Lees absoluut de gebruiksaanwijzing voor u uw toestel plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt schade
aan het toestel.
nl-BEM.-Nr. 11 071 632
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu ............................................. 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................................................9
Bediening van de droogkast .............................................................................. 22
Verloop van de RemoteUpdates ...................................................................... 96
6
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt de droogkast
voor transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar verpakkingsmateriaal gekozen.
Het recycleren van het verpakkingsmateriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw handelaar neemt de verpakking terug.
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toestellen bevatten meestal nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook
stoffen, mengsels en onderdelen die
nodig zijn geweest om de toestellen
goed en veilig te laten functioneren.
Wanneer u uw oude toestel bij het gewone afval doet of er op een andere
manier niet goed mee omgaat, kunnen
deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Doe uw oude
toestel daarom nooit bij het gewone
huisafval.
7
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Lever het in bij een gemeentelijk inzameldepot voor elektrische en elektronische apparatuur, bij uw vakhandelaar
of bij Miele. U bent wettelijk zelf verantwoordelijk voor het wissen van eventuele persoonlijke gegevens op het af te
danken toestel.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het afdanken
van uw oud toestel, neem dan contact
op met
– de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 0800/15 880,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg er ook voor dat het toestel intussen kindveilig wordt bewaard voor u het
laat wegbrengen.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Lees beslist deze gebruiksaanwijzing.
Deze droogkast voldoet aan de geldende veiligheidsvoorschriften.
Onjuist gebruik kan echter persoonlijk letsel of materiële schade
tot gevolg hebben.
Lees daarom de gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u de
droogkast in gebruik neemt. Hierin vindt u belangrijke instructies
met betrekking tot de inbouw, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Zo beschermt u zichzelf en vermijdt u schade aan de
droogkast.
In overeenstemming met de norm IEC60335-1 adviseert Miele u
uitdrukkelijk om het hoofdstuk over de installatie van de droogkast
en de veiligheidsinstructies en waarschuwingen te lezen en op te
volgen.
Wanneer de veiligheidsinstructies en waarschuwingen niet worden
opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar.
Juist gebruik
Deze droogkast is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze droogkast is niet bestemd voor gebruik buitenshuis.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik de droogkast uitsluitend voor huishoudelijke toepas-
singen voor het drogen van in water gewassen wasgoed waarvan de
fabrikant op het wasetiket heeft aangegeven dat ze geschikt voor de
droogkast zijn.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk-
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze droogkast veilig te bedienen, mogen deze droogkast alleen
onder het toezicht of de begeleiding van een verantwoordelijk iemand gebruiken.
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar dienen uit de buurt van de droog-
kast te worden gehouden, tenzij ze continue in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de droogkast alleen zonder toe-
zicht bedienen, wanneer hen de droogkast zodanig is toegelicht dat
ze het toestel veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele
risico's van een foutieve bediening kunnen herkennen en begrijpen.
Kinderen mogen de droogkast niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de droogkast komen. Laat ze
nooit met de droogkast spelen.
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Neem de aanwijzingen in de rubriek “Installatie” en de rubriek
“Technische gegevens” in acht.
Zie na of het toestel geen uiterlijk zichtbare schade vertoont voor-
dat u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien als u niet zeker bent.
De betrouwbare en zekere werking van de droogkast is enkel ge-
garandeerd wanneer de droogkast aan het openbare elektriciteitsnet
is aangesloten.
De elektrische veiligheid van dit toestel is enkel gewaarborgd zo
het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem is
aangesloten. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. In geval van twijfel dient u uw installatie
door een vakman of vakvrouw te laten nakijken. Miele kan niet aansprakelijk gesteld worden voor schade die werd veroorzaakt doordat
de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer. Gebruik van
een verlengsnoer verhoogt het risico op oververhitting en daarmee
op brand.
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Defecte onderdelen mogen enkel worden vervangen door origine-
le Miele-vervangstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Door ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen er onvoorziene
risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. Reparaties mag u uitsluitend laten uitvoeren
door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade
achteraf geen aanspraak meer op waarborg.
De aansluitstekker moet te allen tijde bereikbaar zijn om de droog-
kast van het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
Is het aansluitsnoer beschadigd, laat het dan vervangen door een
vakman die door Miele erkend is. Zo vermijdt u risico's voor wie het
toestel gebruikt.
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is deze droogkast pas
van het stroomnet losgekoppeld indien
– u de stekker uit het stopcontact haalt of
– de zekering op uw elektrische installatie is uitgeschakeld of
– de schroefzekering op uw elektrische installatie helemaal uitge-
draaid is.
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Informatie over de warmtepomp en het koudemiddel:
Deze droogkast werkt met een gasvormig koudemiddel dat door een
compressor wordt samengeperst. Door de drukverhoging ontstaat
een hogere temperatuur en wordt het koudemiddel vloeibaar. Vervolgens wordt het koudemiddel in een gesloten circuit door de warmtewisselaar geleid, waar de warmte wordt vermengd met de lucht die
voor het drogen is gebruikt.
Beschadiging van de droogkast door te snelle ingebruikname.
De warmtepomp kan daarbij beschadigd raken.
Wacht na het plaatsen een uur voordat u de droogkast gaat gebruiken.
– De warmtepomptechniek veroorzaakt een brommend geluid wan-
neer de droogkast werkt. Dit geluid is normaal. Het heeft geen nadelig effect op de werking van de droogkast.
– Het koudemiddel is niet brandbaar en niet explosief.
– Deze droogkast bevat gefluoreerde broeikasgassen. Hermetisch
afgesloten
Aanduiding van het koelmiddelR134aR134aR450A
Hoeveelheid koelmiddel0,48kg0,30kg0,31kg
Broeikaspotentieel koelmiddel1430kg CO2 e 1430kg CO2 e 605kg CO2 e
Broeikaspotentieel toestel686kg CO2 e429kg CO2 e188kg CO2 e
De voor deze droogkast relevante aanduiding en hoeveelheid van het koelmiddel
alsook het broeikaspotentieel staan vermeld op het gegevensplaatje (achterkant
van de droogkast).
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
De luchtspleet tussen de onderzijde van de droogkast en de vloer
mag u in geen geval versmallen door plinten, dik tapijt e.d. Anders is
er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
In het zwenkbereik van de droogkastdeur mag u geen afsluitbare
deur, schuifdeur of een deur met een scharnier aan de andere kant
installeren.
Deze droogkast mag niet op niet-stationaire plaatsen (bijv. sche-
pen) worden gebruikt.
Voer geen veranderingen aan de droogkast uit die niet uitdrukke-
lijk door Miele zijn toegestaan.
Deze droogkast heeft vanwege speciale eisen (ten aanzien van
onder meer de temperatuur, de vochtigheid, de chemische bestendigheid, de slijtvastheid en vibraties) een speciale lamp. Deze speciale lamp mag alleen voor deze toepassing worden gebruikt. De lamp
is niet geschikt voor normale verlichtingsdoeleinden. De lamp mag
alleen worden vervangen door een door Miele geautoriseerde vakman of door Miele.
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Efficiënt gebruik
Stel uw droogkast niet op in een vertrek waar het kan vriezen.
Temperaturen rond of onder het vriespunt brengen de goede werking
van het toestel in het gedrang. Bevroren condenswater in de pomp
en in de afvoerslang kan schade veroorzaken.
De maximumlading bedraagt 9,0 kg (droog wasgoed).
In de rubriek “Programmaoverzicht” vindt u de deels kleinere ladingen voor afzonderlijke programma's.
Brandgevaar!
Deze droogkast mag niet op een instelbaar stopcontact (bijv. via een
schakelklok of op een elektrische installatie met piekbelastinguitschakeling) worden aangesloten.
Als het droogprogramma voor beëindiging van de afkoelfase is afgebroken, dan bestaat het gevaar van zelfontbranding van het wasgoed.
Waarschuwing: Schakel de droogkast nooit uit voor afloop van
een droogprogramma. Behalve dan, wanneer al het wasgoed onmiddellijk uit de trommel kan worden genomen en zo uitgespreid dat de
warmte kan worden afgegeven.
Na de verwarmingsfase volgt bij veel programma's de afkoelfase
om te garanderen dat de stukken wasgoed geen temperatuur bereiken waarbij ze mogelijk beschadigd worden (bv. het vermijden van
zelfontbranding van het wasgoed). Pas daarna is het programma ten
einde.
Het wasgoed altijd direct en volledig na einde van het programma
verwijderen.
16
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het verboden textiel te drogen
– dat niet is gewassen.
– dat niet voldoende gereinigd is en waarop oliehoudende, vethou-
dende of andere resten aanwezig zijn (bijv. wasgoed dat wordt
gebruikt in de keuken of voor cosmeticatoepassingen en waarop
zich olie-, vet- of crèmeresten bevinden). Als u textiel droogt dat
niet voldoende gereinigd is bestaat er gevaar op zelfontbranding,
zelfs wanneer het droogproces beëindigd is en het wasgoed zich
niet langer in de droogkast bevindt.
– dat sporen van brandgevaarlijke reinigingsmiddelen bevat, of res-
tanten van aceton, alcohol, benzine, petroleum, kerosine, vlekkenverwijderaar, terpentijn, was, wasverwijderaar of chemicaliën (dit
kan bv. het geval zijn bij moppen, opnemers en poetsdoeken).
– waarop resten van een haarverstevigingsproduct, hairspray, na-
gellakverwijderingsproduct of gelijkaardig product voorkomen.
Dergelijk sterk vervuild wasgoed moet u daarom bijzonder grondig
wassen:
gebruik hierbij extra wasmiddel en selecteer een hoge temperatuur. Bij twijfel dient u het wasgoed verscheidene malen te wassen.
Verwijder alle voorwerpen uit de zakken (zoals aanstekers, luci-
fers).
17
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Wegens brandgevaar is het te allen tijde verboden stukken textiel
of producten te drogen:
– wanneer industriële chemicaliën werden gebruikt voor de reiniging
(bv. bij een chemische reiniging).
– die hoofdzakelijk schuimrubberen, rubberen of rubberachtige de-
len bevatten. Het gaat hierbij bv. om producten uit schuimrubberlatex, douchekappen, waterdichte stoffen, met rubber beklede
artikelen en kledingstukken en hoofdkussens met schuimrubbervlokken.
– die een vulling hebben en beschadigd zijn (bv. kussens of jassen).
Vulling die eruit valt kan brand veroorzaken.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo voorkomt u dat
– kinderen in het toestel proberen te kruipen of er voorwerpen in
verstoppen.
– er kleine dieren in de trommel kruipen.
Leun niet op de toesteldeur. Deze droogkast kan anders omkante-
len.
De pluizenfilters moeten na elke droogbeurt worden gereinigd!
De pluizenfilters of de filter in de sokkel moeten na een vochtige
reiniging goed worden gedroogd. Door natte pluizen-/voetfilters kunnen er storingen in de werking van uw toestel optreden!
18
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze droogkast mag nooit zonder of
– met beschadigde pluizenfilters worden gebruikt.
– met beschadigde filter in de sokkel worden gebruikt.
Er kunnen dan te veel pluizen in deze droogkast komen, wat een defect tot gevolg kan hebben!
Wanneer u een externe afvoerslang voor het condenswater aan-
sluit, moet u de slang vastmaken indien u die in een wasbak hangt.
Anders kan de slang wegglijden en kan het weglopende water schade veroorzaken.
Condenswater is geen drinkwater.
Het kan de gezondheid van mens en dier schade toebrengen.
Houd de omgeving van het toestel steeds vrij van stof en pluizen.
Vuildeeltjes in de aangezogen koellucht kunnen na verloop van tijd
de warmtewisselaar verstoppen.
Spuit de droogkast niet nat af.
Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten steeds zo wor-
den gebruikt als vermeld in de gebruiksinstructies voor de wasverzachters.
19
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik van de geurflacon (mits toeslag verkrijgbaar accessoire)
Alleen de originele Miele geurflacon mag worden gebruikt.
De geurflacon uitsluitend in de verkoopverpakking bewaren; gooi
de verpakking daarom niet weg.
Pas op, de geurstof kan uitlopen! De geurflacon of de pluizenfilter
met de gemonteerde geurflacon rechtop houden en nooit neerleggen
of kantelen.
Uitgelopen geurstof direct met een zuigende doek opvegen: van
de vloer, van de droogkast, van onderdelen van de droogkast (bijv.
pluizenzeef).
Bij lichaamscontact met uitgelopen geurstof: Huid grondig met
water en zeep reinigen. Ogen minstens 15minuten met schoon water spoelen. Bij inslikken de mond grondig met schoon water uitspoelen. Na oogcontact of inslikken een arts raadplegen!
Kleding die met uitgelopen geurstof in contact komt direct vervan-
gen. Kleding of doeken grondig met ruime hoeveelheid water en
wasmiddel reinigen.
Er bestaat brandgevaar of gevaar van beschadiging van de droog-
kast bij het niet in acht nemen van deze richtlijnen:
– Vul de geurflacon nooit bij met geurstof.
– Gebruik nooit een defecte geurflacon.
De lege geurflacon moet met het huisvuil worden weggegooid en
mag nooit voor een ander doel worden gebruikt.
Neem de bij de geurflacon bijgevoegde informatie in acht.
20
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren die Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd, mo-
gen worden gemonteerd of ingebouwd.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt
het recht op waarborg en/of productaansprakelijkheid.
