Over het voedingsapparaat..............................................................81
Over de batterij.................................................................................82
iii
Voorwoord
Voorzorgsmaatregelen en mededelingen
Voor uw eigen veiligheid raden wij u af de bedieningselementen van het
apparaat te gebruiken tijdens het rijden.
Wees voorzichtig wanneer u het apparaat gebruikt. Het product is
uitsluitend bedoeld als navigatiehulpmiddel. Het is niet bedoeld om
nauwkeurige afmetingen te geven met betrekking tot de richting, de afstand,
de locatie of de topografie.
De berekende route is alleen informatief bedoeld. De gebruiker is
persoonlijk verantwoordelijk voor het opvolgen van de verkeersborden en
het naleven van de verkeersvoorschriften.
Laat het apparaat niet achter op het dashboard dat aan direct zonlicht is
blootgesteld wanneer u de auto verlaat. Oververhitting van de batterij kan
defecten en/of gevaar veroorzaken.
GPS wordt beheerd door de regering van de Verenigde Staten, die alleen
verantwoordelijk is voor de werking van GPS. Elke wijziging aan het
GPS-systeem kan de nauwkeurigheid van alle GPS-apparatuur
beïnvloeden.
GPS-signalen gaan niet door vaste materialen (behalve glas). Wanneer u in
een tunnel of een gebouw bent, is de GPS-positionering niet beschikbaar.
Minimaal vier 4 GPS-satellieten zijn nodig om de huidige GPS-positie te
bepalen. De ontvangst van het signaal kan worden beïnvloed door
omstandigheden zoals slecht weer of obstakels boven uw hoofd (zoals
bomen en hoge gebouwen).
Draadloze apparaten kunnen de ontvangst van satellietsignalen storen en
een onstabiele ontvangst van het signaal veroorzaken. Wij raden u aan een
v
autoantenne te gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar) voor een betere
ontvangst van het signaal.
Wanneer u het apparaat in de auto gebruikt, hebt u een autohouder nodig.
Het is aanbevolen het apparaat op een geschikte plaats te installeren en niet
op de plaatsen die in de onderstaande afbeelding worden weergegeven.
Niet monteren wanneer het
gezichtsveld van de chauffeur
geblokkeerd is.
Niet los op het dashboard
plaatsen.
Niet monteren voor de panelen van
de airbag.
Niet monteren binnen het bereik van
een geopende airbag.
Over deze handleiding
Deze gebruikshandleiding bevat instructies voor het gebruik van het apparaat en
de verwante toepassingen:
Het apparaat gebruiken (hoofdstuk 1 tot 3)
Deze hoofdstukken helpen u bij het inschakelen van uw apparaat, geven u
de basisvaardigheden om uw apparaat te gebruiken en beschrijven het
aanpassen van de systeeminstellingen.
Hulpmiddelen gebruiken (hoofdstuk 4 tot 7)
−Mio Transfer
beschrijft het gebruik van Mio Transfer, een hulpprogramma waarmee u
gegevens kunt overdragen en herstellen.
−MP3-speler
beschrijft hoe u MP3-bestanden op uw apparaat kunt afspelen.
− Beeld viewer
beschrijft hoe u met de plaatjeskijker foto’s kunt bekijken op uw
apparaat.
vi
−Contacten
beschrijft hoe u Contacten kunt gebruiken om uw contactpersonen weer
te geven en te beheren.
− Rekenmachine
beschrijft hoe u met de rekenmachine elementaire berekeningen kunt
maken en valuta en maten kunt omrekenen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van Mio Map die op de Map-cd is geleverd
voor richtlijnen voor het gebruik van de Navigator.
vii
1 Aan de slag Aan de slag
In dit hoofdstuk wordt u stapsgewijs uitgelegd hoe u het apparaat voor de eerste In dit hoofdstuk wordt u stapsgewijs uitgelegd hoe u het apparaat voor de eerste
keer kunt opstarten en leert u kennismaken met de onderdelen van het apparaat.
keer kunt opstarten en leert u kennismaken met de onderdelen van het apparaat.
