Miele GOLD 2000 A User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing Droogautomaat met afvoer Gold 2000 A
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voordat u dit toestel installeert en in gebruik neemt. Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid en vermijdt u schade aan uw apparaat. M.-Nr. 05 421 340
*
Inhoud
Inhoud
Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Korte handleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Opmerkingen omtr ent het wasgoed. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Zo droogt u juist
Tips om stoom te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Het toestel inschakelen en de was in de trommel doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Een programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Bijkomende functies kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een programma starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Na het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Bijkomende functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Van programma veranderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Elektronisch slot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Programmeerfuncties
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Opvragen en opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
2
Inhoud
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeef. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
De droogautomaat zelf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Wat gedaan als . . . ? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Naverkoopdienst
Herstellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het programma updaten (moderniseren) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Opstellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Installatie van de luchtafvoerleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Verbruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
3
Beschrijving van het toestel
Beschrijving van het toestel
1 Aansluitsnoer 2 Bedieningspaneel 3 Deur 4 Aansluiting luchtafvoer (in de fabriek achteraan opengelaten) 5 Vier in de hoogte verstelbare voetjes
4
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
bToets ‘I-aan/0-uit’
om het toestel in en uit te schakelen of een programma te onderbreken. Is het toestel ingeschakeld, dan brandt de trommelverlichting als u de machine­deur opendoet.
cToets ‘deur’
om de deur te openen of het program­ma af te breken. Deze toets springt meteen weer uit.
dToets ‘START’
om een droogprogramma te starten. Het controlelampje: – knippert als u het programma kan
starten,
– blijft branden na de start van het pro-
gramma.
eToetsen voor bijkomende functies
Controlelampje: aan = ingeschakeld
uit = uitgeschakeld
fProgrammakiezer
Deze knop kan u zowel naar rechts als naar links draaien.
De ringverlichting gaat uit: – indien u enkele minuten na het in-
schakelen geen programma hebt gekozen noch gestart,
– enkele minuten na afloop van het
programma.
gVerklikkerlichtjes voor program-
maverloop en controle
Deze lampjes worden in de rubriek ’Wat gedaan als ...’ beschreven.
5
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
De verpakking recycler en
De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd materiaal geko­zen, dat het milieu verdraagt en dus op­nieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop te brengen, wordt er grondstof ge­spaard en verkleint de afvalberg. Geef deze stoffen dus niet gewoon met het vuilnis mee. Breng ze liever naar het dichtstbijzijnde verzamel- en sorteerter­rein. Waar u dat vindt, komt u zeker bij uw gemeentebestuur aan de weet.
Berging van uw oud toestel
Oude toestellen bevatten nog waarde­vol materiaal. Geef uw oud toestel dus niet gewoon met het grof huisvuil mee. Vraag liever inlichtingen aan uw ge­meentebestuur of aan het dichtstbijzijn­de autowrak- of schrootverwerkend be­drijf omtrent de mogelijkheden om die stoffen opnieuw te gebruiken. Hou te­vens rekening met de gelijknamige ru­briek in de “Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen’.
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Lees uw gebruiksaanwijzing voor­dat u uw droogautomaat in gebruik neemt. U vindt er belangrijke opmer­kingen omtrent uw veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het toestel. U zorgt zo voor uw eigen veiligheid en vermijdt schade aan uw apparaat. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
Juist gebruik
Uw droogautomaat is uitsluitend
bestemd om in water gewassen textiel te drogen. Droog enkel wasgoed dat volgens het onderhoudsetiket voor de droogautomaat geschikt is. Andere toepassingen zijn misschien ge­vaarlijk. De fabrikant is niet aansprake­lijk voor schade veroorzaakt door on­juiste bediening of verkeerd gebruik.
Technische veiligheid
Zie na of het toestel geen uiterlijk
zichtbare schade vertoont voordat u het opstelt. Beschadigde toestellen mag u nooit op­stellen noch in gebruik nemen.
Vergelijk de gegevens omtrent de
aansluiting (smeltveiligheden, spanning en frequentie) op het type­plaatje met die van het elektriciteitsnet bij u ter plaatse voordat u het toestel aansluit. Vraag eventueel uitleg aan een elektricien indien u niet zeker bent.
De elektrische veiligheid van dit
toestel is enkel gewaarborgd in­dien het op een volgens de voorschrif­ten geïnstalleerd aardingssysteem is aangesloten. Het is heel belangrijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorzie­ning voorhanden is. In geval van twijfel dient u uw installatie door een vakman te laten nakijken. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardingsleiding onderbroken was of gewoon ontbrak.
Dit toestel beantwoordt aan de voor-
geschreven beveiligingsbepalingen. Door ondeskundige reparaties kunnen er onvoorziene risico’s opduiken voor wie het toestel gebruikt. Daar kan de fabri­kant niet aansprakelijk voor worden ge­steld. Herstellingen mag u uitsluitend la­ten uitvoeren door vaklui die door de firma Miele erkend zijn.
Er bestaat vergiftigingsgevaar door
het terugzuigen van uitlaatgassen wanneer er gasboilers, gasverwarmers, kolenkachels met schouwaansluiting e.d. in hetzelfde of aangrenzende vertrek geïn­stalleerd zijn en de onderdruk 0,04 mbar (4 Pa) of meer bedraagt. Onderdruk kunt u vermijden door het ver­trek voldoende te verluchten, b.v. door
– niet-afsluitbare ventilatie-openingen
in de buitenmuur of
– vensterschakelaars - waardoor u de
droogautomaat enkel kan inschake­len als u het venster opendoet.
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoeren. Er bestaat
risico op oververhitting.
Bij storingen of bij reiniging en on­derhoud is uw toestel pas van het
stroomnet losgekoppeld indien – u de stekker uit het stopcontact haalt
of
– de smeltstoppen van uw installatie
uitschakelt.
Defecte onderdelen mogen enkel
worden vervangen door originele Miele-vervangstukken. Enkel daardoor bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele op het stuk van veiligheid stelt.