Wasmachines van Miele kunnen in een was- en droogzuil gecom-
bineerd worden opgesteld. Tevens is een Miele was-droog-verbindingsset vereist; dit is met toeslag verkrijgbaar toebehoren. Let erop
dat de was-droog-verbindingsset geschikt is voor de Miele droogkast en de Miele wasmachine.
Let erop dat de voet van Miele (met toeslag verkrijgbaar toebeho-
ren) bij deze droogkast past.
Miele is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat
deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
21
Bediening van de droogkast
Bedieningspaneel
a
Bedieningspaneel
Het bedieningspaneel bestaat uit de
display en verschillende sensortoetsen. De functies van alle sensortoetsen worden hierna uitgelegd.
b
Display
In de display worden de volgende
waarden aangegeven en/of geselecteerd:
1. De namen van de programma's,
de droogtegraad en de duur van
een gekozen programma.
2. De afzonderlijke waarden in de
keuzelijsten voor de Instellingen.
c
Sensortoetsen
Met de sensortoetsen kunnen
de waarden in de display worden
gewijzigd. Met de sensortoets
verhoogt u de waarde of gaat u naar
boven in de keuzelijst, met de sensortoets verlaagt u de waarde of
gaat u naar beneden in de keuzelijst.
d
Sensortoets OK
Met de sensortoets OK bevestigt u
de gekozen waarde.
e
Controlelampje Perfect Dry
Het Perfect Dry-systeem meet het
restvocht van het wasgoed in de
programma's met droogtegraad en
zorgt zo voor een precieze droging.
Het controlelampje Perfect Dry . . .
. . . knippert na start van het programma en gaat uit wanneer de programmaduur wordt weergegeven.
. . . brandt tegen het einde van het
programma wanneer de gewenste
droogtegraad is bereikt.
. . . brandt niet bij de volgende programma's: Finish Wol, Finish Zijde,
Koude lucht, Warme lucht, Droogrekprogramma.
22
Bediening van de droogkast
f
Optische interface
Dit gebruikt de klantendienst als
overdrachtspunt.
g
Sensortoetsen voor extra opties
U kunt de droogprogramma's met
extra functies aanvullen.
Als u een droogprogramma hebt gekozen, zijn de sensortoetsen van de
extra opties die u kunt kiezen gedimd.
h
Sensortoets
Met de sensortoets krijgt u een
voorspelling van het energieverbruik
van het gekozen droogprogramma.
Meer informatie vindt u terug in het
hoofdstuk “Energie sparen”, in de
paragraaf “EcoFeedback”.
i
Sensortoetsen
Met de sensortoets wordt de
voorprogrammering gestart. Met het
startuitstel kunt u een latere start van
het programma kiezen. De programmastart kan van 15minuten tot
maximaal 24 uur worden uitgesteld.
Daardoor kunt u bijv. het lagere
nachttarief voor stroom gebruiken.
Meer informatie vindt u terug in
hoofdstuk “4. Programma-instelling
kiezen”.
j
Sensortoets Start/Stop
Als u de sensortoets Start/Stop aantipt, wordt het gekozen programma
gestart of afgebroken. De sensortoets knippert zodra een programma
kan worden gestart en brandt continu nadat het programma is gestart.
k
Keuzeschakelaar
Voor het kiezen van een programma
en het uitschakelen van het apparaat. U schakelt de droogkast in
door een programma te kiezen en uit
door de programmakeuzeschakelaar
op te zetten.
Bediening van de sensortoetsen
De sensortoetsen reageren op aanraking met de vingertoppen. U kunt een
keuze maken zolang de desbetreffende sensortoets is verlicht.
Een fel verlichte sensortoets betekent:
momenteel gekozen
Een gedimde sensortoets betekent: kan
worden gekozen
23
Bediening van de droogkast
OK
Kastdroog0:55
OK
2:00
OK
Taal
OK
Aan
OK
:00
00
Start overh
Display
Het basisdisplay geeft bij een programma met droogtegraad het volgende
weer:
– De gekozen droogtegraad en de ver-
moedelijke duur van het programma.
– Nadat het programma is gestart, de
bereikte droogtegraad en de resterende duur van het programma.
Het basisdisplay geeft bij een getimed
programma enkel de duur van het programma weer:
Voorbeelden voor de bediening
Scrollen door een keuzemenu
De scrollbalk in de display geeft aan
dat er een keuzemenu ter beschikking
staat.
Markering van het ingesteld menupunt
Een geactiveerd menupunt in een meerkeuzemenu wordt met een vinkje
aangegeven.
Waarden verlagen of verhogen
De waarde die kan worden gewijzigd, is
gemarkeerd met een witte ondergrond.
Door de sensortoets aan te tippen,
verlaagt u de waarde. Door de sensortoets aan te tippen, verhoogt u de
waarde. Met de sensortoets OK wordt
de waarde op de display geactiveerd.
Een submenu verlaten
U verlaat het submenu door Terug te
kiezen.
Door de sensortoets aan te raken,
gaat u in de menu naar beneden en met
het aanraken van de sensortoets
gaat u in het menu naar boven. Door de
sensortoets OK aan te tikken, wordt het
menupunt in de display geactiveerd.
24
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
Stilstandtijd na het plaatsen
Beschadiging van de droogkast
door te snelle ingebruikname.
De warmtepomp kan daarbij bescha-
digd raken.
Wacht na het plaatsen een uur voor-
dat u de droogkast gaat gebruiken.
Beschermfolie en reclamestickers verwijderen
Verwijder:
– de beschermfolie van de deur
– alle reclamestickers (voor zover aan-
wezig) van de voorkant en het bovenblad
Stickers die u na het openen van de
deur ziet zitten (bijv. het typeplaatje),
mag u niet verwijderen.
Miele@home
Uw droogkast is uitgerust met een
geïntegreerde Wifi-module.
Om deze te kunnen gebruiken, hebt u
het volgende nodig:
– een Wifi-netwerk;
– de Miele@mobile-app;
– een Miele-gebruikersaccount. Het
gebruikersaccount kunt u via de
Miele@mobile-app aanmaken.
De Miele@mobile-app helpt u bij de verbinding tussen de droogkast en uw eigen Wifi-netwerk.
Nadat u de droogkast in uw Wifi-netwerk hebt opgenomen, kunt u met de
app bijvoorbeeld de volgende handelingen uitvoeren:
– uw droogkast op afstand bedienen
– informatie over de status van uw
droogkast opvragen
– aanwijzingen voor het programma-
verloop van uw droogkast oproepen
Door de droogkast in uw Wifi-netwerk
op te nemen, wordt het energieverbruik
hoger, ook als de droogkast is uitgeschakeld.
Verzeker u ervan dat op de opstellingsplaats van uw droogkast het signaal van uw Wifi-netwerk voldoende
sterk is.
Beschikbaarheid WiFi-verbinding
De WiFi-verbinding deelt een frequentiebereik met andere toestellen (zoals
microgolfovens, op afstand bestuurbaar
speelgoed) Hierdoor kunnen tijdelijke of
25
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
OK
deutsch
OK
Nu instellen
volledige verbindingsfouten optreden.
Een constante beschikbaarheid van de
aangeboden functies kan daarom niet
worden gegarandeerd.
Beschikbaarheid van Miele@home
Het gebruik van de Miele@mobile-app
is afhankelijk van de beschikbaarheid
van de Miele@home-services in uw
land.
De service Miele@home is niet in elk
land beschikbaar.
Informatie over de beschikbaarheid
vindt u op de website www.miele.com.
Miele@mobile-app
De Miele@mobile-app kunt u gratis
downloaden uit de Apple App Store® of
de Google Play Store™.
De taal van de display instellen
U wordt verzocht de gewenste taal van
de display in te stellen. U kunt te allen
tijd een andere taal instellen door de
keuzeschakelaar Overige programma's/ onder Instellingen te zetten.
Raak de sensortoets aan tot de
gewenste taal op de display staat.
Bevestig de gekozen taal met de OK-
toets.
Miele@home instellen
Uw droogkast is uitgerust met een
geïntegreerde Wifi-module. De droogkast kan met het Wifi-netwerk bij u
thuis worden verbonden.
Daarna is het mogelijk om de droogkast met Miele@mobile-app te bedienen.
Droogkast inschakelen
Draai de programmakeuzeschakelaar
op het programma Katoen.
Het welkomstsignaal weerklinkt en het
startdisplay licht op.
26
In de display verschijnt de volgende
melding:
Miele@home
Tik de sensortoets OK aan.
Als u Miele@home onmiddellijk wilt
instellen:
Druk dan op de sensortoets OK.
Wanneer u de instelling wilt uitstellen:
Tip de sensortoets , tot Later instel-
len in de display verschijnt en raak de
sensortoets OK aan.
Het toestel voor het eerst in gebruik nemen
OK
Verbinding gesl.
Selecteer het gewenste verbindings-
type in de display.
1. Per WPS verbinden
2. Per app verbinden
Verzeker u ervan dat op de opstellingsplaats van uw droogkast het signaal van uw Wifi-netwerk voldoende
sterk is.
Bij een correcte verbinding verschijnt
het volgende in de display:
Bevestig met de sensortoets OK
Ingebruikname voortzetten
Bevestig met de sensortoets OK.
Lees het hoofdstuk “1. Tips voor een
correcte verzorging van de was”.
U kunt daarna een programma kiezen
en de droogkast vullen zoals in de
hoofdstukken “2. Programma kiezen”
en “3. Trommel vullen” staat beschreven.
De eerste ingebruikname wordt pas afgerond indien een programma langer
dan 1 uur volledig is uitgevoerd.
27
Energie besparen
Energie besparen
Deze droogkast met warmtepomptechniek is ontworpen voor energiebesparend drogen. Met de volgende
maatregelen kunt u nog meer energie
besparen, omdat deze de droogtijd
niet onnodig verlengen.
– Centrifugeer het wasgoed met een zo
hoog mogelijk toerental in de wasmachine.
Zo bespaart u bij het drogen ca. 20%
energie, maar ook tijd, wanneer u bijv.
met 1600 toeren per minuut centrifugeert in plaats van met 1000 toeren
per minuut.
– Gebruik bij ieder droogprogramma de
daarvoor geldende maximale beladingscapaciteit. Het energieverbruik
is dan relatief gezien het laagst.
– Zorg ervoor dat de omgevingstempe-
ratuur niet te hoog is. Als zich andere
toestellen in dezelfde ruimte bevinden
die warmte produceren, zorg dan
voor extra ventilatie of schakel die
toestellen uit.
– Schakel de droger in op tijdstippen
waarop het stroomtarief laag is. Informatie hierover kunt u bij uw energieleverancier verkrijgen. De voorprogrammeerfunctie van deze droger
helpt u hierbij: u kunt kiezen, op welk
tijdstip in de komende 24 uur het
droogproces automatisch moet
starten.
– Reinig de twee pluizenfilters in de vul-
opening van de deur iedere keer nadat u de droogkast heeft gebruikt.
Tips voor het reinigen van de pluizenfilters en de sokkelfilter vindt u in het
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”.
28
Energie besparen
OK
OK
Energie
< 0,1 kWh
EcoFeedback
Via de sensortoets krijgt u informatie
over het energieverbruik van uw droogkast.
De display geeft u de volgende informatie:
– Een verbruiksprognose voor de start
van het programma.
– Het werkelijke energieverbruik tijdens
het programma of na afloop van het
programma.
1. Prognose opvragen
Raak na het kiezen van een program-
ma met droogtegraad de sensortoets
aan.
Er verschijnt een balkdiagram waarmee
de prognose van het energieverbruik
wordt getoond.
2. Het werkelijke verbruik opvragen
U kunt tijdens het programmaverloop
en na afloop van het programma het
werkelijke energieverbruik aflezen.
Raak de sensortoets aan.
Het verbruik verandert naarmate het
programma vordert.
Bovendien kunt u na afloop van het
programma, voordat u de deur opent,
de mate van vervuiling van de filters in
% opvragen.
Raak de sensortoets aan, om te
wisselen tussen de weergaven Filter.
0% = licht vervuild, 50% = matig ver-
vuild, 100% = sterk vervuild.
Hoe vuiler de filters, hoe langer de duur
van het programma, wat het energieverbruik doet toenemen.
Hoe meer balkjes () er te zien zijn, des
te hoger is het energieverbruik.
De prognose hangt af van het gekozen
droogprogramma en de gekozen extra
opties.
Raak de sensortoets OK aan of
wacht tot de display weer automatisch naar de basisscherm gaat.
De gegevens springen terug naar de
prognose zodra de deur wordt geopend of zodra het programma automatisch wordt uitgeschakeld.
Tip: U kunt bij Instellingen onder Ver-
bruik de verbruiksgegevens van het
laatste droogprogramma bekijken.
29
1. De juiste wasverzorging in acht nemen
In acht nemen tijdens het wassen
– Was sterk vervuild wasgoed zeer
grondig: gebruik voldoende wasmiddel en kies een hoge temperatuur, in
geval van twijfel meerdere keren wassen.
– Stop geen drijfnat wasgoed in de
trommel. Laat het wasgoed met
maximale centrifugeertoerental in de
wasmachine centrifugeren. Hoe hoger het centrifugeertoerental is, hoe
meer energie en tijd u bij het drogen
kunt besparen.
– Nieuw gekleurd textiel moet u voor de
eerste droogbeurt afzonderlijk grondig wassen; droog dit niet samen met
licht gekleurd wasgoed. Anders loopt
u het risico dat de kleur bij het drogen
afgeeft (ook op kunststof onderdelen
in de droogkast). Er kunnen zich ook
pluizen van een andere kleur afzetten
op het textiel.