1.1 De eerste keer opstarten 1.1 De eerste keer opstarten
1. hakelaar ON/OFF (AAN/UIT) in
1. hakelaar ON/OFF (AAN/UIT) in
Trek de pen uit en gebruik deze om de scTrek de pen uit en gebruik deze om de sc
de stand ON(AAN) (re
de stand ON(AAN) (re
LET OP: Laat de s
LET OP: Laat de s
normaal gebruik.
chts) te plaatsen.
chts) te plaatsen.
chakelaar ON/OFF (AAN/UIT)altijd in de positie ON (AAN) voor
chakelaar ON/OFF (AAN/UIT)altijd in de positie ON (AAN) voor
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, dient u het aan te
2.
sluiten op een externe wisselstroombron om de instellingen te definiëren.
Hierdoor zal de voeding naar het apparaat niet worden onderbroken tijden
het gebruik. (zie hoofd
van de wisselstroom.)
3.
Het scherm Taal omschakelen wordt geopend. Uw systeem kan diverse
talen ondersteunen, afhankelijk van het land van aankoop. Als u in een
woont waar meerdere talen worden gesproken, kunt u op jl naar
stuk 1.2 voor meer informatie over het aansluiten
de pi
s
land
1
links/naar rechop ts tikken om een taal te selecteren. Tik
om door te
gaan.
OPMERKING: Als er meerdere talen beschikbaar zijn, kunt u de taal op een later tijdstip
wijzigen door te tikken op Instellingen Taal omschakelen. Zie paragraaf 3.7 voor
meer informatie.
4. Het scherm Datum & Tijd verschijnt. Tik op de pijlknop om de tijdzone, de
datum en de tijd voor
uw systeem te selecteren. Tik vervolgens op
om
door te gaan.
OPMERKING: U kunt de tijdzone, de datum en de tijd op een later tijdstip wijzigen door te
tikken op Instellingen Datum&Tijd. (Zie paragraaf 3.6 voor meer informatie.)
5. Het systeem voert de opstartroutine uit.Wacht een of twee minuten tot d
installatie is voltooide .
6. Het startscherm verschijnt, zoals hieronder weergegeven. U kunt nu uw
apparaat gebruiken.
2
3
1.2 Aansluiten op de wisselstroom en de batterij
r
opladen
OPMERKING: afhankelijk van het land van aankoop, kan de convertor er niet altijd
precies zo uitzien als de convertor in de afbeelding.
1. Sluit de convertor aan op de voedingsadapter.
2. Sluit het gelijkstroomuiteinde van de voedingsadapter aan op de onderkant
van uw apparaat. ()
3. Stop het andere uiteinde van de voedingsadapter in het stopcontact. ()
Ladingsindicator
Converte
De ladingsindicator wordt oranje tijdens het opladen. Koppel het apparaat niet
los van de wisselstroom tot de batterij volledig is opgeladen. Op dat ogenblik
verandert de indicator van oranje naar groen. Dit zal enkele uren duren.
OPMERKING: let op het volgende voor een optimale prestatie van de lithiumbatterij:
Laad de batterij niet op bij een hoge temperatuur (bijv. in direct zonlicht).
U hoeft de batterij niet eerst volledig te ontladen voordat u begint met het opladen. U
kunt de batterij opladen voordat deze leeg is.
Als u het product gedurende langere tijd niet zult gebruiken, moet u de batterij minstens
elke twee weken volledig opladen. Het overladen van de batterij kan de laadprestatie
beïnvloeden.
4
1.3 Het apparaat in een voertuig gebruiken
Een autohouder en een autolader worden met het apparaat geleverd.
De autohouder gebruiken
LET OP:
Kies een geschikte plaats voor de autohouder. Plaats de houder nooit op een locatie
waar het gezichtsveld van de chauffeur wordt geblokkeerd.
