Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de
montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en u voorkomt
onnodige schade aan uw apparaat.
7Vier stelvoeten
8Zeefcombinatie
9Reservoir voor regenereerzout
10Tweevaksdoseerbakje voor
reinigingsmiddel
11Reservoir voor naspoelmiddel
(met keuzeknop)
12Typeplaatje
Page 5
Bedieningspaneel
Algemeen
13I-Aan-/0-Uit - toets
14Controlelampjes voor het
programmaverloop
15Start - toets
16Programmakeuzeschakelaar
17Controlelampjes voor
watertoevoer en waterafvoer,
zout en naspoelmiddel
18Kinderbeveiliging
19Deuropener
20Uitblaasopening van de droog-
ventilator
5
Page 6
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Personen die op grond van hun
Deze afwasautomaat voldoet aan de
voorgeschreven veiligheidsbepalin
gen.
Door ondeskundig gebruik kunnen
personen echter letsel oplopen en
kan er materiële schade ontstaan.
Lees deze gebruiksaanwijzing daar
om eerst aandachtig door voordat u
dit apparaat in gebruik neemt. Dat is
veiliger voor uzelf en u voorkomt
daarmee schade aan uw automaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig en geef deze door aan
een eventuele volgende eigenaar
van het apparaat.
-
-
Efficiënt gebruik
Deze afwasautomaat is uitsluitend
bestemd voor huishoudelijk ge-
bruik.
Gebruik deze afwasautomaat uit-
sluitend voor het afwassen van
huishoudservies.
Het gebruik voor andere doeleinden en
het aanbrengen van veranderingen aan
het apparaat is ontoelaatbaar en kan
gevaarlijk zijn. De fabrikant kan niet
aansprakelijk worden gesteld voor
schade die is ontstaan door gebruik
voor andere doeleinden dan hier aan
gegeven of door een foutieve bedie
ning.
-
-
fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan
kennis van de afwasautomaat niet in
staat zijn om het apparaat veilig te be
dienen, mogen deze automaat alleen
gebruiken als ze onder toezicht staan
van of worden geïnstrueerd door een
verantwoordelijk persoon.
Wanneer er kinderen in huis
zijn
Wanneer er kinderen in de buurt
van de afwasautomaat zijn, houd
ze dan goed in de gaten. Zorg ervoor
dat ze niet met het apparaat gaan spelen.
Wanneer zij dit doen bestaat het gevaar
dat ze zich in de automaat opsluiten.
Kinderen mogen de afwasauto-
maat alleen dan zonder toezicht
gebruiken, wanneer ze weten hoe het
apparaat werkt en wat voor gevaar zij
lopen wanneer ze de automaat fout bedienen.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen. Reinigingsmiddelen
kunnen brandwonden in mond en keel
veroorzaken of tot verstikking leiden.
Laat kinderen niet bij de afwasautomaat
komen als deze geopend is. Er zouden
nog resten reinigingsmiddelen in de au
tomaat aanwezig kunnen zijn.
Ga direct naar de dokter wanneer uw
kind reinigingsmiddel binnengekregen
heeft.
-
-
6
Page 7
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Technische veiligheid
Controleer vóórdat het apparaat
wordt geplaatst, of het zichtbaar
beschadigd is.
Is dat het geval, neem het dan in geen
geval in gebruik. Een afwasautomaat
die beschadigd is kan uw veiligheid in
gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via
een 3-polige stekker met randaar
de op het elektriciteitsnet worden aan
gesloten.
De stekker mag niet worden afgeknipt
en niet vast aangesloten.
U moet na plaatsing van het apparaat
zonder problemen bij het stopcontact
kunnen komen, zodat u ieder moment
de stekker uit de automaat kunt trekken.
Wanneer zich in de buurt van de
afwasautomaat een elektrisch apparaat bevindt, let er dan op dat de
stekker van dit apparaat niet schuilgaat
achter de afwasautomaat.
Daar de inbouwkast niet altijd diep ge
noeg is kan er druk op de stekker ont
staan, wat het risico op oververhitting
en daarmee op brand verhoogt.
De afwasautomaat mag niet onder
een kookplaat worden geïnstal
leerd. Een kookplaat straalt voor een
deel hoge temperaturen af waardoor de
automaat beschadigd zou kunnen ra
ken.
Om dezelfde reden mag de afwasauto
maat niet direct naast warmteproduce
rende apparaten worden geplaatst die
niet standaard tot de keukenuitrusting
behoren.
-
-
-
-
-
-
-
Dit apparaat mag pas dan op het
elektriciteitsnet worden aangeslo
ten, nadat het is geplaatst en geïnstal
leerd.
Controleer of de elektrische waar
den van uw huisinstallatie (span
ning, frequentie en zekering) overeen
komen met de gegevens op het type
plaatje.
De elektrische veiligheid van dit
apparaat is alleen dan gewaar
borgd als het wordt aangesloten op
een aardingssysteem dat volgens de
geldende veiligheidsvoorschriften is
geïnstalleerd.
Laat de huisinstallatie bij twijfel door
een vakman / vakvrouw controleren.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die is ontstaan door een ontbrekende of beschadigde aarddraad (bijv. een elektrische
schok).
Wanneer dit apparaat op een niet-
stationaire locatie (bijv. op een boot
of in een camper) moet worden ge
plaatst, mag het uitsluitend door een
vakman / vakvrouw worden ingebouwd
en aangesloten. Hierbij moet aan alle
voorwaarden voor een veilig gebruik
worden voldaan.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
7
Page 8
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
De kunststof behuizing van de Wa
terproofventielen bevat een elek
trisch onderdeel. Zorg ervoor dat de
behuizing niet nat wordt!
In de watertoevoerslang bevinden
zich spanningsvoerende delen.
Knip de slang daarom niet door, ook al
is hij te lang!
Gebruik geen verlengsnoer. Dit in
verband met gevaar voor overver
hitting en daarmee voor brand.
Het Miele-Waterproofsysteem biedt
een betrouwbare bescherming te
gen waterschade, maar wel op de vol
gende voorwaarden:
– De afwasautomaat moet volgens de
voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van
schade moet het apparaat worden
gerepareerd, resp. moeten onderdelen worden vervangen.
– De kraan moet bij langere afwezig-
heid (bijv. vakantie) worden dichtge
draaid.
Het Waterproofsysteem functioneert
ook wanneer de afwasautomaat is uit
geschakeld. Het apparaat moet dan
wel op het elektriciteitsnet zijn aange
sloten.
-
-
-
-
-
-
-
-
Een afwasautomaat die bescha
digd is kan uw veiligheid in gevaar
brengen. Stel het apparaat meteen bui
ten werking wanneer het beschadigd is
en neem contact op met uw leverancier
of met de afdeling Klantcontacten van
Miele Nederland B.V.
Reparaties mogen uitsluitend door
vakmensen worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kan de
gebruiker grote risico's lopen.
Bij onderhoudswerkzaamheden
dient u altijd de spanning van de
afwasautomaat te halen.
Schakel daartoe het apparaat uit en
trek daarna de stekker uit het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van
de elektrische huisinstallatie uit.
Een beschadigde aansluitkabel
mag alleen door een aansluitkabel
van hetzelfde type worden vervangen.
Deze is verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen van Miele Nederland B.V.
Om veiligheidsredenen mag de kabel
alleen door een erkend vakman / vak
vrouw of door de afdeling Klantcontac
ten van Miele Nederland B.V. worden
vervangen.
-
-
-
-
8
Page 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting
van de afwasautomaat de instruc
ties in het montageschema in acht.
De afwasautomaat moet waterpas
worden geplaatst.
Onder of in te bouwen afwasauto
maten mogen omwille van de sta
biliteit uitsluitend worden geplaatst on
der een doorlopend werkblad dat is
vastgeschroefd aan de kasten die er
naast staan.
Wanneer u een vrijstaande afwas
automaat wilt onderbouwen, moet
u daartoe de vrijstaande sokkel verwijderen en deze vervangen door een
sokkelpaneel voor een onderbouwafwasautomaat. Dit paneel zit in de daarvoor bestemde onderbouwset.
Doet u dat niet, dan loopt u het gevaar
zich aan uitstekende metalen delen te
bezeren.
-
-
Juist gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de
-
-
-
-
spoelruimte.
Dit in verband met explosiegevaar.
Adem geen poedervormige reini
gingsmiddelen in! Slik geen reini
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen
kunnen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken.
