Gebruiksaanwijzing
Droogautomaat met afvoer
Gold 2000 A
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing
voordat u dit toestel installeert
en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw apparaat.M.-Nr. 05 421 340
1 Aansluitsnoer
2 Bedieningspaneel
3 Deur
4 Aansluiting luchtafvoer (in de fabriek achteraan opengelaten)
5 Vier in de hoogte verstelbare voetjes
4
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
bToets ‘I-aan/0-uit’
om het toestel in en uit te schakelen of
een programma te onderbreken. Is het
toestel ingeschakeld, dan brandt de
trommelverlichting als u de machinedeur opendoet.
cToets ‘deur’
om de deur te openen of het programma af te breken. Deze toets springt
meteen weer uit.
dToets ‘START’
om een droogprogramma te starten.
Het controlelampje:
– knippert als u het programma kan
starten,
– blijft branden na de start van het pro-
gramma.
eToetsen voor bijkomende functies
Controlelampje: aan = ingeschakeld
uit= uitgeschakeld
fProgrammakiezer
Deze knop kan u zowel naar rechts als
naar links draaien.
De ringverlichting gaat uit:
– indien u enkele minuten na het in-
schakelen geen programma hebt
gekozen noch gestart,
– enkele minuten na afloop van het
programma.
gVerklikkerlichtjes voor program-
maverloop en controle
Deze lampjes worden in de rubriek
’Wat gedaan als ...’ beschreven.
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycler en
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal gekozen, dat het milieu verdraagt en dus opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof gespaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet gewoon met het
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerterrein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waardevol materiaal. Geef uw oud toestel dus
niet gewoon met het grof huisvuil mee.
Vraag liever inlichtingen aan uw gemeentebestuur of aan het dichtstbijzijnde autowrak- of schrootverwerkend bedrijf omtrent de mogelijkheden om die
stoffen opnieuw te gebruiken. Hou tevens rekening met de gelijknamige rubriek in de “Opmerkingen omtrent uw
veiligheid, waarschuwingen’.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Lees uw gebruiksaanwijzing voordat u uw droogautomaat in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmerkingen omtrent uw veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
toestel. U zorgt zo voor uw eigen
veiligheid en vermijdt schade aan
uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef ze door aan wie het toestel
eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Uw droogautomaat is uitsluitend
bestemd om in water gewassen
textiel te drogen. Droog enkel wasgoed
dat volgens het onderhoudsetiket voor
de droogautomaat geschikt is.
Andere toepassingen zijn misschien gevaarlijk. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade veroorzaakt door onjuiste bediening of verkeerd gebruik.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat
u het opstelt.
Beschadigde toestellen mag u nooit opstellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting (smeltveiligheden,
spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet
bij u ter plaatse voordat u het toestel
aansluit. Vraag eventueel uitleg aan
een elektricien indien u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit
toestel is enkel gewaarborgd indien het op een volgens de voorschriften geïnstalleerd aardingssysteem is
aangesloten. Het is heel belangrijk dat
deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. In geval van twijfel
dient u uw installatie door een vakman
te laten nakijken. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die werd veroorzaakt doordat
de aardingsleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak.
Dit toestel beantwoordt aan de voor-
geschreven beveiligingsbepalingen.
Door ondeskundige reparaties kunnen er
onvoorziene risico’s opduiken voor wie
het toestel gebruikt. Daar kan de fabrikant niet aansprakelijk voor worden gesteld. Herstellingen mag u uitsluitend laten uitvoeren door vaklui die door de
firma Miele erkend zijn.
Er bestaat vergiftigingsgevaar door
het terugzuigen van uitlaatgassen
wanneer er gasboilers, gasverwarmers,
kolenkachels met schouwaansluiting e.d.
in hetzelfde of aangrenzende vertrek geïnstalleerd zijn en de onderdruk 0,04 mbar
(4 Pa) of meer bedraagt.
Onderdruk kunt u vermijden door het vertrek voldoende te verluchten, b.v. door
– niet-afsluitbare ventilatie-openingen
in de buitenmuur of
– vensterschakelaars - waardoor u de
droogautomaat enkel kan inschakelen als u het venster opendoet.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoeren. Er bestaat
risico op oververhitting.
Bij storingen of bij reiniging en onderhoud is uw toestel pas van het
stroomnet losgekoppeld indien
– u de stekker uit het stopcontact haalt
of
– de smeltstoppen van uw installatie
uitschakelt.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele
Miele-vervangstukken. Enkel daardoor
bent u zeker dat ze ten volle voldoen
aan de eisen die Miele op het stuk van
veiligheid stelt.
Gebruik
Stel uw droogautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen.
Temperaturen die duidelijk onder het
vriespunt liggen, brengen de goede
werking van het toestel in het gedrang.
Gebruik uw droogautomaat enkel
wanneer de luchtafvoerleiding is
aangesloten.
De weggeblazen lucht mag niet
terechtkomen in een afvoerschouw
voor rook of uitlaatgassen. Laat die
lucht ook niet afvoeren in een kanaal
dat dient om een vertrek te verluchten,
waar verwarmingstoestellen opgesteld
staan. Anders bestaat er gevaar dat er
rook en uitlaatgas wordt teruggezogen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo
voorkomt u dat kinderen
– op de deur leunen en het toestel
doen kantelen,
– in het toestel proberen te kruipen of
er voorwerpen in verstoppen.
