Gebruiksaanwijzing voor de
droogautomaat
Mistral Plus A
Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u de droogautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
Lees eerst de gebruiksaanwijzing
door voordat u uw droogautomaat
voor het eerst gebruikt. Hierin vindt
u belangrijke instructies betreffende
de veiligheid, het gebruik en het on
derhoud van het apparaat. Dat is
veiliger voor uzelf en u voorkomt on
nodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de automaat.
-
-
Efficiënt gebruik
Deze droogautomaat is alleen be
stemd voor huishoudelijk gebruik.
Deze droogautomaat is uitsluitend
bestemd voor het drogen van textiel dat in water is gewassen en volgens
de aanwijzingen van de fabrikant op
het wasetiket in de droogautomaat mag
worden gedroogd. Gebruik voor andere
doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of
door een foutieve bediening.
-
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst of het zichtbaar
beschadigd is. Een beschadigde
droogautomaat mag niet worden ge
plaatst en niet in gebruik genomen.
-
Voordat u de droogautomaat aan
sluit dient u altijd de aansluitgege
vens (zekering, spanning en frequentie)
op het typeplaatje met die van het elek
triciteitsnet te vergelijken.
Deze moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
De elektrische veiligheid van de
droogautomaat is uitsluitend gega
randeerd als deze is aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is ge
ïnstalleerd. Het is zeer belangrijk dat
aan deze fundamentele veiligheids
voorwaarde wordt voldaan en dat de
huisinstallatie bij twijfel door een vakman/vakvrouw wordt gecontroleerd.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
De droogautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties
kunnen onvoorziene risico’s voor de ge
bruiker opleveren, waarvoor de fabri
kant niet aansprakelijk kan worden ge
steld. Reparaties mogen alleen door
Miele-vakmensen worden uitgevoerd.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoor
beeld oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Controleer voordat u uw droogau
tomaat voor het eerst in gebruik
neemt of het apparaat volgens de re
gels is opgesteld en aangesloten.
Zie hoofdstuk: “Het plaatsen en aanslui
ten van de droogautomaat”.
4
-
-
-
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen.
Alleen van deze onderdelen kunnen wij
garanderen dat zij volledig voldoen aan
de veiligheidseisen die wij stellen aan
onze apparaten.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Wanneer de aansluitkabel bescha
digd is, moet hij door een speciale
Miele-kabel worden vervangen.
Wanneer er een storing moet wor
den verholpen of wanneer de
droogautomaat moet worden gereinigd,
mag er geen elektrische spanning op
het apparaat staan. Dit is het geval als
aan één van de volgende voorwaarden
is voldaan:
als de hoofdschakelaar van de instal
–
latie is uitgeschakeld,
of als de stekker uit de contactdoos
–
is getrokken.
Wanneer geisers, gaskachels of
kolenkachels met schoorsteenaansluiting etc. zich in dezelfde ruimte of
dezelfde woning als de droger of in een
aangrenzende ruimte bevinden en de
onderdruk 0,04 mbar of meer bedraagt
kunnen verbrandingsgassen worden teruggezogen. Daardoor ontstaat gevaar
voor vergiftiging.
Vermijd onderdruk door voldoende te
ventileren, bijv. met behulp van:
–
een beluchtingsopening in de buiten
muur die niet kan worden afgesloten;
–
een speciale raamschakelaar waar
door de droogautomaat alleen dan
kan worden ingeschakeld wanneer
er een raam openstaat.
Laat de situatie in ieder geval beoorde
len door een schoorsteenveger of in
stallateur.
-
-
-
Gebruik
Dit apparaat mag uitsluitend door
een vakman/vakvrouw op een
niet-stationaire locatie (bijvoorbeeld
een boot of camper) worden inge
bouwd en aangesloten. Hierbij moet
aan alle voorwaarden voor een veilig
gebruik worden voldaan.
