vrijstaande diepvriezers
F 7131 S
F 7132 S
F 7138 S
F 7139 S
F 7140 S
Lees absoluut uw gebruiksaanwijzing voor
u het toestel installeert en in gebruik neemt.
Daardoor zorgt u voor uw eigen veiligheid
en vermijdt u schade aan uw toestel.
c Toets en controlelampje Superfrost
d Knop aan/uit en temperatuurregeling
e Vriesladen met invrieskalender
f Markeersysteem diepvrieswaar
g Afloopplaatje voor dooiwater
4
Uw bijdrage tot bescherming van ons milieu
Recycleerbare verpakking
De verpakking behoedt het toestel voor
transportschade. Er werd materiaal ge
kozen, dat door het milieu wordt verdra
gen en opnieuw kan worden benut.
Door de verpakking weer in kringloop
te brengen, wordt er grondstof ge
spaard en verkleint de afvalberg. Geef
deze stoffen dus niet met het gewone
vuilnis mee. Breng ze liever naar het
dichtstbijzijnde gemeentelijk container
park. Waar u dat vindt, komt u zeker bij
uw gemeentebestuur aan de weet.
-
Berging van uw oud toestel
Bij de aankoop van uw nieuw toestel
heeft u een bijdrage betaald. Die wordt
volledig gebruikt voor de toekomstige
recyclage van dat toestel. Dat bevat
trouwens nog waardevol materiaal.
Door te recycleren wordt er dan ook
minder verspild en vervuild.
Als u vragen heeft omtrent het af
danken van uw oud toestel, neem dan
contact op met
de handelaar bij wie u het kocht
–
of
– de firma Recupel,
telefoon 02 706 86 10,
website: www.recupel.be
of
– uw gemeentebestuur als u uw toestel
naar een containerpark brengt.
Zorg ervoor dat de buisleidingen van
de compressor geen schade oplopen
voordat het toestel terdege wordt
geborgen. Zo vermijdt u dat er koelmid
del uit het koelcircuit of olie uit de com
pressor in het milieu terechtkomt.
-
-
-
Zorg er ook voor dat het toestel kinder
veilig wordt bewaard voor u het laat
wegbrengen.
Hou bij het afdanken van uw oud toe
stel ook rekening met de gelijknamige
rubriek in de "Opmerkingen omtrent uw
veiligheid".
-
-
5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Technische veiligheid
Dit toestel voldoet aan de voorge
schreven veiligheidsvoorschriften.
Bij ondeskundig gebruik kan de ge
bruiker gevaar lopen en het toestel
beschadigd worden.
Lees aandachtig uw gebruiksaanwij
zing voor u het toestel in gebruik
neemt. U vindt er belangrijke opmer
kingen omtrent het inbouwen, de
veiligheid, het gebruik en het onder
houd van het toestel. Zo beschermt
u zichzelf en vermijdt u schade aan
het apparaat.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig. Geef ze door aan wie
het toestel achteraf gebruikt.
Het toestel juist gebruiken
Gebruik dit toestel uitsluitend in het
huishouden. Het dient enkel om
diepvriesproducten te bewaren, verse
levensmiddelen in te vriezen en consumptie-ijs te bereiden.
Alle andere toepassingen zijn ongeoor
loofd en misschien ook wel gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt door
dat het toestel niet correct gebruikt of
verkeerd bediend werd.
-
-
-
-
-
-
-
Dit toestel bevat het koelmiddel
isobutaan R600a. Dat is een na
tuurlijk gas dat heel weinig milieubelas
tend is. Het is evenwel brandbaar. Het
brengt echter geen schade toe aan de
ozonlaag. Het vergroot evenmin het
broeikaseffect.
Door dit milieuvriendelijk koelmiddel toe
te passen maakt het toestel wel iets
meer lawaai. Naast het geluid dat de
compressor maakt, kan er in heel het
koelcircuit lawaai optreden. Deze ge
volgen zijn jammer genoeg niet te ver
mijden. Ze beïnvloeden echter niet het
vermogen van het toestel.
Bij het transport en opstellen van het
toestel dient u ervoor te zorgen dat er
geen onderdelen van het koelmiddelcircuit worden beschadigd. Wegspattend
koelmiddel kan oogletsels veroorzaken!
Is er toch schade opgetreden,
- vermijd dan open vuur of vonken,
- trek de stekker uit het stopcontact,
- laat het vertrek waar het toestel staat,
enkele minuten doorluchten
- en verwittig de Technische Dienst.
Hoe meer koelmiddel het toestel
bevat, hoe groter het vertrek moet
zijn, waar het opgesteld wordt. Treedt
er eventueel een lek op, dan kan er in
te kleine vertrekken een brandbaar
gas-luchtmengsel worden gevormd.
Per 8 g koelmiddel dient het vertrek
minstens 1 m
koelmiddel het toestel bevat, vindt u op
het typeplaatje aan de binnenzijde.
3
ruim te zijn. Hoeveel
-
-
-
-
6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Vergelijk voor het aansluiten van
het toestel beslist de aansluitgege
vens op het typeplaatje met de gege
vens van uw huisinstallatie. Het gaat
hier over de spanning en de frequentie.
Deze gegevens moeten absoluut over
eenstemmen om schade aan uw toestel
te vermijden. Vraag bij twijfel inlich
tingen aan uw installateur.
De elektrische veiligheid van dit
toestel wordt enkel gewaarborgd
indien het op een aardsysteem is aan
gesloten, dat volgens de voorschriften
werd geïnstalleerd. Het is heel belang
rijk dat deze fundamentele veiligheidsvoorziening voorhanden is. Laat uw installatie bij twijfel door een vakman
nakijken.