Ga direct naar de dokter wanneer u rei
nigingsmiddelen hebt ingeademd of in
geslikt.
Laat de deur van de afwasauto
maat niet onnodig openstaan.
U zou zich daaraan kunnen stoten.
Wanneer de deur van de afwas-
automaat open staat, ga daar dan
niet op zitten of staan.
Doet u dat wel, dan kan het apparaat
kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen
of kan het apparaat beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmid-
delen en naspoelmiddelen voor
huishoudafwasautomaten.
Gebruik geen reinigingsmiddelen voor
de handafwas!
-
-
-
-
-
Gebruik geen reinigingsmiddelen
die voor bedrijfsafwasautomaten of
industriereinigers bestemd zijn.
Doet u dat wel kan er materiële schade
ontstaan en kunnen er hevige chemi
sche reacties optreden (bijv. een knal
gasreactie).
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor naspoelmiddel, want dan
gaat het reservoir kapot.
-
-
9
Page 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Doseer geen poedervormig of
vloeibaar reinigingsmiddel in het
reservoir voor het regenereerzout, want
dan gaat de ontharder kapot.
Gebruik uitsluitend het speciale
grofkorrelige regenereerzout of an
dere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soorten
zout, bijv. keukenzout of strooizout.
Deze soorten zout bevatten soms niet
in water op te lossen deeltjes die een
nadelig effect kunnen hebben op de
werking van de ontharder.
Heeft u een afwasautomaat met
een bestekkorf, kunt u het bestek
het beste in de bestekkorf plaatsen met
de grepen beneden en met de scherpe
kant boven. Dan wordt het bestek makkelijker schoon en droog.
Wanneer u daardoor echter kans loopt
om zich aan de scherpe kant van de
messen en de punten van de vorken te
verwonden, dan kunt u het bestek het
beste met de grepen boven en met de
scherpe kant beneden plaatsen.
Bij het afdanken van de afwas
automaat
Maak afgedankte afwasautomaten
onbruikbaar door de stekker uit het
stopcontact te trekken en de aansluit
-
kabel door te knippen.
Voorkom dat kinderen zich in het appa
raat opsluiten door de sluithaak van het
deurslot (1 torxschroef) te verwijderen
en zo het deurslot onbruikbaar te ma
ken.
Wanneer de veiligheidsinstructies
niet worden opgevolgd kan de fabri
kant niet verantwoordelijk worden
gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
-
-
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in
de afwasautomaat dat niet hittebe
stendig is zoals wegwerpbakjes of
wegwerpbestek.
Dit soort vaatwerk kan door de hoge
temperaturen vervormen.
Wanneer u de extra functie "Voor
programmering" gebruikt (afhanke
lijk van het model), moet u ervoor zor
gen dat het doseerbakje voor het reini
gingsmiddel droog is.
Reinigingsmiddel gaat in een vochtig
doseerbakje klonteren en wordt mis
schien niet volledig weggespoeld.
10
-
-
-
-
-
-
Page 11
Een bijdrage aan de bescherming van ons milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het apparaat
tegen transportschade.
Het verpakkingsmateriaal is uitgekozen
omdat dit het milieu relatief weinig be
last en kan worden hergebruikt.
Hergebruik van het verpakkingsmateri
aal vermindert de afvalproductie en het
gebruik van grondstoffen. De vakhan
delaar neemt de verpakking terug.
-
-
Het afdanken van het apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functioneren en de veiligheid van het apparaat
nodig waren. Als u het apparaat bij het
gewone afval doet of bij verkeerde behandeling kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid en het milieu. Verwijder het afgedankte apparaat
dan ook nooit met het gewone afval.
Lever het apparaat in bij een gemeen
telijk inzameldepot voor elektrische en
elektronische apparatuur.
-
Economisch afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst
water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan,
indien u de volgende adviezen opvolgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten.
-
Bijzonder geschikt is een warmwater
aansluiting bij een energetisch
gunstige warmwaterbereiding, bijv.
zonne-energie met circulatieleiding.
Bij elektrisch verwarmde installaties
is het echter aan te bevelen om uw
apparaat op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwasautomaat te overladen.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
vervuiling.
^ Gebruik voor energiezuinig afwassen
het programma "Spaar"!
^
Houdt u aan de doseeradviezen op
de verpakking van het afwasmiddel.
^
Wanneer u poedervormig of vloei
baar reinigingsmiddel gebruikt en de
rekken maar half beladen zijn, kunt u
de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1
/3reduceren.
-
-
Het afgedankte apparaat moet tot die
tijd buiten het bereik van kinderen wor
den opgeslagen. Hierover vindt u meer
informatie in het hoofdstuk "Veiligheids
instructies en waarschuwingen".
-
-
11
Page 12
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Wat u voor het eerste gebruik
nodig heeft
ca. 2 l water;
–
ca. 2 kg regenereerzout;
–
reinigingsmiddel voor huishoudaf-
–
wasautomaten;
naspoelmiddel voor huishoudafwas-
–
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de
fabriek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er
water in het apparaat achter. Dit water betekent niet dat het apparaat
eerder door een andere consument
is gebruikt.
12
Page 13
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Pak de greep.
^ Trek de greep naar voren.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in gebruik is, worden
alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
^ Schuif de rekken naar binnen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
Kinderbeveiliging
Aan de voorkant van het bovenrek
hangt een gele sleutel voor de kin
derbeveiliging.
Haal deze sleutel eraf voordat u de
afwasautomaat in gebruik neemt en
berg de sleutel buiten de automaat
veilig op.
Sluit de deur van de afwasautomaat
met deze sleutel wanneer u wilt voor
komen dat kinderen de deur openen.
-
-
Horizontale stand =
De deur is vergrendeld
Verticale stand =
De deur is niet vergrendeld
13
Page 14
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te berei
ken heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig.
Bij hard water ontstaat er witte kalkaan
slag op het vaatwerk en op de wanden
van de spoelruimte.
Water met een waterhardheid van
4 °dH (0,7 mmol/l) en hoger moet daar
om worden onthard. Daar wordt in de
ingebouwde waterontharder automa
tisch voor gezorgd.
Bedenk dat
– de waterontharder regenereerzout
nodig heeft
– en dat de afwasautomaat precies
moet worden geprogrammeerd naar
de hardheid van uw water.
^ Informeer bij het plaatselijke waterlei-
dingbedrijf hoe hard uw water precies is.
-
Programmeer bij een variërende water
hardheid (bijv. 8 - 17 °dH) altijd de
hoogste waarde (in dit voorbeeld
17 °dH).
Bij een eventuele reparatie is het voor
de monteur makkelijk om de hardheid
van uw water te weten.
Noteer daarom de hardheid van uw
^
-
water:
Waterhardheid:
°dH
-
14
Page 15
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het programmeren van de waterontharder
Schakel de afwasautomaat met de
^
I-Aan-/0-Uit - toets uit.
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op "Einde/Reset".
Druk op de Start - toets, blijf erop
^
drukken en schakel de afwasauto
maat tegelijk
met behulp van de
I-Aan-/0-Uit - toets in.
Laat de Start - toets binnen 2 secon
den weer los.
-
-
-
Het controlelampje "Zout" begint te
knipperen.
Let op:
Wanneer er een ander controlelampje
gaat knipperen of branden, begin dan
nog eens van voren af aan.
Uitzondering:
Het controlelampje "Naspoelmiddel"
brandt, wanneer u nog naspoelmiddel
moet doseren of bijvullen.
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op de stand die hoort bij de
hardheid van uw water (zie tabel).
Vanuit de fabriek is een waterhardheid
van 14 - 16 °dH (2,5 - 2,9 mmol/l) ge
-
programmeerd.
Voorbeeld:
Wanneer de hardheid van uw water
20 °dH bedraagt, moet de program
makeuzeschakelaar op de "6 uurstand" staan.
-
15
Page 16
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Druk op de Start - toets.
^
Het controlelampje "Start" brandt.
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op "Einde/Reset".
Schakel de afwasautomaat met de
^
I-Aan-/0-Uit - toets uit.
De geprogrammeerde waterhardheid is
nu opgeslagen.
-
Het controleren van de geprogrammeerde waterhardheid
Schakel de afwasautomaat met be
^
hulp van de I-Aan/0-Uit - toets uit.
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op "Einde/Reset".
Druk op de Start - toets, blijf erop
^
drukken en schakel de afwasauto
maat tegelijk
I-Aan-/0-Uit - toets in.
