Het Bluetooth-woordmerk en de logo's zijn eigendom van Bluetooth SIG, Inc.
Alle merk- en productnamen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van de respectievelijke bedrijven.
Opmerking
De informatie in deze handleiding is onderhevig aan wijzigingen zonder
kennisgeving.
Inhoudsopgave
1Aan de slag........................................................................................1
Over het opladen................................................................................ 89
Over de voedingsadapter................................................................... 89
Over de batterij................................................................................... 90
iii
Voorzorgsmaatregelen
Voorzorgsmaatregelen en mededelingen
en mededelingen
Voor uw eigen veiligheid raden wij u af de bedieningselementen van het
apparaat te gebruiken tijdens het rijden.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat gebruikt. Het product is uitsluitend
bedoeld als navigatiehulpmiddel. Het is niet bedoeld om nauwkeurige
afmetingen te geven met betrekking tot de richting, de afstand, de locatie of de
topografie.
De berekende route is alleen informatief bedoeld. De gebruiker is persoonlijk
verantwoordelijk voor het opvolgen van de verkeersborden en het naleven
van de verkeersvoorschriften.
Laat het apparaat niet achter op het dashboard dat aan direct zonlicht is
blootgesteld wanneer u de auto verlaat. Oververhitting van de batterij kan
defecten en/of gevaar veroorzaken.
GPS wordt beheerd door de regering van de Verenigde Staten, die alleen
verantwoordelijk is voor de werking van GPS. Elke wijziging aan het
GPS-systeem kan de nauwkeurigheid van alle GPS-apparatuur beïnvloeden.
GPS-signalen gaan niet door vaste materialen (behalve glas). Wanneer u in
een tunnel of een gebouw bent, is de GPS-positionering niet beschikbaar.
Minimaal vier 4 GPS-satellieten zijn nodig om de huidige GPS-positie te
bepalen. De ontvangst van het signaal kan worden beïnvloed door
omstandigheden zoals slecht weer of obstakels boven uw hoofd (zoals bomen
en hoge gebouwen).
Draadloze apparaten kunnen de ontvangst van satellietsignalen storen en een
onstabiele ontvangst van het signaal veroorzaken.
v
Wanneer u het apparaat in de auto gebruikt, hebt u een autohouder nodig. Het
is aanbevolen het apparaat op een geschikte plaats te installeren en niet op de
plaatsen die in de onderstaande afbeelding worden weergegeven.
Niet monteren wanneer het
gezichtsveld van de chauffeur
geblokkeerd is.
Niet los op het dashboard
plaatsen.
Niet monteren voor de panelen
van de airbag.
Niet monteren binnen het bereik
van een geopende airbag.
vi
1 Aan de slag
1.1 Hardwarecomponenten begrijpen
OPMERKING: Afhankelijk van het gekochte model, kan de kleur van het apparaat afwijken
van de afbeeldingen in deze handleiding.
Componenten aan voor- en zijkant
RefOnderdeelBeschrijving
Laadindicator
Bluetooth-indicator aan te geven dat
Touch-screen
Het oranje lampje brandt om aan te geven dat de batterij
wordt opgeladen en het groene
batterij volledig is opgeladen.
Het blauwe lampje knippert om
Bluetooth is ingeschakeld.
Geeft de uitvoer van uw apparaat weer. Tik met uw
vingertop op het scherm om de menuopdra
selecteren, of om informatie in te voeren.
lampje brandt zodra de
chten te
1
Vermogenknop
Menuknop Geeft het startscherm Home weer.
Volumebesturing Hiermee stelt u het volumeniveau van uw apparaat bij.
Hiermee zet u het apparaat aan/uit.
Componenten aan achterkant
RefOnderdeelBeschrijving
Externe antenne-
connector
Luidspreker Stuur muziek, geluid en spraak uit.
Holte voor polsriem Aan deze holte bevestigt u de polsriem.
Deze connector (onder rubberen stoflid) geeft de
mogelijkheid om een optionele externe GPS-antenne met
magnetische stand te gebruiken, die boven op de auto kan
worden geplaatst om in gebieden met slechte ontvangst,
het GPS-signaal beter te ontvangen.
2
Componenten aan bovenkant
RefOnderdeelBeschrijving
GPS-antenne Ontvangt signalen van de GPS-satellieten in de lucht. Zorg dat
n
SD/MMC-slot Accepteert een SD (Secure Digital) of MMC
o
er geen obstakels tussen de antenne en de lucht bestaan.
(MultiMediaCard) -kaart voor toegang tot gegevens zoals
MP3-muziek.
