5.2Wanneer een foutcode aangegeven wordt... ...........................5-12
IVZ-2Di251f/Di351f
Inleiding
1Inleiding
1.1Aanwijzingen bij deze verkorte handleiding
Deze verkorte handleiding moet u snel hulp bieden bij het dagelijkse
gebruikvanuwmultifunctionele machine.Bijde beschreven functiesgaat
hetomeen selectievanvaakgebruiktemachine-functies.Eenuitgebreide
en gedetailleerde beschrijving bij alle machine-functies en bij de
accessoires vindt u in de bijgeleverde gebruiksaanwijzing.
Deze verkortehandleidingvervangtingeen geval de gebruiksaanwijzing.
Lees in elkgevaldehandleidingzorgvuldigdoor voordatuuwmachine in
gebruik neemt. Houd de handleiding altijd bij de hand.
1.2Het veilig omgaan met uw machine
WAARSCHUWING
Schade aan de gezondheid, elektrischeschokken en zelfs brand kunnen
het gevolg zijn van een ondeskundige bediening.
➜ Lees de handleidingzorgvuldig doorvoordatuuwmachineingebruik
neemt.
➜ Neem in elk geval de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing voor het
veilige gebruik van uw machine i n acht.
1
Di251f/Di351f1-1
1
1.3Indicaties op het touchscreen
De drie standaarddisplays
Wanneer u het machine inschakelt of reset, wordt het standaard display
getoond. Drie standaard displays staan ter beschikking.
Standaard-displayIndicatie op het Touch Screen
Auto
Het machine herkent
aan de invoer via de
cijfertoetsenofuwilt
kopiëren of faxen.
Kopieermachine
Het machine bevindt
zich in de
kopieermodus.Ukunt
kopieerfuncties
uitvoeren.
Inleiding
Fax
Het machine bevindt
zich in de faxmodus. U
kunt faxfuncties
uitvoeren.
1-2Di251f/Di351f
Inleiding
1
Belangrijke symbolen op het display
DisplayBetekenis
ScannenHet documentwordtingelezen.
Wachten op kiesherhaling Het machine wacht op dekiesherhaling.
KiezenFaxnummer wordtgekozen.
OntvangenHet machineontvangt een fax.
VerzendenEen fax wordt verzonden.
KopiërenKopieën worden gemaakt.
AfdrukkenAfdrukken wordengemaakt.
Beveiligd documentIn de postbus ligt een beveiligd
Wacht op opvraagHet machine wachtopeenopvraag.
Meervoudig verzendenEen document is als meervoudige
Ontvang gegevensvanPCGegevenswordendoor de PC in het
Wacht op afdrukopdrachtEen document wordtvoorafdrukken
Automatische ontvangst
UIT
Geen papierPlaats papier.
Geen tonerVervang de tonerpatroon.
Cartridge verbruiktVervang de imaging cartridge.
OnderhoudNeem contact op met de leverancier
ToegangsbeperkingHet machine staatpas na invoer van
document.
verzendingopgeslagen.
machine geladen.
in het geheugen.
voorbereid.
Hetmachineis ingesteldop handmatige
ontvangst.
voor regulieronderhoud.
een pincode ter beschikking.
Di251f/Di351f1-3
1
1.4Papier bijvullen
Wanneer de momenteel gebruikte papierlade leeg is . . .
G verschijnt op het Touch Screen een melding.
G wordt de actuele opdracht onderbroken.
G knippert de lege papierlade.
➜ Vul het papier in de betreffende papierlade bij. Meer informatie
hierover treft u aan op de volgende pagina's.
Inleiding
✎
Iets niet gevonden?
Meer gedetailleerde beschrijvingen vindt u in de bijgeleverde
gebruiksaanwijzing.
VOORZICHTIG
Storing van het machine door o ndeskundige bediening!
Dooraanraking vandeinvoerrol indepapierladekanhetoppervlak ervan
vuil worden. Verkeerd ingetrokken papier kan het gevolg zijn.
➜ Raak de invoerrol niet aan.
1-4Di251f/Di351f
Inleiding
Papierlade 1 vullen
Papierlade 1 is een universele papierlade.
De universele papierladen kunt u instellen op diverse papierformaten.
Trek de papierlade voorzichtig tot
1
de aanslag uit.
Druk de papierplaat naar beneden
2
tot deze vastklikt.
Invoerrol
1
Plaats het papier tussen de
3
papiergeleiders.Plaats het papier
met de te bedrukken zijde naar
boven.
Zorg ervoor, dat het maximale
4
papierniveau niet wordt
overschreden (zie markering in de
papierlade).
