Miele G4300, G4302, G4305, G4307 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Afwasautomaat
Lees beslist de gebruiksaanwijzing en de montage-instructies voordat u uw afwas­automaat plaatst, installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan het toestel.
M.-Nr. 09 251 280
Page 2
Inhoud
Beschrijving van het toestel .........................................4
Het toestel in één oogopslag..........................................4
Bedieningspaneel ..................................................5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid ..................................6
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu .......................16
Het wegdoen van het verpakkingsmateriaal .............................16
Uw toestel afdanken ...............................................16
Spaarzaam afwassen ..............................................17
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt ..................18
Het openen van de deur ............................................18
Het sluiten van de deur .............................................18
Kinderslot........................................................18
Waterontharder ...................................................19
Het programmeren van de waterhardheid ............................20
Het controleren van de geprogrammeerde waterhardheid ...............21
Voor het eerste gebruik hebt u nodig: ..................................22
Regenereerzout doseren ............................................22
Controlelampje voor het bijvullen van zout ..............................23
Naspoelmiddel....................................................24
Het doseren van naspoelmiddel ......................................24
Controlelampje voor het naspoelmiddel ................................25
Het instellen van de hoeveelheid te doseren naspoelmiddel ................26
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen .....................27
Vaatwerk en bestek die niet geschikt zijn voor de afwasautomaat ............28
Bovenste korf .....................................................29
Kopjesrooster (afhankelijk van het model) ............................29
Bovenste korf in de hoogte verstellen ...............................30
Onderste korf .....................................................31
Bestek ..........................................................32
Besteklade (afhankelijk van het model) ..............................32
Bestekkorf (afhankelijk van het model)...............................33
Bediening .......................................................34
Reinigingsmiddelen ................................................34
Het doseren van reinigingsmiddel.....................................35
Afwasautomaat inschakelen .........................................36
Programma kiezen.................................................36
Programma starten ................................................36
Weergave van het programmaverloop .................................36
2
Page 3
Inhoud
Stand-bymodus ...................................................37
Einde van het programma ...........................................37
Afwasautomaat uitschakelen .........................................38
Vaatwerk uit de afwasautomaat halen ..................................38
Programma onderbreken............................................38
Van programma wisselen ...........................................38
Extra functies ....................................................39
Turbo ...........................................................39
Fabrieksinstellingen ................................................39
Startuitstel .......................................................40
Reiniging en onderhoud ...........................................42
Spoelruimte reinigen ...............................................42
Deurdichting en deur reinigen........................................42
Voorzijde van het toestel reinigen .....................................43
Zeefcombinatie in de spoelruimte reinigen ..............................44
Sproeiarmen reinigen ..............................................46
Wat gedaan als... .................................................47
Technische storingen ..............................................47
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer ...............................49
Algemene problemen met de afwasautomaat............................50
Geluiden ........................................................51
Onbevredigend resultaat............................................52
Storingen verhelpen ..............................................55
De filter in de watertoevoer reinigen ...................................55
Afvoerpomp en terugslagklep reinigen .................................56
Service-afdeling ..................................................57
Reparaties.....................................................57
Programma-actualisering (Update) .................................57
Voor testinstituten .................................................57
Programmaoverzicht ..............................................58
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren ................................62
Elektrische aansluiting ............................................63
Wateraansluiting .................................................64
Het Waterproof System van Miele .....................................64
Watertoevoer .....................................................64
Waterafvoer ......................................................66
Technische gegevens .............................................67
3
Page 4
Beschrijving van het toestel
Het toestel in één oogopslag
a Bovenste sproeiarm (niet zichtbaar)
b Besteklade (afhankelijk van het mo
del)
c Bovenste korf
d Middelste sproeiarm
e Luchttoevoer voor het drogen
(afhankelijk van het model)
f Onderste sproeiarm
4
g Filter
-
h Typeplaatje
i Kinderbeveiliging in de deurgreep
(niet zichtbaar)
j Reservoir voor naspoelmiddel
k Tweevaksdoseerbakje voor reini
gingsmiddel
l Reservoir voor regenereerzout
-
Page 5
Bedieningspaneel
Beschrijving van het toestel
a Programmakeuze
b Display (weergave van de
startuitsteltijd)
c Weergave van het programmaver-
loop
d Toets K (aan-uittoets)
e Controlelampjes "Toevoer/Afvoer",
"Naspoelmiddel" en "Zout"
In deze gebruiksaanwijzing worden meerdere afwasautomaatmodellen be schreven. Deze hebben verschillende hoogten. Deze modellen worden in de gebruiksaanwijzing als volgt aangeduid: Normaal = Afwasautomaat met een hoogte van 80,5 cm (inbouwtoestel)
of 84,5 cm (vrijstaand toestel)
XXL = Afwasautomaat met een hoogte van 84,5 cm.
f Toets "Start/Stop" en controlelampje
"Start/Stop"
g Toets "Startuitstel"
h Toets "Turbo" en controlelampje "Tur-
bo"
i Toets "Programma"
-
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deze afwasautomaat voldoet aan de voorgeschreven veiligheids voorschriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers ech ter letsel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees de montage-instructies op de montageschets en de ge bruiksaanwijzing daarom aandachtig door voordat u deze afwas automaat plaatst en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u vermijdt schade aan de afwasautomaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en de montageschets en geef deze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.
-
-
Juist gebruik
Deze afwasautomaat is bedoeld voor gebruik in het huishouden
~
en gelijkaardige omgevingen.
Deze afwasautomaat is niet bestemd voor gebruik buiten.
~
Gebruik de afwasautomaat uitsluitend in huishoudelijke context
~
voor het afwassen van huishoudelijk vaatwerk. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten. Miele is niet ver­antwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een ander ge bruik dan wat hier wordt vermeld of door foutieve bediening.
-
-
-
Personen die door hun fysieke, zintuiglijke of geestelijke mogelijk
~
heden of hun onervarenheid of gebrek aan kennis niet in staat zijn om deze afwasautomaat veilig te bedienen, mogen deze afwasauto maat alleen onder het toezicht of de begeleiding van een verant woordelijk iemand gebruiken.
6
-
-
-
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Kinderen in het huishouden
Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van de afwas
~
automaat worden gehouden, tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de afwasautomaat zonder toe
~
zicht bedienen, maar alleen wanneer hun de bediening ervan zo uit gelegd is dat ze de afwasautomaat veilig kunnen bedienen. Kin deren moeten de eventuele risico's van een foutieve bediening kun nen beseffen.
Kinderen mogen de afwasautomaat niet zonder toezicht reinigen
~
of onderhouden.
Hou kinderen die in de buurt van de afwasautomaat komen in het
~
oog. Laat ze nooit met de afwasautomaat spelen. Wanneer zij dit doen, bestaat het gevaar dat ze zich in de afwasautomaat opsluiten!
Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanra-
~
king kunnen komen! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in mond en keel veroorzaken of tot verstikking leiden. Laat kinderen niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de afwasautomaat aanwezig kunnen zijn. Ga direct naar de dokter wanneer uw kind reinigingsmiddel binnen gekregen heeft.
-
-
-
-
-
-
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Controleer vóórdat de afwasautomaat wordt geplaatst of het toe
~
stel aan de buitenkant zichtbaar beschadigd is. Is dat het geval, neem de afwasautomaat dan in geen geval in gebruik. Een afwasau tomaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in gevaar brengen.
De afwasautomaat mag alleen via een 3-polige stekker met aar
~
ding op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De stekker mag niet worden afgeknipt om het toestel vast aan te sluiten. U moet na plaatsing van de afwasautomaat zonder problemen bij het stopcon tact kunnen komen.
Wanneer zich in de buurt van de afwasautomaat een elektrisch
~
toestel bevindt, let er dan op dat de stekker van dit toestel niet schuilgaat achter de afwasautomaat. Aangezien de inbouwnis niet altijd diep genoeg is, kan er druk op de stekker ontstaan, wat het ri­sico op oververhitting en daarmee op brand verhoogt.
De afwasautomaat mag niet onder een kookvlak worden geïnstal-
~
leerd. Een kookvlak straalt voor een deel hoge temperaturen af waardoor de afwasautomaat beschadigd zou kunnen raken. Om de­zelfde reden mag de afwasautomaat niet direct naast warmteprodu­cerende toestellen worden geplaatst die niet standaard tot de keu kenapparatuur behoren.
-
-
-
-
-
De afwasautomaat mag pas op het elektriciteitsnet worden aan
~
gesloten, nadat deze is geplaatst en geïnstalleerd en nadat de deurveren zijn ingesteld.
8
-
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Controleer of de elektrische waarden van uw elektrische installa
~
tie (spanning, frequentie en zekering) overeenkomen met de gege vens op het typeplaatje.
De elektrische veiligheid van deze afwasautomaat, wordt enkel
~
gewaarborgd als het toestel op een aardsysteem aangesloten is dat volgens de voorschriften geïnstalleerd is. Het is heel belangrijk dat aan deze fundamentele veiligheidsvoorwaarde is voldaan. Laat uw elektrische installatie bij twijfel door een vakman of vakvrouw con troleren. De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of gewoon ontbrak. Er be­staat in dat geval onder andere gevaar voor elektrische schokken.
Gebruik uit veiligheidsoverwegingen geen ongeschikte
~
stopcontactenblokken of ongeschikte verlengkabels om de afwas­automaat aan te sluiten. Die bieden niet voldoende veiligheidsga­ranties. Er bestaat onder andere gevaar voor oververhitting.
Deze afwasautomaat mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op
~
een schip) worden gebruikt.
-
-
-
Plaats de afwasautomaat niet in een vertrek waar het kan vriezen.
~
Bevroren waterslangen kunnen onder druk scheuren of springen. De betrouwbaarheid van de elektronische besturing kan door tempera turen onder het vriespunt in het gedrang komen.
-
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Het kunststof omhulsel van de wateraansluiting bevat een elek
~
trisch onderdeel. Dompel het omhulsel niet in vloeistof.
In de watertoevoerslang bevinden zich delen die onder spanning
~
staan wanneer het toestel op het elektriciteitsnet is aangesloten. De slang mag daarom niet worden ingekort.
Het Waterproof System van Miele biedt een betrouwbare be
~
scherming tegen waterschade, maar alleen als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Het toestel moet volgens de voorschriften geïnstalleerd zijn.
– Wanneer er duidelijk sprake is van schade, moet het toestel wor-
den hersteld of moeten de desbetreffende onderdelen worden vervangen.
– Draai de waterkraan dicht bij
lange afwezigheid (bijv. vakantie).
Het Waterproof System werkt ook wanneer de afwasautomaat is uit­geschakeld. De afwasautomaat moet dan wel op het elektriciteitsnet zijn aangesloten.
-
-
Een afwasautomaat die beschadigd is, kan uw veiligheid in ge-
~
vaar brengen. Schakel het toestel meteen uit wanneer het bescha digd is en neem contact op met uw Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele.
10
-
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Door ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te on
~
derschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Daarvoor kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld. Herstellingen mag u uitsluitend laten uitvoeren door vakmensen die door Miele erkend zijn. Anders is er bij schade achteraf geen aanspraak meer op garantie.
