Miller CONTINUUM DUAL WIRE FEEDER CE AND NON CE Owners manual [nl]

Page 1
OM-277151H/dut 2021-06 Processen
Processen
MIG (GMAW)−lassen Gepulseerd MIG (GMAW-P) Lassen met gevulde draad (FCAW)
Beschrijving
Draadaanvoerunit
®
Continuum
Dubbele Aanvoerunit
Ce En Niet Ce Modellen
Voor informatie over de pro-
ducten, zie de Gebruikershan-
dleiding en ga verder naar
www.MillerWelds.com
HANDLEIDING
Page 2
Van Miller voor u
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het an­ders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in 1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed onderhoud. En als om de een of andere reden het apparaat gerepareerd moet worden, helpt het ge­deelte Probleemoplossing u om uit te vinden wat het probleem is en kan dit worden opgelost met behulp van ons uitgebreide servicenetwerk. Er zijn ook een garantie en informatie over het on­derhoud van uw specifieke model beschikbaar.
Elke krachtbron van Miller gaat vergezeld de meest probleemloze garantie in onze bedrijfstak u werkt er hard genoeg voor.
Miller was de allereerste fabrikant van lasapparatuur in de VS die het ISO 9001 kwaliteitscertificaat behaal­de.
Miller Electric maakt een complete lijn lasapparaten en aanverwante lasproducten. Wilt u meer informatie over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke productleaflets voor u. U kunt uw distributeur of
servicevertegenwoordiger bij u in de buurt vinden door te bellen naar 18004AMiller; of bezoek onze website op www.MillerWelds.com.
Page 3
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen 1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen 1.........................................................
1-3. Extra gevaren voor installatie, bediening en onderhoud 3.....................................
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen 5..................................................
1-5. Belangrijkste V
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie) 5.........................
HOOFDSTUK 2 DEFINITIES 6................................................................
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities 6.............................................
2-2. Diverse symbolen en definities 8.........................................................
HOOFDSTUK 3 SPECIFICATIES 9............................................................
3-1. Locatie van de labels met het serienummer en de technische gegevens 9.......................
3-2.
Softwarelicentieovereenkomst
3-3. Informatie over standaard lasparameters en instellingen 9....................................
3-4. Specificaties 9.........................................................................
3-5. Tabel draadtype, −formaat, en draadaanvoersnelheid 9.......................................
3-6. Omgevingsspecificaties 10...............................................................
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE 12..............................................................
4-1. Selectie locatie stroombron en draadaanvoerunit 12..........................................
4-2. Locatie draadaanvoerunit 13..............................................................
4-3. Locatie montagegat 13...................................................................
4-4. Aansluitschema 14......................................................................
4-5. De lasstroomkabel aansluiten 15..........................................................
4-6. Informatie afstands 10−pins stekkerdoos voor de draadaanvoerunit RC2 16......................
4-7. Aansluitingen controlekabel (CE−modellen) 16...............................................
4-8. Aansluitingen controlekabel (Niet−CE modellen) 17...........................................
4-9. Verbindingen beschermgasslang en koeler (CE modellen) 17..................................
4-10. Verbindingen beschermgasslang (NietCE modellen) 18......................................
4-11. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel (CE modellen) 18.............................
4-12. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel (NietCE modellen) 19.........................
4-13. Informatie over de 14-pens stekker voor het aansluiten van het
trek/duwpistool op de draadaanvoerunit 19.................................................
4-14. Bovenkap van XR-AlumaPro Plus pistool openen 20..........................................
4-15. Jog/Intrekschakelaar 20..................................................................
4-16. Roterende aandrijfinstallatie 21............................................................
4-17. Laspistool installeren 22..................................................................
4-18. Gebruik van Push/Pull−toorts 23...........................................................
4-19. Kabelgeleiders en aandrijfrollen installeren 24................................................
4-20. Lasdraad installeren en bevestigen 25......................................................
4-21. Lasdraad voor XR − AlumaPro Plus 26.....................................................
eiligheidsvoorschriften
5....................................................
9..........................................................
Page 4
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 5 WERKING 28.................................................................
5-1. Gebruikersinterface draadaanvoerunit 28...................................................
5-2. Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel (zie Hoofdstuk 5-1) 29........................
5-3. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel 30..........................................
5-4. LCDStartscherm 31....................................................................
5-5. Opstartmenu 31........................................................................
5-6. Logs Menu 32..........................................................................
5-7. Statusmenu 32.........................................................................
5-8. Een lasprogramma aanmaken, wijzigen en opslaan 33........................................
5-9. Configuratie Schakelaar 34...............................................................
5-10. Configuratie Lassequentie 35.............................................................
5-11.
Feedbackconfiguratie
5-12. Systeemmenu 36.......................................................................
5-13. Terugstellen naar fabrieksinstellingen 37....................................................
5-14. USB Functions 37.......................................................................
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD & PROBLEEMOPLOSSING 38....................................
6-1.
Routineonderhoud
6-2. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing 39.................................
6-3. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing 40.................................
6-4.
Probleemoplossing
HOOFDSTUK 7 ELEKTRISCH SCHEMA 44.....................................................
HOOFDSTUK 8 ONDERDELENLIJST 46.......................................................
GARANTIE
36.................................................................
38....................................................................
43...................................................................
Page 5
VERKLARING VAN CONFORMITEIT
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street Appleton, WI 54914 VS verklaart dat het product of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde richtlijn(en) en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
Continuum Dual Feeder CE 301199010
Richtlijnen:
·2014/35/EU Low voltage
·2014/30/EU Electromagnetic compatibility
·2011/65/EU and amendment 2015/863 Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
Normen:
EN IEC 609745:2019 Arc welding equipment – Part 5: Wire feeders
IEC 60974-10:2014/A1:2015 Arc welding equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility requirements
EN IEC 63000:2018 Technical documentation for the assessment of electrical and electronic products with
respect to the restriction of hazardous substances
Ondertekenaar:
June 10, 2021
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba
MANAGER, PRODUCTONTWERPNALEVING
275626B
Datum van verklaring
Page 6
DECLARATION OF CONFORMITY
for United Kingdom (UKCA marked) products.
MILLER Electric Mfg. LLC, 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of the stated Regulation(s) and Standard(s).
Product/Apparatus Identification:
Product
Continuum Dual Feeder CE 301199010
Regulations:
Stock Number
S.I. 2016/1101 Electrical equipment (safety) regulations 2016
S.I. 2016/1091 Electromagnetic compatibility regulations 2016
S.I. 2012/3032 Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical and electronic equipment
regulations 2012
Standards:
EN IEC 609745:2019 Arc welding equipment – Part 5: Wire feeders
EN 6097410:2014/A1:2015 Arc welding equipment – Part 10: Electromagnetic compatibility
requirements
EN IEC 63000:2018 Technical documentation for the assessment of electrical and electronic products with
respect to the restriction of hazardous substances
Signatory:
June 10, 2021
_____________________________________ ___________________________________________
David A. Werba Date of Declaration
MANAGER, PRODUCT DESIGN COMPLIANCE
290543A
Page 7
HOOFDSTUK 1 VEILIGHEIDSMAATREGELEN LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze op en bewaar ze.
1-1. De betekenis van de symbolen
som_202002_dut
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden ver­meden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dode­lijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP − Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan persoonlijk letsel.
1-2. De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding ge­bruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voor­zichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen te voorkomen. Onderstaande veiligheidsinformatie is slechts een samenvatting van de uitvoerige veiligheidsinformatie die in de Hoofdveiligheidsnormen wordt beschreven in hoofd­stuk 1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen mogen deze apparatuur installe­ren, bedienen, onderhouden en repareren. Een bevoegde persoon is degene die, door middel van een erkend diploma, certificaat of beroepsbekwaamheid, of die door middel van uitgebreide kennis, training en ervaring, met succes vaardigheden met betrekking tot het onderwerp, het werk of het project en veiligheidstraining gevaren te herkennen en vermijden.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven tijdens het gebruik van dit apparaat.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen AClasuitgangsvermogen in een vochtige, natte of
beperkte omgeving of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen.
D Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening
heeft aangetoond om problemen op te lossen
heeft ontvangen om de bijbehorende
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan do­delijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen kan fatale schokken en ernstige brandwonden veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het voedingsgedeelte machine staan eveneens onder stroom als het apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of au­tomatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde of onvoldoende geaarde installaties kunnen geva­ren opleveren.
als die op het apparaat aanwezig is.
en de interne circuits van de
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/ van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDE­LEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg onderstaande symbolen samen met de instructies en voer de noodzakelijke actie uit om deze gevaren te vermijden.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen con­structies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte lichaamshouding risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semiautomatisch gelijkstroom (draad) lasapparaat met constante spanning, 2) een handbediend gelijkstroom (elektrode) lasapparaat, of 3) een wis­selstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasap­paraat met lagere spanning aanbevolen. En werk niet alleen!
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de V
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voor­schriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is blootlig­gende bedrading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt. D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam. D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats. D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
als die op het apparaat aanwezig is.
eiligheidsvoorschriften)
op beschadigingen of blootliggende bedrading en
OM-277151 Pagina 1
Page 8
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron. Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
Er staat ook NA het afsluiten van de voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de inverter lasstroombronnen.
D Zet de eenheid uit, haal de stekker uit het stopcontact en ontlaad
de primaire voedingscondensatoren overeenkomstig de aan­wijzingen in de handleiding, voordat u enig onderdeel aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Ventileer de werkruimte goed en/of zorg dat de las en snijddamp
en gassen worden afgezogen met behulp van actieve ventilatie bij de boog. De aanbevolen manier om te bepalen of er voldoende ventilatie is, is monsters te nemen van de dampen en gassen waaraan het personeel wordt blootgesteld en deze te analyseren op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak­middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kun­nen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn. Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen rea­geren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en irriterende
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen produceren als ze gelast worden.
OM-277151 Pagina 2
gassen vormen
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI Z49.1 en Z87.1 in de V
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe­scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen, hoge schoenen en een pet.
eiligheidsvoorschriften).
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
LASSEN kan brand of explosies ver­oorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks, trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand ver­oorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brand­werende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruim­tes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de tegenovergestelde
D Velgen of wielen mogen niet worden gesneden of gelast. Bij verhit-
ting kunnen banden exploderen. Gerepareerde velgen en wielen kunnen defect raken. Zie OSHA 29 CFR 1910.177 in V standaarden.
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Vei­ligheidsvoorschriften).
D Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s ver­meden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien. D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbe­scherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren handschoenen, hoge schoenen en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
zijde.
eiligheids
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
-
Page 9
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aan­wezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaak­middelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegen­de metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen af­koelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE VELDEN kunnen van invloed zijn op geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of inductieverwarmen.
medisch apparaat dragen,
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of appara­tuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze exploderen. Aangezien gasflessen normaal ge­sproken een onderdeel uitmaken van het van het lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles. D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles. D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toe­passing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor ge­bruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen, verplaatsen en vervoeren.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veilig­heidsvoorschriften staat.
1-3. Extra gevaren voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat aan kan.
D Gebruik de juiste procedures en hijsapparatuur met voldoende
capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation (Publication No. 94–110).
VALLENDE APPARATUUR kan letsel veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of ande­re accessoires.
de Amerikaanse ARBOrichtlijn getiteld
OM-277151 Pagina 3
Page 10
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hier­bij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PC­kaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren van PC-printplaten.
of onderdelen aanraakt.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de machine installeert, gebruikt of er onderhoud aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op. Lees de veiligheidsinformatie aan het begin van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de landelijke
en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroor­zaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdien­sten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden. D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aar­ding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een minimum te beperken.
met het gebruik van de apparatuur.
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een acculaadvoorziening speciaal is bedoeld.
heeft die hiervoor
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding weer aan.
BOOGLASSEN kan interferentie veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische apparatuur zoals computers en computergestuurde
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
apparatuur zoals robots.
OM-277151 Pagina 4
Page 11
1-4. Californië-voorstel 65, waarschuwingen
WAARSCHUWING: Dit product kan u blootstellen aan chemi­sche stoffen, zoals lood. Deze stof kan volgens de staat Californië ductieve schade veroorzaken.
kanker en geboorteafwijkingen en andere repro-
Kijk voor meer informatie op www.P65W
arnings.ca.gov
.
1-5. Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, American Welding Society standard ANSI Standard Z49.1. Website: www.aws.org.
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protec­tion, ANSI Standard Z87.1 from American National Standards Institute.
Website: www.ansi.org.
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1 from Glob-
al Engineering Documents. Website: www
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Com­bustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0 from Global
Engineering Documents. Website: www.global.ihs.com. National Electrical Code, NFPA Standard 70 from National Fire Protection
Association. Website: www.nfpa.org and www. sparky.org. Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1
from Compressed Gas Association. Website:www.cganet.com.
.global.ihs.com.
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard W117.2 from Canadian Standards Association. Website: www.csagroup.org.
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot Work, NFPA Standard 51B from National Fire Protection Association.