Er bestaat brandgevaar bij textiel
dat
– schuimrubber of overwegend rubber-
achtig materiaal bevat,
– textiel dat met brandbaar reinigings-
middel werd behandeld,
– met haarspray, nagellak-oplosmid-
del e.d. in aanraking is gekomen.
– opgevuld is en waarvan het opvulsel
beschadigd is, bv. bij kussens of jassen. De losgekomen voering kan
brand veroorzaken.
– met vet of olie besmeurd is.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Het gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen enkel worden
ingebouwd indien ze door Miele
goedgekeurd zijn.
Worden er andere onderdelen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt elke
waarborg of productaansprakelijkheid.
Berging van uw oud toestel
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak stekker en snoer onbruikbaar.
Zo vermijdt u dat het toestel verkeerd
wordt gebruikt.
9
Korte handleiding
Korte handleiding
Beschrijving in een notendop
U stelt een programma in door aan de
programmakiezer te draaien. Via een
druk op een toets kan u daar een bijko-mende functie bij combineren.
Elk programma start nadat u op de
toets ’START’ hebt gedrukt.
De controlelampjes in de aanduiding
van het programmaverloop (rechts op
het bedieningspaneel) vertellen u hoever het programma gevorderd is.
Door het Sensitiv-droogsysteem wordt
het verschil in waterkwaliteit automatisch weggewerkt. De gewenste droogtegraad wordt nauwkeuriger bereikt.
De Novotronic-besturing meet de geleidingswaarde van het water, registreert
die en compenseert de verschillen om
steeds een gelijke restvochtigheid te
halen.
De trommel draait ook afwisselend naarlinks en naar rechts. Zo wordt het wasgoed gelijkmatig en behoedzaam gedroogd.
Nadat de gewenste droogtegraad is
bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Op het einde van het programma volgt
nog een ’kreukbeveiligingsfase’: de
trommel draait met korte tussenpozen.
Dit voorkomt ligplooien in het wasgoed.
Gelieve eerst de rubrieken ’Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’ en ’Zo droogt u juist’ te
lezen.
De van getallen (
zinnen kan u gebruiken als korte handleiding.
1,2,3...) voorziene
1 Het toestel inschakelen en de was
inleggen
Druk om het toestel in te schakelen
op de toets ’I-aan/0-uit’.
Druk op de toets ’deur’ en maak de
toesteldeur open.
Leg de was losjes in de trommel.
Sluit de deur met een lichte zwaai.
Duw ze niet dicht.
2 Een programma kiezen
Draai de programmakizer op de
gewenste droogtegraad.
3 (Een) bijkomende functie(s) kiezen
Schakel eventueel bijkomende functies in of uit door op de toetsen te
drukken.
4 Het programma starten
Druk op de toets ’START’.
U kan ook nog programmierfuncties
activeren om het toestel aan uw eigen
behoeften aan te passen. Deze instellingen kan u steeds weer wijzigen.
10
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Zie goed na welk droogsymbool er
op het etiket van het textiel staat
voordat u gaat drogen.
Deze symbolen betekenen:
q = drogen bij normale temperatuur
r = drogen bij lagere temperatuur
(druk ook op de toets ’Temperatuur
laag’)
s = niet machinaal te drogen
t = machinaal drogen mogelijk
Is er geen symbool voorhanden, hou
dan met deze principes rekening:
– Wit en bont alsook kreukherstellend
wasgoed kan u met de overeenstemmende droogtegraad laten drogen.
Zie rubriek ’Programma-overzicht’.
– Delicaat wasgoed, bv. van acryl,
droogt u in het programma ’Kreukherstellend’. Druk daarbij ook op de
toets ’Temperatuur laag’.
Volgend wasgoed mag u niet in
de machine drogen:
- Wol en gemengde weefsels die
wol bevatten:
vertonen de neiging te vilten of te
krimpen. U kan ze wel drogen in het
speciaal programma ’Finish wol’.
- Met dons gevuld textiel*:
naar gelang van de kwaliteit neigt
het fijne weefsel binnenin te krimpen.
- Zuiver linnen weefsels*:
droog die enkel machinaal zo de fabrikant dat in het onderhoudsetiket
vermeldt. Anders kan het weefsel
‘ruig‘ worden.
* Deze weefsels kunnen wel drogen in
het speciaal programma ’Ontkreuken’.
Tips om wasgoed te drogen:
– Gebreide textielsoorten (bv. t-shirts,
truitjes) neigen bij de eerste wasbeurt te krimpen. Laat dit wasgoed
niet te lang drogen. Daarmee vermijdt u dat het verder krimpt. Koop
gebreid textiel eventueel een of twee
maten groter.
–
Gesteven wasgoed kan in de droogautomaat worden gedroogd. Om het
gewone glanseffect te verkrijgen,
dient u wel de dosis stijfsel te verdubbelen.
– Hoe meer
u in de trommel doet, hoe groter de
kans op
voor heel delicaat weefsel, bv. overhemden en bloezen.Verminder de lading of kies het aparte programma
‘Kreukherstellend, strijkvochtig’.
–
Nieuw donker textiel mag u niet
samen met licht gekleurd wasgoed
laten drogen. Anders loopt u het
risico dat de kleur afgeeft.
