Miele K 621 U, K 621 U-1, K 622 U-1 User Manual [nl]

Gebruiks- en montageaanwijzing
Bekleedbare koelkasten voor inbouw onder een werkblad K 621 U K 621 U-1 K 622 U-1
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor u het toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan het apparaat.
M.-Nr. 05 238 241
nl-BE
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Hoe kunt u energie besparen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Het toestel in- en uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Voor het eerste gebruik .............................................12
Bij langdurige afwezigheid ..........................................12
De juiste temperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
...indekoelkast..................................................13
...inhetdiepvriesvak ..............................................13
De temperatuur instellen ............................................13
Koelzone goed gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Verschillende koelgedeelten .........................................14
Levensmiddelen die niet geschikt zijn om te koelen .......................14
Levensmiddelen juist bewaren .......................................15
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen ...................15
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten .............................15
Vlees .........................................................15
De binnenruimte aanpassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
De legroosters / legplaten verplaatsen .................................16
Legrooster / -plaat in 2 delen.........................................16
Deur- en flessenrekken verplaatsen ...................................16
De flessenhouder verschuiven .......................................16
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Diepvrieswaar bewaren .............................................17
Zelf levensmiddelen invriezen ........................................17
Hou hiermee rekening bij het invriezen: ..............................17
Verpakken.....................................................18
Diepvrieswaar schikken ..........................................18
Diepvries ontdooien................................................18
IJsblokjes maken ..................................................19
Drank snel koelen .................................................19
Ontdooien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Koelzone ........................................................20
Vriesvak .........................................................20
Inhoud
Schoonmaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Binnenruimte, toebehoren ...........................................22
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen ................................22
Deurdichting .....................................................22
Wat gedaan als ...?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Waar bepaalde geluiden vandaan komen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Technische Dienst van Miele/garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Opmerkingen omtrent de montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Plaats van opstelling ...............................................29
Klimaatklasse ..................................................29
Ventilatie ........................................................29
Voor u het toestel inbouwt ...........................................29
Inbouwmaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
De deurscharnieren verwisselen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Toesteldeur ......................................................31
Deurtje van het vriesvak ............................................31
De bekledingsplaat monteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Afmetingen voor de bekledingsplaten..................................32
Montage.........................................................32
Bekledingsplaat ................................................32
Kleeffolie ......................................................33
Het toestel inbouwen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Beschrijving van het toestel
a Verluchtingsrooster
b Vriesvak (naar gelang van het
model)
c Legplaten (roosters of glazen platen)
d Gootje en afvoeropening voor het
dooiwater
e Fruit- en groentebakken
f Verluchtingsrooster
4
g Boter- en kaasvak
h Temperatuurregelknop en
binnenverlichting met lichtcontactschakelaar
i Eierrekje
j Flessenhouder
k Flessenrek
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal ge kozen dat door het milieu wordt verdra gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet met het gewone vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk container park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
­volledig gebruikt voor de toekomstige
­recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af danken van uw oud toestel, neem dan contact op met
-
de handelaar bij wie u het kocht
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10, website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van de compressor geen schade oplopen voordat het toestel terdege wordt geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid del uit het koelcircuit of olie uit de com pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder veilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het toestel volgens de regels
Dit toestel voldoet aan de voorge schreven veiligheidsvoorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen personen echter letsel oplopen en kan er materiële schade ontstaan.
Voor u het toestel in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing aan dachtig lezen. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, de installatie, het gebruik en het on derhoud van uw toestel. Dat is vei liger voor uzelf en u voorkomt scha de aan het toestel.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
gebruiken
Gebruik het toestel uitsluitend voor
~
huishoudelijke doeleinden: om levens middelen te koelen en te bewaren, om diepvriesproducten te bewaren, om verse levensmiddelen in te vriezen en om ijs te bereiden.
­Gebruik voor andere doeleinden is niet
toegelaten en kan gevaarlijk zijn. De fa brikant is niet verantwoordelijk voor
­schade die wordt veroorzaakt door een
ander gebruik dan wat hier wordt ver
­meld of door foutieve bediening.
Personen die door hun fysieke,
~
zintuiglijke of geestelijke mogelijkheden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om het toestel veilig te bedienen, mogen dit toestel al­leen onder het toezicht of begeleiding van een verantwoordelijk iemand ge­bruiken.
-
-
-
Kinderen in het huishouden
Kinderen mogen het toestel alleen
~
maar gebruiken wanneer hen de bedie ning ervan zo uitgelegd is dat ze het veilig kunnen bedienen. Kinderen moe ten de eventuele risico’s van een foutie ve bediening kunnen beseffen.
Let op kinderen die in de buurt van
~
het toestel komen. Laat kinderen niet met het toestel spelen.
6
-
-
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Vóórdat u de koelkast opstelt, con
~
troleert u het toestel op zichtbare scha de. Een beschadigde koelkast mag u niet opstellen en in gebruik nemen.
Dit toestel bevat het koelmiddel iso
~
butaan (R600a), een natuurlijk gas dat het milieu weinig belast, maar wel brandbaar is. Het is niet schadelijk voor de ozonlaag en draagt niet bij tot het broeikaseffect. Het gebruik van dit mi lieuvriendelijke koelmiddel veroorzaakt wel een lichte verhoging van het werkingsgeluid. Naast de werkingsgeluiden van de compressor kunnen er stromingsgeluiden in het vol­ledige koelcircuit voorkomen. Dat is jammer genoeg niet te vermijden, maar heeft geen invloed op de prestaties van het toestel. Let er bij het transporteren en het op­stellen van het toestel op dat geen en­kel onderdeel van het koelcircuit be­schadigd raakt. Wegspattend koelmid del kan tot oogletsels leiden! Bij beschadiging:
- vermijd open vuur of ontstekingsbronnen,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- verlucht gedurende enkele minuten het vertrek waarin het toestel staat, en
- verwittig de Technische Dienst van Miele.