Laat defecte onderdelen enkel vervangen door originele
~
Miele-wisselstukken. Enkel dan bent u zeker dat ze ten volle voldoen aan de eisen die Miele qua veiligheid stelt.
Bij onderhoudswerken dient u altijd het toestel los te koppelen
~
van het elektriciteitsnet. Schakel daartoe de afwasautomaat uit en trek daarna de stekker uit het stopcontact, of schakel de hoofdscha­kelaar in uw zekeringkast uit.
Wanneer de aansluitkabel is beschadigd, moet deze door een
~
speciale aansluitkabel worden vervangen. Neem contact op met uw Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Om veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door een door Miele erkende vakman of vakvrouw of door de dienst Herstellingen aan huis van Miele worden vervangen.
-
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Deskundige plaatsing
Neem bij plaatsing en aansluiting van de afwasautomaat de
~
montage-instructies in de montageschets in acht.
Wees voorzichtig vóór en tijdens het plaatsen en installe
~
ren van de afwasautomaat. U loopt het risico zich te ver wonden/snijden aan bepaalde metalen onderdelen. Draag beschermende handschoenen.
Om een perfecte werking te waarborgen, dient u het toestel wa
~
terpas op te stellen.
Voor de stabiliteit van de afwasautomaat is het noodzakelijk dat
~
onder of in te bouwen afwasautomaten uitsluitend worden geplaatst onder een doorlopend werkblad dat is vastgeschroefd aan de kas­ten die ernaast staan.
Wilt u van een vrijstaande afwasautomaat een onderbouwafwas-
~
automaat maken, vervang het sokkelpaneel dan door een sokkelpa­neel dat hoort bij onderbouwafwasautomaten. Gebruik daarvoor de daarbij horende ombouwset. Doet u dat niet, dan loopt u het risico zich aan uitstekende metalen onderdelen te verwonden.
De deurveren moet aan beide kanten gelijk worden ingesteld. Om
~
te controleren of ze juist zijn ingesteld, opent u de deur gedeeltelijk (openingshoek van ca. 45°). Laat de deur vervolgens los. Als de deur in de geopende stand blijft staan, zijn de deurveren juist inge steld. De deur mag niet ongeremd naar beneden vallen.
-
-
-
-
12
Page 13
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Veilig gebruik
Gebruik geen oplosmiddelen in de spoelruimte. Dit in verband
~
met explosiegevaar.
Adem geen poedervormige reinigingsmiddelen in! Slik geen reini
~
gingsmiddelen in! Reinigingsmiddelen kunnen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een reinigingsmiddel hebt ingeademd of ingeslikt.
Laat de deur van de afwasautomaat niet onnodig openstaan. U
~
zou zich daaraan kunnen stoten.
Het vaatwerk kan na afloop van het programma zeer heet zijn!
~
Laat het vaatwerk daarom na het uitschakelen van de automaat in de afwasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer de deur openstaat, ga daar dan niet op zitten of staan.
~
Doet u dat wel, dan kan het toestel kantelen. Daarbij kunt u letsel oplopen of kan het toestel beschadigd raken.
Gebruik uitsluitend reinigingsmiddelen voor huishoudafwasauto-
~
maten. Gebruik geen handafwasmiddelen! Gebruik uitsluitend na­spoelmiddelen voor huishoudafwasautomaten!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die voor bedrijfs- of industriële
~
afwasautomaten zijn ontwikkeld. Doet u dat wel, dan kan er materië le schade ontstaan en kunnen er hevige chemische reacties optre den (bijv. een knalgasreactie).
-
-
-
13
Page 14
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vul het naspoelmiddelreservoir niet met poedervormig of vloei
~
baar reinigingsmiddel. Dit zou het naspoelmiddelreservoir bescha digen!
Vul het zoutreservoir niet met poedervormig of vloeibaar reini
~
gingsmiddel. Het reinigingsmiddel zou de waterontharder bescha digen.
Gebruik uitsluitend speciaal grofkorrelig regenereerzout of ander
~
zout dat speciaal is ontwikkeld voor afwasautomaten. Gebruik in geen geval andere soorten zout. Die bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de waterontharder.
Hebt u een afwasautomaat met een bestekkorf (afhankelijk van
~
het model), dan plaatst u bestek zo in de vakken van de bestekkorf dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken beneden zitten. Dit is veiliger. Hou ermee rekening dat u zich kunt verwonden aan snijkanten en punten van vorken die naar boven gericht zijn. Wel is het zo dat bestek gemakkelijker wordt gereinigd en gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en de gre­pen beneden zitten.
-
-
-
-
Reinig geen kunststof vaatwerk in de afwasautomaat dat niet hit
~
tebestendig is, zoals wegwerpbakjes of wegwerpbestek. Dit soort vaatwerk kan door de hoge temperaturen vervormen.
Wanneer u de extra functie "Startuitstel" gebruikt (afhankelijk van
~
het model), moet u ervoor zorgen dat het doseerbakje voor het reini gingsmiddel droog is. Reinigingsmiddel gaat in een vochtig doseer bakje klonteren en wordt misschien niet volledig weggespoeld.
14
-
-
-
Page 15
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Toebehoren
Alleen toebehoren dat Miele uitdrukkelijk heeft goedgekeurd,
~
mag worden gemonteerd of ingebouwd. Worden er andere onder delen gemonteerd of ingebouwd, dan vervalt het recht op garantie en/of de productaansprakelijkheid.
Wat met een afgedankte afwasautomaat?
-
Maak het deurslot onbruikbaar zodat kinderen zich niet in het toe
~
stel kunnen opsluiten. Verwijder hiertoe de sluithaak van het deur slot.
Wanneer de veiligheidsinstructies niet worden gevolgd, kan de fabrikant niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daar eventueel het gevolg van is.
-
-
15
Page 16
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Het wegdoen van het verpak
-
kingsmateriaal
De verpakking beschermt het toestel tegen transportschade. Er werd voor milieuvriendelijk en recycleerbaar ver pakkingsmateriaal gekozen.
Het gaat om de volgende soorten mate riaal:
Buitenverpakking:
Golfkarton van 100 %
kringloopmateriaal, andere mogelijkheid: stretchfolie/wikkelfolie van polyethy­leen (PE)
– Kunststofomsnoeringsbanden van
polypropyleen (PP)
Binnenverpakking:
– Expansieve polystyreen (EPS) zon-
der toevoeging van chloor of fluor
– Bodem, deksellijst en steunlijsten van
onbehandeld hout van bosteeltkundig beheerde bossen
Beschermingsfolie van polyethyleen (PE)
Het recycleren van het verpakkingsma teriaal vermindert de afvalproductie en het gebruik van grondstoffen. Uw Miele-handelaar neemt de verpakking terug of geeft u informatie over de dichtstbijzijnde mogelijkheid voor teruggave.
-
Uw toestel afdanken
Oude elektrische en elektronische toe stellen bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio neren en de veiligheid van het toestel nodig waren. Als deze stoffen bij het
­restafval terechtkomen of verkeerd wor
den behandeld, kunnen ze schade be rokkenen aan de gezondheid van men sen en het milieu. Geef uw oud toestel dus niet mee met het gewone huisvuil.
Breng het toestel liever naar het dichtst­bijzijnde gemeentelijk containerpark. Vraag meer informatie aan uw Miele­handelaar.
Zorg er ook voor dat het toestel kindveilig wordt bewaard voor u het wegbrengt.
Alle kunststofonderdelen van het toestel
­zijn gemarkeerd met een internationaal
erkend symbool. Daardoor kan bij het afdanken van het toestel het kunststofafval correct worden geschei den voor milieuvriendelijke recyclage.
-
-
-
-
-
-
16
Page 17
Uw bijdrage aan de bescherming van het milieu
Spaarzaam afwassen
Deze afwasautomaat werkt uiterst water- en energiebesparend. U kunt nog spaarzamer te werk gaan als u de volgende adviezen volgt:
Het is mogelijk om de afwasautomaat
^
op warm water aan te sluiten. Bijzon der geschikt is een warmwateraan sluiting bij een energetisch gunstige warmwaterbereiding, bijv. zonne-energie met circulatieleiding. Bij elektrisch verwarmde installaties is het echter aan te bevelen om uw toestel op koud water aan te sluiten.
^ Benut de volledige beladingscapaci-
teit van de rekken zonder de afwas­automaat te overladen. Zo wast u het efficiëntst af.
^ Kies een afwasprogramma dat past
bij het soort vaatwerk en de mate van vervuiling.
-
-
^ Gebruik het programma "Energie
Spaar" om energie te besparen. Dit programma is voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk het efficiëntst qua energie- en waterver bruik.
^
Neem de doseeraanwijzingen van de reinigingsmiddelfabrikant in acht.
^
Wanneer u poedervormig of vloei baar reinigingsmiddel gebruikt en de rekken maar half beladen zijn, kunt u de hoeveelheid reinigingsmiddel met
1
/3reduceren.
-
-
17
Page 18
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het openen van de deur
^ Pak de deur bij de deurgreep en
druk het deurslot naar boven.
Wanneer de deur wordt geopend terwijl de afwasautomaat in gebruik is, worden alle functies automatisch onderbroken.
Het sluiten van de deur
^ Schuif de korven naar binnen.
Kinderslot
Met het kinderslot kunt u voorkomen dat kinderen de deur van de wasauto­maat opendoen.
^ Schuif het schuifje onder de deur-
greep naar rechts om de deur te ver­grendelen.
^ Schuif het schuifje naar links om de
deur te ontgrendelen.
^
Sluit de deur totdat deze vastklikt.
18
Page 19
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Waterontharder
Om goede reinigingsresultaten te be reiken heeft de afwasautomaat zacht (kalkarm) water nodig. Bij hard water ontstaat er witte kalkaan slag op het vaatwerk en op de wanden van de spoelruimte. Water met een waterhardheid van 4° Duitse of 7° Franse moet daarom wor den onthard. Daar wordt in de inge bouwde waterontharder automatisch voor gezorgd.
De waterontharder heeft daarvoor
wel regenereerzout nodig.
– De afwasautomaat moet precies wor-
den geprogrammeerd naar de hard­heid van uw water.
^ Informeer bij het plaatselijke waterlei-
dingbedrijf wat voor hardheidsgraad uw water precies heeft.
Programmeer bij een variërende water­hardheid (bijv. 37 - 50 ° Duitse ofwel 67 - 90 ° Franse) altijd de hoogste waarde (in dit voorbeeld 50 °d of 90 °f).
-
-
-
Vanuit de fabriek is een waterhard heid van 12 - 15 °d ofwel 22 - 27 °f ge programmeerd.
Wanneer deze waterhardheid overeen
-
komt met de hardheid van uw eigen water, hoeft u dit hoofdstuk niet verder te lezen.
Wanneer uw water echter een andere hardheid heeft, moet u deze via de toetsen en de programmakeuzeschake laar van uw bedieningspaneel pro grammeren.
-
-
-
-
-
Bij een eventuele reparatie is het voor de monteur makkelijk om de hardheid van uw water te weten.
