Miele G4410, G4415 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwas­automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 401 610
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Het toestel in één oogopslag..........................................5
Bedieningspaneel ..................................................6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................7
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu .......................17
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................17
Uw toestel afdanken ...............................................17
Spaarzaam afwassen ..............................................18
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt ..................19
Het openen van de deur ............................................19
Het sluiten van de deur .............................................19
Kinderslot........................................................19
Waterontharder ...................................................20
Waterhardheid programmeren .....................................21
Waterhardheid weergeven ..........................................22
Wat u nodig hebt om het toestel voor het eerst in gebruik te nemen:..........23
Zoutreservoir vullen met regenereerzout................................23
Controlelampje voor het bijvullen van zout F ............................24
Controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel uitschakelen . 25
Naspoelmiddel....................................................26
Naspoelmiddelreservoir vullen met naspoelmiddel........................26
Controlelampje voor het bijvullen van naspoelmiddel (....................27
Naspoelmiddeldosering instellen .....................................28
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen .....................29
Vaatwerk en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat ............30
Bovenste korf .....................................................31
Kopjesrooster (afhankelijk van het model) ............................31
Bovenste korf in de hoogte verstellen ...............................32
Onderste korf .....................................................33
Bestek ..........................................................34
Besteklade (afhankelijk van het model) ..............................34
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................35
2
Inhoud
Bediening .......................................................36
Reinigingsmiddel ..................................................36
Reinigingsmiddel doseren...........................................37
Afwasautomaat inschakelen .........................................39
Programma kiezen.................................................39
Programma starten ................................................39
Display ..........................................................40
Stand-bymodus ...................................................40
Einde van het programma ...........................................41
Afwasautomaat uitschakelen .........................................41
Vaatwerk uit de afwasautomaat halen ..................................41
Programma onderbreken............................................42
Van programma wisselen ...........................................42
Extra functies ....................................................43
Turbo ...........................................................43
Startuitstel .......................................................44
Automatic aanpassen ..............................................46
Memory .........................................................47
Stand-byoptimalisering .............................................48
Fabrieksinstellingen ................................................49
Reiniging en onderhoud ...........................................50
Spoelruimte reinigen ...............................................50
Deurdichting en deur reinigen........................................50
Voorzijde van het toestel reinigen .....................................51
Zeefcombinatie in de spoelruimte reinigen ..............................52
Sproeiarmen reinigen ..............................................54
Wat gedaan als... .................................................55
Technische storingen ..............................................55
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer ...............................57
Algemene problemen met de afwasautomaat............................58
Geluiden ........................................................59
Onbevredigend resultaat............................................60
3
Inhoud
Storingen verhelpen ..............................................63
De filter in de watertoevoer reinigen ...................................63
Afvoerpomp en terugslagklep reinigen .................................64
Service-afdeling ..................................................65
Reparaties.....................................................65
Programma-actualisering (Update) .................................65
Voor testinstituten .................................................65
Programmaoverzicht ..............................................66
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................70
Elektrische aansluiting ............................................71
Wateraansluiting .................................................72
Het Waterproof System van Miele .....................................72
Watertoevoer .....................................................72
Waterafvoer ......................................................74
Technische gegevens .............................................75
4
Het toestel in één oogopslag
Beschrijving van het toestel
a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b Besteklade (afhankelijk van het mo
del)
c Bovenste korf
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
g Filter
-
h Typeplaatje
i Kinderbeveiliging in de deurgreep
(niet zichtbaar)
j Reservoir voor naspoelmiddel
k Tweevaksdoseerbakje voor reini
gingsmiddel
l Reservoir voor regenereerzout
-
5
Beschrijving van het toestel
Bedieningspaneel
a Programmakeuze
b Display
c Controlelampjes "Toevoer/Afvoer",
"Naspoelmiddel" en "Zout"
d Toets "Start/Stop" en controlelampje
"Start/Stop"
e Toets "Startuitstel" en controlelampje
"Startuitstel"
f Toets "Turbo" en controlelampje "Tur-
bo"
g Toets "Programma"
h Toets K (aan-uittoets)
In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen be schreven. Deze hebben verschillende hoogten. Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid: Normaal = Afwasautomaat met een hoogte van 80,5 cm (inbouwtoestel)
of 84,5 cm (vrijstaand toestel)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm.
Kort overzicht van de symbolen
K Aan-uittoets
X Toets "Programma" Turbo Toets "Turbo"
, Toets "Startuitstel" J / M Toets "Start/Stop"
Controlelampjes
2 / 2 Toevoer/Afvoer
( Naspoelmiddel
F Zout
Programma's
Auto Automatic ! Fijn ECO ECO
E Licht vervuild 50 °C , Intensief 75 °C
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de montage-instructies op de montageschets en de ge bruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u deze afwas automaat plaatst en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en de montageschets en geef deze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist gebruik
Deze afwasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
~
en gelijkaardige omgevingen.
Deze afwasautomaat is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de afwasautomaat uitsluitend in huishoudelijke context
~
voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver­antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze afwasautomaat veilig te bedienen, mogen deze afwasauto maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant woordelijk iemand gebruiken.
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de afwas
~
automaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat zonder toe
~
zicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uit gelegd is dat ze de afwasautomaat veilig kunnen bedienen. Kin deren moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kun nen beseffen.
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
~
of onderhouden.
Hou kinderen die in de buurt van de afwasautomaat komen in het
~
oog. Laat ze nooit met de afwasautomaat spelen. Wanneer zij dit doen, bestaat het gevaar dat ze zich in de afwasautomaat opsluiten!
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanra-
~
king kunnen komen! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat aanwezig kunnen zijn. Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnen gekregen heeft.
-
-
-
-
-
-
8
Technische veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Controleer vóórdat de afwasautomaat wordt geplaatst of het toe
~
stel aan de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem de afwasautomaat dan in geen geval in gebruik. Een afwasau tomaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met aar
~
ding op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag niet worden afgeknipt om het toestel vast aan te sluiten. U moet na plaatsing van de afwasautomaat zonder problemen bij het stopcon tact kunnen komen.
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
~
toestel bevindt, let er dan op dat de stekker van dit toestel niet schuilgaat achter de afwasautomaat. Aangezien de inbouwnis niet altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan, wat het ri­sico op oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
De afwasautomaat mag niet onder een kookvlak worden geïnstal-
~
leerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor de afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om de­zelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warmteprodu­cerende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keu kenapparatuur behoren.
-
-
-
-
-
De afwasautomaat mag pas op het elektriciteitsnet worden aan
~
gesloten, nadat deze is geplaatst en geïnstalleerd en nadat de deurveren zijn ingesteld.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Controleer of de elektrische waarden van uw elektrische installa
~
tie (spanning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gege vens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van deze afwasautomaat, wordt enkel
~
gewaarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat uw elektrische installatie bij twijfel door een vakman of vakvrouw con troleren. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er be­staat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen ongeschikte
~
stopcontactenblokken of ongeschikte verlengkabels om de afwas­automaat aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsga­ranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting.
Deze afwasautomaat mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op
~
een schip) worden gebruikt.
-
-
-
Plaats de afwasautomaat niet in een vertrek waar het kan vriezen.
~
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
10
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het kunststof omhulsel van de wateraansluiting bevat een elek
~
trisch onderdeel. Dompel het omhulsel niet in vloeistof.
In de watertoevoerslang bevinden zich delen die onder spanning
~
staan wanneer het toestel op het elektriciteitsnet is aangesloten. De slang mag daarom niet worden ingekort.
Het Waterproof System van Miele biedt een betrouwbare be
~
scherming tegen waterschade, maar alleen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het toestel moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet het toestel wor-
den hersteld of moeten de desbetreffende onderdelen worden vervangen.
– Draai de waterkraan dicht bij lange afwezigheid (bijv. vakantie).
Het Waterproof System werkt ook wanneer de afwasautomaat is uit­geschakeld. De afwasautomaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
Een afwasautomaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in ge-
~
vaar brengen. Schakel het toestel meteen uit wanneer het bescha­digd is en neem contact op met uw Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te on
~
derschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. Herstellingen mag u uitsluitend laten uitvoeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele
~
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Bij onderhoudswerken dient u altijd het toestel los te koppelen
~
van het elektriciteitsnet. Schakel daartoe de afwasautomaat uit en trek daarna de stekker uit het stopcontact, of schakel de hoofdscha­kelaar in uw zekeringkast uit.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
~
speciale aansluitkabel worden vervangen. Neem contact op met uw Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Om veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door Miele erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen aan huis van Miele worden vervangen.
-
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundige plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de
~
montage-instructies in de montageschets in acht.
Wees voorzichtig vóór en tijdens het plaatsen en installe
~
ren van de afwasautomaat. U loopt het risico zich te ver wonden/snijden aan bepaalde metalen onderdelen. Draag beschermende handschoenen.
Om een perfecte werking te waarborgen, dient u het toestel wa
~
terpas op te stellen.
Voor de stabiliteit van de afwasautomaat is het noodzakelijk dat
~
onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kas­ten die ernaast staan.
Wilt u van een vrijstaande afwasautomaat een onderbouwafwas-
~
automaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpa­neel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de daarbij horende ombouwset. Doet u dat niet, dan loopt u het risico zich aan uitstekende metalen onderdelen te verwonden.
De deurveren moet aan beide kanten gelijk worden ingesteld. Om
~
te controleren of ze juist zijn ingesteld, opent u de deur gedeeltelijk (openingshoek van ca. 45°). Laat de deur vervolgens los. Als de deur in de geopende stand blijft staan, zijn de deurveren juist inge steld. De deur mag niet ongeremd naar beneden vallen.
-
-
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte. Dit in verband
~
met explosiegevaar.
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini
~
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat niet onnodig openstaan. U
~
zou zich daaraan kunnen stoten.
Het vaatwerk kan na afloop van het programma zeer heet zijn!
~
Laat het vaatwerk daarom na het uitschakelen van de automaat in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer de deur openstaat, ga daar dan niet op zitten of staan.
