Mio Cyclo 105 H, Cyclo 105 HC, Cyclo 105, Cyclo 100 User Manual [nl]

100
Gebruikershandleiding
2

Welkom

Hartelijk dank voor uw aankoop van dit apparaat. Lees deze handleiding aandachtig vooralleer u uw apparaat voor de eerste keer gebruikt. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats en gebruik deze als eerste punt van referentie.
Het is belangrijk om de termen en typografische conventies te begrijpen die in deze handleiding zijn gebruikt.
Vet — Componenten of items die worden weergegeven op het scherm, inclusief knoppen, kopteksten, veldnamen en opties.
Cursief — Geeft de naam van een scherm aan.

Disclaimer

Niet alle modellen zijn overal verkrijgbaar. Afhankelijk van het specifiek gekochte model is het mogelijk dat de kleur en het
uiterlijk van uw apparaat en de accessoires niet exact overeenkomen met de afbeeldingen in dit document.
Mio werkt volgens een beleid van voortdurende ontwikkeling. Mio behoudt zich het recht voor, zonder voorafgaande kennisgeving, wijzigingen en verbeteringen aan te brengen aan alle producten die in dit document zijn beschreven. Mio garandeert niet dat dit document foutvrij is. De schermopnamen en andere presentaties die in deze handleiding worden weergegeven, kunnen verschillen van de werkelijke schermen en presentaties die door het eigenlijke product zijn gegenereerd. Alle dergelijke verschillen zijn zeer klein en het eigenlijke product zal op alle materiële vlakken de beschreven functionaliteiten bieden zoals voorgesteld in de gebruikershandleiding.

Copyright

© 2012 MiTAC International Corporation. Mio is een gedeponeerd handelsmerk van MiTAC International Corporation en wordt gebruikt onder de licentie van Mio Technology NZ Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven.
ANT+™ is een handelsmerk van Garmin Ltd. of van een van diens dochterondernemingen.
Revisie: R00 (09/2012)

Inhoud

Welkom 2
Belangrijke informatie voor het gebruik van de handleiding .......................2
Disclaimer ..............................................................................................................2
Copyright ...............................................................................................................2
Inhoud 2
Kennismaken met uw apparaat 3
Het apparaat .........................................................................................................3
Accessoires ............................................................................................................4
Aan de slag 4
De batterij opladen ..............................................................................................4
De eerste keer starten .........................................................................................5
Het apparaat aansluiten op de computer .......................................................5
Het apparaat installeren 6
Het apparaat op uw fiets monteren .................................................................6
De sensoren op de fiets installeren ...................................................................6
De hartslagmonitor omdoen .............................................................................7
Basisbediening 8
Hoofdmenu ...........................................................................................................8
DASHBOARD-schermen .....................................................................................9
De HISTORIEK weergeven ................................................................................ 11
Menu INSTELLING .............................................................................................12
Het apparaat aanpassen 12
PRODUCT INFO .................................................................................................13
TOEBEHOREN ....................................................................................................13
ALARMEN ............................................................................................................13
AUTO RONDE ....................................................................................................14
AUTO PAUSE ......................................................................................................14
BAROMETER .......................................................................................................14
KOMPAS...............................................................................................................14
FABRIEKSRESET ..................................................................................................15
GPS INSTELL. ......................................................................................................15
KAARTMODUS ...................................................................................................15
3
GEHEUGENSTATUS ...........................................................................................15
PAGINA INST. .....................................................................................................15
PROFIELEN .......................................................................................................... 16
OPGEN. DATA .....................................................................................................16
HELLING ..............................................................................................................17
SYS UPGRADE .................................................................................................... 17
SYSTEEM .............................................................................................................. 17
Gegevens op het apparaat beheren 18
Mio Share installeren .........................................................................................18
Uw ervaringen delen op internet ....................................................................18
Voor meer informatie 18
Online ondersteuning .......................................................................................18
Uw Mio onderhouden .......................................................................................18
Problemen oplossen .......................................................................................... 19
Wat is GPS? .........................................................................................................19
IPX7 ...................................................................................................................... 20
Veiligheidsmaatregelen ................................................................................... 20
Informatie over goedkeuringen ...................................................................... 20
WEEE ....................................................................................................................21
Gebruiksrechtovereenkomst ...........................................................................21

