Lees beslist de gebruiksaanwijzing
voordat u uw droogautomaat plaatst,
installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat. M.-Nr. 05 237 131
1 Aansluitkabel
2 Bedieningspaneel
3 Deur
4 Aansluiting voor de luchtafvoer (aan de achterkant standaard geopend)
5 Vier in hoogte verstelbare machinevoeten
4
Bedieningspaneel
Algemeen
bToets "j k"
Met deze toets kunt u de droger in- en
uitschakelen en het programma onderbreken. Wanneer u het apparaat inschakelt en de deur opent, gaat de
trommelverlichting aan.
cToets "Deur"
Met deze toets kunt u de deur van de
droger openen en het programma afbreken. Deze toets klikt niet vast.
dToets "START"
Met deze toets kunt u een droogprogramma starten. Het controlelampje:
– knippert wanneer een programma
kan worden gestart;
– en brandt
gestart.
nadat het programma is
eToetsen voor de extra functies
Wanneer u een extra functie heeft ingeschakeld gaat het daarbij behorende
controlelampje branden.
Wanneer u deze extra functie weer
heeft uitgeschakeld gaat het daarbij behorende controlelampje uit.
fProgrammakeuzeschakelaar
De keuzeschakelaar kan rechtsom of
linksom worden gedraaid.
gControlelampjes voor het
programmaverloop,
controle- en foutmeldingen
De controle- en foutmeldingen worden
in het hoofdstuk "Nuttige tips" uiteengezet.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
met het oog op de geringe belasting
van het milieu en de mogelijkheden
voor afvalverwerking.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking
over het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten nog
waardevolle stoffen/materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar
bij het grof vuil, maar informeer bij uw
handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de
gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv. schrootverwerking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het
oude apparaat kunnen komen totdat
het wordt weggehaald. Zie ook het
hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en
waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw droogautomaat voor het eerst gebruikt. U
vindt hierin belangrijke instructies
met betrekking tot de veiligheid, het
gebruik en het onderhoud van het
apparaat. Dat is veiliger voor uzelf
en u voorkomt onnodige schade
aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en
geef deze door aan de eventuele
volgende eigenaar van de droogautomaat.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde droogautomaat mag
niet worden geplaatst en niet in gebruik
genomen.
Voordat u de droogautomaat aan-
sluit dient u altijd de aansluitgegevens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het
elektriciteitsnet te vergelijken. Deze
moeten beslist overeenkomen.
Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Efficiënt gebruik
Deze droogautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze droogautomaat is uitsluitend
bestemd voor het drogen van textiel dat in water is gewassen en volgens de aanwijzingen van de fabrikant
op het wasetiket in de droogautomaat
mag worden gedroogd.
Gebruik voor andere doeleinden kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt
veroorzaakt door een ander gebruik
dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Controleer voordat u uw droogauto-
maat voor het eerst in gebruik
neemt of het apparaat volgens de regels is opgesteld en aangesloten.
Zie hoofdstuk: "Het plaatsen van de
droogautomaat".
De elektrische veiligheid van de
droogautomaat is uitsluitend gegarandeerd als deze is aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele
veiligheidsvoorwaarde is voldaan en
dat de huisinstallatie bij twijfel door een
vakman wordt geïnspecteerd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door
een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen
geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De droogautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalingen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico’s voor
de gebruiker opleveren, waarvoor de
fabrikant niet aansprakelijk kan worden
gesteld. Reparaties mogen alleen door
erkende vakmensen van Miele worden
uitgevoerd.
Wanneer geisers, gaskachels of
kolenkachels met schoorsteenaansluiting etc. zich in dezelfde ruimte als
de droger of in een aangrenzende ruimte bevinden en de onderdruk 0,04
mbar of meer bedraagt kunnen verbrandingsgassen worden teruggezogen. Daardoor ontstaat gevaar voor vergiftiging.
Vermijd onderdruk door voldoende te
ventileren, bijv. met behulp van:
- een beluchtingsopening in de buiten-
muur die niet kan worden afgesloten;
- een speciale raamschakelaar waar-
door de droogautomaat alleen dan
kan worden ingeschakeld als er een
raam openstaat.
Laat de situatie in ieder geval beoordelen door een schoorsteenveger of installateur.
Als er een storing moet worden ver-
holpen of als de droogautomaat
moet worden gereinigd, mag er geen
elektrische spanning op het apparaat
staan. Dit is het geval als aan één van
de volgende voorwaarden is voldaan:
- als de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie is uitgeschakeld,
- of als de stekker uit de contactdoos
is getrokken.
Defecte onderdelen mogen alleen
door originele Miele-onderdelen
worden vervangen.
Alleen van deze onderdelen kunnen wij
garanderen dat zij volledig voldoen aan
de veiligheidseisen die wij stellen aan
onze apparaten.
Gebruik
Plaats uw droogautomaat niet in
vorstgevoelige ruimten.
Temperaturen die duidelijk onder het
vriespunt liggen hebben een negatief
effect op de werking van het apparaat.
De droogautomaat mag alleen wor-
den gebruikt als er een luchtafvoerbuis is aangesloten.
Zonder luchtafvoerbuis zuigt de droogautomaat de uitgestoten vochtige lucht
weer op, waardoor er veel meer energie en tijd nodig is om het wasgoed
droog te krijgen. Bovendien kunnen de
muren door de vochtige lucht op den
duur beschadigen.
De uitgestoten lucht mag niet via
een schoorsteen worden afgevoerd en ook niet via een kanaal dat
voor de ontluchting van ruimtes met
stookplaatsen wordt gebruikt.
Rook en gassen kunnen daardoor worden teruggezogen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Sluit de deur iedere keer nadat u
de droogautomaat heeft gebruikt.
Zo voorkomt u dat
– kinderen op de deur gaan leunen en
dat het apparaat gaat kantelen.
– kinderen proberen in de droger te
kruipen
– of er voorwerpen in te verstoppen.
Er bestaat gevaar voor brand bij
de volgende materialen:
– Kledingstukken met rubber.