– Gesteven wasgoed kan in de droog-
kast worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen dient u
wel de dosis stijfsel te verdubbelen.
Wasgoed voor de droogkast
sorteren
Voorkom schade door voor-
werpen uit het wasgoed te verwijderen.
Voorwerpen kunnen smelten, branden of exploderen.
Verwijder alle voorwerpen uit het
wasgoed die er niet in horen (zoals
doseerbolletjes, aanstekers etc.).
Brandgevaar door verkeerd ge-
bruik en verkeerde bediening.
Er kan brand ontstaan in het was-
goed, waardoor de droogkast en de
omgeving onherstelbaar beschadigd
kunnen raken.
Neem beslist het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
– Sorteer het wasgoed naar textiel-
soort, grootte, symbolen in het onderhoudsetiket en gewenste droogtegraad.
– Controleer of de zomen en naden in-
tact zijn. Zo kunt u voorkomen, dat
eventuele vullingen eruit vallen. Er bestaat brandgevaar bij het drogen.
– Schud het wasgoed op.
– Bind ceinturen en schortenbandjes
vast.
– Knoop dekbedovertrekken en kus-
senslopen dicht zodat er geen ander
textiel in terecht kan komen.
– Sluit haakjes en oogjes.
– Doe jacks en lange ritsen open, zodat
het textiel gelijkmatig kan drogen.
– Maak onderdelen van kleding die zijn
losgeraakt (bh-beugels) vast of verwijder ze.
– Verlaag in buitengewone gevallen de
maximale beladingscapaciteit. Kreukherstellend wasgoed kreukt des te
meer, naarmate het toestel voller beladen is. Dat geldt vooral voor zeer
gevoelige weefsels (bijvoorbeeld
overhemden, blouses).
30
1. De juiste wasverzorging in acht nemen
Drogen
Tip: Lees het hoofdstuk “Programma-
overzicht”.
Daarin kunt u alle programma's en bijbehorende beladingscapaciteiten
vinden.
– Neem voor ieder droogprogramma de
maximale beladingscapaciteit in acht.
Het energieverbruik is dan relatief gezien het laagst.
– Dons heeft afhankelijk van de kwali-
teit de neiging om te krimpen. Gebruik voor dergelijke textielsoorten alleen het programma Ontkreuken.
– Droog zuiver linnen alleen als dat vol-
gens het etiket geoorloofd is. Het kan
anders ruw worden. Gebruik voor
dergelijke textielsoorten alleen het
programma Ontkreuken.
– Wol en wolmengsels kunnen gemak-
kelijk vervilten en krimpen. Gebruik
voor dergelijke textielsoorten alleen
het programma Finish wol.
– Gebreid textiel (zoals T-shirts, onder-
goed) krimpt bij de eerste was vaak
licht. Droog deze kledingstukken
daarom niet te intensief om verder
krimpen te voorkomen. Kies bij gebreid textiel eventueel voor een of
twee maten groter.
– Verminder bij bijzonder temperatuur-
en kreukgevoelig wasgoed de beladingscapaciteit en kies de optie Extrazacht.
Textielbehandelingssymbolen in acht
nemen
Drogen
normale/hogere temperatuur
lagere temperatuur*
* Kies Extra zacht
niet geschikt voor de droogkast
Strijken en mangelen
zeer heet
warm
De juiste droogtegraad kiezen
– Extra droog voor erg stevig en dik
wasgoed.
– Kastdroog+, wanneer u na het dro-
gen het wasgoed plooit en bijvoorbeeld in de kast wilt leggen.
– Kastdroog voor wasgoed dat kan
krimpen. Of voor wasgoed uit licht
katoen of jersey.
– Lichtdroog voor uiterst gevoelig was-
goed dat nadien in de open lucht
moet drogen.
– Strijkvochtig/ of Mangelvochtig,
wanneer u na het drogen het wasgoed wilt strijken of gladstrijken.
heet
niet strijken/
mangelen
31
2. Programma kiezen
Droogkast inschakelen
U schakelt de droogkast in door een
programma te kiezen en uit door de
programmakeuzeschakelaar op te
zetten.
Zet de programmakeuzeschakelaar
op een programma.
Kiest u een programma, dan lichten in
de display enkele seconden lang de
naam van de programma en de maximale beladingscapaciteit van het programma op (heeft betrekking op het
gewicht van droog wasgoed).
Programma kiezen
Er zijn 3 mogelijkheden om een programma te kiezen.
1. Standaardprogramma's via de programmakeuzeschakelaar kiezen
Draai de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste programma.
De naam van het gekozen programma
verschijnt in het display. Daarna verschijnt in het display een scherm met
de basisweergave.
32
2. Programma kiezen
OK
Jeans
2. Programma's via de programmainstelling “Overige programma's/” en
Display kiezen
Draai aan de programmakeuzescha-
kelaar.
U kunt het gewenste programma kiezen
via het Display.
Loop met de sensortoets door
de programma's, totdat het gewenste
programma in het display staat.
3. Programma's via programmakeuzeinstelling MobileControl en
Miele@mobile-app kiezen
Tip: Om MobileControl te kunnen
gebruiken, moet de droogkast zijn aangemeld op het Wifi-netwerk en Af-
standsbediening zijn ingeschakeld.
Draai aan de programmakeuzescha-
kelaar.
Volg de aanwijzingen in het display.
Tip de sensortoets Start/Stop.
Bevestig het gekozen programma
met de OK-toets.
De naam van het gekozen programma
verschijnt in het display. Daarna verschijnt in het display een scherm met
de basisweergave.
De droogkast kan nu via een smartphone samen met de Miele@mobile-app
worden bediend.
33
3. Trommel vullen
Trommel vullen
Het wasgoed kan beschadigd raken.
Lees voordat u de trommel vult
hoofdstuk “1. Tips voor een correcte
verzorging van het wasgoed”.
Controleer of de trommel leeg is. Ver-
wijder storende onderdelen of textielen.
2 aansluitpunten voor de geurflacon
Hoe u de geurflacon gebruikt, is beschreven in het hoofdstuk “Geurflacon”.
Gebruikt u geen geurflacon, schuif het
lipje op het schuifje dan helemaal omlaag (pijl) zodat het aansluitpunt is afgesloten. Anders blijven daar pluizen
zitten.
Deur sluiten
Leg het wasgoed opgeschud in de
trommel.
Zorg ervoor dat u de trommel nooit te
zwaar belaadt. Dit is slecht voor het
wasgoed en het beïnvloedt het droogresultaat nadelig. Bovendien leidt dit
tot extra kreukvorming.
Ook kan het wasgoed beschadigd
raken.
Let erop dat er geen wasgoed tussen
de deur klemt als u deze sluit.
34
Sluit de deur met een lichte zwaai.
4. Programma-instellingen kiezen
OK
Kastdroog0:55
OK
2:00
Programma-instellingen
Droogtegraad bij een droogtegraadprogramma selecteren
Katoen, Kreukherstellend, Fijne was,
Voorstrijken, Overhemden, Express,
Jeans, Outdoor, Sportondergoed, Finish
stoom, Beddengoed, Automatic plus
U kunt de vooraf ingesteld droogtegraad wijzigen.
Tip de sensortoets of , om een
droogtegraad te kiezen.
U kunt bij Katoen, Express en Bedden-goed alle droogtegraden kiezen. Bij de
overige programma's hebt u minder
keuze.
Bij keuze van het programma Finishstoom dient het condenswaterreservoir volgens de gebruiksaanwijzing
gevuld te zijn (Hoofdstuk “Condenswaterreservoir”).
Tijdgestuurde en andere programma's kiezen
Warme lucht, Koude lucht, Droogrekprogramma
U kunt de duur in stappen van 10 minuten wijzigen.
Het droogresultaat staat in het display
van de droogkast en kan niet worden
gewijzigd.
35
4. Programma-instellingen kiezen
Infroissable
Extra zacht
Zoemer
Rafraîchir
Opfrissen
Kreukbeveiliging
Extra doux
Signal sonore
OK
:00
00
Start overh
OK
4506:Start overh
Extra optie kiezen
Raak de sensortoets aan om de ge-
wenste extra optie te kiezen.
De bijbehorende sensortoets licht fel
op.
Opfrissen en Beschermen + kunnen
niet worden gecombineerd; voor meer
informatie zie hoofdstuk “Extra opties”.
Startuitstel/SmartStart
Startuitstel
Met het startuitstel kunt u een latere
start van het programma kiezen.
Deze functie is actief wanneer de instelling SmartGrid is uitgeschakeld.
Het aantal uren kan van 00 tot 24 worden ingesteld. Het aantal minuten kan in
stappen van 15 minuten van 00 tot 45
worden ingesteld.
Starttijdstip instellen
Raak de sensortoets aan.
In de display verschijnt:
Stel met de sensortoetsen de
uren in. Bevestig met de sensortoets
OK.
Het scherm verandert:
Stel met de sensortoets de mi-
nuten in. Bevestig met de sensortoets
OK.
Tip: Wanneer u uw vinger op de sensortoetsen of houdt, wordt de
waarde automatisch verlaagd of verhoogd.
Starttijdstip wijzigen
Het gekozen starttijdstip kan worden
gewijzigd voor de programmastart.
Raak de sensortoets aan.
Wijzig indien gewenst de aangegeven
tijd en bevestig met de sensortoets
OK.
36
Starttijdstip wissen
Het gekozen starttijdstip kan worden
gewist voor de programmastart.
Raak de sensortoets aan.
Het gekozen starttijdstip staat in de display.
4. Programma-instellingen kiezen
OK
SmartStart
Stel met sensortoetsen een
waarde van 00:00 h in. Bevestig met
sensortoets OK.
Het gekozen starttijdstip is gewist.
Na de programmastart kan het gekozen starttijdstip nog enkel worden gewist of gewijzigd door het programma
te onderbreken.
SmartStart
Met de functie SmartStart kunt u een
tijdsspanne definiëren waarbinnen uw
droogkast automatisch wordt gestart.
Het wordt met een signaal gestart,
bijv. van uw energieleverancier, wanneer het stroomtarief zeer laag is.
Deze functie is actief wanneer de instelling SmartGrid is ingeschakeld.
De bepaalde tijdsspanne is tussen
15minuten en 24 uur. In deze tijdsspanne wacht de droogkast op het signaal
van de energieleverancier. Als er in deze
tijdsspanne geen signaal wordt verzonden, start de droogkast het droogprogramma.
Tijdsspanne instellen
Als u in de instellingen de functie
SmartGrid hebt geactiveerd, staat na
het drukken op de sensortoets in
het display niet meer Start over maar
SmartSt. over (zie Hoofdstuk “Instel-
lingen”, paragraaf “SmartGrid”).
U doet hetzelfde als bij het instellen van
de tijd voor het startuitstel.
Voer de uren in met de sensortoetsen
en bevestig uw keuze met de
OK-toets.
De uren worden opgeslagen en het cijferblok voor de minuten is gemarkeerd.
Voer de minuten in met de sensor-
toetsen en bevestig uw keuze
met sensortoets OK.
Druk op de sensortoets Start/Stop
om het droogprogramma met SmartStart te starten.
In het display verschijnt:
37
5. Programma starten
Programma starten
Tik op de knipperende sensortoets
Start/Stop.
De sensortoets Start/Stop brandt en in
het display staat Drogen.
Aanwijzingen
Als een starttijd is ingesteld, wordt in de
tijdweergave afgeteld tot de starttijd. Na
afloop van die tijd of direct na de start
wordt in de display weergegeven hoe
lang het programma gaat duren.
Als het langer duurt voor de starttijd ingaat, draait de trommel af en toe om
het wasgoed op te schudden. Dit is
geen storing.
– De aanduiding Perfect Dry knippert/
brandt alleen bij de programma's met
droogtegraden (zie ook het hoofdstuk
“Bediening van de droogkast”).
– Deze droogkast meet het restvocht
van het wasgoed en berekent op
grond daarvan de programmaduur.
Wordt de droogkast echter met weinig of droger wasgoed gevuld, dan
hanteert het een vaste tijd voor het
drogen/luchten. In dat geval brandt
Perfect Dry niet aan het einde van het
programma.
Indien u een programma met droogtegraad kiest, wordt telkens in de display
de behaalde droogtegraad getoond.
U kunt de gekozen droogtegraad of tijd
nog één keer laten zien:
Raad de sensortoets of aan.
– Het wasgoed wordt voor het einde
van het programma afgekoeld.
Energiebesparing
Na 10minuten worden de getoonde
elementen donker en de sensortoets
Start/Stop knippert.
Raak de sensortoets Start/Stop aan
om de afleeselementen opnieuw in te
schakelen (dit heeft geen impact op
een programma in werking).
De verlichting in de trommel wordt uitgeschakeld nadat het programma start.
Wasgoed kan onnodig beschadigd
raken.
Droog wasgoed nooit te intensief.
38
6. Einde van het programma - Trommel leeghalen
Einde programma
Wanneer Einde/Kreukbeveiliging of Einde
verschijnt, is het programma beëindigd.
De toets Start/Stop brandt niet meer.
Deze droogkast wordt 15minuten na
afloop van de antikreuk (bij programma's zonder antikreuk 15minuten na
afloop van het programma) automatisch
uitgeschakeld.