-
-
Hoe meer koelmiddel er in een toe
~
stel zit, hoe groter de ruimte moet zijn waarin het toestel wordt opgesteld. Bij
­een eventueel lek kan er in een te
kleine ruimte een brandbaar mengsel van gas en lucht ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet het vertrek
-
minstens 1 m heid koelmiddel is aangegeven op het typeplaatje in het toestel.
Voor u het toestel aansluit, moet u
~
eerst de aansluitgegevens (spanning en frequentie) op het typeplaatje verge lijken met die van uw elektrische instal latie. Die gegevens dienen absoluut overeen te stemmen. Anders treedt er schade op aan uw toestel. Vraag bij twijfel in­lichtingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit toe-
~
stel is alleen dan gewaarborgd als u het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardsysteem aansluit. Het is heel belangrijk dat aan die funda-
-
mentele veiligheidsvoorwaarde is vol daan. Laat de elektrische installatie in uw woning bij twijfel door een elektri cien controleren. De fabrikant kan niet aansprakelijk ge steld worden voor schade die werd ver oorzaakt door een onderbroken of ont brekende aardleiding (bijv. elektrische schokken).
Als het aansluitsnoer beschadigd is,
~
laat het dan vervangen door een vak man die door Miele erkend is. Zo ver mijdt u risico’s voor wie het toestel ge bruikt.
3
groot zijn. De hoeveel
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Een veilige werking van het toestel
~
is alleen dan gewaarborgd als het toe stel overeenkomstig de gebruiksaanwij zing gemonteerd en aangesloten werd.
Als u het toestel niet op een vaste
~
plaats installeert, bijv. op een schip, laat dat karwei dan alleen door vak mensen uitvoeren. Die moeten ervoor zorgen dat u het toestel veilig kunt ge bruiken.
Installatiewerken, onderhouds
~
werken en herstellingen mogen alleen door gekwalificeerde vakmensen wor den uitgevoerd. Door ondeskundig uitgevoerde installatie-, onderhouds- of reparatiewerken kunnen er voor de ge­bruiker aanzienlijke risico’s ontstaan waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld.
Het toestel is pas stroomloos indien
~
aan een van deze voorwaarden werd voldaan:
de stekker van het toestel is uitge trokken. Trek daarbij niet aan het snoer, wel aan de stekker.
de zekering op uw elektrische instal latie is uitgeschakeld.
de schroefzekering op uw elektrische installatie is helemaal uitgedraaid.
Gebruik geen verlengsnoeren om
~
het toestel op het elektriciteitsnet aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheids garanties. Er bestaat onder meer gevaar voor oververhitting.
-
-
-
-
-
-
-
Juist gebruik
Raak bevroren levensmiddelen niet
~
­met natte handen aan. Uw handen kun
nen vastvriezen. U kunt zich verwon den.
Steek nooit ijsblokjes en ijslolly’s,
~
met name waterijsjes, in de mond wan neer u ze net uit de vrieszone hebt ge haald. Door de zeer lage temperatuur van het ijs kunnen uw lippen of tong vastvrie zen. U kunt zich verwonden.
Gedeeltelijk of volledig ontdooide le
~
vensmiddelen mogen niet opnieuw wor­den ingevroren. Verbruik deze levensmiddelen zo snel mogelijk, want de levensmiddelen ver­liezen hun voedingswaarde en beder­ven. Ontdooide levensmiddelen kunt u opnieuw invriezen nadat u ze heeft ge­kookt of gebraden.
Bewaar geen explosieve stoffen in
~
het toestel. Als de thermostaat wordt in­geschakeld, kunnen er vonken ont staan. Die kunnen ontvlambare mengsels tot ontploffing brengen.
Gebruik geen elektrische toestellen
~
-
in het toestel (bijv. om softijs te ma ken). Er kunnen vonken ontstaan. Ont ploffingsgevaar!
Plaats dranken met een hoog alco
~
holpercentage enkel rechtop en goed afgesloten in de koelzone. Ontploffingsgevaar!
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Bewaar in het vriesvak geen blikjes
~
en flessen met koolzuurhoudende dranken of vloeistoffen die kunnen be­vriezen. De blikjes of flessen kunnen uit elkaar springen. U kunt zich verwonden en er kan scha­de ontstaan.
Als u flessen snel in het vriesvak
~
wenst te koelen, moet u ze uiterlijk na één uur weer uit het vriesvak halen. De flessen kunnen ontploffen. U kunt zich verwonden en er kan schade ontstaan.
Als u levensmiddelen eet die te lang
~
bewaard werden, bestaat er gevaar voor voedselvergiftiging. De bewaarduur is afhankelijk van di­verse factoren, zoals de versheid en kwaliteit van de levensmiddelen en de temperatuur waarop ze worden be­waard. Hou rekening met de bewaartips en de houdbaarheidsdata van de fabrikant van de levensmid­delen.
Gebruik geen voorwerpen met een
~
scherpe punt of rand om
– rijm- en ijslagen te verwijderen,
– vastgevroren ijsbakjes en levens-
middelen los te wrikken.