~
Doet u dat wel, dan kan het toestel kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen of kan het toestel beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor huishoudafwasauto-
~
maten. Gebruik geen handafwasmiddelen! Gebruik uitsluitend na­spoelmiddelen voor huishoudafwasautomaten!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfs- of industriële
~
afwasautomaten zijn ontwikkeld. Doet u dat wel, dan kan er materië le schade ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optre den (bijv. een knalgasreactie).
-
-
-
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vul het naspoelmiddelreservoir niet met poedervormig of vloei
~
baar reinigingsmiddel. Dit zou het naspoelmiddelreservoir bescha digen!
Vul het zoutreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini
~
gingsmiddel. Het reinigingsmiddel zou de waterontharder bescha digen.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander
~
zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in geen geval andere soorten zout. Die bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de waterontharder.
Hebt u een afwasautomaat met een bestekkorf (afhankelijk van
~
het model), dan plaatst u bestek zo in de vakken van de bestekkorf dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken beneden zitten. Dit is veiliger. Hou ermee rekening dat u zich kunt verwonden aan snijkanten en punten van vorken die naar boven gericht zijn. Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en de gre­pen beneden zitten.
-
-
-
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit
~
tebestendig is, zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Wanneer u de extra functie "Startuitstel" gebruikt (afhankelijk van
~
het model), moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje voor het reini gingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseer bakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
-
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd,
~
mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onder delen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaansprakelijkheid.
Wat met een afgedankte afwasautomaat?
-
Maak het deurslot onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toe
~
stel kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de sluithaak van het deur slot.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden gevolgd, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
16
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel tegen transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar ver pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate riaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 %
kringloopmateriaal, andere mogelijkheid: stretchfolie/wikkelfolie van polyethy­leen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypropyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zon-
der toevoeging van chloor of fluor
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
onbehandeld hout van bosteeltkundig beheerde bossen
Beschermingsfolie van polyethyleen (PE)
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw Miele-handelaar neemt de verpakking terug of geeft u informatie over de dichtstbijzijnde mogelijkheid voor teruggave.
-
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het toestel nodig waren. Als deze stoffen bij het
­restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de gezondheid van men sen en het milieu. Geef uw oud toestel dus niet mee met het gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Miele-
-handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
Alle kunststofonderdelen van het toestel
­zijn gemarkeerd met een internationaal
erkend symbool. Daardoor kan bij het afdanken van het toestel het kunststofafval correct worden geschei den voor milieuvriendelijke recyclage.
-
-
-
-
-
-
17
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend. U kunt nog spaarzamer te werk gaan als u de volgende adviezen volgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzon der geschikt is een warmwateraan sluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding. Bij elektrisch verwarmde installaties is het echter aan te bevelen om uw toestel op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwas­automaat te overladen. Zo wast u het efficiëntst af.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van vervuiling.
-
-
^ Gebruik het programma "ECO" om
energie te besparen. Dit programma is voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk het efficiëntst qua energie- en waterver bruik.
^
Neem de doseeraanwijzingen van de reinigingsmiddelfabrikant in acht.
^
Wanneer u poedervormig of vloei baar reinigingsmiddel gebruikt en de rekken maar half beladen zijn, kunt u de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1
/3reduceren.
18
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Pak de deur bij de deurgreep en trek
aan de deurgreep om de deur te openen.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
^ Schuif de korven naar binnen.
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u voorkomen dat kinderen de deur van de wasauto­maat opendoen.
^ Schuif het schuifje onder de deur-
greep naar rechts om de deur te ver­grendelen.
^ Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
19
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te be reiken, heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaanslag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4 °d (0,7 mmol/l) en hoger moet daarom worden onthard. Daar wordt in de inge bouwde waterontharder automatisch voor gezorgd. De waterontharder is ge schikt voor een waterhardheid tot 70 °d (12,6 mmol/l).
– De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig. Als u combinatiereinigingsmiddelen gebruikt, kunt u afhankelijk van de waterhardheid (ß 21 °d) ervoor kie­zen geen zout te doseren (zie rubriek "Reinigingsmiddel").
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd naar de hard­heid van uw water.
-
In de fabriek is een waterhardheid van 15 °d (2,7 mmol/l) geprogram meerd.
Wanneer deze waterhardheid overeen komt met de hardheid van uw water, hoeft u deze rubriek niet verder te le zen.
Wanneer uw water echter een andere hardheid heeft, moet u deze via de
­toetsen op uw bedieningspaneel pro
grammeren.
-
-
-
-
-
Informeer bij uw maatschappij voor watervoorziening welke hardheids graad uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende water hardheid (bijv. 37-50 °d) altijd de hoog ste waarde (in dit voorbeeld 50 °d).
Bij een eventuele herstelling is het voor de monteur handig om de hardheid van uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw water:
°d
20
-
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterhardheid programmeren
Bij het programmeren gaan iedere keer nadat u op een toets hebt gedrukt weer andere controlelampjes knipperen en branden. Voor de programmering zijn echter alleen de controlelampjes van belang die in de volgende stappen worden genoemd.
U kunt het programmeren altijd zon der problemen afbreken en helemaal opnieuw beginnen door de afwasau tomaat met de toets K uit te scha kelen.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K als het toestel nog ingescha­keld is.
^ Hou de toets J / M ingedrukt en
schakel tegelijkertijd de afwasauto­maat in met de toets K. Hou de toets J / M minstens 4 se­conden ingedrukt, totdat het con­trolelampje J / M aangaat.
-
-
-
Op het display wordt "p15" weergege ven. Dit betekent dat in de fabriek een wa terhardheid van 15 °d is ingesteld.
De ingestelde waarde voor de water hardheid wordt weergegeven in de cij fers achter de "p" op het display (zie ta bel).
Kies met de toets J / M de waarde
^
die hoort bij de hardheid van uw wa ter. Telkens als u op de toets drukt, ver groot u de waarde. Na de hoogste waterhardheid begint het tellen weer van voren af aan.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
-
-
-
-
-
-
-
Als dit niet het geval is, begint u op nieuw.
^
Druk 2 keer op de toets "Startuit stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip pert 2 keer kort.
-
-
-
21
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterhardheid weergeven
°d mmol/l °f
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36
37-50 51-60 61-70
0,2 0,4 0,5 0,7 0,9 1,1 1,3 1,4 1,6 1,8 2,0 2,2 2,3 2,5
2,7
2,9 3,1 3,2 3,4 3,6 3,8 4,0 4,1 4,3 4,5 4,7 4,9 5,0 5,2 5,4 5,6 5,8 5,9 6,1 6,3 6,5
6,7-9,0
9,2-10,8
11,0-12,6
2 4 5 7
9 11 13 14 16 18 20 22 23 25
27
29 31 32 34 36 38 40 41 43 45 47 49 50 52 54 56 58 59 61 63 65
67-89
91-108
110-126
In te stellen
waarde op het display
1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14
15
16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 50 60 70
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto maat in met de toets K. Hou de toets J / M minstens 4 se conden ingedrukt, totdat het con
-
trolelampje J / M aangaat.
Druk 2 keer op de toets "Startuit
^
-
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip pert 2 keer kort.
De ingestelde waterhardheid wordt weergegeven op het display. De ingestelde waarde voor de water­hardheid wordt weergegeven in de cij­fers achter de "p" op het display (zie ta­bel).
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
-
-
-
22
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Wat u nodig hebt om het toestel voor het eerst in gebruik te nemen:
ca. 2 l water,
ca. 2 kg regenereerzout,
reinigingsmiddel voor huishoudaf
wasautomaten,
naspoelmiddel voor huishoudafwasa
utomaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er wa­ter in het toestel achter. Dit betekent niet dat het toestel eerder door een andere consument is gebruikt.
Zoutreservoir vullen met regenereerzout
Ligt de hardheid van uw water steeds onder de 4 °d (= 0,7 mmol/l), dan hoeft u geen
-
zout te doen in het zoutreservoir. U moet dan echter wel de afwasau tomaat instellen op de hardheid van uw water.
-
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser
-
voir voor de eerste keer met regene reerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasauto­maat voor het eerst in gebruik hebt genomen, zit er altijd genoeg water in het zoutreservoir.
,
Vul het zoutreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini­gingsmiddel. Het reinigingsmiddel zou de waterontharder bescha digen.
-
-
-
-
,
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in geen geval andere soorten zout. Die be vatten soms niet in water op te los sen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de waterontharder.
-
-
23
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Haal de onderste korf uit de spoel
^
ruimte en draai de dop van het zout reservoir open.
Telkens als u de dop van het zoutre servoir opendraait, loopt er water of zout over de rand van het reservoir. Draai de dop er daarom alleen maar af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
toestel voor het eerst in gebruik neemt met ca. 2 l water.
Controlelampje voor het
-
-
bijvullen van zout F
Vul na afloop van een programma
^
-
zout bij wanneer het controlelampje F brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden nadat u zout hebt bijgevuld. Het controlelampje gaat uit zodra zich een zoutconcentratie heeft gevormd die hoog genoeg is.
Het controlelampje voor het bijvullen van zout wordt uitgeschakeld wanneer u de afwasautomaat op een waterhard heid van minder dan 4 °d (= 0,7 mmol/l) hebt ingesteld.
Start direct daarna het program-
,
ma "Fijn!" zonder vaatwerk en met de functie "Turbo", zodat eventueel gemorste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
-
^
Plaats een trechter in de opening van het zoutreservoir en vul het zoutreser voir met zout totdat het vol is. In het zoutreservoir kan afhankelijk van het soort zout maximaal 2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond het zoutreservoir bevinden en schroef de dop weer stevig op het zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma "Fijn!" zonder vaatwerk en met de functie "Turbo", zodat eventueel ge morste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
24
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel uitschakelen
Als u steeds combinatiereinigingsmiddelen gebruikt en de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel u storen, kunt u deze controlelampjes uitscha kelen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto maat in met de toets K. Hou de toets J / M minstens 4 se­conden ingedrukt, totdat het con­trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op­nieuw.
^ Druk 9 keer op de toets "Startuit -
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip­pert 9 keer kort.