Gebruik
Stel uw droogautomaat niet op in
een vertrek waar het kan vriezen. Temperaturen die duidelijk onder het vriespunt liggen, brengen de goede werking van het toestel in het gedrang.
Gebruik uw droogautomaat enkel
wanneer de luchtafvoerleiding is aangesloten.
De weggeblazen lucht mag niet
terechtkomen in een afvoerschouw voor rook of uitlaatgassen. Laat die lucht ook niet afvoeren in een kanaal dat dient om een vertrek te verluchten, waar verwarmingstoestellen opgesteld staan. Anders bestaat er gevaar dat er rook en uitlaatgas wordt teruggezogen.
Sluit de deur na elk gebruik. Zo
voorkomt u dat kinderen – op de deur leunen en het toestel
doen kantelen,
– in het toestel proberen te kruipen of
er voorwerpen in verstoppen.
Er bestaat brandgevaar bij textiel
dat – schuimrubber of overwegend rubber-
achtig materiaal bevat,
– textiel dat met brandbaar reinigings-
middel werd behandeld,
– met haarspray, nagellak-oplosmid-
del e.d. in aanraking is gekomen.
– opgevuld is en waarvan het opvulsel
beschadigd is, bv. bij kussens of jas­sen. De losgekomen voering kan brand veroorzaken.
– met vet of olie besmeurd is.
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid, waarschuwingen
Het gebruik van toebehoren
Toebehoren mogen enkel worden
ingebouwd indien ze door Miele goedgekeurd zijn. Worden er andere onderdelen gemon­teerd of ingebouwd, dan vervalt elke waarborg of productaansprakelijkheid.
Berging van uw oud toestel
Trek de stekker uit het stopcontact.
Maak stekker en snoer onbruikbaar. Zo vermijdt u dat het toestel verkeerd wordt gebruikt.
9
Korte handleiding
Korte handleiding
Beschrijving in een notendop
U stelt een programma in door aan de programmakiezer te draaien. Via een druk op een toets kan u daar een bijko- mende functie bij combineren.
Elk programma start nadat u op de toets ’START’ hebt gedrukt.
De controlelampjes in de aanduiding van het programmaverloop (rechts op het bedieningspaneel) vertellen u hoe­ver het programma gevorderd is.
Door het Sensitiv-droogsysteem wordt het verschil in waterkwaliteit automa­tisch weggewerkt. De gewenste droog­tegraad wordt nauwkeuriger bereikt.
De Novotronic-besturing meet de gelei­dingswaarde van het water, registreert die en compenseert de verschillen om steeds een gelijke restvochtigheid te halen.
De trommel draait ook afwisselend naar links en naar rechts. Zo wordt het was­goed gelijkmatig en behoedzaam ge­droogd.
Nadat de gewenste droogtegraad is bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Op het einde van het programma volgt nog een ’kreukbeveiligingsfase’: de trommel draait met korte tussenpozen. Dit voorkomt ligplooien in het wasgoed.
Gelieve eerst de rubrieken ’Opmer­kingen omtrent uw veiligheid, waar­schuwingen’ en ’Zo droogt u juist’ te lezen.
De van getallen ( zinnen kan u gebruiken als korte hand­leiding.
1,2,3...) voorziene
1 Het toestel inschakelen en de was
inleggen
Druk om het toestel in te schakelen op de toets ’I-aan/0-uit’.
Druk op de toets ’deur’ en maak de toesteldeur open.
Leg de was losjes in de trommel. Sluit de deur met een lichte zwaai.
Duw ze niet dicht.
2 Een programma kiezen
Draai de programmakizer op de gewenste droogtegraad.
3 (Een) bijkomende functie(s) kiezen
Schakel eventueel bijkomende func­ties in of uit door op de toetsen te drukken.
4 Het programma starten
Druk op de toets ’START’.
U kan ook nog programmierfuncties activeren om het toestel aan uw eigen behoeften aan te passen. Deze instellin­gen kan u steeds weer wijzigen.
10
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Opmerkingen omtrent het wasgoed
Zie goed na welk droogsymbool er op het etiket van het textiel staat voordat u gaat drogen.
Deze symbolen betekenen:
q = drogen bij normale temperatuur r = drogen bij lagere temperatuur
(druk ook op de toets ’Temperatuur laag’)
s = niet machinaal te drogen t = machinaal drogen mogelijk
Is er geen symbool voorhanden, hou dan met deze principes rekening:
Wit en bont alsook kreukherstellend
wasgoed kan u met de overeenstem­mende droogtegraad laten drogen. Zie rubriek ’Programma-overzicht’.
Delicaat wasgoed, bv. van acryl,
droogt u in het programma ’Kreuk­herstellend’. Druk daarbij ook op de toets ’Temperatuur laag’.
Volgend wasgoed mag u niet in de machine drogen:
- Wol en gemengde weefsels die wol bevatten:
vertonen de neiging te vilten of te krimpen. U kan ze wel drogen in het speciaal programma ’Finish wol’.
- Met dons gevuld textiel*:
naar gelang van de kwaliteit neigt het fijne weefsel binnenin te krim­pen.
- Zuiver linnen weefsels*:
droog die enkel machinaal zo de fa­brikant dat in het onderhoudsetiket vermeldt. Anders kan het weefsel ‘ruig‘ worden. * Deze weefsels kunnen wel drogen in het speciaal programma ’Ontkreuken’.
Tips om wasgoed te drogen:
– Gebreide textielsoorten (bv. t-shirts,
truitjes) neigen bij de eerste was­beurt te krimpen. Laat dit wasgoed niet te lang drogen. Daarmee ver­mijdt u dat het verder krimpt. Koop gebreid textiel eventueel een of twee maten groter.
Gesteven wasgoed kan in de droog­automaat worden gedroogd. Om het gewone glanseffect te verkrijgen, dient u wel de dosis stijfsel te ver­dubbelen.
– Hoe meer
u in de trommel doet, hoe groter de kans op voor heel delicaat weefsel, bv. over­hemden en bloezen.Verminder de la­ding of kies het aparte programma ‘Kreukherstellend, strijkvochtig’.
