Gebruiksaanwijzing voor de droogautomaat
Gala A
Lees beslist de gebruiksaanwijzing voordat u uw droogautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
T
M.-Nr. 05 237 131
Inhoudsopgave
Algemeen
Het apparaat in één oogopslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Het afdanken van het apparaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Korte beschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Tips voor het drogen van textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Vóór het drogen / Het drogen / Na het drogen
Tips om energie te besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Het inschakelen van de droogautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Het vullen van de trommel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Het kiezen van een programma. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Het kiezen van (een) extra functie(s) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Het starten van een programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Na het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Het wijzigen van een programma
Het kiezen van een ander programma tijdens het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Het openen van de deur tijdens het drogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Programma-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Het programmeren van aanvullende functies
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Het oproepen, activeren en opslaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
2
Inhoudsopgave
Reiniging en onderhoud
Pluizenfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Droogautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Nuttige tips
Probleem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Het vervangen van het gloeilampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Het openen van de deur bij stroomuitval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Technische Dienst
Reparaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Miele Service Verzekering Certificaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Programma-actualisering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Het plaatsen van de droogautomaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 Was-droogzuil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Het installeren van de luchtafvoerbuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28 Het berekenen van de lengte en de doorsnede van de buis . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Elektrische aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
3
Algemeen
Het apparaat in één oogopslag
1Aansluitkabel
2Bedieningspaneel
3Deur
4Aansluiting voor de luchtafvoer (aan de achterkant standaard geopend)
5Vier in hoogte verstelbare machinevoeten
4
Algemeen
Bedieningspaneel
bToets "jk"
Met deze toets kunt u de droger inen uitschakelen en het programma onderbreken. Wanneer u het apparaat inschakelt en de deur opent, gaat de trommelverlichting aan.
cToets "Deur"
Met deze toets kunt u de deur van de droger openen en het programma afbreken. Deze toets klikt niet vast.
dToets "START"
Met deze toets kunt u een droogprogramma starten. Het controlelampje:
–knippert wanneer een programma kan worden gestart;
–en brandt nadat het programma is gestart.
eToetsen voor de extra functies
Wanneer u een extra functie heeft ingeschakeld gaat het daarbij behorende controlelampje branden.
Wanneer u deze extra functie weer heeft uitgeschakeld gaat het daarbij behorende controlelampje uit.
fProgrammakeuzeschakelaar
De keuzeschakelaar kan rechtsom of linksom worden gedraaid.
gControlelampjes voor het programmaverloop, controleen foutmeldingen
De controleen foutmeldingen worden in het hoofdstuk "Nuttige tips" uiteengezet.
5
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het verpakkingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen met het oog op de geringe belasting van het milieu en de mogelijkheden voor afvalverwerking.
Door hergebruik van verpakkingsmateriaal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd.
Uw vakhandelaar neemt de verpakking over het algemeen terug.
Het afdanken van het apparaat
Afgedankte apparaten bevatten nog waardevolle stoffen/materialen.
Zet uw apparaat daarom niet zomaar bij het grof vuil, maar informeer bij uw handelaar of het mogelijk is het apparaat terug te geven.
Is dit niet mogelijk, informeer dan bij de gemeente of bij een grondstoffenhandelaar naar mogelijkheden voor hergebruik van het materiaal (bijv. schrootverwerking).
Zorg ervoor dat kinderen niet bij het oude apparaat kunnen komen totdat het wordt weggehaald. Zie ook het hoofdstuk: "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen".
6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Lees eerst aandachtig de gebruiksaanwijzing door voordat u uw droogautomaat voor het eerst gebruikt. U vindt hierin belangrijke instructies met betrekking tot de veiligheid, het gebruik en het onderhoud van het apparaat. Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt onnodige schade aan uw apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef deze door aan de eventuele volgende eigenaar van de droogautomaat.
Efficiënt gebruik
Deze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Deze droogautomaat is uitsluitend bestemd voor het drogen van tex-
tiel dat in water is gewassen en volgens de aanwijzingen van de fabrikant op het wasetiket in de droogautomaat mag worden gedroogd.
Gebruik voor andere doeleinden kan gevaarlijk zijn. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander gebruik dan hier aangegeven of door een foutieve bediening.
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Een beschadigde droogautomaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik genomen.
Voordat u de droogautomaat aansluit dient u altijd de aansluitgege-
vens (zekering, spanning en frequentie) op het typeplaatje met die van het elektriciteitsnet te vergelijken. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektricien.
Controleer voordat u uw droogautomaat voor het eerst in gebruik
neemt of het apparaat volgens de regels is opgesteld en aangesloten. Zie hoofdstuk: "Het plaatsen van de droogautomaat".