Kennismaken met uw apparaat

Het apparaat

!
"
#
$
!
"
#
$
%
&
1. VOEDING / LICHT / ACHTERGROND
Ǧ 2 seconden ingedrukt houden om het toestel in of uit te schakelen. Ǧ Als het apparaat is ingeschakeld en het menu DASHBOARD actief is,
drukt u hier om de achtergrondverlichting in of uit te schakelen.
Ǧ Druk hier tijdens het navigeren door de menu’s (behalve DASHBOARD)
om terug te keren naar het vorige scherm.
2. MENU / INVOER
Ǧ Druk hier in het menu DASHBOARD om tussen de schermen te wisselen.
2 seconden ingedrukt houden om naar het hoofdmenu terug te keren.
Ǧ Druk hier in het menuscherm/de optielijst om de gewenste functie/optie
te kiezen.
3. OMHOOG / START|STOP
Ǧ Druk hier om in het menuscherm/de optielijst omhoog te bladeren. Ǧ Druk hier in het menu DASHBOARD voor het DOORGAAN,
ONDERBREKEN of STOPPEN van de timer in de training.
4. OMLAAG / RONDE
Ǧ Druk hier om in het menu/de optielijst omlaag te bladeren. Ǧ Druk hier in het menu DASHBOARD om een ronde te maken terwijl de
timer voor training telt.
5. Fietsmontagebeugel : voor de apparaatmontage.
6. Mini-USB aansluiting : voor aansluiting op lader of USB-kabel.
4

Accessoires

De volgende accessoires zijn bij het apparaat geleverd:
Opmerking: Afhankelijk van het model dat u hebt aangeschaft, zal de kleur en het uiterlijk van uw apparaat en de accessoires niet exact overeenkomen met de afbeeldingen in dit document.
Fietsmontagekit
Voedingsadapter
USB-kabel
x 5
Sensorkit voor snelheid en ritme*
(ANT+™-sensor)
Hartslagriem*
(ANT+™-sensor)
x
2
* Kan uitsluitend apart worden verkocht en gebruikt voor geselecteerde modellen.
Om het apparaat op een fiets te gebruiken, moet u er voor zorgen dat u over de specifieke fietsmontagekit beschikt die bij het apparaat is meegeleverd. Mio kan extra accessoires leveren voor specifieke modellen.
Bezoek de website van Mio (www.mio.com) voor informatie.
Informatie:
Dit apparaat is ANT+ gecertificeerd en geschikt voor ANT+ sensorapparaten die gegevens over de hartslag en gecombineerde fietssnelheid en -tempo ondersteunen. Bezoek voor meer informatie: www.thisisant.com/modules/mod_product-directory.php

Aan de slag

De batterij opladen

Het apparaat bevat een interne batterij die bij aankoop mogelijk niet volledig is opgeladen. U moet de batterij gedurende minstens 3.5 uur opladen voordat u deze voor het eerst gebruikt.
De batterij opladen: Ǧ Een stopcontact gebruiken
Sluit de kabel van de lader aan op de USB aansluiting op de achterkant van het apparaat en sluit de lader aan op het stopcontact.
"
!
#
Ǧ Via de computer
Sluit het apparaat aan op de computer met behulp van de USB-kabel. Zie voor meer informatie “Het apparaat aansluiten op de computer” in dit hoofdstuk.
5
VOORZICHTIG: Houd rekening met het volgende voor optimale prestaties van de batterij:
Ǧ De batterij niet opladen bij een hoge temperatuur (bijv. in direct zonlicht). De batterij
stopt met laden als de omgevingstemperatuur lager is dan -10 ºC of hoger dan 60 ºC.
Ǧ Laad de batterij op als deze bijna leeg is. Zorg ervoor dat de batterij volledig wordt
opgeladen. Dit kan de levensduur van de batterij verlengen.
Ǧ Als u het apparaat gedurende een langere periode niet gebruikt (langer dan een
maand) of u merkt dat de oplaad-/ontlaadtijd korter is geworden, moet u er voor zorgen dat u de batterij eerst volledig ontlaadt voordat u hem weer oplaadt. U wordt ook geadviseerd om de batterij elke één tot twee maanden volledig te ontladen en weer op te laden.
Ǧ Het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzingen voor de batterij kunnen het apparaat
en de batterij beschadigen en zelfs lichamelijk letsel of schade aan eigendommen opleveren en de garantie teniet doen.