Nieuw donker textiel mag u niet samen met licht gekleurd wasgoed laten drogen. Anders loopt u het risico dat de kleur afgeeft.
Overlaad de trommel nooit! Hou steeds rekening met de maximumla­ding die in de rubriek ‘Programma­overzicht’ wordt opgegeven. An­ders wordt de was niet zo behoedzaam behandeld. Het droog­resultaat komt dan eveneens in het gedrang. Er kunnen ook meer kreu­ken optreden.
kreukherstellend wasgoed
kreuken. Dat geldt vooral
11
Zo droogt u juist
Zo droogt u juist
Tips om stoom te besparen
Laat de was in de wasautomaat tegen het hoogste toerental centrifugeren. Zo spaart u bij het drogen ca. 30 % tijd en stroom zo u de was tegen 1600 i.pl.v. 800 t.p.m. laat centrifugeren.
Gebruik tijdens het droogprogram­ma de volledige trommellading. Stop
niet te veel noch te weinig was in de trommel. Zie rubriek ’Programma-
overzicht’. Het stroomverbruik voor de hele lading is zo het gunstigst.
Sorteer het textiel zoveel mogelijk vol­gens – de vezel- en weefselsoort, – de gewenste droogtegraad, – het formaat en de restvochtigheid
na het centrifugeren. Zo verkrijgt u een gelijkmatig droog­resultaat.
Verwijder wasmiddelkorfjes, doseer­bekers e.d. uit het wasgoed. Deze objecten kunnen tijdens het drogen smelten en schade teweeg­brengen aan toestel en wasgoed.
Leg het wasgoed losjes in de trom­mel.
Overlaad de trommel nooit. De was wordt dan niet zo behoedzaam behandeld. Het droogresultaat komt dan eveneens in het gedrang.
Zorg voor een degelijke ventilatie van het vertrek waar het toestel moet werken.
1 Het toestel inschakelen en
de was in de trommel doen
Knoop dekbedovertrekken en kus­senslopen dicht. Zo komen er geen kleinere stukken wasgoed in terecht.
Sluit ritsen en knoop linten en schor­tenbanden samen.
Druk op de toets ’I-aan/0-uit’. Druk op de toets ’deur’ en maak de
deur open.
12
Zwaai de deur zachtjes dicht. Duw ze niet dicht.
Zorg ervoor dat er bij het sluiten geen stukken wasgoed tussen de deur geklemd zitten. Anders loopt het textiel schade op.
Zo droogt u juist
2Een programma kiezen
Draai de programmakiezer in de gewenste positie.
De programmas worden uitgelegd in de rubriek ’Programma-overzicht’.
WIT / BONT, KREUKHERSTELLEND, Finish wol, Ontkreuken:
De duur van het programma wordt door de elektronische programma­besturing bepaald.
3Bijkomende functies kiezen
U kan bijkomende functies in- of uit­schakelen.
De bijkomende functies vindt u be­schreven in de gelijknamige rubriek.
4Een programma starten
Druk op de toets ’START’.
Rechts op het bedieningspaneel gaat het controlelampje aan van de droogte­graad die het laatst werd bereikt.
TIJDKEUS
In dit geval duurt het programma altijd even lang.
Omtrent de memory-functie:
Is de memory-functie actief? Dan voert het toestel de extra functies uit, die u in het vorige droogprogramma erbij had gekozen. De controlelampjes van de bijkomende functies worden verlicht. De memory-functie vindt u verder beschreven in de rubriek ’program- meerfuncties’.
13
Zo droogt u juist
Controlelampje Filter
Dit lampje duidt aan dat het toestel niet optimaal of niet spaarzaam werkt. De redenen waarom het brandt, kunnen zijn:
de pluizenzeef in de deur is verstopt,de luchtafvoerleiding of de luchtuit-
laatopening is verstopt,
– de afvoerleiding is te lang; wenken
omtrent de lengte en de diameter van de afvoerleiding vindt u in het hoofdstuk Installatie van de luchtaf­voerleiding’.
Kunt u de afvoerleiding niet verkorten? In dit geval wijst het lampje ‘Filter’ erop dat u na elke droogbeurt de filter dient na te kijken.
Voor u een programma start, gaat het controlelampje Filter pas uit indien u het toestel met de toets ‘I-aan/0-uit’ hebt uitgeschakeld.
Na het drogen
Zodra het droogprogramma ten einde is, gaat het controlelampje ’Kreukbevei- liging/einde aan.
Druk de toets ‘Deur’ in om de toestel­deur te openen.
Neem het wasgoed uit de trommel. Zie na of de trommel wel leeg is.
Zo er wasgoed achterblijft, kan dat bij de volgende droogbeurt schade oplopen door te lang te drogen.
Verwijder na elke droogbeurt de pluizen uit de zeef aan de binnenzij­de van de deur. Zie rubriek ’Reini- ging en onderhoud van het toestel’.
Doe na elke droogbeurt de toestel­deur dicht en schakel het toestel uit.
Druk op de toets ‘I-aan/0-uit’ om het toestel uit te schakelen.
14
Bijkomende functies
Bijkomende functies kan u voor de start van het programma in- of uit­schakelen door op de gepaste toets te drukken.
Bijkomende functies
Economie
Het stroomverbruik wordt beperkt bij hogere omgevingstemperaturen (van­af 25 °C).
Er is een spaareffect te bereiken bij ho­gere omgevingstemperaturen (bv. in de zomer) en bij maximumlading.
Het programma duurt dan wel langer.
Kort
De programmaduur wordt verkort.
– Om niet delicaat wasgoed te drogen.
Het controlelampje: – aan = bijkomende functie ingescha-
keld,
uit = bijkomende functie uitgescha-
keld.
Bijkomende functies die niet met het basisprogramma te verenigen zijn, kan u niet inschakelen. Het controlelampje gaat dan meteen uit nadat u de toets hebt losgelaten.