Website: www.nfpa.org. OSHA Occupational Safety and Health Standards for General Industry,
Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910.177 Subpart N, Part 1910 Subpart Q, and Part 1926, Subpart J. Website: www.osha.gov.
OSHA Important Note Regarding the ACGIH TLV, Policy Statement on
the Uses of TLVs and BEIs. Website: www.osha.gov. Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation from the
National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH). Website: www.cdc.gov/NIOSH.
1-6. Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen (en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor per­sonen die medische implantaten hebben moeten beschermende maatregelen santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk bijvoorbeeld beoordelingen procedures naleven om zo blootstelling aan elektro−magneti- schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
plakken of gebruik kabelbescherming.
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, pla­smaboogsnijden wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
OM-277151 Pagina 5
Page 12
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1. Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CEproducten.
.
Waarschuwing! Voorzichtig! Sommige symbolen duiden op mogelijke gevaren.
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing). Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation. Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte handschoenen dragen.
Safe1 2012−05
Safe37 2017−04
Safe2 2017−04
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Gebruik geforceerde ventilatie of plaatselijke uitlaat om de dampen te verwijderen.
Gebruik een ventilator om de dampen te verwijderen.
Safe3 2017−04
Safe5 2017−04
Safe6 2017−04
Safe8 2012−05
Safe10 2012−05
OM-277151 Pagina 6
Houd ontvlambare delen uit de buurt van het laswerk. Las niet in de buurt van ontvlambare delen.
Safe12 2012−05
Page 13
Lasvonken kunnen brand geven. Houd een brandblusapparaat in de buurt, en zorg dat er een persoon in de buurt is die dit kan hanteren.
Safe14 2012−05
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 2017−04
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 2017−04
Sluit de voeding naar het de machine af of neem de stekker uit alvorens hier u aan begint te werken.
Safe30 2012−05
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Aandrijfrollen
kunnen de vingers verwonden.
Safe32 2012−05
De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning - houd handen en metalen objecten uit de buurt ervan.
Safe33 2017−04
Gebruiksperiode milieubeveiliging (China)
Safe123 2016−06
Draag een hoed en veiligheidsbril. Gebruik oorbescherming en knoop de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een helm met een correct schaduwfilter. Draag volledige lichaamsbescherming.
Safe38 2012−05
Lees eerst de handleiding door voordat men aan de machine gaat werken of hiermee gaat lassen.
Safe40 2012−05
OM-277151 Pagina 7
Page 14
2-2. Diverse symbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CEproducten.
X
A
V
IP
Uitgang
Inschakelduur
Ingang
Ampères
Volts
Directe stroom
(DC)
Draadaanvoer
Beveiligingsgraad
Percent
Spanningsloze
draadaanvoer naar werkstuk
Purgeren met gas
I U U
I
Kortsluitings
schakelaar
Schakelaar
Houdfunctie UIT
Schakelaar
Houdfunctie AAN
Nominale
2
1
2
1
lasstroom
Primaire spanning
Conventionele
belastingsspanning
Primaire
stroomsterkte
Verhoging
Lees de
instructies
Gesloten
Gastype
Verstelbare
inductantie
Tijd
Booglengte
Netaansluiting
USB
Geheugen
Driefasen
Boogregelingsknop
Drukknop
Snel
Laag
Constante stroom
Constante
spanning
Sequentie
Programma
Proces
Draadtype
Draaiknop en
drukknop
Uitgang Aan
Synergische
keuzestand actief
Materiaaldikte
OM-277151 Pagina 8
Page 15
HOOFDSTUK 3 SPECIFICATIES
3-1. Locatie van de labels met het serienummer en de technische gegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de achterzijde te vinden. Gebruik het label met technische gegevens om de vereisten voor de voeding en /of de nominale uitgangsbelasting te bepalen. Noteer het serienummer in de ruimte op de achterkaft van deze handleiding voor later gebruik.
3-2. Softwarelicentieovereenkomst
De licentieovereenkomst van de eindgebruiker samen met de kennisgevingen en voorwaarden die tot de software van derden behoren, kunt u vinden op https://www
3-3. Informatie over standaard lasparameters en instellingen
NOTICE − Elke lastoepassing is uniek. Hoewel bepaalde producten van Miller Electric ontworpen zijn om bepaalde specifieke lasparameters en instellingen standaardinstellingen die specifiek zijn voor de toepassing. Het is aan de eindgebruiker om de geschiktheid van alle parameters en instellingen te beoordelen en deze zo nodig te wijzigen op basis van de specifieke vereisten van de toepassing. De eindgebruiker alleen is verantwoordelijk voor de keuze en coördinatie van de juiste apparatuur, de aanpassing of instelling van standaard lasparameters en instellingen, en de ultieme kwaliteit en duurzaamheid van alle lasresultaten. Miller Electric doet afstand van en sluit alle impliciete garanties van geschiktheid voor een bepaald doel uit.
3-4. Specificaties
.millerwelds.com/eula
, en zijn als verwijzing hierin opgenomen.
te definiëren en te normaliseren op basis van de betrekkelijk beperkte inputvariabelen van de eindgebruiker, zijn deze
alleen bedoeld ter referentie; de definitieve lasresultaten kunnen worden beïnvloed door andere variabelen en omstandigheden
Lasvermogen
Ingangsvermogen
50 VDC Continuum
*Zie hoofdstuk 3-5 voor gedetailleerde informatie over draadtype, draadformaat en draadsnelheid.
Typ e
lasstroombron
serie
Bereik
draadaanvoersnelheid*
Standaard:
501000 ipm
(1,2725,4 mpm)
Bereik
draaddiameter
0,035 tot 0,5/64 in.
(0,9 To 22 mm)
Max spoelcapaciteit
457 mm (18 in.)
Max spoelgewicht:
27 kg (60 lb)
Lascircuitrating
72 Volt
500 Ampères,
100%
Inschakelduur
3-5. Tabel draadtype, formaat, en draadaanvoersnelheid
Draadformaat 0,035 in.
(0,9 mm)
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Massief staal
Accupulse:
75 tot 1000 ipm
(1,91 To 25,40 mpm)
MIG:
0,045 in.
(1,1 x 1,2 mm)
MIG:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Accupulse:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mm)
0,052 in.
(1,3 x 1,4 mm)
MIG:
50 tot 800 ipm
(1,27 tot 20,32 mpm)
Accupulse:
50 tot 800 ipm
(1,27 To 20,32 mpm)
Algemene
afmetingen
Zonder spoel
deksels
Hoogte:
13,94 in.
(354 mm)
Breedte:
17,78 in.
(452 mm)
Lengte:
27,59 in.
(701 mm)
0,062 in.
(1,6 mm)
MIG:
50 tot 600 ipm
(1,27 tot 15,24 mpm)
Accupulse:
50 tot 600 ipm
(1,27 To 15,24 mpm)
Algemene
afmetingen Met
spoeldeksels
Hoogte:
16,52 in.
(419 mm)
Breedte:
19,19 in.
(487 mm)
Lengte:
29,55 in.
(750 mm)
5/64 in.
(2,0 mm)
N.v.t.
Gewicht
61,5 lb
(27,9 kg)
Metalcore staal N.v.t.
Staal met gevulde draad
N.v.t.
MIG:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Accupulse:
50 tot 800 ipm
(1,27 To 20,32 mpm)
MIG:
200 tot 900 ipm
(5,08 tot 22,86 mpm)
MIG:
50 tot 900 ipm
(1,27 tot 22,86 mpm)
Accupulse:
50 tot 700 ipm
(1,27 To 17,78 mpm)
MIG:
200 tot 900 ipm
(5,08 tot 22,86 mpm)
MIG:
50 tot 700 ipm
(1,27 tot 17,78 mpm)
Accupulse:
50 tot 600 ipm
(1,27 To 15,24 mpm)
MIG:
150 tot 800 ipm
(3,81 tot 20,32 mpm)
N.v.t.
MIG:
100 tot 400 ipm
(2,54 tot 10,16 mpm)
OM-277151 Pagina 9
Page 16
3-6. Omgevingsspecificaties
A. IPgraad
IPgraad
IP21S
Dit apparaat is ontworpen voor binnenshuis gebruik en is niet bedoeld om buiten te bewaren.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
! Deze Klasse A apparatuur is niet bestemd voor gebruik in residentiële locaties waar de elektrische voeding wordt geleverd door
middel van het openbare laagspanningsnet. Elektromagnetische compatibiliteit in deze locaties is mogelijk problematisch door geleide en uitgestraalde storingen.
C. Temperatuurspecificaties
Bereik bedrijfstemperatuur Temperatuurbereik tijdens opslag
14 tot 104 °F (10 tot 40 °C) −4 tot 131 °F (20 tot 55 °C)
D. EU Informatie betreffende ecodesign
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Voer het af naar een daarvoor aangewezen inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Mogelijk kritieke grondstoffen aanwezig in indicatieve hoeveelheden van meer dan 1 gram op componentniveau
Component Kritieke grondstof
Printplaat Bariet, Bismut, Kobalt, Gallium, Germanium, Hafnium, Indium, Zware zeldzame aardmetalen, Lichte
Plastic componenten
Elektrische en elektronische com­ponenten
Metalen componenten
Kabels en bekabeling
Displaypanelen
Batterijen
zeldzame aardmetalen, Niobium, Metalen uit platinagroep, Scandium, Siliciummetaal, Tantaal, Vanadium
Antimoon, Bariet
Antimoon, Beryllium, Magnesium
Beryllium, Kobalt, Magnesium, Wolfraam, Vanadium
Boraat, Antimoon, Bariet, Beryllium, Magnesium
Gallium, Indium, Zware zeldzame aardmetalen, Lichte zeldzame aardmetalen,Niobium, Metalen uit platinagroep, Scandium
Fluoriet, Zware zeldzame aardmetalen, Lichte zeldzame aardmetalen, Magnesium
IP21S 2014−06
ce-emc 3 2014-07
Temp_2016-07
EU Eco 2020-08
OM-277151 Pagina 10
Page 17
E. China EEP Informatie gevaarlijke substanties




黄铜铜部 
配



China EEP Informatie gevaarlijke substanties

Naam onderdeel
()
(indien van toepassing)
Onderdelen van messing en koper
Koppelapparaten
Schakelapparaten
Kabel en kabelaccessoires
Batterijen
SJ/T 11364
Deze tabel is opgesteld conform China SJ/T 11364.
O:
该部GB/T26572限量要.
geeft aan dat de concentratie van de gevaarlijke substantie in alle homogene materialen van het onderdeel lager is dan de relevante grenswaarde China GB/T 26572.
X:
该部量超GB/T26572限量要.
geeft aan dat de concentratie van de gevaarlijke substantie in minstens één homogeen materiaal van het onderdeel hoger is dan de relevante grenswaarde China GB/T 26572.
Gevaarlijke substantie
Pb
X O O O O O
X O O O O O
O O X O O O
X O O O O O
X O O O O O
.
Hg
Cd
Cr6
PBB
PBDE
SJ/Z11388.
De EFUPwaarde van deze EEP is gedefinieerd conform China SJ/Z 11388.
EEP_201606
OM-277151 Pagina 11
Page 18
HOOFDSTUK 4 INSTALLATIE
4-1. Selectie locatie stroombron en draadaanvoerunit
Verplaatsing
1
Locatie en luchtstroom
OF
! Plaats de draadaanvoerunit
niet waar het lasdraad de cilinder raakt.
2
3
18 in.
(460 mm)
! Verplaats of bedien het
apparaat niet waar het kan kantelen.
! Mogelijk is een speciale installatie
nodig, wanneer er benzine of vluchtige vloeistoffen aanwezig zijn zie het Amerikaanse NEC Artikel 511 (National Electrical Code) of het Canadese CEC hoofdstuk 20 (Canadian Electrical Code) en equivalente Europese voorschriften.
! Verplaats of bedien het apparaat
niet waar het kan kantelen.
1 Handwagen Gebruik een wagen of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te verplaatsen.
2 Hefvorken Gebruik het hijsoog of hefvorken om het
apparaat te verplaatsen. Let bij het gebruik van hefvorken op dat ze
lang genoeg zijn om tot aan de andere kant van het apparaat uit te steken, zodat het apparaat volledig ondersteund wordt.
3 Werkschakelaar Plaats het apparaat in de buurt van een
juiste netaansluiting.
(460 mm)
OM-277151 Pagina 12
18 in.
Loc_continuum
2015-07
Page 19
4-2. Locatie draadaanvoerunit
1 Hijsoog Als een draadaanvoerunit bovenop
een stroombron wordt geplaatst, wordt er een hijsoog door de sleuf
1
onderaan de unit ingevoegd.
4-3. Locatie montagegat
3,975 in.
(101 mm)
7,95 in.
(202 mm)
2,8 in.
(71 mm)
2,8 in.
(71 mm)
2,8 in.
(71 mm)
2,8 in.
(71 mm)
Loc_continuum
2015-07
. Gaten worden ontworpen voor
3/8 in. hex kopbouten.