Di251f/Di351f1-5
1
Stel de papiergeleiderexact in op
5
het geplaatste papierformaat.
Sluit voorzichtig de papierlade.
6
Inleiding
1-6Di251f/Di351f
Inleiding
Papierlade 2 vullen
Deze papierlade is vast ingesteld op een papierformaat.
De papierlade kan door de leverancier ingesteld worden op een ander
papierformaat.
Trek de papierlade voorzichtig tot
1
de aanslag uit.
Druk de papierplaat naar beneden
2
tot deze vastklikt.
Invoerrol
1
Plaats het papier tussen de
3
papiergeleiders.Plaats het papier
met de te bedrukken zijde naar
boven.
Zorg ervoor, dat het maximale
4
papierniveau niet wordt
overschreden (zie markering in de
papierlade).
Sluit voorzichtig de papierlade.
5
Di251f/Di351f1-7
1
Inleiding
Papier op de handinvoer plaatsen
Met de handinvoer kunt u losse vellen papier, b.v. speciaal papier in het
machine invoeren.
Plaats het origineel in de documenteninvoer. Voer evt.
1
andere instellingen uit.
Klap de handinvoer omlaag.
2
Stel de papiergeleiders in op de
3
breedte van het papier.
Plaatshetvel papierdirecttegende
4
invoerrol. De te bedrukken zijde
moet naar onder liggen.
Leg het papierformaat en de
5
papiersoorten vast.
Start het kopiëren met de toets
6
[START] op het bedieningspaneel.
Een afdruk- resp. faxopdracht start
automatisch.
1-8Di251f/Di351f
Inleiding
1.5Documentinvoer gebruiken
WAARSCHUWING
Beschadigingvan een documenteninvoer door ondeskundige
bediening!
Niet alle originelen zijn geschikt voor de verwerking met een
documenteninvoer. Wanneer u ongeschikte originelen met een
documenteninvoerverwerkt,kunt u een documenteninvoer beschadigen.
➜ Gebruik uitsluitend geschikte originelen voor een documenteninvoer.
Ongeschikte documenten zijnb.v.:
G doorslagpapier, paraffinepapier of zeer dunne documenten beneden
een gewicht van 50g/m2.
G dik papier,
G documenten groter dan A3 L of kleiner dan A5,
G transparante papieren, OHP-sheets (overhead-projector-sheets),
G gekreukelde, gevouwen originelen,
G originelen met perforaties, nietjes of paperclips
G gekreukelde, vochtige, ruwe of opgerolde originelen
G originelen met een achterkant van carbonpapier.
1
✎
Iets niet gevonden?
Meer gedetailleerde beschrijvingen vindt u in de bijgeleverde
gebruiksaanwijzing.
Di251f/Di351f1-9
1
Inleiding
Originelen met de automatische documenteninvoer verwerken
Stel de documentengeleider in op
1
het formaat van het origineel.
Verwerkt u originelen die groter
?
zijn dan A4?
➜ Trek het verlengstuk van de
documenteninvoer en de
originelenaanslageruit.
Plaats maximaal 70 originelen
2
(80g/m2),inde documentinvoer.De
te scannen kant moet boven liggen.
Wilt u een fax verzenden?
?
➜ Plaats altijd de korte kant van
het document tegen de
documentinvoer.
Zorgervoor datde stapel originelen
3
de maximale vulhoogte niet
overschrijdt(zieÄ markeringop de
documentinvoer).
Schuif de originelen in de invoer.
4
Druk op de toets [START] op het
5
bedieningspaneel.
De originelen worden van bovenaf
beginnend ingevoerd.
Kopieerdocumentplaatsen
Faxdocument plaatsen
Verlengstuk
Originelenaanslag
1-10Di251f/Di351f
Inleiding
Originelen met de dubbelzijdige documenteninvoer verwerken
Stel de documentengeleider in op
1
het formaat van het origineel.
Plaats maximaal 50 originelen
2
(80g/m2)in de documentinvoer.De
te scannen kant moet boven liggen.
Wilt u een fax verzenden?
?
➜ Plaats altijd de korte kant van
het document tegen de
documentinvoer.
Kopieerdocumentplaatsen
P
1
Zorgervoor dat de stapel originelen
3
de maximale vulhoogte niet
overschrijdt(zieÄ markeringopde
documentinvoer).
Schuif de originelen in de invoer.
4
Start de opdracht.
5
De originelen worden van bovenaf
beginnend ingevoerd.
P
Faxdocument plaatsen
Di251f/Di351f1-11
1
1.6Originelen op de glasplaat plaatsen
Til de bovenklep min. 15° omhoog.