-
-
Een melding op het display geeft aan of de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel zijn inge schakeld of uitgeschakeld:
"p1": Controlelampjes voor het bijvul
len van zout en naspoelmiddel zijn ingeschakeld
"p0": Controlelampjes voor het bij
vullen van zout en naspoelmiddel zijn uitgeschakeld
Druk op de toets J / M alsudein
^
stelling wilt wijzigen.
De instelling wordt direct opgeslagen.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
Wanneer u geen combinatiereinigingsmiddelen meer gebruikt, moet u het zoutreservoir en naspoelmiddelreservoir weer vullen en de controlelampjes voor het bij­vullen van zout en naspoelmiddel weer inschakelen.
-
-
-
-
25
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het reinigen droogt zonder dat het vlekken vertoont. Het naspoelmiddel wordt in het na spoelmiddelreservoir gegoten en bij het naspoelen in de ingestelde dosering automatisch toegevoegd.
Vul het naspoelmiddelreservoir
,
alleen met naspoelmiddel voor huis houdelijke afwasautomaten. Vul het in geen geval met reinigingsmid­delen voor afwasautomaten of handafwasmiddelen. Dit zou het na­spoelmiddelreservoir beschadigen.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5 % zuur)
of
-
-
Naspoelmiddelreservoir vullen met naspoelmiddel
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te drukken in de richting van de pijl. Het klepje springt open.
vloeibaar citroenzuur (10 %)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch tiger zijn en meer vlekken vertonen dan wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
,
U mag in geen geval azijn met een hoger zuurpercentage (bijv. azijnessence van 25 %) gebruiken. Daarbij kan de afwasautomaat be schadigd raken.
Gebruikt u uitsluitend combinatiereinigingsmiddelen, dan hoeft u het naspoelmiddelreservoir niet met naspoelmiddel te vullen.
26
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje voor het bijvullen van naspoelmiddel (
Wanneer het controlelampje ( op het bedieningspaneel aangaat, is er nog genoeg naspoelmiddel voor 2 tot 3 af wasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
Als u steeds combinatiereinigingsmiddelen ge bruikt en de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel u storen, kunt u deze controlelampjes
Vul het naspoelmiddelreservoir totdat
^
het naspoelmiddel in de vulopening zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Is het klepje niet goed gesloten, dan kan er tijdens het af­wassen water in het naspoelmiddel­reservoir lopen.
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid del goed weg om bij de volgende af wasbeurt sterke schuimvorming te voorkomen.
uitschakelen (zie rubriek "Toestel voor het eerst in gebruik nemen", "Controlelampje voor het bijvullen van zout").
Wanneer u geen combinatiereinigingsmiddelen meer gebruikt, moet u het zoutreservoir en naspoelmiddelreservoir weer vullen en de controlelampjes voor het bij­vullen van zout en naspoelmiddel weer inschakelen.
-
-
-
-
27
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddeldosering instellen
Voor een optimaal resultaat kunt u de naspoelmiddeldosering aanpassen.
De dosering is instelbaar in hoeveelhe den van ca. 0-6 ml. In de fabriek is een naspoelmiddeldosering van ca. 3 ml in gesteld. Deze naspoelmiddeldosering is aan te raden.
De daadwerkelijke naspoelmiddeldose ring kan door de automatische aanpas sing van het programma "Automatic" hoger zijn dan de ingestelde waarde.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
^ stel dan een hogere naspoelmiddel-
dosering in.
Vertoont het vaatwerk strepen of slui­ers:
^ stel dan een lagere naspoelmiddel-
dosering in.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto maat in met de toets K.
-
Hou de toets J / M minstens 4 se conden ingedrukt, totdat het con
-
trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op nieuw.
­Druk 3 keer op de toets "Startuit
^
-
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip pert 3 keer kort.
Op het display wordt "p3" weergege- ven. Dit betekent dat in de fabriek een na­spoelmiddeldosering van 3 ml is inge­steld.
De ingestelde waarde voor de naspoel­middeldosering wordt weergegeven in de cijfers achter de "p" op het display.
-
-
-
-
-
-
28
^
Kies met de toets J / M de waarde die hoort bij de gewenste naspoel middeldosering. Telkens als u op de toets drukt, ver groot u de waarde.
De geprogrammeerde naspoelmiddel dosering wordt direct opgeslagen.
^
Schakel de afwasautomaat uit met de toets K.
-
-
-
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Waar u bij vullen van de afwas automaat op moet letten
Verwijder de ergste etensresten van het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van te voren onder stromend water af te spoelen!
Reinig vaatwerk met as, zand,
,
was, smeervet of verf niet in de af wasautomaat. De afwasautomaat zou beschadigd raken door deze stoffen.
U kunt ieder stuk vaatwerk in principe overal in de korven plaatsen. Neem hierbij echter de volgende tips in acht.
– Plaats vaatwerk en bestek zo dat het
niet tegen of op elkaar ligt.
– Plaats het vaatwerk altijd zo dat alle
vlakken door het water kunnen wor­den bereikt. Enkel op die manier is een goed resultaat mogelijk!
Plaats al het vaatwerk zo dat het ste vig staat.
Plaats hol vaatwerk zoals kopjes, gla zen en kommen met de openingen naar beneden in de korven.
-
Plaats vaatwerk met een diepe bo
-
dem zoveel mogelijk schuin in de korf, zodat het water eraf kan lopen.
Let erop dat de sproeiarmen niet
door te hoog of door de korven heen stekend vaatwerk worden geblok keerd. U kunt dit controleren door de sproeiarmen een keer met de hand rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken vaatwerk
niet door de spijlen van de korven vallen. Leg dit soort vaatwerk (bijv. dekseltjes) daarom in de besteklade of de bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, to­maten of ketchup kunnen natuurlijke kleurstoffen bevatten. Door deze stoffen kunnen kunststof vaatwerk en kunststof onderdelen ervan ver­kleuren, wanneer zij in ruime mate met het vaatwerk in de automaat te­rechtkomen. Deze verkleuring heeft
­echter geen invloed op de stabiliteit
van kunststof vaatwerk.
-
-
-
Plaats hoog, smal, hol vaatwerk niet in de hoeken van de korven, maar zoveel mogelijk in het midden ervan. Het water kan er dan beter bij.
29
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Vaatwerk en bestek die niet geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Vaatwerk en bestek die óf helemaal
óf voor een deel uit hout bestaan drogen uit en worden lelijk. Boven dien houdt de lijm niet in de afwasau tomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
glazen met decoraties zijn niet be stand tegen reiniging in de afwasau tomaat.
– Voorwerpen van niet-hittebestendige
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of dof worden.
– Kleurdecoraties op glazuur kunnen
na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof wor­den.
-
-
Wij raden u aan:
Koop serviesgoed van materiaal dat
geschikt is om in een afwasautomaat te worden afgewassen en bestek met de aanduiding "Geschikt voor de afwasmachine".
-
Glazen kunnen na vele afwasbeurten
dof worden. Gebruik voor tere glazen programma's met lage temperaturen (zie rubriek "Programmaoverzicht") of programma's met GlassCare (afhan
-
kelijk van het model) . De kans dat het glaswerk dof wordt is dan kleiner.
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behan-
deld kan na afloop van het afwaspro­gramma nog vochtig zijn doordat het water er niet als een film afloopt. Het zil­ver moet dan met een doek worden af­gedroogd.
Zilver kan verkleuren wanneer het in aanraking komt met levensmiddelen die zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien, mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis, pekelsaus van vis en marinades.
-
30
,
Aluminium vaatwerk zoals vetfil ters mag niet worden afgewassen met bijtende alkalische reinigings middelen die in bedrijfsafwasauto maten of industriereinigers worden gebruikt. Gebeurt dat wel, dan kan er materiële schade ontstaan. In het ergste geval bestaat het gevaar dat er hevige chemische reacties optre den die tot een explosie kunnen lei den (bijv. een knalgasreactie).
-
-
-
-
-
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bovenste korf
Gebruik de afwasautomaat om
,
veiligheidsredenen niet zonder bo venste en onderste korf.
^ Plaats in de bovenste korf klein, licht
en breekbaar vaatwerk zoals glazen, kopjes, schoteltjes en dessertschaalt­jes. U kunt er ook een platte pan in plaatsen.
-
Kopjesrooster (afhankelijk van het model)
Klap het kopjesrooster omhoog om
^
hoog vaatwerk goed te kunnen plaatsen.
Glazen staan steviger wanneer u ze te gen het kopjesrooster aanzet.
Klap het kopjesrooster neer en zet er
^
de glazen tegen.
-
^
Leg erg lang bestek zoals soeple pels, pollepels en lange messen dwars aan de voorkant van de bo venste korf.
-
-
31
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bovenste korf in de hoogte verstellen
Om in de bovenste korf of de onderste korf meer plaats te krijgen voor hoger vaatwerk kunt u de bovenste korf in de hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3 standen met een verschil van telkens ca. 2 cm.
U kunt de bovenste korf ook schuin plaatsen, namelijk met één kant hoog en met één kant laag. Zo zal het water vlotter uit holtes lopen. Let er echter op dat u de korf zonder problemen in de spoelruimte kunt schuiven.
^ Trek de bovenste korf naar buiten.
Afhankelijk van de stand van de boven ste korf kunt u bijv. borden met de vol gende diameters in de korven plaatsen.
Afwasautomaat met besteklade
(model zie typeplaatje)
Stand
van de
bovenste
korf
Boven 15 19 31
Midden 17 21 29
Onder 19 23 27
Afwasautomaat met bestekkorf
(model zie typeplaatje)
Stand
van de
bovenste
korf
Boven 20 24 31
Borddiameter in cm
Bovenste korf Onderste
Normaal XXL
Borddiameter in cm
Bovenste korf Onderste
Normaal XXL
-
korf
korf
-
Om de bovenste korf naar boven toe te verstellen,
^
trekt u de korf naar boven, tot deze vastklikt.
Om de bovenste korf naar onderen toe te verstellen,
^
trekt u de hendels aan de zijkanten van de korf naar boven.
^
Stel de gewenste positie in en laat de hendels weer vastklikken.