Als u dat doet, beschadigt u de koelelementen en functioneert het toe­stel niet meer correct.
Plaats nooit elektrische verwar-
~
mingstoestellen of kaarsen in het toe­stel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
Gebruik geen ontdooisprays of
~
producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, ze kunnen oplosmiddelen of drijfgassen bevatten of ze kunnen de gezondheid schaden.
Behandel de deurdichting niet met
~
olie of vet. Daardoor wordt die na verloop van tijd poreus.
Als u in het toestel of in de deur vet-
~
of oliehoudende levensmiddelen be­waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of uitlopende olie niet in contact komt met kunststofonderdelen. Er kunnen spanningsscheuren in de kunststof ontstaan, zodat de kunststof barst of scheurt.
Dek de aanzuigopening voor de
~
lucht in de voet en de afvoeropening boven in de behuizing van de koelkast niet af. Als die openingen zijn afgedekt, is een goede luchtcirculatie onmogelijk. Het stroomverbruik stijgt en schade aan on­derdelen kan niet worden uitgesloten.
Het toestel is geconstrueerd voor
~
een bepaalde klimaatklasse. Een kli­maatklasse is temperatuurzone waar­binnen de kamertemperatuur moet blij­ven. De klimaatklasse staat vermeld op het typeplaatje dat binnen in het toestel aangebracht is. Een lage kamertemperatuur heeft tot gevolg dat de koelkast gedurende een lange tijd stilstaat, zodat het toestel de vereiste temperatuur niet kan aanhou­den.
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik voor het ontdooien en reini
~
gen van het toestel in geen geval een stoomreiniger. De stoom kan in aanraking komen met onderdelen van het toestel die onder spanning staan en zo een kortsluiting veroorzaken.
Wat met een afgedankte koel
-
kast?
Vernietig het knip- of grendelslot van
~
uw oud toestel als u het toestel afdankt. Op die manier voorkomt u dat spelende kinderen zich in het toestel opsluiten, wat levensgevaarlijk kan zijn.
Beschadig geen onderdelen van het
~
koelcircuit, bijv. door
– koelmiddelkanalen van de verdam-
per open te prikken;
– buizen te knikken;
– oppervlaktecoatings weg te krassen.
-
Als er koelmiddel uit spuit, kan dat oogletsels veroorzaken.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die ontstaan is doordat deze veiligheidsrichtlijnen niet in acht werden genomen.
10
Hoe kunt u energie besparen?
normaal energieverbruik verhoogd energieverbruik
Opstellen In een verluchtbare ruimte. In een gesloten, niet te verluchten
Beschermd tegen directe zonnestraling.
Niet naast een warmtebron (verwar mingselement, fornuis).
Bij een ideale kamertemperatuur van 20 °C.
Temperatuurinstelling Thermostaat "niveaugetallen" (regeling in niveaus)
Temperatuurinstelling Thermostaat "graadaanduidingen" (digitaal scherm)
Gebruik De deur alleen maar zo kort mogelijk
Ontdooien Ontdooi het vriesvak bij een ijslaag
Bij een gemiddelde instelling van 2 tot 3.
Keldervak van 8 tot 12 °C
Koelvak van 4 tot 5 °C
PerfectFresh-zone bijna 0 °C
Vriesvak -18 °C
Wijnbewaarzone van 10 tot 12 °C
openen.
Levensmiddelen goed gesorteerd inladen.
Laat warme gerechten en dranken eerst buiten het toestel afkoelen.
Levensmiddelen goed verpakt of goed afgedekt inladen.
Leg ingevroren producten in de koelzone om ze te ontdooien.
Doe de vakken niet te vol zodat de lucht kan circuleren.
van 0,5 cm.
ruimte
Bij directe zonnestraling.
Naast een warmtebron (verwar
­mingselement, fornuis).
Bij een hogere omgevingstempera tuur.
Bij een hoge instelling: Hoe lager de temperatuur in het vriesvak, hoe ho ger het energieverbruik!
Bij toestellen met een winterschake ling moet u erop letten dat die scha kelaar bij temperaturen boven 16 resp. 18 °C uitgeschakeld is.
De deur vaak en langdurig openen = koudeverlies
Wanneer alles door elkaar ligt, moet u lang zoeken en blijft de deur lang openstaan.
Warme gerechten in het toestel doen de compressor langdurig werken (het toestel probeert harder te koelen).
Wanneer vloeistoffen in de koelzone verdampen en condenseren, leidt dat tot verlies van het koelvermogen.
Een ijslaag vermindert de overdracht van de koude aan de in te vriezen le vensmiddelen en doet het stroom verbruik stijgen.
-
-
-
-
-
-
-
11
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa ter voor en wrijf daarna alles met een doek droog.
Laat het toestel na het transport zowat een (half) uur staan voor u het aansluit. Dat is van groot belang voor de goede werking achteraf!
-
Het toestel inschakelen
^ Draai de temperatuurregelknop van
de stand "0" weg.
Het toestel begint te koelen en het licht in de koelruimte gaat aan telkens als de toesteldeur opengaat.
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
­schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het vriesvak ontdooien,
^
maak het toestel schoon,
^
laat de toesteldeuren op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe zigheid uitgeschakeld, maar niet schoongemaakt? In zo’n geval is er risico van schimmelvorming zo de toesteldeur gesloten blijft.
-
Hoe hoger het getal op de regelknop, hoe lager de temperatuur in het toestel.