Laat de Start - toets binnen 2 secon
den weer los.
Het controlelampje "Zout" begint te
knipperen.
Let op:
Wanneer er een ander controlelampje
gaat knipperen of branden, begin dan
nog eens van voren af aan.
Uitzondering:
Het controlelampje "Naspoelmiddel"
brandt, wanneer u nog naspoelmiddel
moet doseren of bijvullen.
met behulp van de
-
-
-
-
16
^
Draai de programmakeuzeschake
laar over de verschillende standen
vanaf de "1 uur-stand" tot de "8 uurstand" heen, totdat het controlelamp
je "Start" brandt.
De programmakeuzeschakelaar staat
dan op de stand die hoort bij de gepro
grammeerde waterhardheid. Zie de ta
bel in de paragraaf: "Het programmeren
van de waterontharder".
^
Draai de programmakeuzeschake
laar op "Einde/Reset".
^
Schakel de afwasautomaat met be
hulp van de I-Aan/0-Uit - toets uit.
-
-
-
-
-
-
Page 17
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het doseren van regenereerzout
Als de hardheid van uw water steeds
onder de 4 °dH (= 0,7 mmol/l)
hoeft u geen zout
moet dan echter wel de afwasauto
maat programmeren naar de hard
heid van uw water.
Wanneer u het zoutreservoir voor de
eerste
vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l
water. Zo kan het zout oplossen.
Nadat u de afwasautomaat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir.
,
vloeibaar reinigingsmiddel in het reservoir voor het regenereerzout,
want dan gaat de ontharder kapot.
,
grofkorrelige regenereerzout of an
dere zuivere ingedampte zouten.
Gebruik in geen geval andere soor
ten zout, bijv. keukenzout of strooi
zout. Deze soorten zout bevatten
soms niet in water op te lossen deel
tjes die een nadelig effect kunnen
hebben op de werking van de ont
harder.
keer met regenereerzout wilt
Doseer geen poedervormig of
Gebruik uitsluitend het speciale
te doseren. U
ligt,
Haal het onderrek uit de spoelruimte
^
en draai de dop van het zoutreservoir
open.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
apparaat voor de eerste keer ge
-
-
-
-
-
-
-
bruikt met ca. 2 l water.
^ Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en doseer dan zoveel zout in het zoutreservoir totdat
het vol is.
In het zoutreservoir kan afhankelijk
van het soort zout max. 2 kg.
Terwijl u zout in het reservoir doseert
loopt er water over de rand van het re
servoir.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en schroef
de dop weer op het zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma
"Voorspoelen" zodat eventueel ge
morste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
-
-
-
17
Page 18
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje "Zout"
Zolang het controlelampje "Zout" in het
bedieningspaneel niet brandt, zit er
nog genoeg zout in het reservoir.
^ Vul zout bij zodra het controlelampje
"Zout" gaat branden.
Zie hoofdstuk: "Het doseren van regenereerzout".
Het is mogelijk dat het controlelampje
nog korte tijd blijft branden, nadat u
zout hebt bijgevuld.
Het lampje gaat uit, zodra zich een
zoutconcentratie heeft gevormd die
hoog genoeg is.
Attentie
Het controlelampje "Zout" gaat ook
branden wanneer er geen regenereer
zout in het reservoir zit daar de hard
heid van uw water onder de 4 °dH
Dat het lampje brandt heeft in dit geval
niets te betekenen!
Het controlelampje "Zout" zal in de toe
komst door de afdeling Klantcontacten
worden gebruikt om de
afwasprogramma's te updaten en in het
geheugen van uw afwasautomaat op te
slaan.
Vandaar dat achter het controlelampje
"Zout" PC staat ("Programm Correction").
Zie hoofdstuk: "Afdeling Klantcontacten".
-
-
ligt.
-
18
Page 19
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het spoelen droogt
zonder dat het vlekken gaat vertonen.
Het naspoelmiddel wordt in het reser
voir voor naspoelmiddel gedoseerd en
bij het naspoelen in de ingestelde hoe
veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
,
voor huishoudafwasautomaten in het
naspoelmiddelreservoir.
Doseer in geen geval
delen voor afwasautomaten of reinigingsmiddelen voor de handafwas
in het naspoelmiddelreservoir, want
dan gaat het reservoir kapot.
reinigingsmid-
-
Het doseren van naspoelmiddel
-
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door het gele palletje in
de richting van de pijl te drukken.
19
Page 20
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje "Naspoelmiddel"
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
^
het in het zeefje in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan
ca. 130 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt.
Is het klepje niet goed gesloten dan
kan er tijdens het spoelen water in het
naspoelmiddelreservoir lopen.
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid
del goed weg om bij de volgende af
wasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
Zolang het controlelampje "Naspoel
middel" in het bedieningspaneel niet
brandt, zit er nog genoeg naspoelmid
del in het reservoir.
Wanneer het controlelampje "Naspoelmiddel" in het bedieningspaneel gaat
branden zit er nog een reserve in voor
2 - 3 afwasbeurten.
^
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
-
-
-
-
20
Page 21
Wanneer u het apparaat voor het eerst in gebruik neemt
Het instellen van de hoeveel
-
heid te doseren naspoelmiddel
De te doseren hoeveelheid naspoelmiddel is met behulp van de keuzeknop instelbaar. Men kan kiezen tussen
6 standen.
Vanuit de fabriek is de keuzeknop (zie
pijl) op stand 3 ingesteld. Er wordt dan
per programma ca. 3 ml naspoelmiddel
verbruikt. Deze stand wordt geadviseerd.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
^
zet de keuzeknop dan op een hogere
stand.
Vertoont het vaatwerk strepen of sluiers:
^
zet de keuzeknop dan op een lagere
stand.
21
Page 22
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Waar u bij het inruimen van
serviesgoed en bestek op
moet letten
Verwijder de ergste etensresten van
^
het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
Was vaatwerk met as, zand,
,
was, smeervet of verf niet in de af
wasautomaat. As wordt niet opge
lost, maar in de spoelruimte ver
deeld. Door was, smeervet en verf
raakt de afwasautomaat beschadigd.
U kunt ieder stuk servies in principe
overal in de rekken inruimen.
Neem daar echter de volgende tips bij
in acht.
^ Plaats serviesgoed en bestek zo dat
het niet tegen of op elkaar ligt.
-
-
-
Let erop dat de sproeiarmen niet
^
door te hoog of door de rekken
heenstekend vaatwerk worden ge
blokkeerd. U kunt dit controleren
door de sproeiarmen een keer met
de hand rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken servies
^
goed niet door de spijlen van de rek
ken vallen.
Leg dit soort servies zoals dekseltjes daarom in de besteklade of de
bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, to
maten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten.
Door deze stoffen kunnen kunststof
vaatwerk en kunststof onderdelen
ervan verkleuren, wanneer zij in ruime mate met het vaatwerk in de automaat terechtkomen.
Deze verkleuring heeft echter geen
invloed op de stabiliteit van kunststof vaatwerk.
-
-
-
-
^
Plaats het serviesgoed om het goed
schoon te krijgen zo in de rekken, dat
het water er aan alle kanten bij kan.
^
Plaats al het serviesgoed zo, dat het
stevig staat.
^
Plaats hol serviesgoed zoals kopjes,
glazen en kommen met de openin
gen naar beneden in de rekken.
^
Plaats hoog, smal, hol serviesgoed
niet in de hoeken van de rekken,
maar zoveel mogelijk in het midden
ervan. Het water kan er dan beter bij.
^
Plaats servies met een diepe bodem
zoveel mogelijk schuin in het rek, zo
dat het water eraf kan lopen.
22
Wanneer u het vaatwerk inruimt dan
kunnen er etens- en drankresten op
de binnenkant van de deur van de
afwasautomaat terechtkomen. Dit
gedeelte hoort niet tot de spoelruim
-
te en wordt dus niet afgespoeld. Ver
wijder dus gemorste etensresten
voordat u de deur sluit.
-
-
-
Page 23
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bovenrek
Plaats in het bovenrek klein, licht en
teer serviesgoed zoals glazen, kopjes,
schoteltjes en dessertschaaltjes.
U kunt er ook een plat steelpannetje in
plaatsen.
Kopjesrek
Klap het kopjesrek omhoog om hoog
serviesgoed te kunnen inruimen.