Deze droogautomaat mag nooit:
op een schoorsteen worden aange
–
sloten die voor andere doeleinden
wordt gebruikt;
– zonder luchtafvoerbuis worden ge-
bruikt;
– zonder pluizenfilter of met een be-
schadigd pluizenfilter worden gebruikt.
Controleer regelmatig alle onder-
delen van de luchtafvoerleiding
(bijv. muurdoorvoering, buitenrooster en
bochten) op luchtdoorlaatbaarheid.
Het is mogelijk dat zich pluisjes vastzet
ten waardoor de lucht niet meer goed
kan worden afgevoerd.
Wilt u een buis op het apparaat aanslui
ten die al eerder is gebruikt, controleer
deze dan eerst.
De uitgestoten lucht mag niet via
een schoorsteen worden afgevoerd
die voor gas- of kolenkachels wordt ge
-
bruikt en ook niet via een kanaal dat
wordt gebruikt voor de ontluchting van
ruimtes met stookplaatsen.
Rook en gassen kunnen daardoor wor
den teruggezogen.
-
-
-
-
-
-
5
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaats uw droogautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Temperaturen die duidelijk onder het
vriespunt liggen hebben een negatief
effect op de werking van het apparaat.
Sluit de deur iedere keer nadat u
de droogautomaat heeft gebruikt.
Zo voorkomt u dat:
kinderen proberen in het apparaat te
–
kruipen en/of er voorwerpen in stop
pen
huisdieren in het apparaat kruipen.
–
Blijf erbij wanneer kinderen zich in
de buurt van de droogautomaat
bevinden.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen.
Leun niet op de deur.
Wanneer u dat doet gaat de droogautomaat kantelen.
Er bestaat gevaar voor brand bij
de volgende materialen:
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
mogen worden aan- of ingebouwd.
Wanneer er andere toebehoren worden
aan- of ingebouwd, kan Miele niet voor
de gevolgen instaan en kan er geen
beroep meer worden gedaan op bepa
lingen met betrekking tot garantie en
productaansprakelijkheid.
-
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan
sluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt hiermee dat de droogautomaat verkeerd wordt gebruikt.
-
-
–
Kledingstukken met rubber.
–
Kledingstukken die voorbehandeld
zijn met brandbare reinigingsmidde
len (bijv. wasbenzine).
–
Kledingsstukken die in aanraking zijn
geweest met haarversteviger, haar
spray, nagellakremover e.d.
–
Kledingstukken die vervuild zijn door
olie en/of vet, bijv. kokskleding en/of
keukenlinnen.
–
Kledingstukken met vullingen die be
schadigd zijn (bijv. kussens of jacks).
Wanneer de vulling er uitkomt kan
dat brand veroorzaken.
6
-
-
-
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Wat doen wij met
. . . het verpakkingsmateriaal?
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Door hergebruik van verpakkingsmate
riaal wordt er op grondstoffen bespaard
en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
. . . een afgedankt apparaat?
Afgedankte apparaten bevatten nog
waardevolle stoffen/materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grofvuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor herge
bruik van het materiaal (bijv. schrootver
werking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: “Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen”.
-
Tips om energie te besparen
Voordat u het wasgoed gaat drogen
^
kunt u dit het beste met een zo hoog
mogelijk toerental in de wasautomaat
centrifugeren.
Zo bespaart u bij het drogen ca.
30 % energie en tijd, wanneer u bijv.
met 1600 omw/min centrifugeert in
plaats van met 800 omw/min.
Benut voor ieder droogprogramma
^
de maximale beladingscapaciteit van
de trommel. Zie hiervoor het hoofd
stuk: “Programma-overzicht”. Het
energieverbruik is dan, gerelateerd
aan de totale hoeveelheid wasgoed,
het gunstigst.