32
Midden 22 26 29
Onder 24 28 27
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Onderste korf
Plaats in de onderste korf groot en
^
zwaar vaatwerk zoals borden, platte schotels, pannen en schalen. U kunt ook glazen, kopjes, schotel tjes en ontbijt- en dessertbordjes in de onderste korf zetten.
-
Sterk vervuild vaatwerk
Afwasautomaat met besteklade
Afwasautomaat met bestekkorf
^
Plaats grote borden in het midden van de onderste korf.
U kunt de borden schuin plaatsen. Zo kunt u borden met een diameter tot 35 cm plaatsen.
33
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bestek
Besteklade (afhankelijk van het model)
Wanneer de lepels niet met de grepen tussen de opstaande kammen passen, leg ze dan met de grepen op de getan-
^ Plaats het bestek in de besteklade
zoals op het plaatje.
Wanneer u messen, vorken en lepels als aparte groepen in de besteklade legt, kunt u ze er na het afwasprogram­ma makkelijker uithalen en opbergen.
de kammen.
Leg de lepels met de grepen tussen de opstaande kammen en de lepelbladen tussen de getande kammen, zodat ook de laatste waterdruppel er zonder pro blemen af kan lopen.
De bovenste sproeiarm mag niet door te hoog vaatwerk (bijv. een taartschep) worden geblokkeerd.
34
-
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bestekkorf (afhankelijk van het model)
U kunt de bestekkorf op elke willekeu­rige plaats op de voorste spike-rijen van de onderste korf plaatsen.
^ Plaats bestek zo in de vakken van de
bestekkorf dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken be­neden zitten. Dit is veiliger. Wel is het zo dat bestek gemakke­lijker wordt gereinigd en gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en de grepen beneden zitten.
Plaats de bestekhouder zo nodig op
^
de bestekkorf.
^
Plaats kort bestek in de gaatjes aan drie zijden van de bestekkorf.
Speciale bestekhouder voor de be stekkorf
In de bijgeleverde bestekhouder kunt u sterk vervuild bestek plaatsen. Het bestek ligt niet op elkaar maar wordt in deze houder naast elkaar op gehangen. Daardoor kan het water er beter bij.
-
-
^
Plaats het bestek in de bestekhouder met de grepen beneden. Verdeel het bestek gelijkmatig over de houder.
35
Bediening
Reinigingsmiddel
Gebruik uitsluitend reinigings
,
middelen voor huishoudelijke afwas automaten.
Soorten reinigingsmiddelen
Moderne reinigingsmiddelen bevatten veel werkstoffen. De belangrijkste zijn:
Fosfaat onthardt water en voorkomt
daardoor kalkafzetting.
Alkaliteit is nodig om aangekoekt vuil
los te weken.
– Enzymen breken zetmeel af en
verteren eiwit.
– Bleekmiddel op basis van zuurstof
verwijdert kleurvlekken (bijv. thee, koffie, tomatensap).
Er zijn voornamelijk fosfaathoudende lichtalkalische reinigingsmiddelen met enzymen en zuurstofbleekmiddelen verkrijgbaar. Fosfaatvrije producten zijn zeldzaam.
-
-
Deze producten hebben een glansspoel- en een wateronthardings functie. U vindt deze producten in de handel onder de naam "3 in 1". Als ze ook glansbescherming, glans voor roestvrij staal of extra reinigingskracht bieden, heten ze vaak "5 in 1", "7 in 1", "All in 1" enz. Gebruik deze combinatiereinigings middelen alleen in combinatie met de hardheidsgraad die op de verpakking vermeld staat. De reinigings- en droogresultaten van deze combinatiereinigingsmiddelen kunnen heel verschillend zijn.
U bereikt de beste reinigings- en droogresultaten door een reinigings­middel te gebruiken in combinatie met afzonderlijke zoutdosering en na­spoelmiddeldosering.
Reinigingsmiddeldosering
^ Neem bij het doseren van reinigings-
middel de aanwijzingen in acht die op de verpakking staan.
-
-
De reinigingsmiddelen zijn verkrijgbaar in verschillende vormen.
Poeder en –gel voor de afwasauto maat worden naargelang de lading en de mate waarin die vuil is op een verschillende manier gedoseerd.
Tabletten bieden een dosis die voor de meeste toepassingen volstaat.
Naast normale reinigingsmiddelen zijn er ook producten met verschillende ex tra functies (zie rubriek "Extra functies", "Combinatiereinigingsmiddel", indien aanwezig).
36
-
^
Tenzij anders vermeld, doseert u een reinigingstablet of, volgens de mate waarin het vaatwerk vuil is, 20 tot 30 ml in vakje II. Wanneer het vaatwerk erg vuil is kunt u een kleine hoeveelheid extra reini gingsmiddel in vakje I doen (zie Pro grammaoverzicht).
^
Het is mogelijk dat bepaalde tablet ten niet volledig oplossen wanneer u
-
het programma "Snel" (indien aanwe zig) hebt gekozen.
-
-
-
-
Wanneer u minder reinigingsmiddel gebruikt dan is aangeraden, is het mogelijk dat het vaatwerk niet goed schoon wordt.
Bediening
Reinigingsmiddel doseren
Adem geen poedervormig reini
,
gingsmiddel in! Slik geen reinigings middel in! Reinigingsmiddelen kun nen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een reinigingsmid del hebt ingeademd of ingeslikt. Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking kunnen komen. Laat kinderen daar­om niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de afwas­automaat aanwezig kunnen zijn. Bo­vendien kunt u het reinigingsmiddel beter pas toevoegen vlak voordat u het programma start. Vergrendel ook de deur met de kinderbeveili­ging wanneer uw automaat daarover beschikt.
-
-
-
-
^ Druk op de openingstoets van het
doseerbakje voor het reinigingsmid­del. De klep van het reservoir springt open.
37
Bediening
Na afloop van een programma is het klepje van het doseerbakje voor het rei nigingsmiddel altijd geopend.
^ Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do­seerbakje voor het reinigingsmiddel.
^ Sluit ook de verpakking van het reini-
gingsmiddel. Het middel zou anders kunnen gaan klonteren.
Doseerhulp
­In vakje I kan maximaal 10 ml en
in vakje II kan maximaal 50 ml reini gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange bracht om het doseren makkelijker te maken: 20, 30. Wanneer de deur 90° geopend is geven deze streepjes in ml aan hoeveel reinigingsmiddel er onge veer in zit.
-
-
-
38
Bediening
Afwasautomaat inschakelen
Controleer of de sproeiarmen vrij
^
kunnen draaien en niet worden ge blokkeerd.
Sluit de deur.
^
Draai de waterkraan open als deze
^
nog dichtgedraaid is.
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
Het controlelampje J / M knippert en het controlelampje van een programma gaat aan.
-
Programma kiezen
Laat de keuze voor een programma steeds afhangen van het soort vaatwerk en de mate waarin het vuil is.
In de rubriek "Programmaoverzicht" zijn de programma's beschreven en de toepassingen ervan.
^ Kies met de toets "Programma" X het
gewenste programma.
Programma starten
Druk op de toets J / M.
^
Het programma start. Het controlelamp je J / M en het controlelampje van het gekozen programma branden. Als u extra functies hebt gekozen, bran den ook de controlelampjes van deze extra functies.
Wanneer u een programma moet af breken, doe dat dan alleen in de eerste minuten. Doet u dat later, dan is het mogelijk dat belangrijke programmafases (bijv. het regenereren) worden over­geslagen.
-
-
-
Het controlelampje van het gekozen programma gaat aan. Het display geeft in uren en minuten aan hoe lang dit programma gaat du ren.
U kunt nu ook een of meer extra func ties kiezen. Zie rubriek "Extra func ties".
-
-
-
39
Bediening
Display
Voordat een programma start, geeft het display in uren en minuten aan hoe lang het gekozen programma gaat du ren, de zogenaamde resterende tijd. Deze tijd wordt tijdens het afwaspro gramma op het display afgeteld.
Het is mogelijk dat het display voor één en hetzelfde programma de ene keer een andere tijd aangeeft dan de andere keer. Dat is o.a. afhankelijk van de tem peratuur van het instromende water, de regenereercyclus, het soort reinigings middel, de hoeveelheid vaatwerk en de mate waarin het vuil is.
Wanneer u een programma voor het eerst kiest, wordt er een tijd weergege­ven die overeenkomt met een gemid­delde programmaduur met koud water.
De tijden in het programmaoverzicht geven aan hoe lang de programma's duren wanneer de lading en de tempe­ratuur voldoen aan de gehanteerde norm.
Tijdens het programmaverloop wordt de programmaduur door de elektro nische besturing berekend en aange past op basis van de temperatuur van het instromende water en de hoeveel heid vaatwerk.
-
-
-
-
-
-
Stand-bymodus
Enkele minuten nadat u het laatst op een toets hebt gedrukt of enkele minu ten na het einde van een programma schakelt de afwasautomaat automa tisch over op de stand-bymodus om energie te besparen. Het display en de controlelampjes worden uitgeschakeld. Alleen het controlelampje J / M knip pert langzaam.
Om de controlelampjes en het dis
^
­play weer in te schakelen, drukt u op de toets K.
Wanneer u de afwasautomaat na het einde van een programma niet uitscha­kelt of opent, wordt het toestel na en­kele minuten in de stand-bymodus au­tomatisch volledig uitgeschakeld (zie rubriek "Extra functies", "Stand-byoptimalisering").
Tijdens een programma of wanneer een melding voor het bijvullen van zout of naspoelmiddel of een fout­melding wordt weergegeven, scha kelt de afwasautomaat niet over op de stand-bymodus.
Als u combinatiereinigingsmiddelen gebruikt, kunt u de meldingen voor het bijvullen van zout en naspoel middel uitschakelen. Hoewel er geen zout of naspoelmiddel is, schakelt de afwasautomaat dan toch over op de stand-bymodus. De weergave van een foutmelding kunt u niet uitschakelen.
-
-
-
-
-
-
40
Bediening
Einde van het programma
Wanneer "0" wordt weergegeven op het display, is het programma beëindigd.
U kunt de afwasautomaat nu openen en het vaatwerk eruit halen.