^
Noteer daarom de hardheid van uw water:
°d
19
Page 20
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het programmeren van de waterhard heid
Bij het programmeren gaan iedere keer nadat u op een toets hebt gedrukt weer andere controlelampjes knipperen en branden. Voor de programmering zijn echter al
­leen die controlelampjes van belang die in de volgende stappen worden ge noemd.
U kunt het programmeren altijd zon der problemen afbreken en van vo
-
-
ren af aan beginnen, wanneer u de afwasautomaat met de K-toets uit­schakelt.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
^ Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
drukken en schakel tegelijk de af­wasautomaat met de K-toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de Start/Stop-toets drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat bran­den.
De ingestelde hoeveelheid is te zien
-
aan het knipperritme van het controle lampje "Reinigen" Zie tabel.
°d mmol/l °f Knipper-
1 - 4 0,2 - 0,7 2- 7 1 x kort
5 - 7 0,9 - 1,3 9- 13 2 x kort
-
8 - 11 1,4 - 2,0 14- 20 3 x kort
12 - 15 2,2 - 2,7 22- 27 4 x kort
16 - 20 2,9 - 3,6 29- 36 5 x kort
21 - 25 3,8 - 4,5 38- 45 6 x kort
26 - 30 4,7 - 5,4 47- 54 7 x kort
31 - 36 5,6 - 6,5 56- 65 8 x kort
37 - 45 6,7 - 8,1 67- 81 9 x kort
46 - 70 8,3 - 12,6 83-126 1 x lang
^ Kies met de Start/Stop - toets het
knipperritme dat hoort bij de hard­heid van uw water. Bij iedere druk op de toets krijgt men een hogere waterhardheid. Na de hoogste waterhardheid begint het tellen weer van voren af aan.
-
ritme
"Reinigen"
Als dit niet het geval is, begint u op
-
nieuw.
^
Druk 2 keer op de Startuitsteltoets.
Het controlelampje van het onderste programma knippert 2 keer kort in inter vallen en het controlelampje "Reinigen" knippert 4 keer kort in intervallen. Dit is vanuit de fabriek ingesteld).
20
Voorbeeld:
De waterhardheid bedraagt 22 °d of 40 °f. Het controlelampje "Reinigen" knip pert 6 keer kort in intervallen .
-
^
Schakel de afwasautomaat met de K-toets uit.
-
Page 21
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het controleren van de geprogram meerde waterhardheid
Schakel de afwasautomaat met de
^
K-toets uit.
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop
^
drukken en schakel tegelijk de af wasautomaat met de K-toets in. Blijf daarbij minstens 4 seconden op de Start/Stop-toets drukken totdat het controlelampje "Start/Stop" gaat bran den.
Druk 2 keer op de Startuitsteltoets.
^
Het controlelampje "Reinigen" knippert in dat ritme dat hoort bij de ingestelde waterhardheid. Zie tabel.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
-
-
-
21
Page 22
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Voor het eerste gebruik hebt u nodig:
ca. 2 l water,
ca. 2 kg regenereerzout,
reinigingsmiddel voor huishoudaf
wasautomaten,
naspoelmiddel voor huishoudafwas
automaten.
Iedere afwasautomaat wordt in de fa briek op zijn werking getest. Als gevolg van deze tests blijft er wa­ter in het toestel achter. Dit betekent niet dat het toestel eerder door een andere consument is gebruikt.
-
Regenereerzout doseren
Doseer ook regenereerzout als u multifunctionele reinigingsmiddelen gebruikt. Zo garandeert u een opti maal reinigingsresultaat en een duurzame werking van de onthar der.
-
Ligt de hardheid van uw water steeds onder de 4 °d (= 0,7 mmol/l), dan hoeft u geen
-
zout te doseren. U moet dan echter wel de afwasau tomaat instellen op de hardheid van uw water.
Belangrijk! Wanneer u het zoutreser­voir voor de eerste keer met regene­reerzout wilt vullen, vul het dan eerst met ca. 2 l water. Zo kan het zout oplossen. Nadat u de afwasauto­maat in gebruik hebt genomen zit er altijd genoeg water in het reservoir.
-
-
-
22
,
Doseer geen poedervormig of vloeibaar reinigingsmiddel in het re servoir voor het regenereerzout, want dan gaat de ontharder kapot.
,
Gebruik uitsluitend het speciale grofkorrelige regenereerzout of an dere zuivere ingedampte zouten. Gebruik in geen geval andere soorten zout. Die bevatten soms niet in water op te lossen deeltjes die een nadelig effect kunnen hebben op de werking van de ontharder.
-
-
Page 23
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Haal de onderste korf uit de spoel
^
ruimte en draai de dop van het zout reservoir open.
Iedere keer wanneer u de dop van het zoutreservoir opendraait loopt er water of zout over de rand van het reservoir. Draai de dop er daarom alleen maar af om zout bij te vullen.
Vul het zoutreservoir voordat u het
^
toestel voor de eerste keer gebruikt met ca. 2 l water.
Controlelampje voor het
-
-
bijvullen van zout
Vul na afloop van een programma
^
zout bij wanneer het controlelampje "Zout" brandt.
Het is mogelijk dat het controlelampje nog korte tijd blijft branden nadat u zout hebt bijgevuld. Het lampje gaat uit zo dra zich een zoutconcentratie heeft ge vormd die hoog genoeg is.
Het controlelampje voor het bijvullen van zout is uitgeschakeld wanneer u de afwasautomaat op een waterhardheid van minder dan 4 °d (= 0,7 mmol/l) hebt ingesteld.
Start direct na het doseren van
,
regenereerzout het programma "Snel" zonder vaatwerk en zonder de functie "Turbo", zodat eventueel ge­morste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
-
-
^
Plaats een trechter in de opening van het zoutreservoir en doseer dan zo veel zout in het zoutreservoir totdat het vol is. In het zoutreservoir kan af hankelijk van het soort zout max. 2 kg.
^
Verwijder de zoutresten die zich rond het zoutreservoir bevinden en schroef de dop weer stevig op het zoutreservoir.
^
Start direct daarna het programma "Snel" zonder vaatwerk (zonder de functie "Turbo", indien aanwezig), zo dat eventueel gemorste zoutresten kunnen worden verdund en daarna weggepompt.
-
-
-
23
Page 24
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Naspoelmiddel
Naspoelmiddel is nodig om ervoor te zorgen dat het water tijdens het drogen als een film van het vaatwerk afloopt en het vaatwerk na het spoelen droogt zonder dat het vlekken gaat vertonen. Het naspoelmiddel wordt in het reser voir voor naspoelmiddel gedoseerd en bij het naspoelen in de ingestelde hoe veelheid automatisch toegevoegd.
Doseer alleen naspoelmiddel
,
voor huishoudafwasautomaten in het naspoelmiddelreservoir. Doseer in geen geval reinigingsmiddelen voor afwasautomaten of reinigingsmid­delen voor de handafwas in het na­spoelmiddelreservoir, want dan gaat het reservoir kapot.
Een andere mogelijkheid is dat u
-
Als u uitsluitend met multifunctionele reinigingsproducten wilt reinigen, hoeft u geen naspoelmiddel te dose ren.
Het doseren van naspoelmid del
-
-
-
– azijn voor huishoudelijk gebruik
(maximaal 5 % zuur)
of
vloeibaar citroenzuur (10%)
gebruikt. Het vaatwerk zal echter voch tiger zijn en meer vlekken vertonen dan wanneer u naspoelmiddel gebruikt.
,
U mag in geen geval azijn met een hoger zuurpercentage (bijv. azijnessence van 25 %) gebruiken. Daarbij kan de afwasautomaat be schadigd worden.
24
-
^ Zet de openingstoets op het deksel
van het naspoelmiddelreservoir in de richting van de pijl. De klep springt open.
-
Page 25
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Controlelampje voor het naspoelmiddel
Doseer zoveel naspoelmiddel totdat
^
het in het zeefje in de vulopening zichtbaar is.
In het naspoelmiddelreservoir kan ca. 110 ml.
^ Sluit het klepje en wel zo dat het dui-
delijk vastklikt. Is het klepje niet goed gesloten dan kan er tijdens het spoe­len water in het naspoelmiddelreser­voir lopen.
^
Veeg eventueel gemorst naspoelmid del goed weg om bij de volgende af wasbeurt sterke schuimvorming te voorkomen.
Wanneer het controlelampje "Naspoel middel" in het bedieningspaneel gaat branden zit er nog een reserve in voor 2 - 3 afwasbeurten.
Vul op tijd naspoelmiddel bij.
^
-
-
-
25
Page 26
Wanneer u het toestel voor het eerst in gebruik neemt
Het instellen van de hoeveel
-
heid te doseren naspoelmiddel
Voor een optimaal resultaat kunt u de dosering van het naspoelmiddel aan passen.
Het te doseren naspoelmiddel is instel baar in hoeveelheden van ca. 0-6 ml. Vanuit de fabriek is een hoeveelheid van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld. Deze hoeveelheid wordt geadviseerd.
Vertoont het vaatwerk vlekken:
Stel een grotere hoeveelheid na
^
spoelmiddel in.
Vertoont het vaatwerk strepen of slui­ers:
^ Stel een lagere hoeveelheid naspoel-
middel in.
^ Schakel de afwasautomaat met de
K-toets uit.
^
Druk op de Start/Stop-toets, blijf erop drukken en schakel tegelijk de af wasautomaat in met de K-toets in. Hou daarbij de Start/Stop-toets min stens 4 seconden ingedrukt tot het controlelampje "Start/Stop" brandt.
Als dit niet het geval is, begint u op nieuw.
-
-
-
-
-
Druk 3x op de Startuitsteltoets.
^
Het controlelampje van het onderste programma knippert 3x kort in interval len.
Het controlelampje "Reinigen" knippert 3x kort in intervallen.
­Vanuit de fabriek is een hoeveelheid
van ca. 3 ml naspoelmiddel ingesteld.
De ingestelde hoeveelheid is te zien aan het knipperritme van het controle lampje "Reinigen". Zie tabel.
Naspoelmiddel
hoeveelheid
in ml
^
Kies met een druk op de Start/Stop-
-
0-
11x
22x
33x
44x
55x
66x
Knipperritme
toets het knipperritme dat hoort bij de hoeveelheid te doseren naspoelmid del.
Bij iedere druk op de toets krijgt men een grotere hoeveelheid.
-
-
8
-
26
De geprogrammeerde hoeveelheid te doseren naspoelmiddel is direct opge slagen.
^
Schakel de afwasautomaat met de K-toets uit.
-
Page 27
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Waar u bij vullen van de afwas automaat op moet letten
Verwijder de ergste etensresten van het vaatwerk.
Het is niet nodig om het vaatwerk van te voren onder stromend water af te spoelen!
Reinig vaatwerk met as, zand,
,
was, smeervet of verf niet in de af wasautomaat. De afwasautomaat zou beschadigd raken door deze stoffen.
U kunt ieder stuk vaatwerk in principe overal in de korven plaatsen. Neem hierbij echter de volgende tips in acht.
– Plaats vaatwerk en bestek zo dat het
niet tegen of op elkaar ligt.
– Plaats het vaatwerk altijd zo dat alle
vlakken door het water kunnen wor­den bereikt. Enkel op die manier is een goed resultaat mogelijk!
