Lees beslist de gebruiksaanwijzing
en de montage-instructies voordat u uw afwasautomaat plaatst, installeert en in gebruik neemt.
Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan het toestel.
nl-BE
M.-Nr. 09 401 610
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................5
Het toestel in één oogopslag..........................................5
In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen be
schreven. Deze hebben verschillende hoogten.
Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid:
Normaal= Afwasautomaat met een hoogte van 80,5 cm (inbouwtoestel)
of 84,5 cm (vrijstaand toestel)
XXL= Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm.
Kort overzicht van de
symbolen
KAan-uittoets
XToets "Programma"
TurboToets "Turbo"
,Toets "Startuitstel"
J / MToets "Start/Stop"
Controlelampjes
2 / 2Toevoer/Afvoer
(Naspoelmiddel
FZout
Programma's
AutoAutomatic
!Fijn
ECOECO
ELicht vervuild 50 °C
,Intensief 75 °C
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids
voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech
ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de montage-instructies op de montageschets en de ge
bruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u deze afwas
automaat plaatst en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en
u vermijdt schade aan de afwasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en de montageschets en geef
deze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist gebruik
Deze afwasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
~
en gelijkaardige omgevingen.
Deze afwasautomaat is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de afwasautomaat uitsluitend in huishoudelijke context
~
voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk.
Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge
bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn
om deze afwasautomaat veilig te bedienen, mogen deze afwasauto
maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant
woordelijk iemand gebruiken.
-
-
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de afwas
~
automaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden
gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat zonder toe
~
zicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uit
gelegd is dat ze de afwasautomaat veilig kunnen bedienen. Kin
deren moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kun
nen beseffen.
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
~
of onderhouden.
Hou kinderen die in de buurt van de afwasautomaat komen in het
~
oog. Laat ze nooit met de afwasautomaat spelen. Wanneer zij dit
doen, bestaat het gevaar dat ze zich in de afwasautomaat opsluiten!
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanra-
~
king kunnen komen! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in
mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen
niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden
nog resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat aanwezig kunnen
zijn.
Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnen
gekregen heeft.
-
-
-
-
-
-
8
Technische veiligheid
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Controleer vóórdat de afwasautomaat wordt geplaatst of het toe
~
stel aan de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval,
neem de afwasautomaat dan in geen geval in gebruik. Een afwasau
tomaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met aar
~
ding op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag
niet worden afgeknipt om het toestel vast aan te sluiten. U moet na
plaatsing van de afwasautomaat zonder problemen bij het stopcon
tact kunnen komen.
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
~
toestel bevindt, let er dan op dat de stekker van dit toestel niet
schuilgaat achter de afwasautomaat. Aangezien de inbouwnis niet
altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan, wat het risico op oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
De afwasautomaat mag niet onder een kookvlak worden geïnstal-
~
leerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af
waardoor de afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om dezelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warmteproducerende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keu
kenapparatuur behoren.
-
-
-
-
-
De afwasautomaat mag pas op het elektriciteitsnet worden aan
~
gesloten, nadat deze is geplaatst en geïnstalleerd en nadat de
deurveren zijn ingesteld.
-
9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Controleer of de elektrische waarden van uw elektrische installa
~
tie (spanning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gege
vens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van deze afwasautomaat, wordt enkel
~
gewaarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat
volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat
aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat uw
elektrische installatie bij twijfel door een vakman of vakvrouw con
troleren.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt
doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er bestaat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen ongeschikte
~
stopcontactenblokken of ongeschikte verlengkabels om de afwasautomaat aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsgaranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting.
Deze afwasautomaat mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op
~
een schip) worden gebruikt.
-
-
-
Plaats de afwasautomaat niet in een vertrek waar het kan vriezen.
~
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De
betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera
turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
10
-
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het kunststof omhulsel van de wateraansluiting bevat een elek
~
trisch onderdeel. Dompel het omhulsel niet in vloeistof.
In de watertoevoerslang bevinden zich delen die onder spanning
~
staan wanneer het toestel op het elektriciteitsnet is aangesloten. De
slang mag daarom niet worden ingekort.
Het Waterproof System van Miele biedt een betrouwbare be
~
scherming tegen waterschade, maar alleen als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
Het toestel moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
–
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet het toestel wor-
den hersteld of moeten de desbetreffende onderdelen worden
vervangen.
– Draai de waterkraan dicht bij lange afwezigheid (bijv. vakantie).
Het Waterproof System werkt ook wanneer de afwasautomaat is uitgeschakeld. De afwasautomaat moet dan wel op het elektriciteitsnet
zijn aangesloten.
Een afwasautomaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in ge-
~
vaar brengen. Schakel het toestel meteen uit wanneer het beschadigd is en neem contact op met uw Miele-handelaar of met de
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te on
~
derschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele
niet aansprakelijk worden gesteld. Herstellingen mag u uitsluitend
laten uitvoeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders
is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele
~
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen
aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Bij onderhoudswerken dient u altijd het toestel los te koppelen
~
van het elektriciteitsnet. Schakel daartoe de afwasautomaat uit en
trek daarna de stekker uit het stopcontact, of schakel de hoofdschakelaar in uw zekeringkast uit.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
~
speciale aansluitkabel worden vervangen. Neem contact op met uw
Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
Om veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door
Miele erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen
aan huis van Miele worden vervangen.
-
12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundige plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de
~
montage-instructies in de montageschets in acht.
Wees voorzichtig vóór en tijdens het plaatsen en installe
~
ren van de afwasautomaat. U loopt het risico zich te ver
wonden/snijden aan bepaalde metalen onderdelen. Draag
beschermende handschoenen.
Om een perfecte werking te waarborgen, dient u het toestel wa
~
terpas op te stellen.
Voor de stabiliteit van de afwasautomaat is het noodzakelijk dat
~
onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst
onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kasten die ernaast staan.
Wilt u van een vrijstaande afwasautomaat een onderbouwafwas-
~
automaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpaneel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de
daarbij horende ombouwset.
Doet u dat niet, dan loopt u het risico zich aan uitstekende metalen
onderdelen te verwonden.
De deurveren moet aan beide kanten gelijk worden ingesteld. Om
~
te controleren of ze juist zijn ingesteld, opent u de deur gedeeltelijk
(openingshoek van ca. 45°). Laat de deur vervolgens los. Als de
deur in de geopende stand blijft staan, zijn de deurveren juist inge
steld. De deur mag niet ongeremd naar beneden vallen.
-
-
-
-
13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte. Dit in verband
~
met explosiegevaar.
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini
~
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in
neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer
u een reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat niet onnodig openstaan. U
~
zou zich daaraan kunnen stoten.
Het vaatwerk kan na afloop van het programma zeer heet zijn!
~
Laat het vaatwerk daarom na het uitschakelen van de automaat in
de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer de deur openstaat, ga daar dan niet op zitten of staan.
~
Doet u dat wel, dan kan het toestel kantelen. Daarbij kunt u letsel
oplopen of kan het toestel beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor huishoudafwasauto-
~
maten. Gebruik geen handafwasmiddelen! Gebruik uitsluitend naspoelmiddelen voor huishoudafwasautomaten!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfs- of industriële
~
afwasautomaten zijn ontwikkeld. Doet u dat wel, dan kan er materië
le schade ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optre
den (bijv. een knalgasreactie).
-
-
-
14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vul het naspoelmiddelreservoir niet met poedervormig of vloei
~
baar reinigingsmiddel. Dit zou het naspoelmiddelreservoir bescha
digen!
Vul het zoutreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini
~
gingsmiddel. Het reinigingsmiddel zou de waterontharder bescha
digen.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander
~
zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten.
Gebruik in geen geval andere soorten zout. Die bevatten soms niet
in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben
op de werking van de waterontharder.
Hebt u een afwasautomaat met een bestekkorf (afhankelijk van
~
het model), dan plaatst u bestek zo in de vakken van de bestekkorf
dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken beneden
zitten. Dit is veiliger. Hou ermee rekening dat u zich kunt verwonden
aan snijkanten en punten van vorken die naar boven gericht zijn.
Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en gedroogd
wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en de grepen beneden zitten.
-
-
-
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit
~
tebestendig is, zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort
vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Wanneer u de extra functie "Startuitstel" gebruikt (afhankelijk van
~
het model), moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje voor het reini
gingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseer
bakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
-
-
-
15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd,
~
mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onder
delen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie
en/of de productaansprakelijkheid.
Wat met een afgedankte afwasautomaat?
-
Maak het deurslot onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toe
~
stel kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de sluithaak van het deur
slot.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden gevolgd, kan de
fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar
eventueel het gevolg van is.
-
-
16
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel
tegen transportschade. Er werd voor
milieuvriendelijk en recycleerbaar ver
pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate
riaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 %
–
kringloopmateriaal,
andere mogelijkheid:
stretchfolie/wikkelfolie van polyethyleen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypropyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zon-
der toevoeging van chloor of fluor
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
onbehandeld hout van
bosteeltkundig beheerde bossen
–
Beschermingsfolie van polyethyleen
(PE)
Het recycleren van het verpakkingsma
teriaal vermindert de afvalproductie en
het gebruik van grondstoffen. Uw
Miele-handelaar neemt de verpakking
terug of geeft u informatie over de
dichtstbijzijnde mogelijkheid voor
teruggave.
-
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe
stellen bevatten vaak nog waardevolle
materialen. Ze bevatten echter ook
schadelijke stoffen die voor het functio
neren en de veiligheid van het toestel
nodig waren. Als deze stoffen bij het
restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be
rokkenen aan de gezondheid van men
sen en het milieu. Geef uw oud toestel
dus niet mee met het gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het dichtstbijzijnde gemeentelijk containerpark.
Vraag meer informatie aan uw Miele-
-handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel
kindveilig wordt bewaard voor u het
wegbrengt.
Alle kunststofonderdelen van het toestel
zijn gemarkeerd met een internationaal
erkend symbool. Daardoor kan bij het
afdanken van het toestel het
kunststofafval correct worden geschei
den voor milieuvriendelijke recyclage.
-
-
-
-
-
-
17
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst
water- en energiebesparend.
U kunt nog spaarzamer te werk gaan
als u de volgende adviezen volgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzon
der geschikt is een warmwateraan
sluiting bij een energetisch gunstige
warmwaterbereiding, bijv.
zonne-energie met circulatieleiding.