Componenten aan onderkant
RefOnderdeelBeschrijving
Reset-knop Hiermee start u uw apparaat opnieuw (zachte reset).
n
Hoofdtelefoon-
o
connector
TMC-aansluiting Aan te sluiten op de TMC-antenne (Traffic Message
Mini-USB-connectorHier sluit u op de AC-adapter of USB-kabel aan.
p
AAN/UIT-schakelaar De hoofdschakelaar voor om vermogen/batterij aan/uit te
q
Hier sluit u de stereo-hoofdtelefoons aan.
Channel) om TMC-informatie te ontvangen.
schakelen.
3
1.2 De eerste keer starten
1. Gebruik de punt van een pen en schuif de schakelaar AAN/UIT (ON/OFF)
naar de positie AAN (ON).
VOORZICHTIG: Laat de AAN/UIT-schakelaar (ON/OFF) altijd in de AAN-positite (ON) voor
normale besturing.
2. Uw apparaat gaat aan. Sluit onmiddellijk de AC-adapter aan om uw apparaat
op te laden, zoals in de volgende paragraaf wordt beschreven.
3. Het scherm "Andere taal" verschijnt. Tik op de pijlknop links/rechts om de
gewenste taal te selecteren. Tik daarna op de knop
.
4. Het scherm "Datum&tijd" verschijnt. Tik op de juiste pijlknop om de
tijdzone, datum en tijd te selecteren en tik daarna op de knop
.
4
5. Het startscherm verschijnt. U kunt nu uw apparaat gebruiken.
5
1.3 Op het AC-vermogen aansluiten en de batterij
opladen
Als u de batterij voor de eerste keer oplaadt, moet u het minstens gedurende 8 uur
opladen.
1. Schuif en klik de AC-converter op de AC-adapter.
2. Sluit de adapterkabel op de onderkant van uw apparaat aan.
3. Steek de AC-adapter in een stopcontact.
4. Het oranje lampje van de laadindicator brandt tijdens het opladen. Totdat de
batterij niet volledig is opgeladen, mag u niet uw apparaat van het
AC-vermogen verwijderen. Zodra de batterij volledig is opgeladen, zal het
groene lampje van de laadindicator branden. Het opladen kan enige uren duren.
OPMERKING:
Nadat u de AC-adapter hebt aangesloten om een lege batterij op te laden, mag u niet
onmiddellijk uw apparaat aanzetten. Wacht minstens een minuut.
Afhankelijk van de regio van aankoop, kan het zijn dat de AC-converter er niet hetzelfde
uitziet als de getoonde afbeelding.
Uw apparaat kan ook worden opgeladen door het met de USB-kabel op een PC aan te
sluiten.
OPMERKING: let op het volgende voor een optimale prestatie van de lithiumbatterij:
Laad de batterij niet op bij een hoge temperatuur (bijv. in direct zonlicht).
U hoeft de batterij niet eerst volledig te ontladen voordat u begint met het opladen. U kunt
de batterij opladen voordat deze leeg is.
Als u het product gedurende langere tijd niet zult gebruiken, moet u de batterij minstens
elke twee weken volledig opladen. Het overladen van de batterij kan de laadprestatie
beïnvloeden.
6
1.4 Uw apparaat in een auto gebruiken
Met uw apparaat worden een apparaathouder en auto-oplader meegeleverd.
De raamstand gebruiken
Gebruik de apparaathouder om uw apparaat
in een voertuig te monteren. ZOrg dat de
GPS-antenne niet wordt geblokkeerd voor
ontvangst. (Raadpleeg het document dat met
de apparaathouder wordt meegeleverd, voor
de installatie-instructies.)
OPMERKING:
Afhankelijk van het specifieke model dat u hebt gekocht, kan het zijn dat de
apparaathouder er niet hetzelfde uitziet als op de afbeelding wordt getoond.
Als de voorruit van de auto met een reflectieve laag is getint, kan het zijn dat u een externe
antenne (optioneel) nodige hebt, om de antenne via een raam bovenop de auto te leiden.
De auto-oplader aansluiten
De auto-oplader levert vermogen aan uw apparaat als u het in een auto gebruikt.
VOORZICHTIG: Om uw apparaat tegen plotselinge stroomschommelingen te beschermen,
mag u de auto-oplader pas aansluiten nadat u de motor van de auto hebt gestart.
1. Sluit een uiteinde van de auto-oplader op
de vermogenconnector van uw apparaat
aan.
Naar sigarettenaansteker.
2. Sluit het andere uiteinde op de 12-volt
sigarettenaansteker of op de
vermogenpoort aan en laad uw apparaat
op. Het groene lampje van de indicator
op de auto-oplader brandt om aan te
geven dat er vermogen aan uw apparaat
wordt geleverd.