Ref. 266 419-B
OM-277151 Pagina 13
Page 20
4-4. Aansluitschema
1 Lasstroombron 2
Draadaanvoerunit 3 Gascilinder 4 Gasleiding 5
Stuurstroomkabel
draadaanvoersysteem 6 Elektrodekabel 7 Werkkabel 8
Spanningsdetectorkabel 9 Laspistool 10 Werkstuk
van
. Beschermgas mag niet hoger
zijn dan 100 psi (689 kPa).
3
4
2
5
9
10
1
8
7
6
OM-277151 Pagina 14
301199TP2
Page 21
4-5. De lasstroomkabel aansluiten
Benodigd gereedschap:
3/4 in. (19 mm)
1
2
Voorkant
draadaanvoerunit
! Schakel het apparaat uit voordat
men de laskabels aansluit op de tabs of klemmen van de lasuitgang.
! Als u de laskabels niet goed aansluit,
kan dat sterke verhitting en brand veroorzaken of uw machine beschadigen.
Zorg dat alle aansluitingen goed stevig zijn.
Tabaansluiting
. Plaats niets tussen de aansluitklem van
de laskabel en de tabuitgang. Zorg dat de oppervlakken van de laskabelklem en de tabuitgang schoon zijn.
1 Positieve klemaansluiting 2 Correcte laskabelaansluiting voor
enkele kabel
3 Correcte laskabelaansluiting voor 2/0
en grotere dubbele kabels 4 Onjuiste aansluiting laskabel 5
Lasuitgangsklem 6 Laskabelklem
1
7 Bijgeleverde bout 8 Bijgeleverde sluitring 9 Bijgeleverde bout Verwijder de meegeleverde bout en moer
van de lasuitgangsklem. Plaats de bout in het gat van de laskabelklem en gat in de lasuitgangsklem. de kabelklem vast tegen de uitgangsklem is aangedraaid. lb (36,645 N·m).
Schroef de bout aan totdat
Aandraaimoment tot 2733 ft
9
8
3
5
9
8
2/0 en grotere dubbele kabels
7
5
6
6
7
4
Ref. 259 144-D / Ref. 259 120-C
OM-277151 Pagina 15
Page 22
4-6. Informatie afstands 10pins stekkerdoos voor de draadaanvoerunit RC2
Stekkerbus Gegevens van de stekkerbussen
A +50 volt DC gewoon
B +50 volt DC gewoon
C
H
A
I
B
G
J
F
C
D
E
D +50 volt DC gewoon
E +50 volt DC gewoon
Spanningsdetectie
F ENET Rx
G ENET Tx
H Afvoer
I ENET Tx +
J ENET Rx +
Ref. 301199010 / Ref. 259119-E
4-7. Aansluitingen controlekabel (CE−modellen)
1
OM-277151 Pagina 16
Achteraanzicht
lasstroombron
1 10-stekkerbusbesturing
stekkerdoos RC2
Verbind de aansluitkabel met de stekkerdoos aan de achterzijde van de lasstroombron en de draadaandrijfunit.
1
Achteraanzijcht
draadaanvoerunit
Ref. 259119-E / Ref. 277152-C
Page 23
4-8. Aansluitingen controlekabel (NietCE modellen)
1 10-stekkerbusbesturing
stekkerdoos RC2
Verbind de aansluitkabel met de stekkerdoos aan de achterzijde van de lasstroombron en de draadaandrijfunit.
1
Achteraanzicht
lasstroombron
1
Achteraanzijcht
draadaanvoerunit
4-9. Verbindingen beschermgasslang en koeler (CE modellen)
2
1
Ref. 259119-E / Ref. 259145−D
1 Fitting beschermgas rechts 2 Fitting beschermgas links 3 Water-In Quick
Connectaansluitstuk
4 Water-Uit Quick
Connectaansluitstuk
Verbind de slang van de beschermgasvoorziening fitting aan de achterzijde van de draadaanvoerunit
met de
3
Achteraanzijcht draadaanvoerunit
4
Ref. 301199010
OM-277151 Pagina 17
Page 24
4-10. Verbindingen beschermgasslang (NietCE modellen)
1 Fitting beschermgas rechts 2 Fitting beschermgas links Verbind de slang van de
beschermgasvoorziening fitting aan de achterzijde van de draadaanvoerunit
met de
1 2
Achteraanzijcht draadaanvoerunit
4-11. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel (CE modellen)
1 4-pins stekkerdoos
pistoolschakelaar links
2 4-pins stekkerdoos
pistoolschakelaar rechts
314−pens stekkerbus
trek/duwpistoolschakelaar links
Verbind de schakelaar van het pistool met de correcte stekkerdoos op de draadaanvoerunit.
4 Water-In Quick
Connectaansluitstuk links
5 Water-Uit Quick
Connectaansluitstuk links
6 Water-Uit Quick
Connectaansluitstuk rechts
7 Water-In Quick
Connectaansluitstuk rechts
. Als er aan elke zijde een enkele
pistool met waterkoeling wordt gebruikt, sluit de waterslangen tussen de WaterUit Quick Connectaansluitstukken rechts en de WaterIn Quick Connectaansluitstukken links aan.
4
1
5 6 7
3
2
Ref. 301199−TP4
OM-277151 Pagina 18
Ref. 277152−C
Page 25
4-12. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel (NietCE modellen)
1 4-pins stekkerdoos
pistoolschakelaar links
2 4-pins stekkerdoos
pistoolschakelaar rechts
314−pens stekkerbus
trek/duwpistoolschakelaar links
Verbind de schakelaar van het pistool met de correcte stekkerdoos op de draadaanvoerunit.
1
3
2
4-13. Informatie over de 14-pens stekker voor het aansluiten van het
trek/duwpistool op de draadaanvoerunit
Pen* Informatie van de pennen
1 Motor 0 tot +24 volt DC met betrekking tot pen 2
2 Gemeenschappelijke nul van motor
3 +5 volt DC tachometervermogen
4 Tachometerref
5 T
achometersignaal
6 Toortsschakelaar
7 Toortsschakelaar
8 Draadsnelheid ref. +5 volt DC
9 Draadsnelheid com
10 Draadsnelheid 0 tot +5 volt DC met betrekking tot pen 9
11 Pistooldetectieweerstand met betrekking tot pen 9
12 Niet gebruikt.
Ref. 259145−D
13 Niet gebruikt.
14 Niet gebruikt.
*De overige pennen worden niet gebruikt.
OM-277151 Pagina 19
Page 26
4-14. Bovenkap van XR-AlumaPro Plus pistool openen
1
1 Bovenkap Druk de zijden van de kap in en til
omhoog, zoals wordt getoond. Als u de kap wilt sluiten, draait u de
kap dicht op het pistool en drukt u de kap omlaag totdat deze vastk­likt.
4-15. Jog/Intrekschakelaar
Ref. 804 544-B
13
2
1 Jog/Intrekschakelaar 2 Jogsymbool Druk de Jog/Intrekschakelaar naar
rechts om het draad te joggen. De jogschakelaar zal tijdens de installatie MIGpistool voeren zonder de lasuitgang onder stroom te zetten.
3 Intreksymbool Druk de Jog/Intrekschakelaar naar
links om het draad in te trekken. De intrekschakelaar zal de draad van achteren aanvoeren.
het draad door het
. Als de intrekknop wordt gebruikt
om het draad opnieuw op te spoelen, zal de draadspoel met de hand worden gedraaid om de juiste opspoeling te verzekeren.
OM-277151 Pagina 20
Montage
draadaandrijving
Ref. 259 144-D
Page 27
4-16. Roterende aandrijfinstallatie
2
1 Knop en pin vasthouden 2 Afstelgaten (8) Elke gatlocatie heeft een afstand
met verhogingen van 5 graden. In totaal zijn er acht gaten voor een bereik van 40 graden. Het tweede gat van onder zet de draadaandrijfinstallatie aan de basis van de draadaanvoerunit.
Om de aandrijfinstallatie te draaien, trek de knop uit en houd deze vast terwijl de aandrijfinstallatie draait. Laat de knop los in de gewenste positie om de aandrijfinstallatie op zijn plaats te vergrendelen.
3 Draadhoek en
aandrijfinstallatie
Draai de aandrijfinstallatie om de krommingen MIGpistool te verminderen.
Het draad kan worden ingesteld om van de bovenkant of onderkant van de draadspoel het draad aan te voeren. Selecteer de opties die het meest rechte pad in de aandrijfinstallatie bewerkstelligen.
in de kabel van het
evenwijdig
kunnen
1
3
Draad wordt aangevoerd van
onderaf de spoel
Goed
Verkeerd
3
Draad wordt aangevoerd van
bovenaf de spoel
Ref. 259 144-D / 269 820-B
OM-277151 Pagina 21
Page 28
4-17. Laspistool installeren
Pistool installeren met Accumate verbinding
1
1 Knop voedingsklem 2 Vergrendelingslip pistool 3 Vergrendelingslip pistool 180
graden gedraaid
4
Elektriciteitspinsleuf
5 Uiteinde pistool verbinding
Pistool installeren met Accumate verbinding.
Laat de knop van de elektriciteitsklep los en zorg dat de elektriciteitspin van het pistool vrij staat van de vergrendelingslip van het pistool.
5
Druk de elektriciteitspin zo ver mogelijk in de elektriciteitsklem zodat de sleuf in de pin van het
4
Pistool installeren zonder
Accumate verbinding
1
2
3
pistool overeenkomt met de vergrendelingslip
Zet het pistool vast door de knop van de elektriciteitsklem aan te draaien.
Pistool installeren zonder Accumate verbinding.
Als u een pistool zonder sleuf in de elektriciteitspin gebruikt, laat dan de elektriciteitsknop los en draai het pistool van de vergrendelingslip 180 graden. Dit voorkomt dat de vergrendelingslip elektriciteitspin van de pistoolaansluiting
Druk de elektriciteitspin zo ver mogelijk in de elektriciteitsklem.
Zet het pistool vast door de knop van de elektriciteitsklem aan te draaien.
6
Controlekabel
Plaats de kabel in de stekkerdoos van de pistoolbesturing en bevestig de schroefkraag.
van het pistool.
te ver in de
steekt.
van pistool
OM-277151 Pagina 22
6
Ref. 301199010 / ref. 270 026-B
Page 29
4-18. Gebruik van Push/Pull−toorts
1
1V
ergrendelknop
2 Vergrendelingpal voor
pistool
3 Vergrendelingslip pistool
180 graden gedraaid 4 Uitsparing in aansluitpen 5 Aansluiting lastoorts
Aansluiten van toorts met Ac­cuMate
Draai de vergrendelknop los zo­dat de vergrendellip vrijkomt.
5
Duw de aansluitpen van de toorts zo ver mogelijk naar bin­nen, zodat de groef gelijk komt met de vergrendellip.
4
2
Draai de vergrendelknop weer aan. De aansluitpen zit nu vast.
6
Bedieningskabel Steek de plug in de aansluiting
voor de toortsbediening, en draai de plugomhulling, die aan de binnenkant schroefdraad heeft, vast.
lastoorts
Aansluiten van toorts
met AccuMate
6
Ref. 301199010 / ref. 270 026-B
OM-277151 Pagina 23
Page 30
4-19. Kabelgeleiders en aandrijfrollen installeren
6
8
7
9
10
11
5
2
3
1
4
Ref. 269820-A
Kabelgeleiders installeren
1 Montage aandrijfrolspanning Open spanningsmontage 2 Klemschroef aandrijfrol 3 Klem aandrijfrol 4 Aandrijfroldrager en bevestigingsring Klemschroef verwijderen Klem aandrijfrol verwijderen 5
Aandrijfrol
Draai aan de bevestigingsringen totdat de lip overeenkomt met de sleuven in de aandrijfrollen. dragers.
6 Veer en kogelmontage 7 Antislijtage geleider 8
Ingangsdraadgeleider
9 Duimschroef
OM-277151 Pagina 24
en aandrijfrollen
Neem de aandrijfrollen uit de
Installeer de draadgeleider in de antislijtage behulp van een stelschroef.
Laat de duimschroef los. Druk de ingangsgeleider in de opening
totdat de sleuf overeenkomt met de duimschroef. Maak de duimschroef vast om de ingangsgeleider te bevestigen.
10 T
geleider, en bevestig met
ussendraadgeleider
. Ondersteun de oppervlakken van de
tussendraadgeleider achterzijde van de aandrijfbehuizing
Druk de tussengeleider in de opening totdat de sleuf bevestigd is met een veer en kogelmontage.
Installeer de aandrijfrollen en aandrijfrolklem. schroef.
11 Bovenste aandrijfrolas
Bevestig de klem met een
aan de
Trek aan de as van de aandrijfrol en verwijder deze van de roldrager. Installeer de aandrijfrol, draai aan de bevestigingsring totdat deze stopt en vastklikt, plaats de draad terug in de spanklemmontage, aan de as van de aandrijfrol. Doe hetzelfde voor de resterende spanmontage.
en bevestig de drager
. Sluit de spanmontage nooit als de
aandrijfrolklem
Kabelgeleiders en aandrijfrollen uitlijnen
Voor zelfuitlijnende aandrijfrollen is geen manuele aanpassing nodig.