– Kledingstukken die voorbehandeld
zijn met brandbare reinigingsmiddelen (bijv. wasbenzine).
– Kledingsstukken die in aanraking
zijn geweest met haarversteviger,
haarspray, nagellakremover e.d.
– Kledingstukken die vervuild zijn door
olie en/vet, bijv. kokskleding en keukenlinnen.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren
mogen worden aan- of ingebouwd.
Als er andere toebehoren worden aanof ingebouwd, kan Miele niet voor de
gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos
en maak deze samen met de aansluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt hiermee dat de droogautomaat verkeerd wordt gebruikt.
– Kledingstukken met vullingen die be-
schadigd zijn (bijv. kussens of
jacks). Wanneer de vulling er uitkomt
kan dat brand veroorzaken.
9
Korte beschrijving
Korte beschrijving
Korte beschrijving van de werking van de droogautomaat en
korte handleiding
De programma’s kunt u instellen door
de programmakeuzeschakelaar naar
rechts of naar links te draaien.
Ter aanvulling van de droogprogramma’s kunt u extra functies instellen door
de toetsen voor de extra functies in te
drukken.
Het programma kunt u starten door op
de START - toets te drukken.
De controlelampjes voor het programmaverloop, die zich rechts op het bedieningspaneel bevinden, geven aan in
welke fase het programma zich bevindt.
Het Sensitive-systeem meet automatisch het soort water en maakt nauwkeurig drogen mogelijk.
Het Novotronic-systeem meet zowel het
restvochtgehalte als de hardheid en de
kwaliteit van het leidingwater. Door
deze waarden te vergelijken zorgt het
ervoor dat het restvochtgehalte altijd
gelijk is.
De Reverseerautomaat zorgt ervoor
dat de trommel afwisselend links- en
rechtsom draait. Zo wordt het wasgoed
gelijkmatig en behoedzaam gedroogd.
Verder kunt u een aantal aanvullendefuncties programmeren om het droogprogramma nog beter af te stemmen
op het soort wasgoed en de manier
waarop u dit wilt drogen.
Lees eerst: "Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen" en: "Tips voor
het drogen van textiel".
Wanneer u een kort overzicht wilt hebben over hoe u de automaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aangeduide stappen (
1,2,3...) aanhouden.
1 Schakel het apparaat in
door op de j k - toets te drukken.
2 Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
3 Vul de trommel
door het wasgoed losjes in de trommel te leggen.
4 Sluit de deur
5 Kies een programma
door de programmakeuzeschakelaar
op de gewenste droogtestand te
draaien.
Wanneer de gewenste droogtestand is
bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Na het einde van het eigenlijke programma volgt de "Kreukbeveiliging": de
trommel draait met korte intervallen,
waardoor wordt voorkomen dat het
wasgoed gaat kreuken.
10
6 Kies eventueel (een) extra func-
tie(s)
door op de toets(en) voor de extra
functie(s) te drukken.
7 Start het programma
door op de START - toets te drukken.
Tips voor het drogen van textiel
Tips voor het drogen van textiel
Controleer voordat u wasgoed in de
automaat wilt gaan drogen, welk
droogsymbool in het wasetiket van
het wasgoed is afgebeeld.
De symbolen betekenen het volgende:
q = Drogen op een normale tempera-
tuur
r = Drogen op een lage temperatuur
(Druk daarbij op de toets
"Temperatuur laag")
s = Niet geschikt om in de droogauto-
maat te worden gedroogd
t = Geschikt om in de droogautomaat
te worden gedroogd
Wanneer er geen droogsymbool in het
wasetiket staat, gelden in principe de
volgende regels:
–
Wit, bont en kreukherstellend wasgoed moet in de daarbij behorende
programma’s met de gewenste
droogtegraad worden gedroogd (Zie
hoofdstuk: "Programma-overzicht").
–
Fijne was, bijv. van acryl, moet in het
programma "KREUKHERSTELLEND"
en met de extra functie "Lage temperatuur" worden gedroogd.
Houd in het geval dat onderstaande textielsoorten volgens het
wasetiket in de automaat mogen
worden gedroogd, rekening met
het volgende:
Wol en wolmengweefsels
Deze hebben de neiging te vervilten en te krimpen.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Wol" wordt gedroogd.
Wasgoed gevuld met dons
De binnen- en buitenvoering (bijv.
van dekbedden) heeft, afhankelijk
van de kwaliteit en de gebruikte textielsoort (zoals katoen en satijn) de
neiging om te krimpen.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Strijken
wordt gedroogd.
Zuiver linnen
Dit kan ruw worden.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Strijken
wordt gedroogd.
rrr"
rrr"
11
Tips voor het drogen van textiel
Kreukherstellend wasgoed gaat des
Let verder nog op het volgende:
–
T-shirts en tricot krimpen vaak wanneer ze voor het eerst worden gewassen.
Droog ze dus niet te lang en te heet
om te voorkomen dat ze nog verder
krimpen. Koop dit soort textiel eventueel één of twee maten te groot.
–
Gesteven wasgoed kunt u in de
droogautomaat drogen.
Doseer echter vóórdat u gaat wassen de dubbele hoeveelheid stijfsel
voor hetzelfde effect.
–
Kreukherstellende overhemden of
blouses van 100% katoen hebben,
afhankelijk van de kwaliteit en het
model overhemd, de neiging sterk te
kreuken.
Droog zulk wasgoed met een programma met een lagere droogtegraad (bijv. "Strijkdroog"). In het
uiterste geval kunt u dit wasgoed het
beste drogen in het programma
"Strijken
gertje hangen.
rrr"
en daarna op een han-
–
te meer kreuken, naarmate de droogautomaat voller beladen is. Dat geldt
vooral voor zeer fijn textiel.
Verminder de beladingshoeveelheid
of gebruik het speciale programma
"Kreukherstellend Strijkdroog".
– Droog
goed niet samen met lichtgekleurd
wasgoed omdat het misschien afgeeft.