Steun
Leg erg lang bestek zoals soeplepels,
pollepels en lange messen dwars aan
de voorkant van het bovenrek.
Om serviesgoed gemakkelijk te kunnen
inruimen en er gemakkelijk weer uit te
kunnen halen kunt u de steun omklap
pen naar het midden van het bovenrek.
-
23
Page 24
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Het verstellen van het bovenrek
(afhankelijk van het model)
Om in het boven- of onderrek meer
plaats te krijgen voor hoger servies
goed kunt u het bovenrek in hoogte
verstellen. U kunt kiezen tussen 3 stan
den met een verschil van telkens ca.
2 cm.
U kunt het bovenrek ook schuin
plaatsen, nl. met één kant hoog en met
één kant laag.
Let er echter op dat u het rek zonder
problemen in de spoelruimte kan schui
ven.
^ Trek het bovenrek naar buiten.
-
Afhankelijk van de stand van het bo
venrek kunt u bijv. borden met de vol
gende doorsneden in de rekken
plaatsen.
Afwasautomaat met besteklade
Stand
van het
bovenrek
boven1530
midden1728
onder1926
Afwasautomaat met bestekkorf
Zonder verstelling bovenrek
Bord-Ø in het bovenrek: 23 cm
Bord-Ø in het onderrek: 28 cm
bord-Ø in cm
bovenrekonderrek
-
-
^
Trek de hendels aan de zijkanten van
het bovenrek naar boven.
^
Zet het bovenrek in de gewenste po
sitie.
^
Laat de hendels weer vastklikken.
24
-
Page 25
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Onderrek
Plaats in het onderrek groot en zwaar
^
serviesgoed zoals borden, platte
schotels, pannen en schalen.
U kunt ook schoteltjes, ontbijt- en
dessertbordjes in het onderrek zet
ten.
Afwasautomaat met besteklade
Omklapbare spijlen
Tussen de spijlen kunt u schoteltjes,
borden en platte schotels plaatsen.
-
De twee rijen spijlen van dit rek kunt u
omklappen om meer ruimte te krijgen
voor grote stukken serviesgoed, bijv.
potten, pannen en schalen.
Afwasautomaat met bestekkorf
^
Druk de gele hendels naar beneden
a zodat de rijen spijlen omklappen
b.
25
Page 26
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Uitneembaar inzetrek met spijlen
U kunt het inzetrek met spijlen uit het
apparaat halen om meer ruimte te krij
gen voor groter serviesgoed, bijv. een
platte pan, of om een ander inzetrek te
plaatsen.
Het verwijderen van het inzetrek a
^ Trek het inzetrek aan de handgreep
naar boven.
Het plaatsen van het inzetrek b
Fleshouder (afhankelijk van het model)
Op de fleshouder kunt u smal servies
goed plaatsen zoals een melk- of baby
fles.
^ Zet de fleshouder alleen in het onder-
rek zoals op het plaatje afgebeeld.
Is de houder ergens anders geplaatst,
dan kan het water niet in de binnenkant
van de fles komen en de fles wordt zo
niet goed schoon.
-
-
^
Schuif de twee haakjes die aan de
onderkant van het inzetrek zitten on
der de dwarsspijl van het onderrek.
^
Druk het inzetrek aan de handgreep
naar beneden totdat u weerstand
voelt.
26
-
Page 27
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Bestek
Bestekkorf
^ Plaats het bestek ongesorteerd en
met de grepen beneden in de vakjes
van de bestekkorf.
Het water kan er dan beter bij.
Wanneer u daardoor echter kans
,
loopt om zich aan de scherpe kant
van de messen en de punten van de
vorken te verwonden, dan kunt u het
bestek het beste met de grepen bo
ven en met de scherpe kant bene
den plaatsen.
Plaats kleine lepels in de speciale le
^
pelsegmenten aan weerszijden van
de bestekkorf.
-
-
-
27
Page 28
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Speciale bestekhouder voor de be
stekkorf
In de bijgevoegde bestekhouder kunt u
sterk vervuilde lepels en/of vorken
plaatsen.
De lepels en/of vorken liggen niet op el
kaar maar worden in deze houder naast
elkaar opgehangen. Daardoor kan het
water er beter bij.
^ Plaats de bestekhouder als dat nodig
is op de bestekkorf.
-
-
Plaats de lepels en/of vorken in de
^
bestekhouder met de grepen beneden.
Verdeel het bestek gelijkmatig over
de houder.
28
Page 29
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Besteklade (SC)
Wanneer u messen, vorken en lepels
apart in de besteklade legt, kunt u ze er
na het afwasprogramma makkelijker uithalen en opbergen.
Leg de messen met de snijkanten en
de vorken met de tanden tussen de opstaande kammen. Leg de lepels daarentegen met de grepen tussen de opstaande kammen.
Leg de lepels met de grepen tussen de
opstaande kammen. De lepelbladen
liggen dan tussen de getande kammen,
Lang bestek zoals sauslepels, taart
scheppen, pollepels en lange messen
kunt u in het dieper gelegen gedeelte in
het midden van de besteklade leggen.
De bovenste sproeiarm mag niet
door te hoog vaatwerk (bijv. een
taartschep) worden geblokkeerd.
-
zodat ook de laatste waterdruppel er
zonder problemen af kan lopen.
Wanneer de lepels niet met de grepen
tussen de opstaande kammen passen,
leg ze dan met de grepen op de getan
de kammen.
Let er daarbij op dat de lepelbladen
rechtop staan, zodat al het water eraf
kan lopen.
-
29
Page 30
Het inruimen van serviesgoed en bestek
Serviesgoed en bestek die niet
geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Serviesgoed en bestek die óf hele
–
maal óf voor een deel uit hout be
staan drogen uit en worden lelijk.
Bovendien houdt de lijm niet in de af
wasautomaat. Het gevolg daarvan is
dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
–
glazen met decoraties zijn niet be
stand tegen de afwasautomaat.
Voorwerpen van niet hittebestendig
–
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
– Kleurdecoraties op het glazuur kun-
nen na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof wor-
den.
Wij raden u aan:
–
Koop serviesgoed en bestek van ma
teriaal dat geschikt is om in een af
wasautomaat te worden afgewassen.
-
-
-
-
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behandeld
kan na afloop van het afwasprogramma
nog vochtig zijn doordat het water er
niet als een film afloopt. Het zilver moet
dan met een doek worden afgedroogd.
Daarentegen is zilver dat in zilverpoets
is ondergedompeld in de regel wel
droog. Het zilver kan echter beslaan.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanraking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
pekelsaus van vis en marinades.
Aluminium serviesgoed zoals
,
vetfilters mag niet worden afgewassen met bijtende alkalische reinigingsmiddelen die in bedrijfsafwasautomaten of industriereinigers worden gebruikt.
Gebeurt dat wel dan kan er materiële schade ontstaan. In het ergste geval bestaat het gevaar dat er hevige
chemische reacties optreden die tot
een explosie kunnen leiden (bijv.
een knalgasreactie).
-
–
Wanneer u teer glaswerk per se in de
afwasautomaat wilt afwassen doe dat
dan uitsluitend bij lage temperaturen.
Zie programma-overzicht.
De kans dat het glaswerk dof wordt
is dan kleiner.
–
Blijf bijzonder waardevolle glazen
met de hand afwassen.
30
Page 31
Bediening
Reinigingsmiddelen
Gebruik uitsluitend reinigings
,
middelen voor huishoudafwasautomaten.
U kunt poedervormige of vloeibare
^
reinigingsmiddelen of reinigingsta
bletten gebruiken.
Neem bij het doseren van het reini
gingsmiddel de aanwijzingen in acht
die op de verpakking staan.
Doseer poedervormige of vloeibare
^
reinigingsmiddelen in de reinigings
middelvakjes.
^ Leg reinigingstabletten alleen in reini-
gingsmiddelvakje II, als de fabrikant
van deze tabletten dat adviseert.
Geeft de fabrikant het advies om de
reinigingstabletten in de bestekkorf te
leggen, leg ze dan in plaats daarvan
aan de binnenkant van de deur of direct in de spoelruimte. De tabletten
lossen dan beter op.
-
-
-
-
De fabrikanten van reinigingsmiddelen
geven op hun verpakkingen de totale
hoeveelheid reinigingsmiddel aan die
voor een programma nodig is.
Gebruik wanneer uw afwasautomaat
^
vol beladen is voor de volgende
programma’s minstens 30 ml reini
gingsmiddel:
- "Intensief";
- "Universeel extra";
- "Universeel";
- "Normaal";
- "Spaar".