Trommel leegmaken
Open de deur pas als het droogproces is beëindigd. Anders wordt de
was niet op de juiste manier gedroogd en afgekoeld.
Leg uw hand in de greep van de deur
en trek de deur open.
Verwijder de pluizen van de 2 pluizen-
filters in de vulopening van de deur.
Zie het hoofdstuk: “Reiniging en onderhoud”, paragraaf “Pluizenfilters reinigen”.
Sluit de deur met een lichte zwaai.
Giet het condenswaterreservoir leeg.
Tip: U kunt het condenswater voor het
programma Finish stoom gebruiken. Zie
Hoofdstuk “condenswaterreservoir“, paragraaf “Condenswaterreservoir voor
het programma Finish stoom voorbereiden”.
Bij het drogen van een volle lading in de
programma's Katoen en Katoen
raden wij u aan het condenswater extern via de afvoerslang af te voeren.
Dan hoeft u het condenswaterreservoir
niet tussentijds leeg te maken.
Trommelverlichting
De trommel wordt verlicht om te voorkomen dat u wasgoed vergeet bij het
leeghalen van de trommel.
De trommelverlichting schakelt automatisch uit (energiebesparing).
Haal het wasgoed uit de trommel.
Wasgoed dat in de trommel achterblijft, kan te droog worden en daardoor beschadigd raken.
Haal altijd al het wasgoed uit de
trommel.
Zet de programmakeuzeschakelaar
op de stand .
39
Programmaoverzicht
Alle met een * gemarkeerde gewichten hebben betrekking op het gewicht van het
droge wasgoed.
Programma's op het bedieningspaneel
Katoen maximaal9kg*
Textielsoort
Aanwijzing – In dit programma wordt er uitsluitend Kastdroog gedroogd.
Instructies
voor testinstituten
Katoenmaximaal9kg*
Extra droog, Kastdroog+, Kastdroog, Licht droog
Textielsoort
Tip– Kies Extra droog voor divers wasgoed van bijzonder dik katoen uit
Normaal vochtig katoenen wasgoed, zoals onder Katoen kastdroog
beschreven.
– Qua energieverbruik is het programma Katoen het efficiëntst
voor het drogen van normaal nat katoenen wasgoed.
– Het programma Katoen is het testprogramma in overeen-
stemming met de verordening 392/2012/EU voor het energielabel
gemeten volgens EN61121.
– Wanneer u het programma Katoen of Katoen instelt, voer het
condenswater dan via de afvoerslang extern af.
Katoenen wasgoed uit één of meerder lagen. Dit zijn bijvoorbeeld Tshirts, ondergoed, babykleertjes, werkkleding, jassen, spreien,
schorten, stofjassen, handdoeken, badhanddoeken en badjassen uit
badstof en beddengoed in flanel of badstof.
Kreukherstellend wasgoed van synthetische stoffen, katoen of gemengde weefsels. Dat zijn bijvoorbeeld werkkleding, stofjassen, pullovers, jurken, broeken, tafellinnen en kousen.
Gevoelig wasgoed met het onderhoudssymbool van synthetische
vezels, gemengde weefsels, kunstzijde of kreukherstellend katoen.
Dat zijn bijvoorbeeld overhemden, blouses, lingerie en wasgoed
voorzien van attributen.
den geladen.
Wollen wasgoed en wasgoed uit wolmengsels, bijv. truien, vesten en
sokken.
zacht, maar niet helemaal droog.
– Haal het wasgoed na afloop van het programma meteen uit de
machine.
Textielsoort
MobileControl
Het programma wordt gekozen en bediend met de Miele@mobile-app.
Voor alle hemden of blouses.
41
Programmaoverzicht
Finish stoommaximaal1kg*
Kastdroog, Strijkvochtig
Textielsoort
Tip– Om wasgoed voor het strijken te bevochtigen.
Aanwijzing – Bij aanvang van het programma stroomt verzameld condenswater
Beddengoedmaximaal4kg*
– Alle wasgoed van katoen of linnen.
– Kreukherstellend wasgoed van katoen, gemengde weefsel of syn-
thetische stof. Dat zijn bijvoorbeeld katoenen broeken, windjakken
en hemden.
– Om gekreukt wasgoed glad te strijken.
– Kies Strijkvochtig wanneer wasgoed moet worden gestreken.
uit het condenswaterreservoir via een sproeikop doorheen de
trommel. Zorg er daarom voor dat het condenswaterreservoir minstens tot de –min– markering met water is gevuld.
– Wanneer het water door de trommel stroomt, hoor je een zoe-
mend geluid.
Extra droog, Kastdroog+, Kastdroog, Lichtdroog, Strijkvochtig, Strijkvochtig, Mangelvochtig
Textielsoort
42
Beddengoed, Laken, Kussenovertrekken
Programmaoverzicht
Impregnerenmaximaal2,5kg*
Textielsoort
Aanwijzing – In dit programma wordt er uitsluitend Kastdroog gedroogd.
Voorstrijkenmaximaal1kg*
Kastdroog, Strijkvochtig
Textielsoort
Tip– Dit programma vermindert de kreukels in het wasgoed die na het
Voor wasgoed dat geschikt is voor de droogkast, zoals microvezels,
ski- en outdoorkleding, fijne dichte katoen (poplin) en tafelkleden.
– Dit programma heeft een extra fixeerfase voor het impregneren.
– Geïmpregneerd wasgoed mag uitsluitend behandeld zijn met im-
pregneermiddelen die de aanduiding hebben “Geschikt voor
membraanwasgoed”. Deze middelen zijn gebaseerd op fluorchemische verbindingen.
– Droog geen wasgoed dat met een middel is geïmpregneerd dat
paraffine bevat. Er bestaat brandgevaar.
– Wasgoed van katoen of linnen.
– Kreukherstellend wasgoed van katoen, gemengde weefsel of syn-
thetische stof. Dat zijn bijvoorbeeld katoenen broeken, windjakken
en hemden.
centrifugeren nog in de droogkast zitten.
– Dit programma is ook geschikt voor droog wasgoed.
– Neem het wasgoed na afloop van het programma meteen uit de
Voor sport- en fitnesskleding dat in de droogkast mag worden gedroogd.
Een gemengde belading van wasgoed voor de programma's Katoen
en Kreukherstellend .
Programmaoverzicht
Hoofdkussens1-2 hoofdkussens 40x80cm of
1 hoofdkussen 80x80cm
Textielsoort
TipIn dit programma wordt er uitsluitend Kastdroog gedroogd.
Aanwijzing – Veren beginnen bij warmte onaangenaam te ruiken. Laat bedden-
Koude luchtmaximaal9kg*
Textielsoort
Droogrekprogrammamaximale lading3,5kg
Aanwijzing – Kies dit programma alleen als u over een Miele-droogrek TRK 555
Voor hoofdkussens met een vulling van dons, veren of synthetische
stof die geschikt zijn om in de droogkast te worden gedroogd.
goed na het drogen buiten de droogkast luchten.
– Vooral hoofdkussens kunnen na het drogen nog vochtig aanvoe-
len. Droog ze zo vaak met dit programma tot ze naar uw gevoel
droog aanvoelen.
Al het wasgoed dat moet worden verlucht.
beschikt. (Het droogrek kunt u nabestellen).
– De gebruiksaanwijzing van het droogrek moet worden nageleefd.
– Let erop dat het product (tas, laars) de trommel niet aanraakt: de
droogtrommel draait in dit geval, waardoor bij onjuiste belading
het droogrek en de trommel beschadigd kunnen raken.
Wasgoed/
Producten
Gebruik dit programma alleen voor het drogen of beluchten van producten die in de droogkast mogen, maar die niet mechanisch mogen worden belast.
45
Programmaoverzicht
Finish Zijdemaximaal 1kg*
Textielsoort
Aanwijzing – Dit programma vermindert de kreukels, maar het wasgoed wordt
Wasgoed van zijde dat met het toestel kan worden gedroogd: blouses, hemden.
niet helemaal gedroogd.
– Neem het wasgoed na afloop van het programma er meteen uit.
46
Extra opties
Infroissable
Extra zacht
Zoemer
Rafraîchir
Opfrissen
Kreukbeveiliging
Extra doux
Signal sonore
U kunt de droogprogramma's met extra opties aanvullen. Maar Opfrissen
en Beschermen+ kunnen niet worden
gecombineerd.
Beschermen+
Gevoelig wasgoed (met het onder-
houdssymbool , bijvoorbeeld van
acryl) wordt met een lagere temperatuur
en langer gedroogd.
Opfrissen
Gebruik Opfrissen om ongewenste
geurtjes in propere kleding (droog of
nat) te verwijderen of te verminderen.
De drooglucht wordt binnen een beperkte tijd op temperatuur gebracht.
Zonder verdere warmtetoevoer wordt
daarna het wasgoed met de droogtegraad Kastdroog gelucht; dit kan niet
worden veranderd.
Kreukbeveiliging
De trommel draait na afloop van het
programma in een speciaal ritme om
kreuken te voorkomen. U draagt ertoe
bij dat kreukvorming wordt verminderd
indien het wasgoed niet direct na beëindiging van het programma uit de trommel wordt gehaald.
Zoemer
Deze droogkast geeft met een akoestisch signaal aan dat het programma is
beëindigd. Het onafgebroken akoestisch signaal bij foutmeldingen hangt
niet af van deze instelling.
Om het opfrissende effect te versterken, kunt u het wasgoed bevochtigen,
de geurflacon gebruiken en de lading
wasgoed verminderen. Bij synthetische
stoffen worden de onaangename geurtjes in geringere mate gereduceerd.
= deze extra opties kunnen niet met elkaar worden gecombineerd
–––X
X = kiesbaar
– = niet kiesbaar
= automatisch ingeschakeld
48
Programmaverloop wijzigen
Lopend programma wijzigen
Een programmawijziging is niet meer
mogelijk (bescherming tegen onbedoelde wijzigingen).
Wordt er aan de programmakeuzeschakelaar gedraaid, verschijnt in het display
Geen andere keuze, en wel zo lang tot
het oorspronkelijke programma weer
wordt ingesteld.
Uitzondering: via de programmakeuzeschakelaar wordt de droogkast uitgeschakeld.
Om een nieuw programma te kiezen,
moet u het lopende programma eerst
afbreken.
Brandgevaar door verkeerd ge-
bruik en verkeerde bediening.
Er kan brand ontstaan in het was-
goed, waardoor de droogkast en de
omgeving onherstelbaar beschadigd
kunnen raken.
Neem beslist het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”
in acht.
Een ander programma kiezen
Sluit de deur.
Draai de programmaschakelaar naar
een ander programma.
Raak de sensortoets Start/Stop aan.
Trommel bijvullen of wasgoed
eruit halen
Gevaar voor verbranding bij het
aanraken van heet wasgoed of de
trommel.
U kunt zich verbranden.
Laat het wasgoed afkoelen en haal
het voorzichtig uit de trommel.
Open de deur.
Leg wasgoed in de trommel of haal er
wasgoed uit.
Sluit de deur.
Raak de sensortoets Start/Stop aan.
Het programma start.
Programma stoppen
Tip de sensortoets Start/Stop.
Programma afbreken brandt.
Bevestig met de sensortoets OK.
Einde/Afkoelen brandt in het display wan-
neer een bepaalde droogtijd en
droogtemperatuur wordt bereikt.
In het display verschijnt: Progr. afgebro-
ken.
Open de deur.
49
Programmaverloop wijzigen
Wasgoed bijvullen tijdens een
aflopende voorprogrammering
U kunt de deur openen en wasgoed bijvullen of eruit halen.
– Alle programma-instellingen blijven
behouden.
– U kunt indien gewenst ook nog de
droogtegraad wijzigen.
Open de deur.
Leg wasgoed in de trommel of haal er
wasgoed uit.
Sluit de deur.
Raak de sensortoets Start/Stop aan,
zodat de voorgeprogrammeerde tijd
doorloopt.
Duur van het programma
Wijzigingen in het programmaverloop
kunnen ertoe leiden dat de tijd op de
display verspringt.
50
Condenswaterreservoir
Condenswaterreservoir leegmaken
Het condenswater dat tijdens het
droogprogramma vrijkomt, wordt in
het condenswaterreservoir opgevangen.
Giet het condenswaterreservoir na het
drogen leeg.
Is de maximale inhoud van het condenswaterreservoir bereikt, dan licht
deze melding in de display op: Giet re-
servoir leeg. Zie
Melding wissen:
Open en doe de deur van de droog-
kast opnieuw dicht wanneer de
droogkast is ingeschakeld.
De deur en de greep kunnen be-
schadigd raken wanneer u het condenswaterreservoir eruit trekt.
De deur en de greep kunnen worden
beschadigd.
Sluit de deur altijd helemaal.
Houd het reservoir horizontaal zodat
er geen water uitloopt. Houd het reservoir vast bij de greep en aan het
uiteinde.
Giet het condenswaterreservoir leeg.
Schuif het reservoir terug in de
droogkast.
Condenswater kan schadelijke gevolgen voor de gezondheid van
mens en dier hebben.
Drink geen condenswater.
Haal het condenswaterreservoir uit
het toestel.
U kunt het condenswater voor het programma Finish stoom gebruiken. Hiervoor moet het condenswaterreservoir
zijn gevuld. Zie volgende paragraaf.