Aandrijfrollen reinigen
Verwijder de aandrijfrollen en maak de sleuven schoon met behulp van een draadborstel.
Sluit het deksel van de aandrijfmontage.
(3) is verwijderd.
Page 31
4-20. Lasdraad installeren en bevestigen
Benodigd gereedschap:
Kabelgeleiders geleider installeren.
Installeer de draadspoel. Stel de spanbout in zodat het draad strak staat als de draadaanvoer stopt.
en antislijtage
Installeer de aandrijfrollen.
. Houd het draad goed vast zodat het niet
gaat rafelen.
6 in.
(150 mm)
Trek aan het draad en houd het vast; snijd het uiteinde af.
Drukindica torschaal
Druk
instellen
. Voor de beste draadaanvoerprestatie,
zorg dat de uitgangskabel het juiste formaat liner heeft voor het formaat lasdraad dat wordt gebruikt. Als het pistool geplaatst is, dient de liner die van achter van het pistool uitloopt zo dicht mogelijk bij de aandrijfrollen te zijn, zonder deze aan te raken.
Pistool installeren. Leg de pistoolkabel recht. Snijd het uiteinde van de kabel af. Druk de draadgeleidingen tot aan de aandrijfrollen; blijf het draad vasthouden. Druk op de Jogknop om de draad uit het pistool aan te voeren.
Achterzijde pistool
Aandrijfrollen
Einde liner
Draad glijdt niet
NIETGELEIDEND
OPPERVLAK
Draad glijdt.
NIETGELEIDEND
OPPERVLAK
. Voor zacht draad of roestvrij staaldraad
met een kleine diameter, verminder de druk van de aandrijfrol aan de achterzijde van de rol tot de helft van die van de rollen aan de voorzijde.
. Om de druk van de aandrijfrol aan te
passen, houd het mondstuk ongeveer 51 mm (2 in.) van het niet−geleidende oppervlak en druk op de schakelaar van het pistool om het draad tegen het oppervlak aan te voeren. Zet de knop vast zodat het draad niet kan glijden. Draai deze niet te hard aan. Als de contacttip volledige geblokkeerd is, zal het draad bij de draadaanvoerunit gaan glijden (zie drukinstelling boven). Snijd het draad af. Sluit het deksel.
Ref. 156 929-A / Ref. 259 145-A / Ref. 156 930 / 242 517-A
OM-277151 Pagina 25
Page 32
4-21. Lasdraad voor XR − AlumaPro Plus
1
2
4
1 Draadspoel 2 Lasdraad 3
3
7
Draadinvoergeleider
4
Aandrijfrol
5T
ussendraadgeleider 6 Uitgaande draadgeleider 7 Drukafstelknop
6
8 Toortskabel Leg de pistoolkabel recht.
8
Benodigde gereedschappen:
5
. Voor aluminium PushPull lassen.
Draadspanmoer
Open de drukeenheid.
van de naaf losvast.
Vastdraaien
. Houd de draad goed vast om te
voorkomen dat hij van de spoel schiet.
6 in.
(150 mm)
Trek de draad aan en houd hem tegen; knip het uiteinde eraf.
BELANGRIJK! Voor aluminium Push-Pull lassen. Stel de aandrijfspanning lager in dan <1.
1 2 3 4
Drukindica-
torschaal
1
2
3
4
Duw de draad door de
geleiders de toorts in; blijf de
draad vasthouden.
. Zie de AlumaProgebruikershandleiding om
het lasdraad door het pistool te voeren.
OM-277151 Pagina 26
Sluit het aandrukmechanisme, zet
hem vast en laat de draad los.
218244-C
. Zet met behulp van de indicatorschaal
de druk van de aandrijfrol aan de voorzijde op 1 en de druk van aandrijfrol aan de achterzijde op minder dan 1.
Ref. 259145-A/ 218244-C
Page 33
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 27
Page 34
HOOFDSTUK 5 − WERKING
5-1. Gebruikersinterface draadaanvoerunit
1
2
11
4
7
10
1213 14 15
18
16
8
17
9
20
6
19
3
Ref. 266 061-B
5
OM-277151 Pagina 28
Page 35
5-2. Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel (zie Hoofdstuk 5-1)
1
Geheugendisplay
Op de geheugendisplay wordt het actieve lasprogramma tussen 0001 en 9999.
2 Instelknop voor geheugen/variabelen Gebruik deze knop om een
programmanummer variabele die op de geheugendisplay wordt getoond, te verhogen/verlagen.
3
Boogregelingsknop
De boogregelingsknop is procesafhankelijk. De gebruiker kan de variabele veranderen die op de Waarden/Parametersdisplay verschijnt, zoals inductantie, DIG, RMD (balgrootte) of trim. Het bereik kan +/ zijn, afhankelijk van het proces.
4 1-8 geheugenknoppen en LEDs Gebruik deze knoppen om een opgeslagen
programma uit de lasprogrammabibliotheek Het ledlampje geeft aan welk programma geselecteerd is en actief is. De Variabelen/Parameters display toont een overzicht van de lasprogrammabibliotheek geselecteerde programma.
5 Softkeyknoppen Gebruik deze knoppen om door de menu’s
te browsen die op het LCD−scherm verschijnen (zie Hoofdstuk 5-4)..
6 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draai aan deze knop om door de variabele opties te scrollen of om de variabele die op de geheugendisplay wordt getoond, te verhogen/verlagen.
Door op deze knop te drukken zal deze als
getoond. Het bereik ligt
te selecteren of om de
te selecteren.
voor het
een knop voor selecteren/opslaan werken. Druk op de knop om de opties te selecteren die op het LCDscherm beschikbaar zijn.
7 Waarden/Parameters LCDscherm Dit scherm toont alle waarden en
parameters die geselecteerd zijn aan de hand van de softkey−knoppen en de knop voor scrollen en de knop voor opslaan/selecteren.
8 Display
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid
Op deze display wordt de stroomsterkte getoond, of de draadaanvoersnelheid, naar gelang het geselecteerde proces.
9 Instelknop
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid/ Handmatig activeren van gasaanvoer ampère
Gebruik deze knop om de stroomsterkte of draadaanvoersnelheid te verhogen/verlagen, afhankelijk van het geselecteerde proces. De waarden verschijnen op het scherm voor
stroomsterkte/draadaanvoersnelheid/materiaal
dikte. 10 Spanning/booglengte/inductantie/boog
aanpassing/RMDscherm
Dit scherm toont de spanning, booglengte, inductantie, naargelang
11 Instelknop spanning/boogregeling Gebruik deze knop om de spanning of
booglengte afhankelijk van het geselecteerde proces. Deze waarden verschijnen op de display Spanning/booglengte/inductantie/boog aanpassing/RMD weergave.
12 Booglengteindicator Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat de booglengtefunctie actief is.
boogaanpassing of RMD
het geselecteerde proces.
te verhogen/verlagen,
13
Spanningsindicator
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat de spanningsfunctie actief is.
14 Indicator voor synergische
keuzestand actief
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat een synergisch lasproces actief is.
15 Indicator voor stroomsterkte Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat een SMAW, GMAW of CAG proces is geselecteerd. Deze waarden verschijnen op de display spanning/booglengte/ inductantie/boogaanpassing/RMD weergave.
16 Indicator voor draadaanvoersnelheid Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat een GMAW of GMAWP lasproces is geselecteerd. De waarden verschijnen op het scherm voor stroomsterkte/ draadaanvoersnelheid/materiaaldikte.
17 Indicator voor materiaaldikte Dit kenmerk zal effectief worden in een
latere software−uitgave. 18 Indicator LED uitgangsspanning
aanwezig
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat de spanning in open circuit aanwezig is bij de lasuitgangsklemmen.
19 USBpoort Gebruik deze poort voor alle
USBgerelateerde functies (zie hoofdstuk 5-14).
20 Indicator voor parameter
vergrendelen
Ledlampje gaat branden om aan te geven dat lasparameters vergrendeld en actief zijn.
* Geïnactiveerd of niet beschikbaar.
OM-277151 Pagina 29
Page 36
5-3. Aansluitingen draadaanvoerunit lager voorpaneel
5
1 Jogknop koud draad Hiermee kan de bediener het draad door
het pistool voeren als hij de draadspoelen verwisselt. De lasuitgang blijft uit als de jogknop voor koud draad wordt gebruikt.
2
Schakelaarregelingsknop
Hiermee kan de bediener verschillende schakelaaropties in en uitschakelen. Zie hoofdstuk 5-9.
3143
3TH−indicator links en rechts Trigger Hold (TH) (schakelaar
vasthouden) stelt de bediener in staat om een laswerk te starten door op de pistoolschakelaar te drukken en deze gedurende een vooraf ingestelde tijd vast te houden (zie het Startmenu voor de kenmerken). Na het verstrijken van de ingestelde tijd, vergrendelt de schakelaar en kan de bediener de schakelaar loslaten, waarbij het laswerk voortgezet wordt. Als de bediener op de schakelaar drukt, zal het laswerk worden stopgezet.
21 4
3
6
78
275631-B
4 Purgeknop Hiermee kan de bediener de gaslijn
doorspoelen. te veranderen (zie Hoofdstuk 5-10).
5 Waterterugvoer Quick
Connectaansluitstuk links
6 Watervoorziening Quick
Connectaansluitstuk links
7 Watervoorziening Quick
Connectaansluitstuk rechts
8 Waterterugvoer Quick
Connectaansluitstuk rechts
Om de tijd voor doorspoeling
OM-277151 Pagina 30
Page 37
5-4. LCDStartscherm
Home
1
2
<L Program # 1 R>
Internet
Accupulse
3
.035 Steel E70 Ar 90 CO2 10
4
Ref 266 061-A
5 6 7
9
Logs StatusSetup System
8
WiFi Ethernet
1 Indicator directory Toont het pad van het huidige scherm. 2
Programmanummer
Toont het nummer van het stroomlasprogramma draadaanvoerunit
3 Programmainformatie Toont het procestype, draaddiameter,
draadtype en legering, alsmede het aan het huidige lasprogramma toegewezen gasmengsel.
4 Setup Soft Key (Instellen Soft Key) Druk op de Opstart softkey om het scherm
van het opstartmenu in te gaan. In het opstartmenu kunnen lasprogramma’s worden aangemaakt of gewijzigd. Voor meer informatie, zie Hoofdstuk 5-5.
5 Logs Soft Key (softkey voor
berichtenmenu)
Druk op de Logs softkey om het scherm van de verslaggeving in te gaan. Voor meer informatie,
6 Status Softkey Druk op de Status softkey om het scherm
van het statusmenu in te gaan. Voor meer informatie, zie Hoofdstuk 5-7.
7 System Soft Key Druk op de System softkey om het
systeemmenu in te gaan. Het systeemmenu biedt toegang tot de heropstart van het systeem, USB en herzieningsfuncties van bordsoftware. Voor meer informatie, zie Hoofdstuk 5-12.
8 Indicator netwerkverbinding Geeft het type netwerkverbinding aan die
wordt gebruikt. 9 Internet Wordt weergegeven als Insight Core
geactiveerd is.
zie Hoofdstuk 5-6.
en de kant van de
die actief is.
5-5. Opstartmenu
Home > Setup
1
2
4
5
Load New Process Trigger Configuration Weld Sequence Configuration Feedback Configuration
Home
Setup Menu
Back
1 Indicator directory Geeft het huidige pad weer. 2 Naam menu Geeft de naam van het huidige menu weer. 3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal een zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de geïnactiveerde knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties Load New Process (Nieuw proces laden)
Wijzigt een lasprogramma of voegt hier wijzigingen aan toe. Zie hoofdstuk 5-8.
Trigger Configuration (Configuratie schakelaar) -
3
Selecteert en bewerkt dubbel schema, dubbel schemaschakelaar, 4T, en kenmerken schakelaar vasthouden. Zie hoofdstuk 5-9.
Weld Sequence Configuration (Configuratie lassequentie) wijzigt verschillende aspecten van de lassequentie zoals voorstroom, startstroomsterkte, krater en nastroom. Zie hoofdstuk 5-10.
Feedback Configuration Stelt de methode van de spanningsfeedback in voor de detectie van de steunplaat of detectiekabel. Zie hoofdstuk 5-11.
5 Start Soft Key Druk op de Start softkey om het scherm van het
Startmenu in te gaan.
opties wit zullen zijn. Druk op de
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 31
Page 38
5-6. Logs Menu
Home > Logs
1
2
4
5
Error Log Boot Log
Home
Logs Menu
Back
1 Indicator directory Geeft het huidige pad weer. 2 Naam menu Geeft de naam van het huidige menu weer. 3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal een zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de geïnactiveerde opties wit zullen zijn. Druk op de knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties Error log − geeft een lijst weer van de meest
recente fouten die de unit gedetecteerd heeft. Gebruik de scrollknop voor het
3
scrollen door de lijst. In het foutlogscherm druk op de Start softkey om terug naar het Startscherm te gaan, of druk op de Logs Softkey om terug te gaan naar het menu voor de verslaggeving.