Stelt u bijkomende functies in, die niet met elkaar te verenigen zijn, bv. ’kort’ en Temperatuur laag, dan wordt enkel de laatst gekozen functie ingeschakeld.
Temperatuur laag
De droogtemperatuur wordt ver­laagd.
– Voor delicaat textiel (onderhouds-
symbool r), bv. van acryl.
De programmaduur wordt verlengd.
Zoemer
Na afloop van het programma weer­klinkt er tijdens de kreukbeveiligings­fase met tussenpozen een signaal.
Zo regelt u het volume van de zoemer:
1 Kies een programma. 2 Druk op de toets zoemer (het
controlelampje zoemer gaat aan) tot het gewenste geluidsvolume is ingesteld. Meteen wordt de toon­hoogte van de zoemer gewijzigd.
3 Laat de toets ’zoemer los en start
het programma.
15
Programma-overzicht
Programma-overzicht
Programma Soort wasgoed Maximum-
WIT EN BONT Extra droog
Textiel met verschillende
lagen dat in Kastdroog +
niet droog genoeg wordt.
Kastdroog +
Textiel met een laag of
verschillende lagen, alsook
verscheidene soorten katoen
(bv. badhanddoeken,
breigoed).
Kastdroog
Strijkvochtig
(1)
r Katoen of linnen (bv. tafel-
Strijkvochtig rr
Mangelvochtig
Gelijksoortig textiel van katoen
(breigoed, molton, badstof).
(1)
lakens en beddegoed,
gesteven wasgoed e.d.)
Katoen of linnen dat achteraf
met een professionele
strijkmachine (of mangel)
wordt gestreken; gesteven
was.
KREUKHERSTELLEND Kastdroog +
Kreukherstellend textiel van
synthetisch of gemengd
weefsel dat bij ’Kastdroog’
niet droog genoeg wordt
(bv. truien, jurken, broeken).
Kastdroog
(1)
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
weefsel, bv. katoen /
synthetisch.
Strijkvochtig
Kreukherstellende overhemden;
tafellakens e.d. van gemengd
weefsel, bv. katoen /
synthetisch,
die achteraf nog wat moeten
worden gestreken.
lading
5 kg Breigoed niet extra droog
5 kg
5 kg Blijken sommige stoffen
5 kg – 5 kg Blijken sommige stukken
5 kg Het wasgoed - in afwachting
2,5 kg Laat de was minstens
2,5 kg
2,5 kg
(2)
Opmerkingen
laten drogen.
Krimprisico.
nog te vochtig, kies dan
Kastdroog +.
wasgoed nog te vochtig om
ze manueel te strijken, kies
dan liever ’Strijkvochtig r’.
van de strijkbeurt - oprollen.
Daarmee vermijdt u dat het
uitdroogt.
30 seconden centrifugeren.
(1)
Opmerking voor testinstituten: programma-instelling voor tests volgens de norm EN 61121/A11.
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
16
Programma-overzicht
Programma Soort wasgoed Maximum-
TIJDKEUS Warme lucht
Koude lucht Aparte prog ramma’s Kreukherstellend,
strijkvochtig
Finish-wol
Ontkreuken
(2)
Gewicht van droog wasgoed.
Aparte stukken wasgoed
(bv. badhanddoek, badpak,
vaatdoek).
Stukken textiel met verschillen-
de lagen die wegens hun
samenstelling verschillende
droogeigenschappen vertonen.
Om wasgoed enkel teventileren. 5 kg
Textiel van katoen of gemengd
weefsel (bv. overhemden,
bloezen)
Wolgoed. 1 kg Wolgoed wordt even
Katoenen of linnen weefsels.
Kreukherstellend textiel
van katoen, gemengd of
synthetisch weefsel.
lading
5 kg
1 kg Het textiel wordt - naar gelang
2,5 kg Kreuken uit de voorafgegane
(2)
Opmerkingen
van de textielsoort - vrijwel
kreukloos gedroogd.
luchtig gemaakt zodat het
donzig aanvoelt.
Neem het wolgoed
meteen na afloop van het programma uit de trommel. Wol wordt in dit programma
niet volkomen droog
centrifugeerbeurt worden
beperkt.
Neem de was meteen na het
programma uit de trommel en
hang het aan de lijn of op
kleerhangers te drogen.
17
Van programma veranderen
Van programma veranderen
Nadat het programma van start is ge­gaan, aanvaardt het toestel geen wij­zigingen meer in programmakeus en bijkomende functies.
Draait iemand de programmakiezer na de start van het programma op een an­der programma, dan knippert het con­trolelampje drogen. Het verloop van het programma ondergaat geen veran­dering. Dat controlelampje gaat uit zo­dra u de programmakiezer weer op het oorspronkelijke programma draait.
Wasgoed erbij leggen of uitne­men
Het programma afbreken:
Druk de toets ‘Deur’ in en maak de toesteldeur open.
– Nu kan u bv. wasgoed toevoegen of
voortijdig uitnemen.
Verder drogen:
Doe de toesteldeur dicht. Druk op de toets ‘START’.
Een nieuw programma kiezen
Eerst breekt u het programma af:
Draai de programmakiezer op ’Ein- de’.
Indien enkel nog het lampje ‘kreukbe- veiliging/einde brandt, is het pro­gramma afgebroken.
Daarna kiest u een nieuw programma:
Draai de programmakiezer op de ge­wenste droogtegraad.
Schakel eventueel bijkomende func­ties in of uit.
Druk op de toets ’START’.
– Het programma wordt voortgezet.
Bij programmas met TIJDKEUS: Na een stroomonderbreking dient u het programma opnieuw te starten zodra er weer stroom is.
18
Elektronisch slot
Het elektronisch slot beschermt uw toestel tegen ongewenst gebruik.
Het slot inschakelen
1 De toesteldeur is dicht en de pro-
grammakiezer staat op ’einde’.
2 Schakel het toestel in. 3 Druk op de toets Kort en hou die in-
gedrukt terwijl u de stappen met
6 uitvoert.
