MIG (GMAW)−lassen
Gepulseerd MIG (GMAW-P)
Lassen met gevulde draad
(FCAW)
Beschrijving
Draadaanvoerunit
®
Continuum
Dubbele Aanvoerunit
Ce En Niet Ce Modellen
Voor informatie over de pro-
ducten, zie de Gebruikershan-
dleiding en ga verder naar
www.MillerWelds.com
HANDLEIDING
Page 2
Van Miller voor u
Bedankt en gefeliciteerd dat u voor Miller hebt gekozen. Nu kunt u aan de
slag en alles meteen goed doen. Wij weten dat u geen tijd heeft om het anders dan meteen goed te doen.
Om die reden zorgde Niels Miller, toen hij in 1929 voor het eerst met het
bouwen van booglasapparatuur begon, er dan ook voor dat zijn producten
lang meegingen en van superieure kwaliteit waren. Net als u nu konden
zijn klanten toen zich geen mindere kwaliteit veroorloven. De producten
van Miller moesten het beste van het beste zijn. Zij moesten gewoon het
allerbeste zijn dat er te koop was.
Tegenwoordig zetten de mensen die Miller-producten bouwen en verkopen
die traditie voort. Ook zij zijn vastbesloten om apparatuur en service te
bieden die voldoet aan de hoge kwaliteits- en prestatiestandaards die in
1929 zijn vastgelegd.
Deze handleiding voor de eigenaar is gemaakt om u optimaal gebruik te
kunnen laten maken van uw Miller-producten. Neem even de tijd om de
veiligheidsvoorschriften door te lezen. Ze helpen u om uzelf te beschermen
tegen mogelijke gevaren op de werkplek. We hebben ervoor gezorgd, dat u
de apparatuur snel en gemakkelijk kunt installeren. Bij Miller kunt u reke-
nen op jarenlange betrouwbare service en goed
onderhoud. En als om de een of andere reden het
apparaat gerepareerd moet worden, helpt het gedeelte Probleemoplossing u om uit te vinden wat
het probleem is en kan dit worden opgelost met
behulp van ons uitgebreide servicenetwerk. Er
zijn ook een garantie en informatie over het onderhoud van uw specifieke model beschikbaar.
Elke krachtbron van Miller
gaat vergezeld de meest
probleemloze garantie in
onze bedrijfstak − u werkt er
hard genoeg voor.
Miller was de allereerste
fabrikant van lasapparatuur in
de VS die het ISO 9001
kwaliteitscertificaat behaalde.
Miller Electric maakt een complete lijn
lasapparaten en aanverwante
lasproducten. Wilt u meer informatie
over de andere kwaliteitsproducten van Miller, neem dan contact op met uw
Miller-leverancier. Hij heeft de nieuwste overzichtscatalogus en afzonderlijke
productleaflets voor u. U kunt uw distributeur of
servicevertegenwoordiger bij u in de buurt vinden door te bellen naar
1−800−4−A−Miller; of bezoek onze website op www.MillerWelds.com.
Page 3
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR GEBRUIK 1....................
1-1. De betekenis van de symbolen1.........................................................
1-2. De risico’s van het booglassen1.........................................................
1-3. Extra gevaren voor installatie, bediening en onderhoud3.....................................
voor producten in de Europese Gemeenschap (gemarkeerd met EC).
MILLER Electric Mfg. Co., 1635 Spencer Street Appleton, WI 54914 VS verklaart dat het product
of de producten in deze verklaring voldoen aan de basisvereisten van de genoemde richtlijn(en)
en norm(en).
Product-/apparaatidentificatie:
Product
Serienummer
Continuum Dual Feeder CE301199010
Richtlijnen:
·2014/35/EU Low voltage
·2014/30/EU Electromagnetic compatibility
·2011/65/EU and amendment 2015/863 Restriction of the use of certain hazardous substances in electrical
and electronic equipment
Normen:
• EN IEC 609745:2019 Arc welding equipment – Part 5: Wire feeders
MILLER Electric Mfg. LLC, 1635 Spencer Street, Appleton, WI 54914 U.S.A. declares that the
product(s) identified in this declaration conform to the essential requirements and provisions of
the stated Regulation(s) and Standard(s).
HOOFDSTUK 1 − VEILIGHEIDSMAATREGELEN − LEES DIT VÓÓR
GEBRUIK
7
Bescherm uzelf en anderen tegen letsel — Lees deze belangrijke veiligheidsvoorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies, volg ze
op en bewaar ze.
1-1.De betekenis van de symbolen
som_2020−02_dut
GEVAAR! − Duidt op een gevaarlijke situatie die moet
worden vermeden omdat hij anders leidt tot ernstig of
dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond
met bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
Duidt op een gevaarlijke situatie die moet worden vermeden omdat hij anders kan leiden tot ernstig of dodelijk letsel. De mogelijke gevaren worden getoond met
bijbehorende symbolen of uitgelegd in de tekst.
LET OP− Aanduiding voor mededelingen die niet zijn gerelateerd aan
persoonlijk letsel.
1-2.De risico’s van het booglassen
Onderstaande symbolen worden in de hele handleiding gebruikt om u ergens op te attenderen en om mogelijke risico’s
aan te geven. Als u een dergelijk symbool ziet, wees dan voorzichtig en volg de bijbehorende instructies op om problemen
te voorkomen. Onderstaande veiligheidsinformatie is slechts
een samenvatting van de uitvoerige veiligheidsinformatie die
in de Hoofdveiligheidsnormen wordt beschreven in hoofdstuk 1-5. Lees en volg alle veiligheidsvoorschriften.
Alleen bevoegde personen mogen deze apparatuur installeren, bedienen, onderhouden en repareren. Een bevoegde
persoon is degene die, door middel van een erkend diploma,
certificaat of beroepsbekwaamheid, of die door middel van
uitgebreide kennis, training en ervaring, met succes
vaardigheden
met betrekking tot het onderwerp, het werk of het project en
veiligheidstraining
gevaren te herkennen en vermijden.
Zorg dat iedereen, en vooral kinderen, uit de buurt blijven
tijdens het gebruik van dit apparaat.
D Raak onderdelen die onder stroom staan niet aan
D Draag droge, isolerende handschoenen en lichaamsbescherming
zonder gaten
D Isoleer u zelf van het werkstuk en de grond door droge isolatiema-
tjes of kleden te gebruiken die groot genoeg zijn om elk contact met
de grond of het werkstuk te voorkomen
D Gebruik geen AC−lasuitgangsvermogen in een vochtige, natte of
beperkte omgeving of als het gevaar bestaat dat u kunt vallen.
D Gebruik ALLEEN wissel− (AC) uitgangsspanning als het laspro-
ces dit vereist.
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening
heeft aangetoond om problemen op te lossen
heeft ontvangen om de bijbehorende
Een ELEKTRISCHE SCHOK kan dodelijk zijn
Het aanraken van onder stroom staande onderdelen
kan fatale schokken en ernstige brandwonden
veroorzaken. De elektrode en het werkstuk staan
onder stroom als de machine ingeschakeld is. Het
voedingsgedeelte
machine staan eveneens onder stroom als het
apparaat aan staat. Bij semi-automatisch of automatisch draadlassen staat het draad, de spoel, de
ruimte waar het lasdraad zich in de machine bevindt
en alle metalen onderdelen die in aanraking zijn met
de lasdraad onder stroom. Verkeerd geïnstalleerde
of onvoldoende geaarde installaties kunnen gevaren opleveren.
als die op het apparaat aanwezig is.
en de interne circuits van de
. Aanduiding voor speciale instructies.
Deze groep symbolen duidt op Waarschuwing! Kijk uit! Gevaar voor/
van mogelijke ELEKTRISCHE SCHOK, BEWEGENDE ONDERDELEN en HETE ONDERDELEN. Raadpleeg onderstaande symbolen
samen met de instructies en voer de noodzakelijke actie uit om deze
gevaren te vermijden.
D Er zijn extra veiligheidsmaatregelen nodig als zich een van de vol-
gende elektrisch gevaarlijke omstandigheden voordoet: op
vochtige locaties of als u natte kleding draagt; op metalen constructies zoals vloeren, roosters of steigers; in een verkrampte
lichaamshouding
risico van onvermijdelijk of toevallig contact met het werkstuk of de
aarde groot is. Gebruik onder deze omstandigheden de volgende
apparatuur in de aangegeven volgorde: 1) een semi−automatisch
gelijkstroom (draad−) lasapparaat met constante spanning, 2) een
handbediend gelijkstroom (elektrode−) lasapparaat, of 3) een wisselstroom lasapparaat met een lagere spanning en open circuit. In
de meeste gevallen wordt het gebruik van een gelijkstroom lasapparaat met lagere spanning aanbevolen. En… werk niet alleen!
D Als er wissel− (AC) uitgangsspanning is vereist, gebruik dan de af-
standsbediening
D Zet de hoofdstroom uit of stop de motor voordat u deze installatie
installeert of nakijkt. Zet de stroom uit volgens OSHA 29 CFR
1910.147 (zie de V
D Installeer, aard en bedien deze installatie in overeenstemming met
de Handleiding voor gebruikers en landelijke of lokale voorschriften.
D Controleer altijd de aarding van de voeding en wees er zeker van
dat de aardingsgeleider van de voedingskabel goed aangesloten
is op de aansluitklem van het apparaat en dat de stekker van de
kabel aangesloten is op een correct geaarde contactdoos.
D Controleer de ingaande voedingskabel en de massakabel
regelmatig
vervang de kabel onmiddellijk als deze beschadigd is − blootliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Houd snoeren droog, vrij van olie en vet en bescherm deze tegen
heet metaal en vonken.
D Controleer de kabel regelmatig op beschadigingen of openliggen-
de bedrading en vervang de kabel onmiddellijk als deze
beschadigd is − openliggende bedrading kan dodelijk zijn.
D Zet alles af als het apparaat niet gebruikt wordt.
D Gebruik geen versleten, beschadigde, te korte of slecht verbon-
den kabels.
D Draag de kabels niet op uw lichaam.
D Als het werkstuk geaard moet worden, doe dit dan met een aparte
kabel- gebruik niet de massaklem of massakabel.
D Raak de elektrode niet aan als u in contact staat met het werkstuk,
de grond of een andere elektrode van een ander apparaat.
D Gebruik alleen goed onderhouden installaties. Repareer of ver-
vang beschadigde onderdelen onmiddellijk. Onderhoud het
apparaat zoals beschreven staat in de handleiding.
D Draag een veiligheidsharnas als u boven grond-niveau werkt
D Houd alle panelen en afdekplaten veilig op hun plaats.
D Klem de massakabel zo dicht mogelijk bij de las met een goed me-
taal-op-metaalcontact op het werkstuk of werktafel.
bijvoorbeeld als u zit, knielt of ligt; of wanneer het
als die op het apparaat aanwezig is.
eiligheidsvoorschriften)
op beschadigingen of blootliggende bedrading − en
OM-277151 Pagina 1
Page 8
D Isoleer de massaklem wanneer deze niet is aangesloten op het
werkstuk om contact met een metalen object te voorkomen
D Sluit niet meer dan één elektrode of massakabel aan op één enke-
le lasbron.Haal de kabel los voor het proces dat niet wordt
gebruikt.
D Maak gebruik van aardlekbescherming wanneer u hulpapparatuur
gebruikt in vochtige of natte locaties.
Er staat ook NA het afsluiten van de
voedingsspanning nog een AANZIENLIJKE
GELIJKSPANNING op het voedingsgedeelte van de
inverter lasstroombronnen.
D Zet de eenheid uit, haal de stekker uit het stopcontact en ontlaad
de primaire voedings−condensatoren overeenkomstig de aanwijzingen in de handleiding, voordat u enig onderdeel aanraakt.
Door HETE ONDERDELEN kunnen
brandwonden ontstaan.
D Hete onderdelen niet met blote handen aan-
raken
D Laat apparatuur altijd afkoelen, voor u eraan
gaat werken.
D Gebruik de juiste gereedschappen om hete onderdelen beet te
pakken en/of draag zware geïsoleerde lashandschoenen en
−kleding om brandwonden te voorkomen.
ROOK EN GASSEN kunnen gevaarlijk
zijn.
Tijdens het lassen komen rook en gassen vrij. Het
inademen hiervan kan gevaarlijk zijn voor uw
gezondheid.
D Zorg ervoor dat u niet in de rook staat. Adem de rook niet in.
D Ventileer de werkruimte goed en/of zorg dat de las− en snijddamp
en −gassen worden afgezogen met behulp van actieve ventilatie
bij de boog. De aanbevolen manier om te bepalen of er voldoende
ventilatie is, is monsters te nemen van de dampen en gassen
waaraan het personeel wordt blootgesteld en deze te analyseren
op samenstelling en hoeveelheid.
D Als er een slechte ventilatie is, gebruik dan een goedgekeurd gas-
masker.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaakmiddelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
D Werk alleen in een beslotenruimte als deze goed geventileerd
wordt. Of als u een beademingsapparaat draagt. Zorg ervoor dat
er altijd een ervaren persoon toekijkt. Lasdampen en gassen kunnen lucht verdringen en het zuurstofgehalte verlagen, wat
schadelijke invloed heeft op u lichaam en zelfs dodelijk kan zijn.
Zorg voor veilige ademlucht.
D Las niet in ruimtes waar dingen worden ontvet, schoongemaakt of
waar wordt gesproeid. De hitte en stralen van de boog kunnen reageren met dampen en op deze manier zwaar vergiftigde en
irriterende
D Las geen beklede metalen zoals gegalvaniseerd of met lood-of
cadmium bedekt staal, tenzij de bekleding verwijderd wordt van
het gedeelte dat gelast moet worden, de ruimte goed geventileerd
wordt en u, indien nodig, een gasmasker draagt. De belkedingen
en metalen die deze elementen bevatten kunnen giftige dampen
produceren als ze gelast worden.
