Miele GALA A User Manual

Gebruiksaanwijzing voor de droogautomaat Gala A
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw droogautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 05 237 131
T
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Algemeen
Het apparaat in één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4
Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Korte beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Tips voor het drogen van textiel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Tips om energie te besparen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Het inschakelen van de droogautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Het vullen van de trommel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Het kiezen van een programma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het kiezen van (een) extra functie(s) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Het starten van een programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Na het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Het wijzigen van een programma
Het kiezen van een ander programma tijdens het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Het openen van de deur tijdens het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Het programmeren van aanvullende functies
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Het oproepen, activeren en opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
2
Inhoudsopgave
Reiniging en onderhoud
Pluizenfilter. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Droogautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Nuttige tips
Probleem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22
Het vervangen van het gloeilampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Het openen van de deur bij stroomuitval. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Technische Dienst
Reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Miele Service Verzekering Certificaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Programma-actualisering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Het plaatsen van de droogautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Was-droogzuil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het installeren van de luchtafvoerbuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Het berekenen van de lengte en de doorsnede van de buis . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
3
Algemeen
Algemeen
Het apparaat in één oogopslag
1 Aansluitkabel 2 Bedieningspaneel 3 Deur 4 Aansluiting voor de luchtafvoer (aan de achterkant standaard geopend) 5 Vier in hoogte verstelbare machinevoeten
4
Bedieningspaneel
Algemeen
bToets "j k"
Met deze toets kunt u de droger in- en uitschakelen en het programma onder­breken. Wanneer u het apparaat in­schakelt en de deur opent, gaat de trommelverlichting aan.
cToets "Deur"
Met deze toets kunt u de deur van de droger openen en het programma af­breken. Deze toets klikt niet vast.
dToets "START"
Met deze toets kunt u een droogpro­gramma starten. Het controlelampje:
knippert wanneer een programma
kan worden gestart;
– en brandt
gestart.
nadat het programma is
eToetsen voor de extra functies
Wanneer u een extra functie heeft inge­schakeld gaat het daarbij behorende controlelampje branden. Wanneer u deze extra functie weer heeft uitgeschakeld gaat het daarbij be­horende controlelampje uit.
fProgrammakeuzeschakelaar
De keuzeschakelaar kan rechtsom of linksom worden gedraaid.
gControlelampjes voor het
programmaverloop, controle- en foutmeldingen
De controle- en foutmeldingen worden in het hoofdstuk "Nuttige tips" uiteenge­zet.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op de geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Door hergebruik van verpakkingsmate­riaal wordt er op grondstoffen be­spaard en wordt er minder afval gepro­duceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten nog waardevolle stoffen/materialen. Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grof vuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is het appa­raat terug te geven. Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de gemeente of bij een grondstoffenhan­delaar naar mogelijkheden voor herge­bruik van het materiaal (bijv. schrootver­werking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het oude apparaat kunnen komen totdat het wordt weggehaald. Zie ook het hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees eerst aandachtig de gebruiks­aanwijzing door voordat u uw droog­automaat voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de droogau­tomaat.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar beschadigd is. Een beschadigde droogautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Voordat u de droogautomaat aan-
sluit dient u altijd de aansluitgege­vens (zekering, spanning en frequen­tie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Efficiënt gebruik
Deze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze droogautomaat is uitsluitend
bestemd voor het drogen van tex­tiel dat in water is gewassen en vol­gens de aanwijzingen van de fabrikant op het wasetiket in de droogautomaat mag worden gedroogd. Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet ver­antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een fou­tieve bediening.
Controleer voordat u uw droogauto-
maat voor het eerst in gebruik neemt of het apparaat volgens de re­gels is opgesteld en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen van de droogautomaat".
De elektrische veiligheid van de
droogautomaat is uitsluitend gega­randeerd als deze is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïn­stalleerd. Het is zeer belangrijk dat wordt nage­gaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman wordt geïnspecteerd. De fabri­kant kan niet aansprakelijk worden ge­steld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aard­draad.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer. Dit in verband met gevaar voor bijvoor­beeld oververhitting.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De droogautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin­gen. Ondeskundig uitgevoerde repara­ties kunnen onvoorziene risico’s voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Reparaties mogen alleen door erkende vakmensen van Miele worden uitgevoerd.
Wanneer geisers, gaskachels of
kolenkachels met schoorsteenaan­sluiting etc. zich in dezelfde ruimte als de droger of in een aangrenzende ruim­te bevinden en de onderdruk 0,04 mbar of meer bedraagt kunnen ver­brandingsgassen worden teruggezo­gen. Daardoor ontstaat gevaar voor ver­giftiging.
Vermijd onderdruk door voldoende te ventileren, bijv. met behulp van:
- een beluchtingsopening in de buiten-
muur die niet kan worden afgesloten;
- een speciale raamschakelaar waar-
door de droogautomaat alleen dan kan worden ingeschakeld als er een
raam openstaat. Laat de situatie in ieder geval beoorde­len door een schoorsteenveger of in­stallateur.
Als er een storing moet worden ver-
holpen of als de droogautomaat moet worden gereinigd, mag er geen elektrische spanning op het apparaat staan. Dit is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
- als de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie is uitgeschakeld,
- of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen worden vervangen. Alleen van deze onderdelen kunnen wij garanderen dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze apparaten.
Gebruik
Plaats uw droogautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten. Temperaturen die duidelijk onder het vriespunt liggen hebben een negatief effect op de werking van het apparaat.
De droogautomaat mag alleen wor-
den gebruikt als er een luchtafvoer­buis is aangesloten. Zonder luchtafvoerbuis zuigt de droog­automaat de uitgestoten vochtige lucht weer op, waardoor er veel meer ener­gie en tijd nodig is om het wasgoed droog te krijgen. Bovendien kunnen de muren door de vochtige lucht op den duur beschadigen.
De uitgestoten lucht mag niet via
een schoorsteen worden afge­voerd en ook niet via een kanaal dat voor de ontluchting van ruimtes met stookplaatsen wordt gebruikt. Rook en gassen kunnen daardoor wor­den teruggezogen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Sluit de deur iedere keer nadat u de droogautomaat heeft gebruikt.
