.