7
1.5 Richtlijnen voor besturing
Aan- en uitzetten
Gebruik de vermogenknop ( ) om uw apparaat aan
en uit te zetten.
Als u op de vermogenknop drukt om de eenheid uit te
zetten, komt uw apparaat in een wachtstatus en het
systeem houdt op met werken. Als u het systeem
aanzet, gaat het verder met werken.
Het apparaat besturen
Om uw apparaat te besturen, raakt u met uw vingertop het scherm aan. U kunt de
volgende handelingen uitvoeren:
Tikken
Raak het scherm eenmaal met uw
vingertop aan om items te openen en
knoppen of opties op het scherm te
selecteren.
Slepen
Houdt uw vingertop op het scherm en
sleep het omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts of over het scherm.
Tikken en vasthouden
Tik op het scherm en houdt uw vingerpunt
daar totdat de handeling is voltooid, of tot
er een resultaat of menu wordt
weergegeven.
8
Startscherm
De eerste keer dat u uw apparaat inschakelt, wordt het startscherm weergegeven.
Het startscherm is uw startpunt voor verschillende taken. Tike op een knop om
een taak te starten, of om een ander menu te openen.
U hebt op elk moment toegang tot het startscherm door op de zijkant van uw
apparaat op de knop Menu (
) te drukken.
Ref KnopnaamBeschrijvingZie ook
Contacten Hier houdt u een lijst met namen, adressen en
Rekenmachine
(Calculator)
Mio Map Start de navigatiesoftware. Raadpleeg de
MP3 Speelt MP3-muziek af. Hoofdstuk 4
Foto’s Geeft foto's weer (.jpg-, .gif-
Instellingen Hiermee past u de systeeminstellingen aan. Hoofdstuk 6
telefoonnummers bij.
Levert basisfuncties voor rekenen,
valutaconversie en maatconversie.
en .bmp-indelingen).
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
met de software
meegeleverde
handleiding.
Hoofdstuk 5
9
Een SD/MMC-kaart gebruiken
Uw apparaat is voorzien van een
SD/MMC-sleuf waarin u een optionele Secure
Digital- of MultiMediaCard- geheugenkaart
kunt plaatsen.
Om een SD/MMC-kaart te gebruiken, plaatst u
de kaart in de sleuf met de connector naar de
sleuf en het label naar de voorkant van het
apparaat gericht.
Als u een kaart wilt verwijderen, moet u eerst
controleren of er geen toepassingen gebruik
maken van de kaart. Duw vervolgens
voorzichtig op de bovenste rand van de kaart
om deze te ontgrendelen en trek de kaart uit de
sleuf.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat er geen vreemde objecten in de sleuf terechtkomen.
Bewaar een SD- of MMC-kaart in een goed beschermde doos om stof en vocht te
vermijden als u de kaart niet gebruikt.
10
2 Contacten
2.1 Contacten starten en afsluiten
Met Contacten kunt u een lijst van namen, adressen en telefoonnummers
bijhouden.
OPMERKING: Als u op uw computer contactinformatie met Microsoft Outlook hebt gemaakt,
kunt u deze informatie naar uw apparaat kopiëren. (Raadpleeg Hoofdstuk 9 voor informatie.)
Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten. De
contactenlijst wordt weergegeven.
Om het programma te verlaten, tikt u op
11
.
2.2 De contactenlijst gebruiken
Nadat u Contacten hebt gestart, wordt de contactenlijst weergegeven. Hier
worden de namen en telefoonnummers (bij verstek mobiele telefoonnummers)
van uw contacten weergegeven.
U kunt de verschillende knoppen op het scherm gebruiken om een contact te
zoeken, naar een contactadres te navigeren, naar een contact te bellen, enzovoorts.
Tik een van de alfabetreeksen aan om snel
een contactpersoon te vinden.
Navigeer naar het adres van
de geselecteerde
contactpersoon.
Tik tweemaal aan
om het beknopt
overzicht van een
contactpersoon te
tonen.
Tik aan om door de lijst te rollen.
Bel de geselecteerde
contactpersoon.
Voeg contactpersoon toe.
Verwijder de geselecteerde
contactpersoon.
Verlaat het programma.
2.3 Het beknopte scherm
In de contactenlijst tikt u tweemaal op een contact om het beknopte scherm van
het contact weer te geven.
12
Terug
Tik aan om door de
invoervelden te rollen.
2.4 Naar een contactadres navigeren
U kunt een adres van een contact als uw GPS-navigatiedoel instellen.
1. Tik op het startscherm op de knop
2. In de contactenlijst selecteert u het gewenste contact en daarna tikt u op
3. Tik op
werkadres te selecteren.
om het huisadres te selecteren, of op om het
Contacten om het programma te starten.