De eerste keer starten

1. Monteer het apparaat en de accessoires op uw fiets. Zie het gedeelte “Het
apparaat installeren” voor meer informatie.
2. Houd de Aan/uit-knop 2 seconden ingedrukt om het apparaat in te
schakelen.
"'()*
"'()*
3. Volg de aanwijzingen om uw apparaat aan te passen, waaronder:
Ǧ uw voorkeurstaal kiezen Ǧ selecteer de notatie voor de coördinaten: graad of graad/minuut/seconde Ǧ selecteer de notatie voor eenheden: Engels of metriek Ǧ stel de datum- en tijdweergave in, inclusief de juiste tijdzone en de
zomertijdfunctie.
Ǧ stel uw profiel in, zoals geslacht, geboortedatum, gewicht, lengte en
trainingsniveau
Ǧ selecteer uw fietstype (race, stad, of mountain) en vul de gegevens van de
fiets in (gewicht en wielmaat*)
* Alleen voor geselecteerde modellen.
Tip: Dit is alleen nodig als u de Mio voor het eerst gebruikt. U kunt deze instellingen
wijzigen in het menu INSTELLING terwijl u het apparaat gebruikt.
4. Zodra het apparaat is ingeschakeld, zoekt het automatisch naar
satellietsignalen. Afhankelijk van de locatie kan dat meerdere seconden duren. Als GPS is vastgesteld, geeft het GPS-signaalpictogram ( ) op het scherm
de GPS-status aan.
5. Afhankelijk van het model zal het apparaat na ingeschakeling automatisch
naar de hartslagmonitor en de tempo/snelheidssensor zoeken en koppelt het deze aan het apparaat. Schakel na het installeren van de ritme/ snelheidsensor en hartslagmonitor de optie in zodat het apparaat deze items kan vinden in Hoofdmenu > INSTELLING > TOEBEHOREN > SENSOREN.

Het apparaat aansluiten op de computer

1. Schakel de computer in.
2. Schakel uw apparaat in. Sluit het mini-USB-uiteinde van de USB-kabel aan
op de achterkant van het apparaat en het andere uiteinde op een USB-poort van uw computer.
3. Kies het gewenste verbindingstype in het venster VERB. MET PC wanneer u
dat wordt gevraagd:
Ǧ JA: uw apparaat wordt met de computer verbonden zodat u de
trainingsgegevens kunt overdragen naar de computer en het apparaat kunt bijwerken (als een update beschikbaar is) via Mio Share.
Tip: Meer informatie over het werken met Mio Share de sectie vindt u in het gedeelte “Gegevens op het apparaat beheren”.
Ǧ NEE: U kunt het apparaat blijven gebruiken met de batterij in de
oplaadmodus via de computer.
6

Het apparaat installeren

Volg de aanwijzingen in dit hoofdstuk om het apparaat en de Cadence/ snelheidssensorkit (alleen voor geselecteerde modellen) op uw fiets te monteren. Verder moet u de hartslagmonitor tijdens uw trainingen omdoen.

Het apparaat op uw fiets monteren

De fietsbeugelkit bevat twee soorten rubberen kussens waarmee u de fietsbeugel stevig op de fiets kunt vastzetten.
1. Selecteer het rubberen kussen dat het beste bij het stuur van de fiets past
en bevestig het met de twee strips.
+
,
+
,
2. Lijn de grendel op de achterkant van het apparaat uit met de sleuf op de
fietsbeugel en draai het apparaat naar rechts om het op de fietsbeugel vast te zetten.
+
,
3
+
,
1
2
3
3. Voor bepaalde toepassingen kunt u de schermstand veranderen door het
apparaat van staand naar liggend te draaien, en omgekeerd.
+
3
+
3
4. Draai het apparaat naar links om het van de fietsbeugel te verwijderen.