1
Wordtde bovenklepniet ver genoeg
geopend, dan vindt geen
automatische formaatdetectie van
het origineel plaats.
Plaatshet origineelop de glasplaat.
2
De te scannen kant moet naar
beneden liggen.
Wilt u een fax verzenden?
?
➜ Plaats altijd de korte kant van
het document tegen de
rechterkant van de lineaal
(breedtelineaal).
Schuif het origineel in de rechter
3
bovenhoek van de glasplaat.
Kopieerdocumentplaatsen
Inleiding
15°
Richt het origineel uit langs de
4
documentlinealen.
Sluit de bovenklep.
5
1-12Di251f/Di351f
Faxdocument plaatsen
Kopieerfuncties (keuze)
2Kopieerfuncties (keuze)
2.1Eerste stappen . . .
Houdbij de selectie van de functies altijd een bepaaldevolgordeaan, dan
kunt u er zeker van zijn, dat u niets vergeten bent.
Stap-voor-stap een kopie maken
Druk op de toets [KOPIEER-
1
FUNCTIE] op het bedieningspaneel, om de kopieerfunctie te
activeren.
Plaats de originelen:
2
❍ Plaatsdedocumentenmetde te
kopiëren zijde naar boven in de
automatische documentinvoer.
of
❍ Open de bovenklep. Plaats het
origineel met de te kopiëren
zijde naar beneden op de
glasplaat.
2
Waar moet daarbij op gelet
?
worden?
Niet alle originelen mogen met
de documentinvoer verwerkt
worden.
dieningspaneel. Voer het aantal
kopieën opnieuw in.
Start het kopiëren met de toets
8
[START] op het bedieningspaneel.
Wilt u het kopiëren afbreken?
?
➜ Druk op het bedieningspaneel
op de [STOP] toets.
Kopiëren stoppen/wissen
Stop het kopiëren om de verdere uitvoer van foute kopieënte
verhinderen.
2
Drukop het bedieningspaneelopde
1
[STOP] toets.
De actuele opdracht wordt gestopt.
De displayweergave verandert.
Volg de aanwijzingen op het Touch
2
Screen,om de opdracht definitiefte
wissen.
of
Druk op de toets [ANNUL.], om de
gestopte opdracht voort te zetten.
Di251f/Di351f2-3
2
2.2Basisinstellingen
Automatische papierkeuze inschakelen
Laat het machine het juiste papierformaat voor uw kopieën selecteren.
Het machine berekent het juiste papierformaat uit het herkende formaat
van het origineel en de zoomfactor.
Druk in het basismenu op de toets
1
[Papier].
De papierinstellingen worden
getoond.
Druk op de toets [APS].
2
De toets krijgt een zwarte
achtergrond. De functie
"Automatische papierselectie" is
ingeschakeld.
Kopieerfuncties (keuze)
Druk op de tabtoets [BASIS], om de
3
toetsen van het basismenu weer te
tonen.
2-4Di251f/Di351f
Kopieerfuncties (keuze)
Papierlade handmatig kiezen
Leg de papierlade vast waaruit het papier ingevoerd moet worden.
Hier m oet u op letten!
Dit betekenen de afkortingen:
Papierlade1Papierlade4
14
Papierlade2Papierlade5
25
Papierlade3Handinvoer
3
Druk in het basismenu op de toets
1
[Papier].
De displayweergave verandert.
Druk op de gewenste
2
papierladetoets.
2
Druk op de tabtoets
3
[BASIS], om de toetsen van het
basismenu weer te tonen.
✎
Niet alle papierladen zijn altijd beschikbaar!
Het hangt van de uitvoering van uw machine af, welke papierladen
beschikbaarzijn. Op het Touch Screen wordenalleen de beschikbare
papierladen getoond.
Di251f/Di351f2-5
2
Kopieerfuncties (keuze)
Automatische formaatkeuze inschakelen
Laat het machine de passende reprofactor voor uw kopieën selecteren.
Het machine berekent de reprofactor uit het formaat van het origineel en
het gewenste formaat van het papier.
Druk in het basismenu op de toets
1
[Zoom].
De zoominstellingen worden
getoond.
Druk op de toets [AUTO REPRO].
2
De toets krijgt een zwarte
achtergrond. De functie
"Automatische formaatselectie" is
ingeschakeld.
Vraag de papierinstellingen op.
3
De papierinstellingen worden
getoond.
Selecteer de papierlade waarin het
4
papier ligt.