4 tot en
4 Draai de programmakiezer stap voor
stap
kloksgewijs in de stand ’WIT en
BONT, kastdroog’.
5 Draai de programmakiezer stap voor
stap
tegen de wijzers van de klok op
einde.
6 Draai de programmakiezer stap voor
stap
tegen de wijzers van de klok in de stand ’KREUKHERSTELLEND, strijkvochtig’.
Elektronisch slot
Het controlelampje ’vergrendeld’ knip­pert.
7 Laat de toets ’Kort los.
De slotfunctie is ingeschakeld.
8 Schakel het toestel uit.
Het slot uitschakelen
Herhaal de stappen 1-7.
Het controlelampje ’vergendeld’ gaat uit na stap
6.
19

Programmeerfuncties

Programmeerfuncties
Overzicht
Programmeerfunctie memory
Met de programmeerfuncties kan u het toestel aan uw individuele behoef­ten aanpassen. Deze functies blijven in het geheugen van het toestel tot u ze wist.
U kan een enkele programmeerfunc­tie activeren of wissen ofwel allemaal.
Programmeerfunctie aanpassing droogtegraad
Het Sensitiv-systeem is berekend op stroombesparing bij het drogen. Zo u de was echter iets droger wenst, kan u de vochtigheidsgraad in alle programmas wat verlagen.
Deze functie werd in de fabriek niet geactiveerd.
Afzonderlijke programmas aanpassen is niet mogelijk
De bijkomende functies die u bij een vorig programma extra hebt inge­steld, worden in het geheugen van het toestel opgeslagen.
De memory-functie werd in de fabriek ingesteld. U kan ze via deze program­meerfunctie weer uitschakelen.
Programmeerfunctie kreukbeveiliging
Na afloop van het programma draait de trommel met tussenpozen. Dit ver­hindert kreuken in het wasgoed.
De kreukbeveiligingsfase werd in de fabriek ingesteld. U kan ze via deze programmeerfunctie weer uitschakelen.
20
Programmeerfuncties
Opvragen en opslaan
De programmeerfuncties activeert u met de toetsen voor bijkomende functies en met de programmakiezer. Deze bedieningselementen beschik­ken dus over een verborgen functie die niet op het bedieningspaneel af te lezen is.
1 Het toestel is uitgeschakeld en de
deur is dicht. De programmakiezer staat in de stand einde’.
2 Hou de toetsen ’Temperatuur laag
en Zoemer tegelijk ingedrukt en ...
3 ... zet het toestel aan met de toets
I-aan/0-uit’.
4 Laat alle toetsen los. 5 Nu knipperen de controlelampjes
Drogen en Koude lucht’.
6 Draai de programmakiezer op een
van de volgende standen:
WIT en BONT, extra droog
voor de programmeerfunctie
Aanpassing van de droogtegraad’,
7 Indien het controlelampje ‘Mangel-
vochtig nu aangaat, is de gekozen programmeerfunctie actief.
8 Drukt u op de toets ’START, dan
schakelt u de programmeerfunctie in of uit:
controlelampje mangelvochtig
aan = programmeerfunctie aanuit = programmeerfunctie uit.
9 Wenst u een andere programmeer-
functie, herhaal dan de instellingen van punt
6 tot 8. Zoniet:
0 Opslaan: Draai de programmakiezer
op einde en schakel het toestel uit via de toets ’I-aan/0-uit’.
Programmeerfuncties uitschakelen
Voer de punten 1 tot 0 uit.
Nazien of de progr ammeerfuncties opgevraagd zijn:
Voer de punten 1 tot 7 uit. Schakel het toestel uit.
De controle is afgelopen.
WIT EN BONT, kastdroog
voor de programmeerfunctie
Memory’.
WIT EN BONT, strijkvochtig
voor de programmeerfunctie Kreukbeveiliging.
r
21
Reiniging en onderhoud van het toestel
Reiniging en onderhoud van het toestel
Pluizenzeef
Pluisjes die tijdens het drogen worden gevormd, komen in de pluizenzeef in de deur terecht.
Maak deze zeef na elke droogbeurt schoon. Daarmee spaart u tijd en stroom.
De droogautomaat zelf
Maak het toestel stroomloos.
Reinig. . .
. . . ommanteling en bedieningspa­neel: met een zacht sopje; . . . trommel en andere roestvrijstalen onderdelen: met een geschikt reini-
gingsmiddel voor roestvrijstaal.
Gebruik geen schuurmiddel. Reini­gingsmiddel voor glas of voor uni­verseel gebruik is ook af te raden. Dit kan schade toebrengen aan kunststof oppervlakken of andere onderdelen. Spuit het toestel nooit met een slang af.
Wrijf alle onderdelen met een zachte doek droog.
Open de deur en trek de zeef eruit. Verwijder de pluizen. Gebruik daar
geen spitse of scherpe voorwer­pen voor!
In de holle ruimte bevinden zich ook pluizen. Die verwijdert u langs de brede gleuf onderaan.
Schuif de zeef weer in de holle ruim­te en doe de toesteldeur weer dicht.
Zo de pluizenzeef erg plakkerig of verstopt is, kan u die onder stromend heet water schoonmaken.
Droog de pluizenzeef goed af voordat u ze terugplaatst.
22
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ?
Herstellingen aan elektrische toestellen mag u enkel en alleen door een erkend vakman laten uitvoeren. Door ondeskundige reparaties kunnen er niet te onderschatten ri sicos op du iken voor wie het toestel gebruikt.
Wat gedaan als . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . de trommel na he t inscha-
kelen niet begint te draaien?
. . . wasgoed van synthetische vezels na het drogen statisch geladen is?
. . . het wasgoed eventueel niet droog genoeg werd?
. . . er pluizen worden ge­vormd?
Misschien werd het toestel niet in de juiste volgorde ingescha­keld.
De lading bestond uit verschil­lende textielsoorten.