De sensoren op de fiets installeren

De Cadence/snelheidssensorkit wordt alleen bij geselecteerde modellen gebruikt.
1. Volg de onderstaande aanwijzingen om de Cadence/snelheidssensorkit op
de fiets te monteren.
1
a
c
b
d
3
2
7
2. Zorg er voor dat de magneten zijn uitgelijnd met het sensorgebied op de
sensoren.
3
3. Als u klaar bent, kunt u de sensor(en) met het apparaat koppelen via Hoofdmenu > INSTELLING > TOEBEHOREN > SENSOREN.
Ǧ Selecteer SNELHEID > SCAN om de snelheidssensor met het apparaat te
koppelen; of
Ǧ Selecteer CADANS > SCAN om de cadanssensor met het apparaat te
koppelen; of
Ǧ Selecteer SNELH./CADANS > SCAN om zowel de cadans- als
snelheidssensor met het apparaat te koppelen.
Informatie:
De temposensor bevat een vervangbare CR2032-batterij. Volg de onderstaande aanwijzingen om de batterij te vervangen:
1. Zoek het batterijklepje achterop de sensor en draai dit linksom (bijvoorbeeld met een munt) om klep en batterij te verwijderen.
2. Steek de nieuwe batterij in het batterijvak en plaats het klepje terug.
3. Draai het klepje naar rechts om het te sluiten.

De hartslagmonitor omdoen

De hartslagmonitor wordt alleen voor bepaalde modellen gebruikt.
1. Maak voor het gebruik van de hartslagmonitor de contacten nat achter op
de borstriem.
!
!
"
-
.
)
/
2
Tip Indien mogelijk kunt u ook een elektrolytische gel gebruiken (gewoonlijk verkrijgbaar in een sportwinkel) om voor een goed contact te zorgen.
2. Pas de elastische riem aan zodat hij prettig zit. Zorg er voor dat u diep
genoeg kunt ademen nadat u de riem hebt omgedaan.
3. Volg de onderstaande aanwijzingen om de riem rond uw rug te plaatsen en
zet hem op de andere kant vast met de gesp.
Tip: De hartslagmonitor omdoen is net zoiets als een riem rond de onderzijde van uw borst dragen.
!
"
!
"
-
.
)
/
!
"
-
.
)
/
4
3
2
8
4. Als u klaar bent, kunt u de monitor met het apparaat koppelen via Hoofdmenu > INSTELLING > TOEBEHOREN > SENSOREN.
Ǧ Selecteer HARTSLAG > SCAN om de hartslagmonitor met het apparaat
te koppelen.
Informatie:
De hartslagmonitor bevat een vervangbare CR2032-batterij. Volg de onderstaande aanwijzingen om de batterij te vervangen:
1. Zoek het batterijklepje achterop de monitor en draai dit linksom (bijvoorbeeld met een munt) om de klep en de batterij te verwijderen.
2. Steek de nieuwe batterij in het batterijvak en plaats het klepje terug.
3. Draai het klepje naar rechts om het te sluiten.
!
"
!
"
-
.
)
/
!
"
-
.
)
/

Basisbediening

Opmerking: De schermafbeeldingen en andere presentaties in deze sectie zijn uitsluitend informatief bedoeld. Ze kunnen afwijken van de eigenlijke schermen en presentaties terwijl u het apparaat gebruikt.