Het toestel uitschakelen
^
Draai de temperatuurregelknop van "1" naar de stand "0".
De koeling en de verlichting worden uit geschakeld.
12
-
De juiste temperatuur
...indekoelkast
Voor het bewaren van levensmiddelen is het van groot belang de juiste tempe ratuur in te stellen. Door micro-organis men bederft eetwaar namelijk gauw. Door een juiste bewaartemperatuur kan dat proces evenwel worden vermeden of vertraagd. De temperatuur heeft in vloed op de snelheid waarmee de mi cro-organismen aangroeien. Hoe lager de temperatuur, hoe trager dat proces.
Daarom bevelen wij een koeltempera tuur van 5 °C in het midden van het toestel aan.
De temperatuur in het toestel loopt op naarmate
– u de toesteldeur vaker opent en
langer laat openstaan,
– u meer eetwaar in het toestel be-
waart,
– de vers geplaatste eetwaar warm is,
– de omgevingstemperatuur rond het
toestel hoger ligt. Dit toestel is geschikt voor een be paalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die tem peratuur dient binnen zekere gren zen te blijven.
-
-
-
-
...inhetdiepvriesvak
(volgens het model)
-
Om verse levensmiddelen in te vriezen
­en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij deze temperatuur wordt de aangroei van micro-organismen verregaand stopgezet. Zodra de temperatuur bo ven de -10 °C stijgt, wordt de diepvries waar door de micro-organismen aange tast en kan die niet meer zo lang wor
-
den bewaard. Daarom mag u gedeelte lijk of volledig ontdooide spijzen pas weer invriezen nadat u ze gekookt of gebraden hebt. Door de hoge tempera­tuur worden de meeste micro-organis­men immers vernietigd.
De temperatuur instellen
De temperatuur kan u met de tempera­tuurregelknop instellen.
^ Draai de temperatuurregelknop in
een stand tussen 1 en 7.
Hoe hoger de stand, hoe lager de tem peratuur in het toestel. Aanbevolen wordt een stand ergens in het midden.
-
Als u eetwaar in het vriesvak bewaart en de vereiste vriesvaktemperatuur moet gewaarborgd blijven, kiest u beter een stand tussen 4en7.
-
-
-
-
-
-
Kies deze stand ook als u de toestel deur vaak dient te openen, heel wat eetwaar in de koelkast legt of de omge vingstemperatuur hoog ligt.
-
-
13
Koelzone goed gebruiken
Verschillende koelgedeelten
Door de natuurlijke luchtcirculatie is de temperatuur in de koelzone niet overal gelijk. De koude, zware lucht daalt naar het onderste gedeelte van het toestel. Gebruik de verschillende koelgedeelten wanneer u levensmiddelen in het toe stel plaatst!
-
Plaats geen explosieve stoffen en geen producten met brandbare drijf gassen (bijv. spuitbussen) in het toestel. Gevaar voor ontploffing!
Alcohol van hoog percentage enkel rechtop en perfect dicht afgesloten in het toestel plaatsen.
-
Warmste gedeelte
Het warmste gedeelte van de koelzone bevindt zich bovenaan aan de deur. Gebruik dit gedeelte bijv. om boter te bewaren, zodat ze gemakkelijk smeer baar blijft, en voor kaas, zodat hij zijn aroma niet verliest.
Koudste gedeelte
Het koudste gedeelte van de koelzone bevindt zich direct boven de groenteschalen.
Gebruik dit gedeelte voor alle gevoe­lige en snel bederfbare levensmid­delen, zoals:
vis, vlees, gevogelte,
worst, kant-en-klaargerechten,
gebak en gerechten met eieren of slagroom
vers deeg, taart-, pizza- quichedeeg,
kaas en andere producten op basis van verse melk,
Als u in het toestel of in de deur vet­of oliehoudende levensmiddelen be waart, dient u ervoor te zorgen dat eventueel uitlopend vet of olie niet in
-
contact komt met kunststofonderde len. Er kunnen spanningsbarsten ont­staan in de kunststof, zodat de kunststof breekt of scheurt.
De levensmiddelen mogen niet te­gen de achterwand komen. Ze kun­nen anders aan de achterwand vast­vriezen.
Levensmiddelen die niet geschikt zijn om te koelen
Niet alle levensmiddelen zijn geschikt om in de koelzone te worden bewaard. Daartoe behoren onder andere:
Voor koude gevoelig fruit en groenten, zoals bananen, avocado’s, papaja’s, passievruchten, aubergi nes, paprika, tomaten en augurken
-
-
-
in folie verpakte, bereide groenten en algemeen alle verse levensmiddelen waarvan de minimale houdbaar heidsdatum is gebaseerd op een be waartemperatuur van minstens 4 °C.
14
Fruit dat nog verder moet rijpen
-
Aardappelen
-
Harde kazen (parmezaan)
Koelzone goed gebruiken
Levensmiddelen juist bewaren
Levensmiddelen enkel goed verpakt of goed afgedekt bewaren. Zo vermijdt u dat de levensmiddelen vreemde geu ren opnemen, gaan uitdrogen en even tuele bacteriën overdragen. Bij een cor recte instelling van de temperatuur en een aangepaste hygiëne wordt de vermenigvuldiging van bacteriën zoals salmonella vertraagd.