OM-277151 Pagina 2
gassen vormen
De STRALEN UIT DE BOOG kunnen
ogen en huid verbranden
Boogstralen van het lasproces produceren zichbare
en onzichtbare (ultraviolette en infrarood) stralen die
uw ogen en huid kunnen verbranden. Tijdens het
lassen vliegen lasspatten en vonken in het rond.
D Draag tijdens het lassen of toekijken tijdens het lassen een las-
helm voorzien van een lasglas met de juiste tint om uw gezicht en
ogen tegen boogstralen en vonken te beschermen. (zie ANSI
Z49.1 en Z87.1 in de V
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen onder
uw helm
D Gebruik beschermende lasgordijnen of schermen om anderen te-
gen flitsen en verblindend licht te beschermen ; waarschuw
anderen om niet in de boog te kijken.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbescherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen,
hoge schoenen en een pet.
eiligheidsvoorschriften).
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
LASSEN kan brand of explosies veroorzaken
Als er gelast wordt aan gesloten vaten zoals tanks,
trommels of pijpen, kunnen deze opgeblazen
worden Er kunnen vonken van de lasboog afvliegen.
werkstuk en van het gereedschap kunnen brand en brandwonden
veroorzaken. Toevallig contact van een elektrode met metalen
voorwerpen kan vonken, explosies, oververhitting of brand veroorzaken. Controleer eerst of de omgeving veilig is voordat u gaat
lassen.
D Verwijder alle brandbare materialen in een straal van 10 meter van
de lasboog. Als dit niet mogelijk is, dek ze dan goed af met brandwerende materialen.
D Las niet op plaatsen waar rondvliegende vonken brandbaar mate-
riaal kunnen raken.
D Bescherm uzelf en anderen tegen rondvliegende vonken en heet
metaal.
D Wees erop attent dat vonken en hete materialen van het laswerk
gemakkelijk door kleine hoeken en gaten naar naastliggende ruimtes kunnen vliegen.
D Kijk goed uit voor brand en houd een brandblusser in de buurt
D Wees erop bedacht dat bij het lassen van plafonds, vloeren, schei-
dingswanden of tussenschotten brand kan ontstaan aan de
tegenovergestelde
D Velgen of wielen mogen niet worden gesneden of gelast. Bij verhit-
ting kunnen banden exploderen. Gerepareerde velgen en wielen
kunnen defect raken. Zie OSHA 29 CFR 1910.177 in V
standaarden.
D Las niet aan containers waarin ooit brandbare stoffen zijn opgesla-
gen of aan besloten ruimtes −zoals tanks, vaten of buizen tenzij ze
voldoende voorbereid zijn conform AWS F4.1 en AWS 6.0 (zie Veiligheidsvoorschriften).
D Las nooit waar de lucht brandbaar stof, gas of vloeistofdamp (bij-
voorbeeld benzinedamp) kan bevatten.
D Verbind de massakabel met het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
plaats waar gelast moet worden, zodat de lasstroom een direkte
en korte weg aflegt en elektrische schokken en brandrisico’s vermeden kunnen worden
D Gebruik een lasapparaat niet om bevroren pijpen te ontdooien.
D Haal de elektrode uit de elektrodehouder of knip de lasdraad af aan
de contactbuis als niet gelast wordt.
D Draag lichaamsbescherming die is gemaakt van duurzaam
vuurbestendig materiaal (leer, zware katoen, wol). Lichaamsbescherming houdt ook olievrije kleding in zoals leren
handschoenen,
hoge schoenen en een pet.
D Zorg ervoor dat u geen brandbare voorwerpen zoals aanstekers of
lucifers bij u draagt als u gaat lassen.
D Inspecteer de omgeving als u klaar bent met uw werk om er zeker
van te zijn dat er geen vonken, gloeiende sintels en vlammen zijn.
De rondvliegende vonken, de temperatuur van het
zijde.
eiligheids
een zwaar overhemd, een broek zonder omslag,
-
Page 9
D Alleen de juiste zekeringen of contactverbrekers gebruiken; geen
zwaardere nemen of deze doorverbinden.
D Volg de vereisten in OSHA 1910.252 (a) (2) (iv) en NFPA 51B voor
werken met hoge temperaturen, zorg dat er een brandmelder aanwezig is en dat u een blusapparaat onder handbereik hebt.
D Lees de Materiaalveiligheidsinformatiebladen en de instructies
van de fabrikant voor hechtmiddelen, coatings, schoonmaakmiddelen, slijtdelen, koelmiddelen, ontvetters, fluxpoeder en
metalen en zorg dat u alles goed begrijpt.
RONDVLIEGEND METAAL of STOF
kan de ogen verwonden.
D Door lassen, bikken, het gebruik van draadbor-
stels en slijpen kunnen vonken en rodvliegende metaal-schilfers ontstaan. Als lasrupsen afkoelen, kunnen er slakresten rondvliegen.
D Draag een goedgekeurde veiligheidsbril met zijschermen, zelfs
onder uw lashelm.
GASVORMING kan schadelijk voor
de gezondheid of zelfs dodelijk zijn
D Draai de persgastoevoer dicht, wanneer u
geen gas gebruikt.
D Zorg altijd voor ventilatie in enge ruimtes of ge-
bruik goedgekeurde beademingsapparatuur
ELEKTRISCHE EN MAGNETISCHE
VELDEN kunnen van invloed zijn op
geïmplanteerde medische apparatuur.
D Mensen die een pacemaker of een ander
geïmplanteerd
moeten uit de buurt blijven.
D Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen,
moeten hun arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen
voordat ze in de buurt komen van werkzaamheden met
booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden of
inductieverwarmen.
medisch apparaat dragen,
LAWAAI kan het gehoor aantasten
Lawaai van bepaalde werkzaamheden of apparatuur kan uw gehoor aantasten
D Draag goedgekeurde gehoorbescherming als
het geluidsniveau te hoog is
GASFLESSEN kunnen exploderen
als ze beschadigd worden
Persgasflessen bevatten gas dat onder hoge druk
staat. Als een gasfles beschadigd wordt, kan deze
exploderen. Aangezien gasflessen normaal gesproken een onderdeel uitmaken van het van het
lasproces moet u er voorzichtig mee omgaan.
D Bescherm gasflessen tegen hoge temperaturen, mechanische
schokken, slak, open vuur, vonken en vlambogen.
D Plaats de gasflessen rechtop in een rek of in de laskar zodat ze
niet kunnen vallen of omkantelen.
D Houd de flessen uit de buurt van alle las- of andere stroom-
kringen
D Hang nooit een elektrodehouder over een gasfles.
D Laat nooit een laselektrode in aanraking komen met een gasfles.
D Las nooit op een gasfles onder druk; een explosie zal het gevolg
zijn.
D Gebruik het juiste beschermgas, reduceerventielen, slangen en
hulpstukken die speciaal bedoeld zijn voor een bepaalde toepassing; onderhoud deze en bijhorende onderdelen goed.
D Draai uw gezicht weg van de uitgang van het ventiel wanneer u
het cilinderventiel opent. Niet vóór of achter de regelaar gaan
staan wanneer u het ventiel opent.
D Laat de beschermende kap over het ventiel over het ventiel zit-
ten behalve als de fles gebruikt wordt of aangesloten is voor gebruik.
D Gebruik de juiste apparatuur, de juiste procedures en een vol-
doende aantal personen om gasflessen te tillen, verplaatsen en
vervoeren.
D Lees en volg de instructies op de flessen met gecomprimeerd
gas, bijbehorend materiaal en de CGA publikatie die in de Veiligheidsvoorschriften staat.
1-3.Extra gevaren voor installatie, bediening en onderhoud
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
D Installeer of plaats het apparaat niet op, boven
of vlakbij ontbrandbare oppervlakken.
D Het apparaat niet in de buurt van brandbare
stoffen installeren.
D Overbelast de bedrading van het gebouw niet- controleer of het
voedingsnet sterk genoeg is, goed beschermd is en dit apparaat
aan kan.
D Gebruik de juiste procedures en hijsapparatuur met voldoende
capaciteit om het apparaat op te tillen en te ondersteunen.
D Als u hefvorken gebruikt om het apparaat te verplaatsen, zorg er
dan voor dat de vorken zo lang zijn, dat ze aan de andere kant
onder het apparaat uitsteken.
D Let er bij het werken in de open lucht op dat kabels en snoeren
niet in aanraking kunnen komen met rijdende voertuigen.
D Volg bij het handmatig optillen van zware onderdelen of
apparatuur
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation
(Publication No. 94–110).
VALLENDE APPARATUUR kan letsel
veroorzaken.
D Gebruik alleen het hijsoog om het apparaat op
te tillen, en NIET de laskar, gasflessen of andere accessoires.
de Amerikaanse ARBO−richtlijn getiteld
OM-277151 Pagina 3
Page 10
TE LANGDURIG GEBRUIK kan leiden
tot OVERVERHITTING.
D Laat het apparaat goed afkoelen; houd u aan
de nominale inschakelduur.
D Verminder de stroomsterkte of de inschakel-
duur voordat u opnieuw begint met lassen.
D Blokkeer of filter de luchtaanvoer naar het apparaat niet.
RONDVLIEGENDE LASSPATTEN
kunnen letsel veroorzaken.
D Draag gezichtsbescherming om de ogen en
het gezicht te beschermen.
D Slijp de wolfraam elektrode alleen met een slijper die voorzien is
van de juiste beschermkast en op een veilige locatie. Draag hierbij de juiste gezichts-, hand- en lichaamsbescherming.
D Vonken kunnen brand veroorzaken − brandbare stoffen uit de
buurt houden.
STATISCHE ELEKTRICITEIT kan PCkaarten beschadigen
D Doe een geaarde polsband om VOORDAT u
printplaten
D Gebruik goede anti-statische zakken of dozen
voor het opslaan, verplaatsen of transporteren
van PC-printplaten.
of onderdelen aanraakt.
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken.
D Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen
D Blijf uit de buurt van afknijppunten zoals aan-
drijfrollen.
LASDRAAD kan letsel veroorzaken
LEES DE INSTRUCTIES.
D Lees nauwkeurig de gebruikershandleiding en
alle waarschuwingslabels, voordat u de
machine installeert, gebruikt of er onderhoud
aan pleegt, en volg de aanwijzingen steeds op.
Lees de veiligheidsinformatie aan het begin
van de handleiding en in elk hoofdstuk.
D Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen van de fabri-
kant.
D Voer installatie, onderhoud en service uit in overeenstemming
met de gebruikershandleidingen, de industriële normen en de
landelijke
en ter plekke geldende regelgeving.
H.F. STRALING kan storingen veroorzaken
D Hoog-frequente straling kan storing ver-
oorzaken bij radio-navigatie, veiligheidsdiensten, computers en communicatie-apparatuur.
D Laat alleen bevoegde personen die bekend zijn met elektroni-
sche apparatuur deze installatie uitvoeren.
D De gebruiker is verantwoordelijk voor onmiddellijk herstel door
een bevoegd elektricien bij storingsproblemen als gevolg van de
installatie
D Als u van overheidswege klachten krijgt over storingen, stop dan
onmiddellijk
D Laat de installatie regelmatig nakijken en onderhouden.
D Houd deuren en panelen van hoogfrequentbronnen stevig dicht,
houd de elektrodeafstand op de juiste instelling en zorg voor aarding en afscherming om de mogelijkheid van storingen tot een
minimum te beperken.
met het gebruik van de apparatuur.
D Bedien de toortsschakelaar pas als u de aan-
wijzing krijgt om dat te doen.
D Richt het pistool niet op enig lichaamsdeel, an-
dere mensen of op enig materiaal als de draad
wordt ingevoerd.
ONTPLOFFEN VAN DE ACCU kan
letsel veroorzaken.
D Gebruik het lasapparaat niet om accu’s op te
laden of om voertuigen te starten tenzij het een
acculaadvoorziening
speciaal is bedoeld.
heeft die hiervoor
BEWEGENDE ONDERDELEN kunnen
letsel veroorzaken
D Blijf uit de buurt van bewegende delen zoals
ventilatoren.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Laat deuren, panelen, deksels en beschermplaten alleen ver-
wijderen door bevoegd personeel indien nodig voor onderhoud
en storingzoeken.
D Breng eerst deuren, panelen, deksels en beschermplaten weer
aan na afloop van het onderhoud en sluit pas dan de voeding
weer aan.
BOOGLASSEN kan interferentie
veroorzaken.
D Elektromagnetische energie kan interferentie
veroorzaken bij gevoelige elektronische
apparatuur zoals computers en
computergestuurde
D Zorg ervoor dat alle apparatuur in het lasgebied elektromagne-
tisch compatibel is.
D Om mogelijke interferentie te verminderen moet u de laskabels
zo kort mogelijk houden, dicht bij elkaar en laag, bijvoorbeeld op
de vloer.
D Voer de laswerkzaamheden uit op 100 meter afstand van
gevoelige elektronische apparatuur.
D Zorg ervoor dat dit lasapparaat conform de aanwijzingen in deze
handleiding wordt geïnstalleerd en geaard.
D Als er dan nog steeds interferentie optreedt, dient de gebruiker
extra maatregelen te nemen, zoals verplaatsing van het
lasapparaat, gebruik van afgeschermde kabels, gebruik van
lijnfilters of afscherming van het werkterrein.
apparatuur zoals robots.
OM-277151 Pagina 4
Page 11
1-4.Californië-voorstel 65, waarschuwingen
WAARSCHUWING: Dit product kan u blootstellen aan chemische stoffen, zoals lood. Deze stof kan volgens de staat
Californië
ductieve schade veroorzaken.
kanker en geboorteafwijkingen en andere repro-
Kijk voor meer informatie op www.P65W
arnings.ca.gov
.
1-5.Belangrijkste Veiligheidsvoorschriften
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, American Welding
Society standard ANSI Standard Z49.1. Website: www.aws.org.