Plaats al het vaatwerk zo dat het ste vig staat.
Plaats hol vaatwerk zoals kopjes, gla zen en kommen met de openingen naar beneden in de korven.
-
Plaats vaatwerk met een diepe bo
-
dem zoveel mogelijk schuin in de korf, zodat het water eraf kan lopen.
Let erop dat de sproeiarmen niet
door te hoog of door de korven heen stekend vaatwerk worden geblok keerd. U kunt dit controleren door de sproeiarmen een keer met de hand rond te draaien.
Let erop dat kleine stukken vaatwerk
niet door de spijlen van de korven vallen. Leg dit soort vaatwerk (bijv. dekseltjes) daarom in de besteklade of de bestekkorf.
Levensmiddelen zoals wortels, to­maten of ketchup kunnen natuurlijke kleurstoffen bevatten. Door deze stoffen kunnen kunststof vaatwerk en kunststof onderdelen ervan ver­kleuren, wanneer zij in ruime mate met het vaatwerk in de automaat te­rechtkomen. Deze verkleuring heeft
­echter geen invloed op de stabiliteit
van kunststof vaatwerk.
-
-
-
Plaats hoog, smal, hol vaatwerk niet in de hoeken van de korven, maar zoveel mogelijk in het midden ervan. Het water kan er dan beter bij.
27
Page 28
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Vaatwerk en bestek die niet geschikt zijn voor de afwas
-
automaat
Vaatwerk en bestek die óf helemaal
óf voor een deel uit hout bestaan drogen uit en worden lelijk. Boven dien houdt de lijm niet in de afwasau tomaat. Het gevolg daarvan is dat houten grepen los kunnen raken.
Kunstvoorwerpen, antieke vazen of
glazen met decoraties zijn niet be stand tegen reiniging in de afwasau tomaat.
– Voorwerpen van niet-hittebestendige
kunststof kunnen vervormen.
– Voorwerpen van koper, messing, tin
en aluminium kunnen verkleuren of dof worden.
– Kleurdecoraties op glazuur kunnen
na vele afwasbeurten verbleken.
– Teer glaswerk en kristallen voor-
werpen kunnen na een tijd dof wor­den.
-
-
Wij raden u aan:
Koop serviesgoed van materiaal dat
geschikt is om in een afwasautomaat te worden afgewassen en bestek met de aanduiding "Geschikt voor de afwasmachine".
-
Glazen kunnen na vele afwasbeurten
dof worden. Gebruik voor tere glazen programma's met lage temperaturen (zie rubriek "Programmaoverzicht") of programma's met GlassCare (afhan
-
kelijk van het model) . De kans dat het glaswerk dof wordt is dan kleiner.
Let verder op het volgende:
Zilver dat met zilverpoets is behan-
deld kan na afloop van het afwaspro­gramma nog vochtig zijn doordat het water er niet als een film afloopt. Het zil­ver moet dan met een doek worden af­gedroogd.
Zilver kan verkleuren wanneer het in aanraking komt met levensmiddelen die zwavel bevatten, bijv. eigeel, uien, mayonaise, mosterd, peulvruchten, vis, pekelsaus van vis en marinades.
-
28
,
Aluminium vaatwerk zoals vetfil ters mag niet worden afgewassen met bijtende alkalische reinigings middelen die in bedrijfsafwasauto maten of industriereinigers worden gebruikt. Gebeurt dat wel, dan kan er materiële schade ontstaan. In het ergste geval bestaat het gevaar dat er hevige chemische reacties optre den die tot een explosie kunnen lei den (bijv. een knalgasreactie).
-
-
-
-
-
Page 29
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bovenste korf
Gebruik de afwasautomaat om
,
veiligheidsredenen niet zonder bo venste en onderste korf.
^ Plaats in de bovenste korf klein, licht
en breekbaar vaatwerk zoals glazen, kopjes, schoteltjes en dessertschaalt­jes. U kunt er ook een platte pan in plaatsen.
-
Kopjesrooster (afhankelijk van het model)
Klap het kopjesrooster omhoog om
^
hoog vaatwerk goed te kunnen plaatsen.
Glazen staan steviger wanneer u ze te gen het kopjesrooster aanzet.
Klap het kopjesrooster neer en zet er
^
de glazen tegen.
-
^
Leg erg lang bestek zoals soeple pels, pollepels en lange messen dwars aan de voorkant van de bo venste korf.
-
-
29
Page 30
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bovenste korf in de hoogte verstellen
Om in de bovenste korf of de onderste korf meer plaats te krijgen voor hoger vaatwerk kunt u de bovenste korf in de hoogte verstellen. U kunt kiezen tussen 3 standen met een verschil van telkens ca. 2 cm.
U kunt de bovenste korf ook schuin plaatsen, namelijk met één kant hoog en met één kant laag. Zo zal het water vlotter uit holtes lopen. Let er echter op dat u de korf zonder problemen in de spoelruimte kunt schuiven.
^ Trek de bovenste korf naar buiten.
Afhankelijk van de stand van de boven ste korf kunt u bijv. borden met de vol gende diameters in de korven plaatsen.
Afwasautomaat met besteklade
(model zie typeplaatje)
Stand
van de
bovenste
korf
Boven 15 19 31
Midden 17 21 29
Onder 19 23 27
Afwasautomaat met bestekkorf
(model zie typeplaatje)
Stand
van de
bovenste
korf
Boven 20 24 31
Borddiameter in cm
Bovenste korf Onderste
Normaal XXL
Borddiameter in cm
Bovenste korf Onderste
Normaal XXL
-
korf
korf
-
Om de bovenste korf naar boven toe te verstellen,
^
trekt u de korf naar boven, tot deze vastklikt.
Om de bovenste korf naar onderen toe te verstellen,
^
trekt u de hendels aan de zijkanten van de korf naar boven.
^
Stel de gewenste positie in en laat de hendels weer vastklikken.
30
Midden 22 26 29
Onder 24 28 27
Page 31
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Onderste korf
Plaats in de onderste korf groot en
^
zwaar vaatwerk zoals borden, platte schotels, pannen en schalen. U kunt ook glazen, kopjes, schotel tjes en ontbijt- en dessertbordjes in de onderste korf zetten.
-
Sterk vervuild vaatwerk
Afwasautomaat met besteklade
Afwasautomaat met bestekkorf
^
Plaats grote borden in het midden van de onderste korf.
U kunt de borden schuin plaatsen. Zo kunt u borden met een diameter tot 35 cm plaatsen.
31
Page 32
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bestek
Besteklade (afhankelijk van het model)
Wanneer de lepels niet met de grepen tussen de opstaande kammen passen, leg ze dan met de grepen op de getan-
^ Plaats het bestek in de besteklade
zoals op het plaatje.
Wanneer u messen, vorken en lepels als aparte groepen in de besteklade legt, kunt u ze er na het afwasprogram­ma makkelijker uithalen en opbergen.
de kammen.
Leg de lepels met de grepen tussen de opstaande kammen en de lepelbladen tussen de getande kammen, zodat ook de laatste waterdruppel er zonder pro blemen af kan lopen.
De bovenste sproeiarm mag niet door te hoog vaatwerk (bijv. een taartschep) worden geblokkeerd.
32
-
Page 33
Vaatwerk en bestek in de afwasautomaat plaatsen
Bestekkorf (afhankelijk van het model)
U kunt de bestekkorf op elke willekeu­rige plaats op de voorste spike-rijen van de onderste korf plaatsen.
^ Plaats bestek zo in de vakken van de
bestekkorf dat de snijkanten van de messen en de punten van vorken be­neden zitten. Dit is veiliger. Wel is het zo dat bestek gemakke­lijker wordt gereinigd en gedroogd wanneer u het zo plaatst dat de scherpe kanten boven en de grepen beneden zitten.
Plaats de bestekhouder zo nodig op
^
de bestekkorf.
^
Plaats kort bestek in de gaatjes aan drie zijden van de bestekkorf.
Speciale bestekhouder voor de be stekkorf
In de bijgeleverde bestekhouder kunt u sterk vervuild bestek plaatsen. Het bestek ligt niet op elkaar maar wordt in deze houder naast elkaar op gehangen. Daardoor kan het water er beter bij.
-
-
^
Plaats het bestek in de bestekhouder met de grepen beneden. Verdeel het bestek gelijkmatig over de houder.
33
Page 34
Bediening
Reinigingsmiddelen
Gebruik uitsluitend reinigingsmid
,
delen voor huishoudafwasautomaten.
Soorten reinigingsmiddelen
Moderne reinigingsmiddelen bevatten veel werkstoffen. De belangrijkste zijn:
Fosfaat onthardt water en voorkomt
daardoor kalkafzetting.
Alkaliteit is nodig om aangekoekt vuil
los te weken.
Enzymen breken zetmeel af en
verteren eiwit.
– Bleekmiddel op basis van zuurstof
verwijdert kleurvlekken (bijv. thee, koffie, tomatensap).
Er zijn voornamelijk fosfaathoudende lichtalkalische reinigingsmiddelen met enzymen en zuurstofbleekmiddelen verkrijgbaar. Fosfaatvrije producten zijn zeldzaam.
De reinigingsmiddelen zijn verkrijgbaar in verschillende vormen.
Poeder en -gel voor de afwasauto maat worden naargelang de lading en de mate waarin die vuil is op een verschillende manier gedoseerd.
Tabletten bieden een dosis die voor de meeste toepassingen volstaat.
Naast normale reinigingsmiddelen zijn er ook producten met verschillende ex tra functies (zie rubriek "Extra functies, Combi-tab", indien aanwezig). Combinatiereinigingsmiddelen hebben naast een reinigingsfunctie ook een glansspoel- en een wateronthardings functie.
34
-
-
U vindt deze producten in de handel onder de naam "3 in 1". Als ze ook
-
glansbescherming, glans voor roestvrij staal of extra reinigingskracht bieden, heten ze vaak "4 in 1", "5 in 1", enz. Gebruik deze combinatiereinigings middelen alleen in combinatie met de hardheidsgraad die op de verpakking vermeld staat. Het afwas- en droogvermogen van deze reinigingsmiddelen met extra functies is zeer uiteenlopend.
Optimale spoel- en droogresultaten bereikt u door normale reinigingsmid delen te gebruiken in combinatie met afzonderlijke zoutdosering en glans­spoelmiddel.
Dosering van het reinigingsmiddel
^ Neem bij het doseren daarvan de
aanwijzingen in acht die op de ver­pakking staan.
^ Tenzij anders vermeld, doseert u een
reinigingstablet of, volgens de mate waarin het vaatwerk vuil, 20 tot 30 ml in vakje II. Wanneer het vaatwerk erg vuil is kunt u een kleine hoeveelheid extra reini gingsmiddel in vakje I doen (zie Pro grammaoverzicht).
^
Gebruik bij het programma "Snel" geen tabletten. De tabletten lossen bij dit programma niet helemaal op.
-
Wanneer u minder reinigingsmiddel gebruikt dan is geadviseerd, is het mogelijk dat het vaatwerk niet goed schoon wordt.