Hoofdmenu

Het hoofdmenu is het uitgangspunt voor verschillende taken, dat snel toegang biedt tot toepassingen en instellingen. Gebruik de knop OMHOOG/OMLAAG om de gewenste functie te selecteren en druk op INVOER.
Ǧ Het menu DASHBOARD toont de functies, inclusief het datum- en
tijdscherm, het kompasscherm (alleen voor de geselecteerde modellen) en de trainingsschermen (als een training is geselecteerd).
Ǧ In het menu WORKOUT kunt u trainingen instellen door uw
omstandigheden in te voeren, zoals afstand of snelheid.
Ǧ Na afloop van de rit kunt u in het menu HISTORIEK de historische gegevens
controleren, zoals datum en tijd, afstand, snelheid, hoogte enzovoort.
Ǧ Het menu INSTELLING biedt verschillende opties voor het verbeteren van
de fietservaring. U kunt de systeeminstellingen, gebruikersprofielen en meer aanpassen.
Ǧ Met het menu NAAR PC kunt u trainingsgegevens overbrengen van het
apparaat naar de computer.
9
De systeempictogrammen
De systeempictogrammen die de status van het apparaat aangeven, staan onderin het scherm.
Pictogram Beschrijving
Het pictogram GPS-signaal geeft de GPSstatus aan.
Het pictogram Timer verschijnt als de training actief is. Als u de timer stopt, knippert het pictogram.
Het pictogram Alarm verschijnt als u de wekker instelt.
Het pictogram Batterij geeft het resterende batterijvermogen aan.
Het pictogram Ritme/snelheid verschijnt als de ritme-/snelheidsensor* met het apparaat is gekoppeld.
Het pictogram Hartslag verschijnt als de hartslagmonitor* met het apparaat is gekoppeld.
* Alleen voor geselecteerde modellen.

DASHBOARD-schermen

Het DASHBOARD biedt de uitgebreide schermen die u bij uw reizen, trainingen en workouts kunnen helpen. De indeling van de DASHBOARD-schermen is instelbaar zodat u de gewenste informatie kunt weergeven (zoals snelheid, afstand, tijd, calorieën, enz.).
Ǧ Om de DASHBOARD-schermen te openen, selecteert u Hoofdmenu >
DASHBOARD.
Ǧ De DASHBOARD-functie is samengesteld uit schermen die naast elkaar zijn
geplaatst, en u kunt telkens op INVOER drukken om te wisselen tussen de DASHBOARD-schermen.
Ǧ Druk 2 seconden op INVOER om terug te keren naar het hoofdmenu.
Opmerking: Afhankelijk van het model en de instellingen van uw appaart, is bepaalde
informatie mogelijk niet beschikbaar op de Dashboard-schermen. Om te leren hoe u de DASHBOARD-schermen kunt aanpassen, zie “PAGINA-INSTELLING” in het gedeelte “Het apparaat aanpassen”.
Voorbeeld van de reeks DASHBOARD-schermen: schermen Aangep 1 > Aangep 2 > Aange 3 > Aange 4 > Tijd > Kompas...
INVOER
INVOER
INVOER
INVOER
INVOER 2 sec.
INVOER
INVOERINVOER
In DASHBOARD modus:
#
$
Druk op OMHOOG
#
$
Druk op OMLAAG
#
$
INVOER
10
WORKOUT-modus
Fietsen is een goede aërobische fitnessoefening die u helpt bij het verbranden van uw calorieën, gewichtsverlies en het verbeteren van uw algemene conditiei. Met de WORKOUT-modus van het apparaat kunt u trainingen instellen door uw voorwaarden op te geven: afstand, tijd en snelheid.
Selecteer om een workout te beginnen Hoofdmenu > WORKOUT. Als de workout start, analyseert het apparaat de status van de workout en toont het deze op de DASHBOARD-schermen.
AFSTAND/TIJD
Voer de instellingen voor DTG (afstand te gaan) en TTG (tijd te gaan) in en kies
START.
AFSTAND/SNELH Voer de instellingen voor DTG (afstand te gaan) en SNELHEID in en kies START.
SNELHEID/TIJD Voer de instellingen voor TTG (tijd te gaan) en SNELHEID in en kies START.
MIJN RECORDS
Het scherm MIJN RECORDS toont de informatie van uw workouts. Als een item in de lijst geselecteerd is, kunt u:
Ǧ Het workout-record controleren dat onderaan in het scherm wordt
weergegeven;
Ǧ Op INVOER drukkenom de workout-status op te halen en vervolgens START
kiezen om de workout opnieuw te doen*.
* Met deze optie kunt u het tegen uw eerdere workouts opnemen.
11