Overlaad de trommel nooit! Hou
steeds rekening met de maximumlading die in de rubriek ‘Programmaoverzicht’ wordt opgegeven. Anders wordt de was niet zo
behoedzaam behandeld. Het droogresultaat komt dan eveneens in het
gedrang. Er kunnen ook meer kreuken optreden.
kreukherstellend wasgoed
kreuken. Dat geldt vooral
11
Zo droogt u juist
Zo droogt u juist
Tips om stoom te besparen
Laat de was in de wasautomaat tegen
het hoogste toerental centrifugeren.
Zo spaart u bij het drogen ca. 30 %
tijd en stroom zo u de was tegen 1600
i.pl.v. 800 t.p.m. laat centrifugeren.
Gebruik tijdens het droogprogramma de volledige trommellading. Stop
niet te veel noch te weinig was in de
trommel. Zie rubriek ’Programma-
overzicht’.
Het stroomverbruik voor de hele
lading is zo het gunstigst.
Sorteer het textiel zoveel mogelijk volgens
– de vezel- en weefselsoort,
– de gewenste droogtegraad,
– het formaat en de restvochtigheid
na het centrifugeren.
Zo verkrijgt u een gelijkmatig droogresultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, doseerbekers e.d. uit het wasgoed.
Deze objecten kunnen tijdens het
drogen smelten en schade teweegbrengen aan toestel en wasgoed.
Leg het wasgoed losjes in de trommel.
Overlaad de trommel nooit. De was
wordt dan niet zo behoedzaam
behandeld. Het droogresultaat komt
dan eveneens in het gedrang.
Zorg voor een degelijke ventilatie
van het vertrek waar het toestel moet
werken.
1 Het toestel inschakelen en
de was in de trommel doen
Knoop dekbedovertrekken en kussenslopen dicht. Zo komen er geen
kleinere stukken wasgoed in terecht.
Sluit ritsen en knoop linten en schortenbanden samen.
Druk op de toets ’I-aan/0-uit’.
Druk op de toets ’deur’ en maak de
deur open.
12
Zwaai de deur zachtjes dicht. Duw
ze niet dicht.
Zorg ervoor dat er bij het sluiten
geen stukken wasgoed tussen de
deur geklemd zitten. Anders loopt
het textiel schade op.
Zo droogt u juist
2Een programma kiezen
Draai de programmakiezer in de
gewenste positie.
De programma’s worden uitgelegd in
de rubriek ’Programma-overzicht’.
De duur van het programma wordt
door de elektronische programmabesturing bepaald.
3Bijkomende functies kiezen
U kan bijkomende functies in- of uitschakelen.
De bijkomende functies vindt u beschreven in de gelijknamige rubriek.
4Een programma starten
Druk op de toets ’START’.
Rechts op het bedieningspaneel gaat
het controlelampje aan van de droogtegraad die het laatst werd bereikt.
TIJDKEUS
In dit geval duurt het programma altijd
even lang.
Omtrent de memory-functie:
Is de memory-functie actief? Dan voert
het toestel de extra functies uit, die u in
het vorige droogprogramma erbij had
gekozen. De controlelampjes van de
bijkomende functies worden verlicht.
De memory-functie vindt u verder
beschreven in de rubriek ’program-
meerfuncties’.
13
Zo droogt u juist
Controlelampje ‘Filter’
Dit lampje duidt aan dat het toestel niet
optimaal of niet spaarzaam werkt. De
redenen waarom het brandt, kunnen
zijn:
– de pluizenzeef in de deur is verstopt,
– de luchtafvoerleiding of de luchtuit-
laatopening is verstopt,
– de afvoerleiding is te lang; wenken
omtrent de lengte en de diameter
van de afvoerleiding vindt u in het
hoofdstuk ‘Installatie van de luchtafvoerleiding’.
Kunt u de afvoerleiding niet verkorten?
In dit geval wijst het lampje ‘Filter’ erop
dat u na elke droogbeurt de filter dient
na te kijken.
Voor u een programma start, gaat het
controlelampje ‘Filter’ pas uit indien u
het toestel met de toets ‘I-aan/0-uit’
hebt uitgeschakeld.
Na het drogen
Zodra het droogprogramma ten einde
is, gaat het controlelampje ’Kreukbevei-
liging/einde’ aan.
Druk de toets ‘Deur’ in om de toesteldeur te openen.
Neem het wasgoed uit de trommel.
Zie na of de trommel wel leeg is.
Zo er wasgoed achterblijft, kan dat
bij de volgende droogbeurt schade
oplopen door te lang te drogen.
Verwijder na elke droogbeurt de
pluizen uit de zeef aan de binnenzijde van de deur. Zie rubriek ’Reini-
ging en onderhoud van het toestel’.
Doe na elke droogbeurt de toesteldeur dicht en schakel het toestel uit.
Druk op de toets ‘I-aan/0-uit’ om het
toestel uit te schakelen.
14
Bijkomende functies
Bijkomende functies kan u voor de
start van het programma in- of uitschakelen door op de gepaste toets
te drukken.
Bijkomende functies
Economie
Het stroomverbruik wordt beperkt bij
hogere omgevingstemperaturen (vanaf 25 °C).
Er is een spaareffect te bereiken bij hogere omgevingstemperaturen (bv. in
de zomer) en bij maximumlading.
Het programma duurt dan wel langer.
Kort
De programmaduur wordt verkort.
– Om niet delicaat wasgoed te drogen.
Het controlelampje:
– aan = bijkomende functie ingescha-
keld,
– uit= bijkomende functie uitgescha-
keld.