2-6Di251f/Di351f
Kopieerfuncties (keuze)
Reprofactorhandmatig invoeren
Voer via de cijfertoetsen een evenredige reprofactor in. Bij een
evenredige reprofactor worden de pagina's van het origineel in dezelfde
verhouding ten opzichte van elkaar gezoomd.
Druk in het basismenu op de toets
1
[Zoom].
De zoominstellingen worden
getoond.
Druk op de toets [AFW. ZOOM].
2
De displayweergave verandert.
2
Voer de reprofactor via de
3
cijfertoetsen in.
Voorbeeld:
Druk achtereenvolgens op de
cijfertoetsen 1, 3, 0, 0. De
reprofactor bedraagt × 1,300.
Heeft u een fout gemaakt?
?
➜ Druk op het bedieningspaneel
op de toets [C] en voer de
reprofactor o pnieuw in.
Bevestig de ingevoerdereprofactor
4
met de toets [INVOER].
De zoominstellingen verschijnen
weer.
Di251f/Di351f2-7
2
Kopieerfuncties (keuze)
Kopieën sorteren/groeperen
Hetmachineis standaardingesteld op “Niet sorteren“. Afhankelijk van het
aantal originelen dat in de documenteninvoer geplaatst wordt, en het
gewenste aantal kopieën wisselt het machine automatisch tussen “Niet
sorteren“ en “Sorteren“.
Druk in het basismenu op de toets
1
[AFWERKING].
De afwerkingsinstellingen worden
getoond.
Druk op de toets [SORTEREN]
2
of
Druk op de toets [GROEPEREN].
De toets krijgt een zwarte
achtergrond.
De functie is ingeschakeld.
2-8Di251f/Di351f
Kopieerfuncties (keuze)
Kopieën nieten
Laat uw sets kopieën geniet uitvoeren.
In de hoek nieten
(Alleen mogelijk indien de afwerkingseenheid FN-109, FN-110 of de
afwerkingseenheidmet printuitvoer geïnstalleerd is.)
Zorg ervoor, dat de nietcapaciteit
1
niet overschreden wordt.
Zorg ervoor, dat de originelen juiste
2
geplaatst zijn.
Druk in het basismenu op de toets
3
[AFWERKING].
De afwerkingsinstellingen worden
getoond.
2
Druk op de toets [HOEK NIETEN].
4
In de hoek nieten
Di251f/Di351f2-9
A
2
Kopieerfuncties (keuze)
2-posities nieten
(Alleen mogelijk indien de afwerkingseenheid FN-109 geïnstalleerd is.)
Zorg ervoor, dat de nietcapaciteit
1
niet overschreden wordt.
Zorg ervoor, dat de originelen juiste
2
geplaatst zijn.
Druk in het basismenu op de toets
3
[AFWERKING].
De afwerkingsinstellingen worden
getoond.
Druk op de toets [2-POSITIES
4
NIETEN].
2-posities nieten
A
Druk op de toets [POSITIE
5
BEPALEN].
De displayweergave verandert.
2-10Di251f/Di351f
Kopieerfuncties (keuze)
Selecteer de niet-positie.
6
of
Drukop de toets [UIT]. Hetmachine
kiest dan de passende nietpositie
afhankelijk van de richting van het
origineel.
Bevestig uw keuze met de toets
7
[INVOER].
2
Di251f/Di351f2-11
2
Kopieerfuncties (keuze)
Kopieën perforeren
(Alleen mogelijk indien de afwerkingseenheid FN-109 of de
afwerkingseenheid met printuitvoer geïnstalleerd is.)
Laat uw kopieën geperforeerd uitvoeren.
Zorg ervoor, dat de originelen juiste
1
geplaatst zijn.
Druk in het basismenu op de toets
2
[AFWERKING].
De afwerkingsinstellingen worden
getoond.
Druk op de toets [PERFOREREN].
3
Druk op de toets [POSITIE
4
BEPALEN.].
De displayweergave verandert.
2-12Di251f/Di351f
Kopieerfuncties (keuze)
Selecteer de perforatiepositie.
5
of
Drukop de toets [UIT]. Hetmachine
kiest dan de passende
perforatiepositie afhankelijk van de
richting van het origineel.
Bevestig uw keuze met de toets
6
[INVOER].
2
Di251f/Di351f2-13
2
2.3Origineel>kopie-functies
Kopieerfunctie selecteren
Plaats de originelen.
1
Druk op de tabtoets [ORIG.
2
>KOPIE].
De Origineel>Kopie-instellingen
verschijnen.
Selecteer het soort origineel.