De HISTORIEK weergeven

Uw apparaat slaat de geschiedenis op van uw trainingen en workouts. Selecteer Hoofdmenu > HISTORIEK om de historiekgegevens te tonen.
Informatie in de historiekgegevens
Selecteer ALLES LIJSTEN om alle vastgelegde trainingen en workouts te tonen.
Opmerking: Selecteer ALLES WISSEN om alle op het apparaat opgeslagen gegevens te
wissen.
De informatie die wordt weergegeven in de historiek omvat:
Ǧ datum en tijd Ǧ totale afstand van de training/workout Ǧ totaal aantal verbrande calorieën Ǧ totale tijd van de training/workout Ǧ gemiddelde records en snelste records van de training/workout
Gebruik de knop OMHOOG/OMLAAG om de gewenste functie te selecteren en druk op INVOER:
Ǧ Selecteer TRACK om de route van de training/workout te bekijken.
Inzoomen op de kaart
Uitzoomen op de kaart
#
$
-
Druk op INVOER om het diagram van de snelheid/hartslag*/cadans te tonen*.
* Alleen voor bepaalde modellen.
Ǧ Selecteer HERHALEN om terug te gaan naar het beginpunt (ACHTERUIT)
of eindpunt (VOORUIT) van de route.
Opmerking: Het kaartscherm wordt weergegeven in VOGELVLUCHT als u de track opnieuw volgt.
Ǧ Selecteer RONDES om de rondedetails op het kaartscherm te bekijken. Ǧ Selecteer VERWIJDER om de geselecteerde historiekgegevens te wissen.
12

Menu INSTELLING

Selecteer Hoofdmenu > INSTELLING om het menu INSTELLING te openen.
PRODUCT INFO
TOEBEHOREN ǦSENSOREN
ǦCARDIO Ǧ
ALARMEN ǦTIJD/AFSTAND
ǦSNELHEID ǦHARTSLAG ǦCADANS ǦPOWER ǦINSTELLING
AUTO RONDE
AUTO PAUSE
BAROMETER
KOMPAS ǦKALIBRATIE
ǦDECLINATIE ǦRICHT. VOLGEN
FABRIEKSRESET
GPS INSTELL.
KAARTMODUS
GEHEUGENSTATUS
PAGINA INST. ǦAANGEP 1/2/3/4
ǦTIJD ǦKAART ǦKOMPAS ǦLAP PAG.
PROFIELEN ǦGEBR.INFO
ǦFIETS INFO ǦWORKOUT
OPGEN. DATA
HELLING
SYS UPGRADE
SYSTEEM
Opmerking: Afhankelijk van uw Mio-model zijn sommige opties mogelijk niet beschikbaar.

Het apparaat aanpassen

Opmerking: De schermafbeeldingen en andere presentaties in dit gedeelte zijn uitsluitend informatief bedoeld. Ze kunnen afwijken van de eigenlijke schermen en presentaties terwijl u het apparaat gebruikt.
Er zijn verschillende aanpassingsopties om uw fietservaring nog te verbeteren. Met het menu INSTELLING kunt u het apparaat aanpassen, zoals de systeeminstellingen, sensorinstellingen, gebruikersprofielen, kaartinstellingen en meer.
Ǧ Gebruik de knop OMHOOG/OMLAAG om door de menu-items te bladeren.
Het geselecteerde item wordt zwart gemarkeerd.
Ǧ Druk op INVOER om de instelling te openen. De beschikbare opties worden
weergegeven. Druk op OMHOOG/OMLAAG om de gewenste functie te selecteren en druk op INVOER. Druk anders op BACK om naar de vorige pagina terug te keren.
13

PRODUCT INFO

Dit item toont de versie van het apparaat.

TOEBEHOREN

Ǧ SENSOREN: Nadat u de hartslagmonitor* en
cadans/snelheidskit* hebt geïnstalleerd, gaat u naar dit item en selecteert u SCAN voor het geïnstalleerde accessoire.
* Alleen voor bepaalde modellen.
Tijdens het scannen wordt de instelling van het item weergegeven als
SCAN
. Na afloop verandert de instelling om de koppelingsstatus aan te geven:
HARTSLAG:
HS
SNELH/CADANS:
SC
Tip: Het pictogram voor het gekoppelde accessoire verschijnt onderin het scherm om de koppelstatus aan te geven. Zie het gedeelte "Systeempictogrammen" voor meer informatie.
Ǧ CARDIO: dit item wordt gebruikt voor de
hartslagalarmfunctie. Selecteer LEEFTYD of AANGEP. om de
hartslagzone in te stellen, waarna u de waarden kunt invoeren volgens HS MAX of Percentage.