De elektrische veiligheid van de droogautomaat is uitsluitend gega-
randeerd als deze is aangesloten op een aardingssysteem dat volgens de geldende veiligheidsbepalingen is geïnstalleerd.
Het is zeer belangrijk dat wordt nagegaan of aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan en dat de huisinstallatie bij twijfel door een vakman wordt geïnspecteerd. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad.
Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengsnoer.
Dit in verband met gevaar voor bijvoorbeeld oververhitting.
7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De droogautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsbepalin-
gen. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen onvoorziene risico’s voor de gebruiker opleveren, waarvoor de fabrikant niet aansprakelijk kan worden gesteld. Reparaties mogen alleen door erkende vakmensen van Miele worden uitgevoerd.
Wanneer geisers, gaskachels of kolenkachels met schoorsteenaan-
sluiting etc. zich in dezelfde ruimte als de droger of in een aangrenzende ruimte bevinden en de onderdruk 0,04 mbar of meer bedraagt kunnen verbrandingsgassen worden teruggezogen. Daardoor ontstaat gevaar voor vergiftiging.
Vermijd onderdruk door voldoende te ventileren, bijv. met behulp van:
-een beluchtingsopening in de buitenmuur die niet kan worden afgesloten;
-een speciale raamschakelaar waardoor de droogautomaat alleen dan kan worden ingeschakeld als er een
raam openstaat.
Laat de situatie in ieder geval beoordelen door een schoorsteenveger of installateur.
Als er een storing moet worden verholpen of als de droogautomaat
moet worden gereinigd, mag er geen elektrische spanning op het apparaat staan. Dit is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
-als de hoofdschakelaar van de huisinstallatie is uitgeschakeld,
-of als de stekker uit de contactdoos is getrokken.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen.
Alleen van deze onderdelen kunnen wij garanderen dat zij volledig voldoen aan de veiligheidseisen die wij stellen aan onze apparaten.
Gebruik
Plaats uw droogautomaat niet in vorstgevoelige ruimten.
Temperaturen die duidelijk onder het vriespunt liggen hebben een negatief effect op de werking van het apparaat.
De droogautomaat mag alleen worden gebruikt als er een luchtafvoer-
buis is aangesloten.
Zonder luchtafvoerbuis zuigt de droogautomaat de uitgestoten vochtige lucht weer op, waardoor er veel meer energie en tijd nodig is om het wasgoed droog te krijgen. Bovendien kunnen de muren door de vochtige lucht op den duur beschadigen.
De uitgestoten lucht mag niet via een schoorsteen worden afge-
voerd en ook niet via een kanaal dat voor de ontluchting van ruimtes met stookplaatsen wordt gebruikt.
Rook en gassen kunnen daardoor worden teruggezogen.
8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Sluit de deur iedere keer nadat u de droogautomaat heeft gebruikt.
Zo voorkomt u dat
–kinderen op de deur gaan leunen en dat het apparaat gaat kantelen.
–kinderen proberen in de droger te kruipen
–of er voorwerpen in te verstoppen.
Er bestaat gevaar voor brand bij de volgende materialen:
–Kledingstukken met rubber.
–Kledingstukken die voorbehandeld zijn met brandbare reinigingsmiddelen (bijv. wasbenzine).
–Kledingsstukken die in aanraking zijn geweest met haarversteviger, haarspray, nagellakremover e.d.
–Kledingstukken die vervuild zijn door olie en/vet, bijv. kokskleding en keukenlinnen.
–Kledingstukken met vullingen die beschadigd zijn (bijv. kussens of jacks). Wanneer de vulling er uitkomt kan dat brand veroorzaken.
Gebruik van toebehoren
Alleen originele Miele-toebehoren mogen worden aanof ingebouwd.
Als er andere toebehoren worden aanof ingebouwd, kan Miele niet voor de gevolgen instaan en kan er geen beroep meer worden gedaan op bepalingen met betrekking tot garantie en productaansprakelijkheid.
Het afdanken van het apparaat
Trek de stekker uit de contactdoos en maak deze samen met de aan-
sluitkabel onbruikbaar.
U voorkomt hiermee dat de droogautomaat verkeerd wordt gebruikt.
9
Korte beschrijving
Korte beschrijving van de werking van de droogautomaat en korte handleiding
De programma’s kunt u instellen door de programmakeuzeschakelaar naar rechts of naar links te draaien.
Ter aanvulling van de droogprogramma’s kunt u extra functies instellen door de toetsen voor de extra functies in te drukken.
Het programma kunt u starten door op de START - toets te drukken.
De controlelampjes voor het programmaverloop, die zich rechts op het bedieningspaneel bevinden, geven aan in welke fase het programma zich bevindt.
Het Sensitive-systeem meet automatisch het soort water en maakt nauwkeurig drogen mogelijk.