Geeft de fabrikant een grotere hoe
veelheid aan, gebruik dan deze grotere hoeveelheid.
Wanneer u minder reinigingsmiddel
gebruikt dan is geadviseerd, is het
mogelijk dat de vaat niet goed
schoon wordt.
-
-
31
Page 32
Bediening
Het doseren van reinigingsmiddel
Adem geen poedervormig reini
,
gingsmiddel in! Slik geen reinigings
middel in! Reinigingsmiddelen kun
nen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmid
del hebt ingeademd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen. Laat kinderen daar
om niet bij de afwasautomaat komen
als deze geopend is. Er zouden nog
resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat aanwezig kunnen zijn.
Bovendien kunt u het reinigingsmiddel beter pas dán toevoegen vlak
voordat u het programma start.
Vergrendel de deur bovendien met
de kinderbeveiliging.
Neem daarom in ieder geval de aanwijzingen met betrekking tot het do
seren van reinigingsmiddel in acht.
Deze staan in het programma-over
zicht aan het einde van de gebruiks
aanwijzing.
-
-
-
-
-
-
-
Open het klepje van het reinigings
^
middeldoseerbakje door het knopje
opzij te drukken.
Na afloop van een afwasprogramma is
het klepje van het reinigingsmiddelbakje altijd geopend.
-
-
Doseerhulp
In vakje I kan maximaal 20 m en
in vakje II kan maximaal 70 ml reini
gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange
bracht om het doseren makkelijker te
maken: 20, 25, 30. Wanneer de deur
90° geopend is geven deze streepjes in
ml aan hoeveel reinigingsmiddel er on
geveer in zit.
32
-
-
^
Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do
seerbakje.
^
Sluit ook het pak reinigingsmiddel om
te voorkomen dat het middel aan rei
nigingskracht verliest.
-
-
-
Page 33
Het kiezen van een programma
Laat de keuze voor een programma
steeds afhangen van het soort vaat
werk en de mate waarin dat is vervuild.
-
Bediening
In de meeste gevallen zult u het pro
gramma "Universeel" of "Universeel ex
tra" kiezen.
Deze programma’s zijn optimaal bere
kend voor de dagelijkse afwas.
In het programma-overzicht aan het
einde van deze gebruiksaanwijzing zijn
de programma’s beschreven en de toe
passingsmogelijkheden ervan.
-
-
-
-
33
Page 34
Bediening
Het inschakelen van de afwasautomaat
^ Controleer of de sproeiarmen vrij
kunnen draaien en niet worden geblokkeerd.
^ Sluit de deur van de afwasautomaat.
^ Draai de waterkraan open indien
deze nog gesloten is.
^ Druk de I-Aan-/0-Uit - toets (13) in.
Het controlelampje "Start" (15) gaat
knipperen.
Het starten van een programma
^ Neem bij het kiezen van een pro-
gramma het programma-overzicht
aan het einde van de gebruiksaanwijzing in acht.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar (16) naar links of rechts op het
gewenste programma.
^ Druk nu op de Start - toets (15).
Het programma start.
De controlelampjes "Start" (15) en
"Spoelen" (14) gaan branden.
Breek een programma niet voortijdig
af!
Wanneer u dat doet, is het mogelijk
dat belangrijke programmafases
(bijv. het regenereren) worden over
geslagen.
-
34
Page 35
Bediening
Controlelampjes voor het
programmaverloop (14)
Het controlelampje "Spoelen" brandt in
de programmafases "Voorspoelen",
"Reinigen", "Tussenspoelen" en "Na
spoelen".
Het controlelampje "Drogen"
de programmafase "Drogen".
Het controlelampje "Einde"
afloop van het programma.
brandt na
-
brandt in
Einde van het programma
Wanneer in het programmaverloop (14)
het controlelampje "Einde" brandt, is het
programma beëindigd.
U kunt de afwasautomaat nu openen en
het vaatwerk eruithalen.
Zie paragraaf: "Het uitruimen van de afwasautomaat".
Schakel de afwasautomaat voor de veiligheid altijd uit wanneer u niet direct na
afloop van een programma nog een
keer wilt afwassen.
Het uitschakelen van de afwasautomaat
Draai de programmakeuzeschake
^
laar (16) na afloop van het program
ma op "Einde/Reset".
Het controlelampje "Einde" (14) gaat uit
en het controlelampje "Start" (15) gaat
knipperen.
Druk de I-Aan-/0-Uit - toets (13) in en
^
laat deze weer naar buiten springen.
Het controlelampje "Start" (15) gaat uit.
De afwasautomaat verbruikt stroom
zolang u hem niet met behulp van
de I-Aan-/0-Uit - toets hebt uitgeschakeld.
Draai veiligheidshalve de kraan dicht,
wanneer de afwasautomaat langere tijd
niet wordt gebruikt, bijvoorbeeld in de
vakantietijd.
-
-
35
Page 36
Bediening
Het onderbreken van het programma
Het afwasprogramma wordt onderbro
ken, zodra u de deur opendoet.
Wanneer u de deur weer dichtdoet,
gaat het programma daar verder, waar
het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas-
,
automaat heet is, loopt u het risico
om zich te verbranden.
Wanneer u de deur beslist moet
openen, doe dat dan zeer voorzich
tig.
Laat de deur voordat u die weer sluit
ca. 20 seconden op een kier staan,
zodat de temperatuur zich in de
spoelruimte kan verdelen.
Druk de deur daarna stevig dicht,
totdat hij vastklikt.
Wisseling van programma
Is het klepje van het reinigingsmid
-
deldoseerbakje al geopend, wissel
dan niet meer van programma.
Ook wanneer een door u gekozen pro
gramma al is gestart, kunt u nog op een
ander programma overgaan.
Draai de programmakeuzeschake
^
laar (16) op "Einde/Reset".
Laat de programmakeuzeschakelaar
^
-
(16) minstens één seconde op deze
stand staan.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar (16) op het gewenste program-
ma.
^ Druk op de Start - toets (15).
Het programma start.
-
-
-
36
Page 37
Bediening
Extra functie
De werkingstijd van de droogventilator
Zolang de deur van de afwasautomaat
gesloten blijft, komt er vochtige lucht uit
de uitblaasopening van de droogventi
lator vrij.
Om te voorkomen dat gevoelige werk
bladen boven de afwasautomaat wor
den beschadigd kunt u de werkingstijd
van de droogventilator verlengen, en
wel met 14 minuten na het einde van
het programma.
Het in- en uitschakelen van de verlenging van de werkingstijd:
^ Schakel de afwasautomaat met de
I-Aan-/0-Uit - toets uit.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde/Reset".
^ Druk op de Start - toets, blijf erop
drukken en schakel tegelijk
afwasautomaat met behulp van de
I-Aan-/0-Uit - toets in.
Laat de Start - toets binnen 2 secon
den weer los.
de
-
-
Draai de programmakeuzeschake
^
laar op de 9 uur-stand.
Wanneer het controlelampje "Start"
–
niet
brandt dan is de werkingstijd
van de droogventilator niet
Wanneer het controlelampje "Start"
–
-
-
wel
brandt dan is de werkingstijd van
de droogventilator met 14 minuten
verlengd.
Druk op de Start - toets om de instel
^
ling te veranderen.
Afhankelijk van de vorige instelling gaat
het controlelampje "Start" aan of uit.
^ Draai de programmakeuzeschake-
laar op "Einde/Reset".
^ Schakel de afwasautomaat met de
I-Aan-/0-Uit - toets uit.
De wijziging is nu opgeslagen.
-
verlengd.
-
Het controlelampje "Zout" begint te
knipperen.
Let op:
Wanneer er een ander controlelampje
begint te knipperen of te branden, be
gin dan nog eens van voren af aan.
Uitzondering:
Het controlelampje "Naspoelmiddel"
brandt, wanneer u nog naspoelmiddel
moet doseren of bijvullen.
-
37
Page 38
Bediening
Het uitruimen van de afwasautomaat
Heet serviesgoed breekt snel!
^
Laat het serviesgoed daarom na het
uitschakelen van de automaat zo
lang in de afwasautomaat afkoelen,
totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschake
^
len van de automaat helemaal opent,
koelt het vaatwerk sneller af.
Ruim eerst het onderrek, dan het bo
^
venrek en tenslotte de besteklade uit,
wanneer deze aanwezig is.