De fabrikant kan niet aansprakelijk zijn
voor schade die werd veroorzaakt doordat de aardleiding onderbroken was of
gewoon ontbrak. Er zijn dan ook elektrische schokken mogelijk.
Het toestel kan enkel veilig werken
indien u het volgens de gebruiks
aanwijzing monteert en aansluit.
-
-
-
-
-
-
Installatiewerk en herstellingen
-
mag u enkel door erkende vak
mensen laten uitvoeren.
Door ondeskundige installaties of repa
raties kunnen er niet te onderschatten
risico's opduiken voor wie het toestel
gebruikt. Daarvoor is de fabrikant niet
aansprakelijk.
Het toestel is pas stroomloos in
dien aan een van de volgende
voorwaarden is voldaan:
u hebt de stekker van het toestel uit
–
het stopcontact getrokken.
Trek niet aan het snoer, wel aan de
stekker om het toestel stroomloos te
maken.
– u hebt de smeltveiligheden van de
huisinstallatie uitgeschakeld.
Gebruik om het toestel op het
stroomnet aan te sluiten, geen verlengsnoeren. Die waarborgen niet de
nodige veiligheid. Er is risico op oververhitting.
-
-
-
Indien u dit toestel niet op een vas
te plaats inbouwt en monteert, bv.
op een schip, laat dit karwei dan enkel
uitvoeren door vakmensen. Die moeten
ervoor zorgen dat u het toestel veilig
kan gebruiken.
-
7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik
Raak de diepvrieswaar niet met
natte handen aan. Uw handen kun
nen eraan vastvriezen. U kan kwetsuren
oplopen!
Steek ijsblokjes en frisco's, vooral
ijslolly's, nooit meteen in de mond
nadat u die uit de diepvriezer hebt ge
nomen. Door de zeer lage temperatuur
kunnen uw lippen of uw tong vastvrie
zen. U kan letsels oplopen!
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug
in. Verbruik die zo vlug mogelijk.
Die levensmiddelen boeten immers aan
voedingswaarde in en bederven. Zo u
ze kookt of braadt, kan u die levensmiddelen wel opnieuw invriezen.
Bewaar in uw toestel geen explo-
sieve stoffen noch producten met
brandbaar drijfgas (bv. spraybussen).
Zodra de thermostaat inschakelt, kunnen er dan vonken ontstaan. Die kunnen bepaalde vonkgevoelige menge
lingen doen ontploffen.
Bewaar in uw diepvriezer geen
blikjes of flessen met koolzuurhou
dende drank of met vloeistof die kan
bevriezen. De blikjes of flessen kunnen
stukspringen. U kan letsels oplopen en
er is risico op schade!
Neem flessen die u in de diepvrie
zer legt om snel te koelen, uiterlijk
na een uur weer uit. De flessen kunnen
stukspringen. Er is risico's op lichame
lijk letsel en op schade!
-
-
-
-
-
-
-
Zo u te lang bewaarde levensmid
delen eet, loopt u het risico van
voedselvergiftiging.
De bewaarduur hangt van heel wat fac
toren af. Onder meer van de mate
waarin de levensmiddelen vers en de
gelijk zijn, maar ook van de bewaar
temperatuur. Hou de bewaartips en de
opgegeven bewaarduur van de voed
selfabrikanten in acht!
Gebruik geen spitse noch scherpe
voorwerpen om
rijm- en ijslagen te verwijderen,
–
– aangevroren ijsblokjesschalen en
diepvrieswaar los te maken.
Zo beschadigt u de vriesplaten en raakt
het toestel volledig defect.
Zet nooit elektrische verwarmings-
apparaten en kaarsen in het toestel.
Anders loopt de kunststof schade op.
Gebruik nooit ontdooisprays of
ijsverwijderende middelen.
Die kunnen explosieve gassen vormen,
die oplosmiddel of drijfgas bevatten of
uw gezondheid kunnen schaden.
Behandel de deurdichting nooit
met olie of vet.
Anders wordt die op de duur poreus.
Dek de ventilatieroosters van het
toestel niet af.
Anders is er geen onberispelijke lucht
toevoer meer gewaarborgd. Het
stroomverbruik stijgt en er kan schade
optreden aan bepaalde onderdelen.
-
-
-
-
-
-
8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Dit toestel is geschikt voor een be
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tempe
ratuur dient binnen zekere grenzen te
blijven. De klimaatklasse vindt u terug
op het typeplaatje binnen in het toestel.
Door te lage kamertemperaturen blijft
de compressor te lang stilstaan. Daar
door kan het toestel de noodzakelijke
temperatuur niet bieden.
Gebruik om uw toestel te ontdooien
en schoon te maken in geen geval
hogedrukreinigers.
De vloeistof kan onderdelen aanraken,
die onder spanning staan. Zo kan er
kortsluiting optreden.
-
Uw oud toestel afdanken
-
-
Verniel het slot van uw oude koel
kast of diepvriezer wanneer u die
buiten gebruik stelt. Zo vermijdt u dat
spelende kinderen zich in het toestel
opsluiten en in levensgevaar komen.
Maak oude toestellen onbruikbaar.
Trek de stekker uit het stopcontact
en knip het aansluitsnoer door.
Zorg dat u geen onderdelen van
het koelcircuit beschadigt, b.v.
door:
de koelmiddelkanaaltjes van de ver
–
damper open te steken,
– de buisleidingen af te knikken of
– oppervlakbekledingen af te krabben.