– Kledingstukken
schadigd zijn (bijv. kussens of jacks)
mogen niet in de automaat worden
gedroogd. Wanneer de vulling er uitkomt kan dat brand veroorzaken.
nieuw, donkergekleurd was-
met vullingen die be-
12
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Tips om energie te besparen
Voordat u het wasgoed gaat drogen
kunt u dit het beste met een zo hoog
mogelijk toerental in de wasautomaat centrifugeren.
Zo bespaart u bij het drogen ca.
30 % energie en tijd, wanneer u bijv.
met 1600 omw/min in plaats van met
800 omw/min centrifugeert.
Sorteer het wasgoed zo veel mogelijk
- naar textielsoort,
- naar gewenste droogtegraad
- naar gelijke grootte en gelijk restvocht na het centrifugeren.
Zo krijgt u een gelijkmatig droogresultaat.
Benut voor ieder droogprogramma
de maximale beladingscapaciteit
van de trommel. Zie daarvoor het
hoofdstuk: "Programma-overzicht".
Zorg ervoor dat er niet te veel en niet
te weinig wasgoed in de trommel zit.
Het energieverbruik is dan, gerelateerd aan de totale hoeveelheid wasgoed, het gunstigst.
Doe ritssluitingen dicht.
Bind ceintuurs bij elkaar.
Knoop schortenbandjes aan elkaar.
Verwijder eventuele doseerbolletjes
of doseerzakjes uit het wasgoed.
Deze voorwerpen kunnen tijdens
het droogprogramma smelten en
het apparaat en het wasgoed beschadigen.
Leg het voorgesorteerde wasgoed
losjes in de trommel.
Zorg ervoor dat de trommel niet
overvol is.
Een te volle trommel is slecht voor
het wasgoed en heeft een negatief
effect op het droogresultaat.
Sluit de deur.
Zorg voor een goede ventilatie.
1Het inschakelen van de
droogautomaat
Druk op de j k - toets.
2Het vullen van de trommel
Open de deur van de automaat door
op de Deur - toets te drukken.
Knoop dekbedovertrekken en kussenslopen dicht, zodat er geen kleinere stukken wasgoed in komen.
Let er bij het sluiten van de deur op
dat er geen stukken wasgoed tussen de deur zitten. Wasgoed dat beklemd raakt kan beschadigen.
13
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
3Het kiezen van een program-
ma
Draai de programmakeuzeschakelaar op het gewenste programma.
De programma’s zijn beschreven in
het hoofdstuk: "Programma-overzicht".
4Het kiezen van (een) extra
functie(s)
Druk de toets(en) voor de extra functie(s) in.
Wanneer u een extra functie heeft ingeschakeld gaat het daarbij behorende
controlelampje branden.
Wanneer u deze extra functie weer
heeft uitgeschakeld gaat het daarbij behorende controlelampje uit.
Extra functie "Temperatuur laag"
Met deze toets wordt de temperatuur
van de lucht in de trommel verlaagd.
– Voor het drogen van fijn textiel, bijv.
acryl. Symbool in het wasetiket: r.
Het programma duur langer.
5Het starten van een program-
ma
Druk op de START - toets.
Rechts op het bedieningspaneel
brandt het controlelampje van de fase
waarin het droogprogramma zich op
dat moment bevindt.
Memory-functie
Is de Memory-functie actief, dan worden de extra functies opgeslagen zoals
die bij het gekozen droogprogramma
worden ingesteld.
Wanneer u de keer daarop ditzelfde
programma kiest, branden de controlelampjes van de extra functies zoals die
de keer daarvóór zijn ingesteld.
Méér over de Memory-functie in het
hoofdstuk: "Het programmeren van aanvullende functies".
Extra functie "Kort"
Met deze toets duurt het programma
korter.
– Voor het drogen van sterk textiel.
14
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Controlelampje "Filters / Afvoer"
Dit controlelampje geeft aan dat het apparaat niet optimaal of niet zuinig werkt.
De oorzaken van deze foutmelding kunnen zijn:
– het pluizenfilter in deur is verstopt;
– de luchtafvoerbuis of de luchtafvoer-
opening is verstopt;
– de luchtafvoerbuis is te lang
(Aanwijzingen over de lengte en de
doorsnede van de luchtafvoerbuis
vindt u in het hoofdstuk: "Het installeren van de luchtafvoerbuis").
Is het niet mogelijk om de luchtafvoerbuis korter te maken, dan wijst het controlelampje "Filters / Afvoer" u erop dat
u het pluizenfilter in de deur moet reinigen iedere keer nadat u de droogautomaat heeft gebruikt.
Het controlelampje "Filters / Afvoer"
gaat voor de start van een programma
alleen uit, wanneer de droogautomaat
met de
j k - toets is uitgeschakeld.
Na het drogen
Wanneer het controlelampje "Kreukbeveiliging / Einde" brandt, is het eigenlijke programma afgelopen.
Open de deur door op de Deur toets te drukken.
Haal het wasgoed uit de trommel.
Controleer of de trommel leeg is.
Wasgoed dat in de trommel blijft liggen wordt als het nog een keer
wordt gedroogd overmatig gedroogd en kan daardoor beschadigen.
Verwijder iedere keer nadat u de
droogautomaat heeft gebruikt de
pluizen in het pluizenfilter dat zich in
de pluizenfilterhouder bevindt. Zie
hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
Sluit de deur.
Schakel het apparaat uit door op de
j k - toets te drukken.
Sluit de deur iedere keer nadat u de
automaat heeft gebruikt en schakel
het apparaat dan ook uit.
15
Het wijzigen van een programma
Het wijzigen van een programma
Nadat een gekozen droogprogramma is gestart accepteert de automaat geen wijzigingen meer in programmakeuze en keuze van extra
functies.
Wordt de programmakeuzeschakelaar
na de start van het programma op een
ander programma gedraaid, heeft dat
geen invloed op het programmaverloop.
Het controlelampje "Drogen" begint te
knipperen. Het controlelampje gaat uit
wanneer de programmakeuzeschakelaar op het programma wordt gedraaid
dat u eerst had ingesteld.