Bijkomende functies die niet met het
basisprogramma te verenigen zijn, kan
u niet inschakelen. Het controlelampje
gaat dan meteen uit nadat u de toets
hebt losgelaten.
Stelt u bijkomende functies in, die niet
met elkaar te verenigen zijn, bv. ’kort’
en ’Temperatuur laag’, dan wordt enkel
de laatst gekozen functie ingeschakeld.
Temperatuur laag
De droogtemperatuur wordt verlaagd.
– Voor delicaat textiel (onderhouds-
symbool r), bv. van acryl.
De programmaduur wordt verlengd.
Zoemer
Na afloop van het programma weerklinkt er tijdens de kreukbeveiligingsfase met tussenpozen een signaal.
Zo regelt u het volume van de zoemer:
1 Kies een programma.
2 Druk op de toets ’zoemer’ (het
controlelampje ’zoemer’ gaat aan)
tot het gewenste geluidsvolume is
ingesteld. Meteen wordt de toonhoogte van de zoemer gewijzigd.
3 Laat de toets ’zoemer’ los en start
het programma.
15
Programma-overzicht
Programma-overzicht
ProgrammaSoort wasgoedMaximum-
WIT EN BONT
Extra droog
Textiel met verschillende
lagen dat in ’Kastdroog +’
niet droog genoeg wordt.
Kastdroog +
Textiel met een laag of
verschillende lagen, alsook
verscheidene soorten katoen
(bv. badhanddoeken,
breigoed).
Kastdroog
Strijkvochtig
(1)
rKatoen of linnen (bv. tafel-
Strijkvochtig rr
Mangelvochtig
Gelijksoortig textiel van katoen
(breigoed, molton, badstof).
(1)
lakens en beddegoed,
gesteven wasgoed e.d.)
Katoen of linnen dat achteraf
met een professionele
strijkmachine (of mangel)
wordt gestreken; gesteven
was.
KREUKHERSTELLEND
Kastdroog +
Kreukherstellend textiel van
synthetisch of gemengd
weefsel dat bij ’Kastdroog’
niet droog genoeg wordt
(bv. truien, jurken, broeken).
Kastdroog
(1)
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
weefsel, bv. katoen /
synthetisch.
Strijkvochtig
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
weefsel, bv. katoen /
synthetisch,
die achteraf nog wat moeten
worden gestreken.
lading
5 kgBreigoed niet extra droog
5 kg–
5 kgBlijken sommige stoffen
5 kg–
5 kgBlijken sommige stukken
5 kgHet wasgoed - in afwachting
2,5 kgLaat de was minstens
2,5 kg
2,5 kg
(2)
Opmerkingen
laten drogen.
Krimprisico.
nog te vochtig, kies dan
’Kastdroog +’.
wasgoed nog te vochtig om
ze manueel te strijken, kies
dan liever ’Strijkvochtig r’.
van de strijkbeurt - oprollen.
Daarmee vermijdt u dat het
uitdroogt.
30 seconden
centrifugeren.
(1)
Opmerking voor testinstituten: programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121/A11.
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
16
Programma-overzicht
ProgrammaSoort wasgoedMaximum-
TIJDKEUS
Warme lucht
Koude lucht
Aparte prog ramma’s
Kreukherstellend,
strijkvochtig
Finish-wol
Ontkreuken
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
Aparte stukken wasgoed
(bv. badhanddoek, badpak,
vaatdoek).
Stukken textiel met verschillen-
de lagen die wegens hun
samenstelling verschillende
droogeigenschappen vertonen.
Om wasgoed enkel teventileren.5 kg–
Textiel van katoen of gemengd
weefsel (bv. overhemden,
bloezen)
Wolgoed.1 kgWolgoed wordt even
Katoenen of linnen weefsels.
Kreukherstellend textiel
van katoen, gemengd of
synthetisch weefsel.
lading
5 kg–
1 kgHet textiel wordt - naar gelang
2,5 kgKreuken uit de voorafgegane
(2)
Opmerkingen
van de textielsoort - vrijwel
kreukloos gedroogd.
luchtig gemaakt zodat het
donzig aanvoelt.
Neem het wolgoed
meteen na afloop van het
programma uit de trommel.
Wol wordt in dit programma
niet volkomen droog
centrifugeerbeurt worden
beperkt.
Neem de was meteen na het
programma uit de trommel en
hang het aan de lijn of op
kleerhangers te drogen.
17
Van programma veranderen
Van programma veranderen
Nadat het programma van start is gegaan, aanvaardt het toestel geen wijzigingen meer in programmakeus en
bijkomende functies.
Draait iemand de programmakiezer na
de start van het programma op een ander programma, dan knippert het controlelampje ’drogen’. Het verloop van
het programma ondergaat geen verandering. Dat controlelampje gaat uit zodra u de programmakiezer weer op het
oorspronkelijke programma draait.
Wasgoed erbij leggen of uitnemen
Het programma afbreken:
Druk de toets ‘Deur’ in en maak de
toesteldeur open.
– Nu kan u bv. wasgoed toevoegen of
voortijdig uitnemen.
Verder drogen:
Doe de toesteldeur dicht.
Druk op de toets ‘START’.
Een nieuw programma kiezen
Eerst breekt u het programma af:
Draai de programmakiezer op ’Ein-
de’.
Indien enkel nog het lampje ‘kreukbe-
veiliging/einde’ brandt, is het programma afgebroken.
Daarna kiest u een nieuw programma:
Draai de programmakiezer op de gewenste droogtegraad.