Zo voorkomt u dat – kinderen op de deur gaan leunen en
dat het apparaat gaat kantelen.
– kinderen proberen in de droger te
kruipen
– of er voorwerpen in te verstoppen.
Er bestaat gevaar voor brand bij
de volgende materialen: – Kledingstukken met rubber. – Kledingstukken die voorbehandeld
zijn met brandbare reinigingsmidde­len (bijv. wasbenzine).
– Kledingsstukken die in aanraking
zijn geweest met haarversteviger, haarspray, nagellakremover e.d.
– Kledingstukken die vervuild zijn door
olie en/vet, bijv. kokskleding en keu­kenlinnen.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
mogen worden aan- of ingebouwd. Als er andere toebehoren worden aan­of ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen be­roep meer worden gedaan op bepalin­gen met betrekking tot garantie en pro­ductaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aan­sluitkabel onbruikbaar. U voorkomt hiermee dat de droog­automaat verkeerd wordt gebruikt.
– Kledingstukken met vullingen die be-
schadigd zijn (bijv. kussens of jacks). Wanneer de vulling er uitkomt kan dat brand veroorzaken.
9
Korte beschrijving
Korte beschrijving
Korte beschrijving van de wer­king van de droogautomaat en korte handleiding
De programma’s kunt u instellen door de programmakeuzeschakelaar naar rechts of naar links te draaien.
Ter aanvulling van de droogprogram­ma’s kunt u extra functies instellen door
de toetsen voor de extra functies in te drukken.
Het programma kunt u starten door op de START - toets te drukken.
De controlelampjes voor het program­maverloop, die zich rechts op het be­dieningspaneel bevinden, geven aan in welke fase het programma zich bevindt.
Het Sensitive-systeem meet automa­tisch het soort water en maakt nauw­keurig drogen mogelijk.
Het Novotronic-systeem meet zowel het restvochtgehalte als de hardheid en de kwaliteit van het leidingwater. Door deze waarden te vergelijken zorgt het ervoor dat het restvochtgehalte altijd gelijk is.
De Reverseerautomaat zorgt ervoor dat de trommel afwisselend links- en rechtsom draait. Zo wordt het wasgoed gelijkmatig en behoedzaam gedroogd.
Verder kunt u een aantal aanvullende functies programmeren om het droog­programma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt drogen.
Lees eerst: "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" en: "Tips voor het drogen van textiel".
Wanneer u een kort overzicht wilt heb­ben over hoe u de automaat moet be­dienen, kunt u de met cijfers aangedui­de stappen (
1,2,3...) aanhouden.
1 Schakel het apparaat in
door op de j k - toets te drukken.
2 Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
3 Vul de trommel
door het wasgoed losjes in de trom­mel te leggen.
4 Sluit de deur
5 Kies een programma
door de programmakeuzeschakelaar op de gewenste droogtestand te draaien.
Wanneer de gewenste droogtestand is bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Na het einde van het eigenlijke pro­gramma volgt de "Kreukbeveiliging": de trommel draait met korte intervallen, waardoor wordt voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken.
10
6 Kies eventueel (een) extra func-
tie(s)
door op de toets(en) voor de extra functie(s) te drukken.
7 Start het programma
door op de START - toets te drukken.
Tips voor het drogen van textiel
Tips voor het drogen van textiel
Controleer voordat u wasgoed in de automaat wilt gaan drogen, welk droogsymbool in het wasetiket van het wasgoed is afgebeeld.
De symbolen betekenen het volgende:
q = Drogen op een normale tempera-
tuur
r = Drogen op een lage temperatuur
(Druk daarbij op de toets "Temperatuur laag")
s = Niet geschikt om in de droogauto-
maat te worden gedroogd
t = Geschikt om in de droogautomaat
te worden gedroogd
Wanneer er geen droogsymbool in het wasetiket staat, gelden in principe de volgende regels:
Wit, bont en kreukherstellend was­goed moet in de daarbij behorende programma’s met de gewenste droogtegraad worden gedroogd (Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht").
Fijne was, bijv. van acryl, moet in het programma "KREUKHERSTELLEND" en met de extra functie "Lage tempe­ratuur" worden gedroogd.
Houd in het geval dat onderstaan­de textielsoorten volgens het wasetiket in de automaat mogen worden gedroogd, rekening met het volgende:
Wol en wolmengweefsels
Deze hebben de neiging te vervil­ten en te krimpen. Dit gebeurt niet als dit textiel in het speciale programma "Wol" wordt ge­droogd.
Wasgoed gevuld met dons
De binnen- en buitenvoering (bijv. van dekbedden) heeft, afhankelijk van de kwaliteit en de gebruikte tex­tielsoort (zoals katoen en satijn) de neiging om te krimpen. Dit gebeurt niet als dit textiel in het speciale programma "Strijken
wordt gedroogd.
Zuiver linnen
Dit kan ruw worden. Dit gebeurt niet als dit textiel in het speciale programma "Strijken wordt gedroogd.
rrr"
rrr"
11
Tips voor het drogen van textiel
Kreukherstellend wasgoed gaat des
Let verder nog op het volgende:
T-shirts en tricot krimpen vaak wan­neer ze voor het eerst worden ge­wassen. Droog ze dus niet te lang en te heet om te voorkomen dat ze nog verder krimpen. Koop dit soort textiel even­tueel één of twee maten te groot.
Gesteven wasgoed kunt u in de droogautomaat drogen. Doseer echter vóórdat u gaat was­sen de dubbele hoeveelheid stijfsel voor hetzelfde effect.
Kreukherstellende overhemden of blouses van 100% katoen hebben, afhankelijk van de kwaliteit en het model overhemd, de neiging sterk te kreuken. Droog zulk wasgoed met een pro­gramma met een lagere droogte­graad (bijv. "Strijkdroog"). In het uiterste geval kunt u dit wasgoed het beste drogen in het programma "Strijken gertje hangen.
rrr"
en daarna op een han-
te meer kreuken, naarmate de droog­automaat voller beladen is. Dat geldt vooral voor zeer fijn textiel. Verminder de beladingshoeveelheid of gebruik het speciale programma "Kreukherstellend Strijkdroog".