3
b.v. origineel 1-zijdig
Kopieerfuncties (keuze)
Selecteer in welke functie u de
4
kopieën wilt maken.
b.v. kopie 2-zijdig
2-14Di251f/Di351f
Kopieerfuncties (keuze)
2.4Densiteit-instellingen
Automatische belichting in-/uitschakelen
Druk op de tabtoets [Densiteit].
1
De belichtingsinstellingen worden
getoond.
Druk op de toets [AUTO.].
2
De toets wordt met zwarte
achtergrond weergegeven.
De functie “Automatische
belichting“ is ingeschakeld.
2
Kopie handmatig lichter/donkerder zetten
Druk op de tabtoets [Densiteit].
1
De displayweergave verandert.
Druk op de toets [LICHT], om een
2
lichtere kopie te maken.
of
Drukopde toets [DONKER]om een
donkerder kopie te maken.
Di251f/Di351f2-15
2
Kopieerfuncties (keuze)
2-16Di251f/Di351f
Faxfuncties (keuze)
3Faxfuncties (keuze)
3.1Eerste stappen . . .
Houdbij de selectie van de functies altijd een bepaaldevolgordeaan, dan
kunt u er zeker van zijn, dat u niets vergeten bent.
Stap-voor-stap een fax verzenden
Druk op de toets [FAX-/SCAN-
1
FUNCTIE] op het
bedieningspaneel,om de faxfunctie
te activeren.
Plaats de originelen:
2
❍ Plaats de originelen in
lengterichtingmet de te
verzenden kant naar boven in
de documentinvoer.
of
❍ Open de bovenklep. Plaats het
origineelin lengterichtingmetde
teverzendenkantnaar onderop
de glasplaat.
3
Waar moet daarbij op gelet
?
worden?
Niet alle originelen mogen met
de documentinvoer verwerkt
worden.
➜ Plaats geen originelen met
nietjes of papierclips
in de documentinvoer.
Di251f/Di351f3-1
3
Wijzig indien gewenst de
3
fax-instellingen, zoals b.v.:
❍ Kwaliteit
❍ Contrast
❍ Verkleinen/gebied
Kies het faxnummer van de
4
bestemming: b.v.:
❍ handmatig via de cijfertoetsen
❍ via verkort kiezen
❍ via snelkiezen
Start het verzenden met de toets
5
[START] op het bedieningspaneel.
Het scannen begint. Wanneer de
faxverzending met succes voltooid
werd, wordt dit bevestigd door een
bevestigingstoon. Doet zich tijdens
het verzenden een fout/storing
voor, dan wordt een
transmissieprotocolafgedrukt.
Faxfuncties (keuze)
Wilt u het scannen, kiezen
?
of verzenden afbreken?
➜ Druk in het display links
onder op de toets [ACTIVITEITEN].
Selecteer de gewenste
opdracht. Druk op de toets [ANNUL.].
3-2Di251f/Di351f
Faxfuncties (keuze)
Faxopdracht wissen
Wis een faxopdracht, om verdere transmissie te verhinderen.
Druk op de toets [ACTIVITEITEN].
1
In totaal vier actuele verzendopdrachten worden getoond.
Druk op de Status-toets van een
2
opdracht.
Gedetailleerde informatie over de
gekozen opdracht worden getoond.
Druk op de toets [ANNUL.], om de
3
opdracht te annuleren.
3
Druk op de toets [EINDE], om het
4
scherm weer te verlaten.
Di251f/Di351f3-3
3
3.2Faxdocumenten verzenden
Faxen naar bestemming via snelkiezen
Om de volgende functie te kunnen gebruiken, m oeten reeds
snelkiesnummers of een groep ingericht zijn. Meer informatie, zie en
pagina 4-1en pagina 4-5.
Schakel om naar de faxfunctie.
1
Plaats het faxdocument.
Druk op het tabblad
2
[SNELKIEZEN].
Drukophet snelkiesnummervan de
3
ontvanger naar wie u het
faxdocument wilt verzenden.
Faxfuncties (keuze)
Druk op de toets [START] op het
4
bedieningspaneel.
Het faxdocument wordt gescand.
Het verzenden wordt automatisch
gestart, wanneer de actueel
uitgevoerde opdrachten afgesloten
zijn.
3-4Di251f/Di351f
Faxfuncties (keuze)
Bellen naar de bestemming via verkort kiezen
Om de volgende functie te kunnen gebruiken, moeten reeds verkorte
kiesnummers ingericht zijn. Meer informatie, zie pagina 4-3.
Schakel om naar de faxfunctie.
1
Plaats het faxdocument.
Druk op het tabblad [VERKORT
2
KIEZEN].