Fruit en groenten
Fruit en groenten kunt u echter onver pakt in de groenteschalen bewaren. U dient er wel op te letten dat sommige soorten groenten een natuurlijk gas af­scheiden dat verouderingsprocessen versnelt. Sommige groente- en fruit­soorten reageren zeer gevoelig op dit natuurlijke gas. Daarom mogen niet alle soorten groenten en fruit samen in één schaal worden bewaard.
Voorbeelden van vruchten die veel natuurlijk gas afscheiden:
appelen, abrikozen, peren, nectarines, perziken, pruimen, avocado’s en vijgen.
Voorbeelden van fruit en groenten die zeer gevoelig reageren op het na tuurlijke gas van andere soorten fruit en groenten:
-
-
Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen
Onverpakte dierlijke en plantaardige le vensmiddelen scheiden. Als de levens
-
middelen samen worden geplaatst,
-
moeten ze in elk geval verpakt zijn. Op die manier voorkomt u dat er microbio logische veranderingen optreden.
Levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten
Merk op dat levensmiddelen die rijk zijn aan eiwitten sneller bederven. Schaal- en schelpdieren bederven dus sneller dan vis, terwijl vis sneller bederft dan vlees.
Vlees
Bewaar vlees open in het vak met een lage luchtvochtigheid. (Folie en reci­piënten openen.) De uitdroging van het vleesoppervlak remt de kiemvorming af en zorgt daardoor voor een betere houdbaarheid. Verschillende vlees­soorten mogen elkaar niet rechtstreeks aanraken, maar moeten altijd door een verpakking worden gescheiden. Daar door wordt vroegtijdige bederving door kiemoverdracht vermeden.
-
-
-
-
-
kiwi, broccoli, bloemkool, spruiten, mango’s, meloen, appelen, abrikozen, augurken, tomaten, peren, nectarines en perziken.
15
De binnenruimte aanpassen
De legroosters / legplaten verplaatsen
De legroosters en -platen kan u volgens de hoogte van de recipiënten ver plaatsen.
Trek het rooster / de plaat tot aan de
^
aanslag naar voren en til het / hem vooraan op om het / hem uit te ne men.
Zet het legrooster / legplaat er met
^
de achterste opstaande rand naar boven toe op de gewenste plaats weer in. Die opstaande rand dient naar boven te wijzen opdat de eetwaar de rug­wand niet aanraakt noch eraan vast­vriest.
-
-
Legrooster / -plaat in 2 delen
(naar gelang van het model)
Glazen legplaat
Deur- en flessenrekken verplaatsen
Schuif het rek naar boven toe en
^
neem het er naar voren uit.
Zet het rek er naar believen weer er
^
gens in. Druk het juist en stevig op de nokken.
-
De flessenhouder verschuiven
(naar gelang van het model)
De flessenhouder kan u naar links of rechts verschuiven. Daardoor hebben de flessen bij het openen en sluiten van de toesteldeur meer houvast.
Om hoge recipiënten te plaatsen, is er een legplaat in 2 delen. Daarvan kan u het voorste deel uitnemen. Zo kan u op de legplaat eronder hogere recipiënten plaatsen.
Legrooster
Om hoge recipiënten te plaatsen, is er een legrooster waarbij u een klein ge deelte opzij kan opklappen.
16
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Het vriesvakje gebruiken
Gebruik het vriesvak om
diepvries te bewaren,
ijsblokjes en roomijs te maken,
zelf kleine hoeveelheden levensmid
delen in te vriezen.
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het toestel legt, controleer dan reeds bij de aanschaf
of de verpakking niet beschadigd is,
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan ­18 °C, dan is de diepvrieswaar niet zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem in krantenpapier of een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont dooide levensmiddelen niet terug in. Zo u ze kookt of braadt, kan u die le vensmiddelen opnieuw invriezen.
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke levensmiddelen om in te vriezen!
Hou hiermee rekening bij het invriezen:
-
Zijn geschikt om in te vriezen:
vers vlees, gevogelte, wild, vis, groente, kruiden, rauw fruit, zuivel, gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
druiven, kropsla, radijsjes, ramme nas, zure room, mayonaise, eieren in hun schaal, uien, ongeschilde rauwe appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en groente voor het invriezen te blan­cheren. Doe de groente per portie 2 à 3 minuten in kokend water. Daarna uitnemen en vlug in koud water af­koelen. Laat de groente uitdruppen.
­–
Mager vlees is beter geschikt om in te vriezen dan vet. Het kan trouwens veel langer worden bewaard.
Leg tussen koteletten, biefstuk,
-
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie. Zo vermijdt u dat de porties aaneen vriezen.
-
-
Rauwe levensmiddelen en geblan cheerde groente mag u voor het in vriezen niet kruiden of zouten. Klaar gemaakte spijzen kruidt of zout u maar lichtjes. Sommige kruiden ver anderen immers van smaakintensiteit bij het invriezen.
-
-
-
-
17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
ten het toestel afkoelen. Anders wordt reeds ingevroren eetwaar even ontdooid. Dit leidt bovendien tot een hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de eetwaar per portie in.
^
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking. ^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Polyethyleen zakjes kan u ook met een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met inhoud en invriesdatum erop.
Diepvrieswaar schikken
-
Leg de levensmiddelen op hun brede
^
zijde op de bodem van de vrieszone, opdat ze zo vlug mogelijk tot in de kern bevroren geraken.
Leg de pakjes er droog in. Anders
^
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt, mogen niet in aanraking komen met reeds ingevroren eetwaar. Anders gaat die lichtjes ontdooien.