Bij elektrisch verwarmde installaties
is het echter aan te bevelen om uw
toestel op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwasautomaat te overladen. Zo wast u het
efficiëntst af.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van
vervuiling.
-
-
^ Gebruik het programma "ECO" om
energie te besparen.
Dit programma is voor de reiniging
van normaal vervuild vaatwerk het
efficiëntst qua energie- en waterver
bruik.
^
Neem de doseeraanwijzingen van de
reinigingsmiddelfabrikant in acht.
^
Wanneer u poedervormig of vloei
baar reinigingsmiddel gebruikt en de
rekken maar half beladen zijn, kunt u
de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1
/3reduceren.
18
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Pak de deur bij de deurgreep en trek
aan de deurgreep om de deur te
openen.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl
de afwasautomaat in gebruik is, worden
alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
^ Schuif de korven naar binnen.
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u voorkomen
dat kinderen de deur van de wasautomaat opendoen.
^ Schuif het schuifje onder de deur-
greep naar rechts om de deur te vergrendelen.
^ Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
19
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te be
reiken, heeft de afwasautomaat zacht
(kalkarm) water nodig. Bij hard water
ontstaat er witte kalkaanslag op het
vaatwerk en op de wanden van de
spoelruimte.
Water met een waterhardheid van 4 °d
(0,7 mmol/l) en hoger moet daarom
worden onthard. Daar wordt in de inge
bouwde waterontharder automatisch
voor gezorgd. De waterontharder is ge
schikt voor een waterhardheid tot 70 °d
(12,6 mmol/l).
– De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig.
Als u combinatiereinigingsmiddelen
gebruikt, kunt u afhankelijk van de
waterhardheid (ß 21 °d) ervoor kiezen geen zout te doseren (zie rubriek
"Reinigingsmiddel").
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd naar de hardheid van uw water.
-
In de fabriek is een waterhardheid
van 15 °d (2,7 mmol/l) geprogram
meerd.
Wanneer deze waterhardheid overeen
komt met de hardheid van uw water,
hoeft u deze rubriek niet verder te le
zen.
Wanneer uw water echter een andere
hardheid heeft, moet u deze via de
toetsen op uw bedieningspaneel pro
grammeren.
-
-
-
-
-
–
Informeer bij uw maatschappij voor
watervoorziening welke hardheids
graad uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende water
hardheid (bijv. 37-50 °d) altijd de hoog
ste waarde (in dit voorbeeld 50 °d).
Bij een eventuele herstelling is het voor
de monteur handig om de hardheid van
uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw
water:
°d
20
-
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterhardheid programmeren
Bij het programmeren gaan iedere keer
nadat u op een toets hebt gedrukt weer
andere controlelampjes knipperen en
branden. Voor de programmering zijn
echter alleen de controlelampjes van
belang die in de volgende stappen
worden genoemd.
U kunt het programmeren altijd zon
der problemen afbreken en helemaal
opnieuw beginnen door de afwasau
tomaat met de toets K uit te scha
kelen.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K als het toestel nog ingeschakeld is.
^ Hou de toets J / M ingedrukt en
schakel tegelijkertijd de afwasautomaat in met de toets K.
Hou de toets J / M minstens 4 seconden ingedrukt, totdat het controlelampje J / M aangaat.
-
-
-
Op het display wordt "p15" weergege
ven.
Dit betekent dat in de fabriek een wa
terhardheid van 15 °d is ingesteld.
De ingestelde waarde voor de water
hardheid wordt weergegeven in de cij
fers achter de "p" op het display (zie ta
bel).
Kies met de toets J / M de waarde
^
die hoort bij de hardheid van uw wa
ter.
Telkens als u op de toets drukt, ver
groot u de waarde. Na de hoogste
waterhardheid begint het tellen weer
van voren af aan.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
-
-
-
-
-
-
-
Als dit niet het geval is, begint u op
nieuw.
^
Druk 2 keer op de toets "Startuit
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip
pert 2 keer kort.
-
-
-
21
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
schakel tegelijkertijd de afwasauto
maat in met de toets K.
Hou de toets J / M minstens 4 se
conden ingedrukt, totdat het con
-
trolelampje J / M aangaat.
Druk 2 keer op de toets "Startuit
^
-
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip
pert 2 keer kort.
De ingestelde waterhardheid wordt
weergegeven op het display.
De ingestelde waarde voor de waterhardheid wordt weergegeven in de cijfers achter de "p" op het display (zie tabel).
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
-
-
-
22
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Wat u nodig hebt om het
toestel voor het eerst in
gebruik te nemen:
ca. 2 l water,
–
ca. 2 kg regenereerzout,
–
reinigingsmiddel voor huishoudaf
–
wasautomaten,
naspoelmiddel voor huishoudafwasa
–
utomaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa
briek op zijn werking getest.
Als gevolg van deze tests blijft er water in het toestel achter. Dit betekent
niet dat het toestel eerder door een
andere consument is gebruikt.
Zoutreservoir vullen met
regenereerzout
Ligt de hardheid van uw water
steeds onder de 4 °d(= 0,7 mmol/l), dan hoeft u geen
-
zout te doen in het zoutreservoir.
U moet dan echter wel de afwasau
tomaat instellen op de hardheid van
uw water.
-
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser
-
voir voor de eerste keer met regene
reerzout wilt vullen, vul het dan eerst
met ca. 2 l water. Zo kan het zout
oplossen. Nadat u de afwasautomaat voor het eerst in gebruik hebt
genomen, zit er altijd genoeg water
in het zoutreservoir.
,
Vul het zoutreservoir niet met
poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel. Het reinigingsmiddel
zou de waterontharder bescha
digen.
-
-
-
-
,
Gebruik uitsluitend speciaal
grofkorrelig regenereerzout of ander
zout dat speciaal is ontwikkeld voor
afwasautomaten. Gebruik in geen
geval andere soorten zout. Die be
vatten soms niet in water op te los
sen deeltjes die een nadelig effect
kunnen hebben op de werking van
de waterontharder.
-
-
23
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Haal de onderste korf uit de spoel
^
ruimte en draai de dop van het zout
reservoir open.
Telkens als u de dop van het zoutre
servoir opendraait, loopt er water of
zout over de rand van het reservoir.
Draai de dop er daarom alleen maar
af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
toestel voor het eerst in gebruik
neemt met ca. 2 l water.
Controlelampje voor het
-
-
bijvullen van zout F
Vul na afloop van een programma
^
-
zout bij wanneer het controlelampje
F brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje
nog korte tijd blijft branden nadat u zout
hebt bijgevuld. Het controlelampje gaat
uit zodra zich een zoutconcentratie
heeft gevormd die hoog genoeg is.
Het controlelampje voor het bijvullen
van zout wordt uitgeschakeld wanneer
u de afwasautomaat op een waterhard
heid van minder dan 4 °d (= 0,7 mmol/l)
hebt ingesteld.
Start direct daarna het program-
,
ma "Fijn!" zonder vaatwerk en met
de functie "Turbo", zodat eventueel
gemorste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
-
^
Plaats een trechter in de opening van
het zoutreservoir en vul het zoutreser
voir met zout totdat het vol is. In het
zoutreservoir kan afhankelijk van het
soort zout maximaal 2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond
het zoutreservoir bevinden en
schroef de dop weer stevig op het
zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma
"Fijn!" zonder vaatwerk en met de
functie "Turbo", zodat eventueel ge
morste zoutresten kunnen worden
verdund en daarna weggepompt.
24
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampjes voor het bijvullen
van zout en naspoelmiddel
uitschakelen
Als u steeds
combinatiereinigingsmiddelen gebruikt
en de controlelampjes voor het bijvullen
van zout en naspoelmiddel u storen,
kunt u deze controlelampjes uitscha
kelen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto
maat in met de toets K.
Hou de toets J / M minstens 4 seconden ingedrukt, totdat het controlelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u opnieuw.
^ Druk 9 keer op de toets "Startuit -
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knippert 9 keer kort.
-
-
Een melding op het display geeft aan of
de controlelampjes voor het bijvullen
van zout en naspoelmiddel zijn inge
schakeld of uitgeschakeld:
"p1": Controlelampjes voor het bijvul
–
len van zout en naspoelmiddel zijn
ingeschakeld
"p0": Controlelampjes voor het bij
–
vullen van zout en naspoelmiddel zijn
uitgeschakeld
Druk op de toets J / M alsudein
^
stelling wilt wijzigen.
De instelling wordt direct opgeslagen.
^ Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
Wanneer u geen
combinatiereinigingsmiddelen meer
gebruikt, moet u het zoutreservoir en
naspoelmiddelreservoir weer vullen
en de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel
weer inschakelen.
-
-
-
-
25
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te
zorgen dat het water tijdens het drogen
als een film van het vaatwerk afloopt en
het vaatwerk na het reinigen droogt
zonder dat het vlekken vertoont.
Het naspoelmiddel wordt in het na
spoelmiddelreservoir gegoten en bij het
naspoelen in de ingestelde dosering
automatisch toegevoegd.
Vul het naspoelmiddelreservoir
,
alleen met naspoelmiddel voor huis
houdelijke afwasautomaten. Vul het
in geen geval met reinigingsmiddelen voor afwasautomaten of
handafwasmiddelen. Dit zou het naspoelmiddelreservoir beschadigen.
Een andere mogelijkheid is dat u
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5 % zuur)
of
-
-
Naspoelmiddelreservoir vullen
met naspoelmiddel
^ Open het klepje van het naspoelmid-
delreservoir door op het knopje te
drukken in de richting van de pijl. Het
klepje springt open.
–
vloeibaar citroenzuur (10 %)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch
tiger zijn en meer vlekken vertonen dan
wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
,
U mag in geen geval azijn met
een hoger zuurpercentage (bijv.
azijnessence van 25 %) gebruiken.
Daarbij kan de afwasautomaat be
schadigd raken.
Gebruikt u uitsluitend
combinatiereinigingsmiddelen, dan
hoeft u het naspoelmiddelreservoir
niet met naspoelmiddel te vullen.