ALARMEN

Ǧ TIJD/AFSTAND: U kunt het alarm laten klinken
als de toegewezen tijd/afstand is bereikt. Selecteer in het veld TIJDSALARM EENMAAL
of HERHAAL om het alarm op elk opgegeven tijdstip eenmaal of herhaald te laten horen.
Selecteer in het veld AFSTANDSALARM EENMAAL of HERHAAL om het op elk opgegeven tijdstip eenmaal of herhaald te laten horen.
Selecteer anders UIT om het alarm uit te schakelen.
Ǧ SNELH: U kunt het alarm laten klinken als de
snelheid boven of onder de ingestelde waarde komt.
Ǧ HARTSLAG: u kunt het alarm laten klinken als de
instelling AANGEP. of HS ZONE boven of onder de ingestelde waarde komt.
Selecteer anders UIT om het alarm uit te schakelen.
Ǧ CADANS: u kunt het alarm laten klinken als de
cadans boven of onder de ingestelde waarde komt.
Selecteer anders UIT om het alarm uit te schakelen.
Ǧ INSTELLING: Selecteer de alarmmethoden
als BERICHT/PIEPTOON of SYMBOOL/ PIEPTOON.
14

AUTO RONDE

Selecteer in het veld TRIGGER, de optie AFSTAND of OP TIJD om het apparaat de ronden automatisch te laten registreren volgens de trigger-instelling.
Selecteer anders UIT om de functie uit te schakelen.

AUTO PAUSE

Met deze functie kunt u de timer automatisch pauzeren als u stopt met bewegen (BIJ HET STOPPEN) of als de snelheid onder een bepaalde waarde valt (AANGEP. SNELH.).
Tip: Tijdens de training/workout worden de gegevens niet geregistreerd bij stilstand of binnen een opgegeven snelheid zodat de gemiddelde snelheid en calorieberekening nauwkeuriger zijn.

BAROMETER

Om een nauwkeurige hoogtelezing te krijgen, wordt aangeraden om de barometer te kalibreren voodat u de training/workout start.
U kunt de barometer handmatig of automatisch kalibreren door het volgende te selecteren:
Ǧ AUTO: (standaard) het systeem kalibreert de
sensor met een GPS-signaal als het signaal betrouwbaar is. Kalibreren vindt altijd eenmalig plaats na het inschakelen.
Ǧ HANDMATIG: U kunt de gewenste gegevens
met de hand invoeren in het veld DRUK OP ZEENIV. (uw lokale zeeniveaudruk) van het officiële weer bureau. Het systeem toont de huidige hoogte overeenkomstig de ingestelde waarde.

KOMPAS

Het ingebouwde elektronische kompas kan de GPS helpen en verhoogt de nauwkeurigheid bij stilstand. Het kompas moet voor het gebruik worden gekalibreerd. Volg deze aanwijzingen om het kompas te kalibreren:
NB: Als u het ingebouwde elektronische kompas gebruikt, moet u het apparaat uit de buurt houden van objecten die magnetische velden genereren, zoals elektrische apparaten, magneten of hoogspanningsmasten. Deze kunnen het
apparaat in de verkeerde richting laten wijzen.
Ǧ KALIBRATIE: U moet kalibreren voordat u
het elektronische kompas gebruikt. Volg de instructies op het scherm om de kalibratie te voltooien.
Ǧ DECLINATIE: Het magnetische veld van de
aarde is niet helemaal symmetrisch, waadoor de magnetische pool niet is uitgelijnd met diens as. U kunt de declinatiewaarde handmatig invoeren of instellen op automatische kalibratie. We raden automatische kalibratie aan.
Selecteer anders UIT om de functie uit te schakelen.
Ǧ RICHT. VOLGEN: de richtinghoek betekent de
hoek tussen het bovenste punt van het scherm en het doelpunt. Het kompas kan zonder GPS worden gebruikt om batterijverbruik te beperken.
Loading...
+ 30 hidden pages