-
-
-
-
Page 35
Adem geen poedervormig reini
,
gingsmiddel in! Slik geen reinigings middel in! Reinigingsmiddelen kun nen brandwonden in neus, mond en keel veroorzaken. Ga direct naar de dokter wanneer u een reinigingsmid del hebt ingeademd of ingeslikt. Zorg ervoor dat kinderen niet met reinigingsmiddelen in aanraking kunnen komen. Laat kinderen daar om niet bij de afwasautomaat komen als deze geopend is. Er zouden nog resten reinigingsmiddel in de afwas automaat aanwezig kunnen zijn. Bo vendien kunt u het reinigingsmiddel beter pas dán toevoegen vlak voor­dat u het programma start. Vergren­del de deur bovendien met het kinderslot, wanneer uw automaat daarover beschikt.
Het doseren van reinigings­middel
Bediening
Na afloop van een afwasprogramma is
-
het klepje van het reinigingsmiddelbak
-
je altijd geopend.
-
-
-
-
-
^ Doseer het reinigingsmiddel in de
vakjes en sluit het klepje van het do­seerbakje.
^ Sluit ook de verpakking van het reini-
gingsmiddel. Het middel zou anders kunnen gaan klonteren.
-
^
Druk op de openingstoets. De reservoirklep springt open.
Doseerhulp
In vakje I kan maximaal 10 ml en in vakje II kan maximaal 50 ml reini gingsmiddel.
In vakje II zijn markeringen aange bracht om het doseren makkelijker te maken: 20, 30. Wanneer de deur 90° geopend is geven deze streepjes in ml aan hoeveel reinigingsmiddel er onge veer in zit.
-
-
-
35
Page 36
Bediening
Afwasautomaat inschakelen
Controleer of de sproeiarmen vrij
^
kunnen draaien en niet worden ge blokkeerd.
Sluit de deur.
^
Draai de waterkraan open als deze
^
nog dichtgedraaid is.
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
Het controlelampje "Start/Stop" begint te knipperen en het controlelampje van het laatst gekozen programma gaat aan.
-
Programma kiezen
Laat de keuze voor een programma steeds afhangen van het soort vaatwerk en de mate waarin het vuil is.
In de rubriek "Programmaoverzicht" zijn de programma's beschreven en de toepassingen ervan.
Programma starten
Kies met de toets "Programma" het
^
gewenste programma.
Het controlelampje van het gekozen programma gaat aan.
Druk op de toets "Start/Stop".
^
Het programma start. De controlelamp jes "Start/Stop" en "Reinigen" en het controlelampje van het gekozen pro gramma branden.
Als de functie "Turbo" is gekozen, brandt ook het desbetreffende controle lampje.
Wanneer u een programma moet af­breken, doe dat dan alleen in de eerste minuten. Doet u dat later, dan is het mogelijk dat belangrijke programmafases (bijv. het regenereren) worden over­geslagen.
-
Weergave van het programmaverloop
-
-
36
Na de start van het programma geven de controlelampjes in de weergave van het programmaverloop telkens aan wel ke fase in het programmaverloop is be reikt.
-
-
Page 37
Bediening
Stand-bymodus
Enkele minuten nadat u het laatst op een toets hebt gedrukt of enkele minu ten na het einde van een programma schakelt de afwasautomaat automa tisch over op de stand-bymodus om energie te besparen. De controlelamp jes en het display (indien aan) worden uitgeschakeld. Alleen het controlelamp je "Start/Stop" knippert langzaam.
Om de controlelampjes en het dis
^
play weer in te schakelen, drukt u op een willekeurige toets (behalve op de toets K). Het toestel wordt uit de stand-bymodus gehaald.
Tijdens een programma of wanneer een melding voor het bijvullen van zout of naspoelmiddel of een fout­melding wordt weergegeven, scha­kelt de afwasautomaat niet over op de stand-bymodus.
-
-
Einde van het programma
Wanneer in de weergave van het pro grammaverloop het controlelampje
­"Einde" brandt, is het programma be ëindigd.
Bij het programma "Snel" werkt de
­droogventilator na het einde van het programma nog enkele minuten na.
-
U kunt de afwasautomaat nu openen en het vaatwerk eruit halen.
Om beschadigingen aan delica
,
te werkbladen door waterdamp te voorkomen kunt u de deur na afloop van een programma het best óf he­lemaal opendoen óf gesloten hou­den totdat u het vaatwerk uit de af­wasautomaat haalt. Laat de deur in ieder geval niet op een kier staan.
-
-
-
37
Page 38
Bediening
Afwasautomaat uitschakelen
Na afloop van het programma:
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
toets K.
De afwasautomaat verbruikt energie zolang u deze niet met behulp van de toets K hebt uitgeschakeld.
Draai veiligheidshalve de waterkraan dicht wanneer de afwasautomaat langere tijd niet wordt gebruikt, bijvoor beeld wanneer u op reis gaat.
Vaatwerk uit de afwasautomaat halen
Heet vaatwerk breekt snel! Laat het vaatwerk daarom na het uit­schakelen van de automaat in de af­wasautomaat afkoelen, totdat u het goed kunt vastpakken.
Wanneer u de deur na het uitschakelen van de automaat helemaal opent, koelt het vaatwerk sneller af.
^
Haal eerst de onderste korf leeg, dan de bovenste korf en ten slotte de be steklade (afhankelijk van het model). Zo voorkomt u dat er druppels van de bovenste korf of van de bestekla de op het vaatwerk in de onderste korf vallen.
-
Programma onderbreken
Het programma wordt onderbroken zo dra u de deur opendoet. Zodra u de deur weer dichtdoet, gaat het programma na enkele seconden daar verder, waar het is onderbroken.
Wanneer het water in de afwas
,
automaat heet is, loopt u het risico om u te verbranden. Wanneer u de deur echt moet ope nen, doe dat dan zeer voorzichtig.
­Laat de deur voordat u die weer sluit
ca. 20 seconden op een kier staan, zodat de temperatuur zich in de spoelruimte kan verdelen. Druk de deur daarna dicht. Zorg ervoor dat deze vastklikt.
Van programma wisselen
Is het klepje van het doseerbakje voor het reinigingsmiddel al geo­pend, wissel dan niet meer van pro­gramma.
Wanneer een programma al is gestart, kunt u als volgt van programma wis
-
selen:
^
Druk minstens 1 seconde op de toets "Start/Stop".
Het programma wordt afgebroken. Het controlelampje "Start/Stop" begint te knipperen.
-
-
-
-
38
^
Kies het gewenste programma en start het.
Page 39
Extra functies
Turbo
De "Turbo"-functie verkort de duur van de programma's waarin de functie ac tief is.
Het verbruiksniveau wordt verhoogd om een optimaal reinigingsresultaat te bereiken.
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
Het controlelampje "Start/Stop" knip pert.
Druk op de "Turbo"-toets.
^
Het controlelampje "Turbo" gaat aan.
De functie blijft ingeschakeld voor alle programma's, totdat u de functie weer uitschakelt.
^ U kunt nu een programma starten of
de afwasautomaat uitschakelen met de K-toets.
-
Fabrieksinstellingen
Wanneer u de fabrieksinstellingen hebt gewijzigd maar deze terug wilt hebben,
­doe dan het volgende.
Schakel de afwasautomaat uit met de
^
K-toets.
Druk op de Start/Stop-toets en houd
^
deze ingedrukt. Schakel tegelijker tijd de afwasautomaat in met de
K-toets. Houd de Start/Stop-toets minstens 4 seconden ingedrukt, totdat het con trolelampje "Start/Stop" aangaat.
Als dit niet het geval is, begint u op­nieuw.
^ Druk 12 keer op de startuitsteltoets.
Het controlelampje van het onderste programma knippert afwisselend 1 keer lang en 2 keer kort.
Het controlelampje "Spoelen" geeft aan of een fabrieksinstelling gewijzigd is of niet.
-
-
Het controlelampje "Spoelen" knip pert: De fabrieksinstellingen zijn van kracht.
Het controlelampje "Spoelen" is uit: Minstens één instelling is gewijzigd.
^
Wilt u de fabrieksinstelling terughebben, druk dan op de Start/Stop-toets.
Schakel de afwasautomaat uit met de K-toets.
-
39
Page 40
Extra functies
Startuitstel
U kunt het tijdstip waarop een afwas programma start vooraf instellen. Dit kunt u bijvoorbeeld doen om gebruik te maken van het nachttarief. U kunt de start minimaal 0,5 en maximaal 24 uur vooraf instellen.
Bij een startuitsteltijd tussen 0,5 en 9,5 uur wordt de tijd in stappen van 0,5 uur ingesteld. Vanaf 10 uur wordt de tijd in stappen van 1 uur ingesteld.
Bij het gebruik van startuitstel dient u ervoor te zorgen dat het doseer bakje voor het reinigingsmiddel droog is. Is dat niet het geval, dan kan het reinigingsmiddel gaan klon­teren en wordt het daarna niet volle­dig weggespoeld. Gebruik bij startuitstel geen vloei­baar reinigingsmiddel. Dit zou te vroeg kunnen wegstromen.
-
-
Schakel de afwasautomaat in met de
^
toets K.
Het controlelampje "Start/Stop" knip pert.
Kies met de programmatoets het ge
^
wenste programma.
Druk op de startuitsteltoets.
^
De tijdsaanduiding geeft de tijd weer die de vorige keer is ingesteld.
Stel met de startuitsteltoets de
^
startuitsteltijd in.
Wanneer u de startuitsteltoets ingedrukt houdt, verspringt de tijd automatisch naar 24^. Als u terug naar 30 minuten wilt, drukt u vervolgens opnieuw op de startuitsteltoets.
^ Druk op de Start/Stop-toets.
Het controlelampje "Start/Stop" gaat aan.
-
-
40
Page 41
Extra functies
De startuitsteltijd wordt in de tijdsaan duiding afgeteld: boven de 10 uur in stappen van 1 uur, en onder de 10 uur in stappen van 0,5 uur.
Na afloop van de startuitsteltijd start het gekozen afwasprogramma automa tisch. De tijdsaanduiding wordt ge doofd en het controlelampje "Start/Stop" gaat aan.
Voorbeelden van de weergave van de startuitsteltijd in de tijdsaanduiding:
1 tot 9,5 uur. Bijv. 5 uur = 5.0
Vanaf 10 uur: Bijv. 15 uur = 15
Om te voorkomen dat kinderen
,
met het reinigingsmiddel in aanra­king kunnen komen, is het aan te raden het reinigings­middel pas toe te voegen vlak voor- dat u de Start/Stop-toets indrukt. Vergrendel bovendien de deur met de kinderbeveiliging.
-
-
-
Programma starten voordat de startuitsteltijd is afgelopen
U kunt het programma ook starten voor dat de startuitsteltijd is afgelopen. Ga daarvoor als volgt te werk.
Druk op de Start/Stop-toets en houd
^
deze minstens 1 seconde ingedrukt.
De tijdsaanduiding wordt gedoofd en het controlelampje "Start/Stop" knippert.
Druk nog 1 keer op de Start/Stop-
^
toets.
Het programma start. Het controlelamp je "Start/Stop" gaat aan.