Als de voorruit van de auto getint glas heeft, raden wij u aan een autoantenne
(afzonderlijk verkrijgbaar) te gebruiken die van op het dak van de auto, door de ruit,
wordt geleid. Zorg ervoor dat de antenne niet gekneld raakt wanneer u het raampje
sluit. (Bij auto’s met een antiblokkeersysteem zal het raampje automatisch de nodige
De autohouder bestaat uit een beugel en een voet. Gebruik de autohouder om het
apparaat dicht bij de voorruit te monteren. (Raadpleeg de handleiding die bij de
autohouder is geleverd voor montage-instructies.)
ruimte laten.)
OPMERKING: De autohouder op de afbeelding is alleen als voorbeeld bedoeld. Het is
mogelijk dat uw autohouder er anders uitziet.
5
De autolader aansluiten
r
Wanneer u het apparaat in de auto gebruikt, wordt de voeding geleverd door de
autolader.
LET OP: Om het apparaat tegen plotselinge spanningspieken te beschermen, mag de
lader pas worden aangesloten nadat de motor is gestart.
1. Sluit het ene uiteinde van de autolader aan op de voedingsaansluiting van
het apparaat.
2. Sluit het andere uiteinde aan op de sigarettenaansteker van de auto. Het
lampje van de autolader wordt groen om aan te geven dat het apparaat
stroom krijgt.
Naar sigarettenaansteker
6
Voedingsindicato
1.4 Kennismaken met de hardwarefuncties
OPMERKING: Afhankelijk van het gekochte model, kan de kleur van het apparaat
afwijken van de afbeeldingen in deze handleiding.
Onderdelen op de voorzijde
Ref Onderdeel Beschrijving Zie ook
Aanraakscherm
Knop Dempen
Navigatiepad
Knop Terug
Ladingsindicator
Hardwareknoppen
Geeft de uitvoer van het apparaat weer.
Tik met de pen op het scherm om
menuopdrachten te selecteren of
informatie in te voeren.
Schakelt het geluid in en uit. Paragraaf 2.2
Ga naar boven, beneden, links of rechts
door op het overeenkomstige gebied op
het pad te drukken.
Selecteren door in het midden te
drukken.
Keert terug naar het vorige scherm. Paragraaf 2.2
Wordt oranje als de batterij wordt
opgeladen en groen als de batterij
volledig is opgeladen.
Knop Startscherm
Knop Bestemming
Paragraaf 2.2
Paragraaf 1.2
Paragraaf 2.2
7
Luidspreker
Knop inzoomen
Knop Uitzoomen
Zendt muziek, geluiden en spraak uit.
Onderdelen op de achterzijde
Ref OnderdeelBeschrijvingZie ook
AAN/UITschakelaar
Aansluiting
autoantenne
Schakelt het apparaat in en uit.
Onder de rubberkap is een aansluiting
voorzien voor de GPS-autoantenne. Met de
antenne op het dak van de auto bent u
verzekerd van een betere signaalontvangst.
Paragraaf
1.1
8
Onderdelen op de linkerzijde
Ref OnderdeelBeschrijvingZie ook
Volumeregeling
Voedingsknop
Past het volumeniveau van uw apparaat aan. Paragraaf 2.2
Schakelt het apparaat in en uit. Paragraaf 2.1
Onderdelen op de rechterzijde
Ref OnderdeelBeschrijvingZie ook
Pen
Aansluiting
hoofdtelefoon
Knop Reset
Tik op het aanraakscherm om selecties te
maken en informatie in te voeren. Trek de
pen uit de sleuf om hem te gebruiken en
plaats hem na gebruik terug.
Voor het aansluiten van een stereo
hoofdtelefoon.
Start het apparaat opnieuw op. Paragraaf 9.1
Paragraaf 2.2
9
Onderdelen aan de bovenzijde
Ref OnderdeelBeschrijvingZie ook
GPS-ontvanger
SD/MMC-sleuf
Ontvangt signalen van de GPS-satellieten.
Zorg voor goed gezichtsveld op de hemel.
Accepteert een SD- (Secure Digital)kaart
voor toegang tot gegevens zoals kaarten en
MP3-muziek.
Paragraaf 2.4
Onderdelen aan de onderzijde
OnderdeelBeschrijvingZie ook
Voedingsaansluiting
Mini-USB-aansluiting
10
Wordt aangesloten op de
voedingsadapter.