Om beschadigingen aan delica
,
te werkbladen door waterdamp te voorkomen kunt u de deur na afloop van een programma het best óf he lemaal opendoen óf gesloten hou den totdat u het vaatwerk uit de af wasautomaat haalt. Laat de deur in ieder geval niet op een kier staan.
-
-
-
-
Afwasautomaat uitschakelen
Na afloop van het programma:
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
De afwasautomaat verbruikt energie zolang u deze niet met behulp van de toets K hebt uitgeschakeld.
Draai veiligheidshalve de waterkraan dicht wanneer de afwasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt, bijvoor beeld wanneer u op reis gaat.
Vaatwerk uit de afwasautomaat halen
Heet vaatwerk breekt snel! Laat het vaatwerk daarom na het uit­schakelen van de automaat in de af­wasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen van de automaat helemaal opent, koelt het vaatwerk sneller af.
-
^
Haal eerst de onderste korf leeg, dan de bovenste korf en ten slotte de be steklade (afhankelijk van het model). Zo voorkomt u dat er druppels van de bovenste korf of van de bestekla de op het vaatwerk in de onderste korf vallen.
-
-
41
Bediening
Programma onderbreken
Het programma wordt onderbroken zo dra u de deur opendoet. Zodra u de deur weer dichtdoet, gaat het programma na enkele seconden daar verder, waar het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas
,
automaat heet is, loopt u het risico om u te verbranden. Wanneer u de deur echt moet ope nen, doe dat dan zeer voorzichtig. Laat de deur voordat u die weer sluit ca. 20 seconden op een kier staan, zodat de temperatuur zich in de spoelruimte kan verdelen. Druk de deur daarna dicht. Zorg ervoor dat deze vastklikt.
-
-
Van programma wisselen
­Is het klepje van het doseerbakje
voor het reinigingsmiddel al geo pend, wissel dan niet meer van pro gramma.
Wanneer een programma al is gestart, kunt u als volgt van programma wis selen:
Druk minstens 1 seconde op de toets
^
J / M.
Het programma wordt afgebroken.
^ Kies het gewenste programma en
start het.
-
-
-
42
Extra functies
Turbo
De functie "Turbo" verkort de duur van de programma's waarvoor de functie beschikbaar is.
Het verbruik stijgt om een optimaal rei nigingsresultaat te bereiken.
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
Het controlelampje J / M knippert.
Kies een programma.
^
­Druk op de toets "Turbo".
^
Het controlelampje "Turbo" gaat aan.
Start het programma.
^
De functie blijft ingeschakeld voor alle programma's, totdat u de functie weer uitschakelt.
43
Extra functies
Startuitstel
U kunt het tijdstip waarop een program ma moet starten vooraf instellen. De start wordt dan uitgesteld. Dit kunt u bij voorbeeld doen om gebruik te maken van het nachttarief. U kunt de start mini maal 30 minuten en maximaal 24 uur vooraf instellen.
De startuitsteltijd wordt tussen 30 minu ten en 9 uur 30 minuten ingesteld in stappen van 30 minuten. Vanaf 10 uur wordt de tijd in stappen van 1 uur inge steld.
Bij het gebruik van startuitstel dient u ervoor te zorgen dat het doseer­bakje voor het reinigingsmiddel droog is. Is dat niet het geval, dan kan het reinigingsmiddel gaan klon­teren en wordt het daarna niet volle­dig weggespoeld. Gebruik bij startuitstel geen vloei­baar reinigingsmiddel. Dit zou te vroeg kunnen wegstromen.
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
-
Het controlelampje J / M knippert.
­Kies met de toets "Programma" het
^
gewenste programma.
­Druk op de toets "Startuitstel" ,.
^
Het display geeft de startuitsteltijd weer die de vorige keer is ingesteld. Het
-
controlelampje "Startuitstel ," gaat aan.
-
Stel met de toets "Startuitstel" , de
^
gewenste startuitsteltijd in.
Wanneer u de toets "Startuitstel" , in­gedrukt houdt, verspringt de tijd auto­matisch naar 24^. Als u terug naar 30 minuten wilt, drukt u vervolgens 2 keer op de toets "Startuitstel".
^ Druk op de toets J / M.
Het controlelampje J / M gaat aan.
44
Extra functies
De startuitsteltijd wordt op het display afgeteld: boven de 10 uur in stappen van uren en onder de 10 uur in stappen van minuten.
Na afloop van de startuitsteltijd start het gekozen programma automatisch. Het display geeft aan hoe lang het gekozen programma gaat duren. Het controle lampje "Startuitstel ," gaat uit. Het controlelampje J / M gaat aan.
Voorbeelden van de weergave van de startuitsteltijd op het display:
Tot 59 minuten: Bijv. 30 minuten = 30
Van 1 uur tot 9 uur 30 minuten: Bijv. 5 uur = 5.00
Vanaf 10 uur: Bijv. 15 uur = 15^
,
Om te voorkomen dat kinderen met het reinigingsmiddel in aanra­king kunnen komen, is het aan te raden het reinigings middel pas toe te voegen vlak voor dat u drukt op de toets J / M. Ver grendel ook de deur met de kinder beveiliging.
-
-
-
-
-
Programma starten voordat de startuitsteltijd is afgelopen
U kunt het programma ook starten voor dat de startuitsteltijd is afgelopen. Ga daarvoor als volgt te werk.
Druk minstens 1 seconde op de toets
^
J / M.
Het controlelampje "Startuitstel ," gaat uit en het controlelampje J / M knip pert.
Druk nog 1 keer op de toets J / M.
^
Het programma start. Het controlelamp je J / M gaat aan.
-
-
-
45
Extra functies
Automatic aanpassen
U kunt het programma "Automatic" aan passen om erg hardnekkig vuil te ver wijderen wanneer het vaatwerk globaal gezien niet erg vuil is.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto maat in met de toets K. Hou de toets J / M minstens 4 se conden ingedrukt, totdat het con trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op­nieuw.
^ Druk 5 keer op de toets "Startuit -
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip­pert 5 keer kort.
-
-
-
-
Een melding op het display geeft aan of de functie "Automatic aanpassen" is in
­geschakeld.
"p1": De functie "Automatic aanpas
sen" is ingeschakeld.
"p0": De functie "Automatic aanpas
sen" is uitgeschakeld.
Druk op de toets J / M alsudein
^
stelling wilt wijzigen.
De instelling wordt direct opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
-
-
-
-
46
Extra functies
Memory
Met de functie "Memory" kunt u het laatst gekozen programma opslaan. Wanneer u na afloop van een program ma de afwasautomaat uit- en weer in schakelt of de deur opent en weer sluit, verschijnt dankzij de functie "Memory" het laatst gekozen programma in plaats van het programma "ECO".
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto maat in met de toets K. Hou de toets "Start/Stop" minstens 4 seconden ingedrukt, totdat het con­trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op­nieuw.
^ Druk 6 keer op de toets "Startuit -
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip­pert 6 keer kort.
-
-
Een melding op het display geeft aan of de functie "Memory" is ingeschakeld.
"p1": De functie "Memory" is inge
schakeld.
-
"p0": De functie "Memory" is uitge
schakeld.
Druk op de toets J / M alsudein
^
stelling wilt wijzigen.
De instelling wordt direct opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
-
-
-
47
Extra functies
Stand-byoptimalisering
Enkele minuten nadat u het laatst op een toets hebt gedrukt of enkele minu ten na het einde van een programma schakelt de afwasautomaat automa tisch over op de stand-bymodus om energie te besparen. Het display en de controlelampjes worden uitgeschakeld. Alleen het controlelampje J / M knip pert langzaam.
Wanneer u de afwasautomaat na het einde van een programma niet uitscha kelt of opent, wordt het toestel na en kele minuten in de stand-bymodus au tomatisch volledig uitgeschakeld.
U kunt de stand-byoptimalisering ook uitschakelen. Als u dat doet, worden het display en de controlelampjes niet meer automatisch uitgeschakeld en wordt de afwasautomaat pas na ca. 6 uur automatisch uitgeschakeld. Hierdoor stijgt het energieverbruik.
Tijdens een programma of wanneer een melding voor het bijvullen van zout of naspoelmiddel of een fout melding wordt weergegeven, scha kelt de afwasautomaat niet over op de stand-bymodus.
-
-
-
-
-
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
-
-
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto maat in met de toets K. Hou de toets J / M minstens 4 se conden ingedrukt, totdat het con trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op nieuw.
Druk 8 keer op de toets "Startuit
^
-
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip pert 8 keer kort.
Een melding op het display geeft aan of de functie "Stand-byoptimalisering" is ingeschakeld.
–"p1": De functie
"Stand-byoptimalisering" is ingescha­keld.
–"p0": De functie
"Stand-byoptimalisering" is uitge­schakeld.
^
Druk op de toets J / M alsudein stelling wilt wijzigen.
De instelling wordt direct opgeslagen.
-
-
-
-
-
-
-
48
^
Schakel de afwasautomaat uit met de toets K.
Extra functies
Fabrieksinstellingen
Wanneer u de fabrieksinstellingen hebt gewijzigd en deze wilt herstellen, gaat u als volgt te werk.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto maat in met de toets K. Hou de toets J / M minstens 4 se conden ingedrukt, totdat het con trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op nieuw.
^ Druk 12 keer op de toets "Startuit -
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip­pert 1 keer lang en 2 keer kort.
-
-
-
-
Een melding op het display geeft aan of een fabrieksinstelling is gewijzigd of niet.
"p1": De fabrieksinstellingen zijn van
kracht.
"p0": Minstens één fabrieksinstelling
is gewijzigd.
Wilt u de fabrieksinstellingen herstel
^
len, druk dan op de toets J / M.
De instelling wordt direct opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
-
49
Reiniging en onderhoud
Controleer regelmatig (ongeveer om de 4 tot 6 maanden) heel uw afwas automaat. De kans op storingen is daardoor kleiner.
Alle oppervlakken zijn gevoelig
,
voor krassen. Alle oppervlakken kunnen verkleu ren of wijzigingen ondergaan wan neer ze in contact komen met onge schikte reinigingsmiddelen.