– Droog
goed niet samen met lichtgekleurd wasgoed omdat het misschien af­geeft.
– Kledingstukken
schadigd zijn (bijv. kussens of jacks) mogen niet in de automaat worden gedroogd. Wanneer de vulling er uit­komt kan dat brand veroorzaken.
nieuw, donkergekleurd was-
met vullingen die be-
12
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Tips om energie te besparen
Voordat u het wasgoed gaat drogen kunt u dit het beste met een zo hoog mogelijk toerental in de wasauto­maat centrifugeren. Zo bespaart u bij het drogen ca. 30 % energie en tijd, wanneer u bijv. met 1600 omw/min in plaats van met 800 omw/min centrifugeert.
Sorteer het wasgoed zo veel moge­lijk
- naar textielsoort,
- naar gewenste droogtegraad
- naar gelijke grootte en gelijk rest­vocht na het centrifugeren. Zo krijgt u een gelijkmatig droog­resultaat.
Benut voor ieder droogprogramma de maximale beladingscapaciteit van de trommel. Zie daarvoor het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Zorg ervoor dat er niet te veel en niet te weinig wasgoed in de trommel zit.
Het energieverbruik is dan, gerela­teerd aan de totale hoeveelheid was­goed, het gunstigst.
Doe ritssluitingen dicht. Bind ceintuurs bij elkaar. Knoop schortenbandjes aan elkaar.
Verwijder eventuele doseerbolletjes of doseerzakjes uit het wasgoed. Deze voorwerpen kunnen tijdens het droogprogramma smelten en het apparaat en het wasgoed be­schadigen.
Leg het voorgesorteerde wasgoed losjes in de trommel.
Zorg ervoor dat de trommel niet overvol is. Een te volle trommel is slecht voor het wasgoed en heeft een negatief effect op het droogresultaat.
Sluit de deur.
Zorg voor een goede ventilatie.
1Het inschakelen van de
droogautomaat
Druk op de j k - toets.
2Het vullen van de trommel
Open de deur van de automaat door op de Deur - toets te drukken.
Knoop dekbedovertrekken en kus­senslopen dicht, zodat er geen klei­nere stukken wasgoed in komen.
Let er bij het sluiten van de deur op dat er geen stukken wasgoed tus­sen de deur zitten. Wasgoed dat be­klemd raakt kan beschadigen.
13
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
3Het kiezen van een program-
ma
Draai de programmakeuzeschake­laar op het gewenste programma.
De programmas zijn beschreven in het hoofdstuk: "Programma-over­zicht".
4Het kiezen van (een) extra
functie(s)
Druk de toets(en) voor de extra func­tie(s) in.
Wanneer u een extra functie heeft inge­schakeld gaat het daarbij behorende controlelampje branden. Wanneer u deze extra functie weer heeft uitgeschakeld gaat het daarbij be­horende controlelampje uit.
Extra functie "Temperatuur laag"
Met deze toets wordt de temperatuur van de lucht in de trommel verlaagd.
– Voor het drogen van fijn textiel, bijv.
acryl. Symbool in het wasetiket: r.
Het programma duur langer.
5Het starten van een program-
ma
Druk op de START - toets.
Rechts op het bedieningspaneel brandt het controlelampje van de fase waarin het droogprogramma zich op dat moment bevindt.
Memory-functie
Is de Memory-functie actief, dan wor­den de extra functies opgeslagen zoals die bij het gekozen droogprogramma worden ingesteld. Wanneer u de keer daarop ditzelfde programma kiest, branden de controle­lampjes van de extra functies zoals die de keer daarvóór zijn ingesteld. Méér over de Memory-functie in het hoofdstuk: "Het programmeren van aan­vullende functies".
Extra functie "Kort"
Met deze toets duurt het programma korter.
– Voor het drogen van sterk textiel.
14
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Controlelampje "Filters / Afvoer"
Dit controlelampje geeft aan dat het ap­paraat niet optimaal of niet zuinig werkt.
De oorzaken van deze foutmelding kun­nen zijn:
het pluizenfilter in deur is verstopt;de luchtafvoerbuis of de luchtafvoer-
opening is verstopt;
– de luchtafvoerbuis is te lang
(Aanwijzingen over de lengte en de doorsnede van de luchtafvoerbuis vindt u in het hoofdstuk: "Het installe­ren van de luchtafvoerbuis").
Is het niet mogelijk om de luchtafvoer­buis korter te maken, dan wijst het con­trolelampje "Filters / Afvoer" u erop dat u het pluizenfilter in de deur moet reini­gen iedere keer nadat u de droogauto­maat heeft gebruikt.
Het controlelampje "Filters / Afvoer" gaat voor de start van een programma alleen uit, wanneer de droogautomaat met de
j k - toets is uitgeschakeld.
Na het drogen
Wanneer het controlelampje "Kreukbe­veiliging / Einde" brandt, is het eigenlij­ke programma afgelopen.
Open de deur door op de Deur ­toets te drukken.
Haal het wasgoed uit de trommel. Controleer of de trommel leeg is.
Wasgoed dat in de trommel blijft lig­gen wordt als het nog een keer wordt gedroogd overmatig ge­droogd en kan daardoor beschadi­gen.
Verwijder iedere keer nadat u de droogautomaat heeft gebruikt de pluizen in het pluizenfilter dat zich in de pluizenfilterhouder bevindt. Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Sluit de deur. Schakel het apparaat uit door op de
j k - toets te drukken.
Sluit de deur iedere keer nadat u de automaat heeft gebruikt en schakel het apparaat dan ook uit.
15

Het wijzigen van een programma

Het wijzigen van een programma
Nadat een gekozen droogprogram­ma is gestart accepteert de auto­maat geen wijzigingen meer in pro­grammakeuze en keuze van extra functies.
Wordt de programmakeuzeschakelaar na de start van het programma op een ander programma gedraaid, heeft dat geen invloed op het programmaver­loop. Het controlelampje "Drogen" begint te knipperen. Het controlelampje gaat uit wanneer de programmakeuzeschake­laar op het programma wordt gedraaid dat u eerst had ingesteld.