Wegspuitend koelmiddel kan oogletsels
tot gevolg hebben.
De fabrikant is niet aansprakelijk
voor schade die werd veroorzaakt
doordat de veiligheidsbepalingen en
waarschuwingen niet in acht werden
genomen.
-
-
9
Hoe spaart u stroom?
normaal stroomverbruikhoger stroomverbruik
Opstellenin een geventileerd vertrekin een gesloten, niet te ventileren
niet rechtstreeks door de zon
beschenen
niet naast een warmtebron (radia
tor, fornuis)
bij een ideale omgevingstempera
tuur van ca. 20 °C
Temperatuurinstelling
thermostaat met getallen
(regeling in stappen)
Temperatuurinstelling
thermostaat "tot op de
graad nauwkeurig"
(digitale aanduiding)
Gebruikdoe de toesteldeur enkel even
Ontdooienlaat het vriesvak ontdooien als de
bij een gemiddelde stand van de
knop van 2 tot 3.
keldervak van 8 tot 12 °C
koelvak van 4 tot 5 °C
0 °-zone om en bij de 0 °C
vriesvak -18 °C
open als dat nodig is
de levensmiddelen goed sorteren
voor u ze in het toestel plaatst
warme spijs en drank eerst buiten
het toestel laten afkoelen
zet de levensmiddelen degelijk
verpakt of goed afgedekt in het
toestel
leg diepvrieswaar om te ontdooien
in de koelruimte
leg of zet niet te veel levensmid
delen in de zones of vakken; zo
kan de lucht circuleren
ijslaag een paar centimeter dik is
geworden
vertrek
wel rechtstreeks door de zon
beschenen
wel naast een warmtebron (radia
tor, fornius)
bij een hoge omgevingstempera
tuur
bij een hoge stand van de knop:
hoe lager de temperatuur in het
toestel, hoe hoger het stroomver
bruik!
Let op! Bij toestellen met winter
schakeling zet u de schakelaar bij
omgevingstemperaturen hoger
dan 16 °C uit!
als u de toesteldeur vaak en lang
openzet = koudeverlies
wanorde = lang zoeken zodat de
toesteldeur lang open blijft
warme spijzen in het toestel doen
de compressor langer draaien om
de temperatuur te doen zakken
als vloeistof in de koelruimte ver
dampt en condenseert, veroor
zaakt dat koudeverlies
-
door een ijslaag wordt de koude
slechter aan de levensmiddelen
afgegeven en stijgt het stroomver
bruik
-
-
-
-
-
-
-
10
Het toestel in- en uitschakelen
Voor het eerste gebruik
Maak de binnenruimte en het toebe
^
horen schoon. Gebruik daar lauw wa
ter voor en wrijf daarna alles met een
doek droog.
Laat het toestel na het transport
zowat een (half) uur staan voor u het
aansluit. Dat is van groot belang
voor de goede werking achteraf!
Het toestel inschakelen
^ Draai de knop aan/uit met een geld-
stuk naar rechts van de stand "0"
weg.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Het controlelampje van het waarschu
wingssysteem knippert. Even later
weerklinkt een waarschuwingssignaal.
Het toestel begint te koelen.
Het waarschuwingssignaal uit
schakelen
-
-
Druk op de toets voor het waarschu
^
wingssignaal.
Het signaal verstomt. Het controlelamp
je blijft branden tot de ingestelde tem
peratuur echt bereikt is.
Koude-accu
Leg de koude-accu in de bovenste
lade. Daar neemt hij niet veel plaats in
beslag. Na ca. 24 uur heeft de accu
zijn volle koelvermogen bereikt.
Het toestel uitschakelen
^ Draai de knop aan/uit met een geld-
stuk naar links in de stand "0".
Alle controlelampjes gaan uit en de
koeling is uitgeschakeld.
-
-
-
-
-
Opdat de temperatuur laag genoeg
daalt, laat u het toestel bij voorkeur en
kele uren ingeschakeld voor u er voor
het eerst eetwaar in plaatst.
-
11
Het toestel in- en uitschakelen
Bij langdurige afwezigheid
Zo u het toestel lange tijd niet gebruikt:
schakel het toestel uit,
^
trek de stekker uit het stopcontact,
^
laat het toestel ontdooien en maak
^
het schoon,
laat de toesteldeur op een kier om
^
reukhinder tegen te gaan.
Werd het toestel bij langdurige afwe
zigheid uitgeschakeld, maar niet
schoongemaakt? In zo’n geval is er
risico van schimmelvorming zo de
toesteldeur gesloten blijft.
-
12
Voor het bewaren van levensmiddelen
is het van groot belang de juiste tempe
ratuur in te stellen. Door micro-organis
men bederft eetwaar namelijk gauw.
Door een juiste bewaartemperatuur kan
dat proces evenwel worden vermeden
of vertraagd. De temperatuur heeft een
invloed op de snelheid waarmee de mi
cro-organismen aangroeien. Hoe lager
de temperatuur, hoe trager dat proces.
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en eetwaar lange tijd te bewaren, is er
een temperatuur van -18 °C nodig. Bij
deze temperatuur wordt de aangroei
van micro-organismen verregaand
stopgezet. Zodra de temperatuur boven de -10 °C stijgt, wordt de diepvrieswaar door de micro-organismen aangetast en kan die niet meer zo lang worden bewaard. Daarom mag u gedeeltelijk of volledig ontdooide spijzen pas
weer invriezen nadat u ze gekookt of
gebraden hebt. Door de hoge temperatuur worden de meeste micro-organismen immers vernietigd.