26
-
-
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje voor het
bijvullen van naspoelmiddel (
Wanneer het controlelampje ( op het
bedieningspaneel aangaat, is er nog
genoeg naspoelmiddel voor 2 tot 3 af
wasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
Als u steeds
combinatiereinigingsmiddelen ge
bruikt en de controlelampjes voor het
bijvullen van zout en naspoelmiddel u
storen, kunt u deze controlelampjes
Vul het naspoelmiddelreservoir totdat
^
het naspoelmiddel in de vulopening
zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan
ca. 110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Is het klepje niet goed
gesloten, dan kan er tijdens het afwassen water in het naspoelmiddelreservoir lopen.
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid
del goed weg om bij de volgende af
wasbeurt sterke schuimvorming te
voorkomen.
uitschakelen (zie rubriek "Toestel
voor het eerst in gebruik nemen",
"Controlelampje voor het bijvullen van
zout").
Wanneer u geen
combinatiereinigingsmiddelen meer
gebruikt, moet u het zoutreservoir en
naspoelmiddelreservoir weer vullen
en de controlelampjes voor het bijvullen van zout en naspoelmiddel
weer inschakelen.
-
-
-
-
27
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddeldosering
instellen
Voor een optimaal resultaat kunt u de
naspoelmiddeldosering aanpassen.
De dosering is instelbaar in hoeveelhe
den van ca. 0-6 ml. In de fabriek is een
naspoelmiddeldosering van ca. 3 ml in
gesteld. Deze naspoelmiddeldosering
is aan te raden.
De daadwerkelijke naspoelmiddeldose
ring kan door de automatische aanpas
sing van het programma "Automatic"
hoger zijn dan de ingestelde waarde.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
^ stel dan een hogere naspoelmiddel-
dosering in.
Vertoont het vaatwerk strepen of sluiers:
^ stel dan een lagere naspoelmiddel-
dosering in.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto
maat in met de toets K.
-
Hou de toets J / M minstens 4 se
conden ingedrukt, totdat het con
-
trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op
nieuw.
Druk 3 keer op de toets "Startuit
^
-
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip
pert 3 keer kort.
Op het display wordt "p3" weergege-
ven.
Dit betekent dat in de fabriek een naspoelmiddeldosering van 3 ml is ingesteld.
De ingestelde waarde voor de naspoelmiddeldosering wordt weergegeven in
de cijfers achter de "p" op het display.
-
-
-
-
-
-
28
^
Kies met de toets J / M de waarde
die hoort bij de gewenste naspoel
middeldosering.
Telkens als u op de toets drukt, ver
groot u de waarde.
De geprogrammeerde naspoelmiddel
dosering wordt direct opgeslagen.
^
Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
-
-
-
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Waar u bij vullen van de afwas
automaat op moet letten
Verwijder de ergste etensresten van het
vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van
te voren onder stromend water af te
spoelen!
Reinig vaatwerk met as, zand,
,
was, smeervet of verf niet in de af
wasautomaat.
De afwasautomaat zou beschadigd
raken door deze stoffen.
U kunt ieder stuk vaatwerk in principe
overal in de korven plaatsen. Neem
hierbij echter de volgende tips in acht.
– Plaats vaatwerk en bestek zo dat het
niet tegen of op elkaar ligt.
– Plaats het vaatwerk altijd zo dat alle
vlakken door het water kunnen worden bereikt. Enkel op die manier is
een goed resultaat mogelijk!
–
Plaats al het vaatwerk zo dat het ste
vig staat.
–
Plaats hol vaatwerk zoals kopjes, gla
zen en kommen met de openingen
naar beneden in de korven.
-
Plaats vaatwerk met een diepe bo
–
-
dem zoveel mogelijk schuin in de
korf, zodat het water eraf kan lopen.
Let erop dat de sproeiarmen niet
–
door te hoog of door de korven heen
stekend vaatwerk worden geblok
keerd.
U kunt dit controleren door de
sproeiarmen een keer met de hand
rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken vaatwerk
–
niet door de spijlen van de korven
vallen.
Leg dit soort vaatwerk (bijv.
dekseltjes) daarom in de besteklade
of de bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, tomaten of ketchup kunnen natuurlijke
kleurstoffen bevatten. Door deze
stoffen kunnen kunststof vaatwerk
en kunststof onderdelen ervan verkleuren, wanneer zij in ruime mate
met het vaatwerk in de automaat terechtkomen. Deze verkleuring heeft
echter geen invloed op de stabiliteit
van kunststof vaatwerk.
-
-
-
–
Plaats hoog, smal, hol vaatwerk niet
in de hoeken van de korven, maar
zoveel mogelijk in het midden ervan.
Het water kan er dan beter bij.
29
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Vaatwerk en bestek die niet
geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Vaatwerk en bestek die óf helemaal
–
óf voor een deel uit hout bestaan
drogen uit en worden lelijk. Boven
dien houdt de lijm niet in de afwasau
tomaat. Het gevolg daarvan is dat
houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
–
glazen met decoraties zijn niet be
stand tegen reiniging in de afwasau
tomaat.
– Voorwerpen van niet-hittebestendige
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of
dof worden.
– Kleurdecoraties op glazuur kunnen
na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof worden.
-
-
Wij raden u aan:
Koop serviesgoed van materiaal dat
–
geschikt is om in een afwasautomaat
te worden afgewassen en bestek met
de aanduiding "Geschikt voor de
afwasmachine".
-
Glazen kunnen na vele afwasbeurten
–
dof worden. Gebruik voor tere glazen
programma's met lage temperaturen
(zie rubriek "Programmaoverzicht") of
programma's met GlassCare (afhan
-
kelijk van het model) . De kans dat
het glaswerk dof wordt is dan kleiner.
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behan-
deld kan na afloop van het afwasprogramma nog vochtig zijn doordat het
water er niet als een film afloopt. Het zilver moet dan met een doek worden afgedroogd.
Zilver kan verkleuren wanneer het in
aanraking komt met levensmiddelen die
zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien,
mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis,
pekelsaus van vis en marinades.
-
30
,
Aluminium vaatwerk zoals vetfil
ters mag niet worden afgewassen
met bijtende alkalische reinigings
middelen die in bedrijfsafwasauto
maten of industriereinigers worden
gebruikt. Gebeurt dat wel, dan kan
er materiële schade ontstaan. In het
ergste geval bestaat het gevaar dat
er hevige chemische reacties optre
den die tot een explosie kunnen lei
den (bijv. een knalgasreactie).
-
-
-
-
-
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bovenste korf
Gebruik de afwasautomaat om
,
veiligheidsredenen niet zonder bo
venste en onderste korf.
^ Plaats in de bovenste korf klein, licht
en breekbaar vaatwerk zoals glazen,
kopjes, schoteltjes en dessertschaaltjes.
U kunt er ook een platte pan in
plaatsen.
-
Kopjesrooster (afhankelijk van het
model)
Klap het kopjesrooster omhoog om
^
hoog vaatwerk goed te kunnen
plaatsen.
Glazen staan steviger wanneer u ze te
gen het kopjesrooster aanzet.
Klap het kopjesrooster neer en zet er
^
de glazen tegen.
-
^
Leg erg lang bestek zoals soeple
pels, pollepels en lange messen
dwars aan de voorkant van de bo
venste korf.
-
-
31
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bovenste korf in de hoogte verstellen
Om in de bovenste korf of de onderste
korf meer plaats te krijgen voor hoger
vaatwerk kunt u de bovenste korf in de
hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen
3 standen met een verschil van telkens
ca. 2 cm.
U kunt de bovenste korf ook schuin
plaatsen, namelijk met één kant hoog
en met één kant laag. Zo zal het water
vlotter uit holtes lopen. Let er echter op
dat u de korf zonder problemen in de
spoelruimte kunt schuiven.
^ Trek de bovenste korf naar buiten.
Afhankelijk van de stand van de boven
ste korf kunt u bijv. borden met de vol
gende diameters in de korven plaatsen.
Afwasautomaat met besteklade
(model zie typeplaatje)
Stand
van de
bovenste
korf
Boven151931
Midden172129
Onder192327
Afwasautomaat met bestekkorf
(model zie typeplaatje)
Stand
van de
bovenste
korf
Boven202431
Borddiameter in cm
Bovenste korfOnderste
NormaalXXL
Borddiameter in cm
Bovenste korfOnderste
NormaalXXL
-
korf
korf
-
Om de bovenste korf naar boven toe te
verstellen,
^
trekt u de korf naar boven, tot deze
vastklikt.
Om de bovenste korf naar onderen toe
te verstellen,
^
trekt u de hendels aan de zijkanten
van de korf naar boven.
^
Stel de gewenste positie in en laat de
hendels weer vastklikken.
32
Midden222629
Onder242827
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Onderste korf
Plaats in de onderste korf groot en
^
zwaar vaatwerk zoals borden, platte
schotels, pannen en schalen.
U kunt ook glazen, kopjes, schotel
tjes en ontbijt- en dessertbordjes in
de onderste korf zetten.
-
Sterk vervuild vaatwerk
Afwasautomaat met besteklade
Afwasautomaat met bestekkorf
^
Plaats grote borden in het midden
van de onderste korf.
U kunt de borden schuin plaatsen. Zo
kunt u borden met een diameter tot
35 cm plaatsen.
33
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bestek
Besteklade (afhankelijk van het model)
Wanneer de lepels niet met de grepen
tussen de opstaande kammen passen,
leg ze dan met de grepen op de getan-
^ Plaats het bestek in de besteklade
zoals op het plaatje.
Wanneer u messen, vorken en lepels
als aparte groepen in de besteklade
legt, kunt u ze er na het afwasprogramma makkelijker uithalen en opbergen.
de kammen.
Leg de lepels met de grepen tussen de
opstaande kammen en de lepelbladen
tussen de getande kammen, zodat ook
de laatste waterdruppel er zonder pro
blemen af kan lopen.
De bovenste sproeiarm mag niet
door te hoog vaatwerk (bijv. een
taartschep) worden geblokkeerd.
34
-
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bestekkorf (afhankelijk van het model)
U kunt de bestekkorf op elke willekeurige plaats op de voorste spike-rijen
van de onderste korf plaatsen.
^ Plaats bestek zo in de vakken van de
bestekkorf dat de snijkanten van de
messen en de punten van vorken beneden zitten. Dit is veiliger.
Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en gedroogd
wanneer u het zo plaatst dat de
scherpe kanten boven en de grepen
beneden zitten.
Plaats de bestekhouder zo nodig op
^
de bestekkorf.
^
Plaats kort bestek in de gaatjes aan
drie zijden van de bestekkorf.