-
-
41
Page 42
Reiniging en onderhoud
Controleer regelmatig (ongeveer om de 4 tot 6 maanden) heel uw afwas automaat. De kans op storingen is daardoor kleiner.
Alle oppervlakken zijn gevoelig
,
voor krassen. Alle oppervlakken kunnen verkleu ren of wijzigingen ondergaan wan neer ze in contact komen met onge schikte reinigingsmiddelen.
Spoelruimte reinigen
Wanneer u altijd de juiste hoeveelheid reinigingsmiddel gebruikt, houdt u daarmee automatisch de spoelruimte schoon.
Wanneer zich echter toch kalk of vet heeft afgezet, kunt u deze aanslag met een speciaal reinigingsmiddel verwij­deren (via de Service After Sales van Miele verkrijgbaar). Neem daarbij de aanwijzingen in acht die op de verpak king staan.
-
-
-
Deurdichting en deur reinigen
Controleer de deurdichting regelma
^
tig en verwijder eventuele etensres ten met een vochtige doek.
Veeg gemorste etens- en drankres
^
ten van de zijkanten van de deur af.
Deze delen horen niet bij de spoelruim te. De waterstralen kunnen daar niet bij komen, waardoor deze delen niet wor den gereinigd. Er kan daar bijgevolg
­schimmelvorming optreden.
-
-
-
-
-
-
-
Als u vooral afwasprogramma's met lage reinigingstemperaturen (< 50 °C) gebruikt, is er risico op kiem- en geur vorming in de spoelruimte. Om de spoelruimte te reinigen en geurvorming te vermijden, moet u 1 keer per maand het programma "Intensief 75 °C" uitvoe ren. Reinig daarnaast ook regelmatig de ze ven in de spoelruimte.
42
-
-
-
Page 43
Reiniging en onderhoud
Voorzijde van het toestel reinigen
Vuil verwijdert u het best direct.
,
Als het vuil er langere tijd op inwerkt, kan het soms niet meer worden ver wijderd en kunnen de oppervlakken verkleuren of wijzigingen onder gaan.
Reinig de voorzijde van het toestel
^
met een schone sponsdoek, handaf wasmiddel en warm water. Wrijf daar na alles droog met een zachte doek. U kunt om te reinigen ook een scho­ne, vochtige microvezeldoek zonder reinigingsmiddel gebruiken.
-
Om schade aan de oppervlakken te voorkomen, mogen de volgende mid delen niet worden gebruikt om de op pervlakken te reinigen:
reinigingsmiddelen die soda, ammo
-
-
niak, zuur of chloor bevatten,
kalkoplossende reinigingsmiddelen,
schurende reinigingsproducten, zo
als schuurpoeder, schuurmelk, poetsstenen,
reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
-
reinigingsmiddelen voor roestvrij
staal,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde sponsen en bor-
stels (bijv. schuursponsen),
– speciale "wondersponsen",
-
-
-
-
scherpe metaalschrapers,
stoomreinigers.
43
Page 44
Reiniging en onderhoud
Zeefcombinatie in de spoelruimte reinigen
Op de bodem van de spoelruimte be vindt zich een zeefcombinatie. Deze zeefcombinatie houdt het ergste vuil te gen dat in het afwaswater zit. Op deze manier wordt voorkomen dat het vuil eerst in het circulatiesysteem en vervol gens via de sproeiarmen weer in de spoelruimte terechtkomt.
U mag niet afwassen zonder
,
zeefcombinatie!
De zeefcombinatie kan na verloop van tijd door het vuil verstopt raken. Hoe­lang dat duurt, hangt af van uw huis­houden.
Controleer de zeefcombinatie daarom regelmatig en reinig de zeefcombinatie indien nodig.
^ Schakel eerst de afwasautomaat uit.
-
-
-
Ontgrendel de zeefcombinatie a
^
door de greep naar achteren te draaien.
^ Neem de zeefcombinatie uit het toe-
stel b. Ontdoe de zeefcombinatie van grove resten. Spoel de zeefcom­binatie onder stromend water goed af. Gebruik daarbij eventueel een borstel.
,
Voorkom dat er grove resten in het circulatiesysteem terechtkomen en dat het systeem verstopt raakt.
44
Page 45
Reiniging en onderhoud
Om de binnenkant van het tuitvormige gedeelte van de zeefcombinatie te kun­nen reinigen moet u het eerst openen.
^ Doe dat door de greepjes naar elkaar
toe te drukken (zie pijlen) a en het klepje open te klappen b.
^ Reinig alle delen onder stromend wa-
ter.
^ Klap het klepje weer dicht en laat het
vastklikken.
Plaats de zeefcombinatie zo terug,
^
dat ze plat tegen de bodem van de spoelruimte aanligt.
^ Vergrendel vervolgens de zeefcombi-
natie door de greep van achteren naar voren te draaien, tot de pijltjes naar elkaar toewijzen.
,
De zeefcombinatie moet goed zijn geplaatst en vergrendeld. Is dat niet het geval, dan is het mogelijk dat de grove resten in het circulatie systeem terechtkomen en dat het systeem verstopt raakt.
-
45
Page 46
Reiniging en onderhoud
Sproeiarmen reinigen
Het is mogelijk dat er etensresten vast gaan zitten in de sproeikoppen en de lagering van de sproeiarmen. Con troleer de sproeiarmen derhalve regel matig - ongeveer 2 tot 3 keer per jaar.
Schakel eerst de afwasautomaat uit.
^
Verwijder de sproeiarmen als volgt:
Trek (indien aanwezig) de besteklade
^
naar buiten.
Druk de bovenste sproeiarm om
^
hoog, zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af.
-
-
Trek de onderste korf naar buiten.
^
-
^ Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal hem er af.
^
Druk de middelste sproeiarm iets op (a), zodat de tanden in elkaar grijpen en schroef de sproeiarm er af (b).
46
^
Druk de etensresten in de sproeikop pen met een scherp voorwerp naar binnen.
^
Spoel de sproeiarmen onder stro mend water goed af.
^
Zet de sproeiarmen weer terug en controleer of ze makkelijk ronddraai en.
-
-
-
Page 47
Wat gedaan als...
De meeste problemen die zich bij het dagelijkse gebruik voordoen kunt u zelf op lossen. Doordat u dan geen beroep hoeft te doen op de dienst Herstellingen aan huis van Miele, bespaart u tijd en kosten!
Het onderstaande overzicht kan u helpen om de oorzaken van een probleem te vinden en problemen te verhelpen. Let echter op het volgende:
Herstellingen mogen uitsluitend door vakmensen worden uitgevoerd. Door
,
ondeskundig uitgevoerde herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker.
Technische storingen
Probleem Oorzaak Oplossing
Nadat de afwasautomaat met de toets K is inge­schakeld, knippert het controlelampje "Start/Stop" niet.
De afwasautomaat stopt met afwassen.
De stekker zit niet in het stopcontact.
De zekering is gesprongen.
De zekering is gesprongen.
Steek de stekker in het stopcontact.
Schakel de zekering in (min. zekering: zie type­plaatje).
Schakel de zekering in (min. zekering: zie type­plaatje).
-
47
Page 48
Wat gedaan als...
Probleem Oorzaak Oplossing
De controlelampjes "Reinigen", "Drogen" en "Einde" in de weergave van het pro grammaverloop knip peren tegelijkertijd.
Het is ook mogelijk dat de afvoerpomp loopt terwijl de deur open is.
Er kan sprake zijn van een technische storing.
-
-
Het Waterproof System heeft gereageerd.
Schakel de afwasauto
maat uit met de toets K.
Wacht een paar seconden.
Schakel de afwasauto
maat in. Kies met de toets "Pro
gramma" het gewenste programma.
Druk op de toets
"Start/Stop".
Beginnen de controlelampjes in de weergave van het pro grammaverloop opnieuw te knipperen, dan is er sprake van een technische storing.
– Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
– Draai de waterkraan dicht. – Neem contact op met de
dienst Herstellingen aan huis van Miele.
-
-
-
-
48
Page 49
Wat gedaan als...
Storingen in de watertoevoer/waterafvoer
Probleem Oorzaak Oplossing
Het controlelampje "Toevoer/Afvoer" knippert en brandt constant afwisselend.
De afwasautomaat stopt met afwassen. Het controlelampje "Toevoer/Afvoer" be gint te knipperen.
De waterkraan is nog dichtgedraaid.
-
Storing in de watertoe voer.
Storing in de wateraf­voer. Het is mogelijk dat er zich water bevindt in de spoelruimte.
Draai de waterkraan helemaal open.
Voordat u de storing verhelpt:
Schakel de afwasautomaat
uit met de toets K.
Draai de waterkraan hele
-
maal open. Reinig de zeefcombinatie in
de watertoevoer. Zie rubriek "Storingen verhelpen".
– De stromingsdruk bij de wa-
teraansluiting is lager dan 30 kPa (0,3 bar). Vraag de installateur om een oplossing.
– Reinig de zeefcombinatie.
Zie rubriek "Reiniging en on­derhoud".
Reinig de afvoerpomp. Zie rubriek: "Storingen ver helpen".
Reinig de terugslagklep. Zie rubriek "Storingen verhelpen".
Verwijder eventuele knikken of lussen in de waterafvoer slang.
-
-
-
49
Page 50
Wat gedaan als...
Algemene problemen met de afwasautomaat
Probleem Oorzaak Oplossing
De controlelampjes zijn donker. Alleen het con trolelampje "Start/Stop" knippert langzaam.
In het doseerbakje voor het reinigingsmiddel zijn na het afwaspro gramma resten reini gingsmiddel achterge bleven.
Het klepje van het do­seerbakje voor het rei­nigingsmiddel gaat niet goed dicht.
Na afloop van het pro­gramma zit er een vochtlaag op de bin­nenkant van de deur en mogelijk ook op de bin­nenwanden.
Na afloop van het af wasprogramma zit er water in de spoelruim te.
De controlelampjes schakelen automatisch
-
uit om energie te bespa ren (stand-bymodus).
Het doseerbakje voor het reinigingsmiddel was nog vochtig toen het rei
-
nigingsmiddel werd ge
-
-
doseerd.
Er zijn resten reinigings­middel achtergebleven die de sluiting blokkeren.
Dit is geen storing! Dit hoort bij het droogsysteem.
-
-
De zeefcombinatie in de spoelruimte is verstopt.
De afvoerpomp of de te rugslagklep is geblok keerd.
Er zit een knik in de af voerslang.
Druk op een toets (behalve op de toets K) Het toestel wordt uit de
­stand-bymodus gehaald.
Zorg er bij het doseren van het reinigingsmiddel voor dat het doseerbakje voor
­het reinigingsmiddel droog
­is.
Verwijder de resten.
Geen! Het vocht verdampt na een tijdje.
Voordat u de storing ver helpt:
Schakel de afwasauto maat uit met de toets K.
Reinig de zeefcombinatie. Zie rubriek "Reiniging en onderhoud".
-
Reinig de afvoerpomp of de
-
terugslagklep. Zie rubriek "Storingen verhelpen".
-
Haal de knik eruit.
-
-
50
Page 51
Wat gedaan als...