Het openen van de deur tijdens het drogen
Breek eerst het programma af:
door met een druk op de Deur toets de deur te openen.
– Nu kunt u nog wasgoed in de trom-
mel leggen of voortijdig wasgoed uit
de trommel halen.
Wanneer u het programma wilt voortzetten:
Sluit dan de deur.
Druk op de START - toets.
– Het programma gaat verder.
Het kiezen van een ander programma tijdens het drogen
Breek eerst het programma af:
door de programmakeuzeschakelaar
op "Einde" te draaien.
– Wanneer dan alleen nog maar het
controlelampje "Kreukbeveiliging /
Einde" brandt, is het programma afgebroken.
Kies dan een nieuw programma:
door de programmakeuzeschakelaar
op het gewenste programma te
draaien.
Schakel eventueel extra functies in
of uit.
Druk op de START - toets.
Wanneer de bij TIJDKEUZE - programma’s de stroom is uitgevallen
moet u, zodra er weer stroom op het
apparaat staat, het programma opnieuw starten.
16
Programma-overzicht
Programma-overzicht
ProgrammaSoort textielMaximale
WITTE / BONTE WAS
Extra droog
Wasgoed van dikkere stof
dat bij "Kastdroog +" niet
droog genoeg wordt
Kastdroog +
Wasgoed van dunnere en
dikkere stof, zoals
verschillende soorten
katoenen wasgoed (bijv.
badstof handdoeken en tricot
wasgoed)
Kastdroog
(1)
Soortgelijk wasgoed van
katoen (badstof en tricot
wasgoed, flanellen lakens)
Strijkdroog
r
Strijkdroog rr
(1)
Katoenen of linnen weefsels
(bijv. tafellakens, servetten
en beddengoed, gesteven
wasgoed)
Mangeldroog
Katoenen of linnen weefsels
die na afloop van het
droogprogramma door de
mangel worden gehaald;
gesteven wasgoed
belading
5 kgDroog tricot wasgoed niet
5 kg–
5 kgWanneer het wasgoed bij
5 kg–
5 kgWanneer het wasgoed te
5 kgRol het wasgoed op zolang
(2)
Tip
met "Extra droog" i.v.m.
krimpgevaar.
"Kastdroog" te vochtig is, kies
dan "Kastdroog +".
vochtig is om het met de
hand te strijken, kies dan
"Strijkdroog r".
het nog niet door de mangel
wordt gehaald. Zo wordt
opdrogen voorkomen.
(1)
Tip voor testbureaus: Programma-instellingen voor de test volgens norm EN 61121/A11
(2)
Gewicht van het droge wasgoed
17
Programma-overzicht
ProgrammaSoort textielMaximale
belading
(2)
Tip
KREUKHERSTELLEND
Kastdroog +
Kreukherstellend wasgoed van
synthetisch materiaal of
2,5 kgCentrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
gemengde weefsels die bij
"Kastdroog" niet droog genoeg
worden (bijv. truien, jurken en
broeken)
Kastdroog
(1)
Kreukherstellende overhemden,
tafelkleden van gemengde
2,5 kg
weefsels, bijv. katoen / synthetisch
materiaal
Strijkdroog
Kreukherstellende overhemden,
tafelkleden van gemengde
weefsels, bijv. katoen /
synthetisch materiaal die nog
moeten worden gestreken
2,5 kgCentrifugeer dit wasgoed
minstens 30 seconden.
Verminder bij kreukgevoelig
wasgoed de belading (zie ook:
"Speciale programma’s").
TIJDKEUZE
Warme lucht
Een stuk wasgoed of een paar
stukken wasgoed (bijv.
5 kg–
badhanddoek, zwembroek,
badpak, schoonmaakdoekjes)
Wasgoed van dikkere stof dat
door de samenstelling op
verschillende manieren moet
worden gedroogd
Koude lucht
Wasgoed dat alleen moet worden
doorgelucht
5 kg–
Speciale programma’s
Kreukherstel-
lend Strijk droog
Wol
Wasgoed van katoen of
gemengde weefsels (bijv.
overhemden, blouses)
Wollen wasgoed1 kgHet wollen wasgoed wordt
1 kgHet wasgoed wordt afhankelijk
van de textielsoort zo gedroogd
dat er weinig kreukels in komen.
losgeschud en wordt daardoor
weer lekker zacht.
Dit wasgoed moet direct na het
einde van het programma uit de
trommel worden gehaald.
Het wollen wasgoed wordt niet
helemaal droog.
Strijken
rrr
Katoenen of linnen weefsels
Kreukherstellend wasgoed van
katoen, gemengde weefsels of
synthetisch materiaal
2,5 kgDit programma vermindert de
kreukels die er van het
centrifugeren nog in zitten.
Dit textiel moet direct na het
einde van het programma uit de
trommel worden gehaald.
(1) Tip voor testbureaus: Programma-instellingen voor de test volgens norm EN 61121/A11
(2)
Gewicht van het droge wasgoed
18
Het programmeren van aanvullende functies
Het programmeren van aanvullende functies
Overzicht
U kunt een aantal aanvullende functies programmeren om het droogprogramma nog beter af te stemmen op
het soort wasgoed en de manier
waarop u dit wilt drogen.
Aanvullende functies blijven zo lang
geprogrammeerd tot ze weer worden
gewist.
U kunt één of meer aanvullende functies programmeren of wissen.
"Correctie van de droogtegraad"
Het Sensitive-systeem is zo geconstrueerd dat het mogelijk is om bij
het drogen zo veel mogelijk energie
te besparen.
Wanneer u het wasgoed na het einde van het programma echter nog
niet droog genoeg vindt, kunt u de
vochtigheidsgraad van alle programma’s iets verminderen.
De functie "Correctie van de droogtegraad" is standaard niet ingeschakeld.
1 Roep de aanvullende functie "Zoe-
mer" op (zie volgende bladzijde,
punten
2 Druk op de START - toets, totdat
het controlelampje "Mangeldroog"
uitgaat.