Speciale bestekhouder voor de be
stekkorf
In de bijgeleverde bestekhouder kunt u
sterk vervuild bestek plaatsen.
Het bestek ligt niet op elkaar maar
wordt in deze houder naast elkaar op
gehangen. Daardoor kan het water er
beter bij.
-
-
^
Plaats het bestek in de bestekhouder
met de grepen beneden. Verdeel het
bestek gelijkmatig over de houder.
35
Bediening
Reinigingsmiddel
Gebruik uitsluitend reinigings
,
middelen voor huishoudelijke afwas
automaten.
Soorten reinigingsmiddelen
Moderne reinigingsmiddelen bevatten
veel werkstoffen. De belangrijkste zijn:
Er zijn voornamelijk fosfaathoudende
lichtalkalische reinigingsmiddelen met
enzymen en zuurstofbleekmiddelen
verkrijgbaar. Fosfaatvrije producten zijn
zeldzaam.
-
-
Deze producten hebben een
glansspoel- en een wateronthardings
functie. U vindt deze producten in de
handel onder de naam "3 in 1". Als ze
ook glansbescherming, glans voor
roestvrij staal of extra reinigingskracht
bieden, heten ze vaak "5 in 1", "7 in 1",
"All in 1" enz.
Gebruik deze combinatiereinigings
middelen alleen in combinatie met de
hardheidsgraad die op de verpakking
vermeld staat.
De reinigings- en droogresultaten van
deze combinatiereinigingsmiddelen
kunnen heel verschillend zijn.
U bereikt de beste reinigings- en
droogresultaten door een reinigingsmiddel te gebruiken in combinatie
met afzonderlijke zoutdosering en naspoelmiddeldosering.
Reinigingsmiddeldosering
^ Neem bij het doseren van reinigings-
middel de aanwijzingen in acht die
op de verpakking staan.
-
-
De reinigingsmiddelen zijn verkrijgbaar
in verschillende vormen.
–
Poeder en –gel voor de afwasauto
maat worden naargelang de lading
en de mate waarin die vuil is op een
verschillende manier gedoseerd.
–
Tabletten bieden een dosis die voor
de meeste toepassingen volstaat.
Naast normale reinigingsmiddelen zijn
er ook producten met verschillende ex
tra functies (zie rubriek "Extra functies",
"Combinatiereinigingsmiddel", indien
aanwezig).
36
-
^
Tenzij anders vermeld, doseert u een
reinigingstablet of, volgens de mate
waarin het vaatwerk vuil is, 20 tot
30 ml in vakje II.
Wanneer het vaatwerk erg vuil is kunt
u een kleine hoeveelheid extra reini
gingsmiddel in vakje I doen (zie Pro
grammaoverzicht).
^
Het is mogelijk dat bepaalde tablet
ten niet volledig oplossen wanneer u
-
het programma "Snel" (indien aanwe
zig) hebt gekozen.
-
-
-
-
Wanneer u minder reinigingsmiddel
gebruikt dan is aangeraden, is het
mogelijk dat het vaatwerk niet goed
schoon wordt.
Bediening
Reinigingsmiddel doseren
Adem geen poedervormig reini
,
gingsmiddel in! Slik geen reinigings
middel in! Reinigingsmiddelen kun
nen brandwonden in neus, mond en
keel veroorzaken. Ga direct naar de
dokter wanneer u een reinigingsmid
del hebt ingeademd of ingeslikt.
Zorg ervoor dat kinderen niet met
reinigingsmiddelen in aanraking
kunnen komen. Laat kinderen daarom niet bij de afwasautomaat komen
als deze geopend is. Er zouden nog
resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat aanwezig kunnen zijn. Bovendien kunt u het reinigingsmiddel
beter pas toevoegen vlak voordat u
het programma start. Vergrendel
ook de deur met de kinderbeveiliging wanneer uw automaat daarover
beschikt.
-
-
-
-
^ Druk op de openingstoets van het
doseerbakje voor het reinigingsmiddel. De klep van het reservoir springt
open.
37
Bediening
Na afloop van een programma is het
klepje van het doseerbakje voor het rei
nigingsmiddel altijd geopend.
^ Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het doseerbakje voor het reinigingsmiddel.
^ Sluit ook de verpakking van het reini-
gingsmiddel. Het middel zou anders
kunnen gaan klonteren.
Doseerhulp
In vakje I kan maximaal 10 ml en
in vakje II kan maximaal 50 ml reini
gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange
bracht om het doseren makkelijker te
maken: 20, 30. Wanneer de deur 90°
geopend is geven deze streepjes in ml
aan hoeveel reinigingsmiddel er onge
veer in zit.
-
-
-
38
Bediening
Afwasautomaat inschakelen
Controleer of de sproeiarmen vrij
^
kunnen draaien en niet worden ge
blokkeerd.
Sluit de deur.
^
Draai de waterkraan open als deze
^
nog dichtgedraaid is.
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
Het controlelampje J / M knippert en
het controlelampje van een programma
gaat aan.
-
Programma kiezen
Laat de keuze voor een programma
steeds afhangen van het soort vaatwerk
en de mate waarin het vuil is.
In de rubriek "Programmaoverzicht"
zijn de programma's beschreven en de
toepassingen ervan.
^ Kies met de toets "Programma" X het
gewenste programma.
Programma starten
Druk op de toets J / M.
^
Het programma start. Het controlelamp
je J / M en het controlelampje van het
gekozen programma branden.
Als u extra functies hebt gekozen, bran
den ook de controlelampjes van deze
extra functies.
Wanneer u een programma moet af
breken, doe dat dan alleen in de
eerste minuten.
Doet u dat later, dan is het mogelijk
dat belangrijke programmafases
(bijv. het regenereren) worden overgeslagen.
-
-
-
Het controlelampje van het gekozen
programma gaat aan.
Het display geeft in uren en minuten
aan hoe lang dit programma gaat du
ren.
U kunt nu ook een of meer extra func
ties kiezen. Zie rubriek "Extra func
ties".
-
-
-
39
Bediening
Display
Voordat een programma start, geeft het
display in uren en minuten aan hoe
lang het gekozen programma gaat du
ren, de zogenaamde resterende tijd.
Deze tijd wordt tijdens het afwaspro
gramma op het display afgeteld.
Het is mogelijk dat het display voor één
en hetzelfde programma de ene keer
een andere tijd aangeeft dan de andere
keer. Dat is o.a. afhankelijk van de tem
peratuur van het instromende water, de
regenereercyclus, het soort reinigings
middel, de hoeveelheid vaatwerk en de
mate waarin het vuil is.
Wanneer u een programma voor het
eerst kiest, wordt er een tijd weergegeven die overeenkomt met een gemiddelde programmaduur met koud water.
De tijden in het programmaoverzicht
geven aan hoe lang de programma's
duren wanneer de lading en de temperatuur voldoen aan de gehanteerde
norm.
Tijdens het programmaverloop wordt
de programmaduur door de elektro
nische besturing berekend en aange
past op basis van de temperatuur van
het instromende water en de hoeveel
heid vaatwerk.
-
-
-
-
-
-
Stand-bymodus
Enkele minuten nadat u het laatst op
een toets hebt gedrukt of enkele minu
ten na het einde van een programma
schakelt de afwasautomaat automa
tisch over op de stand-bymodus om
energie te besparen. Het display en de
controlelampjes worden uitgeschakeld.
Alleen het controlelampje J / M knip
pert langzaam.
Om de controlelampjes en het dis
^
play weer in te schakelen, drukt u op
de toets K.
Wanneer u de afwasautomaat na het
einde van een programma niet uitschakelt of opent, wordt het toestel na enkele minuten in de stand-bymodus automatisch volledig uitgeschakeld (zie
rubriek "Extra functies",
"Stand-byoptimalisering").
Tijdens een programma of wanneer
een melding voor het bijvullen van
zout of naspoelmiddel of een foutmelding wordt weergegeven, scha
kelt de afwasautomaat niet over op
de stand-bymodus.
Als u combinatiereinigingsmiddelen
gebruikt, kunt u de meldingen voor
het bijvullen van zout en naspoel
middel uitschakelen. Hoewel er
geen zout of naspoelmiddel is,
schakelt de afwasautomaat dan toch
over op de stand-bymodus.
De weergave van een foutmelding
kunt u niet uitschakelen.
-
-
-
-
-
-
40
Bediening
Einde van het programma
Wanneer "0" wordt weergegeven op het
display, is het programma beëindigd.
U kunt de afwasautomaat nu openen en
het vaatwerk eruit halen.
Om beschadigingen aan delica
,
te werkbladen door waterdamp te
voorkomen kunt u de deur na afloop
van een programma het best óf he
lemaal opendoen óf gesloten hou
den totdat u het vaatwerk uit de af
wasautomaat haalt. Laat de deur in
ieder geval niet op een kier staan.
-
-
-
-
Afwasautomaat uitschakelen
Na afloop van het programma:
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
De afwasautomaat verbruikt energie
zolang u deze niet met behulp van
de toets K hebt uitgeschakeld.
Draai veiligheidshalve de waterkraan
dicht wanneer de afwasautomaat
langere tijd niet wordt gebruikt, bijvoor
beeld wanneer u op reis gaat.
Vaatwerk uit de afwasautomaat
halen
Heet vaatwerk breekt snel!
Laat het vaatwerk daarom na het uitschakelen van de automaat in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het
goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen
van de automaat helemaal opent, koelt
het vaatwerk sneller af.
-
^
Haal eerst de onderste korf leeg, dan
de bovenste korf en ten slotte de be
steklade (afhankelijk van het model).
Zo voorkomt u dat er druppels van
de bovenste korf of van de bestekla
de op het vaatwerk in de onderste
korf vallen.
-
-
41
Bediening
Programma onderbreken
Het programma wordt onderbroken zo
dra u de deur opendoet.
Zodra u de deur weer dichtdoet, gaat
het programma na enkele seconden
daar verder, waar het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas
,
automaat heet is, loopt u het risico
om u te verbranden.
Wanneer u de deur echt moet ope
nen, doe dat dan zeer voorzichtig.
Laat de deur voordat u die weer sluit
ca. 20 seconden op een kier staan,
zodat de temperatuur zich in de
spoelruimte kan verdelen. Druk de
deur daarna dicht. Zorg ervoor dat
deze vastklikt.