Boot Log− Geeft de sequentie en de status van gebeurtenissen weer die zich tijdens het heropstartproces hebben voorgedaan.
5 Start Soft Key Druk op de Start softkey om het scherm
van het Startmenu in te gaan.
Ref 266 061-A
5-7. Statusmenu
Home > Status
1
2
4
5
HeatInput[kJńin(kJńmm)] +
Load Bank Mode> Uit Accu‐Power Mode> Uit Actual / Command> Uit
Home
Status Menu
Back
Power(kJńs)xArcTime(s)
WeldBeadLength[in(mm)]
1 Indicator directory Geeft het huidige pad weer. 2 Naam menu Geeft de naam van het huidige menu weer. 3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal een zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de geïnactiveerde opties wit zullen zijn. Druk op de knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties Load Bank Mode- Wordt gebruikt voor het
kalibreren van meter of testapparatuur tijdens onderhoud.
Accu-Power Mode- Toont de instantane voeding voor de draadaanvoersnelheid in
3
kilojoules per seconde nabij de dichtstbijzijnde tijdens het lassen eenmaal per seconden bijgewerkt. Na het lassen wordt de instantane voeding weergegeven gedurende ongeveer tien seconden alvorens het scherm weer teruggaat naar de draadaanvoersnelheid. Als de draadaanvoersnelheid tijdens de lasoperatie wordt ingesteld, zal het scherm de draadaanvoersnelheid weergeven, terwijl deze wordt ingesteld, en zal dit weer teruggaan naar de instantane voeding nadat de instelling is uitgevoerd.
Om de hitteinvoer voor de las te berekenen, vermenigvuldig en verdeel deze dan door de lasrupslengte, zie de vergelijking.
Actual / Command (Werkelijk/Opdracht Hier kunnen de waarden worden ingesteld die tijdens het lassen worden getoond om de werkelijke waarden of de opdrachtwaarden die de gebruiker heeft ingesteld weer te geven.
5 Start Soft Key Druk op de Start softkey om het scherm van
het Startmenu in te gaan.
tiende waarde. Deze wordt
de voeding met de boogtijd
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 32
Page 39
5-8. Een lasprogramma aanmaken, wijzigen en opslaan
Home > Setup
Setup Menu
Load New Process Trigger Configuration Weld Sequence Configuration Feedback Configuration
Home
Back
Gebruik in het Startscherm de geheugeninstellingsknop geheugenknop, gebruiken programmanummer.
Druk in het Startscherm op de Setup Softkey.
In het Opstartmenu, draai de scrollknop om de optie Load New Process (Nieuw Proces laden) te activeren. Druk op de knop om het proces Load New Proces (Nieuw proces laden) te activeren.
De volgende aanwijzingen verschijnen op het scherm.
Stap 1- Selecteer draadtype Stap 2- Selecteer draadlegering Stap 3- Selecteer draadformaat Stap 4- Selecteer gasmengsel Stap 5- Selecteer proces Na het proces te selecteren, zal het
scherm aflezen: Process Loading (Proces bezig met laden). Als 100% is uitgevoerd, zal het programma worden bewaard en is het klaar voor gebruik.
selecteer het te
of de
Ref 266 061-A
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 33
Page 40
5-9. Configuratie Schakelaar
Home > Setup > Trigger Config
Program # 1
Dual Schedule
Trigger Dual Schedule
Trigger Program Select
4T
Trigger Hold
Home
Setup
Program # 2
Dual Schedule
Trigger Dual Schedule
Trigger Program Select
4T
Trigger Hold
Edit Back
In het Opstartmenu, draai de scrollknop om de optie Trigger Configuration (Configuratie
Schakelaar) te activeren. Druk op de scrollknop en selecteer Trigger Configuration (Configuratie Schakelaar).
. Alle programma’s hebben een
numerieke volgorde voor dubbele schemafuncties. Programma 1 en 2 zijn gekoppeld, programma 3 en 4 zijn gekoppeld, enz.
Selecteer de gewenste schakelfunctie met behulp van de scrollknop.
Dual Schedule wordt gebruikt om tussen een paar programma’s te kiezen terwijl het lassen geactiveerd is. De programma’ 3/4, 5/6 en 7/8. Deze functie vereist een externe Dual Schedule schakelaar voor de MIGtoorts.
Trigger Dual Schedule stelt de bediener in staat om tussen een paar lasprogramma’ van de toortsschakelaar. In de Trigger Dual Schedulemodus laat u de MIGtoortschakelaar los en haalt u deze weer aan om een paar voorgeselecteerde lasprogramma’s in en uit te schakelen terwijl het lassen geactiveerd is. De programma’s zijn gekoppeld als 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8.
Trigger Dual Schedule stelt de bediener in staat om lasprogramma’s te selecteren met behulp van de toortsschakelaar. In de Trigger Program Selectmodus, drukt u de toortsschakelaar in en laat u deze weer los om door elk actief programma te schakelen als het lassysteem is uitgeschakeld. Hiermee kunnen tot acht voorgeselecteerde lasprogramma’s worden geselecteerd.
4T stelt de bediener in staat om tussen las en kraterparameters te kiezen met behulp van de toortsschakelaar. Preflow and Crater worden automatisch geactiveerd als 4T geselecteerd is, zowel Preflow en Crater kunnen worden geconfigureerd in het Configuratiemenu van de Lassequentie. Als de toortsschakelaar wordt losgelaten tijdens het lassen, gaat het apparaat in de Trigger Holdmodus. Als u vervolgens de schakelaar indrukt en deze blijft indrukken, zal het apparaat in de Cratermodus blijven totdat de schakelaar wordt vrijgegeven en de Craterinstelling inactief wordt.
Trigger Hold stelt de bediener in staat om draad aan te voeren zonder voortdurend de toortsschakelaar in te drukken. In de Trigger Holdinstellingen kan nadat de boog is gestart en het lassen geactiveerd is (voor de Inactiefmodus), de schakelaar worden losgelaten voordat de Delay−tijd (Vertraging) afloopt, waarbij het systeem doorgaat met lassen. Om het lassen te beëindigen, drukt u op de schakelaar en laat u deze weer los.
s zijn gekoppeld als 1/2,
s te kiezen met behulp
OM-277151 Pagina 34
Ref 266 061-A
Page 41
5-10. Configuratie Lassequentie
Home > Setup > Sequence
Sequence Select ‐ Program 1
Preflow ‐ Disabled Start ‐ Disabled Start Ramp ‐ Disabled Weld ‐ Enabled Crater Ramp ‐ Disabled Crater ‐ Disabled
Retract ‐ Disabled Postflow ‐ Disabled
Home
Setup
Edit
Lassen
Kratertijd
Gebruik in het Startscherm de geheugeninstellingsknop geheugenknoppen programmanummer te selecteren.
Druk in het Startscherm op de Setup Softkey.
In het Opstartmenu, draai de scrollknop om de optie Weld Sequence Configuration (Configuratie Lassequentie) te activeren. Druk op de scrollknop en selecteer Weld Sequence Configuration (Configuratie Lassequentie).
In het scherm voor de configuratie van de lassequentie, draai de scrollknop naar de gewenste functie. Druk op de scrollknop om de functie te activeren of te inactiveren.
Als de gewenste functie geactiveerd is, druk op de softkey Edit (Bewerken) om de parameters voor de functies te wijzigen:
Preflow- Stelt de tijdsduur in van de gasstromen alvorens het lassen te starten.
Start- Stelt de spanning, draadaanvoersnelheid, inductantie het lassen wordt vereist.
Crater Ramp- Stelt de tijdsduur in vanaf de start van het lassen tot de lasparameters.
Weld- Stelt de spanning, draadaanvoersnelheid, inductantie
Crater Ramp- Stelt de tijdsduur in vanaf het lassen tot de kraterparameters.
Crater- Stelt de spanning, draadaanvoersnelheid, tijd en inductantie voor de kraterinstellingen in.
Retract- Stelt de snelheid en de tijd in gedurende welke de draad zich na het lassen intrekt.
Postflow- Stelt de tijdsduur in van de gasstroom na het lassen.
in die voor het starten van
in.
of de
om het te wijzigen
tijd en
tijd en
Voorstroom
Schakelaar
ingedrukt
V
oorstroomtijd
Start
Starttijd
Lassen
Intrektijd
Krater Intrekken Nastroom
Schakelaar
losgelaten
Nastroomtijd
Tijd
Einde
sequentie
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 35
Page 42
5-11. Feedbackconfiguratie
1
2
3
5
6
Home > Setup > Feedback Configuration
Feedback Configuration
Active > Sense Lead
Change voltage feedback method:
Stud Sense Sense Lead
Home
Back
1 Indicator directory Geeft het huidige pad weer. 2 Naam menu Geeft de naam van het huidige menu weer. 3 Indicator geactiveerd Geeft de actieve feedbackmethode weer. 4 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal een zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de geïnactiveerde opties wit zullen zijn. Druk op de knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4
5 Opties Stud Sense- De stroomfeedback wordt
gemeten bij de uitgangsbouten van de lasstroombron.
Sense Lead- De stroomfeedback wordt gemeten met een spanningsdetectiekabel.
6 Start Soft Key Druk op de Start softkey om het scherm
van het Startmenu in te gaan.
5-12. Systeemmenu
1
4
5
Home > system
2
Factory Reset USB Functions System Software Revision Network Settings Machine Serial Number
Home
System Menu
Back
Ref 266 061-A
1 Indicator directory Geeft het huidige pad weer. 2 Naam menu Geeft de naam van het huidige menu weer. 3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal een zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de geïnactiveerde opties wit zullen zijn. Druk op de knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties
3
Factory Reset- Hier kan de gebruiker alle waarden terugzetten naar de fabriekswaarden (zie hoofdstuk 5-13).
USB Functions- De software wordt bijgewerkt en geladen of er worden lasprogramma’ (zie hoofdstuk 5-14).
System Software Revision- Geeft de huidige softwareherziening van het lassysteem weer.
Network Settings- Toont informatie over de netwerkaansluitingen zoals het IP−adres.
Machine Serial Number- Toont het serienummer
5 Start Soft Key Druk op de Start softkey om het scherm
van het Startmenu in te gaan.
s met een USB geladen
van de unit.
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 36
Page 43
5-13. Terugstellen naar fabrieksinstellingen
Home > System > Factory Reset
Factory Reset
Perform Factory Reset?
No Yes
Home
Back
Druk in het Startscherm op de Systeem softkey.
In het Systeemmenu, draai de scrollknop om de optie Factory Reset (Terugstellen naar fabrieksinstellingen) te activeren. Druk op de knop om Factory Reset (Terugstellen naar fabrieksinstellingen)
In het scherm Factory Reset (Terugstellen naar fabrieksinstellingen), draai de scrollknop en selecteer Yes (Ja). Druk op de knop om Factory Reset (Terugstellen naar fabrieksinstellingen) uit te voeren.
Het scherm gaat terug naar het Startscherm als de Factory Reset (Terugstellen naar fabrieksinstellingen) is uitgevoerd.
te selecteren.
5-14. USB Functions
Home > System > USB
Write to System Write to USB
Home
USB Functions
System
Ref 266 061-A
Druk in het Startscherm op de Systeem softkey.
In het Systeemmenu, draai de scrollknop om de optie USB Functions (USBfuncties) te activeren. Druk op de knop om USB Functions (USBfuncties) te selecteren.
Opties Write to system- Gebruikt een USB−stick
om de software en lasprogramma’s van de unit bij te werken.
Write to USB (Naar USB schrijven)­System Settings (Systeeminstellingen)
Slaat de door de gebruiker aangemaakte programma’ gebruikersinstellingen kunnen vervolgens op andere units worden geladen, of op de huidige unit worden hersteld.
License Key (Licentiesleutel) De licentiesleutel Insight Core geactiveerd zijn. Bewaar de licentiesleutel op een USBstick als u bij Insight Core registreert.
Diagnostic Files (Diagnosebestanden) Diagnosebestanden zijn beschikbaar in units die in Insight Core geactiveerd zijn. Sla de diagnosebestanden op om terug te sturen naar de Servicevertegenwoordigers van Miller.
s op een USB−stick op. De
is beschikbaar in units die in
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 37
Page 44
HOOFDSTUK 6 ONDERHOUD & PROBLEEMOPLOSSING
6-1. Routineonderhoud
Elke 3 maanden
Elke 6 maanden
! Ontkoppel de netvoeding
voordat u onderhoud uitvoert.
n = Controleren Z = Wijzigen ~ = Reinigen l = Vervangen * Moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant erkende serviceagent
l onleesbare labels ~ lasklemmen nl laskabels nl pistoolkabels
nl snoeren nl onderdelen met
l beschadigde gasleiding
barsten of scheuren
OF
~ lasaansluitingen n laskabelaansluitingen
. Geef vaker een
aandraaien
onderhoudsbeurt als het apparaat zwaar belast wordt.