Schakel eventueel bijkomende functies in of uit.
Druk op de toets ’START’.
– Het programma wordt voortgezet.
Bij programma’s met TIJDKEUS:
Na een stroomonderbreking dient u
het programma opnieuw te starten
zodra er weer stroom is.
18
Elektronisch slot
Het elektronisch slot beschermt uw
toestel tegen ongewenst gebruik.
Het slot inschakelen
1 De toesteldeur is dicht en de pro-
grammakiezer staat op ’einde’.
2 Schakel het toestel in.
3 Druk op de toets ’Kort’ en hou die in-
gedrukt terwijl u de stappen
met
6 uitvoert.
4 tot en
4 Draai de programmakiezer stap voor
stap
kloksgewijs in de stand ’WIT en
BONT, kastdroog’.
5 Draai de programmakiezer stap voor
stap
tegen de wijzers van de klok op
’einde’.
6 Draai de programmakiezer stap voor
stap
tegen de wijzers van de klok in
de stand ’KREUKHERSTELLEND,
strijkvochtig’.
Elektronisch slot
Het controlelampje ’vergrendeld’ knippert.
7 Laat de toets ’Kort’ los.
De slotfunctie is ingeschakeld.
8 Schakel het toestel uit.
Het slot uitschakelen
Herhaal de stappen 1-7.
Het controlelampje ’vergendeld’ gaat
uit na stap
6.
19
Programmeerfuncties
Programmeerfuncties
Overzicht
Programmeerfunctie ’memory’
Met de programmeerfuncties kan u
het toestel aan uw individuele behoeften aanpassen. Deze functies blijven
in het geheugen van het toestel tot u
ze wist.
U kan een enkele programmeerfunctie activeren of wissen ofwel allemaal.
Programmeerfunctie ’aanpassing
droogtegraad’
Het Sensitiv-systeem is berekend op
stroombesparing bij het drogen.
Zo u de was echter iets droger
wenst, kan u de vochtigheidsgraad
in alle programma’s wat verlagen.
Deze functie werd in de fabriek niet
geactiveerd.
Afzonderlijke programma’s aanpassen
is niet mogelijk
De bijkomende functies die u bij een
vorig programma extra hebt ingesteld, worden in het geheugen van
het toestel opgeslagen.
De memory-functie werd in de fabriek
ingesteld. U kan ze via deze programmeerfunctie weer uitschakelen.
Programmeerfunctie ’kreukbeveiliging’
Na afloop van het programma draait
de trommel met tussenpozen. Dit verhindert kreuken in het wasgoed.
De kreukbeveiligingsfase werd in de
fabriek ingesteld. U kan ze via deze
programmeerfunctie weer uitschakelen.
20
Programmeerfuncties
Opvragen en opslaan
De programmeerfuncties activeert u
met de toetsen voor bijkomende
functies en met de programmakiezer.
Deze bedieningselementen beschikken dus over een verborgen functie
die niet op het bedieningspaneel af
te lezen is.
1 Het toestel is uitgeschakeld en de
deur is dicht.
De programmakiezer staat in de
stand ’einde’.
2 Hou de toetsen ’Temperatuur laag’
en ’Zoemer’ tegelijk ingedrukt en ...
3 ... zet het toestel aan met de toets
’I-aan/0-uit’.
4 Laat alle toetsen los.
5 Nu knipperen de controlelampjes
‘Drogen’ en ‘Koude lucht’.
6 Draai de programmakiezer op een
van de volgende standen:
– WIT en BONT, extra droog
voor de programmeerfunctie
‘
Aanpassing van de droogtegraad’,
7 Indien het controlelampje ‘Mangel-
vochtig’ nu aangaat, is de gekozen
programmeerfunctie actief.
8 Drukt u op de toets ’START’, dan
schakelt u de programmeerfunctie in
of uit:
controlelampje ‘mangelvochtig’
– aan = programmeerfunctie aan
– uit= programmeerfunctie uit.
9 Wenst u een andere programmeer-
functie, herhaal dan de instellingen
van punt
6 tot 8. Zoniet:
0 Opslaan: Draai de programmakiezer
op ’einde’ en schakel het toestel uit
via de toets ’I-aan/0-uit’.
Programmeerfuncties uitschakelen
Voer de punten 1 tot 0 uit.
Nazien of de progr ammeerfuncties
opgevraagd zijn:
Voer de punten 1 tot 7 uit.
Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
– WIT EN BONT, kastdroog
voor de programmeerfunctie
‘Memory’.
– WIT EN BONT, strijkvochtig
voor de programmeerfunctie
‘Kreukbeveiliging’.
r
21
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeef
Pluisjes die tijdens het drogen worden
gevormd, komen in de pluizenzeef in de
deur terecht.
Maak deze zeef na elke droogbeurt
schoon. Daarmee spaart u tijd en
stroom.
De droogautomaat zelf
Maak het toestel stroomloos.
Reinig. . .
. . . ommanteling en bedieningspaneel: met een zacht sopje;
. . . trommel en andere roestvrijstalen
onderdelen: met een geschikt reini-
gingsmiddel voor roestvrijstaal.
Gebruik geen schuurmiddel. Reinigingsmiddel voor glas of voor universeel gebruik is ook af te raden.
Dit kan schade toebrengen aan
kunststof oppervlakken of andere
onderdelen.
Spuit het toestel nooit met een slang af.