-
-
Van programma wisselen
Is het klepje van het doseerbakje
voor het reinigingsmiddel al geo
pend, wissel dan niet meer van pro
gramma.
Wanneer een programma al is gestart,
kunt u als volgt van programma wis
selen:
Druk minstens 1 seconde op de toets
^
J / M.
Het programma wordt afgebroken.
^ Kies het gewenste programma en
start het.
-
-
-
42
Extra functies
Turbo
De functie "Turbo" verkort de duur van
de programma's waarvoor de functie
beschikbaar is.
Het verbruik stijgt om een optimaal rei
nigingsresultaat te bereiken.
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
Het controlelampje J / M knippert.
Kies een programma.
^
Druk op de toets "Turbo".
^
Het controlelampje "Turbo" gaat aan.
Start het programma.
^
De functie blijft ingeschakeld voor alle
programma's, totdat u de functie weer
uitschakelt.
43
Extra functies
Startuitstel
U kunt het tijdstip waarop een program
ma moet starten vooraf instellen. De
start wordt dan uitgesteld. Dit kunt u bij
voorbeeld doen om gebruik te maken
van het nachttarief. U kunt de start mini
maal 30 minuten en maximaal 24 uur
vooraf instellen.
De startuitsteltijd wordt tussen 30 minu
ten en 9 uur 30 minuten ingesteld in
stappen van 30 minuten. Vanaf 10 uur
wordt de tijd in stappen van 1 uur inge
steld.
Bij het gebruik van startuitstel dient
u ervoor te zorgen dat het doseerbakje voor het reinigingsmiddel
droog is. Is dat niet het geval, dan
kan het reinigingsmiddel gaan klonteren en wordt het daarna niet volledig weggespoeld.
Gebruik bij startuitstel geen vloeibaar reinigingsmiddel. Dit zou te
vroeg kunnen wegstromen.
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
-
Het controlelampje J / M knippert.
Kies met de toets "Programma" het
^
gewenste programma.
Druk op de toets "Startuitstel" ,.
^
Het display geeft de startuitsteltijd weer
die de vorige keer is ingesteld. Het
-
controlelampje "Startuitstel ," gaat
aan.
-
Stel met de toets "Startuitstel" , de
^
gewenste startuitsteltijd in.
Wanneer u de toets "Startuitstel" , ingedrukt houdt, verspringt de tijd automatisch naar 24^. Als u terug naar
30 minuten wilt, drukt u vervolgens
2 keer op de toets "Startuitstel".
^ Druk op de toets J / M.
Het controlelampje J / M gaat aan.
44
Extra functies
De startuitsteltijd wordt op het display
afgeteld: boven de 10 uur in stappen
van uren en onder de 10 uur in stappen
van minuten.
Na afloop van de startuitsteltijd start het
gekozen programma automatisch. Het
display geeft aan hoe lang het gekozen
programma gaat duren. Het controle
lampje "Startuitstel ," gaat uit. Het
controlelampje J / M gaat aan.
Voorbeelden van de weergave van de
startuitsteltijd op het display:
Tot 59 minuten:
Bijv. 30 minuten = 30
Van 1 uur tot 9 uur 30 minuten:
Bijv. 5 uur = 5.00
Vanaf 10 uur:
Bijv. 15 uur = 15^
,
Om te voorkomen dat kinderen
met het reinigingsmiddel in aanraking kunnen komen,
is het aan te raden het reinigings
middel pas toe te voegen vlak voordat u drukt op de toets J / M. Ver
grendel ook de deur met de kinder
beveiliging.
-
-
-
-
-
Programma starten voordat de
startuitsteltijd is afgelopen
U kunt het programma ook starten voor
dat de startuitsteltijd is afgelopen. Ga
daarvoor als volgt te werk.
Druk minstens 1 seconde op de toets
^
J / M.
Het controlelampje "Startuitstel ," gaat
uit en het controlelampje J / M knip
pert.
Druk nog 1 keer op de toets J / M.
^
Het programma start. Het controlelamp
je J / M gaat aan.
-
-
-
45
Extra functies
Automatic aanpassen
U kunt het programma "Automatic" aan
passen om erg hardnekkig vuil te ver
wijderen wanneer het vaatwerk globaal
gezien niet erg vuil is.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto
maat in met de toets K.
Hou de toets J / M minstens 4 se
conden ingedrukt, totdat het con
trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u opnieuw.
^ Druk 5 keer op de toets "Startuit -
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knippert 5 keer kort.
-
-
-
-
Een melding op het display geeft aan of
de functie "Automatic aanpassen" is in
geschakeld.
"p1": De functie "Automatic aanpas
–
sen" is ingeschakeld.
"p0": De functie "Automatic aanpas
–
sen" is uitgeschakeld.
Druk op de toets J / M alsudein
^
stelling wilt wijzigen.
De instelling wordt direct opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
-
-
-
-
46
Extra functies
Memory
Met de functie "Memory" kunt u het
laatst gekozen programma opslaan.
Wanneer u na afloop van een program
ma de afwasautomaat uit- en weer in
schakelt of de deur opent en weer sluit,
verschijnt dankzij de functie "Memory"
het laatst gekozen programma in plaats
van het programma "ECO".
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto
maat in met de toets K.
Hou de toets "Start/Stop" minstens
4 seconden ingedrukt, totdat het controlelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u opnieuw.
^ Druk 6 keer op de toets "Startuit -
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knippert 6 keer kort.
-
-
Een melding op het display geeft aan of
de functie "Memory" is ingeschakeld.
"p1": De functie "Memory" is inge
–
schakeld.
-
"p0": De functie "Memory" is uitge
–
schakeld.
Druk op de toets J / M alsudein
^
stelling wilt wijzigen.
De instelling wordt direct opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
-
-
-
47
Extra functies
Stand-byoptimalisering
Enkele minuten nadat u het laatst op
een toets hebt gedrukt of enkele minu
ten na het einde van een programma
schakelt de afwasautomaat automa
tisch over op de stand-bymodus om
energie te besparen. Het display en de
controlelampjes worden uitgeschakeld.
Alleen het controlelampje J / M knip
pert langzaam.
Wanneer u de afwasautomaat na het
einde van een programma niet uitscha
kelt of opent, wordt het toestel na en
kele minuten in de stand-bymodus au
tomatisch volledig uitgeschakeld.
U kunt de stand-byoptimalisering ook
uitschakelen. Als u dat doet, worden
het display en de controlelampjes niet
meer automatisch uitgeschakeld en
wordt de afwasautomaat pas na
ca. 6 uur automatisch uitgeschakeld.
Hierdoor stijgt het energieverbruik.
Tijdens een programma of wanneer
een melding voor het bijvullen van
zout of naspoelmiddel of een fout
melding wordt weergegeven, scha
kelt de afwasautomaat niet over op
de stand-bymodus.
-
-
-
-
-
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
-
-
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto
maat in met de toets K.
Hou de toets J / M minstens 4 se
conden ingedrukt, totdat het con
trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op
nieuw.
Druk 8 keer op de toets "Startuit
^
-
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knip
pert 8 keer kort.
Een melding op het display geeft aan of
de functie "Stand-byoptimalisering" is
ingeschakeld.
–"p1": De functie
"Stand-byoptimalisering" is ingeschakeld.
–"p0": De functie
"Stand-byoptimalisering" is uitgeschakeld.
^
Druk op de toets J / M alsudein
stelling wilt wijzigen.
De instelling wordt direct opgeslagen.
-
-
-
-
-
-
-
48
^
Schakel de afwasautomaat uit met de
toets K.
Extra functies
Fabrieksinstellingen
Wanneer u de fabrieksinstellingen hebt
gewijzigd en deze wilt herstellen, gaat
u als volgt te werk.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
Hou de toets J / M ingedrukt en
^
schakel tegelijkertijd de afwasauto
maat in met de toets K.
Hou de toets J / M minstens 4 se
conden ingedrukt, totdat het con
trolelampje J / M aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op
nieuw.
^ Druk 12 keer op de toets "Startuit -
stel ,".
Het controlelampje "Startuitstel ," knippert 1 keer lang en 2 keer kort.
-
-
-
-
Een melding op het display geeft aan of
een fabrieksinstelling is gewijzigd of
niet.
"p1": De fabrieksinstellingen zijn van
–
kracht.
"p0": Minstens één fabrieksinstelling
–
is gewijzigd.
Wilt u de fabrieksinstellingen herstel
^
len, druk dan op de toets J / M.
De instelling wordt direct opgeslagen.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
-
49
Reiniging en onderhoud
Controleer regelmatig (ongeveer om
de 4 tot 6 maanden) heel uw afwas
automaat. De kans op storingen is
daardoor kleiner.
Alle oppervlakken zijn gevoelig
,
voor krassen.
Alle oppervlakken kunnen verkleu
ren of wijzigingen ondergaan wan
neer ze in contact komen met onge
schikte reinigingsmiddelen.
Spoelruimte reinigen
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid
reinigingsmiddel gebruikt, houdt u
daarmee automatisch de spoelruimte
schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet
heeft afgezet, kunt u deze aanslag met
een speciaal reinigingsmiddel verwijderen (via de Service After Sales van
Miele verkrijgbaar). Neem daarbij de
aanwijzingen in acht die op de verpak
king staan.
-
-
-
-
Deurdichting en deur reinigen
Controleer de deurdichting regelma
^
tig en verwijder eventuele etensres
ten met een vochtige doek.
Veeg gemorste etens- en drankres
^
ten van de zijkanten van de deur af.
Deze delen horen niet bij de spoelruim
te. De waterstralen kunnen daar niet bij
komen, waardoor deze delen niet wor
den gereinigd. Er kan daar bijgevolg
schimmelvorming optreden.
-
-
-
-
-
-
-
Als u vooral afwasprogramma's met
lage reinigingstemperaturen (< 50 °C)
gebruikt, is er risico op kiem- en geur
vorming in de spoelruimte. Om de
spoelruimte te reinigen en geurvorming
te vermijden, moet u 1 keer per maand
het programma "Intensief 75 °C" uitvoe
ren.
Reinig daarnaast ook regelmatig de ze
ven in de spoelruimte.
50
-
-
-
Reiniging en onderhoud
Voorzijde van het toestel
reinigen
Vuil verwijdert u het best direct.
,
Als het vuil er langere tijd op inwerkt,
kan het soms niet meer worden ver
wijderd en kunnen de oppervlakken
verkleuren of wijzigingen onder
gaan.