Selecteer het gewenste bereik met
3
verkorte nummers, b.v. [#000].
Scrol met de pijltoetsen door de lijst
tot het gewenste verkorte
kiesnummer verschijnt. Druk op de
toets van het gewenste verkorte
kiesnummer.
of
Druk op de toets [VERKORT]. Voer
via de cijfertoetsen het driecijferige
verkorte kiesnummer in.
3
Druk op de toets [START] op het
4
bedieningspaneel.
Het faxdocument wordt gescand.
Het verzenden wordt automatisch
gestart, wanneer de actueel
uitgevoerde opdrachten afgesloten
zijn.
Di251f/Di351f3-5
3
Bellen naar bestemming via cijfertoetsen
Schakel om naar de faxfunctie.
1
Plaats het faxdocument.
Voer via d e cijfertoetsen het
2
faxnummer in.
Het display springt automatisch om
naar het tabblad “Handmatig“.
Heeft u een fout gemaakt?
?
➜ Druk op het bedieningspaneel
op de [C] toets. Voer het
faxnummer opnieuw in.
Druk op de toets [START] op het
3
bedieningspaneel.
Het faxdocument wordt gescand.
Het verzenden wordt automatisch
gestart, wanneer de actueel
uitgevoerde opdrachten afgesloten
zijn.
Faxfuncties (keuze)
3-6Di251f/Di351f
Faxfuncties (keuze)
3.3Kwaliteit en contrast instellen
Transmissiekwaliteit instellen (Afb.kwaliteit)
Schakel om naar de faxfunctie.
1
Plaats het faxdocument.
Druk op het tabblad [KWALIT. &
2
VERKL.].
De displayweergave verandert.
Druk op het tabblad [KWALITEIT].
3
3
Selecteer de gewenste
4
afb.kwaliteit.
Voer evt. andere instellingen uit.
5
Kies het faxnummer van de
6
bestemming:
Druk op de toets [START] op het
7
bedieningspaneel.
Het faxdocument wordt gescand. Het verzenden wordt automatisch
gestart, wanneer de actueel uitgevoerde opdrachten afgesloten zijn.
Di251f/Di351f3-7
3
Contrast instellen
Schakel om naar de faxfunctie.
1
Plaats het faxdocument.
Druk op het tabblad [KWALIT. &
2
VERKL.].
De displayweergave verandert.
Druk op het tabblad [CONTRAST].
3
Faxfuncties (keuze)
Druk op de toets [DONKER], om
4
het contrast te versterken.
of
Druk op de toets [LICHT], om het
contrast te verminderen.
of
Druk op de toets [NORMAAL], om
het contrast te behouden.
Voer evt. andere instellingen uit.
5
Kies het faxnummer van de
6
bestemming.
Druk op de toets [START] op het bedieningspaneel.
7
Het faxdocument wordt gescand. Het verzenden wordt automatisch
gestart, wanneer de actueel uitgevoerde opdrachten afgesloten zijn.
3-8Di251f/Di351f
Faxfuncties (keuze)
3.4Documentopvraag instellen/uitvoeren
Document voor vrije opvraag gereed zetten
Schakel om naar de faxfunctie.
1
Plaats het faxdocument.
Druk op het tabblad [FAXMENU].
2
Druk op het tabblad [APPL.].
3
3
Druk op de toets [OPVR. TX].
4
Selecteer de gewenste
5
afb.kwaliteit. Druk op de toets
[VERDER].
Di251f/Di351f3-9
3
Selecteer het gewenste contrast.
6
Druk op de toets [VERDER].
Druk op de toets -[START] op het
7
bedieningspaneel.
Het document wordt gescand en
staat gereed voor opvragen.
Faxfuncties (keuze)
3-10Di251f/Di351f
Faxfuncties (keuze)
Document opvragen
Schakel om naar de faxfunctie.
1
Druk op het tabblad [FAXMENU].
2
Druk op het tabblad [APPL.].
3
3
Druk op de toets [OPVR. RX].
4
Selecteer op welke wijze u het
5
faxnummer wilt invoeren.
Kies het faxnummer van de
6
bestemming.
Druk op de toets -[START] op het
7
bedieningspaneel.
Het document wordt opgevraagd.
Di251f/Di351f3-11
3
Faxfuncties (keuze)
3-12Di251f/Di351f
Specifieke machine-instellingen
4Specifieke machine-instellingen
4.1Snelkiezen, verkort kiezen en zen dpro gramma
instellen
Snelkiezen instellen
Vraag het bereik “Faxfuncties“ op.