Safe Practice For Occupational And Educational Eye And Face Protection, ANSI Standard Z87.1 from American National Standards Institute.
Website: www.ansi.org.
Safe Practices for the Preparation of Containers and Piping for Welding
and Cutting, American Welding Society Standard AWS F4.1 from Glob-
al Engineering Documents. Website: www
Safe Practices for Welding and Cutting Containers that have Held Combustibles, American Welding Society Standard AWS A6.0 from Global
Engineering Documents. Website: www.global.ihs.com.
National Electrical Code, NFPA Standard 70 from National Fire Protection
Association. Website: www.nfpa.org and www. sparky.org.
Safe Handling of Compressed Gases in Cylinders, CGA Pamphlet P-1
from Compressed Gas Association. Website:www.cganet.com.
.global.ihs.com.
Safety in Welding, Cutting, and Allied Processes, CSA Standard
W117.2 from Canadian Standards Association.
Website: www.csagroup.org.
Standard for Fire Prevention During Welding, Cutting, and Other Hot
Work, NFPA Standard 51B from National Fire Protection Association.
Website: www.nfpa.org.
OSHA Occupational Safety and Health Standards for General Industry,
Title 29, Code of Federal Regulations (CFR), Part 1910.177 Subpart N, Part
1910 Subpart Q, and Part 1926, Subpart J. Website: www.osha.gov.
OSHA Important Note Regarding the ACGIH TLV, Policy Statement on
the Uses of TLVs and BEIs. Website: www.osha.gov.
Applications Manual for the Revised NIOSH Lifting Equation fromthe
National Institute for Occupational Safety and Health (NIOSH).
Website: www.cdc.gov/NIOSH.
1-6.Informatie over elektrische en magnetische velden (EMV -informatie)
Elektrische stroom die door een draad stroomt veroorzaakt plaatselijk
elektrische en magnetische velden (EMV). De stroom bij booglassen
(en verwante processen zoals puntlassen, gutsen, plasmasnijden
en inductieverwarmingsprocessen) zorgt voor een elektromagnetisch
veld rondom het lascircuit. Elektromagnetische velden (EMV) kunnen
invloed hebben op medische implantaten, zoals pacemakers. Voor personen die medische implantaten hebben moeten beschermende
maatregelen
santen of een risicoanalyse voor iedere afzonderlijke lasser. Beperk
bijvoorbeeld
beoordelingen
procedures naleven om zo blootstelling aan elektro−magneti-
schevelden van de lasstroomkring tot een minimum te beperken:
1. Houd kabels dicht bij elkaar door ze in elkaar te twisten of vast te
2. Kom niet met uw lichaam tussen de laskabels. Leg de kabel aan
worden genomen, bijv. toegangsbeperking voor pas-
de toegang voor omstanders of voer afzonderlijke risico-
uit voor lassers. Alle lassers moeten de volgende
plakken of gebruik kabelbescherming.
één kant en weg van de gebruiker.
3. Rol of hang de kabels niet rond of op uw lichaam.
4. Houd hoofd en romp zo ver mogelijk verwijderd van de
apparatuur in de lasstroomkring.
5. Monteer de massaklem aan het werkstuk zo dicht mogelijk bij de
las.
6. Niet direct naast de lasstroombron werken, er niet op gaan zitten
en er niet op leunen.
7. Niet lassen terwijl u de lasstroombron of het
draadaanvoersysteem draagt.
Over geïmplanteerde medische apparatuur:
Mensen die een geïmplanteerd medisch apparaat dragen, moeten hun
arts en de fabrikant van het apparaat raadplegen voordat ze in de buurt
komen van werkzaamheden met booglassen, puntlassen, gutsen, plasmaboogsnijden
wordt geadviseerd om bovenstaande procedures te volgen.
of inductieverhitting. Bij toestemming van de arts
OM-277151 Pagina 5
Page 12
HOOFDSTUK 2 − DEFINITIES
2-1.Aanvullende veiligheidssymbolen en definities
Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE−producten.
.
Waarschuwing! Voorzichtig! Sommige symbolen duiden op mogelijke gevaren.
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA-regels). Voer de apparaten
af naar een daarvoor bestemd inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Draag droge, geïsoleerde handschoenen. De elektrode niet met de blote hand aanraken. Geen natte of kapotte
handschoenen dragen.
Safe1 2012−05
Safe37 2017−04
Safe2 2017−04
Bescherm uzelf tegen elektrische schokken door uzelf te isoleren van het werk en de aarde.
Haal de stekker van de machine uit het stopcontact, voordat u aan de machine gaat werken.
Zorg ervoor dat u niet in de rook staat.
Gebruik geforceerde ventilatie of plaatselijke uitlaat om de dampen te verwijderen.
Gebruik een ventilator om de dampen te verwijderen.
Safe3 2017−04
Safe5 2017−04
Safe6 2017−04
Safe8 2012−05
Safe10 2012−05
OM-277151 Pagina 6
Houd ontvlambare delen uit de buurt van het laswerk. Las niet in de buurt van ontvlambare delen.
Safe12 2012−05
Page 13
Lasvonken kunnen brand geven. Houd een brandblusapparaat in de buurt, en zorg dat er een persoon in de
buurt is die dit kan hanteren.
Safe14 2012−05
Niet aan vaten of dichte containers e.d. lassen.
Safe16 2017−04
Verwijder het label niet; verf het ook niet over en dek het niet af.
Safe20 2017−04
Sluit de voeding naar het de machine af of neem de stekker uit alvorens hier u aan begint te werken.
Safe30 2012−05
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Kasjf;laksf;lkasdf'l;aksdf;lkasd;flksadflkasd;lk
Aandrijfrollen
kunnen de vingers verwonden.
Safe32 2012−05
De lasdraad en de onderdelen van de aandrijving staan tijdens het lassen onder lasspanning - houd handen
en metalen objecten uit de buurt ervan.
Safe33 2017−04
Gebruiksperiode milieubeveiliging (China)
Safe123 2016−06
Draag een hoed en veiligheidsbril. Gebruik oorbescherming en knoop
de kraag van uw overhemd dicht. Gebruik een helm met een correct
schaduwfilter. Draag volledige lichaamsbescherming.
Safe38 2012−05
Lees eerst de handleiding door voordat men aan de machine gaat
werken of hiermee gaat lassen.
Safe40 2012−05
OM-277151 Pagina 7
Page 14
2-2.Diverse symbolen en definities
. Bepaalde symbolen worden alleen aangetroffen op CE−producten.
X
A
V
IP
Uitgang
Inschakelduur
Ingang
Ampères
Volts
Directe stroom
(DC)
Draadaanvoer
Beveiligingsgraad
Percent
Spanningsloze
draadaanvoer
naar werkstuk
Purgeren met gas
I
U
U
I
Kortsluitings−
schakelaar
Schakelaar
Houdfunctie UIT
Schakelaar
Houdfunctie AAN
Nominale
2
1
2
1
lasstroom
Primaire spanning
Conventionele
belastingsspanning
Primaire
stroomsterkte
Verhoging
Lees de
instructies
Gesloten
Gastype
Verstelbare
inductantie
Tijd
Booglengte
Netaansluiting
USB
Geheugen
Driefasen
Boogregelingsknop
Drukknop
Snel
Laag
Constante stroom
Constante
spanning
Sequentie
Programma
Proces
Draadtype
Draaiknop en
drukknop
Uitgang Aan
Synergische
keuzestand actief
Materiaaldikte
OM-277151 Pagina 8
Page 15
HOOFDSTUK 3 − SPECIFICATIES
3-1.Locatie van de labels met het serienummer en de technische gegevens
Het serienummer en de aansluitgegevens zijn bij dit product aan de achterzijde te vinden. Gebruik het label met technische gegevens om de vereisten
voor de voeding en /of de nominale uitgangsbelasting te bepalen. Noteer het serienummer in de ruimte op de achterkaft van deze handleiding voor
later gebruik.
3-2.Softwarelicentieovereenkomst
De licentieovereenkomst van de eindgebruiker samen met de kennisgevingen en voorwaarden die tot de software van derden behoren, kunt u vinden
op https://www
3-3.Informatie over standaard lasparameters en instellingen
NOTICE − Elke lastoepassing is uniek. Hoewel bepaalde producten van Miller Electric ontworpen zijn om bepaalde specifieke lasparameters en
instellingen
standaardinstellingen
die specifiek zijn voor de toepassing. Het is aan de eindgebruiker om de geschiktheid van alle parameters en instellingen te beoordelen en deze zo
nodig te wijzigen op basis van de specifieke vereisten van de toepassing. De eindgebruiker alleen is verantwoordelijk voor de keuze en coördinatie
van de juiste apparatuur, de aanpassing of instelling van standaard lasparameters en instellingen, en de ultieme kwaliteit en duurzaamheid van alle
lasresultaten. Miller Electric doet afstand van en sluit alle impliciete garanties van geschiktheid voor een bepaald doel uit.
3-4.Specificaties
.millerwelds.com/eula
, en zijn als verwijzing hierin opgenomen.
te definiëren en te normaliseren op basis van de betrekkelijk beperkte inputvariabelen van de eindgebruiker, zijn deze
alleen bedoeld ter referentie; de definitieve lasresultaten kunnen worden beïnvloed door andere variabelen en omstandigheden
Lasvermogen
Ingangsvermogen
50 VDCContinuum
*Zie hoofdstuk 3-5 voor gedetailleerde informatie over draadtype, draadformaat en draadsnelheid.
Typ e
lasstroombron
−serie
Bereik
draadaanvoersnelheid*
Standaard:
50−1000 ipm
(1,27−25,4 mpm)
Bereik
draaddiameter
0,035 tot 0,5/64 in.
(0,9 To 22 mm)
Max spoelcapaciteit
457 mm (18 in.)
Max spoelgewicht:
27 kg (60 lb)
Lascircuitrating
72 Volt
500 Ampères,
100%
Inschakelduur
3-5.Tabel draadtype, −formaat, en draadaanvoersnelheid
Draadformaat0,035 in.
(0,9 mm)
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Massief staal
Accupulse:
75 tot 1000 ipm
(1,91 To 25,40 mpm)
MIG:
0,045 in.
(1,1 x 1,2 mm)
MIG:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Accupulse:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mm)
0,052 in.
(1,3 x 1,4 mm)
MIG:
50 tot 800 ipm
(1,27 tot 20,32 mpm)
Accupulse:
50 tot 800 ipm
(1,27 To 20,32 mpm)
Algemene
afmetingen
Zonder spoel
deksels
Hoogte:
13,94 in.
(354 mm)
Breedte:
17,78 in.
(452 mm)
Lengte:
27,59 in.
(701 mm)
0,062 in.
(1,6 mm)
MIG:
50 tot 600 ipm
(1,27 tot 15,24 mpm)
Accupulse:
50 tot 600 ipm
(1,27 To 15,24 mpm)
Algemene
afmetingen Met
spoeldeksels
Hoogte:
16,52 in.
(419 mm)
Breedte:
19,19 in.
(487 mm)
Lengte:
29,55 in.
(750 mm)
5/64 in.
(2,0 mm)
N.v.t.
Gewicht
61,5 lb
(27,9 kg)
Metalcore staalN.v.t.
Staal met gevulde
draad
N.v.t.
MIG:
50 tot 1000 ipm
(1,27 tot 25,40 mpm)
Accupulse:
50 tot 800 ipm
(1,27 To 20,32 mpm)
MIG:
200 tot 900 ipm
(5,08 tot 22,86 mpm)
MIG:
50 tot 900 ipm
(1,27 tot 22,86 mpm)
Accupulse:
50 tot 700 ipm
(1,27 To 17,78 mpm)
MIG:
200 tot 900 ipm
(5,08 tot 22,86 mpm)
MIG:
50 tot 700 ipm
(1,27 tot 17,78 mpm)
Accupulse:
50 tot 600 ipm
(1,27 To 15,24 mpm)
MIG:
150 tot 800 ipm
(3,81 tot 20,32 mpm)
N.v.t.
MIG:
100 tot 400 ipm
(2,54 tot 10,16 mpm)
OM-277151 Pagina 9
Page 16
3-6.Omgevingsspecificaties
A. IP−graad
IP−graad
IP21S
Dit apparaat is ontworpen voor binnenshuis gebruik en is niet bedoeld om buiten te bewaren.
B. Informatie over Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)
!Deze Klasse A apparatuur is niet bestemd voor gebruik in residentiële locaties waar de elektrische voeding wordt geleverd door
middel van het openbare laagspanningsnet. Elektromagnetische compatibiliteit in deze locaties is mogelijk problematisch door
geleide en uitgestraalde storingen.
C. Temperatuurspecificaties
Bereik bedrijfstemperatuurTemperatuurbereik tijdens opslag
14 tot 104 °F (−10 tot 40 °C)−4 tot 131 °F (−20 tot 55 °C)
D. EU Informatie betreffende ecodesign
Het product niet meegeven met het gewone afval (waar van toepassing).
Hergebruik of recycle afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Voer het af naar een daarvoor
aangewezen inleverstation.
Neem contact op met de gemeente of uw lokale dealer voor nadere informatie.
Mogelijk kritieke grondstoffen aanwezig in indicatieve hoeveelheden van meer dan 1 gram op componentniveau
geeft aan dat de concentratie van de gevaarlijke substantie in alle homogene materialen van het onderdeel lager is dan de relevante
grenswaarde China GB/T 26572.
X:
表该质该部质量超GB/T26572规限量要.
geeft aan dat de concentratie van de gevaarlijke substantie in minstens één homogeen materiaal van het onderdeel hoger is dan de relevante
grenswaarde China GB/T 26572.
Gevaarlijke substantie
Pb
XOOOOO
XOOOOO
OOXOOO
XOOOOO
XOOOOO
.
Hg
Cd
Cr6
PBB
PBDE
限SJ/Z11388规.