Het openen van de deur tij­dens het drogen
Breek eerst het programma af:
door met een druk op de Deur ­toets de deur te openen.
– Nu kunt u nog wasgoed in de trom-
mel leggen of voortijdig wasgoed uit de trommel halen.
Wanneer u het programma wilt voortzet­ten:
Sluit dan de deur. Druk op de START - toets.
– Het programma gaat verder.
Het kiezen van een ander pro­gramma tijdens het drogen
Breek eerst het programma af:
door de programmakeuzeschakelaar op "Einde" te draaien.
– Wanneer dan alleen nog maar het
controlelampje "Kreukbeveiliging / Einde" brandt, is het programma af­gebroken.
Kies dan een nieuw programma:
door de programmakeuzeschakelaar op het gewenste programma te draaien.
Schakel eventueel extra functies in of uit.
Druk op de START - toets.
Wanneer de bij TIJDKEUZE - pro­grammas de stroom is uitgevallen moet u, zodra er weer stroom op het apparaat staat, het programma op­nieuw starten.
16
Programma-overzicht
Programma-overzicht
Programma Soort textiel Maximale
WITTE / BONTE WAS Extra droog
Wasgoed van dikkere stof
dat bij "Kastdroog +" niet
droog genoeg wordt
Kastdroog +
Wasgoed van dunnere en
dikkere stof, zoals
verschillende soorten
katoenen wasgoed (bijv.
badstof handdoeken en tricot
wasgoed)
Kastdroog
(1)
Soortgelijk wasgoed van katoen (badstof en tricot
wasgoed, flanellen lakens)
Strijkdroog
r
Strijkdroog rr
(1)
Katoenen of linnen weefsels
(bijv. tafellakens, servetten en beddengoed, gesteven
wasgoed)
Mangeldroog
Katoenen of linnen weefsels
die na afloop van het
droogprogramma door de
mangel worden gehaald;
gesteven wasgoed
belading
5 kg Droog tricot wasgoed niet
5 kg
5 kg Wanneer het wasgoed bij
5 kg – 5 kg Wanneer het wasgoed te
5 kg Rol het wasgoed op zolang
(2)
Tip
met "Extra droog" i.v.m.
krimpgevaar.
"Kastdroog" te vochtig is, kies
dan "Kastdroog +".
vochtig is om het met de hand te strijken, kies dan
"Strijkdroog r".
het nog niet door de mangel
wordt gehaald. Zo wordt
opdrogen voorkomen.
(1)
Tip voor testbureaus: Programma-instellingen voor de test volgens norm EN 61121/A11
(2)
Gewicht van het droge wasgoed
17
Programma-overzicht
Programma Soort textiel Maximale
belading
(2)
Tip
KREUKHERSTELLEND Kastdroog +
Kreukherstellend wasgoed van
synthetisch materiaal of
2,5 kg Centrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
gemengde weefsels die bij
"Kastdroog" niet droog genoeg
worden (bijv. truien, jurken en
broeken)
Kastdroog
(1)
Kreukherstellende overhemden,
tafelkleden van gemengde
2,5 kg
weefsels, bijv. katoen / synthetisch
materiaal
Strijkdroog
Kreukherstellende overhemden,
tafelkleden van gemengde
weefsels, bijv. katoen /
synthetisch materiaal die nog
moeten worden gestreken
2,5 kg Centrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
Verminder bij kreukgevoelig
wasgoed de belading (zie ook:
"Speciale programma’s").
TIJDKEUZE Warme lucht
Een stuk wasgoed of een paar
stukken wasgoed (bijv.
5 kg
badhanddoek, zwembroek,
badpak, schoonmaakdoekjes)
Wasgoed van dikkere stof dat
door de samenstelling op
verschillende manieren moet
worden gedroogd
Koude lucht
Wasgoed dat alleen moet worden
doorgelucht
5 kg
Speciale programma’s Kreukherstel-
lend Strijk ­droog
Wol
Wasgoed van katoen of
gemengde weefsels (bijv.
overhemden, blouses)
Wollen wasgoed 1 kg Het wollen wasgoed wordt
1 kg Het wasgoed wordt afhankelijk
van de textielsoort zo gedroogd dat er weinig kreukels in komen.
losgeschud en wordt daardoor
weer lekker zacht.
Dit wasgoed moet direct na het
einde van het programma uit de
trommel worden gehaald.
Het wollen wasgoed wordt niet
helemaal droog.
Strijken
rrr
Katoenen of linnen weefsels Kreukherstellend wasgoed van katoen, gemengde weefsels of
synthetisch materiaal
2,5 kg Dit programma vermindert de
kreukels die er van het
centrifugeren nog in zitten.
Dit textiel moet direct na het
einde van het programma uit de
trommel worden gehaald.
(1) Tip voor testbureaus: Programma-instellingen voor de test volgens norm EN 61121/A11 (2)
Gewicht van het droge wasgoed
18
Het programmeren van aanvullende functies
Het programmeren van aanvullende functies
Overzicht
U kunt een aantal aanvullende func­ties programmeren om het droogpro­gramma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt drogen. Aanvullende functies blijven zo lang geprogrammeerd tot ze weer worden gewist.
U kunt één of meer aanvullende func­ties programmeren of wissen.
"Correctie van de droogtegraad"
Het Sensitive-systeem is zo gecon­strueerd dat het mogelijk is om bij het drogen zo veel mogelijk energie te besparen. Wanneer u het wasgoed na het ein­de van het programma echter nog niet droog genoeg vindt, kunt u de vochtigheidsgraad van alle program­mas iets verminderen.
De functie "Correctie van de droogte­graad" is standaard niet ingeschakeld.
1 Roep de aanvullende functie "Zoe-
mer" op (zie volgende bladzijde, punten
2 Druk op de START - toets, totdat
het controlelampje "Mangeldroog"
uitgaat.
3 Druk opnieuw op de START - toets
en houd de toets ingedrukt.
Daarbij gaat het controlelampje
"Mangeldroog" branden.
4 Laat de START - toets los, als het ge-
wenste zoemervolume is bereikt.
5 Draai de programmakeuzeschakelaar
op "Einde".
6 Schakel het apparaat met de
toets uit. Daarmee is het zoemervolume opgesla­gen.