De temperatuur in het toestel loopt op
naarmate
De juiste temperatuur
de omgevingstemperatuur hoger ligt.
–
Dit toestel is geschikt voor een be
-
-
paalde klimaatklasse of categorie
van omgevingstemperatuur. Die tem
peratuur dient binnen zekere gren
zen te blijven.
-
De temperatuur instellen
De temperatuur stelt u in met de tempe
ratuurregelknop.
^ Draai de temperatuurregelknop met
een geldstuk naar rechts in een bepaalde stand.
Draai deze knop enkel tot aan de
aanslag. Draai vandaar weer terug.
Anders maakt u de knop stuk.
Hoe hoger de stand van de knop, hoe
lager de temperatuur in het toestel.
-
-
-
-
–
u de toesteldeur vaker opent en
langer laat openstaan,
–
u meer eetwaar in het toestel be
waart,
–
u meer verse levensmiddelen in
vriest,
-
-
13
De juiste temperatuur
Temperatuuraanduiding
Op het bedieningspaneel wordt bij nor
male werking de temperatuur van de
warmste plek in het toestel aangeduid.
De temperatuur wordt wel bij bena
dering opgegeven.
Indien u de temperatuur anders instelt,
controleer de temperatuuraanduiding
dan na ca. 6 uur bij een weinig gevuld, na ca. 24 uur bij een vol toestel.
Pas dan is de echte vriestemperatuur
bereikt. Ligt de temperatuur na deze
tijd nog te laag of te hoog, stel hem dan
opnieuw in met de temperatuurregel
knop.
Dat de temperatuur hoger ligt dan
-18 °C , is niet zo erg wanneer
– u het toestel in gebruik neemt,
– de toesteldeur eens wat langer open
blijft, bv. bij het uitnemen of plaatsen
van heel wat levensmiddelen,
– er verse eetwaar wordt ingevroren.
Ligt de temperatuur langere tijd boven
de -18 °C, kijk dan eens na of de diep
vrieswaar niet gedeeltelijk of volledig
ontdooid is. In zo’n geval dient u deze
spijzen zo gauw mogelijk te verbruiken!
-
-
-
-
-
14
Waarschuwingssignaal
Dit toestel is uitgerust met een waar
schuwingssysteem. Daarmee kan de
temperatuur in de vrieszone niet onge
merkt stijgen. Wordt het te warm, dan
weerklinkt er een waarschuwingssig
naal. Meteen gaat ook het controle
lampje van het waarschuwingssignaal
knipperen. Wanneer het toestel een
temperatuur als te warm "aanvoelt",
hangt af van de ingestelde tempera
tuur.
Deze signalen zijn telkens zichtbaar en
hoorbaar wanneer
u de vrieszone inschakelt.
–
– u de toesteldeur langere tijd opent,
bv. om er diepvrieswaar in te leggen,
te verplaatsen of uit te nemen.
– u een grote hoeveelheid levensmid-
delen invriest.
– de stroom langere tijd onderbroken
was.
-
-
-
-
Het waarschuwingssysteem
inschakelen
Het waarschuwingssysteem is automa
tisch altijd klaar om te functioneren. U
hoeft het niet extra in te schakelen.
Het waarschuwingssignaal
voortijdig uitschakelen
Zodra de ingestelde temperatuur in de
vrieszone is bereikt, wordt het signaal
gedoofd. Het bijhorende controlelampje
gaat uit. Stoort het signaal u, dan kan u
dat voortijdig uitzetten.
^ Druk op de toets voor het waarschu-
wingssignaal.
Het signaal verstomt. Het bijhorende
controlelampje blijft verlicht. Dat gaat
pas uit zodra de ingestelde tempera
tuur echt is bereikt. Zo is het waar
schuwingssysteem weer klaar om te
werken.
-
-
-
15
Superfrost
Verse eetwaar invriezen
Verse eetwaar dient u zo snel mogelijk
tot in de kern te laten invriezen. Zo blij
ven de voedingswaarde, de vitaminen,
het uitzicht en de smaak bewaard.
Hoe trager de levensmiddelen ingevro
ren worden, hoe meer vloeistof er uit
elke cel in de tussenruimte terechtkomt.
De cellen krimpen.
Bij het ontdooien kan er maar een deel
van die vloeistof naar de cellen terug.
In de praktijk betekent dit dat er in de
levensmiddelen veel sap verlorengaat.
Bij het ontdooien valt dat te merken aan
de grote plas rond de eetwaar.
Werd de eetwaar snel ingevroren, dan
krijgt de celvloeistof minder tijd om in
de tussenruimte weg te vloeien. De cellen krimpen heel wat minder.
Bij het ontdooien kan die eerder geringe hoeveelheid vloeistof die in de
tussenruimte terecht is gekomen, naar
de cellen terug. Er ging dus heel weinig
sap verloren. Er wordt maar een kleine
plas gevormd!
Superfrost-functie
Om verse eetwaar heel efficiënt in te
vriezen dient u van tevoren de functie
Superfrost in te schakelen.
Uitzonderingen:
Indien u reeds ingevroren levensmid
–
delen in de diepvriezer legt.
Indien u elke dag maar hoogstens
–
2 kg invriest.
Superfrost inschakelen
Schakel de functie Superfrost in 4 à
^
6 uur voor u levensmiddelen
plaatst.
^ Wenst u het hoogste invriesvermo-
gen te benutten, schakel dan de Su-perfrost 24 uur van tevoren in!