Zo voorkomt u dat er druppels van
het bovenrek of van de besteklade
op het vaatwerk in het onderrek vallen.
-
-
38
Page 39
Controleer regelmatig - ongeveer
2 tot 3 keer per jaar - de algehele
toestand van uw afwasautomaat.
De kans op storingen is daardoor
geringer.
Het reinigen van de zeven in de
spoelruimte
Reiniging en onderhoud
Op de bodem van de spoelruimte be
vindt zich een zeefcombinatie. Deze
zeefcombinatie houdt het ergste vuil te
gen dat in het afwaswater zit. Op deze
manier wordt voorkomen dat het vuil in
het circulatiesysteem en via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt.
Zonder zeven mag niet worden
,
afgewassen!
De zeven kunnen door in de loop van
de tijd door het vuil verstopt raken.
Controleer de zeefcombinatie daarom
regelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per
jaar - en reinig de combinatie indien no
dig.
^
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
-
-
Ontgrendel de zeefcombinatie door
^
de greep naar rechts te draaien.
^ Verwijder de zeefcombinatie.
-
^
Ontdoe de zeefcombinatie van grove
resten.
^
Spoel de combinatie onder stromend
water goed af.
Gebruik daarbij eventueel een
borstel.
39
Page 40
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige
gedeelte van de zeefcombinatie te reinigen moet u de sluiting opendoen.
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
^
dat ze plat tegen de bodem van de
spoelruimte aanligt.
^ Doe dat door de gele vergrendeling
naar achteren te trekken.
^ Reinig alle delen met een afwasbor-
stel onder stromend water.
^ Doe daarna de sluiting dicht.
De vergrendeling moet daarbij vastklikken.
^ Vergrendel de zeefcombinatie door
de greep van rechts naar links te
draaien.
,
De zeefcombinatie moet goed
zijn geplaatst en vergrendeld.
Is dat niet het geval, dan is het mogelijk dat de grove resten in het circulatiesysteem terechtkomen en dat
het systeem verstopt raakt.
40
Page 41
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de sproeiarmen
Het is mogelijk dat er etensresten vast
gaat zitten in de sproeikoppen en de la
gering van de sproeiarmen.
Controleer de sproeiarmen derhalve re
gelmatig - ongeveer 2 tot 3 keer per
jaar.
Schakel de afwasautomaat eerst uit.
^
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek (indien aanwezig) de besteklade
^
naar buiten.
^ Druk de bovenste
hoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
sproeiarm om-
Trek het onderrek naar buiten.
^
-
-
^ Trek de onderste
en haal hem er af.
sproeiarm omhoog
^
Druk de middelste sproeiarm iets op
(a), zodat de tanden in elkaar grij
pen en schroef de sproeiarm er af
(b).
^
Druk de etensresten in de sproeikop
pen met een scherp voorwerp naar
-
binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stromend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en
controleer of ze makkelijk ronddraai
en.
-
-
41
Page 42
Reiniging en onderhoud
Het reinigen van de spoelruim
te
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel gebruikt houdt u daar
mee automatisch de spoelruimte
schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet
heeft afgezet, kunt u deze aanslag met
een speciaal reinigingsmiddel verwijde
ren. Deze speciale reinigingsmiddelen
zijn in de handel te verkrijgen.
Het reinigen van de deurdichting en de deur
^ Neem de deurdichtingen regelmatig
met een vochtige doek af en verwijder de etensresten.
^ Veeg gemorste etens- en drankresten
van de zijkanten van de deur van de
afwasautomaat af.
Deze gedeelten horen niet bij de
spoelruimte en de waterstralen kunnen daar niet bijkomen.
Het reinigen van het bedie
-
ningspaneel
,
Gebruik geen schuurmiddelen
en ook geen glas- of allesreinigers,
want deze kunnen het oppervlak
door hun chemische samenstelling
flink beschadigen.
Paneel van roestvrij staal
-
Gebruik hiervoor een vochtige doek
^
met wat handafwasmiddel of een
niet-schurend reinigingsmiddel voor
-
roestvrij staal.
Om te voorkomen dat het paneel
^
weer snel vuil wordt, bijv. door
vingerafdrukken, kunt u na het reini
gen een middel gebruiken dat ge
-
schikt is voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Een goed middel is Neoblank, ver
krijgbaar bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.
Paneel van aluminium
^ Gebruik hiervoor een vochtige doek
met wat handafwasmiddel.
Aluminium is levend materiaal. Het andere keukenmeubilair en de lichtinval
bepalen de reflecterende werking en
daarmee de uitstraling van het apparaat.
,
Roestvrijstalen en aluminium oppervlakken en bedieningselementen
kunnen verkleuren of veranderen
wanneer er vuil op blijft zitten. Ver
wijder vuil daarom direct.
Bedieningspaneel en bedieningsele
menten zijn gevoelig voor krassen
en kerven.
-
-
-
-
-
Paneel van kunststof
^
Gebruik hiervoor alleen een vochtige
doek of een doek met wat reinigings
middel voor kunststof.
42
-
Page 43
Het reinigen van het front van
de afwasautomaat
Reinig het front met een voor keuken
^
fronten geschikt reinigingsmiddel.
Neem een houten front alleen af met
^
een vochtige zeem en wrijf het daar
na met een doek droog.
Reinig een front van roestvrij staal
^
met een vochtige doek met wat
handafwasmiddel of een nietschurend reinigingsmiddel voor
roestvrij staal.
^ Om te voorkomen dat het paneel
weer snel vuil wordt, bijv. door
vingerafdrukken, kunt u na het reinigen een middel gebruiken dat geschikt is voor het onderhoud van
roestvrij staal.
Een goed middel is Neoblank, verkrijgbaar bij de afdeling Onderdelen
van Miele Nederland B.V.
Reiniging en onderhoud
-
-
,
Gebruik geen schoonmaakmiddelen met ammonia of nitraat- en
kunstharsverdunningen.
Deze middelen kunnen het opper
vlak beschadigen.
-
43
Page 44
Nuttige tips
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
lossen.
Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op onze technici bespaart u tijd en kos
ten!
Het nu volgende overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vin
den en uit de wereld te helpen. Vergeet echter niet:
Reparaties mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd.
,
Door ondeskundige reparaties kan de gebruiker grote risico's lopen.
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje
"Start" knippert niet, nadat u de afwasautomaat
met de I-Aan-/O-Uit toets hebt ingeschakeld.
Nadat u op de Start toets heeft gedrukt knippert het controlelampje
"Start", maar de afwasautomaat start niet.
De automaat stopt met
afwassen.
De deur is niet goed gesloten.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering is niet geactiveerd.
De programmakeuzeschakelaar staat op
"Einde/Reset".
De zekering is niet geacti
veerd.
Druk de deur goed dicht.
Stop de stekker in het
stopcontact.
Activeer de zekering
(min. zekering zie typeplaatje).
– Draai de programma-
keuzeschakelaar op het
gewenste programma.
– Druk op de Start -
toets.
-
Activeer de zekering
(min. zekering zie typeplaatje).
-
-
-
44
Page 45
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje
"Watertoevoer / Waterafvoer" gaat afwisselend knipperen en
branden.
De kraan is nog dicht.Draai de kraan helemaal
open.
Het zeefje in de schroefkoppeling van de watertoevoer is verstopt.
Het Waterproof-systeem
heeft zich gemeld.
Voordat u het probleem
gaat oplossen, moet u
eerst:
de programmakeuze-
–
schakelaar op
"Einde/Reset" draaien
en de afwasautomaat
–
met de I-Aan-/O-Uit -
toets uitschakelen.
Daarna moet u:
– het zeefje in de water-
toevoer reinigen.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
helpen van storingen".
Neem contact op met de
afdeling Klantcontacten
van Miele Nederland.
45
Page 46
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het controlelampje
"Watertoevoer / Waterafvoer" gaat knipperen
en de automaat stopt
met afwassen.
Probleem bij de watertoevoer
Probleem bij de waterafvoer
Misschien zit er water in
de spoelruimte.
Voordat u het probleem
gaat oplossen moet u
eerst:
de programmakeuze-
–
schakelaar op
"Einde/Reset" draaien
en de afwasautomaat
–
met de I-Aan-/O-Uit -
toets uitschakelen.
Draai de kraan hele-
–
maal open.
Controleer het zeefje in
–
de watertoevoer en
reinig het indien nodig.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
helpen van storingen".