3 Druk opnieuw op de START - toets
en houd de toets ingedrukt.
Daarbij gaat het controlelampje
"Mangeldroog" branden.
4 Laat de START - toets los, als het ge-
wenste zoemervolume is bereikt.
5 Draai de programmakeuzeschakelaar
op "Einde".
6 Schakel het apparaat met de
toets uit.
Daarmee is het zoemervolume opgeslagen.
Hoe u de zoemer uitschakelt kunt u op
de volgende bladzijde lezen (stappen
1 tot en met 6).
jk -
1 tot en met 0).
"Memory"
Met deze functie wordt/worden de extra functie(s) opgeslagen die bij de
vorige droogbeurt is/zijn ingesteld.
"Zoemer"
Met deze functie klinkt er na het eigenlijke programma, in de fase
"Kreukbeveiliging / Einde", met regelmatige tussenpozen een akoestisch
signaal.
De functie "Zoemer" is standaard ingeschakeld. De functie kan weer worden
uitgeschakeld.
Het zoemervolume kunt u veranderen.
De toonhoogte verandert tegelijkertijd.
Ga als volgt te werk:
De Memory-functie is standaard ingeschakeld. De functie kan weer worden
uitgeschakeld.
"Kreukbeveiliging"
Met deze functie draait de trommel
na het einde van het eigenlijke programma met korte intervallen, waardoor wordt voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken.
De functie "Kreukbeveiliging" is standaard ingeschakeld. De functie kan
weer worden uitgeschakeld.
19
Het programmeren van aanvullende functies
Het oproepen, activeren en opslaan
De aanvullende functies worden geprogrammeerd met behulp van de
toetsen voor de extra functies en met
behulp van de programmakeuzeschakelaar. Deze toetsen en de programmakeuzeschakelaar hebben
dus een tweede functie die niet op
het paneel te zien is.
Ga als volgt te werk:
1 Het apparaat moet uitgeschakeld en
de deur moet gesloten zijn.
De programmakeuzeschakelaar
moet op stand "Einde" staan.
2 Druk de toetsen "Kort" en "Tempera-
tuur laag" tegelijk in en houd ze ingedrukt.
3 Schakel het apparaat in door op de
j k - toets te drukken.
4 Laat alle toetsen los.
5 De controlelampjes "Drogen" en "Kou-
de lucht" zijn nu aan het knipperen.
6 Draai de programmakeuzeschake-
laar op
– "WITTE / BONTE WAS Extradroog"
voor de aanvullende functie
"Correctie van de droogtegraad".
– "WITTE / BONTE WAS Kastdroog +"
voor de aanvullende functie
"Zoemer".
– "WITTE / BONTE WAS Kastdroog"
voor de aanvullende functie
"Memory".
– "WITTE / BONTE WAS Strijkdroog r"
voor de aanvullende functie
"Kreukbeveiliging".
7 Wanneer nu het controlelampje "Man-
geldroog" brandt is de gekozen aan-
vullende functie actief.
8 Door op de START - toets te drukken
kunt u de aanvullende functies in- of
uitschakelen.
Is het controlelampje "Mangeldroog"
aan, dan is de aanvullende functie
ingeschakeld.
Is het controlelampje "Mangeldroog"
uit, dan is de aanvullende functie
uitgeschakeld.
9 Wanneer u nog meer aanvullende
functies wilt inschakelen, herhaal
dan de stappen
niet:
6 tot en met 8. Zo
0 Sla dan de functie(s) op door de pro-
grammakeuzeschakelaar op "Einde"
te draaien en het apparaat met de
j k - toets uit te schakelen.
Het deprogrammeren van een aanvullende functie
Neem de stappen 1 tot en met 0.
Controleren of een aanvullende functie actief is:
Neem de stappen 1 tot en met 7.
Schakel het apparaat uit.
De controle is voltooid.
20
Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Pluizenfilter
Vrijkomende pluisjes worden opgevangen door het pluizenfilter in de deur.
Reinig dit filter iedere keer nadat u
de droogautomaat heeft gebruikt.
Daarmee bespaart u energie en voorkomt u dat de droogprogramma’s langer duren dan nodig is.
Open de deur.
Plaats het pluizenfilter weer in de
pluizenfilterhouder in de deur.
Sluit de deur.
Droog geen geurdoekjes in de
droogautomaat. Het pluizenfilter
kan door geurdoekjes sneller verstopt raken.
Droogautomaat
Voordat u deze gaat reinigen moet
u de stekker uit de contactdoos halen of de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie uitschakelen.
Reinig de ommanteling en het bedie-
ningspaneel met een mild reinigings-
middel of sopje.
Reinig de trommel en andere delen
van roestvrij staal met een reinigings-
middel dat geschikt is voor roestvrij
staal.
Trek het pluizenfilter uit de pluizenfilterhouder.
Verwijder de pluisjes van het pluizenfilter. Gebruik daarvoor geen spits of
scherp voorwerp!
Verwijder de pluisjes die in de holle
ruimte van de pluizenfilterhouder zitten.
Reinig het pluizenfilter wanneer het
erg verstopt is onder stromend warm
water.
Droog het pluizenfilter in dat geval
goed af.
Gebruik geen schuurmiddelen, oplosmiddelen, glas- of allesreinigers!
Deze kunnen namelijk door hun chemische samenstelling enorme beschadigingen aan het kunststof oppervlakte of aan de onderdelen van
het apparaat veroorzaken.
Spuit het apparaat nooit schoon.
Wrijf de automaat en de onderdelen
daarvan met een zachte doek droog.
21
Nuttige tips
Nuttige tips
Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen door erkende vakmensen worden uitgevoerd. Gebeurt dit niet, dan kan de gebruiker grote risico ’s lopen .
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
De trommel draait niet nadat
de droogautomaat is ingeschakeld
Wasgoed van synthetisch materiaal kan statisch zijn nadat
het is gedroogd
Het wasgoed is na een droogbeurt niet dr oog genoeg
Er is sprake van pluisvorming
Misschien hebt u bij het inschakelen van de droogautomaat
niet de juiste volgorde aangehouden.