Spoelruimte reinigen
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt, houdt u daarmee automatisch de spoelruimte schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet heeft afgezet, kunt u deze aanslag met een speciaal reinigingsmiddel verwij­deren (via de Service After Sales van Miele verkrijgbaar). Neem daarbij de aanwijzingen in acht die op de verpak king staan.
-
-
-
-
Deurdichting en deur reinigen
Controleer de deurdichting regelma
^
tig en verwijder eventuele etensres ten met een vochtige doek.
Veeg gemorste etens- en drankres
^
ten van de zijkanten van de deur af.
Deze delen horen niet bij de spoelruim te. De waterstralen kunnen daar niet bij komen, waardoor deze delen niet wor den gereinigd. Er kan daar bijgevolg schimmelvorming optreden.
-
-
-
-
-
-
-
Als u vooral afwasprogramma's met lage reinigingstemperaturen (< 50 °C) gebruikt, is er risico op kiem- en geur vorming in de spoelruimte. Om de spoelruimte te reinigen en geurvorming te vermijden, moet u 1 keer per maand het programma "Intensief 75 °C" uitvoe ren. Reinig daarnaast ook regelmatig de ze ven in de spoelruimte.
50
-
-
-
Reiniging en onderhoud
Voorzijde van het toestel reinigen
Vuil verwijdert u het best direct.
,
Als het vuil er langere tijd op inwerkt, kan het soms niet meer worden ver wijderd en kunnen de oppervlakken verkleuren of wijzigingen onder gaan.
Reinig de voorzijde van het toestel
^
met een schone sponsdoek, handaf wasmiddel en warm water. Wrijf daar na alles droog met een zachte doek. U kunt om te reinigen ook een scho­ne, vochtige microvezeldoek zonder reinigingsmiddel gebruiken.
-
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid delen niet worden gebruikt om de op pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, ammo
-
-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsproducten, zo
als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
-
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde sponsen en bor-
stels (bijv. schuursponsen),
– speciale "wondersponsen",
-
-
-
-
scherpe metaalschrapers,
stoomreinigers.
51
Reiniging en onderhoud
Zeefcombinatie in de spoelruimte reinigen
Op de bodem van de spoelruimte be vindt zich een zeefcombinatie. Deze zeefcombinatie houdt het ergste vuil te gen dat in het afwaswater zit. Op deze manier wordt voorkomen dat het vuil eerst in het circulatiesysteem en vervol gens via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt.
U mag niet afwassen zonder
,
zeefcombinatie!
De zeefcombinatie kan na verloop van tijd door het vuil verstopt raken. Hoe­lang dat duurt, hangt af van uw huis­houden.
Controleer de zeefcombinatie daarom regelmatig en reinig de zeefcombinatie indien nodig.
^ Schakel eerst de afwasautomaat uit.
-
-
-
Ontgrendel de zeefcombinatie a
^
door de greep naar achteren te draaien.
^ Neem de zeefcombinatie uit het toe-
stel b. Ontdoe de zeefcombinatie van grove resten. Spoel de zeefcom­binatie onder stromend water goed af. Gebruik daarbij eventueel een borstel.
,
Voorkom dat er grove resten in het circulatiesysteem terechtkomen en dat het systeem verstopt raakt.
52
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de zeefcombinatie te kun­nen reinigen moet u het eerst openen.
^ Doe dat door de greepjes naar elkaar
toe te drukken (zie pijlen) a en het klepje open te klappen b.
^ Reinig alle delen onder stromend wa-
ter.
^ Klap het klepje weer dicht en laat het
vastklikken.
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
^
dat ze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt.
^ Vergrendel vervolgens de zeefcombi-
natie door de greep van achteren naar voren te draaien, tot de pijltjes naar elkaar toewijzen.
,
De zeefcombinatie moet goed zijn geplaatst en vergrendeld. Is dat niet het geval, dan is het mogelijk dat de grove resten in het circulatie systeem terechtkomen en dat het systeem verstopt raakt.
-
53
Reiniging en onderhoud
Sproeiarmen reinigen
Het is mogelijk dat er etensresten vast gaan zitten in de sproeikoppen en de lagering van de sproeiarmen. Con troleer de sproeiarmen derhalve regel matig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar.
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek (indien aanwezig) de besteklade
^
naar buiten.
Druk de bovenste sproeiarm om
^
hoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
-
-
Trek de onderste korf naar buiten.
^
-
^ Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem er af.
^
Druk de middelste sproeiarm iets op (a), zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af (b).
54
^
Druk de etensresten in de sproeikop pen met een scherp voorwerp naar binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stro mend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en controleer of ze makkelijk ronddraai en.
-
-
-
Wat gedaan als...
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op lossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellingen aan huis van Miele, bespaart u tijd en kosten!
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en problemen te verhelpen. Let echter op het volgende:
Herstellingen mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door
,
ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico’s ontstaan voor de gebruiker.
Technische storingen
Probleem Oorzaak Oplossing
Nadat de afwasautomaat met de toets K is inge­schakeld, knippert het controlelampje J / M niet.
De afwasautomaat stopt met afwassen.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering is gesprongen.
De zekering is gesprongen.
Steek de stekker in het stopcontact.
Schakel de zekering in (min. zekering: zie type­plaatje).
– Schakel de zekering in
(min. zekering: zie ty­peplaatje).
– Als de zekering op-
nieuw springt, neem dan contact op met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
55
Wat gedaan als...
Probleem Oorzaak Oplossing
De controlelampjes 2 / 2 en F knipperen tegelijkertijd. Het display geeft fout melding "FXX" weer.
Het is ook mogelijk dat de afvoerpomp loopt terwijl de deur open is.
Er kan sprake zijn van een technische storing.
-
Foutmelding F70: Het Waterproof System heeft gereageerd.
Schakel de afwasautomaat
uit met de toets K.
Wacht een paar seconden.
Schakel de afwasautomaat
in. Kies met de toets "Program
ma" X het gewenste pro gramma.
Druk op de toets J / M.
– Beginnen de controlelampjes
opnieuw te knipperen, dan is er sprake van een technische storing.
– Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
– Draai de waterkraan dicht. – Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
56
Wat gedaan als...
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje 2 / 2 begint afwis selend te knipperen en te branden.
De afwasautomaat stopt met afwassen. Het controlelampje 2 / 2 knippert. Het display geeft foutmelding "FXX" weer.
De waterkraan is nog dichtgedraaid.
-
Foutmelding F12/F13: Storing in de watertoe voer.
Foutmelding F11: Storing in de wateraf­voer. Het is mogelijk dat er zich water bevindt in de spoelruimte.
Draai de waterkraan helemaal open.
Voordat u de storing verhelpt:
Schakel de afwasautomaat uit
met de toets K.
Draai de waterkraan helemaal
open.
­Reinig de filter in de watertoe
voer. Zie rubriek "Storingen verhelpen".
– De stromingsdruk bij de wa-
teraansluiting is lager dan 30 kPa (0,3 bar). Vraag de installateur om een oplossing.
– Reinig de zeefcombinatie. Zie
rubriek "Reiniging en onder­houd".
Reinig de afvoerpomp. Zie ru briek "Storingen verhelpen".
Reinig de terugslagklep. Zie rubriek "Storingen verhelpen".
Verwijder eventuele knikken of lussen in de afvoerslang.
-
-
57
Wat gedaan als...
Algemene problemen met de afwasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De controlelampjes en het display zijn donker. Alleen het controle lampje J / M knippert langzaam.
In het doseerbakje voor het reinigings middel zijn na het af wasprogramma resten reinigingsmiddel ach tergebleven.
Het klepje van het do­seerbakje voor het rei­nigingsmiddel gaat niet goed dicht.
Na afloop van het pro­gramma zit er een vochtlaag op de bin­nenkant van de deur en mogelijk ook op de binnenwanden.
Na afloop van het af wasprogramma zit er water in de spoelruim te.
De controlelampjes en het display worden automa tisch uitgeschakeld om
-
energie te besparen (stand-bymodus).
Het doseerbakje voor het reinigingsmiddel was nog
-
vochtig toen het reini
-
gingsmiddel werd gedo
-
seerd.
Er zijn resten reinigings­middel achtergebleven die de sluiting blokkeren.
Dit is geen storing! Dit hoort bij het droogsysteem.
-
-
De zeefcombinatie in de spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de te rugslagklep is geblok keerd.
Er zit een knik in de afvoer slang.
Druk op de toets K. Het toestel wordt uit de
­stand-bymodus gehaald.
Zorg er bij het doseren van het reinigingsmiddel voor
-
dat het doseerbakje voor het reinigingsmiddel droog
­is.
Verwijder de resten.
Geen! Het vocht verdampt na een tijdje.
Voordat u de storing ver helpt:
Schakel de afwasauto maat uit met de toets K.
Reinig de zeefcombinatie. Zie rubriek "Reiniging en onderhoud".
-
Reinig de afvoerpomp of
-
de terugslagklep. Zie ru briek "Storingen ver helpen".
-
Haal de knik eruit.
-
-
-
-
58
Wat gedaan als...
Geluiden
Probleem Oorzaak Oplossing
Kloppend geluid in de spoelruimte
Klapperend geluid in de spoelruimte
Kloppend geluid in de waterleiding
Een sproeiarm slaat tegen vaatwerk.
Het vaatwerk in de spoel ruimte beweegt.
Er bevindt zich iets in de afvoerpomp (bijv. een ker senpit).
Wordt eventueel veroor­zaakt door de manier waarop de waterleiding is gemonteerd of doordat de waterleiding een te kleine diameter heeft.
Onderbreek het program ma en verplaats het vaat werk dat in de weg zit van de sproeiarmen.
Onderbreek het program
­ma en zet het vaatwerk goed vast.
Verwijder het uit de afvoer pomp (zie rubriek "Afvoer
­pomp en terugslagklep reinigen").
Heeft geen invloed op de werking van de afwasauto­maat. Raadpleeg eventu­eel de installateur.
-
-
-
-
-
59
Wat gedaan als...
Onbevredigend resultaat
Probleem Oorzaak Oplossing
Het vaatwerk is niet schoon.
Op glazen en be stek blijven strepen achter. Glazen krij gen een blauwachti ge sluier. Deze aan slag kan er vanaf worden geveegd.