Geluiden
Probleem Oorzaken Oplossing
Kloppend geluid in de afwasruimte
Klapperend geluid in de afwasruimte
Kloppend geluid in de waterleiding
Een sproeiarm slaat tegen kookgerei.
Kookgerei beweegt in de afwasruimte.
Wordt eventueel veroor zaakt door de montage of de te geringe doorsnede van de waterleiding.
-
Onderbreek het program ma en verplaats het kook gerei dat in de weg zit van de sproeiarm.
Onderbreek het program ma en zet het kookgerei goed vast.
Heeft geen invloed op de werking van de afwasauto maat. Raadpleeg eventu eel een installateur.
-
-
-
-
-
51
Page 52
Wat gedaan als...
Onbevredigend resultaat
Probleem Oorzaken Oplossing
Het kookgerei is niet schoon
Op glazen en be stek blijven stre pen achter, de gla zen hebben een blauwachtige schijn, de aanslag kan worden afge veegd.
Het kookgerei werd niet juist geplaatst.
Het programma was te zwak.
Er werd te weinig reinigings middel gedoseerd.
De sproeiarmen zijn geblokkeerd door het kook­gerei.
De filter in de afwasruimte is niet schoon of niet juist ge­plaatst. Daardoor kunnen ook de sproeiarmmonden verstopt zijn.
De terugslagklep is in geo­pende toestand geblok­keerd. Vuil water loopt terug naar de afwasruimte.
-
Het naspoelmiddel is te
-
hoog ingesteld.
-
-
Hou rekening met de instruc ties in "Kookgerei en bestek plaatsen".
Kies een sterker programma (zie rubriek "Programma overzicht").
Gebruik meer reinigingsmid
-
del of kies een ander reini gingsmiddel.
Voer een draaicontrole uit en verplaats het kookgerei eventueel.
Reinig de filter of plaats de filter juist. Reinig eventueel de sproei­armmonden (zie rubriek "Rei­niging en onderhoud").
Reinig de afvoerpomp en de terugslagklep, zie rubriek "Storingen verhelpen".
Verminder de dosering (zie rubriek "Naspoelmiddel").
-
-
-
-
52
Page 53
Wat gedaan als...
Probleem Oorzaken Oplossing
Het kookgerei wordt niet droog of glazen en bestek vertonen vlekken.
Witte neerslag op het kookgerei. De glazen en het be stek zijn melkachtig gewor­den; de neerslag kan worden afge­veegd.
-
De hoeveelheid naspoel middel is te klein of het na spoelmiddelreservoir is leeg.
Het kookgerei werd te vroeg uit het toestel ge haald.
Te weinig naspoelmiddel. Verhoog de dosering (zie ru
Er zit geen zout in het zout­reservoir.
De afsluitkap van het zout­reservoir is niet goed geslo­ten.
Ongeschikte multifunctione­le afwasmiddelen werden gebruikt.
Het onthardingssysteem is geprogrammeerd op een te lage stand.
Giet naspoelmiddel in het toe
­stel, verhoog de dosering of
­kies bij de volgende vulling een ander naspoelmiddel (zie rubriek "De eerste ingebruik name").
Haal het kookgerei later uit het toestel (zie rubriek "Bedie
­ning").
briek "De eerste ingebruikna me").
Giet regenereerzout in het toe­stel (zie rubriek "De eerste in­gebruikname").
Zet de afsluitkap rechtop en draai ze goed dicht.
Gebruik een ander reinigings­middel. Gebruik eventuele normale tabs of normaal poe­dervormig reinigingsmiddel.
Programmeer het onthar dingssysteem hoger (zie ru briek "De eerste ingebruikna me").
-
-
-
-
-
-
-
-
53
Page 54
Wat gedaan als...
Probleem Oorzaken Oplossing
Glazen verkleuren bruinachtig-blauwac htig; de neerslag kan niet worden afge veegd.
Glazen worden mat en verkleuren; de neerslag kan niet worden afgeveegd.
Thee of lippenstift wordt niet volledig verwijderd.
Kunststof onderde­len zijn verkleurd.
Bestekonderdelen vertonen roest sporen.
-
Er hebben zich stoffen uit het reinigingsmiddel afge zet.
-
De glazen zijn niet geschikt voor de afwasautomaat. Er vindt een oppervlakte wijziging plaats.
Het gekozen programma heeft een te lage afwas temperatuur.
Het reinigingsmiddel heeft een te geringe bleekwer­king.
Natuurlijke kleurstoffen, bijv. uit wortels, tomaten of ket­chup, kunnen hiervan de oorzaak zijn. De hoeveel­heid reinigingsmiddel of de bleekwerking van het reini­gingsmiddel waren te ge­ring voor natuurlijke kleur­stoffen.
De bestekonderdelen zijn onvoldoende roest bestendig.
Nadat u regenereerzout in het toestel heeft gedaan, werd geen programma ge start. Zoutresten zijn in het normale reinigingsproces terecht gekomen.
De afsluitkap van het zout reservoir is niet goed geslo ten.
Kies onmiddellijk een ander reinigingsmiddel.
-
Geen! Koop glazen die geschikt
-
-
zijn voor de afwasautomaat.
Kies een programma met een hogere afwastempera
­tuur.
Gebruik een ander reini­gingsmiddel.
Gebruik meer reinigings­middel (zie rubriek "Bedie­ning"). Reeds verkleurde onderde­len krijgen de oorspronke­lijke kleur niet terug.
Geen! Koop bestek dat geschikt is voor de afwasautomaat.
Start na het vullen met zout altijd het programma "Snel"
-
terwijl het toestel leeg is (zonder "Turbo"-functie, in dien aanwezig).
-
Zet de afsluitkap rechtop en
-
draai ze goed dicht.
-
-
54
Page 55
De filter in de watertoevoer reinigen
Ter bescherming van het toevoerventiel zit er in de schroefkoppeling een filter. Is die vuil, dan loopt er te weinig water in de kuip.
Het kunststof omhulsel van de
,
wateraansluiting bevat een elek trisch onderdeel. Dat mag u niet in vloeistof onderdompelen!
Aanbeveling
Bevat het u geleverde leidingwater veel bestanddelen die in het water niet wor­den opgelost? Plaats dan bij voorkeur een grotere filter tussen de afsluitkraan en de schroefkoppeling van het veilig­heidsventiel. Deze filter is verkrijgbaar onder het be­stelnummer M.-nr. 2665352 bij uw gespecialiseerd verdeler of bij de naverkoopdienst van Miele.
Om de filter schoon te maken:
^
Maak het toestel stroomloos: Schakel de afwasautomaat dan uit en trek de stekker uit het stopcontact.
^
Draai de waterkraan dicht.
^
Schroef het watertoevoerventiel op de waterkraan.
-
Storingen verhelpen
Schroef het watertoevoerventiel los.
^
^ Neem het dichtingsschijfje uit de
schroefkoppeling. Trek het filtertje met een combinatie- of punttang uit en maak het schoon.
^ Breng het filtertje met de dichting
weer aan. Zit de dichting wel juist?!
^ Schroef het watertoevoerventiel op
de waterkraan. Let erop dat u de schroefkoppeling niet schuin op de waterkraan draait.
^
Draai de waterkraan open. Indien er water lekt, draai dan de schroefkoppeling steviger aan. Mis schien zit ze schuin op de kraan. Zet het toevoerventiel keurig recht op de kraan. Draai het stevig aan.
-
55
Page 56
Storingen verhelpen
Afvoerpomp en terugslagklep reinigen
Als er zich water in de spoelruimte be vindt na afloop van een programma, betekent dit dat het niet is wegge pompt. Mogelijk wordt de afvoerpomp of de terugslagklep geblokkeerd door voorwerpen. Deze kunt u makkelijk ver wijderen.
Ontkoppel het toestel van het elektri
^
citeitsnet. Schakel de afwasautomaat hiertoe uit en trek de stekker uit het stopcontact.
^ Haal de zeefcombinatie uit de spoel-
ruimte. Zie rubriek "Reiniging en on­derhoud", "Zeefcombinatie in de spoelruimte reinigen".
^ Schep het water met een bekertje uit
de spoelruimte.
-
Verwijder alle voorwerpen die de te
^
rugslagklep blokkeren.
-
-
-
Onder de terugslagklep bevindt zich de afvoerpomp (zie pijl).
^ Verwijder alle voorwerpen die de af-
voerpomp blokkeren. Hou er re­kening mee dat glassplinters bijzon­der moeilijk te zien zijn. Draai ter con­trole het loopwiel van de afvoerpomp met de hand. Het loopwiel draait niet soepel, maar schoksgewijs.
-
^
Druk de vergrendeling van de terug slagklep naar binnen a.
^
Til de terugslagklep omhoog en ver wijder de terugslagklep b. Spoel deze vervolgens onder stromend wa ter goed af.
56
^
Zet de terugslagklep weer zorgvuldig op zijn plaats.
,
De terugslagklep moet vastklik
ken!
Reinig de afvoerpomp en de terug slagklep voorzichtig. Zo vermijdt u dat u delicate onderdelen bescha
­digt.
-
-
-
-
-
Page 57
Service-afdeling
Reparaties
Mocht u een opgetreden storing on danks bovenstaande tips niet zelf kun nen verhelpen, neem dan contact op met:
de Miele-vakhandel of
de Technische Dienst van Miele
Het telefoonnummer van de Tech nische Dienst van Miele vindt u op de achterzijde van deze gebruiks aanwijzing.
^ Wanneer u de Technische Dienst in-
schakelt, geef dan het model en het nummer van de afwasautomaat op.
Beide gegevens vindt u op het type­plaatje aan de rechter zijkant van de deur.
-
-
-
Programma-actualisering (Update)
Reinigingsmiddelen, afwasgewoonten en afwasvoorschriften zullen in de toe
­komst veranderingen ondergaan. De spoel- en afwasprogramma's zullen daaraan moeten worden aangepast.
De Technische Dienst zal in de toe komst in staat zijn het afwasprogramma te updaten en in het geheugen van uw afwasautomaat op te slaan. Miele zal zelf aangeven wanneer de program ma's kunnen worden geactualiseerd.
Voor testinstituten
In de brochure "Vergelijkende tests" vindt u alle vereiste informatie over ver­gelijkende tests en geluidsmetingen. Aarzel niet om deze up-to-date brochure aan te vragen per e-mail bij:
– testinfo|miele.de
^ Geef daarbij het model en het num-
mer van de afwasautomaat op. Zie typeplaatje.
-
-
-
57
Page 58
Programmaoverzicht
Soort vaatwerk Soort etensresten Programma-eigenschappen
Gemengd
niet-teer vaatwerk
Temperatuurgevoelige
glazen en vaatwerk van
kunststof
Gemengd
vaatwerk
Kookpotten,
pannen, niet-teer
porselein en
bestek
typisch huishoudelijke
die gemakkelijk loskomen
die lichtjes aangekoekt zijn
Alle
etensresten
Recente
etensresten
Normale
etensresten
Sterk aangekoekte,
opgedroogde,
zetmeel- of
etensresten
1)
Variabel,
sensorgestuurd verloop
Korte programmaduur
Gemiddelde
programmawaarden
Water- en
energiebesparend
verloop
Maximaal
reinigingsvermogen
Alle soorten
vaatwerk
1)
Zetmeelhoudende etensresten zijn bijv. resten van aardappels, pasta, rijst, stamppot of hutsepot. Eiwithoudende etensresten zijn bijv. resten van gebraden vlees, vis, eieren, soufflés of gratins.