^ Voorkom dat de droogprogramma’s
meer energie verbruiken en langer
duren dan nodig is en wel:
– door ervoor te zorgen dat er tijdens
het droogprogramma voldoende
lucht wordt toegevoerd;
– door iedere keer nadat u de droog-
automaat heeft gebruikt het pluizen
filter te reinigen, dat in de pluizenfil
terhouder van de deur zit;
–
door de luchtafvoerleiding en de on
derdelen daarvan regelmatig te con
troleren en eventuele pluisjes te ver
wijderen.
^
Hoe minder bochten en krommingen
de luchtafvoerbuis heeft, des te ge
ringer de weerstand is wanneer de
lucht wordt afgevoerd.
-
-
-
-
-
-
-
Het drogen kost dan minder energie
en tijd.
7
Bedieningspaneel
a Programmakeuzeschakelaar
Met deze schakelaar kunt u een
droogprogramma instellen.
U kunt de schakelaar naar rechts of
naar links draaien.
b Controlelampjes voor het
programmaverloop
en controle- en foutmeldingen
c START - toets
Met deze toets kunt u een programma starten.
Het controlelampje knippert wanneer
een programma kan worden gestart
en brandt nadat het is gestart.
d j k - toets
Met deze toets kunt u de droger inen uitschakelen en het programma
onderbreken.
e Deur - toets
Met deze toets kunt u de deur van
de droger openen en het programma
afbreken. De deur kunt u ook zonder
stroomvoorziening openen.
Wanneer de droger is ingeschakeld
en de deur is geopend, gaat de
trommelverlichting na enkele minuten
uit. Dat bespaart energie.
8
Tips voor het drogen van textiel
In principe geldt:
Wit, bont en kreukherstellend was
–
goed moet in de daarbij behorende
programma’s met de gewenste
droogtegraad worden gedroogd.
Fijne was met droogsymbool r,
–
bijv. acryl, moet met de extra functie
"Temperatuur laag" worden
gedroogd.
Benut voor ieder droogprogramma
de maximale beladingscapaciteit
van de trommel. Zie hiervoor het
hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Zorg er dus voor dat u de trommel
niet te licht maar ook niet te zwaar
belaadt. Een te zware belading is
slecht voor het wasgoed, heeft een
negatief effect op het droogresultaat
en werkt kreukvorming in de hand.
De droogsymbolen in het wasetiket:
Controleer voordat u wasgoed in de
automaat wilt gaan drogen, welk
droogsymbool in het wasetiket van
het wasgoed is afgebeeld.
q = Drogen op een normale tempera-
tuur
r = Drogen op een lage temperatuur
s = Niet geschikt om in de droogauto-
maat te worden gedroogd
Verdere tips:
Wol en wolmengweefsels hebben de
neiging te vervilten en te krimpen.
Droog deze soorten textiel alleen in het
speciale programma "Wol".
Textiel gevuld met dons
De binnen- en buitenvoering (bijv. van
-
dekbedden) heeft, afhankelijk van de
kwaliteit en de gebruikte textielsoort
(zoals katoen en satijn) de neiging om
te krimpen.
Droog dit textiel alleen in het speciale
programma "Strijken rrr".
Droog zuiver linnen alleen in de auto
maat als dat volgens het wasetiket ge
oorloofd is. Het kan nl. ruw worden.
Droog zuiver linnen alleen in het speci
ale programma "Strijken rrr".
T-shirts en tricot krimpen vaak wan
neer ze voor het eerst worden gewassen. Droog ze dus niet te lang en te
heet om te voorkomen dat ze nog verder krimpen. Koop dit soort textiel
eventueel één of twee maten te groot.
Kreukherstellend wasgoed gaat des
te meer kreuken, naarmate de automaat voller beladen is. Dat geldt vooral
voor zeer fijn textiel (bijv. blouses).
Verminder de belading of gebruik het
speciale programma "Kreukherstellend
Strijkdroog".
Gesteven wasgoed kunt u in de droog
automaat drogen. Doseer echter vóór
dat u gaat wassen de dubbele hoeveel
heid stijfsel voor hetzelfde effect.
Droog nieuw, donkergekleurd was
goed niet samen met lichtgekleurd
wasgoed omdat het misschien afgeeft.