Wrijf alle onderdelen met een zachte
doek droog.
Open de deur en trek de zeef eruit.
Verwijder de pluizen. Gebruik daar
geen spitse of scherpe voorwerpen voor!
In de holle ruimte bevinden zich ook
pluizen. Die verwijdert u langs de
brede gleuf onderaan.
Schuif de zeef weer in de holle ruimte en doe de toesteldeur weer dicht.
Zo de pluizenzeef erg plakkerig of
verstopt is, kan u die onder stromend
heet water schoonmaken.
Droog de pluizenzeef goed af voordat
u ze terugplaatst.
22
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een erkend vakman laten
uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten ri sico’s op du iken
voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . de trommel na he t inscha-
kelen niet begint te draaien?
. . . wasgoed van synthetische
vezels na het drogen statisch
geladen is?
. . . het wasgoed eventueel
niet droog genoeg werd?
. . . er pluizen worden gevormd?
Misschien werd het toestel niet
in de juiste volgorde ingeschakeld.
De lading bestond uit verschillende textielsoorten.
Door het droogproces komen er pluizen vrij, die zich vooral door
slijtage bij het dragen en wassen op het textiel hebben gevormd.
In de droogautomaat is die slijtage gering. Machinaal drogen
heeft dus eigenlijk geen invloed op de levensduur van uw textiel.
Dit werd door wetenschappelijk onderzoek uitgemaakt.
Herhaal het inschakelen. Zie
rubriek ’Zo droogt u juist’.
– Zit de stekker wel in het
stopcontact?
– Is de deur juist gesloten?
– Werd de toets ’I-aan/0-uit’
wel ingedrukt?
– Hebt u op de toets ’START’
gedrukt?
– Zijn de smeltstoppen van de
huisinstallatie bij het inschakelen van het toestel uitgesprongen? Zo ja, doe een
beroep op uw handelaar of
op de Miele-naverkoopdienst.
– Voeg bij de laatste spoel-
beurt in de wasautomaat
wasverzachter toe. Zo neemt
de statische lading af.
– Kies bij de volgende droog-
beurt een geschikt programma.
23
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . het droogproces erg lang
duurt?
. . . de ringverlichting niet
werkt?
. . . de trommelve rlichting nie t
aangaat?
. . . u de toesteldeur bij een
stroomonderbreking dient te
openen?
De ventilatie is ontoereikend (bv.
in een klein vertrek). Misschien is
de temperatuur ter plaatse sterk
gestegen.
Het toestel kan de lucht niet
afvoeren zoals het hoort.
Het wasgoed werd niet genoeg
uitgecentrifugeerd.
Dit is geen storing.
Die gaat enkel aan wanneer het
toestel ingeschakeld is. Eventueel is het gloeilampje defect.
– Zet tijdens het drogen een
deur en/of venster open. Zo
stroomt er meer lucht naar
binnen.
– Maak de pluizenzeef aan de
binnenzijde van de deur
schoon.
– Zie na of de luchtuitlaat-
opening vrij is.
– Verhoog evt. het centrifugeer-
toerental in de wasautomaat.
– Zie rubriek ’Beschrijving van
het toestel’.
– Het gloeilampje vervangen.
Zie tekst op het einde van
deze rubriek.
– De toesteldeur openen. Zie
tekst op het einde van deze
rubriek.
24
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes of in het display worden aang eduid:
Wat gedaan als . . . ?Oorzaak . . . Oplossing . . .
. . . het controle lampje ‘ver-
grendeld’ knippert na het
inschakelen van het toestel?
. . . het lampje ‘vergrendeld’
knippert tijd e ns het drogen
. . . het controle lampje ’Filter’
na het reinigen van de pluizenzeef nog steeds brandt?
. . . het programm a wordt afgebroken en het controlelampje
’Kreukbeveiliging / einde’ aangaat?
De slotfunctie is geactiveerd.
U kan het programma niet van
start laten gaan.
Dit is geen storing.Het lampje gaat uit op het einde
De programmakiezer werd na
de start van het programma in
een andere stand gedraaid.
Het programmaverloop is evenwel normaal.
Het gaat hier eventueel om een
storing.
Temperaturen die merkbaar
onder nul liggen, verstoren de
werking van het toestel.
Belangrijk: schakel het toestel uit met de toets ‘I-aan/0-uit’.
De pluizenfilter in de deur is
verstopt.
De afvoerleiding is verstopt.
De luchtuitlaatopening (bv.
vensterrooster of muurbuis) is
verstopt of geblokkeerd.
Er stroomt te weinig lucht in het
toestel. Bv. in een klein vertrek.
De luchtafvoerleiding is zeer
lang.
Is de leiding erg lang, dan verlengt de programmaduur en
verhoogt het stroomverbruik.
Ligt er na de start van het programma geen wasgoed in de
trommel, dan wordt dit door de electronic herkend. Het
programma wordt dan afgebroken. Dat gebeurt ook zo u een
programma start met droog wasgoed.
Zie rubriek ’Elektronisch slot’.
van het programma.
– Zet de knop weer op het
oorspronkelijk gekozen
programma: het controlelampje gaat nu uit.
– Zet het toestel uit en weer
aan.
– Kies en start een programma
– Stel het toestel op in een
minder koud vertrek.
– Knippert het lampje weer,
dan is er een technisch
defect. Contacteer de Mielenaverkoopdienst.