Maakt een verbinding met uw
computer voor de
gegevensoverdracht of verbindt met
een optionele TMC-adapter voor het
ontwijken van
verkeerstopstoppingen.
Paragraaf 1.2
Hoofdstuk 4
2 Basisvaardigheden Basisvaardigheden
In dit hoofdstuk maakt u kennis met de basisfuncties In dit hoofdstuk maakt u kennis met de basisfuncties van uw apparaat zoals het
startscherm en de hardwareonderdelen.
startscherm en de hardwareonderdelen.
2.1 Het apparaat in- en uitschakelen
2.1 Het apparaat in- en uitschakelen
Gebruik de voedingsGebruik de voedings
en uit te schakelen.
en uit te schakelen.
Als u de voedingsknop indrukt om het apparaat uit te schakelen
Als u de voedingsknop indrukt om het apparaat uit te schakelen
gaat uw apparaat in stand-by en stopt het systeem. Zodr
gaat uw apparaat in stand-by en stopt het systeem. Zodr
systeem opnieuw inschakelt, wordt de werking hervat.
systeem opnieuw inschakelt, wordt de werking hervat.
knop op de zijkant van uw apparaat om het in
knop op de zijkant van uw apparaat om het in
van uw apparaat zoals het
,
,
a u het
a u het
Startscherm
Wanneer u het apparaat voor de eerste keer inschakelt, wordt het startscherm
geopend, zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding. Het startscherm
uw vertrekpunt voor diverse taken. Tik e
starten of open een ander menuscherm.
en knop aan om een toepassing te
is
11
Ref KnopnaamBeschrijvingZie ook
Navigatie
Multimedia
Hulptoepas-
singen
Instellingen
Start het navigatieprogramma.
Hiermee kunt u de MP3-muziek en
filmen afspelen en de foto’s bekijken.
Hiermee kunt u uw contacten bekijken
en beheren en de rekenmachine
gebruiken.
Hiermee kunt u de instellingen
aanpassen volgens uw eigen
behoeften.
Gebruiksaanwijzing
Mio Map
Hoofdstuk 5~7
Hoofdstuk
8 ~9
Hoofdstuk 3
2.2 Het apparaat bedienen
U kunt het apparaat bedienen met de hardwareknoppen en/of de pen.
De hardwareknoppen gebruiken
KnopNaam BeschrijvingZie ook
Dempen
Terug
Thuis
Schakelt het geluid in en uit.
Keert terug naar het vorige scherm.
Niet in navigator:
keert terug naar het startscherm.
Paragraaf
2.1
12
Bestemming
Inzoomen
Uitzoomen
In Navigator:
Navigeert naar uw huisadres als u dat hebt in
gesteld.
Keert terug naar het hoofdscherm van de
navigatie als u het navigatieprogramma
gebruikt.
Vergroot de schaal van de kaart.
Verkleint de schaal van de kaart.
Het navigatiepad gebruiken
Met het navigatiepad kunt u in een menu omhoog,
omlaag, naar links en naar rechts gaan.
Gebruiksaa
nwijzing
Mio Map
Gebruiksaa
nwijzing
Mio Map
Omhoog
Om in een bepaalde richting te gaan, drukt u op de
Links
Recht
overeenkomstige kant van de knop. Om het
geselecteerde object te activeren, drukt u in het midden
van de knop.
Omlaag
De afstandsbediening gebruiken
Uw apparaat werd met een afstandsbediening geleverd. De knoppen op de
afstandsbediening stemmen overeen met de knoppen op het apparaat. Bekijk het
eerder genoemde overzicht van de hardwareknoppen voor een beschrijving van
elke knop.
13
Deze knop is
voorbehouden voor
toekomstig gebruik.
De volumeregeling gebruiken
Het systeem biedt 10 volumeniveaus (van gedempt tot maximum). Als u de
volumeregeling op de linkerzijde van het apparaat gebruik om het volume aan te
passen, worden een of meerdere balken weergegeven op het scherm om het
huidige volumeniveau aan te geven.