De EFUP−waarde van deze EEP is gedefinieerd conform China SJ/Z 11388.
EEP_2016−06
OM-277151 Pagina 11
Page 18
HOOFDSTUK 4 − INSTALLATIE
4-1.Selectie locatie stroombron en draadaanvoerunit
Verplaatsing
1
Locatie en luchtstroom
OF
!Plaats de draadaanvoerunit
niet waar het lasdraad de
cilinder raakt.
2
3
18 in.
(460 mm)
!Verplaats of bedien het
apparaat niet waar het
kan kantelen.
!Mogelijk is een speciale installatie
nodig, wanneer er benzine of vluchtige
vloeistoffen aanwezig zijn − zie het
Amerikaanse NEC Artikel 511 (National
Electrical Code) of het Canadese CEC
hoofdstuk 20 (Canadian Electrical
Code) en equivalente Europese
voorschriften.
!Verplaats of bedien het apparaat
niet waar het kan kantelen.
1 Handwagen
Gebruik een wagen of een soortgelijk
vervoermiddel om het apparaat te
verplaatsen.
2 Hefvorken
Gebruik het hijsoog of hefvorken om het
apparaat te verplaatsen.
Let bij het gebruik van hefvorken op dat ze
lang genoeg zijn om tot aan de andere kant
van het apparaat uit te steken, zodat het
apparaat volledig ondersteund wordt.
3 Werkschakelaar
Plaats het apparaat in de buurt van een
juiste netaansluiting.
(460 mm)
OM-277151 Pagina 12
18 in.
Loc_continuum
2015-07
Page 19
4-2.Locatie draadaanvoerunit
1 Hijsoog
Als een draadaanvoerunit bovenop
een stroombron wordt geplaatst,
wordt er een hijsoog door de sleuf
men de laskabels aansluit op de tabs
of klemmen van de lasuitgang.
!Als u de laskabels niet goed aansluit,
kan dat sterke verhitting en brand
veroorzaken of uw machine
beschadigen.
Zorg dat alle aansluitingen goed stevig zijn.
Tab−aansluiting
. Plaats niets tussen de aansluitklem van
de laskabel en de tabuitgang. Zorg dat
de oppervlakken van de laskabelklem
en de tabuitgang schoon zijn.
1 Positieve klemaansluiting
2 Correcte laskabelaansluiting voor
enkele kabel
3 Correcte laskabelaansluiting voor 2/0
en grotere dubbele kabels
4 Onjuiste aansluiting laskabel
5
Lasuitgangsklem
6 Laskabelklem
1
7 Bijgeleverde bout
8 Bijgeleverde sluitring
9 Bijgeleverde bout
Verwijder de meegeleverde bout en moer
van de lasuitgangsklem. Plaats de bout in
het gat van de laskabelklem en gat in de
lasuitgangsklem.
de kabelklem vast tegen de uitgangsklem is
aangedraaid.
lb (36,6−45 N·m).
Schroef de bout aan totdat
Aandraaimoment tot 27−33 ft
9
8
3
5
9
8
2/0 en grotere dubbele kabels
7
5
6
6
7
4
Ref. 259 144-D / Ref. 259 120-C
OM-277151 Pagina 15
Page 22
4-6.Informatie afstands 10−pins stekkerdoos voor de draadaanvoerunit RC2
StekkerbusGegevens van de stekkerbussen
A+50 volt DC gewoon
B+50 volt DC gewoon
C
H
A
I
B
G
J
F
C
D
E
D+50 volt DC gewoon
E+50 volt DC gewoon
Spanningsdetectie
FENET Rx −
GENET Tx −
HAfvoer
IENET Tx +
JENET Rx +
Ref. 301199010 / Ref. 259119-E
4-7.Aansluitingen controlekabel (CE−modellen)
1
OM-277151 Pagina 16
Achteraanzicht
lasstroombron
1 10-stekkerbusbesturing
stekkerdoos RC2
Verbind de aansluitkabel met de
stekkerdoos aan de achterzijde van de
lasstroombron en de draadaandrijfunit.
Verbind de schakelaar van het
pistool met de correcte stekkerdoos
op de draadaanvoerunit.
4 Water-In Quick
Connect−aansluitstuk links
5 Water-Uit Quick
Connect−aansluitstuk links
6 Water-Uit Quick
Connect−aansluitstuk rechts
7 Water-In Quick
Connect−aansluitstuk rechts
. Als er aan elke zijde een enkele
pistool met waterkoeling wordt
gebruikt, sluit de waterslangen
tussen de Water−Uit Quick
Connect−aansluitstukken
rechts en de Water−In Quick
Connect−aansluitstukken links
aan.
Verbind de schakelaar van het
pistool met de correcte stekkerdoos
op de draadaanvoerunit.
1
3
2
4-13. Informatie over de 14-pens stekker voor het aansluiten van het
trek−/duwpistool op de draadaanvoerunit
Pen*Informatie van de pennen
1Motor 0 tot +24 volt DC met betrekking tot pen 2
2Gemeenschappelijke nul van motor
3+5 volt DC tachometervermogen
4Tachometerref
5T
achometersignaal
6Toortsschakelaar
7Toortsschakelaar
8Draadsnelheid ref. +5 volt DC
9Draadsnelheid com
10Draadsnelheid 0 tot +5 volt DC met betrekking tot pen 9
11Pistooldetectieweerstand met betrekking tot pen 9
12Niet gebruikt.
Ref. 259145−D
13Niet gebruikt.
14Niet gebruikt.
*De overige pennen worden niet gebruikt.
OM-277151 Pagina 19
Page 26
4-14. Bovenkap van XR-AlumaPro Plus pistool openen
1
1 Bovenkap
Druk de zijden van de kap in en til
omhoog, zoals wordt getoond.
Als u de kap wilt sluiten, draait u de
kap dicht op het pistool en drukt u
de kap omlaag totdat deze vastklikt.
4-15. Jog/Intrekschakelaar
Ref. 804 544-B
13
2
1 Jog/Intrekschakelaar
2 Jogsymbool
Druk de Jog/Intrekschakelaar naar
rechts om het draad te joggen. De
jogschakelaar zal tijdens de
installatie
MIG−pistool voeren zonder de
lasuitgang onder stroom te zetten.
3 Intreksymbool
Druk de Jog/Intrekschakelaar naar
links om het draad in te trekken. De
intrekschakelaar zal de draad van
achteren aanvoeren.
het draad door het
. Als de intrekknop wordt gebruikt
om het draad opnieuw op te
spoelen, zal de draadspoel met
de hand worden gedraaid om de
juiste opspoeling te verzekeren.
OM-277151 Pagina 20
Montage
draadaandrijving
Ref. 259 144-D
Page 27
4-16. Roterende aandrijfinstallatie
2
1 Knop en pin vasthouden
2 Afstelgaten (8)
Elke gatlocatie heeft een afstand
met verhogingen van 5 graden. In
totaal zijn er acht gaten voor een
bereik van 40 graden. Het tweede
gat van onder zet de
draadaandrijfinstallatie
aan de basis van de
draadaanvoerunit.
Om de aandrijfinstallatie te draaien,
trek de knop uit en houd deze vast
terwijl de aandrijfinstallatie draait.
Laat de knop los in de gewenste
positie om de aandrijfinstallatie op
zijn plaats te vergrendelen.
3 Draadhoek en
aandrijfinstallatie
Draai de aandrijfinstallatie om de
krommingen
MIG−pistool te verminderen.
Het draad kan worden ingesteld om
van de bovenkant of onderkant van
de draadspoel het draad aan te
voeren. Selecteer de opties die het
meest rechte pad in de
aandrijfinstallatie
bewerkstelligen.
Laat de knop van de
elektriciteitsklep los en zorg dat de
elektriciteitspin van het pistool vrij
staat van de vergrendelingslip van
het pistool.
5
Druk de elektriciteitspin zo ver
mogelijk in de elektriciteitsklem
zodat de sleuf in de pin van het
4
Pistool installeren zonder
Accu−mate verbinding
1
2
3
pistool overeenkomt met de
vergrendelingslip
Zet het pistool vast door de knop
van de elektriciteitsklem aan te
draaien.
Pistool installeren zonder
Accu−mate verbinding.
Als u een pistool zonder sleuf in de
elektriciteitspin gebruikt, laat dan
de elektriciteitsknop los en draai het
pistool van de vergrendelingslip
180 graden. Dit voorkomt dat de
vergrendelingslip
elektriciteitspin van de
pistoolaansluiting
Druk de elektriciteitspin zo ver
mogelijk in de elektriciteitsklem.
Zet het pistool vast door de knop
van de elektriciteitsklem aan te
draaien.
6
Controlekabel
Plaats de kabel in de stekkerdoos
van de pistoolbesturing en bevestig
de schroefkraag.
van het pistool.
te ver in de
steekt.
van pistool
OM-277151 Pagina 22
6
Ref. 301199010 / ref. 270 026-B
Page 29
4-18. Gebruik van Push/Pull−toorts
1
1V
ergrendelknop
2 Vergrendeling−pal voor
pistool
3 Vergrendelingslip pistool
180 graden gedraaid
4 Uitsparing in aansluitpen
5 Aansluiting lastoorts
Aansluiten van toorts met Accu−Mate
Draai de vergrendelknop los zodat de vergrendel−lip vrijkomt.
5
Duw de aansluitpen van de
toorts zo ver mogelijk naar binnen, zodat de groef gelijk komt
met de vergrendel−lip.
4
2
Draai de vergrendelknop weer
aan. De aansluitpen zit nu vast.
6
Bedieningskabel
Steek de plug in de aansluiting
voor de toortsbediening, en
draai de plugomhulling, die aan
de binnenkant schroefdraad
heeft, vast.
lastoorts
Aansluiten van toorts
met Accu−Mate
6
Ref. 301199010 / ref. 270 026-B
OM-277151 Pagina 23
Page 30
4-19. Kabelgeleiders en aandrijfrollen installeren
Draai aan de bevestigingsringen totdat de
lip overeenkomt met de sleuven in de
aandrijfrollen.
dragers.
6 Veer− en kogelmontage
7 Antislijtage geleider
8
Ingangsdraadgeleider
9 Duimschroef
OM-277151 Pagina 24
en aandrijfrollen
Neem de aandrijfrollen uit de
Installeer de draadgeleider in de
antislijtage
behulp van een stelschroef.
Laat de duimschroef los.
Druk de ingangsgeleider in de opening
totdat de sleuf overeenkomt met de
duimschroef. Maak de duimschroef vast
om de ingangsgeleider te bevestigen.
10 T
geleider, en bevestig met
ussendraadgeleider
. Ondersteun de oppervlakken van de
tussendraadgeleider
achterzijde van de aandrijfbehuizing
Druk de tussengeleider in de opening
totdat de sleuf bevestigd is met een veer−
en kogelmontage.
Installeer de aandrijfrollen en
aandrijfrolklem.
schroef.
11 Bovenste aandrijfrolas
Bevestig de klem met een
aan de
Trek aan de as van de aandrijfrol en
verwijder deze van de roldrager. Installeer
de aandrijfrol, draai aan de
bevestigingsring totdat deze stopt en
vastklikt, plaats de draad terug in de
spanklemmontage,
aan de as van de aandrijfrol. Doe hetzelfde
voor de resterende spanmontage.
en bevestig de drager
. Sluit de spanmontage nooit als de
aandrijfrolklem
Kabelgeleiders en aandrijfrollen uitlijnen
Voor zelfuitlijnende aandrijfrollen is geen
manuele aanpassing nodig.
Aandrijfrollen reinigen
Verwijder de aandrijfrollen en maak de
sleuven schoon met behulp van een
draadborstel.
Sluit het deksel van de aandrijfmontage.
(3) is verwijderd.
Page 31
4-20. Lasdraad installeren en bevestigen
Benodigd gereedschap:
Kabelgeleiders
geleider installeren.
Installeer de draadspoel. Stel de
spanbout in zodat het draad strak staat
als de draadaanvoer stopt.
en antislijtage
Installeer de aandrijfrollen.
. Houd het draad goed vast zodat het niet
gaat rafelen.
6 in.
(150 mm)
Trek aan het draad en houd het
vast; snijd het uiteinde af.
Drukindica−
torschaal
Druk
instellen
. Voor de beste draadaanvoerprestatie,
zorg dat de uitgangskabel het juiste
formaat liner heeft voor het formaat
lasdraad dat wordt gebruikt. Als het
pistool geplaatst is, dient de liner die van
achter van het pistool uitloopt zo dicht
mogelijk bij de aandrijfrollen te zijn,
zonder deze aan te raken.
Pistool installeren. Leg de pistoolkabel recht.
Snijd het uiteinde van de kabel af. Druk de
draadgeleidingen tot aan de aandrijfrollen; blijf
het draad vasthouden. Druk op de Jog−knop
om de draad uit het pistool aan te voeren.
Achterzijde pistool
Aandrijfrollen
Einde liner
Draad glijdt niet
NIET−GELEIDEND
OPPERVLAK
Draad glijdt.
NIET−GELEIDEND
OPPERVLAK
. Voor zacht draad of roestvrij staaldraad
met een kleine diameter, verminder de
druk van de aandrijfrol aan de achterzijde
van de rol tot de helft van die van de rollen
aan de voorzijde.
. Om de druk van de aandrijfrol aan te
passen, houd het mondstuk ongeveer 51
mm (2 in.) van het niet−geleidende
oppervlak en druk op de schakelaar van
het pistool om het draad tegen het
oppervlak aan te voeren. Zet de knop
vast zodat het draad niet kan glijden.
Draai deze niet te hard aan. Als de
contacttip volledige geblokkeerd is, zal
het draad bij de draadaanvoerunit gaan
glijden (zie drukinstelling boven). Snijd
het draad af. Sluit het deksel.
Trek de draad aan en houd hem
tegen; knip het uiteinde eraf.