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
– in uw microgolfoven,
– in uw oven met de verwarmingssoort
"Hete lucht" of "Ontdooien",
– op kamertemperatuur,
– in uw koelkast.
Platte stukken vlees en vis kanuin een hete pan doen zodra ze lichtjes ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel in de verpakking als in een schotel met deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend water doen of in heet vet stoven. De kooktijd valt dan wat korter uit dan bij verse groente.
18
Vries gedeeltelijk of volledig ont dooide levensmiddelen niet terug in. Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
IJsblokjes maken
Vul de schaal voor ijsblokjes voor
^
drie kwart met water en plaats ze op de bodem van een vrieslade.
Gebruik om de vastgevroren ijs
^
schaal los te maken een stomp voor werp, b.v. een lepelsteel.
^ De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend water houdt.
Drank snel koelen
Als u flessen met drank snel koelt, haal die dan uiterlijk na 1 uur weer uit het vriesvak. Anders springen ze stuk!
-
-
19
Ontdooien
Koelzone
De koelzone ontdooit automatisch.
Terwijl de compressor draait, kunnen er rijp en waterpareltjes worden gevormd op de achterzijde van de koelzone. Die hoeft u niet te verwijderen omdat ze au tomatisch verdampen door de warmte van de compressor.
Het dooiwater loopt via een gootje en een afvoerbuis naar een verdampsysteem aan de achterzijde van het toestel.
Zorg ervoor dat het dooiwater altijd ongehinderd kan weglopen. Hou met het oog daarop het gootje en de afvoeropening schoon.
Vriesvak
(volgens het model)
Het vriesvak kan niet automatisch ont dooien.
Door de normale werking worden er na
­verloop van tijd rijp en ijs op het
koeloppervlak gevormd. Daardoor ver mindert de koudeafgifte en stijgt het stroomverbruik.
Schraap de rijp- of ijslagen niet weg omdat het koeloppervlak anders be schadigd kan worden. Het toestel functioneert dan niet meer.
Ontdooi het vriesvak geregeld, maar ui­terlijk als er zich een ijslaag van ca. 0,5 cm dik heeft gevormd. Doe dat bij voorkeur als het toestel weinig of geen bevroren goederen bevat.
Voor het ontdooien
-
-
-
20
^
Neem de levensmiddelen uit het vriesvak en wikkel ze in verschillende lagen krantenpapier of in een deken.
^
Bewaar de ingevroren levensmid delen op een koele plaats tot het vriesvak weer gebruiksklaar is.
-
Ontdooien
Het ontdooien zelf
Ontdooien moet snel gebeuren. Hoe langer u de ingevroren levensmid delen bij kamertemperatuur be waart, des te korter wordt de houd baarheid van de ingevroren levens middelen.
Schakel het toestel uit en trek de
^
stekker uit het stopcontact.
Laat de deur van het vriesvak open.
^
Zuig het dooiwater op met een
^
spons.
U kunt het ontdooien versnellen door op een onderlegger een pot met heet (niet kokend) water in het vriesvak te plaatsen. In dat geval laat u de deur tijdens het ontdooien gesloten, zodat de warmte niet kan ontsnappen.
Plaats nooit elektrische verwar­mingstoestellen of kaarsen in het toestel om het te ontdooien. De kunststof zou beschadigd raken.
-
-
Na het ontdooien
Reinig het toestel en droog het.
^
Er mag geen reinigingswater in de af voeropening voor het dooiwater lo
-
-
pen.
Sluit het toestel weer aan en schakel
^
het in.
Leg de ingevroren levensmiddelen
^
weer in het vriesvak.
-
-
Gebruik geen ontdooisprays of producten om ijs te verwijderen. Die kunnen immers explosieve gassen vormen, oplos- of drijfmiddelen be vatten, of de gezondheid schaden.
-
-
21
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met zand, schurend middel, soda of zuur, noch chemisch oplosmiddel. Ongeschikt zijn ook zogenaamde ‘schuurmiddelvrije’ schuurmiddelen. Die doen matte plekken opduiken.
Laat geen water lopen in de tempe ratuurregelknop noch in de ver lichting. Laat door het afvoergat voor het dooiwater geen sop lopen.
Gebruik nooit stoomreinigers. De stoom kan toestelonderdelen aanra ken, die onder spanning staan. Er kan dan kortsluiting optreden.
Het typeplaatje binnen in het toestel mag u niet verwijderen. Bij een eventuele storing heeft de Tech­nische Dienst dat nodig!
-
Binnenruimte, toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het best lauw water met wat afwasmiddel. Was alle onderdelen met de hand af, niet in de vaatwasser. Het botervlootje kan u wel in de afwasautomaat zetten.
Maak de koelzone minstens eens per
^
-
-
maand schoon. Het vriesvak telkens na het ontdooien.
Maak het geultje voor het dooiwater
^
alsook het afvoerbuisje vaker schoon met een staafje. Zo kan het dooiwater steeds ongehinderd weglopen.
^ Spoel de binnenruimten en het toe-
behoren daarna met helder water af. Wrijf alles met een doek droog. Laat de toesteldeuren even openstaan.
Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen
Voor het schoonmaken
^
Schakel het toestel uit door de tem peratuurregelknop op ‘0’ te draaien. Trek ook de stekker uit het stopcon tact of schakel de smeltstoppen uit.
^
Neem de eetwaar uit het toestel en bewaar die op een koele plaats.
^
Laat het vriesvak ontdooien.