51
Condenswaterreservoir
Condenswaterreservoir voor
het programma Finish stoom
voorbereiden
In het programma Finish stoom
stroomt verzameld condenswater uit
het condenswaterreservoir via een
sproeikop doorheen de trommel. Zorg
er daarom voor dat het condenswaterreservoir minstens tot de –min– met
water is gevuld. Anders treedt een storing op.
De –min– markering vindt u links vooraan.
1 Tuit, 2 Rubberen dichting
Giet het water door de ringen van de
afvoertuit 1.
De sproeikop in de vulopening kan
verstopt raken.
Vul enkel met schoon water. Er mogen geen geurstoffen, wasmiddelen
en andere substanties in het water
zitten.
Gebruik het condenswater dat tijdens
het drogen is vrijgekomen.
Vul het lege condenswaterreservoir
U kunt het condenswaterreservoir
vullen met in de handel te verkrijgen
condenswater (om te strijken).
Gebruik alleen in het uiterste geval leidingwater. Gebruikt u dit vaker kan de
sproeikop in de vulopening verkalken.
52
De rubberen dichting van tijd tot tijd
controleren
Indien er vaker leidingwater wordt bijgevuld, kunnen zich witte kalkvlekken op
de rubberen dichting 2 hebben gevormd.
Veeg kalkresten op de rubberen dich-
ting 2 voorzichtig weg met een vochtige doek.
Geurflacon
FragranceDos - 2 aansluitpunten voor de geurflacon
Met de geurflacon (bij te bestellen accessoire) geeft u uw wasgoed een bijzondere geur tijdens het drogen.
Deze droogkast heeft 2 aansluitpunten
voor de geurflacon. Hierdoor heeft u
verschillende gebruiksmogelijkheden.
– Gebruik beide aansluitpunten om tus-
sen twee geuren te kunnen variëren.
De geurflacon die u niet gebruikt,
kunt u afsluiten.
– Gebruik beide aansluitpunten voor
dezelfde geur om de intensiteit ervan
te versterken.
– Gebruik maar één aansluitpunt als u
ook maar één geur wilt gebruiken.
Verkeerd gebruik van de geurfla-
con kan schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid en brandgevaar veroorzaken.
Wanneer weggestroomde geurstof in
contact komt met het lichaam kan dit
schadelijk zijn voor de gezondheid.
Wegstromende geurstof kan een
brand veroorzaken.
Lees eerst het hoofdstuk “Veiligheidsinstructies en waarschuwingen”, paragraaf “Gebruik van de
geurflacon (na te bestellen accessoire)”.
Geurflacon gebruiken
Beschermstrip van de geurflacon
verwijderen
Houd de geurflacon alleen vast zoals
op de afbeelding te zien is. Houd de
flacon niet schuin om te voorkomen
dat er geurstof uit de flacon loopt.
Houd de geurflacon goed vast, zodat
deze niet onbedoeld wordt geopend.
Trek de beschermstrip eraf.
53
Geurflacon
Geurflacon plaatsen
Open de deur van de droogkast.
De geurflacon wordt in de bovenste
pluizenfilter geplaatst. De aansluitpunten zitten links en rechts naast de
greep.
Steek de geurflacon in het aansluit-
punt totdat u weerstand voelt.
Open het schuifje met behulp van het
lipje tot het lipje helemaal boven
staat.
Het schuifje van het aansluitpunt dat
niet wordt gebruikt, moet gesloten
blijven om te voorkomen dat er daar
pluizen achterblijven.
Schuif het lipje op het schuifje helemaal omlaag (pijl) totdat het hoorbaar vastklikt.
54
De punten en moeten tegen-
over elkaar liggen.
Draai de buitenste ring iets naar
rechts.
De geurflacon kan eruit vallen.
Draai de buitenste ring zo dat de
punten en tegenover elkaar lig-
gen.
Geurflacon openen
Voor het drogen kan de geurintensiteit
worden ingesteld.
Geurflacon
De flacon kan zijn geur alleen verspreiden als het wasgoed vochtig is, de
droogtijd lang genoeg is en er genoeg
warmte wordt opgewekt. Daarnaast kan
de geur ook op de plaats waar de
droogkast staat, worden waargenomen.
Er wordt geen geur verspreid in het programma Koude lucht.
Geurflacon sluiten
De geurflacon moet na het drogen worden afgesloten om te voorkomen dat de
geurstof onnodig ontsnapt.
Draai de buitenste ring naar rechts:
hoe verder de geurflacon wordt geopend, hoe meer de geurintensiteit kan
worden ingesteld.
Draai de buitenste ring naar links tot-
dat punt b zich in stand _ bevindt.
Wilt u de geurflacon niet bij ieder
droogprogramma gebruiken, haal deze
dan uit het toestel en berg de flacon in
de originele verpakking op.
Als de geurintensiteit niet meer voldoende is, vervang de geurflacon dan
door een nieuwe.
55
Geurflacon
Geurflacon verwijderen/vervangen
Draai de buitenste ring naar links tot
de punten a en b tegenover elkaar
liggen.
De geurstof kan eruit lopen.
Leg de geurflacon daarom niet neer.
Vervang de geurflacon.
U kunt de geurflacon in de originele verpakking bewaren.
U kunt de geurflacon bij de Miele-vakhandelaar, bij de Miele Service of via
internet bestellen.
56
– Leg de originele verpakking met de
daarin bewaarde geurflacon niet
rechtopstaand of ondersteboven
weg. Anders loopt er geurstof uit de
flacon.
– Bewaar de flacon altijd koel en droog
en stel deze niet bloot aan zonlicht.
– Gebruikt u de flacon voor het eerst,
trek de beschermstrip er dan pas kort
voor gebruik af.
Reiniging en onderhoud
Pluizenfilters
Deze droogkast beschikt over 2 pluizenfilters in het invulvak van de deur:
De bovenste en onderste pluizenfilter
vangen tijdens de droogcyclus pluizen
op.
Reinig de pluizenfilter na elke droogcyclus. Zo vermijdt u dat de duur van
het programma wordt verlengd.
Reinig de pluizenfilter ook dan wanneer Sokkelfilter reini-gen. Zie brandt.
Melding wissen:
Bevestig OK.
Geurflacon verwijderen
Als de pluizenfilters en de sokkelfilter
niet worden gereinigd, dan neemt de
geurintensiteit af.
het zeefvlak van alle pluizenfilters en
de geperforeerde wasgoedbescherming.
Schuif de bovenste pluizenfilter in het
toestel totdat deze duidelijk vastklikt.
Sluit de deur.
Pluizenfilter en luchtgeleidingsgedeelte grondig reinigen
Bij een langere droogtijd of wanneer
de zeefvlakken van de pluizenfilters
zichtbaar verkleefd/verstopt zijn, reinig
deze dan grondig.
Verwijder de geurflacon. Zie het
hoofdstuk “Geurflacon”.
Trek de bovenste pluizenfilter er naar
voren toe uit.
Draai de gele knop op de onderste
pluizenfilter in de richting van de pijl
(totdat u een klik hoort).
Trek de pluizenfilter er naar voren toe
uit (terwijl u deze met de knop vasthoudt).
58
Verwijder zichtbare pluizen met de
stofzuiger uit de openingen van het
luchtgeleidingsgedeelte en gebruik
daarvoor de lange zuigmond.
Reinig de pluizenfilters daarna met
water.
Reiniging en onderhoud
Pluizenfilters met water reinigen
Reinig de gladde kunststof opper-
vlakken van de pluizenfilters met een
vochtige doek.
Spoel de zeefvlakken met stromend
warm water schoon.
Schud het water daarna van de plui-
zenfilters en droog ze voorzichtig af.
Natte pluizenfilters kunnen functiestoringen bij het drogen veroorzaken.
Schuif de onderste pluizenfilter hele-
maal in het toestel en vergrendel de
filter met de gele knop.
Schuif de bovenste pluizenfilter hele-
maal in het toestel.
Sluit de deur.
59
Reiniging en onderhoud
Sokkelfilter reinigen
Reinig de sokkelfilter enkel dan wanneer Sokkelfilter reini-gen. Zie brandt
of de duur van het programma werd
verlengd.
Melding wissen:
Bevestig OK.
Verwijderen
Druk om te openen op het ronde, die-
per liggende gedeelte op de klep van
de warmtewisselaar.
De klep springt open.
60
Trek de filter in de sokkel aan de
greep naar buiten.
In de droogkast komt de geleidingspen
aan de rechterkant naar buiten. Deze
zorgt ervoor dat de klep van de warmtewisselaar alleen kan worden gesloten
wanneer de filter in de sokkel correct is
geplaatst.
Reiniging en onderhoud
Sokkelfilter reinigen
Trek de greep uit de sokkelfilter.
Als er veel pluizen op de sokkelfilter
zitten, kunt u die eerst afvegen of met
de stofzuiger opzuigen.
Spoel de sokkelfilter met stromend
water grondig schoon.
Druk het vocht krachtig uit de sokkel-
filter.
De sokkelfilter moet droog zijn voordat deze wordt teruggeplaatst. Is dat
niet het geval, dan kan er een storing
optreden.
Klep voor de filter in de sokkel
Verwijder met een vochtige doek aan-
wezige pluizen.
Beschadig hierbij het dichtingrubber
niet!
Controleer of er pluizen op de koelrib-
ben zijn (hieronder).
Verwijder met een vochtige doek de
pluizen van de greep.
61
Reiniging en onderhoud
Warmtewisselaar controleren
Gevaar voor verwonding door
scherpe koelribben.
U kunt zich snijden.
Raak de koelribben niet met de han-
den aan.
Controleer of er pluizen op de koelrib-
ben zitten.
Als er pluizen op de koelribben zitten,
is er schade mogelijk door een
verkeerde reiniging van de warmtewisselaar.
Als de koelribben zijn beschadigd of
verbogen, dan droogt de droogkast
niet voldoende.
Reinig deze met een stofzuiger en
stofzuigerborsteltje. Beweeg het borsteltje lichtjes en zonder druk over de
koelribben van de warmtewisselaar.
Sokkelfilter plaatsen
Zet de sokkelfilter op de juiste manier
op de greep.
De filter moet precies voor de warmtewisselaarseenheid zitten:
Zuig de zichtbare verontreinigingen
voorzichtig weg.
62
Plaats de greep met de sokkelfilter
aan de voorkant correct op de beide
pennen:
– De aanduiding Miele op de greep
mag niet ondersteboven staan.
Schuif de sokkelfilter er helemaal in.
Tegelijkertijd wordt de rechter pen erin
geschoven.
Sluit de klep voor de warmtewisse-
laar.
Reiniging en onderhoud
Risico op schade of niet-effectief
drogen als er zonder sokkelfilter of
met een geopende klep voor de
warmtewisselaar wordt gedroogd.
Overmatige hoeveelheden pluizen
kunnen op den duur de droogkast
beschadigen. Een lek systeem zorgt
ervoor dat er niet effectief gedroogd
wordt.
U mag de droogkast alleen gebruiken als de sokkelfilter is geplaatst en de klep voor de warmtewisselaar gesloten is.
Droogkast reinigen
Haal de spanning van de droogkast.
Schade door het gebruik van on-
geschikte verzorgingsmiddelen.
Deze kunnen namelijk kunststof op-
pervlakken en andere onderdelen beschadigen.
Gebruik geen reinigingsmiddelen die
oplosmiddelen bevatten, schuurmiddelen, glas- of allesreinigers.
Reinig de droogkast en de afdichting
aan de binnenkant van de deur alleen
met een iets vochtige, zachte doek en
een mild reinigingsmiddel of met een
sopje van zeep.
Wrijf alles met een zachte doek
droog.
63
Nuttige tips
De meeste storingen en defecten, die bij het dagelijks gebruik kunnen optreden,
kunt u zelf verhelpen. U bespaart daarmee niet alleen tijd, maar ook kosten, omdat
u Miele niet hoeft in te schakelen.
De volgende tabellen helpen u de oorzaken van een probleem te achterhalen en te
verhelpen.
Sommige informatie op de display neemt meerdere regels in beslag en kan door
aanraken van de sensortoetsen of volledig worden gelezen.
In de display staat Aanwijzing of Storing
MeldingOorzaak en oplossing
000 brandt dan nadat
de droogkast is ingeschakeld.
Einde/AfkoelenHet wasgoed wordt kort voor het einde van het pro-
Vul het condenswa-
terreservoir
Sokkelfilter reini-gen.
Zie brandt na
afloop van het
programma.
De pincode is geactiveerd.
Geef de pincode in en bevestig deze. Deactiveer
de pincode als de oproep bij de volgende keer inschakelen niet hoeft te verschijnen.
gramma nog afgekoeld.
U kunt het wasgoed uit het apparaat halen en uit-
vouwen of in het apparaat verder laten afkoelen.
Deze melding herinnert u eraan dat indien u het programma Stomen gebruikt, water uit het condenswaterreservoir wordt verwijderd. Het condenswaterreservoir moet minstens tot de –min– markering met
water zijn gevuld.
Vul het condenswaterreservoir.
Aanwijzing uitschakelen:
Bevestig OK.
De droogkast is door pluizen verontreinigd.
Reinig de pluizenfilters.
Reinig de sokkelfilter.
Zie hoofdstuk: “Reiniging en onderhoud”.
Aanwijzing uitschakelen:
Bevestig OK.
Het mogelijk oplichten van deze melding kunt u zelf
beïnvloeden: zie hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf
“Weergave luchtdoorvoer”.
64
MeldingOorzaak en oplossing
Open + sluit de deur
Nadat u het programma Stomen hebt gekozen, wordt
u erop attent gemaakt dat u de trommel dient te vullen.