Het wasgoed in de trommel bestond uit verschillende soorten
textiel.
Pluizen ontstaan voornamelijk door wrijving tijdens het dragen.
Tijdens een droogprogramma raken deze pluisjes los. De wrijving
in de droogautomaat daarentegen is gering en heeft geen invloed
op de kwaliteit van het textiel. Dit is uit onderzoek gebleken.
Schakel de automaat opnieuw
in. Zie hoofdstuk: "Vóór het
drogen / Het drogen / Na het
drogen".
Controleer of
– de stekker in het stopcontact
zit;
– de deur goed is gesloten;
– de j k - toets is ingedrukt;
– de START - toets is ingedrukt;
– de hoofdschakelaar van de
huisinstallatie is ingeschakeld.
Als dat wel het geval is en
het probleem nog niet is
opgelost, neem dan contact
op met Technische Dienst
van Miele Nederland B.V.
Door tijdens het wassen wasverzachter bij het laatste spoelwater te doen, kunt u de statische
lading van het wasgoed verminderen.
Kies de volgende keer een programma dat daar beter bij past.
22
Nuttige tips
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Het droogpro gramma heeft
zeer lang geduurd
De trommelverlichting brandt
niet
U moet de deur ope nen wanneer de stroom is uitgevallen
De luchttoevoer is niet toereikend
(bijv. in een kleine ruimte).
Het apparaat kan de lucht niet
goed afvoeren.
Het wasgoed is niet voldoende
gecentrifugeerd geweest.
De trommelverlichting brandt
alleen maar, wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Misschien is het gloeilampje defect.
Open wanneer de droger werkt
een deur of een raam zodat er
lucht wordt aangevoerd.
– Reinig het pluizenfilter in de
deur.
– Controleer of de luchtafvoer-
opening geblokkeerd is.
Zo ja, verhelp het euvel.
Centrifugeer het wasgoed voortaan in de wasautomaat met het
maximale centrifugetoerental.
Zo ja, vervang het gloeilampje.
Zie volgende bladzijde.
Open de deur.
Zie einde van dit hoofdstuk.
23
Nuttige tips
Controle- en foutmeldingen, die door controlelampjes wor den aangeg even:
Probleem . . . Oorzaak . . . Oplossing . . .
Het controlelampje "Drogen"
begint te knip pe ren
Het controlelampje "Kreukbeveiliging / Einde" begint te
knipperen
Het control e lampje "Filters /
Afvoer" begint te knipperen
Het control e lampje "Filters /
Afvoer" blijft ook branden nadat u het pluizenfilter heeft gereinigd
Het programm a wordt afgebroken en het controlelampje
"Kreukbeveiliging / Einde"
brandt
De programmakeuzeschakelaar
is op een ander programma gedraaid. Het programma verloopt
echter normaal.
Er kan sprake zijn van een storing.
Temperaturen die duidelijk beneden het vriespunt liggen hebben een negatief effect op de
werking van het apparaat.
Attentie: Schakel de droger met de j k - toets uit.
Het pluizenfilter in de deur is
verstopt.
De luchtafvoerbuis is verstopt.Controleer de luchtafvoerbuis of
De luchtafvoeropening (bijv.
vensterrooster of muurdoorvoering) is verstopt of geblokkeerd.
De luchttoevoer is niet
toereikend (bijv. in een kleine
ruimte).
De luchtafvoerbuis is erg lang.Let bij het installeren van de lucht-
Wanneer de luchtafvoerbuis zeer lang is moet u er rekening mee
houden dat de droogtijden langer zijn en er meer energie wordt
verbruikt dan nodig is.
Bevindt zich nadat een programma is gestart geen wasgoed in de
trommel, meet de elektronica van het apparaat dat direct en wordt
het programma afgebroken. Ook wanneer er een programma wordt
gestart terwijl het wasgoed in de trommel al droog is, kan het
programma worden afgebroken.
Draai de programmakeuzeschakelaar op het programma dat u
eerst had ingesteld. Het controlelampje gaat uit.
– Schakel het apparaat in en
weer uit.
– Kies een programma en start
het.
– Plaats het apparaat in een
warmere ruimte.
Begint het controlelampje weer te
knipperen, is er sprake van een
technisch defect.
Neem contact op met de Technische Dienst van Miele Nederland
B.V.
Reinig het pluizenfilter.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud".
de luchtafvoeropening.
Open wanneer de droger werkt
een deur of een raam zodat er
lucht wordt aangevoerd.
afvoerbuis op lengte en doorsnede. Zie ook de aanwijzingen in het
hoofdstuk: "Zo droogt u goed".
24
Nuttige tips
Het vervangen van het gloeilampje
Als de trommelverlichting het niet doet
is het gloeilampje kapot en moet worden vervangen.
Open de deur.
Trek voordat u het gloeilampje vervangt de stekker uit het stopcontact
of schakel de hoofdschakelaar van
de huisinstallatie uit.
Schroef het kapje weer vast.
Let erop dat het kapje goed vastzit.
Er kan anders vocht binnendringen
en kortsluiting veroorzaken.
Het hittebestendige gloeilampje dient u
uitsluitend te kopen bij de Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V. te Vianen.
Het openen van de deur bij
stroomuitval
Schroef het kapje dat zich aan de
binnenkant van de droger boven de
vulopening bevindt, er met een dopsleutel af.
Het vermogen van het gloeilampje
mag niet hoger zijn dan op het typeplaatje en het kapje staat aangegeven.
Vervang het gloeilampje.
Zet het kapje weer op zijn plaats.
25
Technische Dienst
Technische Dienst
Reparaties
Zijn er storingen die u niet zelf kunt verhelpen, waarschuw dan
– uw Miele-vakhandelaar of
– de Technische Dienst van Miele Ne-
derland B.V.