Hoe u de zoemer uitschakelt kunt u op de volgende bladzijde lezen (stappen
1 tot en met 6).
jk -
1 tot en met 0).
"Memory"
Met deze functie wordt/worden de ex­tra functie(s) opgeslagen die bij de vorige droogbeurt is/zijn ingesteld.
"Zoemer"
Met deze functie klinkt er na het ei­genlijke programma, in de fase "Kreukbeveiliging / Einde", met regel­matige tussenpozen een akoestisch signaal.
De functie "Zoemer" is standaard inge­schakeld. De functie kan weer worden uitgeschakeld.
Het zoemervolume kunt u veranderen. De toonhoogte verandert tegelijkertijd. Ga als volgt te werk:
De Memory-functie is standaard inge­schakeld. De functie kan weer worden uitgeschakeld.
"Kreukbeveiliging"
Met deze functie draait de trommel na het einde van het eigenlijke pro­gramma met korte intervallen, waar­door wordt voorkomen dat het was­goed gaat kreuken.
De functie "Kreukbeveiliging" is stan­daard ingeschakeld. De functie kan weer worden uitgeschakeld.
19
Het programmeren van aanvullende functies
Het oproepen, activeren en op­slaan
De aanvullende functies worden ge­programmeerd met behulp van de toetsen voor de extra functies en met behulp van de programmakeuze­schakelaar. Deze toetsen en de pro­grammakeuzeschakelaar hebben dus een tweede functie die niet op het paneel te zien is.
Ga als volgt te werk:
1 Het apparaat moet uitgeschakeld en
de deur moet gesloten zijn. De programmakeuzeschakelaar moet op stand "Einde" staan.
2 Druk de toetsen "Kort" en "Tempera-
tuur laag" tegelijk in en houd ze inge­drukt.
3 Schakel het apparaat in door op de
j k - toets te drukken.
4 Laat alle toetsen los. 5 De controlelampjes "Drogen" en "Kou-
de lucht" zijn nu aan het knipperen.
6 Draai de programmakeuzeschake-
laar op
"WITTE / BONTE WAS Extradroog"
voor de aanvullende functie "Correctie van de droogtegraad".
"WITTE / BONTE WAS Kastdroog +"
voor de aanvullende functie
"Zoemer".
"WITTE / BONTE WAS Kastdroog"
voor de aanvullende functie "Memory".
"WITTE / BONTE WAS Strijkdroog r"
voor de aanvullende functie
"Kreukbeveiliging".
7 Wanneer nu het controlelampje "Man-
geldroog" brandt is de gekozen aan-
vullende functie actief.
8 Door op de START - toets te drukken
kunt u de aanvullende functies in- of
uitschakelen.
Is het controlelampje "Mangeldroog"
aan, dan is de aanvullende functie
ingeschakeld.
Is het controlelampje "Mangeldroog"
uit, dan is de aanvullende functie
uitgeschakeld.
9 Wanneer u nog meer aanvullende
functies wilt inschakelen, herhaal
dan de stappen
niet:
6 tot en met 8. Zo
0 Sla dan de functie(s) op door de pro-
grammakeuzeschakelaar op "Einde"
te draaien en het apparaat met de
j k - toets uit te schakelen.
Het deprogrammeren van een aanvul­lende functie
Neem de stappen 1 tot en met 0.
Controleren of een aanvullende func­tie actief is:
Neem de stappen 1 tot en met 7.
Schakel het apparaat uit. De controle is voltooid.
20

Reiniging en onderhoud

Reiniging en onderhoud
Pluizenfilter
Vrijkomende pluisjes worden opgevan­gen door het pluizenfilter in de deur.
Reinig dit filter iedere keer nadat u de droogautomaat heeft gebruikt.
Daarmee bespaart u energie en voor­komt u dat de droogprogrammas lan­ger duren dan nodig is.
Open de deur.
Plaats het pluizenfilter weer in de
pluizenfilterhouder in de deur.
Sluit de deur.
Droog geen geurdoekjes in de droogautomaat. Het pluizenfilter kan door geurdoekjes sneller ver­stopt raken.
Droogautomaat
Voordat u deze gaat reinigen moet u de stekker uit de contactdoos ha­len of de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uitschakelen.
Reinig de ommanteling en het bedie-
ningspaneel met een mild reinigings-
middel of sopje.
Reinig de trommel en andere delen
van roestvrij staal met een reinigings-
middel dat geschikt is voor roestvrij
staal.
Trek het pluizenfilter uit de pluizenfil­terhouder.
Verwijder de pluisjes van het pluizenfil­ter. Gebruik daarvoor geen spits of
scherp voorwerp!
Verwijder de pluisjes die in de holle ruimte van de pluizenfilterhouder zitten.
Reinig het pluizenfilter wanneer het erg verstopt is onder stromend warm water.
Droog het pluizenfilter in dat geval goed af.
Gebruik geen schuurmiddelen, op­losmiddelen, glas- of allesreinigers! Deze kunnen namelijk door hun che­mische samenstelling enorme be­schadigingen aan het kunststof op­pervlakte of aan de onderdelen van het apparaat veroorzaken. Spuit het apparaat nooit schoon.
Wrijf de automaat en de onderdelen
daarvan met een zachte doek droog.
21

Nuttige tips

Nuttige tips
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen worden uitge­voerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico s lopen .
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
De trommel draait niet nadat de droogautomaat is inge­schakeld
Wasgoed van synthetisch ma­teriaal kan statisch zijn nadat het is gedroogd
Het wasgoed is na een droog­beurt niet dr oog genoeg
Er is sprake van pluisvorming
Misschien hebt u bij het inscha­kelen van de droogautomaat niet de juiste volgorde aange­houden.
Het wasgoed in de trommel be­stond uit verschillende soorten textiel.
Pluizen ontstaan voornamelijk door wrijving tijdens het dragen. Tijdens een droogprogramma raken deze pluisjes los. De wrijving in de droogautomaat daarentegen is gering en heeft geen invloed op de kwaliteit van het textiel. Dit is uit onderzoek gebleken.