Leg het wasgoed in de trommel.
Sokkelfilter reini-gen.
Zie gaat bran-
den nadat een
programma is afgebroken.
De droogkast is door pluizen sterk verontreinigd.
Reinig de pluizenfilters.
Reinig de sokkelfilter.
Reinig het luchtgeleidingsgedeelte onder de plui-
zenfilter.
Reinig de warmtewisselaar.
Storing uitschakelen:
Schakel de droogkast uit en weer in.
Giet reservoir leeg.
Zie gaat bran-
den nadat een
programma is afgebroken.
Het condenswaterreservoir is vol of er zitten knikken
in de afvoerslang.
Giet het condenswaterreservoir leeg.
Controleer de afvoerslang.
Storing uitschakelen:
Doe de deur open en weer dicht wanneer de
droogkast is ingeschakeld of schakel de droogkast
uit en in.
Blokkering gere-gis-
treerd. Zie gaat
branden nadat
een programma
is afgebroken.
Het wasgoed is ongelijk verdeeld of opgerold.
Open de deur en schud het wasgoed los. Neem
eventueel een deel van het wasgoed uit de trommel.
Schakel de droogkast uit en weer in.
Start een programma.
Miele Storing
FXXX gaat bran-
den nadat een
programma is afgebroken.
De oorzaak is niet direct vast te stellen.
Schakel de droogkast uit en weer in.
Start een programma.
Wordt het programma met dezelfde foutmelding weer
afgebroken, dan is er sprake van een technische storing. Schakel de afdeling “Klantcontacten” van Miele
in.
Nuttige tips
65
Nuttige tips
Een niet-bevredigend droogresultaat
ProbleemOorzaak en oplossing
Het wasgoed is niet voldoende gedroogd.
Wasgoed of met veer
gevulde hoofdkussens
krijgen door het drogen
een onaangename geur
Wasgoed van synthetische vezels is na het
drogen statisch geladen
Er hebben zich pluizen
gevormd
De belading bestond uit verschillende soorten textiel.
Droog het wasgoed na met Warme lucht .
Kies de volgende keer een programma dat beter
geschikt is.
Tip: u kunt het resterende vocht van een aantal programma's individueel aanpassen. Zie hoofdstuk “Instellingen”.
Wasgoed is met te weinig wasmiddel gewassen.
Veren hebben de eigenschap bij warmte geur te vormen.
Wasgoed: gebruik voldoende wasmiddel bij het
wassen.
Hoofdkussens: buiten de droogkast laten luchten
Gebruik bij het drogen de geurflacon (mits toeslag
verkrijgbaar) als u een bijzondere geur wenst.
Synthetisch wasgoed vertoont de neiging tot statische ladingen.
Als u wasverzachter gebruikt bij het wassen, kan
de statische lading bij het drogen afnemen.
Er komen pluizen vrij, die zich vooral door slijtage bij
het dragen of gedeeltelijk bij het wassen op het textiel hebben gevormd. De belasting in de droogkast is
gering.
Pluizen worden door de pluizenfilters en de filter in de
sokkel opgevangen en kunnen eenvoudig worden
verwijderd.
Zie rubriek “Reiniging en onderhoud”.
66
Het droogprogramma duurt erg lang
ProbleemOorzaak en oplossing
Het droogprogramma
duurt erg lang of wordt
zelfs afgebroken.*
Het is te warm in het vertrek.
Zorg voor voldoende ventilatie.
Resten wasmiddel, haren en kleine pluisjes kunnen
verstoppingen veroorzaken.
Reinig de pluizenfilters en de sokkelfilter (zie het
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”, paragrafen
“Pluizenfilters reinigen” en “Sokkelfilter reinigen”).
Verwijder zichtbare pluizen van de warmtewisse-
laar (zie het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”,
paragraaf “Sokkelfilter reinigen”).
Het wasgoed is ongelijk verdeeld of opgerold.
De trommel is te vol.
Schud het wasgoed los en haal een deel van het
wasgoed uit de trommel.
Start een programma.
De luchttoevoer via het rooster rechtsonder is geblokkeerd.
Verwijder de wasmand of andere voorwerpen die
de luchttoevoer blokkeren.
De pluizenfilters en de sokkelfilter zijn nat teruggeplaatst.
De pluizenfilters en de sokkelfilter moeten droog
zijn.
Het wasgoed is te nat.
Centrifugeer het wasgoed in de wasmachine met
een hoger centrifugetoerental.
Het wasgoed heeft metalen ritssluitingen, waardoor
de vochtigheidsgraad van het wasgoed niet exact
kon worden berekend.
Doe de ritssluitingen de volgende keer open.
Doet het probleem zich opnieuw voor, droog dit
wasgoed dan met het programma Warme lucht.
Nuttige tips
* Schakel de droogkast uit en weer in voordat u een nieuw programma start.
67
Nuttige tips
Algemene problemen met de droogkast
ProbleemOorzaak en oplossing
Er zijn geluiden (zoemende of brommende)
te horen.
Er kan geen programma
gestart worden
Het display is donker en
de sensortoets Start/Stop begint langzaam te
knipperen.
De droogkast is na afloop van een programma uitgeschakeld.
In de display staat een
vreemde taal.
De trommelverlichting
brandt niet.
Dit is geen storing.
De compressor (warmtepomp) is in gebruik of u hebt
het programma Finish stoom gekozen.
U hoeft niets te doen. Dit zijn normale geluiden die
ontstaan door de werking van de compressor of
van de condenswaterpomp.
De oorzaak is niet meteen te constateren.
Steek de stekker in het stopcontact
Schakel de droogkast in
Sluit de deur van de droogkast
Controleer de zekering van uw elektrische instal-
latie
Stroomonderbreking? Na een stroomonderbreking
start het eerder uitgevoerde programma automatisch.
Het display schakelt automatisch uit om energie te
sparen (standby).
In de kreukbeveiligingsfase draait de trommel van tijd
tot tijd.
Druk op een toets. De standby wordt beëindigd.
Deze droogkast wordt automatisch uitgeschakeld.
Dit is geen storing, maar een normale functie.
Onder “Instellingen, Taal ” werd een andere taal ingesteld.
Stel de taal in die u gewend bent. Het vlaggetje
dient daarbij als richtlijn.
Geen storing. De verlichting in de trommel wordt in
volgende gevallen automatisch uitgeschakeld:
Wanneer de deur gesloten is.
Wanneer de deur langer geopend blijft.
68
ProbleemOorzaak en oplossing
De sproeistraal voor het
programma Finish
stoom is niet sterk genoeg.
De pluizenzeef van het condenswaterreservoir is verstopt.
Reinig de pluizenzeef in het condenswaterreser-
voir. Zie paragraaf “Pluizenzeef in het condenswaterreservoir” in dit hoofdstuk.
De sproeikop in de vulopening is sterk verkalkt.
Vervang de sproeikop. Zie paragraaf “Sproeikop
voor het programma Finish stoom” in dit hoofdstuk.
Gebruik alleen condenswater en geen leidingwa-
ter.
Leidingwater zorgt er op termijn voor dat de sproeikop verkalkt.
Nuttige tips
69
Nuttige tips
Reinig de verstopte pluizenzeef
in het condenswaterreservoir
Er kunnen wel eens problemen ontstaan bij het programma Finish stoom.
Het kan zijn dat de pluizenzeef die via
een slang met de rubberen dichting
van het condenswaterreservoir is verbonden, verstopt is.
Trek niet hard aan de slang. Anders
komt ze los.
Trek het uiteinde van de slang door
de opening.
Houd het uiteinde van de slang vast.
Trek met de andere hand de pluizen-
zeef van het slanguiteinde af.
Haal het condenswaterreservoir uit
het toestel.
Plaats daarvoor uw vinger onder de
zijdelingse naad van de afvoertuit.
Trek de afvoertuit uit het reservoir.
70
Spoel de pluizenzeef met een water-
straal schoon tot de pluizen zijn verdwenen.
Plaats de schoongemaakte pluizen-
zeef terug op het uiteinde van de
slang.
Laat de slang met de zeef losjes in
het condenswaterreservoir terugglijden.
Steek de afvoertuit correct rond de
opening van het condenswaterreservoir. Let hierbij op de afbeelding.
Nuttige tips
Vervang de verstopte sproeikop voor het programma Finish
stoom
Indien de sproeikop is verkalkt, dan is
de sproeistraal niet sterk genoeg om
het wasgoed te bevochtigen.
In dit geval moet de sproeikop er worden afgehaald en door een nieuwe
worden vervangen (na te bestellen accessoire).
U kunt de sproeikop alleen met speciaal gereedschap vervangen. Dat gereedschap wordt met de nieuwe
sproeikop meegeleverd.
Schade door het niet correct ge-
bruiken van het gereedschap.
De sproeikop en de droogkast kun-
nen worden beschadigd.
Gebruik alleen het bijgeleverde ge-
reedschap en geen andere werktuigen.
Het programma Finish stoom mag
nooit zonder, maar alleen met een ingeschroefde sproeikop worden gebruikt.
Open de deur van de droogkast.
U ziet de sproeikop links boven in de
vulopening.
Plaats het gereedschap op de sproei-
kop.
Draai de sproeikop eruit door het ge-
reedschap naar links te draaien.
Plaats de nieuwe sproeikop op het
gereedschap.
Draai de nieuwe sproeikop erin door
het gereedschap naar rechts te draaien.
71
Klantendienst
Contact bij storingen
Voor storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuwt u uw Miele vakhandelaar of de Miele klantendienst.
De Miele klantendienst kunt u online
op www.miele.com/service boeken.
Het telefoonnummer van de Miele
klantendienst vindt u achteraan in dit
document.
De Miele klantendienst heeft het type
toestel en het fabricagenummer nodig
(Fabr./SN/Nr.). Beide gegevens vindt u
op het typeplaatje.
Het typeplaatje is zichtbaar wanneer u
de deur van de droogkast geopend
hebt:
Bij te bestellen accessoires
Onderdelen voor deze droogkast kunt u
bijbestellen bij de Miele-vakhandel of bij
de Miele Service.
U kunt deze en vele andere interessante
producten ook via de Miele-webshop
bestellen.
Droogrek
Met het droogrek kunt u producten drogen en luchten die alleen zeer behoedzaam mogen worden behandeld.
Geurflacon
Met een geurflacon kunt u ervoor zorgen dat uw wasgoed lekker gaat ruiken.
Garantie
De garantietermijn voor dit toestel bedraagt 2 jaar.
Voor meer informatie, zie de bijgevoegde garantievoorwaarden.
72
*INSTALLATION*
Vooraanzicht
Installatie
a
Aansluitsnoer
b
Bedieningspaneel
c
Condenswaterreservoir
– na het drogen leegmaken
d
Deur
– niet openen tijdens het drogen
e
Klep voor de warmtewisselaar
– niet openen tijdens het drogen
f
Vier in de hoogte verstelbare voetjes
g
Opening voor koellucht
– niet met een wasmand of voor-
werpen blokkeren
h
Afvoerslang voor condenswater
73
*INSTALLATION*
Installatie
Achterkant
Naargelang de uitvoering van uw
droogkast kan de leiding van de afvoerslang voor condenswater op de
achterkant van de droogkast verschillen.
Uitvoering 1
De afvoerslang c voor condenswater is
bovenaan links opgerold. Accessoires
b voor de aansluiting van de externe
condenswaterafvoer bevinden zich aan
de droogkast.
Uitvoering 2
De afvoerslang b voor condenswater is
opgerold in het midden van de achterkant van de droogkast. Accessoires
voor aansluiting van de externe condenswaterafvoer zijn bijgevoegd.
a
Draagpunten onder de dekselrand
voor transportdoeleinden (zie pijlen)
b
Afvoerslang voor condenswater
c
Haken voor het opwikkelen van het
aansluitsnoer bij het transport
d
Aansluitsnoer
a
Draagpunten onder de dekselrand
voor transportdoeleinden (zie pijlen)
b
Accessoires voor aansluiting externe
condenswaterafvoer: slangklem,
adapter en slanghouder
c
Afvoerslang voor condenswater
d
Aansluitsnoer
74
Droogkast transporteren
Persoonlijk letsel en materiële
schade door verkeerd transport.
Als de droogkast kantelt, kan dit lei-
den tot verwondingen en beschadigingen.
Zorg ervoor dat de droogkast tijdens
het transport stevig staat.
*INSTALLATION*
Installatie
Bij liggend transport: leg de droog-
kast alleen op de linker of rechter zijkant.
Bij staand transport: vervoer de
droogkast eveneens alleen op de linker of rechter zijkant als u een steekwagentje gebruikt.
Droogkast naar de plaats van opstelling dragen
De achterste bevestiging van het
deksel kan door omstandigheden
breekbaar worden.
Het deksel kan afbreken tijdens het
dragen.
Controleer voor het dragen of de
rand van het bovenblad goed vastzit.
Draag de droogkast aan de voorste
stelvoetjes en de achterste rand van
het bovenblad.
Plaatsen
Droogkast stellen
De deur van de droogkast moet vrij
kunnen bewegen en er mag daarom
vlak voor de droogkast geen andere
deur worden geplaatst.
Deze droogkast kan alleen optimaal
functioneren als deze waterpas staat.
Door aan de stelvoeten te draaien, kunt
u de oneffenheden in de vloer compenseren.
Stilstandtijd na het plaatsen
Beschadiging van de droogkast
door te snelle ingebruikname.