Reinig de voorzijde van het toestel
^
met een schone sponsdoek, handaf
wasmiddel en warm water. Wrijf daar
na alles droog met een zachte doek.
U kunt om te reinigen ook een schone, vochtige microvezeldoek zonder
reinigingsmiddel gebruiken.
-
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid
delen niet worden gebruikt om de op
pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, ammo
–
-
-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
–
schurende reinigingsproducten, zo
–
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
–
-
reinigingsmiddelen voor roestvrij
–
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde sponsen en bor-
stels (bijv. schuursponsen),
– speciale "wondersponsen",
-
-
-
-
–
scherpe metaalschrapers,
–
stoomreinigers.
51
Reiniging en onderhoud
Zeefcombinatie in de
spoelruimte reinigen
Op de bodem van de spoelruimte be
vindt zich een zeefcombinatie. Deze
zeefcombinatie houdt het ergste vuil te
gen dat in het afwaswater zit. Op deze
manier wordt voorkomen dat het vuil
eerst in het circulatiesysteem en vervol
gens via de sproeiarmen weer in de
spoelruimte terechtkomt.
U mag niet afwassen zonder
,
zeefcombinatie!
De zeefcombinatie kan na verloop van
tijd door het vuil verstopt raken. Hoelang dat duurt, hangt af van uw huishouden.
Controleer de zeefcombinatie daarom
regelmatig en reinig de zeefcombinatie
indien nodig.
^ Schakel eerst de afwasautomaat uit.
-
-
-
Ontgrendel de zeefcombinatie a
^
door de greep naar achteren te
draaien.
^ Neem de zeefcombinatie uit het toe-
stel b. Ontdoe de zeefcombinatie
van grove resten. Spoel de zeefcombinatie onder stromend water goed
af. Gebruik daarbij eventueel een
borstel.
,
Voorkom dat er grove resten in
het circulatiesysteem terechtkomen
en dat het systeem verstopt raakt.
52
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige
gedeelte van de zeefcombinatie te kunnen reinigen moet u het eerst openen.
^ Doe dat door de greepjes naar elkaar
toe te drukken (zie pijlen) a en het
klepje open te klappen b.
^ Reinig alle delen onder stromend wa-
ter.
^ Klap het klepje weer dicht en laat het
vastklikken.
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
^
dat ze plat tegen de bodem van de
spoelruimte aanligt.
^ Vergrendel vervolgens de zeefcombi-
natie door de greep van achteren
naar voren te draaien, tot de pijltjes
naar elkaar toewijzen.
,
De zeefcombinatie moet goed
zijn geplaatst en vergrendeld. Is dat
niet het geval, dan is het mogelijk
dat de grove resten in het circulatie
systeem terechtkomen en dat het
systeem verstopt raakt.
-
53
Reiniging en onderhoud
Sproeiarmen reinigen
Het is mogelijk dat er etensresten vast
gaan zitten in de sproeikoppen en de
lagering van de sproeiarmen. Con
troleer de sproeiarmen derhalve regel
matig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar.
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek (indien aanwezig) de besteklade
^
naar buiten.
Druk de bovenste sproeiarm om
^
hoog, zodat de tanden in elkaar
grijpen en schroef de sproeiarm er
af.
-
-
Trek de onderste korf naar buiten.
^
-
^ Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem er af.
^
Druk de middelste sproeiarm iets op
(a), zodat de tanden in elkaar
grijpen en schroef de sproeiarm er af
(b).
54
^
Druk de etensresten in de sproeikop
pen met een scherp voorwerp naar
binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stro
mend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en
controleer of ze makkelijk ronddraai
en.
-
-
-
Wat gedaan als...
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op
lossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellingen aan
huis van Miele, bespaart u tijd en kosten!
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te
vinden en problemen te verhelpen. Let echter op het volgende:
Herstellingen mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door
,
ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico’s
ontstaan voor de gebruiker.
Technische storingen
ProbleemOorzaakOplossing
Nadat de afwasautomaat
met de toets K is ingeschakeld, knippert het
controlelampje J / M
niet.
De afwasautomaat stopt
met afwassen.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De zekering is
gesprongen.
De zekering is
gesprongen.
Steek de stekker in het
stopcontact.
Schakel de zekering in
(min. zekering: zie typeplaatje).
– Schakel de zekering in
(min. zekering: zie typeplaatje).
– Als de zekering op-
nieuw springt, neem
dan contact op met de
dienst Herstellingen
aan huis van Miele.
-
55
Wat gedaan als...
ProbleemOorzaakOplossing
De controlelampjes
2 / 2 en F knipperen
tegelijkertijd.
Het display geeft fout
melding "FXX" weer.
Het is ook mogelijk
dat de afvoerpomp
loopt terwijl de deur
open is.
Er kan sprake zijn van
een technische storing.
-
Foutmelding F70:
Het Waterproof System
heeft gereageerd.
Schakel de afwasautomaat
–
uit met de toets K.
Wacht een paar seconden.
Schakel de afwasautomaat
–
in.
Kies met de toets "Program
–
ma" X het gewenste pro
gramma.
Druk op de toets J / M.
–
Beginnen de controlelampjes
opnieuw te knipperen, dan is
er sprake van een technische
storing.
– Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan
huis van Miele.
– Draai de waterkraan dicht.
– Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan
huis van Miele.
-
-
56
Wat gedaan als...
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer
ProbleemOorzaakOplossing
Het controlelampje
2 / 2 begint afwis
selend te knipperen
en te branden.
De afwasautomaat
stopt met afwassen.
Het controlelampje
2 / 2 knippert.
Het display geeft
foutmelding "FXX"
weer.
De waterkraan is nog
dichtgedraaid.
-
Foutmelding F12/F13:
Storing in de watertoe
voer.
Foutmelding F11:
Storing in de waterafvoer.
Het is mogelijk dat er
zich water bevindt in
de spoelruimte.
Draai de waterkraan helemaal
open.
Voordat u de storing verhelpt:
Schakel de afwasautomaat uit
–
met de toets K.
Draai de waterkraan helemaal
–
open.
Reinig de filter in de watertoe
–
voer. Zie rubriek "Storingen
verhelpen".
– De stromingsdruk bij de wa-
teraansluiting is lager dan
30 kPa (0,3 bar).
Vraag de installateur om een
oplossing.
– Reinig de zeefcombinatie. Zie
rubriek "Reiniging en onderhoud".
–
Reinig de afvoerpomp. Zie ru
briek "Storingen verhelpen".
–
Reinig de terugslagklep. Zie
rubriek "Storingen verhelpen".
–
Verwijder eventuele knikken of
lussen in de afvoerslang.
-
-
57
Wat gedaan als...
Algemene problemen met de afwasautomaat
ProbleemOorzaakOplossing
De controlelampjes en
het display zijn donker.
Alleen het controle
lampje J / M knippert
langzaam.
In het doseerbakje
voor het reinigings
middel zijn na het af
wasprogramma resten
reinigingsmiddel ach
tergebleven.
Het klepje van het doseerbakje voor het reinigingsmiddel gaat
niet goed dicht.
Na afloop van het programma zit er een
vochtlaag op de binnenkant van de deur
en mogelijk ook op de
binnenwanden.
Na afloop van het af
wasprogramma zit er
water in de spoelruim
te.
De controlelampjes en het
display worden automa
tisch uitgeschakeld om
-
energie te besparen
(stand-bymodus).
Het doseerbakje voor het
reinigingsmiddel was nog
-
vochtig toen het reini
-
gingsmiddel werd gedo
-
seerd.
Er zijn resten reinigingsmiddel achtergebleven die
de sluiting blokkeren.
Dit is geen storing!
Dit hoort bij het
droogsysteem.
-
-
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de te
rugslagklep is geblok
keerd.
Er zit een knik in de afvoer
slang.
Druk op de toets K.
Het toestel wordt uit de
stand-bymodus gehaald.
Zorg er bij het doseren van
het reinigingsmiddel voor
-
dat het doseerbakje voor
het reinigingsmiddel droog
is.
Verwijder de resten.
Geen!
Het vocht verdampt na
een tijdje.
Voordat u de storing ver
helpt:
–
Schakel de afwasauto
maat uit met de toets K.
Reinig de zeefcombinatie.
Zie rubriek "Reiniging en
onderhoud".
-
Reinig de afvoerpomp of
-
de terugslagklep. Zie ru
briek "Storingen ver
helpen".
-
Haal de knik eruit.
-
-
-
-
58
Wat gedaan als...
Geluiden
ProbleemOorzaakOplossing
Kloppend geluid in de
spoelruimte
Klapperend geluid in
de spoelruimte
Kloppend geluid in de
waterleiding
Een sproeiarm slaat tegen
vaatwerk.
Het vaatwerk in de spoel
ruimte beweegt.
Er bevindt zich iets in de
afvoerpomp (bijv. een ker
senpit).
Wordt eventueel veroorzaakt door de manier
waarop de waterleiding is
gemonteerd of doordat de
waterleiding een te kleine
diameter heeft.
Onderbreek het program
ma en verplaats het vaat
werk dat in de weg zit van
de sproeiarmen.
Onderbreek het program
ma en zet het vaatwerk
goed vast.
Verwijder het uit de afvoer
pomp (zie rubriek "Afvoer
pomp en terugslagklep
reinigen").
Heeft geen invloed op de
werking van de afwasautomaat. Raadpleeg eventueel de installateur.
-
-
-
-
-
59
Wat gedaan als...
Onbevredigend resultaat
ProbleemOorzaakOplossing
Het vaatwerk is niet
schoon.
Op glazen en be
stek blijven strepen
achter. Glazen krij
gen een blauwachti
ge sluier. Deze aan
slag kan er vanaf
worden geveegd.
Het vaatwerk werd niet juist
geplaatst.
Het programma was te
zwak.
Het gaat om hardnekkig vuil
terwijl het vaatwerk globaal
gezien niet erg vuil was
(bijv. theeresten).
Er werd te weinig reinigingsmiddel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn geblokkeerd door het vaatwerk.
De zeefcombinatie in de
spoelruimte is niet schoon of
niet juist geplaatst.
Daardoor kunnen ook de
sproeikoppen van de
sproeiarmen verstopt zijn.
De terugslagklep is in geo
pende toestand geblok
keerd. Vuil water loopt terug
naar de spoelruimte.