Schakel de automaat opnieuw in. Zie hoofdstuk: "Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen". Controleer of
de stekker in het stopcontact
zit;
de deur goed is gesloten;de j k - toets is ingedrukt;de START - toets is ingedrukt;de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie is ingescha­keld. Als dat wel het geval is en het probleem nog niet is opgelost, neem dan contact op met Technische Dienst van Miele Nederland B.V.
Door tijdens het wassen wasver­zachter bij het laatste spoelwa­ter te doen, kunt u de statische lading van het wasgoed vermin­deren.
Kies de volgende keer een pro­gramma dat daar beter bij past.
22
Nuttige tips
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Het droogpro gramma heeft zeer lang geduurd
De trommelverlichting brandt niet
U moet de deur ope nen wan­neer de stroom is uitgevallen
De luchttoevoer is niet toereikend (bijv. in een kleine ruimte).
Het apparaat kan de lucht niet goed afvoeren.
Het wasgoed is niet voldoende gecentrifugeerd geweest.
De trommelverlichting brandt alleen maar, wanneer het appa­raat is ingeschakeld. Misschien is het gloeilampje de­fect.
Open wanneer de droger werkt een deur of een raam zodat er lucht wordt aangevoerd.
Reinig het pluizenfilter in de
deur.
Controleer of de luchtafvoer-
opening geblokkeerd is. Zo ja, verhelp het euvel.
Centrifugeer het wasgoed voor­taan in de wasautomaat met het maximale centrifugetoerental.
Zo ja, vervang het gloeilampje. Zie volgende bladzijde.
Open de deur. Zie einde van dit hoofdstuk.
23
Nuttige tips
Controle- en foutmeldingen, die door controlelampjes wor den aangeg even: Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . . Het controlelampje "Drogen"
begint te knip pe ren
Het controlelampje "Kreukbe­veiliging / Einde" begint te knipperen
Het control e lampje "Filters / Afvoer" begint te knipperen
Het control e lampje "Filters / Afvoer" blijft ook branden na­dat u het pluizenfilter heeft ge­reinigd
Het programm a wordt afgebro­ken en het controlelampje "Kreukbeveiliging / Einde" brandt
De programmakeuzeschakelaar is op een ander programma ge­draaid. Het programma verloopt echter normaal.
Er kan sprake zijn van een sto­ring.
Temperaturen die duidelijk be­neden het vriespunt liggen heb­ben een negatief effect op de werking van het apparaat.
Attentie: Schakel de droger met de j k - toets uit. Het pluizenfilter in de deur is
verstopt.
De luchtafvoerbuis is verstopt. Controleer de luchtafvoerbuis of
De luchtafvoeropening (bijv. vensterrooster of muurdoorvoe­ring) is verstopt of geblokkeerd.
De luchttoevoer is niet toereikend (bijv. in een kleine ruimte).
De luchtafvoerbuis is erg lang. Let bij het installeren van de lucht-
Wanneer de luchtafvoerbuis zeer lang is moet u er rekening mee houden dat de droogtijden langer zijn en er meer energie wordt verbruikt dan nodig is.
Bevindt zich nadat een programma is gestart geen wasgoed in de trommel, meet de elektronica van het apparaat dat direct en wordt het programma afgebroken. Ook wanneer er een programma wordt gestart terwijl het wasgoed in de trommel al droog is, kan het programma worden afgebroken.
Draai de programmakeuzescha­kelaar op het programma dat u eerst had ingesteld. Het contro­lelampje gaat uit.
Schakel het apparaat in en
weer uit.
Kies een programma en start
het.
Plaats het apparaat in een
warmere ruimte.
Begint het controlelampje weer te knipperen, is er sprake van een technisch defect. Neem contact op met de Techni­sche Dienst van Miele Nederland B.V.
Reinig het pluizenfilter. Zie hoofdstuk: "Reiniging en on­derhoud".
de luchtafvoeropening.
Open wanneer de droger werkt een deur of een raam zodat er lucht wordt aangevoerd.
afvoerbuis op lengte en doorsne­de. Zie ook de aanwijzingen in het hoofdstuk: "Zo droogt u goed".
24
Nuttige tips
Het vervangen van het gloei­lampje
Als de trommelverlichting het niet doet is het gloeilampje kapot en moet wor­den vervangen.
Open de deur.
Trek voordat u het gloeilampje ver­vangt de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de huisinstallatie uit.
Schroef het kapje weer vast.
Let erop dat het kapje goed vastzit. Er kan anders vocht binnendringen en kortsluiting veroorzaken.
Het hittebestendige gloeilampje dient u uitsluitend te kopen bij de Miele-vak­handel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V. te Vianen.
Het openen van de deur bij stroomuitval
Schroef het kapje dat zich aan de binnenkant van de droger boven de vulopening bevindt, er met een dop­sleutel af.
Het vermogen van het gloeilampje mag niet hoger zijn dan op het type­plaatje en het kapje staat aangege­ven.
Vervang het gloeilampje. Zet het kapje weer op zijn plaats.
25
Technische Dienst
Technische Dienst
Reparaties
Zijn er storingen die u niet zelf kunt ver­helpen, waarschuw dan
uw Miele-vakhandelaar ofde Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Miele Service Verzekering Cer­tificaat
Voor informatie over het Miele Service Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of de bijgaande folder raadplegen.
Het adres en de telefoonnummers van Miele Nederland B.V. en de diverse af­delingen vindt u op de achterzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling is het noodzakelijk dat de Technische Dienst weet welk type droogautomaat u heeft en welk nummer deze heeft. Bei­de gegevens vindt u op het typeplaatje rechts onder de vulopening.
Voorbeeld:
Programma-actualisering
Wasmiddelen, textiel, was- en droogge­woonten en was- en droogvoorschriften zullen in de toekomst veranderingen on­dergaan.
De droogprogrammas zullen daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe­komst in staat zijn het droogprogram­ma te updaten en in het Novotronic-ge­heugen van uw droogautomaat op te slaan.
Dit zal gebeuren via het met "PC" ge­markeerde controlelampje (PC = Pro­gramme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de programmas kunnen worden geactuali­seerd.