De warmtepomp kan daarbij bescha-
digd raken.
Wacht na het plaatsen een uur voor-
dat u de droogkast gaat gebruiken.
75
*INSTALLATION*
Installatie
Ventilatie
Dek de opening voor toevoer van
koude lucht aan de voorkant niet af.
Anders is niet gewaarborgd dat de
warmtewisselaar voldoende wordt
gekoeld.
De gleuf tussen de onderkant van de
droogkast en de vloer mag niet met
sokkellijsten, hoogpolig tapijt etc.
worden verkleind. Anders is er geen
toereikende luchttoevoer gewaarborgd.
De lucht die is gebruikt voor het koelen
van de warmtewisselaar wordt uitgeblazen en deze warme lucht verwarmt de
ruimte. Zorg daarom voor voldoende
ventilatie in de ruimte, zet bijvoorbeeld
het raam open. De droogtijd wordt anders langer (hoger energieverbruik).
Voordat u het toestel transporteert
Een kleine hoeveelheid resterend condenswater bij de pomp kan na het drogen uitlopen wanneer de droogkast
wordt gekanteld. Aanbeveling: voor het
transport gedurende ca. 1minuut het
programma Warme lucht starten. Resterend condenswater wordt dan in het
condenswaterreservoir of via de afvoerslang afgevoerd.
Aanvullende opstellingsvoorwaarden
Gevaar voor elektrische schok bij
verwijdering van het bovenblad van
de droogkast door een vakman.
Dit komt, doordat geleidende onderdelen in de droogkast aangeraakt
kunnen worden.
Maak voor de veiligheid de droogkast spanningsvrij.
Plaatsing van de droogkast onder
een werkblad of in een kast
Storing aan het toestel door warmteontwikkeling.
Zorg ervoor dat de vrijkomende warme lucht van de droogkast kan worden afgevoerd.
– De elektrische aansluiting moet in de
buurt van de droogkast zijn geïnstalleerd en gemakkelijk toegankelijk zijn.
– Het is mogelijk dat de droogprogram-
ma's iets langer duren.
Preventie warmteontwikkeling.
– Draai de stelvoeten naar buiten, zo-
dat een gleuf van minimaal 20mm
ontstaat tussen de vloer en de onderkant van de droogkast.
– Is er sprake van een doorlopend
meubelsokkelpaneel, dan moet het
gedeelte dat zich bevindt op de plek
van de droogkast worden weggesneden.
76
– Maak openingen in de kast.
*INSTALLATION*
Onderschuifbaar
Deze droogkast mag ook met bovenblad onder een werkblad worden geplaatst.
Mits toeslag verkrijgbare toebehoren
– Onderbouwset
Als de droogkast zonder bovenblad
onder een werkblad wordt geplaatst,
hebt u een onderbouwset nodig.
De onderbouwset moet door een gekwalificeerd persoon worden gemonteerd/verwijderd.
Bij de onderbouwset wordt een afdekplaat geleverd die dient als vervanging
van het bovenblad van het toestel. De
afdekplaat is nodig voor de veiligheid.
Installatie
Bij de onderbouwset wordt een montagehandleiding geleverd.
– Was-droogverbindingsset
U kunt deze droogkast met een Miele
wasmachine tot een was- en droogzuil
combineren. Hiervoor mag alleen de
Miele Was-droogverbindingsset worden
gebruikt.
– Sokkel
Voor deze droogkast is een sokkel
(wasmachineverhoger) met lade verkrijgbaar.
77
*INSTALLATION*
Installatie
Condenswater wegleiden
Opmerking
Het condenswater dat bij het drogen
vrijkomt, wordt via de waterafvoerslang aan de achterkant van de droogkast naar het condenswaterreservoir
gepompt.
U kunt het condenswater via de afvoerslang aan de achterzijde van de droogkast afvoeren. U hoeft het reservoir dan
niet meer leeg te maken.
Lengte van slang: 1,49m
Max. opvoerhoogte 1,00m
Max. afpomplengte: 4,00m
Accessoires voor de afvoerpomp
Speciale aansluitingen, waarbij een
terugslagklep nodig is
Materiële schade door terugstro-
mend condenswater.
Water kan terugstromen in de droog-
kast of worden aangezogen. Het water kan schade veroorzaken aan de
droogkast en het vertrek waar de
droogkast staat opgesteld.
Gebruik de terugslagklep als het uiteinde van de slang in water wordt
gedompeld, of aan diverse watergeleidende aansluitingen wordt gemonteerd.
Max. opvoerhoogte met terugslagklep:
1,00m
Speciale aansluitingen waarbij een terugslagklep noodzakelijk is, zijn:
– afvoer in een wastafel of in de vloer,
waarbij het uiteinde van de slang zich
in het water bevindt.
– aansluiting op een sifon van een was-
tafel.
– meegeleverd: adapter (b), slangklem
(c), slanghouder (e);
– verkrijgbaar bij Miele: set “terugslag-
klep” voor een externe wateraansluiting. terugslagklep (d), verlenging
slang (a) en slangklemmen (c) zijn
meegeleverd.
78
– Diverse aansluitmogelijkheden, waar-
aan ook bijv. een wasmachine of
vaatwasser zijn aangesloten.
Als de terugslagklep niet correct is
gemonteerd kan niet worden afgepompt.
De terugslagklep moet zo worden
gemonteerd, dat de pijl op de terugslagklep in de stroomrichting wijst.
*INSTALLATION*
Installatie
Afvoerslang aanleggen
Beschadiging van de afvoerslang
door slechte behandeling.
Door de beschadiging van de afvoer-
slang kan lekkend water schade veroorzaken.
Trek niet te veel aan de afvoerslang
en rek en knik deze niet.
In de afvoerslang bevindt zich een geringe hoeveelheid restwater. Zet daarom
een opvangbak klaar.
Trek de afvoerslang van het aansluit-
stuk af.
Wikkel de slang van de houder af en
trek de slang voorzichtig uit de klemmen.
Van het restwater op in het reservoir.
Geleid de slang zo nodig naar rechts
of naar links.
– Wanneer u de slang naar rechts heeft
getrokken, kunt u deze in de groef
vastklemmen.
Uitvoering 1
Uitvoering 2
– Laat de slang in de onderste klem zit-
ten om te voorkomen dat er per ongeluk knikken in komen.
Voorbeelden: condenswater afleiden
Op de afbeelding ziet u hoe de accessoires voor de externe aansluiting van
condenswater voor uitvoering 1
nomen worden. Bij uitvoering 2
afge-
worden de accessoires voor de externe
aansluiting van condenswater bijgevoegd.
79
*INSTALLATION*
Installatie
– Afvoer in een wasbak of een afvoer
in de vloer
Gebruik de slanghouder om knikken in
de afvoerslang te vermijden.
Druk links en rechts in de slanghou-
der met uw duim de kleine steunhaken naar binnen (donkere pijlen) en ...
... trek de slanghouder vervolgens
naar voren weg (lichte pijlen).*
– Directe aansluiting op de sifon van
een wasbak
Verwijder bovenaan de achterkant
van de droogkast het aanpasstuk 1
en de erachter geplaatste slangklem
3.
Sluit de afvoerlang aan zoals hierna
beschreven.
Zorg ervoor dat de afvoerslang
niet kan wegglijden (bind hem eventueel vast) als u deze in een wasbak
hangt: zie de afbeelding van het
vooraanzicht.
Uitlopend water kan schade veroorzaken.
U kunt de terugslagklep in het slang-
einde plaatsen.
* De slanghouder kunt u later weer
plaatsen indien u het condenswater
niet meer extern wil wegleiden.
80
*INSTALLATION*
Installatie
Installeer het aanpasstuk 1 met de
dopmoer van de wasbak 2 aan de sifon van de wasbak.
Normaal gesproken beschikt de dopmoer van de wasbak over een schijf
die u moet verwijderen.
Steek het uiteinde van de slang 4 op
het aanpasstuk 1.
Gebruik de slanghouder.
Draai de slangklem 3 vlak achter de
dopmoer van de wasbak met een
schroevendraaier vast.
1. Aanpasstuk
2. Wartelmoer voor de wasbak
3. Slangklem
4. Slangeinde (aan slanghouder bevestigd)
5. Terugslagklep
6. Afvoerslang van de droogkast
Steek de terugslagklep 5 in de af-
voerslang 6 van de droogkast.
De terugslagklep 5 moet worden geinstalleerd met de pijl in de stromingsrichting (in de richting van de
wasbak).
Bevestig de terugslagklep met de
slangklem.
81
*INSTALLATION*
Installatie
Elektrische aansluiting
Deze droogkast is reeds uitgerust met
een elektriciteitskabel met stekker en
kan dus direct op het elektriciteitsnet
worden aangesloten.
De aansluitstekker moet te allen tijde
bereikbaar zijn om de droogkast van
het elektriciteitsnet te kunnen afsluiten.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren
op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
In geen geval mag de droogkast op verlengsnoeren of aftakcontactdozen aangesloten worden. Er is dan eventueel risico van brand.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste zekeringen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de
gegevens van uw elektrische installatie.
82
Technische gegevens
Hoogte850mm
Breedte596mm
Diepte636mm
Diepte met geopende deur1054mm
Inbouwhoogte820mm (+8/-2mm)
Breedte voor inbouw600mm
Diepte voor inbouw600mm
kan onder een werkblad geschoven
worden
kan in een zuil geplaatst wordenja
Gewichtca. 62 kg
Trommelinhoud120l
Beladingscapaciteit9,0 kg (gewicht van droog wasgoed)
Capaciteit condenswaterreservoir4,8l
Lengte van de slang1,49m
Maximale opvoerhoogte1,00m
Maximale afpomplengte4,00m
Snoerlengte2,00m
Aansluitspanningzie typeplaatje
Aansluitwaardezie typeplaatje
Zekeringenzie typeplaatje
Verkregen labelszie typeplaatje
Energieverbruikzie rubriek “Verbruiksgegevens”
LED-lichtgevende diodenKlasse 1
ja
Frequentieband2,4000GHz–2,4835GHz
Maximaal zendvermogen<100mW
83
Technische gegevens
Productkaart voor huishoudelijke droogtrommels
volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 392/2012
MIELE
Identificatie van het modelTCJ580WP
Nominale capaciteit
Type huishoudelijke trommel (Luchtafvoer / condensatie)- / ●
Energie-efficiëntieklasse
A+++ (meest efficiënt) tot D (minst efficiënt)A+++
Gewogen energieverbruik in sluimerstand (Pl)0,20W
Duur van de sluimerstand (Tl)
Standaardprogramma waarop de informatie op het etiket en de productkaart
betrekking heeft
Programmaduur van het standaard katoenprogramma
Gewogen programmaduur160min
Programmaduur bij volledige lading208min
Programmaduur bij gedeeltelijke lading124min
Condensatie-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt)A
Gewogen condensatie-efficiëntie van het “standaard katoenprogramma bij
volledige en gedeeltelijke lading”
Gemiddelde condensatie-efficiëntie van het “standaard katoenprogramma
bij volledige lading”
Gemiddelde condensatie-efficiëntie van het “standaard katoenprogramma
bij gedeeltelijke lading”
Geluidsvermogensniveau (LWA)
Inbouwapparaat-
1
2
3
4
5
6
9,0kg
193kWh/jaar
15min
Katoen met pijl
94%
94%
94%
64 dB(A) re 1 pW
● Ja, aanwezig
1
In kg katoenen wasgoed voor het standaard katoenprogramma bij volledige lading
2
Gebaseerd op 160 droogcycli met het standaard katoenprogramma bij volledige en gedeeltelijke lading, en het verbruik in de energiebesparende standen. Het werkelijke verbruik hangt af van de wijze
waarop het apparaat wordt gebruikt.
84
Technische gegevens
3
Wanneer de huishoudelijke droogtrommel uitgerust is met een systeem voor stroomverbruikregeling
4
Dit programma is geschikt voor het drogen van normaal vochtig katoenen wasgoed en is voor katoen
het efficiëntste programma in termen van energieverbruik.
5
Wanneer de huishoudelijke droogtrommel een condensdroogtrommel is
6
Voor het “standaard katoenprogramma”, gebruikt bij volledige lading
85
Technische gegevens
Verklaring van overeenstemming
Hierbij verklaart Miele dat deze warmtepompdroger voldoet aan de Richtlijn
2014/53/EU.
De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is te vinden op een
van de volgende internetadressen:
– Producten, download, op www.miele.be/nl
– Service, informatie aanvragen, gebruiksaanwijzingen, op www.miele.be/nl/c/in-
formatie-aanvragen-385.htm door de productnaam of het fabricagenummer in te
geven
86
Verbruiksgegevens
1
Belading
kgU/min%kWhmin
Katoen
Katoen kastdroog9,0
Katoen Kastdroog
incl. Beschermen +
Katoen Strijkvochtig9,0
Kreukherstellend Kastdroog4,01.200400,5070
Kreukherstellend Kastdroog
incl. Beschermen +
Fijne was Kastdroog2,5800500,5575
Finish Wol2,01.000500,025
Overhemden Kastdroog2,0600600,4565
Express Kastdroog4,01.000600,85110
Jeans Kastdroog3,0900601,00125
Impregneren Kastdroog2,5800500,90120
1
Gewicht van het droge wasgoed
2
Testprogramma in overeenstemming met de verordening 392/2012/EU voor het energielabel ge-
meten volgens EN61121.