-
Er is een te hoge naspoel
middeldosering ingesteld.
-
-
-
Hou rekening met de in
structies in "Vaatwerk en be
stek in de afwasautomaat
plaatsen".
Kies een sterker programma
(zie rubriek "Programma
overzicht").
Gebruik de extra functie "Au
tomatic aanpassen" (zie ru
briek "Extra functies").
Gebruik meer reinigingsmiddel of kies een ander reinigingsmiddel.
Controleer of de sproeiarmen vrij kunnen draaien
en verplaats het vaatwerk
eventueel.
Reinig de zeefcombinatie of
plaats de zeefcombinatie
juist.
Reinig zo nodig de sproei
koppen van de sproeiarmen
(zie rubriek "Reiniging en on
derhoud").
-
Reinig de afvoerpomp en de
-
terugslagklep. Zie rubriek
"Storingen verhelpen".
-
Verminder de dosering (zie
rubriek "Naspoelmiddel").
-
-
-
-
-
-
-
60
Wat gedaan als...
ProbleemOorzaakOplossing
Het vaatwerk wordt
niet droog of gla
zen en bestek ver
tonen vlekken.
Er is witte neerslag
op het vaatwerk.
De glazen en het
bestek zijn
melkachtig geworden. De neerslag
kan worden afgeveegd.
De naspoelmiddeldosering
is te laag of het naspoelmid
-
delreservoir is leeg.
-
Het vaatwerk werd te vroeg
uit het toestel gehaald.
U gebruikt
combinatiereinigingsmiddele
n waarvan het
droogvermogen te zwak is.
De naspoelmiddeldosering
is te laag.
Er zit geen zout in het zoutreservoir.
De dop van het zoutreservoir
is niet goed gesloten.
Er zijn ongeschikte
combinatiereinigingsmiddele
n gebruikt.
De waterontharder is op een
te lage instelling geprogram
meerd.
Vul het naspoelmiddelreser
voir met naspoelmiddel, ver
hoog de dosering of kies bij
de volgende vulling een an
der naspoelmiddel (zie ru
briek "Naspoelmiddel").
Haal het vaatwerk later uit
het toestel (zie rubriek "Be
diening").
Gebruik een ander reini
gingsmiddel of vul het na
spoelmiddelreservoir met na
spoelmiddel (zie rubriek "Na
spoelmiddel").
Verhoog de dosering (zie rubriek "Naspoelmiddeldosering instellen").
Vul het zoutreservoir met regenereerzout (zie rubriek
"Zoutreservoir vullen met regenereerzout").
Zet de dop rechtop en draai
ze goed dicht.
Gebruik een ander reini
gingsmiddel. Gebruik even
tueel normale tabletten of
normaal poedervormig reini
gingsmiddel.
Programmeer de wateront
-
harder op een hogere instel
ling (zie rubriek "Wateront
harder").
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
61
Wat gedaan als...
ProbleemOorzaakOplossing
Glazen vertonen een
bruinachtige/blauw
achtige verkleuring.
De neerslag kan niet
worden afgeveegd.
Glazen worden mat
en verkleuren. De
neerslag kan niet
worden afgeveegd.
Thee of lippenstift
wordt niet volledig
verwijderd.
Kunststof onderdelen zijn verkleurd.
Bestekonderdelen
vertonen
roestsporen.
Er hebben zich stoffen uit
het reinigingsmiddel afge
-
zet.
De glazen zijn niet geschikt
voor de afwasautomaat. Er
vindt een
oppervlaktewijziging plaats.
Het gekozen programma
heeft een te lage reinigings
temperatuur.
Het reinigingsmiddel heeft
een te lage bleekwerking.
Natuurlijke kleurstoffen, bijv.
uit wortels, tomaten of ketchup, kunnen hiervan de
oorzaak zijn. De hoeveelheid reinigingsmiddel of de
bleekwerking van het reinigingsmiddel was te gering
voor natuurlijke kleurstoffen.
De desbetreffende
bestekonderdelen zijn on
voldoende roestbestendig.
Nadat u het zoutreservoir
met regenereerzout hebt
gevuld, werd geen pro
gramma gestart. Zoutresten
zijn in het normale reini
gingsproces terechtgeko
men.
De dop van het zoutreser
voir is niet goed gesloten.
Kies onmiddellijk een ander
reinigingsmiddel.
-
Geen!
Koop glazen die geschikt
zijn voor de afwasautomaat.
Kies een programma met
een hogere reinigingstem
peratuur.
Gebruik een ander reinigingsmiddel.
Gebruik meer reinigingsmiddel (zie rubriek "Reinigingsmiddel").
Reeds verkleurde onderdelen krijgen de oorspronkelijke kleur niet terug.
Geen!
-
Koop bestek dat geschikt is
voor de afwasautomaat.
Start na het vullen van het
zoutreservoir met zout altijd
-
het programma "Fijn" met de
functie "Turbo".
-
-
-
Zet de dop rechtop en draai
ze goed dicht.
-
62
De filter in de watertoevoer
reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel
zit er in de schroefkoppeling een filter.
Is die vuil, dan loopt er te weinig water
in de kuip.
Het kunststof omhulsel van de
,
wateraansluiting bevat een elek
trisch onderdeel. Dat mag u niet in
vloeistof onderdompelen!
Aanbeveling
Bevat het u geleverde leidingwater veel
bestanddelen die in het water niet worden opgelost? Plaats dan bij voorkeur
een grotere filter tussen de afsluitkraan
en de schroefkoppeling van het veiligheidsventiel.
Deze filter is verkrijgbaar onder het bestelnummer M.-nr. 2665352 bij uw
gespecialiseerd verdeler of bij de
naverkoopdienst van Miele.
Om de filter schoon te maken:
^
Maak het toestel stroomloos: Schakel
de afwasautomaat dan uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef het watertoevoerventiel op
de waterkraan.
-
Storingen verhelpen
Schroef het watertoevoerventiel los.
^
^ Neem het dichtingsschijfje uit de
schroefkoppeling. Trek het filtertje
met een combinatie- of punttang uit
en maak het schoon.
^ Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?!
^ Schroef het watertoevoerventiel op
de waterkraan. Let erop dat u de
schroefkoppeling niet schuin op de
waterkraan draait.
^
Draai de waterkraan open.
Indien er water lekt, draai dan de
schroefkoppeling steviger aan. Mis
schien zit ze schuin op de kraan.
Zet het toevoerventiel keurig recht op
de kraan. Draai het stevig aan.
-
63
Storingen verhelpen
Afvoerpomp en terugslagklep
reinigen
Als er zich water in de spoelruimte be
vindt na afloop van een programma,
betekent dit dat het niet is wegge
pompt. Mogelijk wordt de afvoerpomp
of de terugslagklep geblokkeerd door
voorwerpen. Deze kunt u makkelijk ver
wijderen.
Ontkoppel het toestel van het elektri
^
citeitsnet. Schakel de afwasautomaat
hiertoe uit en trek de stekker uit het
stopcontact.
^ Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte. Zie rubriek "Reiniging en onderhoud", "Zeefcombinatie in de
spoelruimte reinigen".
^ Schep het water met een bekertje uit
de spoelruimte.
-
Verwijder alle voorwerpen die de te
^
rugslagklep blokkeren.
-
-
-
Onder de terugslagklep bevindt zich de
afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Hou er rekening mee dat glassplinters bijzonder moeilijk te zien zijn. Draai ter controle het loopwiel van de afvoerpomp
met de hand. Het loopwiel draait niet
soepel, maar schoksgewijs.
-
^
Druk de vergrendeling van de terug
slagklep naar binnen a.
^
Til de terugslagklep omhoog en ver
wijder de terugslagklep b. Spoel
deze vervolgens onder stromend wa
ter goed af.
64
^
Zet de terugslagklep weer zorgvuldig
op zijn plaats.
,
De terugslagklep moet vastklik
ken!
Reinig de afvoerpomp en de terug
slagklep voorzichtig. Zo vermijdt u
dat u delicate onderdelen bescha
digt.
-
-
-
-
-
Service-afdeling
Reparaties
Mocht u een opgetreden storing on
danks bovenstaande tips niet zelf kun
nen verhelpen, neem dan contact op
met:
de Miele-vakhandel of
–
de Technische Dienst van Miele
–
Het telefoonnummer van de Tech
nische Dienst van Miele vindt u op
de achterzijde van deze gebruiks
aanwijzing.
^ Wanneer u de Technische Dienst in-
schakelt, geef dan het model en het
nummer van de afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het typeplaatje aan de rechter zijkant van de
deur.
-
-
-
Programma-actualisering (Update)
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten
en afwasvoorschriften zullen in de toe
-
komst veranderingen ondergaan. De
spoel- en afwasprogramma's zullen
daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe
komst in staat zijn het afwasprogramma
te updaten en in het geheugen van uw
afwasautomaat op te slaan. Miele zal
zelf aangeven wanneer de program
ma's kunnen worden geactualiseerd.
Voor testinstituten
In de brochure "Vergelijkende tests"
vindt u alle vereiste informatie over vergelijkende tests en geluidsmetingen.
Aarzel niet om deze up-to-date
brochure aan te vragen per e-mail bij:
– testinfo|miele.de
^ Geef daarbij het model en het num-
mer van de afwasautomaat op. Zie
typeplaatje.
-
-
-
65
Programmaoverzicht
Soort vaatwerkSoort etensrestenProgramma-eigenschap
pen
Gemengd
niet-teer vaatwerk
Temperatuurgevoelige
glazen en vaatwerk van
kunststof
Gemengd
vaatwerk
Kookpotten,
pannen,
niet-teer
porselein en
bestek
typisch huishoudelijke
die gemakkelijk loskomen
die lichtjes aangekoekt zijn
Alle
etensresten
Recente
etensresten
Normale
etensresten
Sterk aangekoekte,
opgedroogde,
zetmeel- of
eiwithoudende
etensresten
1)
Variabel,
sensorgestuurd verloop
Ingekort verloop
Behoedzaam verloop
dankzij een lage tempera
tuur
Gemiddelde
programmawaarden
Ingekort verloop
Water- en
energiebesparend
verloop
Maximaal
reinigingsvermogen
Ingekort verloop
-
1)
Zetmeelhoudende etensresten zijn bijv. resten van aardappels, pasta, rijst, stamppot of hutsepot.
Eiwithoudende etensresten zijn bijv. resten van gebraden vlees, vis, eieren, soufflés of gratins.