– Maak na afloop van het pro-
gramma de pluizenzeef
schoon. Zie rubriek ’Reini-
ging en onderhoud’.
– Kijk de afvoerleiding en de
luchtuitlaatopening na.
– Zet tijdens het drogen deu-
ren of vensters open zodat er
genoeg lucht binnenstroomt.
– Hou bij het berekenen van
de afvoerleiding rekening
met de lengte en de diameter van de leiding! Zie rubriek
’Zo droogt u juist!’.
25
Wat gedaan als . . . ?
De trommelverlichting werkt niet.
Het lampje vervangen:
Doe de toesteldeur open.
Schakel het toestel uit door de stekker uit het stopcontact te trekken of
de smeltveiligheden uit te schakelen voor u het lampje vervangt.
Zet het kapje stevig op zijn plaats.
Zo vermijdt u dat er vocht indringt,
wat kortsluiting kan veroorzaken.
Koop reservelampjes die tegen hoge
temperaturen bestand zijn, bij uw handelaar of in de Miele-naverkoopdienst.
De toesteldeur openen bij een
stroomonderbreking
Schroef het afdekkapje aan de binnenzijde boven de vulopening af.
Vervang het lampje.
Het vermogen van het lampje mag
niet hoger liggen dan wat op het
typeplaatje en op het kapje staat
aangegeven.
Zet het kapje weer op zijn plaats en
schroef het vast.
26
Naverkoopdienst
Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan
verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Miele-naverkoopdienst.
Het adres en de telefoonnummers van
onze naverkoopdienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst
een beroep doet, geef dan altijd het
machinetype en -nummer op. Beide gegevens staan vermeld op het typeplaatje. Dat vindt u rechts onder de vulopening.
Voorbeeld:
Naverkoopdienst
Het programma updaten
(moderniseren)
Op het bedieningspaneel vindt u een
controlelampje met de markering ‘PC’.
Deze led dient de naverkoopdienst als
contactpunt voor de actualisering van
het programma (PC = program correction).
Bij de aanpassing van de elektronische
besturing van uw toestel kan er dan
rekening worden gehouden met ontwikkelingen in textielsoorten en droogprocédés.
Miele zal de mogelijkheid om een programma te actualiseren tijdig bekendmaken.
27
Opstellen
Opstellen
Om een perfecte werking te waarborgen, moet de automaat horizontaal worden opgesteld. Door lichte afwijkingen
komt de goede werking van het toestel
echter nog niet in het gedrang.
Laat een spleet van 10 mm vrij tussen de onderkant van het toestel en
de vloer. Deze luchtspleet mag in
geen geval door afsluitlijsten, dik
tapijt e.d. worden versmald. Anders
is er geen voldoende toevoer van
koele lucht gewaarborgd!
Deze droogautomaat mag niet worden ingebouwd!
U kan deze droogautomaat met een
Miele-wasautomaat tot een was- en
droogzuil kombineren. Daarvoor is er
een tussenset* vereist.
Onderdelen met een * zijn in de Miele-naverkoopdienst en bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar.
Oneffenheden in de vloer kan u wegwerken door aan de machinevoetjes
te draaien.
28
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Deze droogautomaat mag enkel
met een luchtafvoerleiding worden
gebruikt. Uitzondering: directe aansluiting naar buiten toe.
Vermijd bij de installatie:
– lange afvoerleidingen,
– een te groot aantal bochten,
– te smalle bochten.
Anders . . .
. . . vermindert het droogrendement,
. . . wordt er meer stroom verbruikt en
duurt het programma langer.
Verwijder enkel het deksel in het midden van de opening.
Monteer de afvoerleiding zo dat
weggeblazen vochtige lucht niet
opnieuw wordt aangezogen.
Het is niet toegestaan de afvoerleiding op een schouw voor gas- of
steenkoolverwarming aan te sluiten.
Trek de stekker uit of schakel de
smeltveiligheden van uw installatie
uit voordat u het toestel installeert.
Sluit met dit deksel de aansluiting op
de achterzijde af.
Installatie van de luchtafvoerleiding
Voor de aansluiting van de afvoerbuis
wordt een aanpasstuk (Ø 100 mm)
meegeleverd.
Dat wordt in de afvoertuit gestoken.
Daarmee kunt u soepele afvoerleidingen vlotter aansluiten.
29
Installatie van de luchtafvoerleiding.
De weggeblazen lucht ondervindt wrijvingsweerstand in de afvoerleiding.
Hoe korter de buis en hoe gladder de
binnenwand, hoe vlotter de lucht wegstroomt. Dat heeft een gunstig effect
op stroomverbruik en programmaduur.
Extra buislengte
Bochten bieden meer weerstand dan
rechte buizen. Daarom wordt bij de
lengte van een bocht een getal bijgeteld: de bijkomende buislengte.
Zie tabel I.
Totale buislengte
Dit is de som van de werkelijke en de
extra buislengte.
Buisdiameter
Grotere buisdiameters verlagen de
weerstand. Pas dus bij langere buizen
een grotere diameter toe.
Berekening afvoerleiding:
Meet de lengte van de nodige afvoerleiding:
– Tel het aantal bochten. Hou daarbij
rekening met de soort, de buiging en
de straal. Zie tabel I.
– Voeg de extra buislengte (als in ta-
bel I) bij de lengte van de voorziene
afvoerleiding.
– Uit tabel II kunt u de vereiste diame-
ter van de afvoerleiding aflezen.