BELANGRIJK!
Voor aluminium
Push-Pull lassen.
Stel de aandrijfspanning
lager in dan <1.
1
2
3
4
Drukindica-
torschaal
1
2
3
4
Duw de draad door de
geleiders de toorts in; blijf de
draad vasthouden.
. Zie de AlumaPro−gebruikershandleiding om
het lasdraad door het pistool te voeren.
OM-277151 Pagina 26
Sluit het aandrukmechanisme, zet
hem vast en laat de draad los.
218244-C
. Zet met behulp van de indicatorschaal
de druk van de aandrijfrol aan de
voorzijde op 1 en de druk van aandrijfrol
aan de achterzijde op minder dan 1.
Ref. 259145-A/ 218244-C
Page 33
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 27
Page 34
HOOFDSTUK 5 − WERKING
5-1.Gebruikersinterface draadaanvoerunit
1
2
11
4
7
10
12131415
18
16
8
17
9
20
6
19
3
Ref. 266 061-B
5
OM-277151 Pagina 28
Page 35
5-2.Beschrijving van bedieningsfuncties op voorpaneel (zie Hoofdstuk 5-1)
1
Geheugendisplay
Op de geheugendisplay wordt het actieve
lasprogramma
tussen 0001 en 9999.
2 Instelknop voor geheugen/variabelen
Gebruik deze knop om een
programmanummer
variabele die op de geheugendisplay wordt
getoond, te verhogen/verlagen.
3
Boogregelingsknop
De boogregelingsknop is
procesafhankelijk. De gebruiker kan de
variabele veranderen die op de
Waarden/Parameters−display verschijnt,
zoals inductantie, DIG, RMD (balgrootte) of
trim. Het bereik kan +/− zijn, afhankelijk van
het proces.
4 1-8 geheugenknoppen en LEDs
Gebruik deze knoppen om een opgeslagen
programma uit de
lasprogrammabibliotheek
Het ledlampje geeft aan welk programma
geselecteerd is en actief is.
De Variabelen/Parameters −display toont
een overzicht van de
lasprogrammabibliotheek
geselecteerde programma.
5 Softkey−knoppen
Gebruik deze knoppen om door de menu’s
te browsen die op het LCD−scherm
verschijnen (zie Hoofdstuk 5-4)..
6 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draai aan deze knop om door de variabele
opties te scrollen of om de variabele die op
de geheugendisplay wordt getoond, te
verhogen/verlagen.
Door op deze knop te drukken zal deze als
getoond. Het bereik ligt
te selecteren of om de
te selecteren.
voor het
een knop voor selecteren/opslaan werken.
Druk op de knop om de opties te selecteren
die op het LCD−scherm beschikbaar zijn.
7 Waarden/Parameters LCD−scherm
Dit scherm toont alle waarden en
parameters die geselecteerd zijn aan de
hand van de softkey−knoppen en de knop
voor scrollen en de knop voor
opslaan/selecteren.
8 Display
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid
Op deze display wordt de stroomsterkte
getoond, of de draadaanvoersnelheid, naar
gelang het geselecteerde proces.
9 Instelknop
Stroomsterkte/Draadaanvoersnelheid/
Handmatig activeren van gasaanvoer
ampère
Gebruik deze knop om de stroomsterkte of
draadaanvoersnelheid te verhogen/verlagen,
afhankelijk van het geselecteerde proces. De
waarden verschijnen op het scherm voor
stroomsterkte/draadaanvoersnelheid/materiaal−
dikte.
10 Spanning/booglengte/inductantie/boog−
aanpassing/RMD−scherm
Dit scherm toont de spanning, booglengte,
inductantie,
naargelang
11 Instelknop spanning/boogregeling
Gebruik deze knop om de spanning of
booglengte
afhankelijk van het geselecteerde proces.
Deze waarden verschijnen op de display
Spanning/booglengte/inductantie/boog−
aanpassing/RMD− weergave.
12 Booglengte−indicator
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat de booglengtefunctie actief is.
boogaanpassing of RMD
het geselecteerde proces.
te verhogen/verlagen,
13
Spanningsindicator
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat de spanningsfunctie actief is.
14 Indicator voor synergische
keuzestand actief
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat een synergisch lasproces actief is.
15 Indicator voor stroomsterkte
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat een SMAW, GMAW of CAG proces is
geselecteerd. Deze waarden verschijnen
op de display spanning/booglengte/
inductantie/boogaanpassing/RMD−
weergave.
16 Indicator voor draadaanvoersnelheid
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat een GMAW of GMAW−P lasproces is
geselecteerd. De waarden verschijnen op
het scherm voor stroomsterkte/
draadaanvoersnelheid/materiaaldikte.
17 Indicator voor materiaaldikte
Dit kenmerk zal effectief worden in een
latere software−uitgave.
18 Indicator LED uitgangsspanning
aanwezig
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat de spanning in open circuit aanwezig is
bij de lasuitgangsklemmen.
19 USB−poort
Gebruik deze poort voor alle
USB−gerelateerde functies (zie hoofdstuk
5-14).
20 Indicator voor parameter
vergrendelen
Ledlampje gaat branden om aan te geven
dat lasparameters vergrendeld en actief
zijn.
1 Jogknop koud draad
Hiermee kan de bediener het draad door
het pistool voeren als hij de draadspoelen
verwisselt. De lasuitgang blijft uit als de
jogknop voor koud draad wordt gebruikt.
2
Schakelaarregelingsknop
Hiermee kan de bediener verschillende
schakelaaropties in− en uitschakelen. Zie
hoofdstuk 5-9.
3143
3TH−indicator links en rechts
Trigger Hold (TH) (schakelaar
vasthouden) stelt de bediener in staat om
een laswerk te starten door op de
pistoolschakelaar te drukken en deze
gedurende een vooraf ingestelde tijd vast
te houden (zie het Startmenu voor de
kenmerken). Na het verstrijken van de
ingestelde tijd, vergrendelt de schakelaar
en kan de bediener de schakelaar loslaten,
waarbij het laswerk voortgezet wordt. Als
de bediener op de schakelaar drukt, zal het
laswerk worden stopgezet.
214
3
6
78
275631-B
4 Purgeknop
Hiermee kan de bediener de gaslijn
doorspoelen.
te veranderen (zie Hoofdstuk 5-10).
5 Waterterugvoer Quick
Connect−aansluitstuk links
6 Watervoorziening Quick
Connect−aansluitstuk links
7 Watervoorziening Quick
Connect−aansluitstuk rechts
8 Waterterugvoer Quick
Connect−aansluitstuk rechts
Om de tijd voor doorspoeling
OM-277151 Pagina 30
Page 37
5-4.LCD−Startscherm
Home
1
2
<L Program # 1 R>
Internet
Accupulse
3
.035 Steel E70
Ar 90 CO2 10
4
Ref 266 061-A
567
9
LogsStatusSetupSystem
8
WiFiEthernet
1 Indicator directory
Toont het pad van het huidige scherm.
2
Programmanummer
Toont het nummer van het
stroomlasprogramma
draadaanvoerunit
3 Programma−informatie
Toont het procestype, draaddiameter,
draadtype en legering, alsmede het aan
het huidige lasprogramma toegewezen
gasmengsel.
4 Setup Soft Key (Instellen Soft Key)
Druk op de Opstart softkey om het scherm
van het opstartmenu in te gaan. In het
opstartmenu kunnen lasprogramma’s
worden aangemaakt of gewijzigd. Voor
meer informatie, zie Hoofdstuk 5-5.
5 Logs Soft Key (softkey voor
berichtenmenu)
Druk op de Logs softkey om het scherm
van de verslaggeving in te gaan. Voor meer
informatie,
6 Status Softkey
Druk op de Status softkey om het scherm
van het statusmenu in te gaan. Voor meer
informatie, zie Hoofdstuk 5-7.
7 System Soft Key
Druk op de System softkey om het
systeemmenu in te gaan. Het
systeemmenu biedt toegang tot de
heropstart van het systeem, USB en
herzieningsfuncties van bordsoftware.
Voor meer informatie, zie Hoofdstuk 5-12.
8 Indicator netwerkverbinding
Geeft het type netwerkverbinding aan die
wordt gebruikt.
9 Internet
Wordt weergegeven als Insight Core
geactiveerd is.
zie Hoofdstuk 5-6.
en de kant van de
die actief is.
5-5.Opstartmenu
Home > Setup
1
2
4
5
Load New Process
Trigger Configuration
Weld Sequence Configuration
Feedback Configuration
Home
Setup Menu
Back
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu weer.
3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal een
zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de
geïnactiveerde
knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties
Load New Process (Nieuw proces laden) −
Wijzigt een lasprogramma of voegt hier
wijzigingen aan toe. Zie hoofdstuk 5-8.
Trigger Configuration (Configuratie schakelaar) -
3
Selecteert en bewerkt dubbel schema, dubbel
schemaschakelaar, 4T, en kenmerken
schakelaar vasthouden. Zie hoofdstuk 5-9.
Weld Sequence Configuration (Configuratie
lassequentie) − wijzigt verschillende aspecten
van de lassequentie zoals voorstroom,
startstroomsterkte, krater en nastroom.
Zie hoofdstuk 5-10.
Feedback Configuration − Stelt de methode van
de spanningsfeedback in voor de detectie van de
steunplaat of detectiekabel. Zie hoofdstuk 5-11.
5 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm van het
Startmenu in te gaan.
opties wit zullen zijn. Druk op de
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 31
Page 38
5-6.Logs Menu
Home > Logs
1
2
4
5
Error Log
Boot Log
Home
Logs Menu
Back
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu weer.
3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde optie
zal een zwarte cirkel daarnaast hebben
terwijl de geïnactiveerde opties wit zullen
zijn. Druk op de knop om de geactiveerde
optie te selecteren.
4 Opties
Error log − geeft een lijst weer van de meest
recente fouten die de unit gedetecteerd
heeft. Gebruik de scrollknop voor het
3
scrollen door de lijst. In het foutlogscherm
druk op de Start softkey om terug naar het
Startscherm te gaan, of druk op de Logs
Softkey om terug te gaan naar het menu
voor de verslaggeving.
Boot Log− Geeft de sequentie en de status
van gebeurtenissen weer die zich tijdens
het heropstartproces hebben voorgedaan.
5 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm
van het Startmenu in te gaan.
Ref 266 061-A
5-7.Statusmenu
Home > Status
1
2
4
5
HeatInput[kJńin(kJńmm)] +
Load Bank Mode> Uit
Accu‐Power Mode> Uit
Actual / Command> Uit
Home
Status Menu
Back
Power(kJńs)xArcTime(s)
WeldBeadLength[in(mm)]
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu weer.
3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde optie zal
een zwarte cirkel daarnaast hebben terwijl de
geïnactiveerde opties wit zullen zijn. Druk op de
knop om de geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties
Load Bank Mode- Wordt gebruikt voor het
kalibreren van meter− of testapparatuur
tijdens onderhoud.
Accu-Power Mode- Toont de instantane
voeding voor de draadaanvoersnelheid in
3
kilojoules per seconde nabij de
dichtstbijzijnde
tijdens het lassen eenmaal per seconden
bijgewerkt. Na het lassen wordt de instantane
voeding weergegeven gedurende ongeveer
tien seconden alvorens het scherm weer
teruggaat naar de draadaanvoersnelheid. Als
de draadaanvoersnelheid tijdens de
lasoperatie wordt ingesteld, zal het scherm
de draadaanvoersnelheid weergeven, terwijl
deze wordt ingesteld, en zal dit weer
teruggaan naar de instantane voeding nadat
de instelling is uitgevoerd.
Om de hitte−invoer voor de las te berekenen,
vermenigvuldig
en verdeel deze dan door de lasrupslengte,
zie de vergelijking.
Actual / Command (Werkelijk/Opdracht −
Hier kunnen de waarden worden ingesteld
die tijdens het lassen worden getoond om de
werkelijke waarden of de opdrachtwaarden
die de gebruiker heeft ingesteld weer te
geven.
5 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm van
het Startmenu in te gaan.
tiende waarde. Deze wordt
de voeding met de boogtijd
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 32
Page 39
5-8.Een lasprogramma aanmaken, wijzigen en opslaan
Home > Setup
Setup Menu
Load New Process
Trigger Configuration
Weld Sequence Configuration
Feedback Configuration
Home
Back
Gebruik in het Startscherm de
geheugeninstellingsknop
geheugenknop,
gebruiken programmanummer.
Druk in het Startscherm op de Setup
Softkey.
In het Opstartmenu, draai de scrollknop
om de optie Load New Process (Nieuw
Proces laden) te activeren. Druk op de
knop om het proces Load New Proces
(Nieuw proces laden) te activeren.
De volgende aanwijzingen verschijnen
op het scherm.
Stap 1- Selecteer draadtype
Stap 2- Selecteer draadlegering
Stap 3- Selecteer draadformaat
Stap 4- Selecteer gasmengsel
Stap 5- Selecteer proces
Na het proces te selecteren, zal het
scherm aflezen: Process Loading
(Proces bezig met laden). Als 100% is
uitgevoerd, zal het programma worden
bewaard en is het klaar voor gebruik.
selecteer het te
of de
Ref 266 061-A
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 33
Page 40
5-9.Configuratie Schakelaar
Home > Setup > Trigger Config
Program # 1
Dual Schedule
Trigger Dual Schedule
Trigger Program Select
4T
Trigger Hold
Home
Setup
Program # 2
Dual Schedule
Trigger Dual Schedule
Trigger Program Select
4T
Trigger Hold
EditBack
In het Opstartmenu, draai de scrollknop
om de optie Trigger Configuration
(Configuratie
Schakelaar) te activeren.
Druk op de scrollknop en selecteer
Trigger Configuration (Configuratie
Schakelaar).