Referentie
~ aandrijfrollen ~ binnenkant van het
apparaat
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 38
Page 45
6-2. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing
1
ERR BTN STUK
2
3 4
5
1 Melding op leddisplay Toont een kort bericht waarin de fout of de
plaats van de fout wordt beschreven. Sommige berichten kunnen meerdere fouten bevatten. Ga voor specifieke foutinformatie lcddisplay.
2 Type melding Er zullen drie meldingstypen worden
weergegeven.
naar de meldingen op het
ERROR
Button on UI stuck
Make sure all buttons are clear
If error persists, please contact support
Logs
ERROR- The system has experienced a fault that must be addressed before continuing use (Het systeem heeft een fout gedetecteerd alvorens verder te gaan).
MESSAGE- No fault has occurred, but some action must be taken before resuming use of the welding system (Er is geen fout opgetreden, maar er moet enige actie worden ondernomen om het gebruik van het lassysteem te herstarten. De ingangsstroom moet bijvoorbeeld in en uitgeschakeld worden na de nieuwe software te hebben geladen.
WARNING- There is something that should be addressed before continuing (Er is iets dat moet worden afgehandeld alvorens verder te gaan). Er is bijvoorbeeld geen verbinding met de spanningsdetectiekabel.
die moet worden opgelost
Ref. 266 061-B
3 LCD Display Message (LCD−melding) Geeft meer informatie over de weergegeven
melding. 4 LCD Solution Message
(LCDoplossingsmelding)
Beschrijft de handeling die moet worden ondernomen om het bericht of de fout te wissen.
5 Logs Soft Key (softkey voor
berichtenmenu
Door te drukken op de softkey Logs zal de gebruiker naar het menu met de verslaggeving worden geleid (zie hoofdstuk 5-6). Vanuit het Logsmenu (berichtenmenu) wordt toegang tot het Error Log (foutrapporten) verschaft. Het LCD Error Log Messages (LCD−Foutverslaggevingsberichten) zijn opgeslagen in het Error Log (foutrapporten).
)
OM-277151 Pagina 39
Page 46
6-3. Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing
RODE
LEDweergave
BOOT ERROR of BOOT FAIL (opstartfout)
Geen weergave LCD is blanco De aanvoerunit start niet,
ERR THERM of ERR OVERTEM (THERMISCHE FOUT OF TE HOGE TEMPERATUUR)
LCDmelding Beschrijving Mogelijke oorzaken Mogelijke oplossingen
Systeemopstart
Statusbalk gestopt bij 1%, 2%, 3% of 4%
ERROR (FOUT) Probleem thermisch systeem Lasstroombron is oververhit Laat het apparaat afkoelen. Schakel de stroombron uit en in.
Een van de componenten in het systeem is niet verbonden met het netwerk of de rest van het systeem.
het witte lampje brandt en de voedingscontactor staat onder stroom.
De stroombron is oververhit.
Het lampje van de hoge temperatuur brandt constant.
De draden in de verbindingskabel zijn niet aangesloten.
Er is een gebroken pin of contactdoos in één van de communicatiestek kerdozen.
Interne fout printplaat.
Slechte communicatiekabel
Interne fout printplaat.
De openingen van de ventilatiejaloezieën/ windtunnel zijn geblokkeerd.
De motoren van de ventilator draaien niet of kunnen niet draaien.
De koellichamen zijn vuil.
Vervang de verbindingskabel van de stroombron met de draadaanvoerunit, of tussen de ROI en de draadaandrijving, als het een swingboogsysteem is.
Vervang de stroombron, ROI, draadaandrijving of draadaanvoerunit voor onderhoud.
Vervang de communicatiekabel tussen de stroombron en de draadaanvoerunit.
Vervang de stroombron, ROI, draadaandrijving of draadaanvoerunit voor onderhoud.
Zorg voor een minimale afstand van 45,7 cm (18 inch) tussen de stroombron en andere voorwerpen. De stroombron moet worden onderhouden/gerepareerd alvorens de juiste bediening hiervan.
Uitblazen binnen in de windtunnel volgens het hoofdstuk van preventief onderhoud.
CYCLE POWER (Schakel het apparaat uit en weer in)
ERR COMM (FOUT COMM)
ERR COMM (FOUT COMM)
ERR WIRSTUK ERROR (FOUT)
Het apparaat moet worden uit en ingeschakeld Schakel de stroombron uit en in
ERROR (FOUT) Geen communicatie met het systeem
Schakel de stroombron uit en in.
ERROR (FOUT) Geen interne communicatie:
Wire Stuck Error (Fout draad vast) Draad vast op werkstuk aan het einde van de las
Deze melding kan worden weergegeven als de instellingen zijn gewijzigd in de configuratie van het systeem.
De gebruikersinterface is niet verbonden met de rest van het systeem.
Er zijn veel communicatiefouten in het systeem die aanduiden waar het probleem kan zijn. De communicatie kan verloren zijn vanuit de stroombron, draadaanvoerunit, ROI of draadaandrijving. De melding met informatie in het LCDscherm geeft de juiste gegevens voor de onderhoudstechnicus.
Draad vast op werkstuk aan het einde van de las
Slechte communicatie van kabel tussen de aanvoerunit en de stroombron.
Slechte verbinding in de communicatiekabel tussen de draadaanvoerunit en de stroombron. Open verbinding in de verbindingskabel aan de achterzijde van de stroombron, draadaanvoerunit, ROI of draadaandrijving. De databank in het systeem kan corrupt zijn.
Schakel de stroombron uit en in.
Vervang de verbindingskabel.
Vervang de communicatiekabel.
De stroombron, ROI, draadaandrijving of draadaanvoerunit moeten worden onderhouden/gerepareerd alvorens de juiste bediening hiervan.
Installeer de systeemsoftware opnieuw.
Breek/snij het draad van het werkstuk af.
ERR ARC (FOUT BOOG)
OM-277151 Pagina 40
ERROR (FOUT)
Fout boog Controleer de draadaanvoerunit en de stroombron.
De geproduceerde boog was geen geldige boog, de lasspanning was te hoog of te laag voor de ingestelde parameters op de gebruikersinterface.
Laskabel is gebroken of niet verbonden.
Draad wordt te langzaam geleverd, booglengte te lang.
Repareer of vervang de laskabel. Repareer of vervang de werkklem of kabelverbinding. Controleer/vervang de draadgeleiding.
Controleer dat de druk van de aandrijfrol goed is ingesteld voor de toepassing.
Page 47
RODE
LEDweergave
ERR TRG STUK (FOUT TOORTS CHAKELAAR VASTGE HOUDEN)
ERROR (FOUT) Toortsschakelaar vastgehouden bij inschakelen Laat de schakelaar los en druk op de knop om de fout te verwijderen.
De fout Toortsschakelaar vastgehouden doet zich ook voor als de schakelaar ingedrukt blijft wanneer de aanvoerunit wordt ingeschakeld. De fout kan worden gewist door de schakelaar los te laten.
Er kan kortsluiting zijn in de schakelaar of in de schakelaardraden samen in de MIGtoorts
Mogelijke oplossingenMogelijke oorzakenBeschrijvingLCDmelding
Repareer of vervang de MIGtoorts.
WRN SOFTWARE
ERR INPT PWR (FOUT INGANGS STROOM)
ERR INPT PWR (FOUT INGANGS STROOM)
ERR INPT PWR (FOUT INGANGS STROOM)
ERR BTN STUK (FOUT KNOP VASTGE HOUDEN)
ERR ARC (FOUT BOOG)
WAARSCHUWING: Fout door incompatibele software Onjuiste overeenkomst Sys SW Rev
ERROR (FOUT)
Moet primaire driefasevoeding gebruiken
ERROR (FOUT) Primaire voedingsspanning te hoog Primaire aansluitingen controleren
ERROR (FOUT) Primaire voedingsspanning te hoog Primaire aansluitingen controleren
ERROR (FOUT) Knop zit vast op UI Zorg dat alle toetsen vrij zijn
ERROR (FOUT)
Toortsschakelaar te lang vastgehouden zonder boog.
De software in een andere component van het systeem zorgt voor een discrepantie in de software. De software in de draadaanvoerunit en de stroombron zijn van verschillende versies.
Het systeem heeft een enkele fase, er ontbreekt een primaire poot.
De door de klant geleverde primaire spanning is te hoog.
De door de klant geleverde primaire spanning is te hoog.
De lasuitgang was te lang actief alvorens een boog te ontsteken.
Eén component in het systeem is nieuwer dan de rest van de componenten. Er werden een verschillende draadaanvoerunit en stroombron voor het eerst samen geïnstalleerd.
Er is een slechte verbinding in de driefasestekker of deze maakt geen verbinding. Er is een open zekering of stroomonderbreker
Er is een slechte verbinding in de driefasestekker of deze maakt geen verbinding.
De knop op UI is te lang ingedrukt. Membraanknop op de deklaag is beschadigd.
De aandrijfrollen waren open en het draad is niet bewogen. Er is geen laskabel tussen de aanvoerunit en de stroombron.
.
Werk de systeemsoftware bij.
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien om de primaire spanning te verifiëren en mogelijke oplossingen te vinden.
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien om de primaire spanning te verifiëren en mogelijke oplossingen te vinden.
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien om de primaire spanning te verifiëren en mogelijke oplossingen te vinden.
De draadaanvoerunit of ROI moet worden onderhouden/gerepareerd alvorens de juiste bediening hiervan.
Zorg dat de juiste druk van de aandrijfrol wordt toegepast. Zorg dat de steunplaatdrager van de lagere aandrijfrol geïnstalleerd is. Installeer een laskabel.
ERR REL TRIG (FOUT LOSLATEN TOORTSKABEL)
WRN OVERAVER
ERROR (FOUT) Toortsschakelaar te lang vastgehouden. Laat de schakelaar los en druk op de knop om de fout te verwijderen.
WAARSCHUWING:
Bedrijfscyclus overschreden Het systeem is klaar voor lassen op korte termijn.
Een fout bij het loslaten van de toortschakelaar doet zich voor als de gebruiker de schakelaar langer dan twee minuten heeft vastgehouden zonder een boog te ontsteken of als de gebruiker de toortschakelaar vasthoudt na de nagasfase bij een getimede las. Dit kan zich ook voordoen als de jogknop te lang wordt ingedrukt.
De bedrijfscyclus van de stroombron is overschreden. De stroombron is uitgeschakeld om zelf te kunnen afkoelen. De fout zal een tijd actief blijven.
De toortsschakelaar in het MIGpistool heeft kortsluiting of wordt in een gesloten positie vastgehouden.
De lasuitgang was te hoog gedurende een te lange periode.
Repareer of vervang de MIGtoorts.
Laat het lasapparaat ingeschakeld en inactief totdat de fout wordt verwijderd, meestal gedurende 15 minuten.
OM-277151 Pagina 41
Page 48
RODE
LEDweergave
ERR AUX PWR (FOUT HULPVOEDING)
ERR THERM (FOUT THERMISCH SYSTEEM)
ERR PWR SRC (FOUT STROOMBRON)
WRN VSNS LOS (GEEN FEEDBACK SPANNINSDET)
ERR COOLER TEMP (FOUT KOELTEMP)
ERR COOLER FLOW (FOUT KOELSTROOM)
ERROR (FOUT) Probleem hulpvoeding Schakel de stroombron uit en in.
ERROR (FOUT) Probleem thermisch systeem Schakel de stroombron uit en in.
ERROR (FOUT) Stroomfout CS1, CS2, CS3 of CS4 boostcircuit Schakel de stroombron uit en in
WAARSCHUWING: Waarschuwing feedback spanningsdetectie Geen feedback spanningsdetectie
ERROR (FOUT) Te hoge temperatuur koeler
ERROR (FOUT) Lage koelstroom
De hulpvoeding van 115 VAC van de printplaat heeft een probleem.
Het systeem raakt oververhit bij de primaire of secundaire koellichamen. Zie ook ERR THERM 1, 2 of 3 meldingen.
De sensorfeedback van de primaire stroomomvormer meldt een te hoge of te lage stroomafname van de primaire ingangsstroom.
De stroombron ontvangt geen feedback van de ingangsspanning van de interne aansluitingen of de externe spanningsdetectiekabel.
De temperatuursensor in de koeler meldt dat de koeltemperatuur te hoog is en schakelt het systeem uit totdat de temperatuur laag genoeg is.
De koelleidingen hebben geen koelstroom.
Een apparaat dat in de 115 VACstekkerdoos is gestoken geeft te veel belasting. Auxiliary Power failure (Fout hulpvoeding)
De ventilatoren worden niet ingeschakeld.
Het activeringssignaal van het boogregelingsbord (PC4) is niet aanwezig.
Primaire ACingang kan te hoog of te laag zijn bij een of meerdere poten.
De configuratieinstelling voor de feedback is geconfigureerd voor spanningsdetectie en de kabel is gebroken of niet aangesloten. Controleer spanningsdetectiekabel op breuk. De verbindingskabel heeft een open draad die de feedback van de ingangsspanning draagt.
Er is een blokkade in de toortsschakelaar of in de koelleiding van de toortsschakelaar. De lastoepassing overschrijdt de capaciteiten van de koeler.