26
Het plaatsen van de droogautomaat
Het plaatsen van de droogautomaat
De droogautomaat moet waterpas staan zodat een optimale werking ge­waarborgd is. Geringe hoogteverschil­len hoeven echter niet per se een nade­lig effect te hebben.
Zorg ervoor dat er tussen de onder­kant van de automaat en de vloer een spleet zit van 10 mm. Zorg er te­vens voor dat deze spleet in geen geval door plinten, hoogpolige tapij­ten etc. geblokkeerd. Want dan kan er niet voldoende koe­le lucht worden aangevoerd.
Deze droger is minder geschikt om te worden ondergebouwd.
Was-droogzuil
U kunt een Miele-droogautomaat op een Miele-wasautomaat plaatsen. Daarvoor is een tussenstuk* nodig
Alle met * aangeduide onderdelen zijn verkrijg­baar bij de Miele-vakhandel of de afdeling On­derdelen van Miele Nederland B.V.
.
Door aan de stelvoeten te draaien kunt u de hoogteverschillen in de vloer compenseren en de droogauto­maat waterpas stellen.
27
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Deze droger mag alleen met een luchtafvoerbuis worden gebruikt. Dit geldt niet als er een directe aan­sluiting is naar buiten.
Gebruik bij het installeren géén:
lange luchtafvoerbuizen;buizen met veel bochten;buizen met nauwe bochten.
Gebruikt u deze wel, dan . . . . . . vermindert de droogcapaciteit, . . . wordt er meer energie verbruikt . . . en duren de droogprogramma’s langer dan nodig is.
Gebruik bij het installeren wél:
verzinkte metalen buizen;kunststof buizen;flexibele buizen.
Installatie aan de linker of rechter zij­kant
De luchtafvoeropeningen aan de zijkan­ten zijn voorzien van een deksel dat he­lemaal aan de binnenkant zit.
Alleen dit deksel mag worden verwijderd.
De luchtafvoerbuis kan op de volgen­de plaatsen worden geïnstalleerd:
– aan de achterkant (de luchtafvoer-
opening is hier standaard opengela­ten)
aan de linker zijkant;aan de rechter zijkant.
Leg de luchtafvoerbuis zo aan dat de vochtige lucht die wordt afge­voerd niet wordt teruggezogen.
De droger mag niet op een schoor­steen worden aangesloten die voor andere doeleinden wordt gebruikt.
Trek eerst de stekker uit het stop­contact voordat u de luchtafvoer­buis installeert.
28
Sluit met dit deksel de luchtafvoer-
opening aan de achterkant af.
Het installeren van de luchtafvoer­buis
Een adapter (Ø 100 mm) voor de lucht­afvoerbuis wordt standaard bij de droogautomaat gevoegd. Deze wordt in de luchtafvoeropening ge­schoven en vergemakkelijkt de aanslui­ting van een flexibele luchtafvoerbuis.
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Het berekenen van de lengte en de doorsnede van de buis
De uitgestoten lucht ondervindt in de luchtafvoerbuis weerstand door wrij­ving aan de binnenkant. Hoe korter de buis en hoe gladder de binnenwand is, des te geringer de weerstand is. Dat is ook voordelig bij het drogen, want dan wordt er minder energie + tijd verbruikt.
Extra buislengte
Een buis met een bocht, een terugslag­klep en een muurdoorvoering bieden dus meer weerstand dan een rechte buis. Daarom moet voor deze onderde­len een extra buislengte worden bere­kend (zie tabel I).
Totale buislengte
De som van de lengte van de rechte luchtafvoerbuis en de extra buislengte is de totale buislengte.
Buisdoorsnede
Door een grotere buisdoorsnede ver­mindert de weerstand. Hoe langer de buis is, des te groter de buisdoorsnede moet zijn.
Bereken de lengte van de benodig-
de luchtafvoerbuis:
1. Bereken het aantal onderdelen (tabel I) en de extra buislengten daarvan. Let daarbij op hoek en buigradius.
2. Tel daar de lengte van de rechte luchtafvoerbuis bij op.
3. Lees uit tabel II de benodigde doorsnede van de luchtafvoerbuis af.
Let op:
Tot een totale buislengte van 10 meter (
ø 100 mm) blijven droogtijd en ener-
gieverbruik gelijk. Is de buis langer, dan duurt ook het droogprogramma iets langer en neemt het energieverbruik iets toe. Als de tota­le buis vrij lang is heeft dat geen nega­tief effect op de werking van de droog­automaat, als u tenminste de noodzakelijke buisdoorsnede aanhoudt (tabel II).
Tabel I
Soort buis Hoek Buigradius R (mm) Extra buislengte (m)
Flexibele buis 90°
Gladde buizen Kunststof lucht­afvoerbuizen Kachelpijp
Buis met knie 2,5 Elleboogbuis 90° 200 0,8 Muurdoorvoering of vensteraansluiting met roosterhouder
Muurdoorvoering of vensteraansluiting met klepje Luchtafvoertuit links / rechts
Plat afvoerkanaal
45° 90°
90° 45°
100 tot 500 100 tot 500
100 200 100
0,5 0,4
0,4 0,3 0,3
3,8 1,5
2,0 8,0
29
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Tabel II
Totale buislengte Buisdoorsnede
0 - 20 m 20 - 30 m 30 - 43 m 43 - 60 m
100 mm 110 mm 120 mm 130 mm
Voor het volgende voorbeeld wordt uit­gegaan van een flexibele luchtafvoer­buis. De extra buislengte variëren af­hankelijk van de buissoort. Zie tabel I.
Voorbeeld:
Aansluiting aan de linker zijkant 2,00 m
Lengte (L) . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,20 m
Onderste radius (R) . . . . . . . . . 0,50 m
Hoogte (H). . . . . . . . . . . . . . . . . 1,00 m
Bovenste radius (R). . . . . . . . . . 0,50 m
Muurdoorvoering met . . . . . . . . 3,80 m
roosterhouder
Totale buislengte. . . . . . . . . . . .
Uitkomst:
Een buisdoorsnede van 100 mm is vol­doende, daar de totale buislengte min­der is dan 20 m (zie tabel II).