Etensresten
met een sterke
geur
Afspoelen met koud water
58
Page 59
Programmaoverzicht
Programma Reinigingsmiddel
Automatic 55-65°C
Snel 40°C
Licht vervuild 50°C
Energie Spaar
Vakje I
2)
-of
-
-
-of
Vakje II
1 tablet
1 tablet
1 tablet
1 tablet
25 ml
25 ml
of
25 ml
of
25 ml
2)
3)
Intensief 75°C
Voorspoelen
2)
Zie rubriek "Reinigingsmiddelen".
3)
Het is mogelijk dat bepaalde tabletten niet volledig oplossen.
10 ml
--
25 ml
of
1 tablet
59
Page 60
Programmaoverzicht
Programma Programmaverloop
Voorspoelen Reinigen
°C
Tussenspoelen Naspoelen°CDrogen
12
Automatic 55-65 °C Variabel programmaverloop,
Snel 40 °C 40 X 45 X
Licht vervuild 50 °C 50 X 68 X
Energie Spaar
Intensief 75 °C X 75 X 68 X
Voorspoelen X
1) Standaardprogramma voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk. Dit programma is voor de reiniging van normaal vervuild vaatwerk het efficiëntst qua energie- en wa-
terverbruik.
sensorgestuurde aanpassing aan de hoeveelheid vaatwerk en de etensresten
Indien nodig 55-65 Indien nodig 65 X
1)
45 X 55 X
60
Page 61
Programmaoverzicht
55 °C
kWh
2)
4)
6)
Liter Koud water
13,03)-22,0
4)
13,0 2:52 2:42
15 °C u:min
1:45-2:30 1:35-2:16
Verbruik
Energie Water
4)
6)
Warm water
0,753)-1,00
0,705)/ 0,69
Koud water
15 °C
kWh
3)
1,30
-1,60
0,70 0,22 13,0 0:38 0:30
1,30 0,95 13,0 1:32 1:20
5)
/ 1,04
1,05
1,70 1,20 17,0 2:40 2:30
0,02 0,02 5,0 0:12 0:12
2) De opgegeven waarden zijn volgens EN 50242 berekend. De waarden kunnen in de praktijk door wisselende omstandigheden of door de invloed van sensoren duidelijk variëren. Bij de aangegeven duur zijn wij uitgegaan van een normaal huishouden.
Door de functie "Turbo" (afhankelijk van het model) te kiezen, kan een programma met maximaal 50 minuten worden ingekort. Het stroomverbruik kan hierbij maximaal 0,2 kWh stijgen.
3) Halfvol met licht vervuild vaatwerk
4) Vol met sterk vervuild vaatwerk
5) Toestellen met besteklade
6) Toestellen met bestekkorf
Duur
2)
Warm water
55 °C u:min
61
Page 62
Mits toeslag verkrijgbaar toebehoren
Uw afwasautomaat nog efficiënter gebruiken
Om uw toestel nog beter op uw individuele wensen af te stemmen, kunt u bij uw Miele-handelaar of via de Service After Sales van Miele extra toebehoren ver krijgen. Het is mogelijk dat bepaald toebehoren al tot de standaarduitrusting van uw toe stel behoort. Dit hangt af van het model.
U wilt... dan hebt u nodig...
-
-
...afzonderlijke onderdelen van de Miele Cappuccinatore afwassen
...extra ruimte om bestek af te wassen ...een bestekkorf voor de onderste
...glazen met lange stelen afwassen ...een glasbeugel voor de onderste
...een Cappuccinatore-inzet voor de bovenste korf
korf
korf
62
Page 63
Elektrische aansluiting
De afwasautomaat is standaard voor zien van een aansluitkabel met stekker voor aansluiting op een stopcontact met aarding.
De afwasautomaat moet zo wor
,
den geplaatst dat men altijd zonder problemen bij het stopcontact kan komen. Gebruik om veiligheidsredenen geen verlengkabel. Het gebruik van een verlengkabel verhoogt het risico op oververhitting en daarmee op brand.
Wanneer de aansluitkabel is bescha digd, moet deze door een speciale aansluitkabel worden vervangen. Neem contact op met uw Miele-handelaar of met de dienst Herstellingen aan huis van Miele. Om veiligheidsredenen mag de aansluitkabel alleen door gekwalifi­ceerde vakmensen of door de dienst Herstellingen aan huis van Miele wor­den vervangen.
-
-
-
Controleer voordat u de afwas
,
automaat in gebruik neemt of de elektrische gegevens van uw elek trische installatie (spanning, fre quentie en zekering) overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje en dat het stopcontact geschikt is voor de stekker van de afwasauto maat.
De technische gegevens vindt u op het typeplaatje aan de rechterzijkant van de deur.
De elektrische installatie moet
,
volgens VDE 0100 uitgevoerd zijn!
-
-
-
-
Het toestel mag niet op gelijkstroom­wisselstroommutators worden aange sloten, die bijvoorbeeld bij stroom voorziening op zonne-energie worden gebruikt. In dat geval kunnen er zich bij het inschakelen van het toestel span ningspieken voordoen, die ertoe kun nen leiden dat het toestel wordt uitge schakeld om veiligheidsredenen. De elektronische besturing kan bescha digd raken! De stekker van de aansluitkabel van het toestel mag niet worden vervangen door een energiebesparende stekker (bijv. van het merk SavaPlug). Hierdoor wordt de energietoevoer naar het toe stel verminderd en wordt het toestel te warm.
-
-
-
-
-
-
-
63
Page 64
Wateraansluiting
Het Waterproof System van Miele
Bij vakkundige installatie geeft Miele de garantie dat het Waterproof System een grondige bescherming tegen water schade biedt tijdens de hele levens duur van de afwasautomaat.
-
-
Watertoevoer
Het water in de afwasautomaat
,
is geen drinkwater!
De afwasautomaat mag worden aan
gesloten op koud of warm water tot maximaal 60 °C. Wanneer u beschikt over energiebe sparende warmwaterbereiding, ra den wij u aan om de afwasautomaat op warm water aan te sluiten. Zo be spaart u stroomkosten en tijd. Er wordt in alle programma's met warm water afgewassen.
– De watertoevoerslang is ca. 1,5 m
lang. Er is een 1,5 m lange, flexibele metalen slang (proefdruk 14000 kPa/140 bar) verkrijgbaar.
– Voor de aansluiting is een water-
kraan met noodzakelijk.
– Een terugslagklep is niet noodzake-
lijk, aangezien het toestel voldoet aan de waterveiligheidsnormen.
3
/4"-schroefkoppeling
-
-
-
-
64
De waterdruk (stromingsdruk bij de wateraansluiting) moet tussen de 30 en 1000 kPa (0,3 en 10 bar) liggen. Is de druk hoger, dan moet een druk reduceerventiel worden ingebouwd.
Controleer nadat u het toestel voor het eerst in gebruik hebt genomen of de watertoevoer niet lekt om na te gaan of de aansluiting goed is uitge voerd.
-
-
Page 65
Om schade aan het toestel te
,
voorkomen, mag u de afwasauto maat alleen op een volledig ont luchte waterleiding aansluiten.
-
-
! De watertoevoerslang mag niet
korter worden gemaakt of bescha­digd want in de slang zitten onder­delen die onder spanning staan wanneer het toestel wordt aangeslo­ten op het elektriciteitsnet (zie af beelding).
-
Wateraansluiting
65
Page 66
Wateraansluiting
Waterafvoer
In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zo dat er geen vuil water via de afvoer slang in de afwasautomaat terug kan stromen.
De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van ca. 1,5 m met een diameter van 22 mm binnenwerks.
De afvoerslang kan met nog een
slang en met een verbindingsstuk worden verlengd. De afvoerslang mag maximaal 4 m lang zijn en de opvoerhoogte mag maximaal 1 m zijn!
– Voor de aansluiting van de slang op
het afvoersysteem ter plaatse is bo­vendien een slangklem bij de afwas­automaat meegeleverd (zie monta­geschets).
Controleer nadat u het toestel voor
-
het eerst in gebruik hebt genomen of de waterafvoer niet lekt om na te
-
gaan of de aansluiting goed is uitge voerd.
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de plaats van opstelling dieper dan de ge leiding voor de wieltjes van de onderste korf in de deur, dan moet de wateraf voer worden belucht. Gebeurt dat niet, dan kan het water tijdens een program ma door de werking van de sifon uit de spoelruimte stromen.
Hoe beluchten:
^ Open de deur van de afwasautomaat
volledig.
-
-
-
-
– De slang kan langs rechts of links
worden geplaatst.
De aansluittuit voor de afvoerslang is geschikt voor slangen van verschil lende diameters. Steekt de aansluit tuit te ver in de afvoerslang, dan moet de aansluittuit korter worden gemaakt. Gebeurt dat niet, dan kan de afvoerslang verstopt raken.
De afvoerslang mag niet korter wor den gemaakt!
,
Zorg ervoor dat er geen knikken
in de afvoerslang komen!
66
-
-
-
^
Trek de onderste sproeiarm omhoog en haal deze eraf.
^
Snijd de dop van de beluchtingsklep in de spoelruimte af.
Page 67
Technische gegevens
Model afwasautomaat Normaal XXL
Hoogte vrijstaand toestel 84,5 cm
(verstelbaar + 3,5 cm)
Hoogte inbouwtoestel 80,5 cm
(verstelbaar + 6,5 cm)
Hoogte van de inbouwnis Vanaf 80,5 cm
(+ 6,5 cm)
Breedte 59,8 cm 59,8 cm
Breedte van de inbouwnis 60 cm 60 cm
Diepte Vrijstaand toestel Inbouwtoestel
Gewicht Max. 67 kg Max. 59 kg
Spanning 230 V 230 V
Aansluitwaarde 2200 W 2200 W
Zekering 10 A 10 A
Energieverbruik in uitstand
Energieverbruik in niet-uitgeschakelde toestand
Keurmerk KEMA, VDE, radio- en
Waterdruk 30 - 1000 kPa
Warmwateraansluiting Tot max. 60 °C Tot max. 60 °C
Opvoerhoogte Max. 1 m Max. 1 m
Afpomplengte Max. 4 m Max. 4 m
Aansluitkabel Ca. 1,7 m Ca. 1,7 m
Capaciteit 13/14 couverts* 13/14 couverts*
60 cm 57 cm
0,20 W 0,20 W
0,30 W 0,30 W
tv-ontstoring
(0,3 - 10 bar)
-
84,5 cm (verstelbaar + 6,5 cm)
Vanaf 84,5 cm (+ 6,5 cm)
­57 cm
KEMA, VDE, radio- en tv-ontstoring
30 - 1000 kPa (0,3 - 10 bar)
* afhankelijk van het model
67
Page 68
Wijzigingen voorbehouden / G4300/G4302/G4305/G4307 / 3112
M.-Nr. 09 251 280 / 01
Loading...