Het Novotronic-systeem meet zowel het restvochtgehalte als de hardheid en de kwaliteit van het leidingwater. Door deze waarden te vergelijken zorgt het ervoor dat het restvochtgehalte altijd gelijk is.
De Reverseerautomaat zorgt ervoor dat de trommel afwisselend linksen rechtsom draait. Zo wordt het wasgoed gelijkmatig en behoedzaam gedroogd.
Wanneer de gewenste droogtestand is bereikt, wordt het wasgoed afgekoeld.
Na het einde van het eigenlijke programma volgt de "Kreukbeveiliging": de trommel draait met korte intervallen, waardoor wordt voorkomen dat het wasgoed gaat kreuken.
Verder kunt u een aantal aanvullende functies programmeren om het droogprogramma nog beter af te stemmen op het soort wasgoed en de manier waarop u dit wilt drogen.
Lees eerst: "Veiligheidsinstructies en waarschuwingen" en: "Tips voor het drogen van textiel".
Wanneer u een kort overzicht wilt hebben over hoe u de automaat moet bedienen, kunt u de met cijfers aangeduide stappen (1,2,3...) aanhouden.
1Schakel het apparaat in
door op de jk - toets te drukken.
2Open de deur
door op de Deur - toets te drukken.
3Vul de trommel
door het wasgoed losjes in de trommel te leggen.
4Sluit de deur
5Kies een programma
door de programmakeuzeschakelaar op de gewenste droogtestand te draaien.
6Kies eventueel (een) extra functie(s)
door op de toets(en) voor de extra functie(s) te drukken.
7Start het programma
door op de START - toets te drukken.
10
Tips voor het drogen van textiel
Controleer voordat u wasgoed in de automaat wilt gaan drogen, welk droogsymbool in het wasetiket van het wasgoed is afgebeeld.
De symbolen betekenen het volgende:
q= Drogen op een normale temperatuur
r= Drogen op een lage temperatuur (Druk daarbij op de toets
"Temperatuur laag")
s= Niet geschikt om in de droogautomaat te worden gedroogd
t= Geschikt om in de droogautomaat te worden gedroogd
Wanneer er geen droogsymbool in het wasetiket staat, gelden in principe de volgende regels:
–Wit, bont en kreukherstellend wasgoed moet in de daarbij behorende programma’s met de gewenste droogtegraad worden gedroogd (Zie hoofdstuk: "Programma-overzicht").
–Fijne was, bijv. van acryl, moet in het programma "KREUKHERSTELLEND" en met de extra functie "Lage temperatuur" worden gedroogd.
Houd in het geval dat onderstaande textielsoorten volgens het wasetiket in de automaat mogen worden gedroogd, rekening met het volgende:
Wol en wolmengweefsels
Deze hebben de neiging te vervilten en te krimpen.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het speciale programma "Wol" wordt gedroogd.
Wasgoed gevuld met dons
De binnenen buitenvoering (bijv. van dekbedden) heeft, afhankelijk van de kwaliteit en de gebruikte textielsoort (zoals katoen en satijn) de neiging om te krimpen.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het
speciale programma "Strijken rrr" wordt gedroogd.
Zuiver linnen
Dit kan ruw worden.
Dit gebeurt niet als dit textiel in het speciale programma "Strijken rrr" wordt gedroogd.
11
Tips voor het drogen van textiel
Let verder nog op het volgende:
–T-shirts en tricot krimpen vaak wanneer ze voor het eerst worden gewassen.
Droog ze dus niet te lang en te heet om te voorkomen dat ze nog verder krimpen. Koop dit soort textiel eventueel één of twee maten te groot.
–Gesteven wasgoed kunt u in de droogautomaat drogen.
Doseer echter vóórdat u gaat wassen de dubbele hoeveelheid stijfsel voor hetzelfde effect.
–Kreukherstellende overhemden of blouses van 100% katoen hebben, afhankelijk van de kwaliteit en het model overhemd, de neiging sterk te kreuken.
Droog zulk wasgoed met een programma met een lagere droogtegraad (bijv. "Strijkdroog"). In het uiterste geval kunt u dit wasgoed het
beste drogen in het programma "Strijken rrr" en daarna op een hangertje hangen.
–Kreukherstellend wasgoed gaat des te meer kreuken, naarmate de droogautomaat voller beladen is. Dat geldt vooral voor zeer fijn textiel. Verminder de beladingshoeveelheid of gebruik het speciale programma "Kreukherstellend Strijkdroog".
–Droog nieuw, donkergekleurd wasgoed niet samen met lichtgekleurd wasgoed omdat het misschien afgeeft.
–Kledingstukken met vullingen die beschadigd zijn (bijv. kussens of jacks) mogen niet in de automaat worden gedroogd. Wanneer de vulling er uitkomt kan dat brand veroorzaken.
12