Opmerking:
Droogtijd en stroomverbruik veranderen bij een totale buislengte tot 10 m,
bij 100 mm Ø, niet. Bij wijdere buizen
vermeerdert dat wel lichtjes. Hou voldoende rekening met de diameters uit
tabel II. Dan komt de werking van het
toestel met langere leidingen niet in het
gedrang.
Tabel I
Soort bochtBuigingBochtstraal R (mm)Extra buislengte (m)
Buigbare buis90°
Gladde buis
Kunststof buis
Ovenbuis
Elleboog2,5
Vouwbocht90°2000,8
Muurbuis of vensteraansluiting met rooster
Muurbuis of vensteraansluiting met terugslagklep
Luchtafvoertuit links / rechts
Vlak kanaal
30
45°
90°
90°
45°
100 tot 500
100 tot 500
100
200
100
0,5
0,4
0,4
0,3
0,3
3,8
1,5
2
8
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Tabel II
Totale buislengteBuisdiameter
0 - 20 m
20 - 30 m
30 - 43 m
43 - 60 m
100 mm
110 mm
120 mm
130 mm
Voor het volgende voorbeeld werden
buigzame afvoerbuizen voorzien. Bij
andere buissoorten verandert de extra
buislengte. Zie tabel I.
100 mm Ø volstaat daar de lengte
onder de 20 m blijft, zoals op tabel II
aangegeven.
9,00 m
31
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Aanbeveling bij opstelling van verschillende droogautomaten:
Installeer per droogautomaat een terugslagklep (R) direct op de gezamenlijke
luchtafvoerleiding. Er is een mits toeslag verkijgbaar toebehoren* (zie afb.
rechts) vereist. Zo vermijdt u reukoverdracht en vorming van condensatiewater in toestellen die niet in werking zijn.
U kan hoogstens 5 droogautomaten op
een gezamenlijke luchtafvoerleiding
aansluiten. Pas in zo’n geval een grotere buisdiameter (D) toe. Hoe groot die
diameter dient te zijn, vindt u in tabel III.
De afvoer kan rechtstreeks naar buiten worden
geleid met een muurbuis of vensteraansluiting.
Deze onderdelen zijn in de Miele-naverkoopdienst en bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar.
Voorbeeld: muurbuis
1. lijst
2. muurbuis
3. aansluitstuk
4. rooster
5. klep
6. houtschroef
7. muurplug
Bovenaanzicht:
Voorbeeld: vensteraansluiting
1. lijst
4. rooster
5. klep
8. spanstukjes (4x)
9. schroeven (4x)
Zijaanzicht:
1. muurbuis
2. soepele tussenring
Indien de muurbuis met een aansluitstuk aan de
muurzijde wordt gemonteerd, dient u de soepele
tussenring te gebruiken.
1. vensteraansluiting
2. aanpasstuk voor soepele buis
Vensteraansluiting in een plexiglas gemonteerd.
Bij gebruik van een voorhanden glazen ruit dient
u een opening van 125 mm Ø aan te brengen.
33
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Aansluitvoorbeeld 1
Verschoven aansluiting (zijaanzicht) met een soepele afvoerslang op een afvoerschacht.
1. muurbuisA. =slang met spiraaldraad
2. aansluitstukB. = soepele buis
3. tegen vocht beschermd afvoerkanaal
Aansluitvoorbeeld 3
Aansluiting van de kunststof afvoerbuis op de
droogautomaat (zijaanzicht).
Aansluitvoorbeeld 2
Verschoven aansluiting (zijaanzicht) met een
kunststof afvoerbuis op een muurbuis.
1. muurbuis
2. verloopstuk
3. kunststof afvoerbuis (buitenwerkse Ø: 110 mm)
Aansluitvoorbeeld 4
1. kunststof afvoerbuis2. verloopstuk
34
Hoogte van de afvoertuit bij een was- en droogzuil.
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor
aansluiting op eenfasige stroom 230 V,
50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde
stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeuren op een volgens de voorschriften
geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
Sluit uw toestel in geen geval aan op
verlengsnoeren. Zo vermijdt u brandrisico’s.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en
vereiste smeltstoppen vindt u op het typeplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met
de gegevens van uw elektrische installatie.
Elektrische aansluiting
35
Verbruik
Verbruik
Programma’sLadingCentrifugeertoerental
kgt.p.m.kWhminuten
WIT en BONT wasgoed
Extra droog
Kastdroog +
Kastdroog
Kastdroog
Strijkvochtig
Strijkvochtig
Mangelvochtig
(1)
(1)
rr
rr51200
51200
51200
5800 (70 % restvochtigheid)3,385
51200
5800 (70 % restvochtigheid)2,770
51200
(in een huishoudelijke
wasautomaat)
1400
1600
1400
1600
1400
1600
1400
1600
1400
1600
Stroomverbruik
3,2
3,05
2,8
2,7
2,6
2,3
2,6
2,45
2,2
2,0
1,85
1,55
1,6
1,5
1,2
Droogtijd
incl. afkoeltijd
81
78
72
71
67
61
67
64
58
53
50
43
43
40
33
KREUKHERSTELLEND wasgoed
Kastdroog
Strijkvochtig
Speciale programma’s
Finish wol
Ontkreuken
(1)
Testprogramma volgens EN 61121/A11.
Gegevens berekend volgens de norm EN 61121/A11.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in textielsoort, in het gewicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren en door schommelingen in de stroomvoorziening.