^
Druk op de toets Superfrost zodat het
controlelampje Superfrost aangaat.
-
16
De temperatuur in het toestel daalt
daar het met het hoogste invriesver
mogen werkt.
-
Superfrost uitschakelen
Superfrost
De functie Superfrost wordt automa
tisch uitgeschakeld na ca. 50 uur. Het
controlelampje gaat uit en het toestel
werkt weer met zijn normale, stroombe
sparende koelcapaciteit.
Om stroom te besparen, kan u de func
tie Superfrost ook zelf uitschakelen zo
dra er een constante vriestemperatuur
van minstens -18 °C is bereikt.
Druk op de toets Superfrost zodat het
^
controlelampje Superfrost uitgaat.
Het toestel koelt nu weer met zijn nor
male koelcapaciteit.
-
-
-
-
-
17
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Maximum-invriesvermogen
Om levensmiddelen zo gauw mogelijk
tot in de kern te laten invriezen, mag
het maximum-invriesvermogen niet
overschreden worden. Hoeveel dat be
draagt, vindt u op het typeplaatje: "in
vriesvermogen ... kg / 24 uur".
-
Diepvrieswaar bewaren
Zo u kant-en-klare diepvrieswaar in het
toestel legt, controleer dan reeds bij de
aanschaf in de winkel
of de verpakking niet beschadigd is,
–
– tot wanneer het product houdbaar is
– en hoe laag de koeltemperatuur in
de winkeltoog is. Ligt die hoger dan
-18 °C, dan is de diepvrieswaar niet
zo lang houdbaar.
^ Koop uw diepvrieswaar op het einde
van uw boodschappen. Bewaar hem
in krantenpapier of in een koeltas.
^
Leg de gekochte diepvrieswaar met
een in uw toestel.
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan u die le
vensmiddelen wel opnieuw invrie
zen.
-
-
Zelf levensmiddelen invriezen
Gebruik enkel verse en onberispelijke
levensmiddelen om in te vriezen!
-
Hou hiermee rekening bij het
invriezen:
Zijn geschikt om in te vriezen:
–
vers vlees, gevogelte, wild, vis,
groente, kruiden, rauw fruit, zuivel,
gebak, spijsresten, eigeel, eiwit en
heel wat kant- en klaargerechten.
Niet geschikt om in te vriezen:
–
druiven, kropsla, radijsjes, ramme
nas, zure room, mayonaise, eieren in
hun schaal, uien, ongeschilde rauwe
appelen en peren.
– Om kleur, smaak, aroma en vitami-
nen C te bewaren, dient u fruit en
groente voor het invriezen te blancheren. Doe de groente per portie
2 à 3 minuten in kokend water. Daarna uitnemen en vlug in koud water
-
-
afkoelen. Laat de groente uitdruppen.
–
Mager vlees is beter geschikt om in
te vriezen dan vet. Het kan trouwens
veel langer worden bewaard.
–
Leg tussen koteletten, biefstuk,
vleeslapjes e.d. telkens plastic folie.
Zo vermijdt u dat porties aaneenvrie
zen.
-
-
18
–
Rauwe levensmiddelen en geblan
cheerde groente mag u voor het in
vriezen niet kruiden of zouten. Klaar
gemaakte spijzen kruidt of zout u
maar lichtjes. Sommige kruiden ver
anderen immers van smaakintensiteit
bij het invriezen.
-
-
-
-
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Laat warme spijs en drank eerst bui
–
ten het toestel afkoelen. Anders
wordt reeds ingevroren eetwaar even
ontdooid. Dit leidt bovendien tot een
hoger stroomverbruik.
Verpakken
Vries de eetwaar per portie in.
^
Geschikte verpakking
- kunststoffolie
- zakjes van polyethyleen
- aluminiumfolie
- diepvriesdozen
Ongeschikte verpakking
- inpakpapier
- perkamentpapier
- cellofaan
- vuilniszakken
- gebruikte boodschapzakjes
^ Druk de lucht uit de verpakking.
^ Sluit de verpakking af met
- elastiekjes,
- kunststofklemmen,
- touwtjes of
- koudebestendige plakband.
Voor u de diepvrieswaar schikt
-
Zo u meer dan 2 kg verse levensmid
delen gaat invriezen, dient u op voor
hand de functie Superfrost in te scha
kelen. Zie rubriek "Superfrost-functie".
Diepvrieswaar schikken
U kan overal in de vrieszone levensmid
delen laten invriezen, maar bij voorkeur
in de bovenste laden. Grotere pakjes
legt u rechtstreeks op de vriesplaten.
Daar worden ze heel gauw en behoed
zaam ingevroren. Neem daartoe een of
verschillende vriesladen uit.
Elke vrieslade en vriesplaat kan
hoogstens 25 kg dragen!
-
-
-
-
-
Polyethyleen zakjes kan u ook met
een lastoestel dichtmaken.
^
Plak op de verpakking een etiket met
inhoud en invriesdatum erop.
Leg de levensmiddelen niet voorbij
de stapelgrens (A). Anders kan de
lucht niet meer onberispelijk in het
toestel circuleren.
19
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Leg de levensmiddelen op hun brede
^
zijde op de bodem van de vrieslade
of op de vriesplaat. Zo geraken ze zo
vlug mogelijk tot in de kern bevroren.
Leg de pakjes er droog in. Anders
^
vriezen ze aan elkaar.
Levensmiddelen die u er pas inlegt,
mogen niet in aanraking komen met
reeds ingevroren eetwaar. Anders
gaat die lichtjes ontdooien.