Het vaatwerk werd niet juist geplaatst.
Het programma was te zwak.
Het gaat om hardnekkig vuil terwijl het vaatwerk globaal gezien niet erg vuil was (bijv. theeresten).
Er werd te weinig reinigings­middel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn geblok­keerd door het vaatwerk.
De zeefcombinatie in de spoelruimte is niet schoon of niet juist geplaatst. Daardoor kunnen ook de sproeikoppen van de sproeiarmen verstopt zijn.
De terugslagklep is in geo pende toestand geblok keerd. Vuil water loopt terug naar de spoelruimte.
-
Er is een te hoge naspoel middeldosering ingesteld.
-
-
-
Hou rekening met de in structies in "Vaatwerk en be stek in de afwasautomaat plaatsen".
Kies een sterker programma (zie rubriek "Programma overzicht").
Gebruik de extra functie "Au tomatic aanpassen" (zie ru briek "Extra functies").
Gebruik meer reinigingsmid­del of kies een ander reini­gingsmiddel.
Controleer of de sproei­armen vrij kunnen draaien en verplaats het vaatwerk eventueel.
Reinig de zeefcombinatie of plaats de zeefcombinatie juist. Reinig zo nodig de sproei koppen van de sproeiarmen (zie rubriek "Reiniging en on derhoud").
-
Reinig de afvoerpomp en de
-
terugslagklep. Zie rubriek "Storingen verhelpen".
-
Verminder de dosering (zie rubriek "Naspoelmiddel").
-
-
-
-
-
-
-
60
Wat gedaan als...
Probleem Oorzaak Oplossing
Het vaatwerk wordt niet droog of gla zen en bestek ver tonen vlekken.
Er is witte neerslag op het vaatwerk. De glazen en het bestek zijn melkachtig gewor­den. De neerslag kan worden afge­veegd.
De naspoelmiddeldosering is te laag of het naspoelmid
-
delreservoir is leeg.
-
Het vaatwerk werd te vroeg uit het toestel gehaald.
U gebruikt combinatiereinigingsmiddele n waarvan het droogvermogen te zwak is.
De naspoelmiddeldosering is te laag.
Er zit geen zout in het zoutre­servoir.
De dop van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Er zijn ongeschikte combinatiereinigingsmiddele n gebruikt.
De waterontharder is op een te lage instelling geprogram meerd.
Vul het naspoelmiddelreser voir met naspoelmiddel, ver
­hoog de dosering of kies bij de volgende vulling een an der naspoelmiddel (zie ru briek "Naspoelmiddel").
Haal het vaatwerk later uit het toestel (zie rubriek "Be diening").
Gebruik een ander reini gingsmiddel of vul het na spoelmiddelreservoir met na spoelmiddel (zie rubriek "Na spoelmiddel").
Verhoog de dosering (zie ru­briek "Naspoelmiddeldose­ring instellen").
Vul het zoutreservoir met re­genereerzout (zie rubriek "Zoutreservoir vullen met re­genereerzout").
Zet de dop rechtop en draai ze goed dicht.
Gebruik een ander reini gingsmiddel. Gebruik even tueel normale tabletten of normaal poedervormig reini gingsmiddel.
Programmeer de wateront
-
harder op een hogere instel ling (zie rubriek "Wateront harder").
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
61
Wat gedaan als...
Probleem Oorzaak Oplossing
Glazen vertonen een bruinachtige/blauw achtige verkleuring. De neerslag kan niet worden afgeveegd.
Glazen worden mat en verkleuren. De neerslag kan niet worden afgeveegd.
Thee of lippenstift wordt niet volledig verwijderd.
Kunststof onderde­len zijn verkleurd.
Bestekonderdelen vertonen roestsporen.
Er hebben zich stoffen uit het reinigingsmiddel afge
-
zet.
De glazen zijn niet geschikt voor de afwasautomaat. Er vindt een oppervlaktewijziging plaats.
Het gekozen programma heeft een te lage reinigings temperatuur.
Het reinigingsmiddel heeft een te lage bleekwerking.
Natuurlijke kleurstoffen, bijv. uit wortels, tomaten of ket­chup, kunnen hiervan de oorzaak zijn. De hoeveel­heid reinigingsmiddel of de bleekwerking van het reini­gingsmiddel was te gering voor natuurlijke kleurstoffen.
De desbetreffende bestekonderdelen zijn on voldoende roestbestendig.
Nadat u het zoutreservoir met regenereerzout hebt gevuld, werd geen pro gramma gestart. Zoutresten zijn in het normale reini gingsproces terechtgeko men.
De dop van het zoutreser voir is niet goed gesloten.
Kies onmiddellijk een ander reinigingsmiddel.
-
Geen! Koop glazen die geschikt zijn voor de afwasautomaat.
Kies een programma met een hogere reinigingstem
­peratuur.
Gebruik een ander reini­gingsmiddel.
Gebruik meer reinigings­middel (zie rubriek "Reini­gingsmiddel"). Reeds verkleurde onderde­len krijgen de oorspronke­lijke kleur niet terug.
Geen!
-
Koop bestek dat geschikt is voor de afwasautomaat.
Start na het vullen van het zoutreservoir met zout altijd
-
het programma "Fijn" met de functie "Turbo".
-
-
-
Zet de dop rechtop en draai ze goed dicht.
-
62
De filter in de watertoevoer reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel zit er in de schroefkoppeling een filter. Is die vuil, dan loopt er te weinig water in de kuip.
Het kunststof omhulsel van de
,
wateraansluiting bevat een elek trisch onderdeel. Dat mag u niet in vloeistof onderdompelen!
Aanbeveling
Bevat het u geleverde leidingwater veel bestanddelen die in het water niet wor­den opgelost? Plaats dan bij voorkeur een grotere filter tussen de afsluitkraan en de schroefkoppeling van het veilig­heidsventiel. Deze filter is verkrijgbaar onder het be­stelnummer M.-nr. 2665352 bij uw gespecialiseerd verdeler of bij de naverkoopdienst van Miele.
Om de filter schoon te maken:
^
Maak het toestel stroomloos: Schakel de afwasautomaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact.
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef het watertoevoerventiel op de waterkraan.
-
Storingen verhelpen
Schroef het watertoevoerventiel los.
^
^ Neem het dichtingsschijfje uit de
schroefkoppeling. Trek het filtertje met een combinatie- of punttang uit en maak het schoon.
^ Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?!
^ Schroef het watertoevoerventiel op
de waterkraan. Let erop dat u de schroefkoppeling niet schuin op de waterkraan draait.
^
Draai de waterkraan open. Indien er water lekt, draai dan de schroefkoppeling steviger aan. Mis schien zit ze schuin op de kraan. Zet het toevoerventiel keurig recht op de kraan. Draai het stevig aan.
-
63
Storingen verhelpen
Afvoerpomp en terugslagklep reinigen
Als er zich water in de spoelruimte be vindt na afloop van een programma, betekent dit dat het niet is wegge pompt. Mogelijk wordt de afvoerpomp of de terugslagklep geblokkeerd door voorwerpen. Deze kunt u makkelijk ver wijderen.
Ontkoppel het toestel van het elektri
^
citeitsnet. Schakel de afwasautomaat hiertoe uit en trek de stekker uit het stopcontact.
^ Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte. Zie rubriek "Reiniging en on­derhoud", "Zeefcombinatie in de spoelruimte reinigen".
^ Schep het water met een bekertje uit
de spoelruimte.
-
Verwijder alle voorwerpen die de te
^
rugslagklep blokkeren.
-
-
-
Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Hou er re­kening mee dat glassplinters bijzon­der moeilijk te zien zijn. Draai ter con­trole het loopwiel van de afvoerpomp met de hand. Het loopwiel draait niet soepel, maar schoksgewijs.
-
^
Druk de vergrendeling van de terug slagklep naar binnen a.
^
Til de terugslagklep omhoog en ver wijder de terugslagklep b. Spoel deze vervolgens onder stromend wa ter goed af.
64
^
Zet de terugslagklep weer zorgvuldig op zijn plaats.
,
De terugslagklep moet vastklik
ken!
Reinig de afvoerpomp en de terug slagklep voorzichtig. Zo vermijdt u dat u delicate onderdelen bescha
­digt.
-
-
-
-
-
Service-afdeling
Reparaties
Mocht u een opgetreden storing on danks bovenstaande tips niet zelf kun nen verhelpen, neem dan contact op met:
de Miele-vakhandel of
de Technische Dienst van Miele
Het telefoonnummer van de Tech nische Dienst van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiks aanwijzing.
^ Wanneer u de Technische Dienst in-
schakelt, geef dan het model en het nummer van de afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het type­plaatje aan de rechter zijkant van de deur.
-
-
-
Programma-actualisering (Update)
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten en afwasvoorschriften zullen in de toe
-
komst veranderingen ondergaan. De spoel- en afwasprogramma's zullen daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe komst in staat zijn het afwasprogramma te updaten en in het geheugen van uw afwasautomaat op te slaan. Miele zal zelf aangeven wanneer de program ma's kunnen worden geactualiseerd.
Voor testinstituten
In de brochure "Vergelijkende tests" vindt u alle vereiste informatie over ver­gelijkende tests en geluidsmetingen. Aarzel niet om deze up-to-date brochure aan te vragen per e-mail bij:
– testinfo|miele.de
^ Geef daarbij het model en het num-
mer van de afwasautomaat op. Zie typeplaatje.
-
-
-
65
Programmaoverzicht
Soort vaatwerk Soort etensresten Programma-eigenschap
pen
Gemengd
niet-teer vaatwerk
Temperatuurgevoelige
glazen en vaatwerk van
kunststof
Gemengd
vaatwerk
Kookpotten,
pannen, niet-teer
porselein en
bestek
typisch huishoudelijke
die gemakkelijk loskomen
die lichtjes aangekoekt zijn
Alle
etensresten
Recente
etensresten
Normale
etensresten
Sterk aangekoekte,
opgedroogde,
zetmeel- of
etensresten
1)
Variabel,
sensorgestuurd verloop
Ingekort verloop
Behoedzaam verloop
dankzij een lage tempera
tuur
Gemiddelde
programmawaarden
Ingekort verloop
Water- en
energiebesparend
verloop
Maximaal
reinigingsvermogen
Ingekort verloop
-
1)
Zetmeelhoudende etensresten zijn bijv. resten van aardappels, pasta, rijst, stamppot of hutsepot.