^
Neem alle onderdelen die u kan uit nemen, uit om ze schoon te maken.
22
^ Maak die openingen geregeld met
een kwast of stofzuiger schoon. Hoe
-
-
meer stof erop ligt, hoe meer stroom het toestel verbruikt.
Deurdichting
Behandel de deurdichting nooit met olie of vet. Die wordt anders na ver loop van tijd poreus.
-
^
Maak de deurdichting geregeld met helder water schoon. Wrijf ze nadien met een doek goed droog.
-
Na het schoonmaken
Plaats alle onderdelen weer in het
^
toestel.
Sluit het toestel weer aan en schakel
^
het in met de temperatuurregelknop.
Leg de diepvrieswaar weer in het
^
toestel en sluit de toesteldeuren.
Schoonmaken
23
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe stellen mogen enkel en alleen door een vakman worden uitgevoerd. Door ondeskundige reparaties kun nen er ernstige risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als...
. . . het toestel niet koelt?
Zie na of de temperatuurregelknop
^
op een andere stand staat als ‘0’.
Zit de stekker van het toestel wel ste
^
vig in het stopcontact?
...decompressor vaker en langer
-
ingeschakeld wordt?
Zijn de ventilatie-openingen niet ge
^
-
blokkeerd of zitten ze niet onder het stof?
De toesteldeur en de deur van het
^
vriesvak werden vaak geopend. Ofwel werd heel wat verse eetwaar ingevroren.
Kunnen de toesteldeuren wel goed
^
dicht?
Kijk eens na of er in het vriesvak
^
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
­laat de zone dan ontdooien.
-
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het geval is, doe dan een beroep op de Technische Dienst van Miele.
...detemperatuur in de koelzone te koud is?
^ Zet de temperatuurregelknop op een
kleiner getal.
^
Is de deur van het vriesvak wel goed dicht?
^
Werd er een grote hoeveelheid eet waar tegelijk ingevroren? Daar de compressor dan heel lang draait, zakt de temperatuur in de koelzone automatisch. Daarom vriest u bij voorkeur nooit meer dan 2 kg eetwaar tegelijkertijd in.
-
...dediepvrieswaar ontdooit omdat het in het vriesvak te warm is?
^ Is de kamertemperatuur waarvoor uw
toestel voorzien is, niet onder die op­gegeven temperatuur gezakt?
Verhoog de kamertemperatuur of zet de winterschakeling aan.
De compressor springt niet zo vaak in gang indien de kamertemperatuur te laag is. Dan kan het in het vriesvak ook te warm worden.
...dediepvrieswaar vastgevroren is?
^
Maak de diepvrieswaar los met een stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
24
Wat gedaan als ...?
...erzich in het vriesvak een dikke ijslaag gevormd heeft?
Kan de deur van het vriesvak goed
^
dicht?
Ontdooi het toestel en maak het
^
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelver mogen. Dan stijgt ook het stroomver bruik.
...debinnenverlichting in de koelzo ne niet meer werkt?
Misschien klemt de lichtschakelaar.
^ ^ Staat de temperatuurregelknop op
een andere stand dan ‘0’? Zo ja, dan is het lampje defect.
^ Trek de stekker uit het stopcontact of
schakel de overeenkomstige smelt­stoppen uit.
-
-
...debodem van de koelzone nat is?
Het afvoergaatje voor het dooiwater is verstopt.
Maak het afvoergeultje en -buisje
^
voor het dooiwater schoon.
Kan u de storing aan de hand van deze aanwijzingen niet ongedaan maken, doe dan een beroep op de Technische Dienst van Miele.
-
Maak de toesteldeuren bij voorkeur niet open tot de storing werd verhol pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
^
Neem het lampje langs achteren vast en draai het uit.
^
Vervang het lampje. Gegevens: 220 – 240 V, max. 15 W, fitting E 14
^
Draai de nieuwe lamp in.
25
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluiden Waar komen ze vandaan?
Brrrrr... Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
Blubb, blubb.... Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
de buisjes vloeit.
Klik.... U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
schakelt.
Sssrrrrr.... Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen ruimte van het toestel.
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te vermijden zijn!
-
-
-
Geluid waaraan u vlot kan verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkel Het toestel staat niet waterpas: Stel het toestel waterpas.
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen doen?
Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets onder het toe­stel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
26
Technische Dienst van Miele/garantie
Neem in geval van storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van onze Technische Dienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet, geef dan a.u.b. altijd het type- en het machinenummer van uw toestel op. Deze gegevens vindt u op het type plaatje binnen in het toestel.
Duur en voorwaarden van de garantie
De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Meer informatie over de garantievoor­waarden kan u bekomen op onze site of per telefoon bij Miele. Zie keerzijde van deze gebruiksaanwijzing.
-
27
Elektrische aansluiting
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd, is dus voorzien van snoer en stekker. Het apparaat is geschikt om te worden aangesloten op eenfasige stroom 220 ­240 V, 50 Hz. Dit toestel mag enkel op een degelijk geaard stopcontact wor den aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het toestel op het stroomnet aan te sluiten. Die waarborgen niet de nodige veilig­heid. Er is risico van oververhitting.
-
-
Dient het aansluitsnoer te worden vervangen, dan mag dat enkel worden uitgevoerd door een erkend elektricien.
28
Opmerkingen omtrent de montage
Zolang het toestel niet ingebouwd is, kan het nog kantelen!
Plaats van opstelling
Ventilatie
Dek de luchttoevoer- en luchtafvoer openingen aan het toestel niet af. Maak die ook geregeld stofvrij.