Schuif het ruitertje van aan de rand
^
Invrieskalender
van de lade over de rail.
Op de invrieskalender op de vrieslade
ziet u hoe lang u verschillende soorten
vers ingevroren eetwaar kan bewaren.
Bij gekochte diepvrieswaar vindt u de
bewaarduur op de verpakking terug.
Markering diepvrieswaar
Om u eraan te herinneren hoelang u de
diepvrieswaar mag bewaren, is het toestel van een markeersysteem voorzien.
Bij elke vrieslade horen twee ruitertjes
met een wieltje. Op dat wieltje zijn de
maanden aangegeven van 1 tot 12.
Met het ruitertje duidt u de soort eet
waar aan. Met het wieltje de maand
waarin u de eetwaar invroor.
-
Diepvries ontdooien
Diepvries kan u ontdooien
– in uw microgolfoven,
– in uw oven met de verwarmingssoort
"Hete lucht" of "Ontdooien",
–
op kamertemperatuur,
–
in de koelkast.
Platte stukken vlees en vis kan u in
een hete pan doen zodra ze lichtjes
ontdooid zijn.
Fruit kan u op kamertemperatuur zowel
in de verpakking als in een schotel met
deksel ontdooien.
Ingevroren groente kan u in kokend
water doen of in heet vet stoven. De
kooktijd valt dan wat korter uit dan bij
verse groente.
20
Diepvries bewaren en levensmiddelen invriezen
Vries gedeeltelijk of volledig ont
dooide levensmiddelen niet terug in.
Zo u ze kookt of braadt, kan dat wel.
-
Koude-accu
Hiermee vermijdt u dat de temperatuur
in de diepvriezer bij een stroomonder
breking te snel stijgt.
-
IJsblokjes maken
Druk de sluitbout naar onder en vul
^
de ijsblokjesschaal met water. Via de
afvoeropening loopt het overtollige
water over.
^ Druk de sluitbout nu naar boven om
het schaaltje af te sluiten. Zet het
schaaltje op de bodem van de
vrieslade.
^ Gebruik om de vastgevroren ijs-
schaal los te maken een stomp voorwerp, b.v. een lepelsteel.
^
De ijsblokjes komen vlotter los uit de
schaal als u die even onder stromend
water houdt.
Leg de koude-accu in de bovenste
lade direct op de diepvrieswaar. Na ca.
24 uur levert de accu zijn maximum
koelvermogen.
Bij een stroomonderbreking legt u de
koude-accu direct op de diepvrieswaar
in de bovenste vrieslade. Zo duurt de
bewaartijd het langst.
Als u verse levensmiddelen plaatst, be
nut dan de koude-accu als scheiding
tussen reeds ingevroren en verse levensmiddelen. Zo gaat de diepvrieswaar niet lichtjes ontdooien.
In een koelbox houdt de koude-accu
spijs en drank voor korte tijd koel.
-
-
Drank snel koelen
Wenst u flessen in de diepvriezer te
leggen, haal die dan uiterlijk na 1 uur
weer uit. Anders springen ze stuk!
21
Ontdooien
Door het normale gebruik ontstaat er op
de duur rijm en ijs op de vriesplaten.
Daardoor verslecht de koude-afgifte en
verhoogt het stroomverbruik.
Krab de rijm- of ijslaag niet weg. U
kan anders de vriesplaten bescha
digen. Dan werkt uw toestel niet
meer.
Ontdooi de diepvriezer zo nu en dan.
Zo er reeds een ca. 5 mm dikke ijslaag
werd gevormd, dient u dat zeker te
doen. Kies een tijdstip waarop er wei
nig of geen diepvrieswaar in het toestel
ligt.
Voor u het toestel ontdooit
^ Schakel ca. 4 uur voor het ontdooien
de functie Superfrost in. Zo krijgt de
diepvrieswaar wat koudereserve en
kan die wat langer op kamertemperatuur worden bewaard.
^ Neem de diepvrieswaar uit en leg de
koude-accu erop. Wikkel de diep
vrieswaar in verschillende lagen
krantenpapier of dekens. Bewaar de
diepvrieswaar op een koele plaats tot
het toestel weer klaar is voor gebruik.
-
-
-
Om te ontdooien
Ga bij het ontdooien vlug te werk.
Hoe langer de diepvrieswaar op ka
mertemperatuur blijft liggen, hoe
korter de bewaarduur ervan wordt.
Schakel de diepvriezer uit met de
^
knop aan/uit.
Laat de deur van het toestel open.
^
^ Klap het afloopplaatje open zodat het
dooiwater kan wegvloeien.
-
^
Neem al de vriesladen uit het toestel.
22
^
Zet de onderste vrieslade voor het
toestel. Schuif het afloopplaajte door
de uitsparing. Zo kan het dooiwater
in de vrieslade worden opgevangen.
Ontdooien
Om het ontdooien te versnellen: zet
twee kommetjes heet (geen kokend)
water op een onderzetter in het toestel.
Zet nooit elektrische verwarmings
apparaten noch kaarsen in het toe
stel. Anders wordt de kunststof be
schadigd.
Gebruik geen ontdooisprays noch
ijsverwijderende middelen. Die kun
nen explosieve gassen vormen,
maar ook oplosmiddel of drijfgas be
vatten, dat de kunststof aantast of
schadelijk is voor de gezondheid.
-
-
-
-
Na het ontdooien
Giet het dooiwater uit de vrieslade.
^
Neem het in het toestel resterende
^
dooiwater meermaals met een doek
of spons op.