1
Meer informatie, zie pagina 4-7.
Druk op de toets [SNELKIEZEN].
2
Druk op een vrije snelkiestoets.
3
4
Voer de naam van de bestemming
4
in. Druk op de toets [VERDER].
Di251f/Di351f4-1
4
Voer via d e cijfertoetsen een
5
verkort kiesnummer voor het
snelkiezen in. Druk op de toets
[VERDER], om uw invoer te
bevestigen.
Voer via d e cijfertoetsen het
6
faxnummer van de bestemming in.
Druk op de toets [VERDER],
7
wanneer u alle instellingen
uitgevoerd heeft.
Specifieke machine-instellingen
Controleer de instellingen. Drukop
8
de toets [INVOER], wanneer de
instellingen correct zijn.
4-2Di251f/Di351f
Specifieke machine-instellingen
Verkort kiezen instellen
Vraag het bereik “Faxfuncties“ op.
1
Meer informatie, zie pagina 4-7.
Druk op de toets [VERKORT
2
KIEZEN].
Druk op een vrije verkorte-
3
kiestoets.
4
Voer de naam van de bestemming
4
in. Druk op de toets [VERDER].
Controleer het verkorte
5
kiesnummer. Druk op de toets
[VERDER], indien het verkorte
kiesnummer correct is.
Di251f/Di351f4-3
4
Voer via d e cijfertoetsen het
6
faxnummer van de bestemming in.
Druk op de toets [VERDER],
7
wanneer u alle instellingen
uitgevoerd heeft.
Druk op de toets [INVOER], om de
8
instellingen te bevestigen.
Specifieke machine-instellingen
4-4Di251f/Di351f
Specifieke machine-instellingen
Groep instellen (verzendprogramma)
Stel een TX-programma in, om documenten met dezelfde instellingen
naar een of meerdere bestemmingen (groepen) te verzenden.
Vraag het bereik “Faxfuncties“ op.
1
Meer informatie, zie pagina 4-7.
Druk op de toets
2
[FAXPROGRAMMA].
Selecteer een vrije snelkiestoets
3
voor het faxprogramma.
4
Voer de programmanaamin. Druk
4
op de toets [VERDER], om uw
invoer te bevestigen.
Di251f/Di351f4-5
4
Druk op de toets [TX]. Druk op de
5
toets [[VERDER], om de keuze te
bevestigen.
Voer de nummers van de
6
bestemmingen in.
of
Druk op de toets [GEEN BEST.],
wanneer u aan het faxprogramma
geen faxnummers wilt toewijzen.
Druk op de toets [VERDER], om
7
uw invoer te bevestigen.
Specifieke machine-instellingen
Controleer de instellingen van het
8
faxprogramma. Druk op de toets
[INVOER], om de instellingen te
bevestigen. Het faxprogramma is
ingesteld.
of
druk b. v. op de toets
[VERZENDINSTELLING] om nog
meer verzendinstellingen uit te
voeren.
4-6Di251f/Di351f
Specifieke machine-instellingen
Faxfuncties opvragen
Druk op de toets
1
[HULPPROGRAMMA] op het
bedieningspaneel.
Druk op de toets
2
[INVOER].
Druk op de toets [FAXFUNCTIES].
3
4
Selecteer het gewenste bereik.
4
Di251f/Di351f4-7
4
Specifieke machine-instellingen
4.2Lijsten en journaals afdrukken
Druk handige lijsten en journaals af.
Druk op de toets [HULPPROGRAMMA] op het bedieningspaneel.
5.1Wanneer een papierstoring aangegeven w o rd t . . .
Wanneer papier vastgelopen is, verschijnt de volgende
papierstoringsmelding op het Touch Screen:
5
De punten markeren telkens de plaatsen waar het papier vastgelopen is.
Zo verwijdert u vastgelopen papier:
G Kopieërmachinezie vanaf pagina 5-2
G Handinvoerzie vanaf pagina 5-6
G Dubbelzijdige documenteninvoer AFR-17zie vanaf pagina 5-8
G Automatische documentinvoer AF-9zie vanaf pagina 5-10.
✎
Iets niet gevonden?
Meer gedetailleerde beschrijvingen vindt u in de bijgeleverde
gebruiksaanwijzing.
Di251f/Di351f5-1
5
Storingen herkennen en verhelpen
Kopieërmachine
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding aan de fixeereenheid!
De fixeereenheid van het machine kan 120°C heet zijn.
➜ Raak de fixeereenheid van het
machine niet aan.
WAARSCHUWING
Schade aan het machine door ondeskundig gebruik!