De lucht in de koelleidingen is nog niet afgelaten. Het filter is verstopt met vuil. Er is een blokkade in de toortsschakelaar of in de koelleiding van de toortsschakelaar.
Mogelijke oplossingenMogelijke oorzakenBeschrijvingLCDmelding
Verwijder het apparaat uit de 115 VACstekkerdoos. De stroombron moet worden onderhouden/gerepareerd alvorens de juiste bediening hiervan.
Controleer de ventilatoruitgang van het boogregelingsbord (PC13).
Zorg dat de draden voor de activering van de ventilator goed zijn aangesloten. Vervangen (PC4).
Neem contact op met een gekwalificeerd elektricien om de primaire spanning te verifiëren en mogelijke oplossingen te vinden.
Vervang de spanningsdetectiekabel.
Vervang de spanningsdetectiekabel.
Vervang de verbindingskabel.
Vervang de toortsschakelaar of verwijder de blokkade in de koelleidingen.
Verminder de lasuitgang.
Schakel de lasuitgang verschillende malen in via de laadbankmodus en verwijder de fout telkens totdat de koeler in de stroomindicator verschijnt en de stroomschakelaar activeert. Volg de instructies voor het onderhoud van de koeler in de Koeler OM. Vervang de toortsschakelaar of verwijder de blokkade in de koelerleidingen.
OM-277151 Pagina 42
Page 49
6-4. Probleemoplossing
Probleem Oplossing
! Ontkoppel de netvoeding voordat u problemen oplost.
Draadaanvoer, beschermgas stroomt, maar het elektrodedraad heeft geen stroom.
De aanvoer van het elektrodedraad stopt of is onregelmatig tijdens het lassen.
De motor loopt langzaam. Controleer de correcte ingangsspanning.
De netvoeding is aangesloten op de draadaanvoerunit, maar de unit werkt niet.
Controleer de laskabelaansluitingen en bevestig de kabelverbindingen (zie hoofdstuk 4-5).
Controleer de pistoolschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Controleer de pistoolschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Stel de spanning van de naaf en de druk van de aandrijfrol in (zie hoofdstuk 4-20).
Verander dit naar het correcte formaat van de aandrijfrol (zie hoofdstuk 4-19).
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol.
Incorrect formaat of versleten draadgeleidingen.
Vervang de contacttip of liner. Zie de handleiding bij het pistool.
Verwijder lasspetters of vreemd materiaal rond de mondstukopening.
Zorg dat een door de fabrikant erkende serviceagent de aandrijfmotor of motorbesturingsbord PC1 controleert.
Controleer de kabels van het laspistool en repareer de kabels of vervang het pistool.
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 43
Page 50
HOOFDSTUK 7 − ELEKTRISCH SCHEMA
OM-277151 Pagina 44
Figuur 7-1. Schakelschema
Page 51
274365-C
OM-277151 Pagina 45
Page 52
HOOFDSTUK 8 − ONDERDELENLIJST
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
41
7
47
40
44
41
37
39
9
8
6
6
4
34
38
41
37
41
34
4
7
5
5
46
3
27
36
35
45
14 - Figure 8-5
43
33
25
32
27
29
28
31
30
29
27
28
13 - Figuur 7-4
26
24
24
2
1
42
11­Figuur 7-3
10 Figuur 7-2
19
23
12 Figuur 7-7
21
22
17
20
16
42
15
18
OM-277151 Pagina 46
277153-D
Figuur 7-1. Hoofdmontage
Page 53
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-1. Hoofdmontage
Niet
CE
1 266419 Base, Feeder Machined 1 1.. .............. .. .................................. .....
2 266181 Support, A−Frame 2 2.. .............. .. ....................................... .....
3 257227 Bracket, Support A−Frame 1 1.. .............. .. ............................... .....
4 +269642 Door, Drive 2 2.. ............. .. ............................................ .....
5 270991 Insulator, Mylar .014x5.000x9.000 2 2.. .............. .. ......................... .....
6 275806 Label, Warning Hot Surfaces and Moving Parts (EN/FR/SP) 2 2.. .............. .. .. .....
7 269889 Label, Caution Pinch Point (EN/FR/SP) 2 2.. .............. .. .................... .....
8 +269288 Wrapper, Feeder Continuum 1 1.. ............. .. .............................. .....
9 274964 Label, General Precautionary (EN/FR/SP) 1 1.. .............. .. .................. .....
10 +Figuur 7-2 Panel Assy, Front Dual 4 Pin 1 1.. .......... .. .............................. .....
11 Figuur 7-3 Panel Assy, Rear Dual 1 1.. ............ .. ................................... .....
12 Figuur 7-7 Assy, UI 1 1.. ............ .. ............................................... .....
13 Figuur 7-4 Drive Assy, Wire Dual Lh 1 1.. ............ .. ................................ .....
14 Figuur 7-5 Drive Assy, Wire Dual Rh 1 1.. ............ .. ................................. .....
15 See Inset Assy, Power Pin Block Lh Or Rh 2 2.. ............ .. .......................... .....
16 073432 Ftg, Hose Brs Barbed M 3/16 Tbg X 1/8 Npt 1 1.. .............. .... .............. .....
17 275203 Block, Power Pin Lh 1 1.. .............. .... ................................... .....
18 280836 Bus Bar, Input 1 1.. .............. .... ......................................... .....
19 234073 Pin, Hinge 1 1.. .............. .... ............................................ .....
20 251557 Spring, Cprsn .210 Od X .026 Wire X 1.000 Pld 1 1.. .............. .... ........... .....
21 262691 Clamp, Power Pin 1 1.. .............. .... ..................................... .....
22 262703 Lock, Power Pin 1 1.. .............. .... ....................................... .....
23 151437 Knob, T 1.500 Bar W/.31218 Stud 1.125 Lg Plstc 1 1.. .............. .... ....... .....
24 267482 Bracket, Door 2 2.. .............. .. ........................................... .....
25 268704 Hub and Spindle Assy (Includes) 2 2.. .............. .. .......................... .....
26 265876 Shaft, Spool Hub 1 1.. .............. .... ...................................... .....
27 231211 Washer, AntiTurn 2 2.. .............. .... .................................... .....
28 010191 Washer, Flat .656idx1.500odx.125t Fbr 2 2.. .............. .... .................. .....
29 058628 Washer, Brake Stl 2 2.. .............. .... ..................................... .....
30 058428 Hub, Spool 1 1.. .............. .... ........................................... .....
31 058427 Ring, Retaining Spool 1 1.. .............. .... .................................. .....
32 010233 Spring, Cprsn .970 Od X .120 Wire X 1.250 Pld 1 1.. .............. .... .......... .....
33 237843 Knob, Brake Adjust (Diecast) 1 1.. .............. .... ........................... .....
34 089899 Latch, Slide Flush 2 2.. .............. .. ....................................... .....
35 267442 Bracket, Board 1 1.. .............. .. .......................................... .....
36 PC36 273049 Circuit Card Assy, Motor/Feeder Comm Boom/Dual/Auto 1 1.. .... .... .. ..... .....
37 269633 Bracket, Door Hinge 2 2.. .............. .. ..................................... .....
38 276250 Bracket, Rear Grommet Cords/Cables (CE) 0 1.. .............. .. ................. .....
38 262770 Bracket, Rear Grommet Cords/Cables 1 0.. .............. .. ..................... .....
39 266397 Bushing, Snapin Nyl 1.860 ID x 2.250 Dia Mtg Hole 1 1.. .............. .. ......... .....
40 170647 Bushing, SnapIn Nyl 1.312 Id X 1.500 Mtg Hole 2 2.. .............. .. ............ .....
41 267307 Hinge, Door Friction Adjustable 4 4.. .............. .. ............................ .....
42 S1, S2 216295 Switch, Rocker SPDT .4VA 28VDC (On)-Off-(On) 2 2.. ... ... .. ............ .....
43 274610 Cover, Spool 12 in (Left Side) 0 1.. .............. .. ............................. .....
44 274611 Case, Spool 12 in (Left Side) 0 1.. .............. .. .............................. .....
45 276960 Cover, Spool 12 in (Right Side) 0 1.. .............. .. ............................ .....
46 276962 Case, Spool 12 in (Right Side) 0 1.. .............. .. ............................ .....
47 057357 Bushing, SnapIn Nyl .937 Id x 1.125 Mtg Hole 0 2.. .............. .. .............. .....
L22, L23 276360 Core, Ferrite 9.50mm Od X 4.75mm Id 0 2....... .. .. ..................... .....
L21 276358 Core, Ferrite 25.90mm Od X 12.80mm Id 0 1.......... .... .. ................... .....
218244 Label, Adjusting Drive Roll Tension 1 1................... .. ........................ .....
Quantity
CE
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 47
Page 54
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
5
9
8
6
4
1
2
7
3
Ref. 277154-B
Figuur 7-2. Montage voorpaneel
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-2. Montage voorpaneel (Figuur 7-1, Item 10)
Niet
CE
Quantity
CE
1 266147 Plate, Trigger Dual 4 Pin 1 1.. .............. .. ................................. .....
2 258508 Membrane, Switch Control Continuum Feeder Dual 0 1.. .............. .. .......... .....
2 276376 Membrane, Switch Control Continuum Feeder Dual 1 0.. .............. .. .......... .....
3 +253528 Bezel, Feeder With Inserts 1 1.. ............. .. ............................... .....
4 253628 Baffle, Front Panel 1 1.. .............. .. ....................................... .....
5 170647 Bushing, SnapIn Nyl 1.062 Id X 1.500 Mtg Hole Cent 2 2.. .............. .. ....... .....
6 PC41 280204 Circuit Card Assy, Trigger Dual 4 Pin 1 1.. .... .... .. ....................... .....
7 276277 Ftg, Water Quick Conn .187 Female Panel Mount 0 4.. .............. .. ........... .....
8 223343 Clip, Wire Stdf .40 .50 Bndl .156 Hole .031 .078 Thk 1 1.. .............. .. ...... .....
9 207152 Nut, 010 − 32 U−Nut Multi−Thread 2 2.. .............. .. ......................... .....
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 48
Page 55
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
5
6
10
6
1
2
6
9
4
8
3
7
7
8
3
2
6
10
277155-B
Figuur 7-3. Montage achterpaneel
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-3. Montage achterpaneel (Figuur 7-1, Item 11)
Niet
CE
Quantity
CE
1 257622 Panel, Rear Dual 1 1.. .............. .. ........................................ .....
2 GS1, GS101 228035 Valve, 34Vdc 1 Way .750 14 Thd 2mm Orf 100psi 2 2.. . .. .......... .....
3 211989 Fitting, W/Screen 2 2.. .............. .. ........................................ .....
4 Label, Nameplate (Order By Model and Serial Number) 1 1.. ........................ ....... .....
5 PC31 272939 Circuit Card Assy, Motor/Feeder Comm W/Prog 1 1.. .... .... .. ............. .....
6 265352 Tubing, Polyurethane Blk .197 Id x .315 Od x 18.000 4 4.. .............. .. ......... .....
7 276278 Ftg, Water Quick Conn .187 Male Panel Mount 0 2.. .............. .. .............. .....
8 272186 Nut, .750 14 NPS 1.48Hex .41H Nyl 2 2.. .............. .. ...................... .....
9 269715 Standoff Support, PC Card .312/.375 W/Post & Lock 4 4.. .............. .. ....... .....
10 279847 Ftg, Gas Push To Conn Straight 5/16 In Od Tubing 2 2.. .............. .. .......... .....
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 49
Page 56
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
12
1
2
3
4
11
7
8
10
9 - Figuur 7-6
6
5
Figuur 7-4. Montage draadaandrijving links
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-4. Montage draadaandrijving links (Figuur 7-1, Item 13)
1 279953 Encoder, Optical 1... .......... .. .................................................
261787 Plug, w/Cable For Encoder 1................ .. ........................................
2 M1 257630 Motor, Gear 1/11HP 40VDC R Angle Lh Boom 1... ... .. .. .......................
3 271862 Stand-off, 10-32 X 1.125 Lg .313 Hex Stl M&M 3... .......... .. .......................
4 253589 Hub, Gear 1... .......... .. .......................................................
5 267153 Frame, Drive Assy Machined 1... .......... .. ......................................
6 266421 Spacer, Al .166 Id X .250 Od X .562 Lg 3... .......... .. .............................
7 267162 Plate, Drive Mtg Dual 1... .......... .. .............................................
8 267147 Insulator, Motor Mount Lh 1... .......... .. .........................................
9 Figuur 7-6 Drive Assy, Wire No Motor Single 1... ........ .. ..................................
10 276525 Screw, Thumb Stl .25020 x .500 Pld Nylon Head 1... .......... .. ....................
11 256640 Block, Inlet 1... .......... .. ......................................................
12 266403 Pin, Retractable Spring Plunger Plate Mtg 1... .......... .. ...........................