Alle niet-gemarkeerd waarden zijn in overeenstemming met de norm EN61121.
Instructie voor vergelijkende tests:
Voor testen conform EN 61121 moet voor aanvang van de te analyseren testen 3kg katoenen wasgoed
worden gedroogd conform de genoemde norm en wel met het programma Katoen kastdroog met 70%
restvocht aan het begin en zonder extra functie.
Wanneer u het programma Katoen instelt, voer het condenswater dan via de afvoerslang extern af.
De verbruiksgegevens kunnen afwijken van de aangegeven waarden, afhankelijk van het soort
textiel, de hoeveelheid wasgoed, de hoeveelheid restvocht na het centrifugeren, de schommelingen in de elektriciteit en de waterhardheid.
De verbruiksgegevens die in EcoFeedback worden aangegeven, kunnen afwijken van de hierboven
aangegeven verbruiksgegevens. Dit komt door de manier waarop verbruiksgegevens in de droger worden berekend. Zo hebben het restvocht en de samenstelling van het wasgoed invloed op de programmaduur en dit heeft weer invloed op het energieverbruik.
2
9,0
4,5
9,0
9,0
9,01.000601,70200
9,0
9,0
9,0
4,01.200400,5072
Centrifugeerstand
wasmachine
1.000
1.000
1.200
1.400
1.600
1.000
1.200
1.400
1.600
Restvocht
60
60
53
50
44
60
53
50
44
EnergieDuur
1,63
0,86
1,45
1,40
1,25
1,25
1,10
1,00
0,85
208
124
189
179
160
147
129
120
102
87
Instellingen
OK
Jeans
OK
Instellingen
OK
Taal
Instellingen oproepen
Met de instellingen kunt u de elektronica van de droogkast aan veranderende situaties aanpassen.
De instellingen kunt u ieder moment
wijzigen.
Draai de programmakeuzeschakelaar
op Overige programma's/.
Raak de sensortoets 1x aan.
In het display staat:
Bevestig met de sensortoets OK.
U bevindt zich nu in het submenu In-stellingen.
Instellingen kiezen
Loop met de sensortoetsen of
door de instellingen tot de gewenste
instelling in de display is aangegeven.
– Met sensortoets loopt u in het me-
nu naar beneden.
– Met sensortoets loopt u in het me-
nu naar boven.
Tip de sensortoets OK aan, waarna u
een variant binnen de instelling kunt
kiezen.
Instellingsvarianten
Loop met de sensortoetsen of
door de varianten van de gekozen instelling.
U kunt bijvoorbeeld
– een variant instellen die met wordt
gemarkeerd,
– een balk wijzigen,
– of getallen wijzigen.
Staat uw keuze in de display, beves-
tig ze dan met de OK-toets.
88
Het sluiten van het menu voor de instellingen
Draai aan de programmakeuzescha-
kelaar.
Instellingen
Taal
De meldingen op de display kunnen in
verschillende talen worden weergegeven.
Het vlaggetje achter het woord Taal
dient als leidraad wanneer een andere
taal is ingesteld die niet wordt begrepen.
De gekozen taal wordt ingesteld.
Droogtegraad
Met deze instelling kunt u de droogtegraad van de programma's Katoen,Kreukherstellend en Automatic individueel aanpassen.
Het wasgoed wordt voor het einde van
het programma automatisch afgekoeld. U kunt in alle droogprogramma's de automatische afkoelfase die
voor het einde van het programma
wordt uitgevoerd koeler instellen waardoor de afkoelfase wordt verlengd.
Keuze
U kiest in stappen van 1°C.
– 55°C (fabrieksinstelling)
– ...
– 40°C
Inschakeltoon
U kunt het geluidsvolume van het welkomstsignaal in 7 verschillende stappen instellen.
Pluizen moeten na het drogen worden
verwijderd. Bovendien licht deze herinnering op zodra een bepaalde hoeveelheid pluizen aanwezig is:
Sokkelfilter reini-gen. Zie
U kunt zelf kiezen bij welke pluisvorming deze melding moet verschijnen.
Keuze
Probeer uit wat het beste bij uw drooggewoonten past.
– Uit
De herinnering verschijnt niet. Als er
sprake is van een zeer ernstige belemmering van de luchtstroom wordt
het programma afgebroken en verschijnt de melding Sokkelfilter reini-
gen. Zie wel, ook als u deze optie
heeft uitgezet.
– Bij overmat. pluisv.
De herinnering verschijnt alleen bij
overmatige pluisvorming.
90
– Bij normale pluisv. (fabrieksinstelling)
– Bij geringe pluisv.
De herinnering verschijnt al bij geringe pluisvorming.
Instellingen
Geleidbaarheid
Deze instelling is enkel relevant voor
regio's met een heel lage waterhardheid.
Bij zacht water kan het droogresultaat mogelijk onvoldoende zijn.
Kies deze instelling pas dan wanneer
het water waarin het wasgoed werd
gewassen uiterst zacht is en wanneer de geleiding (de elektrische geleidbaarheid) kleiner is dan 150μS/
cm. De geleidbaarheid van het drinkwater kan bij het waterleidingbedrijf
worden nagevraagd.
Keuze
– Normaal (fabrieksinstelling)
– Laag <150mS (enkel voor regio's met
zeer lage waterhardheid)
Verbruik
Het totale verbruik kan worden weergegeven.
Keuze
– Laatste programma
geeft het energieverbruik van het
laatste programma weer
– Totaal verbruik
geeft het totale verbruik tot nu toe
weer
– Resetfunctie
wist het totale verbruik tot nu toe
91
Instellingen
Code
De pincode beschermt uw droogkast
tegen gebruik door onbevoegden.
Keuze
– Activeren
De pincode is 250 en kan worden geactiveerd.
Wanneer de pincode is geactiveerd,
moet na het inschakelen de pincode
worden ingevoerd zodat deze droogkast kan worden bediend.
– Deactiveren
Wanneer u de droogkast zonder invoeren van een pincode wilt bedienen. Deze melding verschijnt alleen
dan, als de pincode daarvóór was ingeschakeld.
– Wijzigen
U kunt een willekeurige pincode invoeren.
Noteer de nieuwe pincode. In-
dien u de code vergeet, kan enkel de
klantendienst van Miele het toestel
ontgrendelen.
Lichtsterkte
U kunt de helderheid van de display,
de sensortoetsen en de gedimde sensortoetsen instellen.
Tip: Let op het grote verschil in helderheid tussen de geactiveerde en gedimde sensortoetsen. Dit zorgt voor een
gemakkelijkere bediening.
Instellingen
Uitschakeling indic.
Om energie te sparen gaan na 10minuten het display en de toetsenverlichting in standby en alleen de toets
Start/Stop gaat langzaam knipperen.
Dit kan u wijzigen.
Keuze
– Aan (Fabrieksinstelling)
De display treedt in standby (na
10minuten):
– wanneer u na het inschakelen
geen programma kiest
– tijdens het lopende programma
– na afloop van het programma
– Aan (niet tijd. pr.v.)
De display treedt in standby (zoals
hierboven beschreven), maar niet
tijdens het lopende programma.
– Uit
De display treedt nooit in standby.
De weergaven kunnen door het aanraken van een willekeurige toets terug
worden ingeschakeld.
Memory
De droogkast slaat de laatst gekozen
instellingen van een droogprogramma
op (droogtegraad en/of Extra opties of
bij enkele programma's de duur).
Als u het programma opnieuw kiest,
geeft de droogkast de opgeslagen instellingen aan.
Keuze
– Uit (fabrieksinstelling)
– Aan
De activering van de voorprogrammering van de zoemer- of EcoFeedbackgegevens worden niet opgeslagen.
Kreukbeveiliging
U kunt de duur van de antikreuk wijzigen.
Keuze
– 1 h
– 2 h (fabrieksinstelling)
93
Instellingen
Programma-info
Namen van programma's en beladingscapaciteiten die bij de keuze van
het programma met de programmakeuzeschakelaar in de display branden, kunnen worden uitgeschakeld.
Keuze
– Uit (de naam van het programma en
de beladingscapaciteit worden niet
weergegeven)
– Programmanaam (de beladingscapaci-
teit wordt niet weergegeven)
– Pr.naam + max. bel. (beide worden
weergegeven, fabrieksinstelling)
Miele@home
Sluit de droogkast aan op het Wifinetwerk bij u thuis.
De volgende punten kunnen in het submenu verschijnen:
– Instellen
– Verbindingsstatus (zichtbaar wanneer
Miele@home is ingeschakeld)
De volgende waarden worden weergegeven:
– de Wifi-ontvangstkwaliteit
– de naam van het netwerk
– het IP-adres
– Opnieuw instellen (zichtbaar, indien in-
gesteld)
Herstelt de Wifi-verbinding (netwerk)
om haar onmiddellijk opnieuw in te stellen.
– Resetten (zichtbaar, indien ingesteld)
– De Wifi wordt uitgeschakeld.
– De verbinding met Wifi wordt terug-
gezet naar de fabrieksinstellingen.
Miele@home is niet meer ingesteld. Om
Miele@home opnieuw te kunnen gebruiken, moet er een nieuwe verbinding
tot stand worden gebracht.
Deze melding verschijnt enkel als de
droogkast nog niet met het Wifi-netwerk is verbonden.
In het hoofdstuk “Eerste Ingebruikname” staat hoe de instellingen moeten
worden uitgevoerd.
– Deactiveren (zichtbaar wanneer
Miele@home is ingeschakeld)
Miele@home blijft ingesteld, de Wifiwordt uitgeschakeld.
– Activeren (zichtbaar als Miele@home is
uitgeschakeld)
De Wifi-functie wordt opnieuw ingeschakeld.
94
Instellingen
Afstandsbediening
De instelling Afstandsbediening is enkel
zichtbaar wanneer de instellingMie-
le@home is gemaakt en geactiveerd.
Als u de Miele@mobile-app op uw
smartphone hebt geïnstalleerd, kunt u
de status van uw droogkast vanaf elke
locatie oproepen en uw droogkast op
afstand starten en bedienen met het
programma MobileControl.
U kunt de instelling Afstandsbediening
uitschakelen wanneer u de droogkast
niet met uw smartphone wilt bedienen.
Een programma kan dan via de app
worden beëindigd wanneer deAfstands-
bediening niet is ingeschakeld.
Stel via de toets “Voorprogrammering”
een tijdstip in waarop u de droogkast
wilt starten en start de voorprogrammering (zie Hoofdstuk “Voorprogrammering/SmartStart”).
De droogkast kan binnen een door u
opgegeven tijd worden gestart door een
signaal dat u stuurt.
Indien u op het tijdstip van de uiterste
starttijd geen signaal verstuurt, start de
droogkast automatisch.
SmartGrid
De instelling SmartGrid is enkel zichtbaar wanneer de instellingMiele@home
is ingesteld en geactiveerd.
Met deze functie kunt u de droogkast
automatisch laten starten als het
stroomtarief van uw energiebedrijf
zeer laag is.
Als u SmartGrid hebt geactiveerd, verandert de functie van de toets Startuitstel.
Via de toets “Voorprogrammering” stelt
u de SmartGrid in. De droogkast wordt
dan binnen de door u opgegeven tijd
gestart door een signaal van uw energieleverancier.
Als uw energieleverancier op het tijdstip
van de uiterste starttijd geen signaal
verstuurt, start de droogkast automatisch (zie Hoofdstuk “Voorprogrammering”).
De functie SmartGrid is standaard uitgeschakeld.
Standaard is de afstandsbediening geactiveerd.
95
Instellingen
RemoteUpdate
De software van uw droogkast kan met
de RemoteUpdate worden bijgewerkt.
Standaard is de RemoteUpdate geactiveerd.
Als u geen RemoteUpdate installeert,
kunt u uw droogkast gewoon gebruiken. Miele beveelt echter aan om de
RemoteUpdates te installeren.
Activering
Het menupunt RemoteUpdate wordt
alleen weergegeven en kan alleen
worden gekozen als u uw droogkast in
uw Wifi-netwerk hebt geïntegreerd (zie
Hoofdstuk “Instellingen”, paragraaf
“Miele@home”).
De functie RemoteUpdate van Miele
kan allen worden gebruikt wanneer uw
droogkast is verbonden met een Wifinetwerk en u een account hebt in de
Miele@mobile-app. De droogkast moet
daar zijn geregistreerd.
Verloop van de RemoteUpdates
Wanneer er een RemoteUpdate voor uw
droogkast beschikbaar is, wordt dat automatisch aangegeven.
U kunt kiezen of u de RemoteUpdate
direct of later wilt starten. Indien u “later
starten” kiest, start de RemoteUpdate
nadat u de droogkast opnieuw inschakelt.
De RemoteUpdate kan enkele minuten
duren.
Let op het volgende bij de RemoteUpdate:
– Zolang u geen melding krijgt, staat er
geen RemoteUpdate ter beschikking.
– Een geïnstalleerde RemoteUpdate
kan niet worden ongedaan gemaakt.
– Schakel de droogkast tijdens de Re-
moteUpdate niet uit. Anders wordt de
RemoteUpdate afgebroken en niet
geïnstalleerd.
De gebruiksvoorwaarden vindt u in de
Miele@mobile-app.
Enkele software-updates kunnen alleen
door de Miele Service worden uitgevoerd.
96
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480
1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be
Internet: www.miele.be
Duitsland
Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29
33332 Gütersloh
TCJ 580 WP
M.-Nr. 11 071 632 / 00nl-BE
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.