Miele Service Verzekering Certificaat
Voor informatie over het Miele Service
Verzekering Certificaat kunt u zich
wenden tot uw Miele-vakhandelaar of
de bijgaande folder raadplegen.
Het adres en de telefoonnummers van
Miele Nederland B.V. en de diverse afdelingen vindt u op de achterzijde van
deze gebruiksaanwijzing.
Voor een goede en vlotte afhandeling
is het noodzakelijk dat de Technische
Dienst weet welk type droogautomaat u
heeft en welk nummer deze heeft. Beide gegevens vindt u op het typeplaatje
rechts onder de vulopening.
Voorbeeld:
Programma-actualisering
Wasmiddelen, textiel, was- en drooggewoonten en was- en droogvoorschriften
zullen in de toekomst veranderingen ondergaan.
De droogprogramma’s zullen daaraan
moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toekomst in staat zijn het droogprogramma te updaten en in het Novotronic-geheugen van uw droogautomaat op te
slaan.
Dit zal gebeuren via het met "PC" gemarkeerde controlelampje (PC = Programme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma’s kunnen worden geactualiseerd.
26
Het plaatsen van de droogautomaat
Het plaatsen van de droogautomaat
De droogautomaat moet waterpas
staan zodat een optimale werking gewaarborgd is. Geringe hoogteverschillen hoeven echter niet per se een nadelig effect te hebben.
Zorg ervoor dat er tussen de onderkant van de automaat en de vloer
een spleet zit van 10 mm. Zorg er tevens voor dat deze spleet in geen
geval door plinten, hoogpolige tapijten etc. geblokkeerd.
Want dan kan er niet voldoende koele lucht worden aangevoerd.
Deze droger is minder geschikt om
te worden ondergebouwd.
Was-droogzuil
U kunt een Miele-droogautomaat op
een Miele-wasautomaat plaatsen.
Daarvoor is een tussenstuk* nodig
Alle met * aangeduide onderdelen zijn verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel of de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
.
Door aan de stelvoeten te draaien
kunt u de hoogteverschillen in de
vloer compenseren en de droogautomaat waterpas stellen.
27
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Deze droger mag alleen met een
luchtafvoerbuis worden gebruikt.
Dit geldt niet als er een directe aansluiting is naar buiten.
Gebruik bij het installeren géén:
– lange luchtafvoerbuizen;
– buizen met veel bochten;
– buizen met nauwe bochten.
Gebruikt u deze wel, dan . . .
. . . vermindert de droogcapaciteit,
. . . wordt er meer energie verbruikt
. . . en duren de droogprogramma’s
langer dan nodig is.
De luchtafvoeropeningen aan de zijkanten zijn voorzien van een deksel dat helemaal aan de binnenkant zit.
Alleen dit deksel mag worden verwijderd.
De luchtafvoerbuis kan op de volgende plaatsen worden geïnstalleerd:
– aan de achterkant (de luchtafvoer-
opening is hier standaard opengelaten)
– aan de linker zijkant;
– aan de rechter zijkant.
Leg de luchtafvoerbuis zo aan dat
de vochtige lucht die wordt afgevoerd niet wordt teruggezogen.
De droger mag niet op een schoorsteen worden aangesloten die voor
andere doeleinden wordt gebruikt.
Trek eerst de stekker uit het stopcontact voordat u de luchtafvoerbuis installeert.
28
Sluit met dit deksel de luchtafvoer-
opening aan de achterkant af.
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Een adapter (Ø 100 mm) voor de luchtafvoerbuis wordt standaard bij de
droogautomaat gevoegd.
Deze wordt in de luchtafvoeropening geschoven en vergemakkelijkt de aansluiting van een flexibele luchtafvoerbuis.
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Het berekenen van de lengte
en de doorsnede van de buis
De uitgestoten lucht ondervindt in de
luchtafvoerbuis weerstand door wrijving aan de binnenkant. Hoe korter de
buis en hoe gladder de binnenwand is,
des te geringer de weerstand is. Dat is
ook voordelig bij het drogen, want dan
wordt er minder energie + tijd verbruikt.
Extra buislengte
Een buis met een bocht, een terugslagklep en een muurdoorvoering bieden
dus meer weerstand dan een rechte
buis. Daarom moet voor deze onderdelen een extra buislengte worden berekend (zie tabel I).
Totale buislengte
De som van de lengte van de rechte
luchtafvoerbuis en de extra buislengte
is de totale buislengte.
Buisdoorsnede
Door een grotere buisdoorsnede vermindert de weerstand. Hoe langer de
buis is, des te groter de buisdoorsnede
moet zijn.
Bereken de lengte van de benodig-
de luchtafvoerbuis:
1. Bereken het aantal onderdelen
(tabel I) en de extra buislengten
daarvan.
Let daarbij op hoek en buigradius.
2. Tel daar de lengte van de rechte
luchtafvoerbuis bij op.
3. Lees uit tabel II de benodigde
doorsnede van de luchtafvoerbuis af.
Let op:
Tot een totale buislengte van 10 meter
(
ø 100 mm) blijven droogtijd en ener-
gieverbruik gelijk.
Is de buis langer, dan duurt ook het
droogprogramma iets langer en neemt
het energieverbruik iets toe. Als de totale buis vrij lang is heeft dat geen negatief effect op de werking van de droogautomaat, als u tenminste de
noodzakelijke buisdoorsnede aanhoudt
(tabel II).
Tabel I
Soort buisHoekBuigradius R (mm)Extra buislengte (m)
Buis met knie2,5
Elleboogbuis90°2000,8
Muurdoorvoering of vensteraansluiting met roosterhouder
Muurdoorvoering of vensteraansluiting met klepje
Luchtafvoertuit links / rechts
Plat afvoerkanaal
45°
90°
90°
45°
100 tot 500
100 tot 500
100
200
100
0,5
0,4
0,4
0,3
0,3
3,8
1,5
2,0
8,0
29
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Tabel II
Totale buislengteBuisdoorsnede
0 - 20 m
20 - 30 m
30 - 43 m
43 - 60 m
100 mm
110 mm
120 mm
130 mm
Voor het volgende voorbeeld wordt uitgegaan van een flexibele luchtafvoerbuis. De extra buislengte variëren afhankelijk van de buissoort. Zie tabel I.