-
Kies geen plaats vlak naast een fornuis, een radiator of bij een venster vlak in de zon. Hoe hoger de kamertempera
­tuur oploopt, hoe langer de compressor draait en hoe meer stroom er wordt ver bruikt. Geschikt is een droog, degelijk geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een be­paalde klimaatklasse of categorie van omgevingstemperatuur. Die tempera­tuur dient binnen zekere grenzen te blij­ven. De klimaatklasse vindt u terug op het typeplaatje binnen in het toestel.
Klimaatklasse Kamertemperatuur
SN
N
ST
T
+10 °C tot +32 °C +16 °C tot +32 °C +16 °C tot +38 °C +16 °C tot +43 °C
Lagere kamertemperaturen doen de compressor langer stilstaan. Dat kan de temperatuur in het toestel doen stijgen. Zo kan diepvrieswaar zelfs eventueel lichtjes gaan ontdooien.
Voor u het toestel inbouwt
Verwijder de snoerhouder van de
^
achterzijde van het toestel.
-
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen bewegen. Buig ze eventueel voor zichtig van mekaar weg.
-
-
29
Inbouwmaten
Afmetingen van de nis:
A = 600 mm
B = 570 mm (minstens)
Afmetingen van het toestel:
C = 597 mm
D = 569 mm
E = 593 mm
30
De deurscharnieren verwisselen
Voor u uw toestel inbouwt, bepaalt u langs waar de toesteldeuren moeten opengaan. Moeten ze naar links open gaan, verplaats dan het scharnier.
Toesteldeur
^ Laat de toesteldeur dicht en schroef
het scharnierhoekplaatje b uit. Neem de toesteldeur langs onder af.
^ Neem het tussenringetje d en de
scharnierbout c uit het scharnier­hoekplaatje. Draai deze delen in het tweede gat van het scharnierhoek plaatje.
^
Draai de bovenste scharnierbout f uit en schroef hem aan de andere kant weer in.
^
Til het afdekplaatje a weg. Sluit daarmee de vrije openingen aan de andere kant.
^
Verwijder de dop g uit de scharnier bus. Zet de dop er aan de andere kant weer in.
-
Steek de toesteldeur op de bovenste
^
scharnierbout e en doe ze dicht.
-
Steek de onderste scharnierbout c
^
met het scharnierhoekplaatje b in de daartoe voorziene opening op de on derkant van de toesteldeur. Schroef het scharnierhoekplaatje op de om manteling vast.
Hang de toesteldeur nu mooi recht.
^
Gebruik daartoe de langwerpige gaatjes in het scharnierhoekplaatje. Draai daarna alle schroeven aan.
Deurtje van het vriesvak
^ Neem de dopjes a eruit. ^
Schroef het slotplaatje b eraf.
^
Schroef het deurtje eraf c. Draai het 180° en schroef het aan de andere kant weer op.
^
Neem de doppen d uit. Schroef in de plaats daarvan het slotplaatje b op.
^
Sluit de vrije gaatjes met de dopjes af.
-
-
-
^
Plaats het handvat f aan de andere kant.
31
De bekledingsplaat monteren
Onder de bekledingslijsten kan u bekle dingsplaten of kleeffolie - tot 4 mm dik ­schuiven.
Dikkere bekledingsplaten dient u aan de vier zijden af te frezen. Op de afbeelding: a plaat, b lijst.
Afmetingen voor de bekledingsplaten
Hoogte = 677 mm
Breedte = 585 mm
Diepte=4mm
Montage
-
Bekledingsplaat
Zet de toesteldeur open.
^
Kleeffolie dient ca. 20 mm groter te zijn.
Geef bij de bestelling van bekle dingsplaten steeds de afmetingen op. Bij houten platen ook de richting van de nerven.
32
^
Schroef het handvat a en de bekle dingslijsten b en d van de deur af.
^
Zet de schroeven in de bekledings lijsten e ietwat los. Zo kan u de
-
lijsten naar voren schuiven.
^
Schuif de bekledingsplaat c erin.
^
Schuif de bekledingslijsten e terug en schroef ze vast.
-
-
Schroef de bekledingslijst b en d en
^
het handvat a weer op de deur.
Duw de lijst van het bekledingsraam bij het vastschroeven lichtjes tegen de bekledingsplaat aan. Zo kan er geen spleet ontstaan, waaraan u zich zou kunnen kwetsen.
Kleeffolie
De kleeffolie brengt u aan net als een bekledingsplaat. Hiertoe dient u de be kledingslijsten evenwel volledig af te schroeven. Kleef daarna de ietwat grotere folie rechtstreeks op de deur van het toestel. Schroef de lijst er daar­na weer op.
De bekledingsplaat monteren
-
33
Het toestel inbouwen
De vloer waarop u het toestel wordt plaatst, moet waterpas en effen zijn. Oneffenheden kan u wegwerken door met een dopsleutel de regelbare toestelvoetjes te verdraaien.
Schuif het toestel in de nis.
^
Let erop dat het snoer niet geklemd raakt!
^ Steek de stekker in het stopcontact
a.
^ Breng het toestel keurig op dezelfde
lijn als de keukenmeubelen.
^
Bevestig het toestel met twee schroe ven b onderaan tegen het werkblad.
34
-
35
Wijzigingen voorbehouden / 3009
K 621 U, K 621 U-1, K 622 U-1
M.-Nr. 05 238 241 / 02
Loading...