Kledingstukken met vullingen die beschadigd zijn (bijv. kussens of jacks)
mogen niet in de automaat worden ge
droogd. Wanneer de vulling er uitkomt
kan dat brand veroorzaken.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
9
Programma-overzicht
PROGRAMMA'SSoort textielTip
Droogtegraden
WITTE / BONTE WASMaximale belading: 5 kg
Kastdroog +Wasgoed van dunnere en
dikkere stof, zoals verschil
lende soorten katoenen
wasgoed (bijv. badstof
handdoeken en tricot was
goed)
Kastdroog
(2)
Soortgelijk wasgoed van ka
toen (badstof en tricot was
goed, flanellen lakens, ba
bykleertjes)
Kastdroog
met extra functie
Fijn wasgoed met droog-
symbool r (bijv. van acryl)
"Temperatuur laag"
Strijkdroog
(2)
Katoenen of linnen weefsels
(bijv. tafellakens, servetten,
beddengoed en gesteven
wasgoed)
MangeldroogKatoenen of linnen weefsels
die na afloop van het droogprogramma door de mangel
worden gehaald; gesteven
wasgoed
-
-
Wanneer u het wasgoed te
vochtig vindt, kies dan
voortaan "Kastdroog +".
U kunt het als u dat wilt met
"Warme lucht" nadrogen.
Voor behoedzaam drogen
met lage temperatuur
Rol het wasgoed op zolang
het nog niet door de mangel
wordt gehaald. Zo wordt op
drogen voorkomen.
-
-
(1)
-
(1)
Gewicht van droog wasgoed
(2)
Tip voor testbureaus: Programma-instellingen voor de test
volgens norm EN 61121
10
Programma-overzicht
PROGRAMMA'SSoort textielTip
Droogtegraden
KREUKHERSTELLENDMaximale belading: 2,5 kg
Kastdroog +Kreukherstellend wasgoed
van synthetisch materiaal of
gemengde weefsels dat bij
"Kastdroog" niet droog ge
noeg wordt (bijv. truien, jur
ken en broeken)
Kastdroog
(2)
Kreukherstellende overhem
den / tafelkleden van ge
mengde weefsels, bijv. ka
toen / synthetisch materiaal
Kastdroog
met extra functie
Fijn wasgoed met droog-
symbool r (bijv. van acryl)
"Temperatuur laag"
StrijkdroogKreukherstellende overhem-
den / tafelkleden van ge-
mengde weefsels, bijv. ka-
toen / synthetisch materiaal
die nog moeten worden ge-
streken
Centrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
-
-
Centrifugeer dit wasgoed
-
-
minstens 30 seconden.
-
Voor behoedzaam drogen
met lage temperatuur
Centrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
Centrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
Verminder bij kreukgevoelig
wasgoed de belading.
Zie ook: "Speciale program-
ma"s".
(1)
Gewicht van droog wasgoed
(2)
Tip voor testbureaus: Programma-instellingen voor de test
volgens norm EN 61121
11
Programma-overzicht
ProgrammaSoort textielTip
TIJDKEUZEMaximale belading: 5 kg
Warme luchtEen stuk wasgoed of een
paar stukken wasgoed (bijv.
badhanddoek, zwembroek,
badpak, schoonmaakdoek
-
jes)
Wasgoed van dikkere stof
dat door de samenstelling
op verschillende manieren
moet worden gedroogd
Koude luchtWasgoed dat alleen moet
worden doorgelucht
Speciale programma’s
Kreukher-
stellend
Strijkdroog
Wasgoed van katoen of
gemengde weefsels
Maximale belading: 1 kg
Het wasgoed wordt afhankelijk van
de textielsoort kreukarm gedroogd.
(bijv. overhemden, blouses)
WolMaximale belading: 2 kg
Wollen wasgoedHet wollen wasgoed wordt losge-
schud en wordt daardoor weer lek-
Dit wasgoed moet direct na het ein-
de van het programma uit de trom
mel worden gehaald.