Een buisdoorsnede van 100 mm is voldoende, daar de totale buislengte minder is dan 20 m (zie tabel II).
9,00 m
30
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Advies bij installatie van meer dan één droogautomaat:
Wanneer er verschillende droogautomaten op een verzamelbuis zijn aangesloten, plaats dan een terugslagklep
(R) tussen de luchtafvoerbuis van iedere droogautomaat en de verzamelbuis.
Hiervoor zijn extra Miele-onderdelen*
nodig. Zie afbeelding rechts.
Met deze klep voorkomt u stank- en
condensontwikkeling bij die droogautomaat/-aten die op dat moment niet in
gebruik is/zijn.
De diameter van de verzamelbuis (D)
moet in bovenstaand geval groter worden (afhankelijk van het aantal droogautomaten). Kijk voor de berekening
van de juiste diameter in tabel III.
1. Aansluitstuk voor de verzamelbuis
2. Terugslagklep*
3. Extra adapter*
4. Luchtafvoerbuis*
Tabel III
Aantal
apparaten
2
3
4-5
Druk de terugslagklep (2) helemaal
in de adapter (3).
Vergrotingsfactor
buisdoorsnede uit tabel II
1,00
1,25
1,50
31
Het installeren van de luchtafvoerbuis
De lucht kan via een muurdoorvoering
of een vensteraansluiting direct naar
buiten worden afgevoerd. De benodigde onderdelen zijn verkrijgbaar bij de
Miele-vakhandel of bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Voorbeeld: muurdoorvoering
1. Roosterhouder
2. Muurdoorvoering
3. Aansluitstuk
4. Rooster
5. Klep
6. Houten schroef
7. Muurplug
Gezien van boven:
Voorbeeld: vensteraansluiting
1. Roosterhouder
4. Rooster
5. Klep
8. Klemmetje (4x)
9. Verzonken parkerschroef (4x)
Gezien van opzij:
1. Muurdoorvoering
2. Flexibele tussenring
Wanneer u een muurdoorvoering installeert met
een aansluitstuk aan de muur is een flexibele tussenring noodzakelijk.
32
1. Vensteraansluiting
2. Adapter voor flexibele slang
Vensteraansluiting in plexiglas ruit. Breng wan-
neer u gebruik maakt van een reeds aanwezige
ruit een gat aan van 125 mm ø.
Het installeren van de luchtafvoerbuis
Installatievoorbeeld 1
Verplaatste aansluiting met een flexibele luchtafvoerslang op een schoorsteen (gezien van opzij)
1. Muurdoorvoering A. = Buis van draadspiraal
2. AansluitstukB. = Flexibele buis
3. Tegen vocht geïsoleerde schoorsteen
Installatievoorbeeld 3
Aansluiting van een kunststof luchtafvoerbuis op
de droogautomaat (gezien van opzij)
Installatievoorbeeld 2
Verplaatste aansluiting met een kunststof luchtafvoerbuis op een muurdoorvoering (gezien van
opzij)
1. Muurdoorvoering
2. Overgangsstuk
3. Kunststof luchtafvoerbuis (buiten Ø 110 mm)
Installievoorbeeld 4
Hoogte van de luchtafvoertuit bij een wasdroogzuil
1. Kunststof luchtafvoerbuis
2. Overgangsstuk
33
Elektrische aansluiting
Elektrische aansluiting
Deze droogautomaat mag alleen door
een erkend elektricien op het elektriciteitsnet worden aangesloten.
Deze droogautomaat is voorzien van
een aansluitkabel (ca. 2 m) en een stekker met beschermingscontact (randaarde), geschikt voor aansluiting op ~230
V 50 Hz.
Deze droogautomaat mag uitsluitend
worden aangesloten op een contactdoos met beschermingscontact (randaarde) of een daarvoor geschikte 2polige schakelaar, bijv. voor in de
badkamer.
Om extra veiligheid te kunnen garanderen wordt in de EU-voorschriften geadviseerd om de huisinstallatie van een
aardlekschakelaar te voorzien.
De gegevens van de aansluitwaarden
vindt u op het typeplaatje. Vergelijk
deze waarden met de gegevens van
uw elektriciteitsnet.
34
Verbruiksgegevens
Programma’sBela-
WITTE / BONTE WAS
Extra droog
Kastdroog +
Kastdroog
Kastdroog
Strijkdroog rr
Strijkdroog
Mangeldroog
(1)
(1)
rr51200
ding
kgomw/minkWh10 A
Verbruiksgegevens
Eindcentrifugetoerental
(in een huishoudwas-
automaat)
51200
1400
1600
51200
1400
1600
5800 (70 % restvocht)3,310585
51200
1400
1600
5800 (70 % restvocht)2,78670
1400
1600
51200
1400
1600
EnergieDroogtijd
3,2
3,05
2,8
2,7
2,6
2,3
2,6
2,5
2,2
2,0
1,85
1,55
1,6
1,45
1,15
(incl. afkoeltijd)
in minuten
(2)
16 A
98
95
87
88
83
76
86
80
75
65
61
53
53
49
41
81
78
72
71
67
61
67
64
58
53
48
43
43
40
33
(2)
KREUKHERSTELLEND
Kastdroog
Strijkdroog
Speciale programma’s
Wol
Strijken
(1)
Testprogramma volgens EN 61121/A11.
(2)
Zekering: zie typeplaatje
Verbruiksgegevens berekend volgens norm EN 61121/A11.
(1)
rrr2,5–0,388
2,51000 (50 % restvocht)1,154333
2,510001,03930
1–0,233
Variaties in de aangegeven waarden zijn mogelijk, afhankelijk van het soort textiel, de hoeveelheid wasgoed, het vulgewicht, de hoeveelheid restvocht na het
centrifugeren en verschillen in de netspanning.