Door het droogproces komen er pluizen vrij, die zich vooral door slijtage bij het dragen en wassen op het textiel hebben gevormd. In de droogautomaat is die slijtage gering. Machinaal drogen heeft dus eigenlijk geen invloed op de levensduur van uw textiel. Dit werd door wetenschappelijk onderzoek uitgemaakt.
Herhaal het inschakelen. Zie rubriek Zo droogt u juist’.
Zit de stekker wel in het
stopcontact?
Is de deur juist gesloten?Werd de toets I-aan/0-uit
wel ingedrukt?
– Hebt u op de toets ’START
gedrukt?
Zijn de smeltstoppen van de
huisinstallatie bij het inscha­kelen van het toestel uitge­sprongen? Zo ja, doe een beroep op uw handelaar of op de Miele-naverkoopdienst.
Voeg bij de laatste spoel-
beurt in de wasautomaat wasverzachter toe. Zo neemt de statische lading af.
Kies bij de volgende droog-
beurt een geschikt programma.
23
Wat gedaan als . . . ?
Wat gedaan als . . . ? Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . het droogproces erg lang
duurt?
. . . de ringverlichting niet werkt?
. . . de trommelve rlichting nie t aangaat?
. . . u de toesteldeur bij een stroomonderbreking dient te openen?
De ventilatie is ontoereikend (bv. in een klein vertrek). Misschien is de temperatuur ter plaatse sterk gestegen.
Het toestel kan de lucht niet afvoeren zoals het hoort.
Het wasgoed werd niet genoeg uitgecentrifugeerd.
Dit is geen storing.
Die gaat enkel aan wanneer het toestel ingeschakeld is. Even­tueel is het gloeilampje defect.
Zet tijdens het drogen een
deur en/of venster open. Zo stroomt er meer lucht naar binnen.
Maak de pluizenzeef aan de
binnenzijde van de deur schoon.
Zie na of de luchtuitlaat-
opening vrij is.
Verhoog evt. het centrifugeer-
toerental in de wasautomaat.
Zie rubriek Beschrijving van
het toestel’.
Het gloeilampje vervangen.
Zie tekst op het einde van deze rubriek.
De toesteldeur openen. Zie
tekst op het einde van deze rubriek.
24
Wat gedaan als . . . ?
Storingen en te verrichten controles die via controlelampjes of in het display worden aang eduid: Wat gedaan als . . . ? Oorzaak . . . Oplossing . . . . . . het controle lampje ‘ver-
grendeld knippert na het inschakelen van het toestel?
. . . het lampje ‘vergrendeld knippert tijd e ns het drogen
. . . het controle lampje Drogen knippert?
. . . het controle lampje ‘Kreuk- beveiliging / einde knippert?
. . . het controle lampje Filter brandt ?
. . . het controle lampje ’Filter’ na het reinigen van de pluizen­zeef nog steeds brandt?
. . . het programm a wordt afge­broken en het controlelampje Kreukbeveiliging / einde aan­gaat?
De slotfunctie is geactiveerd. U kan het programma niet van start laten gaan.
Dit is geen storing. Het lampje gaat uit op het einde
De programmakiezer werd na de start van het programma in een andere stand gedraaid. Het programmaverloop is even­wel normaal.
Het gaat hier eventueel om een storing.
Temperaturen die merkbaar onder nul liggen, verstoren de werking van het toestel.
Belangrijk: schakel het toestel uit met de toets ‘I-aan/0-uit. De pluizenfilter in de deur is
verstopt.
De afvoerleiding is verstopt. De luchtuitlaatopening (bv.
vensterrooster of muurbuis) is verstopt of geblokkeerd.
Er stroomt te weinig lucht in het toestel. Bv. in een klein vertrek.
De luchtafvoerleiding is zeer lang.
Is de leiding erg lang, dan verlengt de programmaduur en verhoogt het stroomverbruik.
Ligt er na de start van het programma geen wasgoed in de trommel, dan wordt dit door de electronic herkend. Het programma wordt dan afgebroken. Dat gebeurt ook zo u een programma start met droog wasgoed.
Zie rubriek Elektronisch slot’.
van het programma.
Zet de knop weer op het
oorspronkelijk gekozen programma: het controle­lampje gaat nu uit.
Zet het toestel uit en weer
aan.
Kies en start een programmaStel het toestel op in een
minder koud vertrek.
Knippert het lampje weer,
dan is er een technisch defect. Contacteer de Miele­naverkoopdienst.
Maak na afloop van het pro-
gramma de pluizenzeef schoon. Zie rubriek ’Reini- ging en onderhoud’.
Kijk de afvoerleiding en de
luchtuitlaatopening na.
Zet tijdens het drogen deu-
ren of vensters open zodat er genoeg lucht binnenstroomt.
Hou bij het berekenen van
de afvoerleiding rekening met de lengte en de diame­ter van de leiding! Zie rubriek Zo droogt u juist!.
25
Wat gedaan als . . . ?
De trommelverlichting werkt niet. Het lampje vervangen:
Doe de toesteldeur open.
Schakel het toestel uit door de stek­ker uit het stopcontact te trekken of de smeltveiligheden uit te schake­len voor u het lampje vervangt.
Zet het kapje stevig op zijn plaats. Zo vermijdt u dat er vocht indringt, wat kortsluiting kan veroorzaken.
Koop reservelampjes die tegen hoge temperaturen bestand zijn, bij uw han­delaar of in de Miele-naverkoopdienst.
De toesteldeur openen bij een stroomonderbreking
Schroef het afdekkapje aan de binnen­zijde boven de vulopening af.
Vervang het lampje.
Het vermogen van het lampje mag niet hoger liggen dan wat op het typeplaatje en op het kapje staat aangegeven.
Zet het kapje weer op zijn plaats en schroef het vast.
26

Naverkoopdienst

Herstellingen
Neem bij storingen die u zelf niet kan verhelpen, contact op
– met uw Miele-handelaar
of
– met de Miele-naverkoopdienst. Het adres en de telefoonnummers van
onze naverkoopdienst vindt u op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u op onze technische dienst een beroep doet, geef dan altijd het machinetype en -nummer op. Beide ge­gevens staan vermeld op het typeplaat­je. Dat vindt u rechts onder de vulope­ning.