– De waterdruk bij de wa-
teraansluiting is lager
dan 0,3 bar.
Vraag de installateur
om een oplossing.
– Reinig de zeefcombi-
natie.
Zie hoofdstuk: "Reini-
ging en onderhoud".
–
Reinig de afvoerpomp.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
helpen van storingen".
–
Reinig de terugslag-
klep.
Zie hoofdstuk: "Het ver-
helpen van storingen".
–
Verwijder de knikken in
de afvoerslang.
46
Page 47
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
De controlelampjes
"Einde" en "Start"
gaan aan het einde van
het programma tegelijk
knipperen.
Er kan sprake zijn van een
technische storing.
Draai de programma-
–
keuzeschakelaar op
Einde/Reset".
Schakel de afwasau-
–
tomaat met de
I-Aan-/0-Uit - toets uit.
Na een paar seconden
moet u:
de afwasautomaat
–
met de I-Aan-/0-Uit -
toets inschakelen,
de programmakeuze-
–
schakelaar op het
gewenste programma
draaien
– en op de Start -
toets drukken.
Gaan de controlelampjes
opnieuw knipperen, is er
sprake van een technische storing.
– Neem contact op met
de afdeling Klantcon
tacten van Miele Ne
derland.
-
-
47
Page 48
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Er is in de spoelruimte
een kleppend geluid te
horen.
Er is in de spoelruimte
een klepperend geluid te
horen.
Er is in de waterleiding
een kleppend geluid te
horen.
De sproeiarm slaat tegen
een stuk servies aan.
In de spoelruimte zijn er
stukken serviesgoed aan
het klepperen.
Dit wordt waarschijnlijk
veroorzaakt door de bevestiging of diameter van
de waterleiding.
Onderbreek het programma en verplaats het stuk
servies dat de sproeiarm
in de weg zit.
Onderbreek het programma en plaats de stukken
servies zo stevig dat ze
niet meer klepperen.
Dit heeft geen negatief effect op de werking van de
automaat.
Vraag de installateur.
48
Page 49
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het vaatwerk is niet
schoon.
Het vaatwerk is niet op de
juiste wijze in de rekken
geplaatst. De waterstralen konden er niet bij.
De opening van de watertoevoerbuis voor de middelste sproeiarm was geblokkeerd, waardoor er te
weinig water in deze
sproeiarm is gestroomd.
Het programma is niet
krachtig genoeg.
Er is te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn door
te hoog serviesgoed geblokkeerd geweest.
De sproeikoppen van de
sproeiarmen zijn verstopt.
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is niet schoon
of niet goed geplaatst.
Als gevolg daarvan kunnen ook de sproeikoppen
verstopt zijn.
De afvoerpomp of de terugslagklep is geblok
keerd.
-
Neem de aanwijzingen in
het hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en
bestek" in acht.
Plaats het servies in het
achterste gedeelte van
het bovenrek zo, dat het
de opening van de buis
niet kan blokkeren.
Kies een krachtiger programma.
Zie: "Programma-over
zicht" aan het einde van
deze gebruiksaanwijzing.
Gebruik meer reinigingsmiddel.
Zie hoofdstuk:"Bediening".
Plaats het servies anders
en draai de sproeiarmen
een keer met de hand.
Reinig de sproeikoppen.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de zeefcombinatie
of plaats deze goed.
Reinig de sproeikoppen.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp of
de terugslagklep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
-
49
Page 50
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het vaatwerk wordt niet
droog of er zitten vlekken op de glazen en het
bestek.
Het serviesgoed en bestek zijn wit uitgeslagen.
Glazen zijn wit geworden.
Aanslag is te verwijderen.
Op glazen en bestek blijven strepen achter.
Glazen zijn blauw uitgeslagen. Aanslag is met
de hand te verwijderen.
Er is te weinig of helemaal geen naspoelmiddel gedoseerd.
Het vaatwerk is er te
vroeg uitgehaald.
Er is te weinig naspoelmiddel gedoseerd.
Er zit geen zout in het
zoutreservoir.
De dop van het zoutreservoir is niet goed dichtgedraaid of zit er scheef op.
De waterontharder is op
een te lage stand geprogrammeerd.
Er zijn reinigingstabletten
gebruikt die ook de func
tie hebben van naspoel
middel en/of zout.
Er is teveel naspoelmiddel gedoseerd.
-
Doseer (meer) naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
Haal het vaatwerk er later
uit.
Zie hoofdstuk: "Bedie
ning".
Doseer meer naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
Doseer regenereerzout.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt'.
Zet de dop er recht op en
draai hem goed dicht.
Programmeer de ontharder op een hogere stand.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt'.
Gebruik een reinigingsta
-
blet zonder meervoudige
functie of een normaal
poedervormig reinigings
middel.
Doseer minder naspoelmiddel.
Zie hoofdstuk: "Wanneer u
het apparaat voor het
eerst in gebruik neemt".
-
-
-
50
Page 51
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Glazen worden dof en
verkleuren. Aanslag is
niet te verwijderen.
Er zit nog thee of lippenstift op het servies.
Kunststof stukken vaatwerk zijn verkleurd.
Er zitten roestvlekken op
sommige stukken bestek.
Deze glazen kunnen niet
in de automaat worden afgewassen.
De temperatuur van het
gekozen programma is te
laag geweest.
De bleekwerking van het
reinigingsmiddel is te gering geweest.
Mogelijke oorzaak daarvan zijn natuurlijke kleurstoffen in bijv. wortels, tomaten en ketchup. De
hoeveelheid reinigingsmiddel of de bleekwerking ervan zijn voor deze
stoffen te gering geweest.
De dop van het zoutreservoir is niet goed dichtgedraaid of zit er scheef op.
Deze stukken bestek zijn
niet voldoende bestand
tegen roest.
Na het doseren van het
regenereerzout hebt u niet
het programma: "Voor
spoelen" gestart. Er zijn
zoutresten in het gewone
afwasproces terechtgeko
men.
-
De schade aan de glazen
is onherroepelijk.
Koop glazen die wel geschikt zijn voor de afwasautomaat.
Kies een programma met
een hogere temperatuur.
Gebruik een ander reini
gingsmiddel.
Gebruik een grotere hoeveelheid reinigingsmiddel.
Zie hoofdstuk:"Bediening".
Vaatwerk dat al verkleurd
is krijgt zijn oorspronkelijke kleur niet terug.
Zet de dop er recht op en
draai hem goed dicht.
Het enige wat u kunt doen
is bestek kopen dat wel
geschikt is.
Na het doseren van rege
nereerzout moet u het
programma: "Voorspoe
len" starten.
-
-
-
-
51
Page 52
Nuttige tips
ProbleemMogelijke oorzaakOplossing
Het klepje van het reinigingsmiddeldoseerbakje gaat niet goed dicht.
In het reinigingsmiddeldoseerbakje zijn na de
afwas resten reinigingsmiddel achtergebleven.
Na afloop van het afwasprogramma zit er water
in de spoelruimte.
Er zijn resten reinigingsmiddel vast blijven zitten
die de sluiting blokkeren.
Het reinigingsmiddeldoseerbakje was nog vochtig toen het middel werd
gedoseerd.
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de terugslagklep is geblokkeerd.
Er zit een knik in de afvoerslang.
Verwijder de resten.
Doseer het reinigingsmiddel alleen wanneer het
bakje droog is.
Voordat u het probleem
gaat oplossen moet u
eerst:
de programmakeuze-
–
schakelaar op
"Einde/Reset" draaien
– en de afwasautomaat
met de I-Aan-/0-Uit -
toets uitschakelen.
Reinig de combinatie.
Zie hoofdstuk: "Reiniging
en onderhoud".
Reinig de afvoerpomp of
de terugslagklep.
Zie hoofdstuk: "Het verhelpen van storingen".
Haal de knik eruit.
52
Page 53
Het reinigen van het zeefje in
de schroefkoppeling van de
watertoevoer
Het verhelpen van storingen
Om de watertoevoerslang tegen veront
reinigingen in het water te beschermen
is in de schroefkoppeling een zeefje in
gebouwd.
Wanneer het zeefje vuil is dan loopt er
te weinig water in de spoelruimte.
De kunststof behuizing van de
,
Waterproofventielen bevat een elek
trisch onderdeel.
Dompel dit niet in vloeistof.