. Alle programma’s hebben een
numerieke volgorde voor dubbele
schemafuncties. Programma 1 en 2
zijn gekoppeld, programma 3 en 4
zijn gekoppeld, enz.
Selecteer de gewenste schakelfunctie
met behulp van de scrollknop.
Dual Schedule wordt gebruikt om
tussen een paar programma’s te kiezen
terwijl het lassen geactiveerd is. De
programma’
3/4, 5/6 en 7/8. Deze functie vereist een
externe Dual Schedule schakelaar voor
de MIG−toorts.
Trigger Dual Schedule stelt de
bediener in staat om tussen een paar
lasprogramma’
van de toortsschakelaar. In de Trigger
Dual Schedule−modus laat u de
MIG−toortschakelaar los en haalt u
deze weer aan om een paar
voorgeselecteerde lasprogramma’s in−
en uit te schakelen terwijl het lassen
geactiveerd is. De programma’s zijn
gekoppeld als 1/2, 3/4, 5/6 en 7/8.
Trigger Dual Schedule stelt de
bediener in staat om lasprogramma’s te
selecteren met behulp van de
toortsschakelaar. In de Trigger Program
Select−modus, drukt u de
toortsschakelaar in en laat u deze weer
los om door elk actief programma te
schakelen als het lassysteem is
uitgeschakeld. Hiermee kunnen tot acht
voorgeselecteerde lasprogramma’s
worden geselecteerd.
4T stelt de bediener in staat om tussen
las− en kraterparameters te kiezen met
behulp van de toortsschakelaar.
Preflow and Crater worden automatisch
geactiveerd als 4T geselecteerd is,
zowel Preflow en Crater kunnen worden
geconfigureerd in het Configuratiemenu
van de Lassequentie. Als de
toortsschakelaar wordt losgelaten
tijdens het lassen, gaat het apparaat in
de Trigger Hold−modus. Als u
vervolgens de schakelaar indrukt en
deze blijft indrukken, zal het apparaat in
de Crater−modus blijven totdat de
schakelaar wordt vrijgegeven en de
Crater−instelling inactief wordt.
Trigger Hold stelt de bediener in staat
om draad aan te voeren zonder
voortdurend de toortsschakelaar in te
drukken. In de Trigger Hold−instellingen
kan nadat de boog is gestart en het
lassen geactiveerd is (voor de
Inactief−modus), de schakelaar worden
losgelaten voordat de Delay−tijd
(Vertraging) afloopt, waarbij het
systeem doorgaat met lassen. Om het
lassen te beëindigen, drukt u op de
schakelaar en laat u deze weer los.
Gebruik in het Startscherm de
geheugeninstellingsknop
geheugenknoppen
programmanummer te selecteren.
Druk in het Startscherm op de Setup
Softkey.
In het Opstartmenu, draai de
scrollknop om de optie Weld
Sequence Configuration (Configuratie
Lassequentie) te activeren. Druk op
de scrollknop en selecteer Weld
Sequence Configuration (Configuratie
Lassequentie).
In het scherm voor de configuratie van
de lassequentie, draai de scrollknop
naar de gewenste functie. Druk op de
scrollknop om de functie te activeren
of te inactiveren.
Als de gewenste functie geactiveerd
is, druk op de softkey Edit (Bewerken)
om de parameters voor de functies te
wijzigen:
Preflow- Stelt de tijdsduur in van de
gasstromen alvorens het lassen te
starten.
Start- Stelt de spanning,
draadaanvoersnelheid,
inductantie
het lassen wordt vereist.
Crater Ramp- Stelt de tijdsduur in
vanaf de start van het lassen tot de
lasparameters.
Weld- Stelt de spanning,
draadaanvoersnelheid,
inductantie
Crater Ramp- Stelt de tijdsduur in
vanaf het lassen tot de
kraterparameters.
Crater- Stelt de spanning,
draadaanvoersnelheid, tijd en
inductantie voor de kraterinstellingen in.
Retract- Stelt de snelheid en de tijd in
gedurende welke de draad zich na het
lassen intrekt.
Postflow- Stelt de tijdsduur in van de
gasstroom na het lassen.
in die voor het starten van
in.
of de
om het te wijzigen
tijd en
tijd en
Voorstroom
Schakelaar
ingedrukt
V
oorstroomtijd
Start
Starttijd
Lassen
Intrektijd
KraterIntrekken Nastroom
Schakelaar
losgelaten
Nastroomtijd
Tijd
Einde
sequentie
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 35
Page 42
5-11. Feedbackconfiguratie
1
2
3
5
6
Home > Setup > Feedback Configuration
Feedback Configuration
Active > Sense Lead
Change voltage feedback method:
Stud Sense
Sense Lead
Home
Back
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu weer.
3 Indicator geactiveerd
Geeft de actieve feedbackmethode weer.
4 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde optie
zal een zwarte cirkel daarnaast hebben
terwijl de geïnactiveerde opties wit zullen
zijn. Druk op de knop om de geactiveerde
optie te selecteren.
4
5 Opties
Stud Sense- De stroomfeedback wordt
gemeten bij de uitgangsbouten van de
lasstroombron.
Sense Lead- De stroomfeedback wordt
gemeten met een spanningsdetectiekabel.
6 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm
van het Startmenu in te gaan.
5-12. Systeemmenu
1
4
5
Home > system
2
Factory Reset
USB Functions
System Software Revision
Network Settings
Machine Serial Number
Home
System Menu
Back
Ref 266 061-A
1 Indicator directory
Geeft het huidige pad weer.
2 Naam menu
Geeft de naam van het huidige menu weer.
3 Knop voor scrollen en knop voor
selecteren/opslaan
Draaiknop voor het wijzigen van een
geactiveerde optie. De geactiveerde
optie zal een zwarte cirkel daarnaast
hebben terwijl de geïnactiveerde opties
wit zullen zijn. Druk op de knop om de
geactiveerde optie te selecteren.
4 Opties
3
Factory Reset- Hier kan de gebruiker alle
waarden terugzetten naar de
fabriekswaarden (zie hoofdstuk 5-13).
USB Functions- De software wordt
bijgewerkt en geladen of er worden
lasprogramma’
(zie hoofdstuk 5-14).
System Software Revision- Geeft de
huidige softwareherziening van het
lassysteem weer.
Network Settings- Toont informatie over de
netwerkaansluitingen zoals het IP−adres.
Machine Serial Number- Toont het
serienummer
5 Start Soft Key
Druk op de Start softkey om het scherm
van het Startmenu in te gaan.
s met een USB geladen
van de unit.
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 36
Page 43
5-13. Terugstellen naar fabrieksinstellingen
Home > System > Factory Reset
Factory Reset
Perform Factory Reset?
No
Yes
Home
Back
Druk in het Startscherm op de Systeem
softkey.
In het Systeemmenu, draai de
scrollknop om de optie Factory Reset
(Terugstellen naar fabrieksinstellingen)
te activeren. Druk op de knop om
Factory Reset (Terugstellen naar
fabrieksinstellingen)
In het scherm Factory Reset
(Terugstellen naar fabrieksinstellingen),
draai de scrollknop en selecteer Yes
(Ja). Druk op de knop om Factory Reset
(Terugstellen naar fabrieksinstellingen)
uit te voeren.
Het scherm gaat terug naar het
Startscherm als de Factory Reset
(Terugstellen naar fabrieksinstellingen)
is uitgevoerd.
te selecteren.
5-14. USB Functions
Home > System > USB
Write to System
Write to USB
Home
USB Functions
System
Ref 266 061-A
Druk in het Startscherm op de Systeem
softkey.
In het Systeemmenu, draai de scrollknop om
de optie USB Functions (USB−functies) te
activeren. Druk op de knop om USB
Functions (USB−functies) te selecteren.
Opties
Write to system- Gebruikt een USB−stick
om de software en lasprogramma’s van de
unit bij te werken.
Write to USB (Naar USB schrijven)System Settings (Systeeminstellingen)−
Slaat de door de gebruiker aangemaakte
programma’
gebruikersinstellingen kunnen vervolgens
op andere units worden geladen, of op de
huidige unit worden hersteld.
License Key (Licentiesleutel)− De
licentiesleutel
Insight Core geactiveerd zijn. Bewaar de
licentiesleutel op een USB−stick als u bij
Insight Core registreert.
Diagnostic Files (Diagnosebestanden) −
Diagnosebestanden zijn beschikbaar in units
die in Insight Core geactiveerd zijn. Sla de
diagnosebestanden op om terug te sturen
naar de Servicevertegenwoordigers van
Miller.
s op een USB−stick op. De
is beschikbaar in units die in
Ref 266 061-A
OM-277151 Pagina 37
Page 44
HOOFDSTUK 6 − ONDERHOUD & PROBLEEMOPLOSSING
6-1.Routineonderhoud
Elke 3
maanden
Elke 6
maanden
!Ontkoppel de netvoeding
voordat u onderhoud
uitvoert.
n = ControlerenZ = Wijzigen~ = Reinigenl = Vervangen
* Moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant erkende serviceagent
l onleesbare labels~ lasklemmennl laskabelsnl pistoolkabels
nl snoerennl onderdelen met
l beschadigde gasleiding
barsten of scheuren
OF
~ lasaansluitingenn laskabelaansluitingen
. Geef vaker een
aandraaien
onderhoudsbeurt als het
apparaat zwaar belast wordt.
Referentie
~ aandrijfrollen~ binnenkant van het
apparaat
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 38
Page 45
6-2.Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing
1
ERRBTNSTUK
2
3
4
5
1 Melding op led−display
Toont een kort bericht waarin de fout of de
plaats van de fout wordt beschreven.
Sommige berichten kunnen meerdere
fouten bevatten. Ga voor specifieke
foutinformatie
lcd−display.
2 Type melding
Er zullen drie meldingstypen worden
weergegeven.
naar de meldingen op het
ERROR
Button on UI stuck
Make sure all buttons are clear
If error persists, please contact support
Logs
ERROR- The system has experienced a
fault that must be addressed before
continuing use (Het systeem heeft een fout
gedetecteerd
alvorens verder te gaan).
MESSAGE- No fault has occurred, but
some action must be taken before
resuming use of the welding system (Er is
geen fout opgetreden, maar er moet enige
actie worden ondernomen om het gebruik
van het lassysteem te herstarten. De
ingangsstroom moet bijvoorbeeld in− en
uitgeschakeld worden na de nieuwe
software te hebben geladen.
WARNING- There is something that
should be addressed before continuing (Er
is iets dat moet worden afgehandeld
alvorens verder te gaan). Er is bijvoorbeeld
geen verbinding met de
spanningsdetectiekabel.
die moet worden opgelost
Ref. 266 061-B
3 LCD Display Message (LCD−melding)
Geeft meer informatie over de weergegeven
melding.
4 LCD Solution Message
(LCD−oplossingsmelding)
Beschrijft de handeling die moet worden
ondernomen om het bericht of de fout te
wissen.
5 Logs Soft Key (softkey voor
berichtenmenu
Door te drukken op de softkey Logs zal de
gebruiker naar het menu met de
verslaggeving worden geleid (zie hoofdstuk
5-6). Vanuit het Logsmenu (berichtenmenu)
wordt toegang tot het Error Log
(foutrapporten) verschaft. Het LCD Error Log
Messages
(LCD−Foutverslaggevings−berichten) zijn
opgeslagen in het Error Log (foutrapporten).
)
OM-277151 Pagina 39
Page 46
6-3.Tabel met foutcodes en beschrijving van probleemoplossing
RODE
LED−weergave
BOOT ERROR of
BOOT FAIL
(opstartfout)
Geen weergaveLCD is blancoDe aanvoerunit start niet,
ERR THERM of
ERR OVERTEM
(THERMISCHE
FOUT OF TE
HOGE
TEMPERATUUR)
ERROR (FOUT)
Probleem thermisch
systeem
Lasstroombron is
oververhit
Laat het apparaat
afkoelen. Schakel de
stroombron uit en in.
Een van de componenten
in het systeem is niet
verbonden met het
netwerk of de rest van het
systeem.
het witte lampje brandt en
de voedingscontactor
staat onder stroom.
De stroombron is
oververhit.
Het lampje van de hoge
temperatuur brandt
constant.
De draden in de
verbindingskabel zijn niet
aangesloten.
Er is een gebroken pin of
contactdoos in één van de
communicatiestek−
kerdozen.
Interne fout printplaat.
Slechte
communicatiekabel
Interne fout printplaat.
De openingen van de
ventilatiejaloezieën/
windtunnel zijn
geblokkeerd.
De motoren van de
ventilator draaien niet of
kunnen niet draaien.
De koellichamen zijn vuil.
Vervang de verbindingskabel van de
stroombron met de draadaanvoerunit,
of tussen de ROI en de
draadaandrijving, als het een
swingboogsysteem is.
Vervang de stroombron, ROI,
draadaandrijving of draadaanvoerunit
voor onderhoud.
Vervang de communicatiekabel tussen
de stroombron en de
draadaanvoerunit.
Vervang de stroombron, ROI,
draadaandrijving of draadaanvoerunit
voor onderhoud.
Zorg voor een minimale afstand van
45,7 cm (18 inch) tussen de
stroombron en andere voorwerpen.
De stroombron moet worden
onderhouden/gerepareerd alvorens de
juiste bediening hiervan.
Uitblazen binnen in de windtunnel
volgens het hoofdstuk van preventief
onderhoud.
CYCLE POWER
(Schakel het
apparaat uit en
weer in)
ERR COMM
(FOUT COMM)
ERR COMM
(FOUT COMM)
ERR WIRSTUKERROR (FOUT)
Het apparaat moet
worden uit− en
ingeschakeld
Schakel de
stroombron uit en in
ERROR (FOUT)
Geen communicatie
met het systeem
Schakel de
stroombron uit en in.
ERROR (FOUT)
Geen interne
communicatie:
Wire Stuck Error (Fout
draad vast)
Draad vast op
werkstuk aan het
einde van de las
Deze melding kan worden
weergegeven als de
instellingen zijn gewijzigd
in de configuratie van het
systeem.