Voorbeeld:
Naverkoopdienst
Het programma updaten (moderniseren)
Op het bedieningspaneel vindt u een controlelampje met de markering ‘PC’. Deze led dient de naverkoopdienst als contactpunt voor de actualisering van het programma (PC = program correc­tion).
Bij de aanpassing van de elektronische besturing van uw toestel kan er dan rekening worden gehouden met ontwik­kelingen in textielsoorten en droogpro­cédés.
Miele zal de mogelijkheid om een pro­gramma te actualiseren tijdig bekend­maken.
27
Opstellen
Opstellen
Om een perfecte werking te waarbor­gen, moet de automaat horizontaal wor­den opgesteld. Door lichte afwijkingen komt de goede werking van het toestel echter nog niet in het gedrang.
Laat een spleet van 10 mm vrij tus­sen de onderkant van het toestel en de vloer. Deze luchtspleet mag in geen geval door afsluitlijsten, dik tapijt e.d. worden versmald. Anders is er geen voldoende toevoer van koele lucht gewaarborgd!
Deze droogautomaat mag niet wor­den ingebouwd!
U kan deze droogautomaat met een Miele-wasautomaat tot een was- en droogzuil kombineren. Daarvoor is er een tussenset* vereist.
Onderdelen met een * zijn in de Miele-naverkoop­dienst en bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar.
Oneffenheden in de vloer kan u weg­werken door aan de machinevoetjes te draaien.
28
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Deze droogautomaat mag enkel met een luchtafvoerleiding worden gebruikt. Uitzondering: directe aan­sluiting naar buiten toe.
Vermijd bij de installatie:
lange afvoerleidingen,een te groot aantal bochten,te smalle bochten.
Anders . . . . . . vermindert het droogrendement, . . . wordt er meer stroom verbruikt en duurt het programma langer.
Gebruik bij de installatie:
verzinkte ijzeren buizen,kunststof buizen,buigbare buizen.
Installeer de luchtafvoerbuis
– aan de achterzijde (in de fabriek
werd deze opening opengelaten) of
– aan de linker of rechter zijwand van
de droogautomaat.
Installatie opzij links of rechts
Verwijder enkel het deksel in het mid­den van de opening.
Monteer de afvoerleiding zo dat weggeblazen vochtige lucht niet opnieuw wordt aangezogen.
Het is niet toegestaan de afvoerlei­ding op een schouw voor gas- of steenkoolverwarming aan te sluiten.
Trek de stekker uit of schakel de smeltveiligheden van uw installatie uit voordat u het toestel installeert.
Sluit met dit deksel de aansluiting op de achterzijde af.
Installatie van de luchtafvoerleiding
Voor de aansluiting van de afvoerbuis wordt een aanpasstuk (Ø 100 mm) meegeleverd.
Dat wordt in de afvoertuit gestoken. Daarmee kunt u soepele afvoerleidin­gen vlotter aansluiten.
29
Installatie van de luchtafvoerleiding.
De weggeblazen lucht ondervindt wrij­vingsweerstand in de afvoerleiding. Hoe korter de buis en hoe gladder de binnenwand, hoe vlotter de lucht weg­stroomt. Dat heeft een gunstig effect op stroomverbruik en programmaduur.
Extra buislengte
Bochten bieden meer weerstand dan rechte buizen. Daarom wordt bij de lengte van een bocht een getal bijge­teld: de bijkomende buislengte. Zie tabel I.
Totale buislengte
Dit is de som van de werkelijke en de extra buislengte.
Buisdiameter
Grotere buisdiameters verlagen de weerstand. Pas dus bij langere buizen een grotere diameter toe.
Berekening afvoerleiding:
Meet de lengte van de nodige afvoer­leiding:
– Tel het aantal bochten. Hou daarbij
rekening met de soort, de buiging en de straal. Zie tabel I.
– Voeg de extra buislengte (als in ta-
bel I) bij de lengte van de voorziene afvoerleiding.
– Uit tabel II kunt u de vereiste diame-
ter van de afvoerleiding aflezen.
Opmerking:
Droogtijd en stroomverbruik verande­ren bij een totale buislengte tot 10 m, bij 100 mm Ø, niet. Bij wijdere buizen vermeerdert dat wel lichtjes. Hou vol­doende rekening met de diameters uit tabel II. Dan komt de werking van het toestel met langere leidingen niet in het gedrang.
Tabel I
Soort bocht Buiging Bochtstraal R (mm) Extra buislengte (m)
Buigbare buis 90°
Gladde buis Kunststof buis Ovenbuis
Elleboog 2,5 Vouwbocht 90° 200 0,8 Muurbuis of vensteraansluiting met rooster
Muurbuis of vensteraansluiting met terugslagklep Luchtafvoertuit links / rechts
Vlak kanaal
30
45° 90°
90° 45°
100 tot 500 100 tot 500
100 200 100
0,5 0,4
0,4 0,3 0,3
3,8 1,5
2 8
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Tabel II
Totale buislengte Buisdiameter
0 - 20 m 20 - 30 m 30 - 43 m 43 - 60 m
100 mm 110 mm 120 mm 130 mm
Voor het volgende voorbeeld werden buigzame afvoerbuizen voorzien. Bij andere buissoorten verandert de extra buislengte. Zie tabel I.
Voorbeeld:
Zijdelingse aansluiting links . . . 2,00 m
Lengte (L) . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,20 m
Onderste straal (R) . . . . . . . . . . 0,50 m
Hoogte (H). . . . . . . . . . . . . . . . . 1,00 m
Bovenste straal (R) . . . . . . . . . . 0,50 m
Muurbuis met rooster . . . . . . . . 3,80 m
Totale buislengte. . . . . . . . . . . .
Resultaat:
100 mm Ø volstaat daar de lengte onder de 20 m blijft, zoals op tabel II aangegeven.