Het volume verhogen
Draai de volumeregeling omhoog en laat de knop los.
Telkens wanneer u de regelknop draait en loslaat, wordt het
volume met één niveau verhoogd.
Het volume verlagen
Draai de volumeregeling omlaag laat de knop los. Telkens
wanneer u de regelknop draait en loslaat, wordt het volume
met één niveau verlaagd.
14
De pen gebruiken
De pen is uw invoerapparaat. U gebruikt hem om te navigeren en objecten op
het scherm te selecteren.
Trek de pen uit de sleuf en trek hem uit voor meer gebruikscomfort. Stop de pen
in de sleuf wanneer u deze niet gebruikt.
U kunt de pen gebruiken voor de volgende acties:
Tikken
Tik eenmaal met de pen op het scherm om items te openen of opties te
selecteren.
Slepen
Houd de pen op het scherm en sleep deze omhoog/omlaag/naar links/naar
rechts of over het scherm.
Tikken en houden
Tik en houd de pen op een item om een lijst met beschikbare acties voor dit
item weer te geven. Tik op de actie die u wilt uitvoeren in het pop-upscherm
dat wordt weergegeven.
15
2.3 Het batterijvermogen beheren
Een volledig opgeladen batterij kan voeding bieden voor 4 tot 5uur. De
werkelijke bedrijfstijd is echter afhankelijk van de manier waarop u het apparaat
gebruikt. U kunt het resterende batterijvermogen regelmatig controleren door te
tikken op
Het resterende vermogen wordt weergegeven in een statusbalk in het scherm
Voeding. (zie paragraaf 3.5 voor meer informatie.)
Sommige bewerkingen, zoals een helderder LCD-scherm, hogere
volume-instellingen en het ontvangen van GPS-signalen, verbruiken meer
batterijvermogen dan andere. Volg de stroombesparende tips om
batterijvermogen te sparen:
Verminder de helderheid van het LCD door te tikken op Instellingen
Verlaag het volume door te tikken op Instellingen Volume. (Zie paragraaf
Stel een timer in om het apparaat automatisch uit te schakelen als het niet
Instellingen Voeding.
Backlight. (Zie paragraaf 3.2 voor de details.)
3.3 voor de details.)
wordt gebruikt door te tikken op
voor de details.)
Instellingen Voeding. (Zie paragraaf 3.5
Waarschuwing en actie bij laag batterijvermogen
Het scherm Batterijwaarschuwing verschijnt als het batterijvermogen minder
dan 25 % is. Als dat gebeurt, tik dan
Sluit dan uw apparaat aan op externe wisselstroom om de batterij op te laden.
16
OK aan en sla onmiddellijk uw gegevens op.
Als u de batterij niet oplaadt, hangt de nog overblijvende werkingsduur af van
waar u uw apparaat voor gebruikt. U hebt dan nog 50 minuten tot een uur over
voor normaal gebruik.
Als er nog slechts 5 % van het vermogen overblijft, verschijnt weer een
waarschuwing die verder gebruik van het apparaat verhindert tot u de batterij
terug oplaadt.
2.4 Een SD/MMC-kaart gebruiken
Uw apparaat is voorzien van een SD/MMC-sleuf waarin u een optionele Secure
Digital- of MultiMediaCard- opslagkaart kunt plaatsen.
OPMERKING:
Zorg ervoor dat er geen vreemde objecten in de sleuf terechtkomen.
Bewaar een SD- of MMC-kaart in een goed beschermde doos om stof en vocht te
vermijden als u de kaart niet gebruikt.
17
Om een SD/MMC-kaart te gebruiken, plaatst u de kaart in de sleuf met de
connector naar de sleuf en het etiket naar de voorkant van het apparaat gericht.
Als u een kaart wilt verwijderen, moet u eerst controleren of er geen
toepassingen gebruik maken van de kaart. Duw vervolgens voorzichtig op de
bovenste rand van de kaart om deze vrij te geven en trek de kaart uit de sleuf.
18
Loading...
+ 64 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.