De gebruikersinterface is
niet verbonden met de rest
van het systeem.
Er zijn veel
communicatiefouten in het
systeem die aanduiden
waar het probleem kan
zijn. De communicatie kan
verloren zijn vanuit de
stroombron,
draadaanvoerunit, ROI of
draadaandrijving. De
melding met informatie in
het LCD−scherm geeft de
juiste gegevens voor de
onderhoudstechnicus.
Draad vast op werkstuk
aan het einde van de las
Slechte communicatie van
kabel tussen de
aanvoerunit en de
stroombron.
Slechte verbinding in de
communicatiekabel tussen
de draadaanvoerunit en de
stroombron.
Open verbinding in de
verbindingskabel aan de
achterzijde van de
stroombron,
draadaanvoerunit, ROI of
draadaandrijving.
De databank in het
systeem kan corrupt zijn.
Schakel de stroombron uit en in.
Vervang de verbindingskabel.
Vervang de communicatiekabel.
De stroombron, ROI, draadaandrijving
of draadaanvoerunit moeten worden
onderhouden/gerepareerd alvorens de
juiste bediening hiervan.
Installeer de systeemsoftware
opnieuw.
Breek/snij het draad van het werkstuk
af.
ERR ARC (FOUT
BOOG)
OM-277151 Pagina 40
ERROR (FOUT)
Fout boog
Controleer de
draadaanvoerunit en
de stroombron.
De geproduceerde boog
was geen geldige boog, de
lasspanning was te hoog
of te laag voor de
ingestelde parameters op
de gebruikersinterface.
Laskabel is gebroken of
niet verbonden.
Draad wordt te langzaam
geleverd, booglengte te
lang.
Repareer of vervang de laskabel.
Repareer of vervang de werkklem of
kabelverbinding.
Controleer/vervang de draadgeleiding.
Controleer dat de druk van de
aandrijfrol goed is ingesteld voor de
toepassing.
Page 47
RODE
LED−weergave
ERR TRG STUK
(FOUT TOORTS−
CHAKELAAR
VASTGE−
HOUDEN)
ERROR (FOUT)
Toortsschakelaar
vastgehouden bij
inschakelen
Laat de schakelaar los
en druk op de knop
om de fout te
verwijderen.
De fout Toortsschakelaar
vastgehouden doet zich
ook voor als de
schakelaar ingedrukt blijft
wanneer de aanvoerunit
wordt ingeschakeld. De
fout kan worden gewist
door de schakelaar los te
laten.
Er kan kortsluiting zijn in
de schakelaar of in de
schakelaardraden samen
in de MIG−toorts
WAARSCHUWING:
Fout door
incompatibele
software
Onjuiste
overeenkomst Sys
SW Rev
ERROR (FOUT)
Moet primaire
driefasevoeding
gebruiken
ERROR (FOUT)
Primaire
voedingsspanning te
hoog
Primaire aansluitingen
controleren
ERROR (FOUT)
Primaire
voedingsspanning te
hoog
Primaire aansluitingen
controleren
ERROR (FOUT)
Knop zit vast op UI
Zorg dat alle toetsen
vrij zijn
ERROR (FOUT)
Toortsschakelaar te
lang vastgehouden
zonder boog.
De software in een andere
component van het
systeem zorgt voor een
discrepantie in de
software.
De software in de
draadaanvoerunit en de
stroombron zijn van
verschillende versies.
Het systeem heeft een
enkele fase, er ontbreekt
een primaire poot.
De door de klant
geleverde primaire
spanning is te hoog.
De door de klant
geleverde primaire
spanning is te hoog.
De lasuitgang was te lang
actief alvorens een boog
te ontsteken.
Eén component in het
systeem is nieuwer dan de
rest van de componenten.
Er werden een
verschillende
draadaanvoerunit en
stroombron voor het eerst
samen geïnstalleerd.
Er is een slechte
verbinding in de
drie−fasestekker of deze
maakt geen verbinding.
Er is een open zekering of
stroomonderbreker
Er is een slechte
verbinding in de
drie−fasestekker of deze
maakt geen verbinding.
De knop op UI is te lang
ingedrukt.
Membraanknop op de
deklaag is beschadigd.
De aandrijfrollen waren
open en het draad is niet
bewogen.
Er is geen laskabel tussen
de aanvoerunit en de
stroombron.
.
Werk de systeemsoftware bij.
Neem contact op met een
gekwalificeerd elektricien om de
primaire spanning te verifiëren en
mogelijke oplossingen te vinden.
Neem contact op met een
gekwalificeerd elektricien om de
primaire spanning te verifiëren en
mogelijke oplossingen te vinden.
Neem contact op met een
gekwalificeerd elektricien om de
primaire spanning te verifiëren en
mogelijke oplossingen te vinden.
De draadaanvoerunit of ROI moet
worden onderhouden/gerepareerd
alvorens de juiste bediening hiervan.
Zorg dat de juiste druk van de
aandrijfrol wordt toegepast.
Zorg dat de steunplaatdrager van de
lagere aandrijfrol geïnstalleerd is.
Installeer een laskabel.
ERR REL TRIG
(FOUT
LOSLATEN
TOORTSKABEL)
WRN
OVERAVER
ERROR (FOUT)
Toortsschakelaar te
lang vastgehouden.
Laat de schakelaar los
en druk op de knop
om de fout te
verwijderen.
WAARSCHUWING:
Bedrijfscyclus
overschreden
Het systeem is klaar
voor lassen op korte
termijn.
Een fout bij het loslaten
van de toortschakelaar
doet zich voor als de
gebruiker de schakelaar
langer dan twee minuten
heeft vastgehouden
zonder een boog te
ontsteken of als de
gebruiker de
toortschakelaar vasthoudt
na de nagasfase bij een
getimede las.
Dit kan zich ook voordoen
als de jog−knop te lang
wordt ingedrukt.
De bedrijfscyclus van de
stroombron is
overschreden. De
stroombron is
uitgeschakeld om zelf te
kunnen afkoelen. De fout
zal een tijd actief blijven.
De toortsschakelaar in het
MIG−pistool heeft
kortsluiting of wordt in een
gesloten positie
vastgehouden.
De lasuitgang was te hoog
gedurende een te lange
periode.
Repareer of vervang de MIG−toorts.
Laat het lasapparaat ingeschakeld en
inactief totdat de fout wordt verwijderd,
meestal gedurende 15 minuten.
OM-277151 Pagina 41
Page 48
RODE
LED−weergave
ERR AUX PWR
(FOUT
HULPVOEDING)
ERR THERM
(FOUT
THERMISCH
SYSTEEM)
ERR PWR SRC
(FOUT
STROOMBRON)
WRN VSNS LOS
(GEEN
FEEDBACK
SPANNINSDET)
ERR COOLER
TEMP (FOUT
KOELTEMP)
ERR COOLER
FLOW (FOUT
KOELSTROOM)
ERROR (FOUT)
Probleem hulpvoeding
Schakel de
stroombron uit en in.
ERROR (FOUT)
Probleem thermisch
systeem
Schakel de
stroombron uit en in.
ERROR (FOUT)
Stroomfout CS1, CS2,
CS3 of CS4
boostcircuit
Schakel de
stroombron uit en in
WAARSCHUWING:
Waarschuwing
feedback
spanningsdetectie
Geen feedback
spanningsdetectie
ERROR (FOUT)
Te hoge temperatuur
koeler
ERROR (FOUT)
Lage koelstroom
De hulpvoeding van 115
VAC van de printplaat
heeft een probleem.
Het systeem raakt
oververhit bij de primaire
of secundaire
koellichamen.
Zie ook ERR THERM 1, 2
of 3 meldingen.
De sensorfeedback van
de primaire
stroomomvormer meldt
een te hoge of te lage
stroomafname van de
primaire ingangsstroom.
De stroombron ontvangt
geen feedback van de
ingangsspanning van de
interne aansluitingen of de
externe
spanningsdetectiekabel.
De temperatuursensor in
de koeler meldt dat de
koeltemperatuur te hoog is
en schakelt het systeem
uit totdat de temperatuur
laag genoeg is.
De koelleidingen hebben
geen koelstroom.
Een apparaat dat in de
115 VAC−stekkerdoos is
gestoken geeft te veel
belasting.
Auxiliary Power failure
(Fout hulpvoeding)
De ventilatoren worden
niet ingeschakeld.
Het activeringssignaal van
het boogregelingsbord
(PC4) is niet aanwezig.
Primaire AC−ingang kan
te hoog of te laag zijn bij
een of meerdere poten.
De configuratie−instelling
voor de feedback is
geconfigureerd voor
spanningsdetectie en de
kabel is gebroken of niet
aangesloten.
Controleer
spanningsdetectiekabel op
breuk.
De verbindingskabel heeft
een open draad die de
feedback van de
ingangsspanning draagt.
Er is een blokkade in de
toortsschakelaar of in de
koelleiding van de
toortsschakelaar.
De lastoepassing
overschrijdt de
capaciteiten van de koeler.
De lucht in de
koelleidingen is nog niet
afgelaten.
Het filter is verstopt met
vuil.
Er is een blokkade in de
toortsschakelaar of in de
koelleiding van de
toortsschakelaar.
Verwijder het apparaat uit de 115
VAC−stekkerdoos.
De stroombron moet worden
onderhouden/gerepareerd alvorens de
juiste bediening hiervan.
Controleer de ventilatoruitgang van het
boogregelingsbord (PC13).
Zorg dat de draden voor de activering
van de ventilator goed zijn
aangesloten. Vervangen (PC4).
Neem contact op met een
gekwalificeerd elektricien om de
primaire spanning te verifiëren en
mogelijke oplossingen te vinden.
Vervang de spanningsdetectiekabel.
Vervang de spanningsdetectiekabel.
Vervang de verbindingskabel.
Vervang de toortsschakelaar of
verwijder de blokkade in de
koelleidingen.
Verminder de lasuitgang.
Schakel de lasuitgang verschillende
malen in via de laadbankmodus en
verwijder de fout telkens totdat de
koeler in de stroomindicator verschijnt
en de stroomschakelaar activeert.
Volg de instructies voor het onderhoud
van de koeler in de Koeler OM.
Vervang de toortsschakelaar of
verwijder de blokkade in de
koelerleidingen.
OM-277151 Pagina 42
Page 49
6-4.Probleemoplossing
ProbleemOplossing
!Ontkoppel de netvoeding voordat u problemen oplost.
Draadaanvoer, beschermgas stroomt,
maar het elektrodedraad heeft geen
stroom.
De aanvoer van het elektrodedraad stopt
of is onregelmatig tijdens het lassen.
De motor loopt langzaam.Controleer de correcte ingangsspanning.
De netvoeding is aangesloten op de
draadaanvoerunit, maar de unit werkt
niet.
Controleer de laskabelaansluitingen en bevestig de kabelverbindingen (zie hoofdstuk 4-5).
Controleer de pistoolschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Controleer de pistoolschakelaar. Zie de handleiding bij het pistool.
Stel de spanning van de naaf en de druk van de aandrijfrol in (zie hoofdstuk 4-20).
Verander dit naar het correcte formaat van de aandrijfrol (zie hoofdstuk 4-19).
Reinig of vervang een vuile of versleten aandrijfrol.
Incorrect formaat of versleten draadgeleidingen.
Vervang de contacttip of liner. Zie de handleiding bij het pistool.
Verwijder lasspetters of vreemd materiaal rond de mondstukopening.
Zorg dat een door de fabrikant erkende serviceagent de aandrijfmotor of motorbesturingsbord PC1
controleert.
Controleer de kabels van het laspistool en repareer de kabels of vervang het pistool.
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 43
Page 50
HOOFDSTUK 7 − ELEKTRISCH SCHEMA
OM-277151 Pagina 44
Figuur 7-1. Schakelschema
Page 51
274365-C
OM-277151 Pagina 45
Page 52
HOOFDSTUK 8 − ONDERDELENLIJST
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
43274610Cover, Spool 12 in (Left Side)01....................................................
44274611Case, Spool 12 in (Left Side)01.....................................................
45276960Cover, Spool 12 in (Right Side)01...................................................
46276962Case, Spool 12 in (Right Side)01...................................................
47057357Bushing, Snap−In Nyl .937 Id x 1.125 Mtg Hole02.....................................
L22, L23276360Core, Ferrite 9.50mm Od X 4.75mm Id02.....................................
L21276358Core, Ferrite 25.90mm Od X 12.80mm Id01........................................
218244Label, Adjusting Drive Roll Tension11..................................................
Quantity
CE
+Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model− en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 47
Page 54
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
5
9
8
6
4
1
2
7
3
Ref. 277154-B
Figuur 7-2. Montage voorpaneel
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-2. Montage voorpaneel (Figuur 7-1, Item 10)
+Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model− en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 48
Page 55
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
5
6
10
6
1
2
6
9
4
8
3
7
7
8
3
2
6
10
277155-B
Figuur 7-3. Montage achterpaneel
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-3. Montage achterpaneel (Figuur 7-1, Item 11)
9269715Stand−off Support, PC Card .312/.375 W/Post & Lock 44..............................
10279847Ftg, Gas Push To Conn Straight 5/16 In Od Tubing 22.................................
+Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model− en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 49
Page 56
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
12
1
2
3
4
11
7
8
10
9 - Figuur 7-6
6
5
Figuur 7-4. Montage draadaandrijving links
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-4. Montage draadaandrijving links (Figuur 7-1, Item 13)
12266403Pin, Retractable Spring Plunger Plate Mtg1..........................................
271904-B
Quantity
+Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model− en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 50
Page 57
1
2
3
4
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
5
6
7
8
9 - Figuur 7-6
12
Figuur 7-5. Montage draadaandrijving rechts
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
Description
Figuur 7-5. Montage draadaandrijving rechts (Figuur 7-1, Item 14)
12266403Pin, Retractable Spring Plunger Plate Mtg1..........................................