9,00 m
30
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Advies bij installatie van meer dan één droogautomaat:
Wanneer er verschillende droogauto­maten op een verzamelbuis zijn aange­sloten, plaats dan een terugslagklep (R) tussen de luchtafvoerbuis van iede­re droogautomaat en de verzamelbuis. Hiervoor zijn extra Miele-onderdelen* nodig. Zie afbeelding rechts. Met deze klep voorkomt u stank- en condensontwikkeling bij die droogauto­maat/-aten die op dat moment niet in gebruik is/zijn. De diameter van de verzamelbuis (D) moet in bovenstaand geval groter wor­den (afhankelijk van het aantal droog­automaten). Kijk voor de berekening van de juiste diameter in tabel III.
1. Aansluitstuk voor de verzamelbuis
2. Terugslagklep*
3. Extra adapter*
4. Luchtafvoerbuis*
Tabel III
Aantal
apparaten
2 3
4-5
Druk de terugslagklep (2) helemaal in de adapter (3).
Vergrotingsfactor
buisdoorsnede uit tabel II
1,00 1,25 1,50
31
Het installeren van de luchtafvoerbuis
De lucht kan via een muurdoorvoering of een vensteraansluiting direct naar buiten worden afgevoerd. De benodig­de onderdelen zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling On­derdelen van Miele Nederland B.V.
Voorbeeld: muurdoorvoering
1. Roosterhouder
2. Muurdoorvoering
3. Aansluitstuk
4. Rooster
5. Klep
6. Houten schroef
7. Muurplug
Gezien van boven:
Voorbeeld: vensteraansluiting
1. Roosterhouder
4. Rooster
5. Klep
8. Klemmetje (4x)
9. Verzonken parkerschroef (4x)
Gezien van opzij:
1. Muurdoorvoering
2. Flexibele tussenring Wanneer u een muurdoorvoering installeert met
een aansluitstuk aan de muur is een flexibele tus­senring noodzakelijk.
32
1. Vensteraansluiting
2. Adapter voor flexibele slang Vensteraansluiting in plexiglas ruit. Breng wan-
neer u gebruik maakt van een reeds aanwezige ruit een gat aan van 125 mm ø.
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Installatievoorbeeld 1
Verplaatste aansluiting met een flexibele luchtaf­voerslang op een schoorsteen (gezien van opzij)
1. Muurdoorvoering A. = Buis van draadspiraal
2. Aansluitstuk B. = Flexibele buis
3. Tegen vocht geïsoleerde schoorsteen
Installatievoorbeeld 3
Aansluiting van een kunststof luchtafvoerbuis op de droogautomaat (gezien van opzij)
Installatievoorbeeld 2
Verplaatste aansluiting met een kunststof luchtaf­voerbuis op een muurdoorvoering (gezien van opzij)
1. Muurdoorvoering
2. Overgangsstuk
3. Kunststof luchtafvoerbuis (buiten Ø 110 mm)
Installievoorbeeld 4
Hoogte van de luchtafvoertuit bij een wasdroog­zuil
1. Kunststof luchtafvoerbuis
2. Overgangsstuk
33
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Deze droogautomaat mag alleen door een erkend elektricien op het elektrici­teitsnet worden aangesloten.
Deze droogautomaat is voorzien van een aansluitkabel (ca. 2 m) en een stek­ker met beschermingscontact (randaar­de), geschikt voor aansluiting op ~230 V 50 Hz.
Deze droogautomaat mag uitsluitend worden aangesloten op een contact­doos met beschermingscontact (ran­daarde) of een daarvoor geschikte 2­polige schakelaar, bijv. voor in de badkamer.
Om extra veiligheid te kunnen garande­ren wordt in de EU-voorschriften gead­viseerd om de huisinstallatie van een aardlekschakelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden vindt u op het typeplaatje. Vergelijk deze waarden met de gegevens van uw elektriciteitsnet.
34
Verbruiksgegevens
Programmas Bela-
WITTE / BONTE WAS Extra droog
Kastdroog +
Kastdroog Kastdroog
Strijkdroog rr Strijkdroog
Mangeldroog
(1)
(1)
rr 5 1200
ding
kg omw/min kWh 10 A
Verbruiksgegevens
Eindcentrifugetoerental
(in een huishoudwas-
automaat)
5 1200
1400 1600
5 1200
1400 1600
5 800 (70 % restvocht) 3,3 105 85
5 1200
1400 1600
5 800 (70 % restvocht) 2,7 86 70
1400 1600
5 1200
1400 1600
Energie Droogtijd
3,2
3,05
2,8
2,7 2,6 2,3
2,6 2,5 2,2
2,0 1,85 1,55
1,6 1,45 1,15
(incl. afkoeltijd)
in minuten
(2)
16 A
98 95 87
88 83 76
86 80 75
65 61 53
53 49 41
81 78 72
71 67 61
67 64 58
53 48 43
43 40 33
(2)
KREUKHERSTELLEND Kastdroog Strijkdroog Speciale programma’s Wol Strijken
(1)
Testprogramma volgens EN 61121/A11.
(2)
Zekering: zie typeplaatje
Verbruiksgegevens berekend volgens norm EN 61121/A11.
(1)
rrr 2,5 0,3 8 8
2,5 1000 (50 % restvocht) 1,15 43 33
2,5 1000 1,0 39 30
1 0,2 3 3
Variaties in de aangegeven waarden zijn mogelijk, afhankelijk van het soort tex­tiel, de hoeveelheid wasgoed, het vulgewicht, de hoeveelheid restvocht na het centrifugeren en verschillen in de netspanning.
35
Technische gegevens
Technische gegevens
Hoogte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
850 mm (verstelbaar +10/-5 mm)
Breedte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diepte. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trommelinhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Maximale beladingscapaciteit . . . . . . .
Aansluitspanning . . . . . . . . . . . . . . . . .
Aansluitwaarde . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Zekering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Energieverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Keurmerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
595 mm
600 mm (inclusief afstand tot de muur)
44 kg
103 l
5 kg wasgoed
Zie typeplaatje
}
Zie "Verbruiksgegevens"
KEMA
363738
39
Wijzigingen voorbehouden/001 0300
Dit papier bestaat uit 100 % chloorvrij gebleekte cellulose en is dus minder belastend voor het milieu.
Loading...