66
Programmaoverzicht
ProgrammaReinigingsmiddel
Automatic
+ Turbo
Fijn
Licht vervuild 50°C
+ Turbo
ECO
Vakje I
–
–
–
–
2)
Vakje II
1 tablet
25 ml
of
1 tablet
20 ml
of
1 tablet
25 ml
of
25 ml
of
1 tablet
2)
3)
Intensief 75°C
+ Turbo
2)
Zie rubriek "Reinigingsmiddel".
3)
Het is mogelijk dat bepaalde tabletten niet volledig oplossen.
10 ml
25 ml
of
1 tablet
67
Programmaoverzicht
ProgrammaProgrammaverloop
VoorspoelenReinigen
°C
TussenspoelenNaspoelen°CDrogen
12
AutomaticVariabel programmaverloop,
Fijn !X45X55X
1)
ECO
Licht vervuild 50 °C50X68X
Intensief 75 °CX75X68X
1) Standaardprogramma voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk.
Dit programma is voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk het efficiëntst qua energie- en wa-
terverbruik.
sensorgestuurde aanpassing aan de hoeveelheid vaatwerk en de etensresten
Indien nodig45-65Indien nodig68X
45X60X
68
Programmaoverzicht
55 °C
kWh
2)
4)
6)
LiterKoud water
10,03)-17,0
4)
10,02:522:43
15 °C
u:min
1:36-2:381:23-2:21
Verbruik
StroomWater
4)
6)
Warm water
0,703)-1,00
0,595)/ 0,58
Koud water
15 °C
kWh
3)
0,95
-1,35
0,850,4513,01:401:30
5)
/ 0,93
0,94
1,200,9010,01:421:33
1,551,1513,02:402:29
2) De opgegeven waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door
wisselende omstandigheden of door de invloed van sensoren duidelijk variëren.
Bij de aangegeven duur zijn wij uitgegaan van een normaal huishouden.
Door de functie "Turbo" (afhankelijk van het model) te kiezen, kan een programma met maximaal
50 minuten worden ingekort. Het stroomverbruik kan hierbij maximaal 0,2 kWh stijgen.
3) Halfvol met licht vervuild vaatwerk
4) Vol met sterk vervuild vaatwerk
5) Toestellen met besteklade
6) Toestellen met bestekkorf
Duur
2)
Warm water
55 °C
u:min
69
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Uw afwasautomaat nog efficiënter gebruiken
Om uw toestel nog beter op uw individuele wensen af te stemmen, kunt u bij uw
Miele-handelaar of via de Service After Sales van Miele extra toebehoren ver
krijgen.
Het is mogelijk dat bepaald toebehoren al tot de standaarduitrusting van uw toe
stel behoort. Dit hangt af van het model.
U wilt...dan hebt u nodig...
-
-
...afzonderlijke onderdelen van de
Miele Cappuccinatore afwassen
...extra ruimte om bestek af te wassen...een bestekkorf voor de onderste
...glazen met lange stelen afwassen...een glasbeugel voor de onderste
...een Cappuccinatore-inzet voor de
bovenste korf
korf
korf
70
Elektrische aansluiting
De afwasautomaat is standaard voor
zien van een aansluitkabel met stekker
voor aansluiting op een stopcontact
met aarding.
De afwasautomaat moet zo wor
,
den geplaatst dat men altijd zonder
problemen bij het stopcontact kan
komen.
Gebruik om veiligheidsredenen geen
verlengkabel. Het gebruik van een
verlengkabel verhoogt het risico op
oververhitting en daarmee op brand.
Wanneer de aansluitkabel is bescha
digd, moet deze door een speciale
aansluitkabel worden vervangen. Neem
contact op met uw Miele-handelaar of
met de dienst Herstellingen aan huis
van Miele. Om veiligheidsredenen mag
de aansluitkabel alleen door gekwalificeerde vakmensen of door de dienst
Herstellingen aan huis van Miele worden vervangen.
-
-
-
Controleer voordat u de afwas
,
automaat in gebruik neemt of de
elektrische gegevens van uw elek
trische installatie (spanning, fre
quentie en zekering) overeenkomen
met de gegevens op het typeplaatje
en dat het stopcontact geschikt is
voor de stekker van de afwasauto
maat.
De technische gegevens vindt u op het
typeplaatje aan de rechterzijkant van
de deur.
De elektrische installatie moet
,
volgens VDE 0100 uitgevoerd zijn!
-
-
-
-
Het toestel mag niet op gelijkstroomwisselstroommutators worden aange
sloten, die bijvoorbeeld bij stroomvoorziening op zonne-energie worden
gebruikt. In dat geval kunnen er zich bij
het inschakelen van het toestel span
ningspieken voordoen, die ertoe kun
nen leiden dat het toestel wordt uitge
schakeld om veiligheidsredenen. De
elektronische besturing kan bescha
digd raken!
De stekker van de aansluitkabel van het
toestel mag niet worden vervangen
door een energiebesparende stekker
(bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor
wordt de energietoevoer naar het toe
stel verminderd en wordt het toestel te
warm.
-
-
-
-
-
-
-
71
Wateraansluiting
Het Waterproof System van
Miele
Bij vakkundige installatie geeft Miele de
garantie dat het Waterproof System een
grondige bescherming tegen water
schade biedt tijdens de hele levens
duur van de afwasautomaat.
-
-
Watertoevoer
Het water in de afwasautomaat
,
is geen drinkwater!
De afwasautomaat mag worden aan
–
gesloten op koud of warm water tot
maximaal 60 °C.
Wanneer u beschikt over energiebe
sparende warmwaterbereiding, ra
den wij u aan om de afwasautomaat
op warm water aan te sluiten. Zo be
spaart u stroomkosten en tijd. Er
wordt in alle programma's met warm
water afgewassen.
– De watertoevoerslang is ca. 1,5 m
lang. Er is een 1,5 m lange, flexibele
metalen slang (proefdruk
14000 kPa/140 bar) verkrijgbaar.
– Voor de aansluiting is een water-
kraan met
noodzakelijk.
– Een terugslagklep is niet noodzake-
lijk, aangezien het toestel voldoet
aan de waterveiligheidsnormen.
3
/4"-schroefkoppeling
-
-
-
-
72
–
De waterdruk (stromingsdruk bij de
wateraansluiting) moet tussen de 30
en 1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen.
Is de druk hoger, dan moet een druk
reduceerventiel worden ingebouwd.
Controleer nadat u het toestel voor
het eerst in gebruik hebt genomen
of de watertoevoer niet lekt om na te
gaan of de aansluiting goed is uitge
voerd.
-
-
Om schade aan het toestel te
,
voorkomen, mag u de afwasauto
maat alleen op een volledig ont
luchte waterleiding aansluiten.
-
-
! De watertoevoerslang mag niet
korter worden gemaakt of beschadigd want in de slang zitten onderdelen die onder spanning staan
wanneer het toestel wordt aangesloten op het elektriciteitsnet (zie af
beelding).
-
Wateraansluiting
73
Wateraansluiting
Waterafvoer
In de afvoer van de afwasautomaat
–
bevindt zich een terugslagklep, zo
dat er geen vuil water via de afvoer
slang in de afwasautomaat terug kan
stromen.
De afwasautomaat is voorzien van
–
een flexibele afvoerslang van
ca. 1,5 m met een diameter van
22 mm binnenwerks.
De afvoerslang kan met nog een
–
slang en met een verbindingsstuk
worden verlengd.
De afvoerslang mag maximaal 4 m
lang zijn en de opvoerhoogte mag
maximaal 1 m zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bovendien een slangklem bij de afwasautomaat meegeleverd (zie montageschets).
Controleer nadat u het toestel voor
-
het eerst in gebruik hebt genomen
of de waterafvoer niet lekt om na te
gaan of de aansluiting goed is uitge
voerd.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opstelling dieper dan de ge
leiding voor de wieltjes van de onderste
korf in de deur, dan moet de wateraf
voer worden belucht. Gebeurt dat niet,
dan kan het water tijdens een program
ma door de werking van de sifon uit de
spoelruimte stromen.
Hoe beluchten:
^ Open de deur van de afwasautomaat
volledig.
-
-
-
-
– De slang kan langs rechts of links
worden geplaatst.
–
De aansluittuit voor de afvoerslang is
geschikt voor slangen van verschil
lende diameters. Steekt de aansluit
tuit te ver in de afvoerslang, dan
moet de aansluittuit korter worden
gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan
de afvoerslang verstopt raken.
–
De afvoerslang mag niet korter wor
den gemaakt!
,
Zorg ervoor dat er geen knikken
in de afvoerslang komen!
74
-
-
-
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal deze eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelruimte af.
Technische gegevens
Model afwasautomaatNormaalXXL
Hoogte vrijstaand toestel84,5 cm
(verstelbaar + 3,5 cm)
Hoogte inbouwtoestel80,5 cm
(verstelbaar + 6,5 cm)
Hoogte van de inbouwnisVanaf 80,5 cm
(+ 6,5 cm)
Breedte59,8 cm59,8 cm
Breedte van de inbouwnis60 cm60 cm
Diepte
Vrijstaand toestel
Inbouwtoestel
GewichtMax. 67 kgMax. 59 kg
Spanning230 V230 V
Aansluitwaarde2200 W2200 W
Zekering10 A10 A
Energieverbruik in
uitstand
Energieverbruik in
niet-uitgeschakelde toestand
KeurmerkKEMA, VDE, radio- en
Waterdruk30 - 1000 kPa
WarmwateraansluitingTot max. 60 °CTot max. 60 °C
OpvoerhoogteMax. 1 mMax. 1 m
AfpomplengteMax. 4 mMax. 4 m
AansluitkabelCa. 1,7 mCa. 1,7 m
Capaciteit13/14 couverts*13/14 couverts*
60 cm
57 cm
0,20 W0,20 W
0,30 W0,30 W
tv-ontstoring
(0,3 - 10 bar)
-
84,5 cm
(verstelbaar + 6,5 cm)
Vanaf 84,5 cm
(+ 6,5 cm)
57 cm
KEMA, VDE, radio- en
tv-ontstoring
30 - 1000 kPa
(0,3 - 10 bar)
* afhankelijk van het model
75
Wijzigingen voorbehouden /
G4410/G4415 / 5013
M.-Nr. 09 401 610 / 02
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.