9,00 m
31
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Aanbeveling bij opstelling van verschillende droogautomaten:
Installeer per droogautomaat een terug­slagklep (R) direct op de gezamenlijke luchtafvoerleiding. Er is een mits toe­slag verkijgbaar toebehoren* (zie afb. rechts) vereist. Zo vermijdt u reukover­dracht en vorming van condensatiewa­ter in toestellen die niet in werking zijn.
U kan hoogstens 5 droogautomaten op een gezamenlijke luchtafvoerleiding aansluiten. Pas in zon geval een grote­re buisdiameter (D) toe. Hoe groot die diameter dient te zijn, vindt u in tabel III.
Tabel III
Aantal droo g-
automaten
2 3
4-5
32
Factor waarmee
de diameter van de
buis (zie tabel II)
vergroot
1,00 1,25 1,50
1 Aansluiting op de gezamenlijke
luchtafvoerleiding* 2 Terugslagklep* 3 Bijkomend aanpasstuk* 4 Luchtafvoerslang*
Druk de terugslagklep (2) volledig in
het aanpasstuk (3).
Installatie van de luchtafvoerleiding.
De afvoer kan rechtstreeks naar buiten worden geleid met een muurbuis of vensteraansluiting. Deze onderdelen zijn in de Miele-naverkoop­dienst en bij uw Miele-handelaar verkrijgbaar.
Voorbeeld: muurbuis
1. lijst
2. muurbuis
3. aansluitstuk
4. rooster
5. klep
6. houtschroef
7. muurplug
Bovenaanzicht:
Voorbeeld: vensteraansluiting
1. lijst
4. rooster
5. klep
8. spanstukjes (4x)
9. schroeven (4x)
Zijaanzicht:
1. muurbuis
2. soepele tussenring Indien de muurbuis met een aansluitstuk aan de muurzijde wordt gemonteerd, dient u de soepele tussenring te gebruiken.
1. vensteraansluiting
2. aanpasstuk voor soepele buis Vensteraansluiting in een plexiglas gemonteerd. Bij gebruik van een voorhanden glazen ruit dient u een opening van 125 mm Ø aan te brengen.
33
Installatie van de luchtafvoerleiding.
Aansluitvoorbeeld 1
Verschoven aansluiting (zijaanzicht) met een soe­pele afvoerslang op een afvoerschacht.
1. muurbuis A. =slang met spiraaldraad
2. aansluitstuk B. = soepele buis
3. tegen vocht beschermd afvoerkanaal
Aansluitvoorbeeld 3
Aansluiting van de kunststof afvoerbuis op de droogautomaat (zijaanzicht).
Aansluitvoorbeeld 2
Verschoven aansluiting (zijaanzicht) met een kunststof afvoerbuis op een muurbuis.
1. muurbuis
2. verloopstuk
3. kunststof afvoerbuis (buitenwerkse Ø: 110 mm)
Aansluitvoorbeeld 4
1. kunststof afvoerbuis 2. verloopstuk
34
Hoogte van de afvoertuit bij een was- en droog­zuil.
Elektrische aansluiting
Uw droogautomaat is voorzien voor aansluiting op eenfasige stroom 230 V, 50 Hz. Hij is uitgerust met een geaarde stekker en een ca. 2 m lange kabel.
De aansluiting mag uitsluitend gebeu­ren op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met aarding.
Om de veiligheid te verhogen, verdient het aanbeveling een verliesstroomscha­kelaar met een uitschakelstroom van 30 mA voor het toestel te schakelen.
Sluit uw toestel in geen geval aan op verlengsnoeren. Zo vermijdt u brandrisi­cos.
Gegevens omtrent aansluitwaarde en vereiste smeltstoppen vindt u op het ty­peplaatje. Vergelijk die zorgvuldig met de gegevens van uw elektrische instal­latie.
Elektrische aansluiting
35
Verbruik
Verbruik
Programmas Lading Centrifugeertoerental
kg t.p.m. kWh minuten
WIT en BONT wasgoed Extra droog
Kastdroog +
Kastdroog Kastdroog
Strijkvochtig Strijkvochtig
Mangelvochtig
(1)
(1)
rr
rr 5 1200
5 1200
5 1200
5 800 (70 % restvochtigheid) 3,3 85
5 1200
5 800 (70 % restvochtigheid) 2,7 70
5 1200
(in een huishoudelijke
wasautomaat)
1400 1600
1400 1600
1400 1600
1400 1600
1400 1600
Stroom­verbruik
3,2
3,05
2,8
2,7 2,6 2,3
2,6
2,45
2,2
2,0 1,85 1,55
1,6
1,5
1,2
Droogtijd
incl. afkoeltijd
81 78 72
71 67 61
67 64 58
53 50 43
43 40 33
KREUKHERSTELLEND wasgoed Kastdroog Strijkvochtig Speciale programma’s Finish wol Ontkreuken
(1)
Testprogramma volgens EN 61121/A11.
Gegevens berekend volgens de norm EN 61121/A11.
Deze cijfers kunnen wijzigingen ondergaan onder meer door het verschil in textielsoort, in het ge­wicht van het te drogen wasgoed, in de restvochtigheid na het centrifugeren en door schommelin­gen in de stroomvoorziening.
(1)
2,5 1000 (50 % restvochtigheid) 1,15 33
2,5 1000 1 30
1 0,2 3
2,5 0,3 8
36
Technische gegevens
Hoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens
850 mm (verstelbaar +10/-5 mm)
Breedte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diepte (incl. afstand tot de wand) . . . .
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trommelinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Capaciteit. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluitspanning . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluitwaarde . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Smeltveiligheden . . . . . . . . . . . . . . . . .
Stroomverbruik. . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Verkregen labels . . . . . . . . . . . . . . . . .
595 mm
600 mml
49 kg
103 l
5 kg droog wasgoed
zie typeplaatje
}
zie rubriek ’Verbruik’
radio- en T.V.-ontstoring
373839
Wijzigingen voorbehouden/000 0800
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
Loading...