Maak het toestel schoon en droog.
^
Klap het afloopplaatje weer dicht.
^
Sluit de toesteldeur en schakel het
^
toestel in.
Schakel Superfrost in opdat het vlug
^
-
koud wordt in de diepvriezer.
Het controlelampje Superfrost gaat
aan.
^ Schuif de vriesladen met de diep-
vrieswaar erin weer in het toestel.
Wacht tot de temperatuur in het toestel laag genoeg gezakt is.
^ Schakel Superfrost weer uit.
Het controlelampje Superfrost gaat
uit.
23
Schoonmaken
Gebruik nooit reinigingsmiddel met
zand, schurend middel, soda of
zuur, noch chemisch oplosmiddel.
Ongeschikt zijn ook zogenaamde
"schuurmiddelvrije" schuurmiddelen.
Die doen matte plekken opduiken.
Let erop dat er geen water terecht
komt in de elektronische bediening
noch in de ventilatieroosters.
Gebruik nooit hogedrukreinigers. De
vloeistof kan toestelonderdelen aan
raken, die onder spanning staan. Er
kan dan kortsluiting optreden.
Ventilatieroosters
Maak de ventilatieroosters geregeld
^
met een kwast of stofzuiger schoon.
Hoe meer stof erop ligt, hoe meer
stroom het toestel verbruikt.
Deurdichting
-
-
Behandel de deurdichting nooit met
olie of vet. Die wordt anders na ver
loop van tijd poreus.
Maak de deurdichting geregeld met
^
helder water schoon. Wrijf ze nadien
met een doek goed droog.
-
Het typeplaatje binnen in het toestel
mag u niet verwijderen. Bij een
eventuele storing heeft de Technische Dienst dat nodig!
^ Maak het toestel meteen na het ont-
dooien schoon.
Het toestel is nu uitgeschakeld, de
diepvrieswaar ligt op een koele plaats
en de vriesladen zijn uitgenomen.
Buitenwanden, binnenruimte,
toebehoren
Om die schoon te maken gebruikt u het
best lauw water met wat afwasmiddel.
Was alle delen met de hand af, niet in
de vaatwasser.
^
Spoel de buitenwanden, de binnen
ruimte en het toebehoren na het reini
gen met helder water af. Wrijf alles
met een doek droog. Laat de toestel
deur even openstaan.
-
Achterzijde - metalen rooster
^ Stof het metalen rooster op de rugzij-
de van het toestel (warmtewisselaar)
minstens eens per jaar af. Hoe meer
stof, hoe hoger het stroomverbruik!
Zorg er bij het schoonmaken van het
metalen rooster voor dat u geen
snoeren of andere onderdelen af
trekt, knikt of beschadigt.
Na het schoonmaken
^
Sluit de toesteldeur en zet het toestel
aan.
^
Schakel Superfrost in. Zo wordt het
toestel gauw koud. Het controlelamp
je gaat aan.
^
Schuif de vriesladen met de diep
-
vrieswaar in het toestel. Wacht tot de
temperatuur in het toestel laag ge
-
noeg gezakt is.
^
Schakel Superfrost uit. Het controle
lampje gaat uit.
-
-
-
-
-
24
Wat gedaan als ...?
Herstellingen aan elektrische toe
stellen mogen enkel en alleen door
een vakman worden uitgevoerd.
Door ondeskundige reparaties kun
nen er ernstige risico's opduiken
voor wie het toestel gebruikt.
Volgende storingen kunt u echter zelf
verhelpen:
Wat gedaan als . . .
. . . het toestel niet koelt?
^ Zie na of de temperatuurregelknop
op een andere stand staat als '0'.
^ Zit de stekker van het toestel wel ste-
vig in het stopcontact?
^ Zijn de smeltstoppen van uw huisin-
stallatie niet uitgevallen? Zo dat het
geval is, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
-
-
. . . de compressor vaker en langer in
geschakeld wordt?
Zijn de ventilatieroosters niet geblok
^
keerd of zitten ze niet onder het stof?
Zit het metalen rooster (warmtewisse
^
laar) op de rugzijde van het toestel
niet onder het stof?
De toesteldeur werd vaak geopend.
^
Ofwel werd heel wat verse eetwaar
ingevroren.
Kan de toesteldeur goed dicht?
^
Kijk eens na of er op de vriesplaten
^
geen dikke laag rijm zit. Is dat zo,
laat het toestel dan ontdooien.
. . . het waarschuwingssignaal weerklinkt en het bijhorende controlelampje knippert?
Het is in de diepvriezer naar gelang
van de ingestelde temperatuur, te warm
omdat
-
-
-
. . . u de toesteldeur niet vaker na
mekaar kan openen?
Dit is geen storing. Door het zuigeffect
kan u de deur pas na enige tijd zonder
moeite openmaken.
. . . de temperatuur in het toestel te
laag is?
^
Stel de temperatuurregelknop op een
kleiner stand in.
^
U vergat Superfrost uit te schakelen.
Het controlelampje is aan.
^ de toesteldeur vaak geopend of heel
wat verse eetwaar ingevroren werd.
^
de ventilatie-openingen werden afge
dekt.
Zodra aan deze storingen een einde is
gesteld, verstomt het waarschuwings
signaal en gaat het controlelampje uit.
. . . het controlelampje van het waar
schuwingssysteem terzelfdertijd
knippert als de temperatuuraandui
ding -15 °C?
Het gaat hier om een storing. Doe een
beroep op de Technische Dienst.