11
10
272115-B
Quantity
+Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model− en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 51
Page 58
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
1
10
5
6
4
3
13
2
8
12
9
11
7
269727-B
Figuur 7-6. Montage aandrijving
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
267733
Description
Figuur 7-6. Montage aandrijving (Figuur 7-4, Item 9; Figuur 7-5, Item 9)
1260262Assy, Pressure Arm Left1............................................................
2260263Assy, Pressure Arm Right1..........................................................
3259150Spring,Double Torsion .408 OD .051 Wire 1............................................
11263359Screw, Thumb Stl .312-18 X 1.500 Pld Nylon Head1....................................
12260260Shaft Assy, Support Cover1..........................................................
13151828Pin, Cotter Hair .042 X .750 2.......................................................
Quantity
+Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model− en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 52
Page 59
. De bevestigingsmaterialen zijn
algemeen gangbaar en alleen
te bestellen als ze op de lijst
staan.
1
2
5
4
3
Ref. 273390-B
Figuur 7-7. Gebruikersinterface
Item
No.
Dia.
Mkgs.
Part
No.
273390
Description
Figuur 7-7. Gebruikersinterface (Figuur 7-1, Item 12)
Quantity
1273390Assembly, User Interface (includes) 1...............................................
2230052Knob, .840 Dia X 6mm Id W/Spring Clip−4.51.......................................
3269555Knob, .840 Dia X 6mm Id W/Spring Clip−4.5 W/Print1...............................
4266591Knob, Encoder 1.250 Dia X 6mm Id Push On W/Spring 2............................
+Bij het bestellen van een component die een waarschuwingslabel heeft, moet het label hier ook bij worden besteld.
Om de originele fabrieksprestatie van uw apparaat te onderhouden, maak alleen gebruik van de door de
fabrikant aanbevolen vervangingsonderdelen. Geef het model− en serienummer als u onderdelen bij uw
plaatselijke leverancier bestelt.
OM-277151 Pagina 53
Page 60
”U” GROOVE FOR
ALUMINUM WIRES
CONTAINS NYLON
WIRE GUIDES
”U” COGGED FOR
EXTREMELY SOFT
WIRE OR SOFT*
SHELLED CORED
WIRES
SHELLED
*
”V” KNURLED FOR
HARD
CORED WIRES
SHELLED
*
”U” GROOVE FOR
SOFT
CORED WIRES
”V” GROOVE FOR
HARD WIRE
OM-277151 Pagina 54
WIRE SIZE
.023/.025 in. (0.6 mm)151024
.030 in. (0.8 mm)151025
.035 in. (0.9 mm)151026151052243233
.040 in. (1.0 mm)161190
.045 in. (1.1/1.2 mm)151027151037*151053151070243234*
.052 in. (1.3/1.4 mm)151028151038151054151071
1/16 in. (1.6 mm)151029151039151055151072243235
.068/.072 in. (1.8 mm)151056
5/64 in. (2.0 mm)151040151057151073
3/32 in. (2.4 mm)151041151058151074
7/64 in. (2.8 mm)151042151059151075
1/8 in. (3.2 mm)151043**151060**151076**
Tabel 7-1. Aandrijfrol en draadgeleiderkits
*speed wire feeder
*Accommodates .045 and .047 (3/64 in) wire
**Requires a low
Wire GuidesNylon Wire Guides for Feeding Aluminum Wire
.023 to .040 in. (0.6 to 1.0mm)221030149518.035 in. (0.9mm)221912242417
.045 to .052 in. (1.1 to 1.4mm)221030149519.047 in. (1.2mm)221912205936
1/16 to 5/64 in. (1.6 to 2mm)2210301495201/16 in. (1.6mm)221912205937
3/32 to 7/64 in. (2.4 to 2.8mm)229919149521
1/8 in. (3.2mm)229919149522
Page 61
Aantekeningen
Page 62
Aantekeningen
OM-277151 Pagina 56
Page 63
Geldig vanaf 1 januari 2021 (Installaties waarvan het serienummer begint met “NB” of nieuwer)
Deze beperkte garantie vervangt alle vorige Miller garanties en is exclusief zonder andere expliciete of impliciete waarborgen of garanties.
BEPERKTE GARANTIE − In overeenstemming met de onderstaande
voorwaarden garandeert Miller Electric Mfg. LLC, Appleton, Wisconsin
aan de bevoegde distributeurs dat de nieuwe Miller−apparatuur die verkocht wordt na de datum dat deze beperkte garantie in werking treedt,
geen defecten heeft aan het materiaal of de afwerking op het moment dat
de apparatuur door Miller wordt verzonden. DEZE GARANTIE VERVANGT UITDRUKKELIJK ALLE ANDERE GARANTIES, EXPLICIET
OF IMPLICIET, VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID.
Binnen de onderstaande garantieperioden zal Miller alle onderdelen of
componenten die niet meer functioneren door dergelijke fabricage- en
materiaalfouten met garantie repareren of vervangen. Miller moet binnen dertig (30) dagen schriftelijk op de hoogte worden gebracht van
een dergelijke fout of storing, waarop Miller instructies zal geven over
de garantieclaim-procedure die hierop volgt. Garantieclaims die online
worden ingediend moeten een volledige beschrijving bevatten van het defect en de stappen die zijn ondernomen om het probleem op te lossen en
de defecte onderdelen te diagnosticeren. Garantieclaims die niet de vereiste informatie bevatten zoals bepaald in de servicehandleiding van Miller
kunnen door Miller worden geweigerd.
Miller stelt zich aansprakelijk voor garantieclaims op apparatuur onder garantie zoals hieronder vermeld, ingeval het defect zich voordoet binnen de
periode waarin de garantie geldig is, zoals hieronder vermeld. De garantieperiode start op de datum van de levering van de apparatuur aan de koper−eindgebruiker, of 12 maanden nadat de apparatuur verstuurd is naar
een Noord−Amerikaanse distributeur, of 18 maanden nadat de apparatuur
verzonden is naar een internationale distributeur, al naar gelang welk van
de gevallen zich het eerst voordoet.
1. 5 jaar onderdelen — 3 jaar arbeidsloon
* Originele gelijkrichters van de hoofdvoeding alleen
thyristoren, diodes en losse gelijkrichtcellen
2. 3 jaar — Onderdelen en arbeid tenzij gespecificeerd
* Automatisch verduisterende helmlenzen (Geen arbeid) (Zie
de uitzondering voor de Classic−serie hieronder)
* Lasapparaten/generatoren met motor
(OPMERKING: Motoren vallen onder een aparte garantie
van de motorfabrikant.)
3. 2 jaar — Onderdelen en arbeidsloon
* Automatisch verduisterende helmlenzen − alleen
Classic-serie (geen arbeidsloon)
*
Lasmaskers
* Rookafzuigers − Capture 5 Filtair 400 en Industrial
Collector-serie
4. 1 jaar — Onderdelen en arbeidsloon tenzij gespecificeerd
met automatisch donkerfilter (geen arbeidsloon)
* ArcReach−verwarming
* AugmentedArc− en LiveArc−lassystemen
* Automatisch bewegende apparatuur
* Bernard BTB luchtgekoelde MIG−pistolen (geen werk)
* CoolBelt (geen arbeidsloon)
* Luchtdroogsysteem met droogmiddel
* Inbouwopties
(OPMERKING: Field Options zijn gedekt voor de
resterende garantieperiode van het product waarin ze in
geïnstalleerd
afhankelijk van welke van de twee het langste duurt.)
* RFCS voetbedieningen (m.u.v. RFCS-RJ45)
Rookextractors
*
uitneembare armen en motorbedieningskast
* HF units
* ICE/XT plasmasnijdtoortsen (geen arbeidsloon)
* Stroombronnen voor inductieverwarming, koelers
(OPMERKING: Digitale recorders vallen onder aparte
garantie van de fabrikant.)
* Belastingsbanken
* Motoraangedreven pistolen (m.u.v. de Spoolmate pistolen)
* PAPR blaasunit (geen arbeidsloon)
* Positionerings- en regelapparatuur
* Rekken (Voor het installeren van meerdere energiebronnen)
Wielonderstellen/trailers
*
* Luchtrespirator (SAR) kasten en panelen bijgeleverd
* Draadaanvoer systemen voor onder poederdek lassen
* TIG toortsen (geen arbeidsloon)
* Tregaskiss pistolen (geen arbeidsloon)
Millers True Blue® beperkte garantie geldt niet voor:
1. Slijtonderdelen zoals contacttips, snijmondstukken, mag-
neetschakelaars, koolborstels, relais, bovenbladen van
werkstations en lasgordijnen of andere onderdelen die niet
meer goed werken als gevolg van normale slijtage. (Uitzondering: borstels en relais zijn wel gedekt bij alle motoraangedreven producten.)
2. Onderdelen geleverd door Miller maar geproduceerd door anderen, zoals motoren of handelsaccessoires. Deze onderdelen vallen onder de eventuele garanties door de fabrikanten.
3. Installaties die veranderingen hebben ondergaan door andere
partijen dan Miller, of installaties die onjuist geïnstalleerd of verkeerd gebruikt zijn volgens industrierichtlijnen, of installaties die
geen redelijk en noodzakelijk onderhoud hebben gehad, of installaties die gebruikt zijn voor andere dan de aangegeven toepassingen voor de installatie.
4. Defecten veroorzaakt door nalatigheid, reparaties zonder toestemming of onjuiste testen.
DE PRODUCTEN VAN MILLER ZIJN BESTEMD VOOR COMMERCIËLE EN INDUSTRIËLE DOELEINDEN DOOR GEBRUIKERS DIE
OPGELEID ZIJN VOOR EN ERVARING HEBBEN IN HET GEBRUIK EN
ONDERHOUD VAN LASAPPARATUUR.
De reparaties die door deze garantie worden geboden zijn, zoals Miller
dit verkiest: (1) reparatie; of (2) vervanging; of, na schriftelijke
goedkeuring van Miller (3), de vooraf goedgekeurde kosten voor de
reparatie of vervanging bij een door Miller aangewezen
servicecentrum; of (4) de betaling van of kredietverlening voor de
aankoopprijs (minus de redelijke afschrijvingskosten op basis van het
gebruik). Producten mogen niet worden geretourneerd zonder de
goedkeuring van Miller. Retourzendingen zijn voor risico en kosten
van de klant.
Bovenstaande reparaties zijn F.O.B. Appleton, WI, of een door Miller
aangewezen servicecentrum. De klant is verantwoordelijk voor transport− en vrachtkosten. DE HIER GENOEMDE DOOR HET TOEPASSELIJKE RECHT TOEGESTANE REPARATIES VORMEN DE
ENIGE EN EXCLUSIEVE REPARATIES ONGEACHT DE RECHTSTHEORIE. IN GEEN GEVAL ZAL MILLER AANSPRAKELIJK ZIJN
VOOR DIRECTE, SPECIALE, INCIDENTELE OF GEVOLGSCHADE
(WAARONDER VERLIES VAN INKOMSTEN), ONGEACHT DE
RECHTSTHEORIE. ELKE HIERIN NIET GENOEMDE GARANTIE
EN ELKE IMPLICIETE GARANTIE, BORGSTELLING OF VERTEGENWOORDIGING, INCLUSIEF ENIGE IMPLICIETE GARANTIE
VAN VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, IS UITGESLOTEN EN ONTKEND DOOR MILLER.
Sommige staten in de V.S. staan geen beperkingen toe met betrekking
tot de duur van de garantie, noch uitsluiting van bijkomende schade,
indirecte schade, speciale schade of gevolgschade, dus bovenstaande beperking kan mogelijk niet van toepassing zijn voor u. Deze garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook
andere rechten van toepassing zijn; deze kunnen echter per staat verschillen.
In Canada biedt de wetgeving in enkele provincies bepaalde extra garanties of oplossingen die afwijken van de bepalingen die hierin zijn opgenomen, en bovenstaande beperkingen en uitsluitingen zijn mogelijk
niet van toepassing, voorzover er niet van mag worden afgezien.
Deze Beperkte Garantie biedt specifieke wettelijke rechten en er kunnen eventueel ook andere rechten zijn; deze kunnen echter per provincie verschillen.
Deze originele garantie is in Engelse juridische begrippen geschreven. Bij klachten of onenigheid heeft de betekenis van de
woorden in het Engels voorrang.
miller dom_warr_dut_2021−01
Page 64
Eigendomspapieren
Volledig invullen en goed bewaren a.u.b.
Naam van het modelSerie-/typenumber
Aankoopdatum (datum waarop de apparatuur bij de oorspronkelijke klant werd bezorgd.)
Neem contact op met een distributeur of servicebedrijf
Vermeld altijd de naam van het model en het serie-/typenummer
Ga naar uw leverancier voor:
Neem contact op met het
vervoersbedrijf:
Toebehoren en elektroden
Optionele apparatuur en accessoires
Persoonlijke beschermingsmiddelen
Service en reparaties
Vervangende onderdelen
Trainingen en opleidingen (scholen, videos,
boeken)
Handboeken over lasprocessen
Wanneer u een dealer of servicebedrijf zoekt, ga naar
www.millerwelds.com of bel 1−800−4−A−Miller
Om een schadeclaim in te dienen bij verlies of
beschadiging tijdens transport.
Neem contact op met de transportafdeling van uw distributeur en/of de fabrikant van de apparatuur voor hulp bij het
indienen en afhandelen van schadeclaims.
Miller Electric Mfg. LLC
An Illinois Tool Works Company
1635 West Spencer Street
Appleton, WI 54914 USA
International Headquarters−USA
USA Phone: 920-735-4505 Auto-attended
USA & Canada FAX: 920-735-4134
International FAX: 920-735-4125
Voor internationale vestigingen bezoek
website: www.MillerWelds.com