Tip
Is uw ervaring dat uw water veel bezinksel bevat raden wij u aan een grote
zeef in de schroefkoppeling van de watertoevoer aan te brengen.
Zo’n zeefje is leverbaar onder
M.- Nr.: 75577.
^ Haal de stroom van de afwasauto-
maat door eerst het apparaat uit te
schakelen en daarna de stekker uit
het stopcontact te halen of de hoofd
schakelaar van de huisinstallatie uit
de schakelen.
^
Draai de waterkaan dicht
^
en schroef de toevoerslang van de
kraan af.
-
-
-
Pak het rubberen dichtingsringetje uit
^
de schroefkoppeling.
^ Trek het zeefje met een combinatie-
of punttang eruit en reinig het.
^ Zet het zeefje en het rubberen dich-
tingsringetje er weer in. Let er daarbij
op of ze allebei goed zitten!
^ Schroef de wartel van de watertoe-
voerslang weer aan de waterkraan.
Let er daarbij op dat wartel en kraan
precies op elkaar passen.
-
^
Draai de waterkaan open.
Komt er water vrij dan hebt u de wartel
en de kraan niet stevig genoeg aan el
kaar vastgeschroefd of de wartel
scheef aan de kraan geschroefd.
^
Zet de watertoevoerslang recht,
schroef de wartel recht op de kraan
en schroef wartel en kraan stevig
vast.
-
53
Page 54
Het verhelpen van storingen
Het reinigen van de afvoer
-
pomp en de terugslagklep
Is het water na afloop van een pro
gramma niet weggepompt, dan kan dat
verschillende oorzaken hebben.
Het is mogelijk dat de afvoer door vet
aanslag verstopt is geraakt.
Om vetaanslag te voorkomen kunt u de
afvoer het beste 1 x per 2 maanden
met een machinereiniger behandelen.
Hoe u dat moet doen kunt u op de ver
pakking lezen.
Een andere mogelijkheid is dat be
paalde voorwerpen de afvoerpomp of
de terugslagklep blokkeren.
Deze kunt u makkelijk verwijderen.
^ Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onderhoud", paragraaf: "Het reinigen van
de zeven in de spoelruimte".
^ Schep het water uit de spoelruimte.
-
-
-
-
Open de afsluitbeugel voor de terug
^
slagklep.
-
54
Page 55
Het verhelpen van storingen
Til de terugslagklep omhoog, verwij
^
der de klep en spoel hem onder stromend water goed af.
^ Verwijder alle voorwerpen die de te-
rugslagklep blokkeren.
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Let erop dat
glassplinters bijzonder moeilijk zijn te
zien.
Draai daartoe het loopwiel van de afvoerpomp met de hand.
^ Zet de terugslagklep weer zorgvuldig
op zijn plaats en sluit de afsluitbeugel.
55
Page 56
Afdeling Klantcontacten
Reparaties
Mocht u een opgetreden storing on
^
danks bovenstaande tips niet zelf
kunnen verhelpen, neem dan contact
op met:
de Miele-vakhandel of
–
de afdeling Klantcontacten van Miele
–
Nederland B.V.
Adres en telefoonnummer vindt u op de
achterzijde van deze gebruiksaanwij
zing.
Als u de afdeling Klantcontacten in
^
schakelt, geef dan het model en het
nummer van de afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de bovenkant van de deur.
-
-
-
Programma-actualisering
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten
en afwasvoorschriften zullen in de toe
komst veranderingen ondergaan.
De spoel- en afwasprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De afdeling Klantcontacten zal in de
toekomst in staat zijn het afwasprogramma te updaten en in het
Novotronic-geheugen van uw afwasautomaat op te slaan.
-
56
Dit zal gebeuren via het met de pijl aan
gegeven controlelampje (PC = Pro
gramme Correction).
Miele zal zelf aangeven wanneer de
programma's kunnen worden geactuali
seerd.
voor normaal vervuild vaatwerk wordt gebruikt, zijn de
reinigings- en droogresultaten beter, duurt het
programma korter maar wordt er meer energie verbruikt.
Beladingscapaciteit:12 couverts
Hoeveelheid reinigings-30 g alleen
middel:
Hoeveelheid naspoel-Stand 3 (ca. 3 ml)
middel:
Geluidsmetingen:Doe de deur van de afwasautomaat een keer
helemaal open en doe de deur dan weer dicht.
Op deze manier wordt de luchtafvoeropening van de
Turbothermic automatisch gesloten, zoals ook in het
dagelijks gebruik gebeurt.
in vakje II.
Afwasautomaat met bestekkorf
Bestekhouder:Plaats de bijgevoegde bestekhouder op de bestek-
korf. Zie hoofdstuk: "Het inruimen van serviesgoed en
bestek".
Plaats theelepeltjes rechts en links in de lepelsegmenten van de bestekkorf.
Plaats dessertlepels aan de rechter- en linkerkant van
de bestekhouder.
Plaats soeplepels aan de achterkant van de
bestekhouder.
Plaats vorken aan de voorkant van de bestekhouder.
57
Page 58
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Bovenrek
Onderrek
58
Page 59
Instructies voor vergelijkende onderzoeken
Afwasautomaat met besteklade
Bovenrek
Onderrek
Besteklade
59
Page 60
Programma-overzicht
ProgrammaToepassingReinigings
middel
Vakje
II
1)
Spaar
Normaal 50 °
Universeel 55 °
Universeel
extra 55 °
Intensief 75 °
VoorspoelenVoor het voorspoelen van vaatwerk dat pas op een later tijdstip
1) Standaardprogramma voor het energielabel
2) In dit programma is bij de apparaten met modelaanduiding met extensie -3 (zie typeplaatje) een
vuilsensor (Eco-Sensor) actief.
Dat heeft tot gevolg dat de verbruiksgegevens en de duur van de programma’s van de
aangegeven waarden kunnen afwijken, afhankelijk van de mate waarin het vaatwerk is vervuild.
Voor normaal vervuild vaatwerk
Bijzonder energiebesparend programma door lange werkings
tijd bij lage temperatuur
2)
Voor licht tot normaal vervuild vaatwerk
met etensresten die niet zijn aangekoekt
Met een kortere reinigingstijd
2)
Voor normaal vervuild vaatwerk100 %
Voor normaal vervuild vaatwerk
met aangekoekte etensresten
Met een langere reinigingstijd
2)
Voor normaal vervuilde potten, pannen en ander normaal ver-vuild vaatwerk met aangekoekte etensresten
Doseer voor zeer sterk vervuild vaatwerk 120% reinigingsmiddel
in vakje I.
wordt afgewassen, bijv. als de afwasautomaat nog niet vol is.
Ook geschikt voor het verwijderen van zoutresten nadat er zout
is gedoseerd.
(Reinigen)
100 %
-
100 %
100 %
100 %
-
60
Page 61
Voor-
spoelen
12
Programma-overzicht
ProgrammaverloopVerbruikDuur
Energie kWhWaterh:min
ReinigenTussen-
45 °
spoelen
X
XX
Na-
spoelen
55 °
Water
koud
(15 °C)
X1,050,6132:452:34
Water
warm
(55 °C)
LiterWater
koud
(15 °C)
Water
warm
(55 °C)
X
50 °
X
55 °
XX
55 °
X
75 °
X0,060,0650:110:11
Bij een volle belading moet u voor het programma "Spaar", "Normaal", "Universeel", "Universeel extra"
en "Intensief" minstens 30 ml reinigingsmiddel gebruiken. Geeft de fabrikant een grotere hoeveelheid
aan, dan moet u deze grotere hoeveelheid gebruiken.
Doseer voor het programma "Intensief" nog eens 5-7 ml extra in vakje I.
De genoemde waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door wis
selende omstandigheden duidelijk variëren.
XX
65 °
XX
65 °
XX
65 °
XX
75 °
X1,20,6131:000:53
X1,20,6131:221:04
X1,250,7171:501:32
X1,71,2132:151:57
-
61
Page 62
Extra toebehoren
Voor een nog efficiënter gebruik van de afwasautomaat
Wanneer u ...hebt u nodig ...
...flessen wilt afwassen,
bijv. melk- of babyflessen
...glazen met een lange steel
wilt afwassen
...naast het gewone bestek wat
kleiner bestek wilt afwassen,
bijv. kleine lepeltjes, gebakvorkjes
...een fleshouder
...een glazenrek
dat in het bovenrek wordt geplaatst
...een extra bestekkorfje
dat in het onderrek wordt geplaatst