Wanneer de behuizingsklep rechts (R1) geopend wordt, worden
elektrischecontacten blootgelegd.Aanrakingvan deze contacten kan een
elektrostatischeontlading veroorzaken. Beschadiging van het machine
kan het gevolg zijn.
➜ Vermijd aanraking van de
elektrische contacten.
5-2Di251f/Di351f
elektr. contacten
Storingen herkennen en verhelpen
Open de behuizingsklep rechts
1
(R1).
Druk de ontgrendeling in en open
2
de klep rechts boven.
Verwijder daar het vastgelopen
3
papier. Sluit de klep rechts boven
weer.
5
Di251f/Di351f5-3
5
Verwijder vastgelopen papier in het
4
onderste gedeelte van de klep
rechts boven. Sluit de
behuizingsklep rechts (R1) weer.
Open aan de rechterkant van het
5
machine de behuizingsklep rechts
onder.
Storingen herkennen en verhelpen
Draai aan het groene wieltje, om
6
vastgelopen papier eruit te
transporteren.
5-4Di251f/Di351f
Papierlade
Groot-volume cassette
Storingen herkennen en verhelpen
Trek daar vastgelopen papier
7
voorzichtignaar voreneruit.Sluit de
behuizingsklep rechts onder weer.
Open de papierlade waaruit het
8
papier ingevoerd werd. Neem het
papier eruit en plaats het weer
terug. Sluit de papierlade.
5
Di251f/Di351f5-5
5
Storingen herkennen en verhelpen
Handinvoer
VOORZICHTIG
Gevaar voor verbranding aan de fixeereenheid!
De fixeereenheid van het machine kan 120 °C heet zijn.
➜ Raak de fixeereenheid van het
machine niet aan.
WAARSCHUWING
Schade aan het machine door ondeskundig gebruik!
Wanneer de behuizingsklep rechts (R1) geopend wordt, worden
elektrischecontacten blootgelegd.Aanrakingvan deze contacten kan een
elektrostatischeontlading veroorzaken. Beschadiging van het machine
kan het gevolg zijn.
➜ Vermijd aanraking van de
elektrische contacten.
5-6Di251f/Di351f
elektr. contacten
Storingen herkennen en verhelpen
Open de behuizingsklep rechts
1
(R1).
Trek daar vastgelopen papier
2
voorzichtig eruit. Sluit de
behuizingsklep rechts (R1) weer.
Plaats een nieuw vel
3
papier in de
handinvoer.
5
Di251f/Di351f5-7
5
Storingen herkennen en verhelpen
Dubbelzijdige documenteninvoer AFR-17
Open aan de rechterkant van de
1
documenteninvoer de klep (F1).
Verwijder de stapel originelen
2
uit de documentinvoer. Trek daar
vastgelopen originelen voorzichtig
eruit.
Open de klep (F2). Trek daar
3
vastgelopen originelen voorzichtig
eruit.
5-8Di251f/Di351f
Storingen herkennen en verhelpen
Til de dubbelzijdige
4
documenteninvoerop. Open de
documentgeleiders. Trek daar
vastgelopen papier voorzichtig
eruit.
Verwijder resterende originelen op
5
de glasplaat. Sluit de dubbelzijdige
documenteninvoer.
Sluit de kleppen (F1) en (F2) weer.
6
Plaats het op het Touch Screen
7
aangegevenaantal originelen weer
terug in de documenteninvoer.
5
Di251f/Di351f5-9
5
Automatische documentinvoer AF-9
Open aan de linkerkant van de
1
documenteninvoer de klep.
Verwijder de stapel originelen
2
uit de documentinvoer.
Storingen herkennen en verhelpen
Til de documenteninvoer op.
3
Verwijder daar vastgelopen
originelen.
5-10Di251f/Di351f
Storingen herkennen en verhelpen
Til het invoerblad op.
4
Trek daar vastgelopen originelen
5
eruit.
Klap het invoerblad weer omlaag.
6
Sluit de klep.
5
Plaats het op het Touch Screen
7
aangegevenaantal originelen weer
terug in de documenteninvoer.
Di251f/Di351f5-11
5
Storingen herkennen en verhelpen
5.2Wanneer een foutcode aangegeven wordt...
Ga als volgt te werk, wanneer een foutcode aangegeven wordt.
Schakel het machine met de hoofdschakelaar uit en weer in.
1
De opgetreden storing wordt nog een keer gecontroleerd.
alleen indien de foutcode verder aangegeven wordt
2
Geef de op het display aangegeven code door aan uw technische
klantenservice.
5-12Di251f/Di351f
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.