Eiwithoudende etensresten zijn bijv. resten van gebraden vlees, vis, eieren, soufflés of gratins.
66
Programmaoverzicht
Programma Reinigingsmiddel
Automatic
+ Turbo
Fijn
Licht vervuild 50°C
+ Turbo
ECO
Vakje I
2)
Vakje II
1 tablet
25 ml
of
1 tablet
20 ml
of
1 tablet
25 ml
of
25 ml
of
1 tablet
2)
3)
Intensief 75°C
+ Turbo
2)
Zie rubriek "Reinigingsmiddel".
3)
Het is mogelijk dat bepaalde tabletten niet volledig oplossen.
10 ml
25 ml
of
1 tablet
67
Programmaoverzicht
Programma Programmaverloop
Voorspoelen Reinigen
°C
Tussenspoelen Naspoelen°CDrogen
12
Automatic Variabel programmaverloop,
Fijn ! X 45 X 55 X
1)
ECO
Licht vervuild 50 °C 50 X 68 X
Intensief 75 °C X 75 X 68 X
1) Standaardprogramma voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk. Dit programma is voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk het efficiëntst qua energie- en wa-
terverbruik.
sensorgestuurde aanpassing aan de hoeveelheid vaatwerk en de etensresten
Indien nodig 45-65 Indien nodig 68 X
45 X 60 X
68
Programmaoverzicht
55 °C
kWh
2)
4)
6)
Liter Koud water
10,03)-17,0
4)
10,0 2:52 2:43
15 °C u:min
1:36-2:38 1:23-2:21
Verbruik
Stroom Water
4)
6)
Warm water
0,703)-1,00
0,595)/ 0,58
Koud water
15 °C
kWh
3)
0,95
-1,35
0,85 0,45 13,0 1:40 1:30
5)
/ 0,93
0,94
1,20 0,90 10,0 1:42 1:33
1,55 1,15 13,0 2:40 2:29
2) De opgegeven waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door wisselende omstandigheden of door de invloed van sensoren duidelijk variëren. Bij de aangegeven duur zijn wij uitgegaan van een normaal huishouden.
Door de functie "Turbo" (afhankelijk van het model) te kiezen, kan een programma met maximaal 50 minuten worden ingekort. Het stroomverbruik kan hierbij maximaal 0,2 kWh stijgen.
3) Halfvol met licht vervuild vaatwerk
4) Vol met sterk vervuild vaatwerk
5) Toestellen met besteklade
6) Toestellen met bestekkorf
Duur
2)
Warm water
55 °C u:min
69
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Uw afwasautomaat nog efficiënter gebruiken
Om uw toestel nog beter op uw individuele wensen af te stemmen, kunt u bij uw Miele-handelaar of via de Service After Sales van Miele extra toebehoren ver krijgen. Het is mogelijk dat bepaald toebehoren al tot de standaarduitrusting van uw toe stel behoort. Dit hangt af van het model.
U wilt... dan hebt u nodig...
-
-
...afzonderlijke onderdelen van de Miele Cappuccinatore afwassen
...extra ruimte om bestek af te wassen ...een bestekkorf voor de onderste
...glazen met lange stelen afwassen ...een glasbeugel voor de onderste
...een Cappuccinatore-inzet voor de bovenste korf
korf
korf
70
Elektrische aansluiting
De afwasautomaat is standaard voor zien van een aansluitkabel met stekker voor aansluiting op een stopcontact met aarding.
De afwasautomaat moet zo wor
,
den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengkabel. Het gebruik van een verlengkabel verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Wanneer de aansluitkabel is bescha digd, moet deze door een speciale aansluitkabel worden vervangen. Neem contact op met uw Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Om veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door gekwalifi­ceerde vakmensen of door de dienst Herstellingen aan huis van Miele wor­den vervangen.
-
-
-
Controleer voordat u de afwas
,
automaat in gebruik neemt of de elektrische gegevens van uw elek trische installatie (spanning, fre quentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje en dat het stopcontact geschikt is voor de stekker van de afwasauto maat.
De technische gegevens vindt u op het typeplaatje aan de rechterzijkant van de deur.
De elektrische installatie moet
,
volgens VDE 0100 uitgevoerd zijn!
-
-
-
-
Het toestel mag niet op gelijkstroom­wisselstroommutators worden aange sloten, die bijvoorbeeld bij stroom voorziening op zonne-energie worden gebruikt. In dat geval kunnen er zich bij het inschakelen van het toestel span ningspieken voordoen, die ertoe kun nen leiden dat het toestel wordt uitge schakeld om veiligheidsredenen. De elektronische besturing kan bescha digd raken! De stekker van de aansluitkabel van het toestel mag niet worden vervangen door een energiebesparende stekker (bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor wordt de energietoevoer naar het toe stel verminderd en wordt het toestel te warm.
-
-
-
-
-
-
-
71
Wateraansluiting
Het Waterproof System van Miele
Bij vakkundige installatie geeft Miele de garantie dat het Waterproof System een grondige bescherming tegen water schade biedt tijdens de hele levens duur van de afwasautomaat.
-
-
Watertoevoer
Het water in de afwasautomaat
,
is geen drinkwater!
De afwasautomaat mag worden aan
gesloten op koud of warm water tot maximaal 60 °C. Wanneer u beschikt over energiebe sparende warmwaterbereiding, ra den wij u aan om de afwasautomaat op warm water aan te sluiten. Zo be spaart u stroomkosten en tijd. Er wordt in alle programma's met warm water afgewassen.
– De watertoevoerslang is ca. 1,5 m
lang. Er is een 1,5 m lange, flexibele metalen slang (proefdruk 14000 kPa/140 bar) verkrijgbaar.
– Voor de aansluiting is een water-
kraan met noodzakelijk.
– Een terugslagklep is niet noodzake-
lijk, aangezien het toestel voldoet aan de waterveiligheidsnormen.
3
/4"-schroefkoppeling
-
-
-
-
72
De waterdruk (stromingsdruk bij de wateraansluiting) moet tussen de 30 en 1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen. Is de druk hoger, dan moet een druk reduceerventiel worden ingebouwd.
Controleer nadat u het toestel voor het eerst in gebruik hebt genomen of de watertoevoer niet lekt om na te gaan of de aansluiting goed is uitge voerd.
-
-
Om schade aan het toestel te
,
voorkomen, mag u de afwasauto maat alleen op een volledig ont luchte waterleiding aansluiten.
-
-
! De watertoevoerslang mag niet
korter worden gemaakt of bescha­digd want in de slang zitten onder­delen die onder spanning staan wanneer het toestel wordt aangeslo­ten op het elektriciteitsnet (zie af beelding).
-
Wateraansluiting
73
Wateraansluiting
Waterafvoer
In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zo dat er geen vuil water via de afvoer slang in de afwasautomaat terug kan stromen.
De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van ca. 1,5 m met een diameter van 22 mm binnenwerks.
De afvoerslang kan met nog een
slang en met een verbindingsstuk worden verlengd. De afvoerslang mag maximaal 4 m lang zijn en de opvoerhoogte mag maximaal 1 m zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bo­vendien een slangklem bij de afwas­automaat meegeleverd (zie monta­geschets).
Controleer nadat u het toestel voor
-
het eerst in gebruik hebt genomen of de waterafvoer niet lekt om na te
­gaan of de aansluiting goed is uitge
voerd.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de plaats van opstelling dieper dan de ge leiding voor de wieltjes van de onderste korf in de deur, dan moet de wateraf voer worden belucht. Gebeurt dat niet, dan kan het water tijdens een program ma door de werking van de sifon uit de spoelruimte stromen.
Hoe beluchten:
^ Open de deur van de afwasautomaat
volledig.
-
-
-
-
– De slang kan langs rechts of links
worden geplaatst.
De aansluittuit voor de afvoerslang is geschikt voor slangen van verschil lende diameters. Steekt de aansluit tuit te ver in de afvoerslang, dan moet de aansluittuit korter worden gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan de afvoerslang verstopt raken.
De afvoerslang mag niet korter wor den gemaakt!
,
Zorg ervoor dat er geen knikken
in de afvoerslang komen!
74
-
-
-
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog en haal deze eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep in de spoelruimte af.
Technische gegevens
Model afwasautomaat Normaal XXL
Hoogte vrijstaand toestel 84,5 cm
(verstelbaar + 3,5 cm)
Hoogte inbouwtoestel 80,5 cm
(verstelbaar + 6,5 cm)
Hoogte van de inbouwnis Vanaf 80,5 cm
(+ 6,5 cm)
Breedte 59,8 cm 59,8 cm
Breedte van de inbouwnis 60 cm 60 cm
Diepte Vrijstaand toestel Inbouwtoestel
Gewicht Max. 67 kg Max. 59 kg
Spanning 230 V 230 V
Aansluitwaarde 2200 W 2200 W
Zekering 10 A 10 A
Energieverbruik in uitstand
Energieverbruik in niet-uitgeschakelde toestand
Keurmerk KEMA, VDE, radio- en
Waterdruk 30 - 1000 kPa
Warmwateraansluiting Tot max. 60 °C Tot max. 60 °C
Opvoerhoogte Max. 1 m Max. 1 m
Afpomplengte Max. 4 m Max. 4 m
Aansluitkabel Ca. 1,7 m Ca. 1,7 m
Capaciteit 13/14 couverts* 13/14 couverts*
60 cm 57 cm
0,20 W 0,20 W
0,30 W 0,30 W
tv-ontstoring
(0,3 - 10 bar)
-
84,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm)
Vanaf 84,5 cm (+ 6,5 cm)
­57 cm
KEMA, VDE, radio- en tv-ontstoring
30 - 1000 kPa (0,3 - 10 bar)
* afhankelijk van het model
75
Wijzigingen voorbehouden / G4410/G4415 / 5013
M.-Nr. 09 401 610 / 02
Loading...