Het wollen wasgoed wordt niet he
Strijken rrrMaximale belading: 2,5 kg
Katoenen of linnen
weefsels
Dit programma vermindert de kreu
kels die er van het centrifugeren
Kreukherstellend wasgoed
van katoen, gemengde
weefsels of synthetisch ma
teriaal, bijv. katoenen broe
ken, windjacks, hemden
Dit textiel moet direct na het einde
-
van het programma uit de trommel
-
worden gehaald en op een hanger
tje te drogen worden gehangen.
-
-
ker zacht.
lemaal droog.
nog in zitten.
(1)
-
-
(1)
-
-
(1)
Gewicht van droog wasgoed
12
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
A Het sorteren van het
wasgoed
Sorteer het wasgoed zo veel mogelijk
^
- naar textielsoort;
- naar gewenste droogtegraad;
- naar gelijke grootte;
- naar gelijk restvocht na het
centrifugeren.
Zo krijgt u een gelijkmatig droogre
sultaat.
Zorg ervoor dat u de trommel niet te
zwaar belaadt.
Een te volle trommel is slecht voor
het wasgoed en heeft een negatief
effect op het droogresultaat.
Zie voor de maximale beladingscapaci
teit van de diverse droogprogramma’s
-
het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
-
Knoop dekbedovertrekken en kus
^
senslopen dicht, zodat er geen
kleinere stukken wasgoed in kunnen
komen.
^ Doe ritssluitingen dicht.
^ Sluit eventuele haakjes en oogjes.
^ Bind ceintuurs bij elkaar.
^ Knoop schortenbandjes aan elkaar.
^ Maak losgeraakte bh-beugels vast of
verwijder ze.
Verwijder eventuele doseerbolletjes
of doseerzakjes uit het wasgoed.
Deze voorwerpen kunnen tijdens het
droogprogramma smelten en het ap
paraat en het wasgoed bescha
digen.
-
-
B Het openen van de deur
^
Druk op de Deur - toets.
^
Open de deur.
D Het sluiten van de deur
Controleer eerst of het pluizenfilter
^
goed in de pluizenfilterhouder in de
deur is geplaatst.
-
Let er bij het sluiten van de deur op
dat er geen stukken wasgoed tussen
de deur zitten. Wasgoed dat beklemd
raakt kan beschadigen.
^
Sluit de deur met een lichte klap.
Druk de deur niet dicht.
C Het vullen van de trommel
^
Leg het voorgesorteerde wasgoed
losjes in de trommel.
E Het inschakelen van de
droogautomaat
^
Druk op de j k - toets.
13
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
F Het kiezen van een program-
ma
^ Stel met de programmakeuzeschake-
laar het gewenste programma in.
U kunt de schakelaar rechtsom of
linksom draaien.
Hoe lang de programma’s duren kunt u
in het hoofdstuk: "Verbruiksgegevens"
lezen.
^ Kies voor het drogen van fijn was-
goed met droogsymbool r de extra
functie "Temperatuur laag".
G Het starten van het gekozen
programma
Het controlelampje "START" knippert,
wanneer het programma kan worden
gestart.
Druk op de START - toets.
^
Het controlelampje "START" brandt en
de verwarmingsfase begint.
Tijdens het programma brandt het con
trolelampje van de fase waarin het pro
gramma zich op dat moment bevindt.
Na de verwarmingsfase wordt het was
goed door een koude luchtstroom afgekoeld, waarmee de gewenste droogtegraad is bereikt.
Aanvullende functies
U kunt een aantal aanvullende functies
programmeren om het droogprogramma nog beter af te stemmen op het
soort wasgoed en de manier waarop u
dit wilt drogen.
Zie daarvoor het desbetreffende hoofd
stuk.
-
-
-
-
Attentie:
Het drogen duurt door de tempera
tuurverlaging dan wel langer.
14
-
Loading...
+ 30 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.