271904-B
Quantity
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 50
Page 57
1
2
3
4
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
5
6
7
8
9 - Figuur 7-6
12
Figuur 7-5. Montage draadaandrijving rechts
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-5. Montage draadaandrijving rechts (Figuur 7-1, Item 14)
1 279953 Encoder, Optical 1... .......... .. .................................................
261787 Plug, w/Cable For Encoder 1................ .. ........................................
2 M1 257629 Motor, Gear 1/11HP 40VDC R Angle Rh 1... ... .. .. ............................
3 271862 Stand-off, 10-32 X 1.125 Lg .313 Hex Stl M&M 3... .......... .. .......................
4 253589 Hub, Gear 1... .......... .. .......................................................
5 267153 Insulator, Drive Frame 1... .......... .. ............................................
6 266421 Spacer, Al .166 Id X .250 Od X .562 Lg 3... .......... .. .............................
7 267162 Plate, Drive Mtg Dual 1... .......... .. .............................................
8 267179 Insulator, Motor Mount Rh 1... .......... .. .........................................
9 Figuur 7-6 Drive Assy, Wire No Motor Single 1... ........ .. ..................................
10 276525 Screw, Thumb Stl .25020 x .500 Pld Nylon Head 1... .......... .. ....................
11 256640 Block, Inlet 1... .......... .. ......................................................
12 266403 Pin, Retractable Spring Plunger Plate Mtg 1... .......... .. ...........................
11
10
272115-B
Quantity
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 51
Page 58
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
1
10
5
6
4
3
13
2
8
12
9
11
7
269727-B
Figuur 7-6. Montage aandrijving
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
267733
Description
Figuur 7-6. Montage aandrijving (Figuur 7-4, Item 9; Figuur 7-5, Item 9)
1 260262 Assy, Pressure Arm Left 1.. .............. .. ..........................................
2 260263 Assy, Pressure Arm Right 1.. .............. .. ........................................
3 259150 Spring,Double Torsion .408 OD .051 Wire 1.. .............. .. ..........................
4 280878 Pin, Gear Idler 2.. .............. .. ..................................................
5 261793 Pin, Clevis .250 OD X 2.500 Lg W/Groove 2.. .............. .. .........................
6 266830 Carrier, Drive Roll W/Cmpnts 24 Pitch .250 In Shaft 4.. .............. .. ..................
7 280176 Drive Body Assy, Cast 1.. .............. .. ...........................................
8 252217 Knob Assy, Tension Adjust 2.. .............. .. ........................................
9 251473 Gear, Drive Pinion 1.. .............. .. ...............................................
10 258383 Shaft, Drive Roll 2.. .............. .. .................................................
11 263359 Screw, Thumb Stl .312-18 X 1.500 Pld Nylon Head 1.. .............. .. ..................
12 260260 Shaft Assy, Support Cover 1.. .............. .. ........................................
13 151828 Pin, Cotter Hair .042 X .750 2.. .............. .. .....................................
Quantity
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 52
Page 59
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen te bestellen als ze op de lijst staan.
1
2
5
4
3
Ref. 273390-B
Figuur 7-7. Gebruikersinterface
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
273390
Description
Figuur 7-7. Gebruikersinterface (Figuur 7-1, Item 12)
Quantity
1 273390 Assembly, User Interface (includes) 1... .......... .. ................................
2 230052 Knob, .840 Dia X 6mm Id W/Spring Clip−4.5 1... .......... ... .......................
3 269555 Knob, .840 Dia X 6mm Id W/Spring Clip4.5 W/Print 1... .......... ... ...............
4 266591 Knob, Encoder 1.250 Dia X 6mm Id Push On W/Spring 2... .......... ... ............
5 267343 Cover, USB 1... .......... ... ...................................................
+ Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model en serienummer als u onderdelen bij uw plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 53
Page 60
”U” GROOVE FOR
ALUMINUM WIRES
CONTAINS NYLON
WIRE GUIDES
”U” COGGED FOR
EXTREMELY SOFT
WIRE OR SOFT*
SHELLED CORED
WIRES
SHELLED
*
”V” KNURLED FOR
HARD
CORED WIRES
SHELLED
*
”U” GROOVE FOR
SOFT
CORED WIRES
”V” GROOVE FOR
HARD WIRE
OM-277151 Pagina 54
WIRE SIZE
.023/.025 in. (0.6 mm) 151024
.030 in. (0.8 mm) 151025
.035 in. (0.9 mm) 151026 151052 243233
.040 in. (1.0 mm) 161190
.045 in. (1.1/1.2 mm) 151027 151037* 151053 151070 243234*
.052 in. (1.3/1.4 mm) 151028 151038 151054 151071
1/16 in. (1.6 mm) 151029 151039 151055 151072 243235
.068/.072 in. (1.8 mm) 151056
5/64 in. (2.0 mm) 151040 151057 151073
3/32 in. (2.4 mm) 151041 151058 151074
7/64 in. (2.8 mm) 151042 151059 151075
1/8 in. (3.2 mm) 151043** 151060** 151076**
Tabel 7-1. Aandrijfrol en draadgeleiderkits
*speed wire feeder
*Accommodates .045 and .047 (3/64 in) wire
**Requires a low
Wire Guides Nylon Wire Guides for Feeding Aluminum Wire
Wire Sizes Inlet Guide Intermediate Guide Wire Size Inlet Guide Intermediate Guide
.023 to .040 in. (0.6 to 1.0mm) 221030 149518 .035 in. (0.9mm) 221912 242417
.045 to .052 in. (1.1 to 1.4mm) 221030 149519 .047 in. (1.2mm) 221912 205936
1/16 to 5/64 in. (1.6 to 2mm) 221030 149520 1/16 in. (1.6mm) 221912 205937
3/32 to 7/64 in. (2.4 to 2.8mm) 229919 149521
1/8 in. (3.2mm) 229919 149522
Page 61
Aantekeningen
Page 62
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 56
Page 63
Geldig vanaf 1 januari 2021 (Installaties waarvan het serienummer begint met “NB” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE In overeenstemming met de onderstaande voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. LLC, Appleton, Wisconsin aan de bevoegde distributeurs dat de nieuwe Millerapparatuur die ver­kocht wordt na de datum dat deze beperkte garantie in werking treedt, geen defecten heeft aan het materiaal of de afwerking op het moment dat de apparatuur door Miller wordt verzonden. DEZE GARANTIE VER­VANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet bin­nen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over de garantieclaim-procedure die hierop volgt. Garantieclaims die online worden ingediend moeten een volledige beschrijving bevatten van het de­fect en de stappen die zijn ondernomen om het probleem op te lossen en de defecte onderdelen te diagnosticeren. Garantieclaims die niet de ver­eiste informatie bevatten zoals bepaald in de servicehandleiding van Miller kunnen door Miller worden geweigerd.
Miller stelt zich aansprakelijk voor garantieclaims op apparatuur onder ga­rantie zoals hieronder vermeld, ingeval het defect zich voordoet binnen de periode waarin de garantie geldig is, zoals hieronder vermeld. De garantie­periode start op de datum van de levering van de apparatuur aan de ko­pereindgebruiker, of 12 maanden nadat de apparatuur verstuurd is naar een NoordAmerikaanse distributeur, of 18 maanden nadat de apparatuur verzonden is naar een internationale distributeur, al naar gelang welk van de gevallen zich het eerst voordoet.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon * Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeid tenzij gespecificeerd * Automatisch verduisterende helmlenzen (Geen arbeid) (Zie
de uitzondering voor de Classicserie hieronder)
* Lasapparaten/generatoren met motor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte garantie van de motorfabrikant.)
* Inzicht intelligente lasproducten (Behalve externe sensoren) * Voedingsbronnen van invertermachines * Stroombronnen plasmasnijders * Procesregelapparatuur * Semi-automatische en automatische draadaanvoer-
systemen
* Transformator/gelijkrichter stroombronnen
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon * Automatisch verduisterende helmlenzen alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
*
Lasmaskers
* Rookafzuigers Capture 5 Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
met automatisch donkerfilter (geen arbeidsloon)
* ArcReachverwarming * AugmentedArc en LiveArclassystemen
* Automatisch bewegende apparatuur
* Bernard BTB luchtgekoelde MIGpistolen (geen werk)
* CoolBelt (geen arbeidsloon) * Luchtdroogsysteem met droogmiddel * Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt voor de resterende garantieperiode van het product waarin ze in geïnstalleerd afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
Rookextractors
*
uitneembare armen en motorbedieningskast * HF units * ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon) * Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPMERKING: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken * Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate pistolen) * PAPR blaasunit (geen arbeidsloon) * Positionerings- en regelapparatuur * Rekken (Voor het installeren van meerdere energiebronnen)
Wielonderstellen/trailers
* * Luchtrespirator (SAR) kasten en panelen bijgeleverd * Draadaanvoer systemen voor onder poederdek lassen * TIG toortsen (geen arbeidsloon) * Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
zijn, of voor een minimum van één jaar —
Filtair 130, MWX en SWX series, ZoneFlow
* Waterkoelsystemen * Draadloze voet-/hand-afstandsbediening en ontvangers * Werkstations/Lastafels (geen arbeidsloon)
5. 6 maanden — op onderdelen * 12 volt batterijen automobielstijl
6. 90 dagen — op onderdelen * Toebehoren (sets) * ArcReach verwarmer snel opruimbare en luchtgekoelde
kabels * Beschermzeilen * Inductieverwarmingsspoelen en dekens, kabels en niet
elektronische regelapparatuur * MIGpistolen van de MDX serie *M−pistolen * MIGpistolen, Subarc (SAW) toortsen en
buitenbekledingskoppen * Afstandsbedieningen en RFCSRJ45 * Vervangende onderdelen (geen arbeidsloon) * Spoolmate pistolen
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, mag-
neetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen van werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen die niet meer goed werken als gevolg van normale slijtage. (Uitzon­dering: borstels en relais zijn wel gedekt bij alle motoraan­gedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door ande­ren, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen val­len onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of ver­keerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of instal­laties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepas­singen voor de installatie.
4. Defecten veroorzaakt door nalatigheid, reparaties zonder toe­stemming of onjuiste testen.
DE PRODUCTEN VAN MILLER ZIJN BESTEMD VOOR COMMER­CIËLE EN INDUSTRIËLE DOELEINDEN DOOR GEBRUIKERS DIE OPGELEID ZIJN VOOR EN ERVARING HEBBEN IN HET GEBRUIK EN ONDERHOUD VAN LASAPPARATUUR.
De reparaties die door deze garantie worden geboden zijn, zoals Miller dit verkiest: (1) reparatie; of (2) vervanging; of, na schriftelijke goedkeuring van Miller (3), de vooraf goedgekeurde kosten voor de reparatie of vervanging bij een door Miller aangewezen servicecentrum; of (4) de betaling van of kredietverlening voor de aankoopprijs (minus de redelijke afschrijvingskosten op basis van het gebruik). Producten mogen niet worden geretourneerd zonder de goedkeuring van Miller. Retourzendingen zijn voor risico en kosten van de klant.
Bovenstaande reparaties zijn F.O.B. Appleton, WI, of een door Miller aangewezen servicecentrum. De klant is verantwoordelijk voor trans­port en vrachtkosten. DE HIER GENOEMDE DOOR HET TOEPAS­SELIJKE RECHT TOEGESTANE REPARATIES VORMEN DE ENIGE EN EXCLUSIEVE REPARATIES ONGEACHT DE RECHTS­THEORIE. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR DIRECTE, SPECIALE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE (WAARONDER VERLIES VAN INKOMSTEN), ONGEACHT DE RECHTSTHEORIE. ELKE HIERIN NIET GENOEMDE GARANTIE EN ELKE IMPLICIETE GARANTIE, BORGSTELLING OF VERTE­GENWOORDIGING, INCLUSIEF ENIGE IMPLICIETE GARANTIE VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BE­PAALD DOEL, IS UITGESLOTEN EN ONTKEND DOOR MILLER.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade, indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaan­de beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze ga­rantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat ver­schillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra ga­ranties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn op­genomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien. Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kun­nen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per pro­vincie verschillen.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen ge­schreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van de woorden in het Engels voorrang.
miller dom_warr_dut_2021−01
Page 64
Eigendomspapieren
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Naam van het model Serie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Leverancier
Adres
Plaats
Staat Postcode
Registreer uw product op: www.millerwelds.com/support/
productregistration
Service
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor:
Neem contact op met het vervoersbedrijf:
Toebehoren en elektroden Optionele apparatuur en accessoires Persoonlijke beschermingsmiddelen Service en reparaties Vervangende onderdelen Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken) Handboeken over lasprocessen
Wanneer u een dealer of servicebedrijf zoekt, ga naar www.millerwelds.com of bel 1800−4−A−Miller
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distribu­teur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het indienen en afhandelen van schadeclaims.
Miller Electric Mfg. LLC
An Illinois Tool Works Company 1635 West Spencer Street Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters−USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended USA & Canada FAX: 920-735-4134 International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek website: www.MillerWelds.com
Vertaling van de originele instructies UITGEGEVEN IN DE VS. © 2021 Miller Electric Mfg. LLC 2021-01
Loading...