.
4. Het navigatieprogramma start. (Raadpleeg het document dat met de
navigatiesoftware wordt meegeleverd, voor meer informatie.)
13
2.5 Een contact opbellen
OPMERKING: Er wordt een mobiele telefoon met de ondersteuning voor de
Bluetooth®-aansluiting vereist.
1. Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten.
2. In de contactenlijst selecteert u het gewenste contact en tikt u op
3. Tik op
het mobiele telefoonnummer te bellen.
om het huisnummer, het werknummmer, of
.
4. Het Dialer-programma start. (Raadpleeg Hoofdstuk 7 voor meer informatie.)
14
2.6 Contacten beheren
Een contact toevoegen
1. Tik op het startscherm op de knop Contacten om het programma te starten.
2. Tik op
3. Tik tweemaal op een invoerveld. Het zachte toetsenpaneel wordt
weergegeven.
.
4. Gebruik het zachte toetsenpaneel om de informatie in het veld te voeren en tik
op
OK.
15
Tik het zacht
toetsenbord aan om
tekst en getallen in te
geven.
hoofdletters en kleine letters.
Schakel om tussen
Zet accenttekens (umlauts)
aan/af.
Schakel over naar numerieke
toetsen.
5. Voer de informatie in andere velden, zoals de adres- en
telefoonnummervelden in. U moet naar beneden schuiven om alle
beschikbare velden te zien.
6. Tik op
terug te keren.
16
om de contactinformatie op te slaan en naar de contactenlijst
Een contact bewerken
Om contactinformatie te wijzigen, gaat u als volgt te werk:
1. In de contactenlijst tikt u tweemaal op het contact om het beknopte scherm te
openen.
2. Tik tweemaal op het veld dat u wilt bewerken en gebruik het zachte
toetsenpaneel om te bewerken.
3. Tik op
om de wijzigingen op te slaan.
Een contact verwijderen
In de contactenlijst selecteert u het contact dat u wilt verwijderen en daarna tikt u
op
17
.
3 Rekenmachinge
3.1 De rekenmachine starten en afsluiten
De Rekenmachine levert drie modi: Rekenmachine, Valuta en Conversie. U
kunt deze modi gebruiken om
maatconversie uit te voeren.
basisfuncties voor rekenen, valutaconversie en
Tik op het startscherm op de knop
starten.
Het scherm van de rekenmachine wordt weergegeven. Om naar een andere modus
over te schakelen, tikt u op een van de knoppen in de rechterbovenhoek van het
scherm.
Rekenmachine (Calculator) om het programma te
19
Schakel over naar
rekentoestelmodule.
Schakel over naar
valutamodule.
Schakel over naar
conversiemodule.
Verla
Om het programma te verlaten, tikt u op
.
3.2 De modus Rekenmachine gebruiken
De modus Rekenmachine (Calculator) laat u een van de standaardhandelingen
uitvoeren, waar u normaal een handrekenmachine voor zou gebruiken.
Als u momenteel niet in de modus Rekenmachine bent, tikt u op de knop
Tik op het numerieke toetsenpaneel om nummers en wiskundige symbolen in te
voeren. Daarna tikt u op de knop
om het resultaat te genereren.
.
20
Rekenmachinegeheugen
Geheugenaanwijze
Geheugentoetsen
BedieningsknopNaam Beschrijving
Geheugen
annuleren
Geheugen
terugroepen
Geheugen plus Voegt de huidige waarde aan de waarde in het
Geheugen minus Haalt de huidige waarde van de waarde in het
Verwijdert de waarde uit het geheugen.
Geeft de waarde in het geheugen weer.
geheugen toe.
geheugen af.
3.3 De valutamodus gebruiken
Gebruik de modus Valuta om de valuta om te zetten. U kunt ook de wisselkoers
bewerken.
1. Start het programma Rekenmachine zoals in paragraaf 3.1 wordt beschreven.
2. Tik op
21
om naar de modus Valuta te schakelen.
3. Tik op de pijl omlaag naast het invoerveld om een valutalijst weer te geven en
selecteer de valuta die u wilt omzetten. Als u een valuta hebt geselecteerd,
wordt in de linkerbovenhoek van het invoerveld de afkorting van de valuta
weergegeven.
Inputveld
Valuta aanwijzer.
Valuta schuiflijst.
Schuifbalk
4. Tik op de pijl omlaag naast het uitvoerveld om een valutalijst weer te geven
en selecteer de valuta waarheen u wilt omzetten. Zodra u een valuta hebt
geselecteerd, wordt er in de linkerbovenhoek van het uitvoerveld de afkorting
van de valuta weergegeven.
22
Loading...
+ 68 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.