-
-
-
-
25
Wat gedaan als ...?
. . . het controlelampje Superfrost niet
aangaat hoewel de compressor
draait?
Het controlelampje is defect. Doe een
beroep op de Technische Dienst.
. . . de diepvrieswaar vastgevroren
is?
Maak de diepvrieswaar los met een
stomp voorwerp, bv. een lepelsteel.
. . . er zich op de vriesplaten een dik
ke ijslaag gevormd heeft?
^ Kan de toesteldeur goed dicht?
^ Ontdooi het toestel en maak het
schoon.
Dikke lagen ijs beperken het koelvermogen. Dan stijgt ook het stroomverbruik.
Kan u de storing aan de hand van
deze aanwijzingen niet ongedaan
maken, doe dan een beroep op de
Technische Dienst van Miele.
Maak de toesteldeur bij voorkeur
niet open tot de storing werd verhol
pen. Zo beperkt u koudeverlies.
-
-
26
Waar bepaalde geluiden vandaan komen
Heel normale geluidenWaar komen ze vandaan?
Brrrrr...Gebrom komt van de motor (compressor). Dat kan even wat har
Blubb, blubb....Geborrel, geklots of gezoem komt van het koelmiddel dat door
Klik....U hoort een klik telkens als de thermostaat de motor in- of uit
Sssrrrrr....Bij toestellen met verschillende zones of bij No-Frostmodellen
Bedenk echter dat motor- en stromingsgeluiden in de koelingskringloop niet te
vermijden zijn!
der worden terwijl de motor ingeschakeld wordt.
de buisjes vloeit.
-
schakelt.
kan u een zacht geruis horen van de luchtstroming in de binnen
ruimte van het toestel.
-
-
Geluid waaraan u vlot kan
verhelpen
Geklepper, gerammel, gerinkelHet toestel staat niet waterpas: Stel het toestel met behulp van
Waar komt het vandaan en wat kan u ertegen
doen?
een waterpas. Schroef de voetjes in of uit het toestel of leg iets
onder het toestel.
Het toestel raakt andere toestellen of meubels aan: Schuif het
toestel van de meubels of andere toestellen weg.
Laden, korven of legplaten trillen of knellen: Controleer de uit
neembare onderdelen en zet ze eventueel opnieuw op hun
plaats.
Flessen of recipiënten raken elkaar: Schuif de flessen of reci
piënten wat uit elkaar.
De snoerhouder hangt nog tegen de achterzijde van het toe
stel: Neem de snoerhouder weg.
-
-
-
27
Technische dienst
Neem in geval van storingen die u zelf
niet kan verhelpen, contact op met
uw Miele-handelaar
^
of
de Technische Dienst van Miele.
^
Het adres en de telefoonnummers van
onze Technische Dienst vindt u op de
rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
Wanneer u daar een beroep op doet,
geef dan a.u.b. altijd het type- en het
machinenummer van uw toestel op.
Deze gegevens vindt u op het type
plaatje binnen in het toestel.
-
28
Dit toestel wordt aansluitklaar geleverd,
is dus voorzien van snoer en stekker.
Het apparaat is geschikt om te worden
aangesloten op eenfasige stroom
220 – 240 V, 50 Hz. Dit toestel mag en
kel op een degelijk geaard stopcontact
worden aangesloten.
Om de veiligheid te verhogen, verdient
het aanbeveling een verliesstroomscha
kelaar met een uitschakelstroom van
30 mA voor het toestel te schakelen.
U dient smeltveiligheden van 10 A te
voorzien.
Plaats het stopcontact naast of vlakbij
het toestel. Dat dient vlot toegankelijk te
zijn.
Gebruik geen verlengsnoeren om het
toestel op het stroomnet aan te sluiten.
Die waarborgen niet de nodige veiligheid. Er is risico van oververhitting.
Elektrische aansluiting
-
-
Sluit uw toestel niet aan op stroomomzetters die bij apart werkende stroomvoorziening worden gebruikt, bv. bij
zonne-energie. Bij het inschakelen van
uw toestel kunnen er anders span
ningspieken optreden waardoor het
voor uw veiligheid wordt uitgeschakeld.
Daardoor kan de elektronische bestu
ring echter schade oplopen!
Gebruik uw toestel ook niet met zoge
heten stroomsparende stekkers.
Daardoor wordt de stroomtoevoer naar
het toestel immers beperkt zodat het
toestel te warm wordt.
Dient het aansluitsnoer te worden ver
vangen, dan mag dat enkel worden uit
gevoerd door een erkend elektricien.
-
-
-
-
-
29
Opstellen
Zet boven op het toestel geen appa
raten die warmte afgeven, bv.
broodroosters of microgolfovens. Er
wordt dan meer stroom verbruikt!
Plaats van opstelling
Kies geen plaats vlak naast een fornuis,
een radiator of bij een venster vlak in
de zon. Hoe hoger de kamertempera
tuur oploopt, hoe langer de compressor
draait en hoe meer stroom er wordt ver
bruikt. Geschikt is een droog, degelijk
geventileerd vertrek.
Klimaatklasse
Dit toestel is geschikt voor een bepaalde klimaatklasse of categorie van
omgevingstemperatuur. Die temperatuur dient binnen zekere grenzen te blijven. De klimaatklasse vindt u terug op
het typeplaatje binnen in het toestel.
-
-
Ventilatie
Tegen de rugzijde van het toestel wordt
de lucht verwarmd. Daarom mag u de
ventilatieroosters niet afdekken. Dan
blijft een onberispelijke ventilatie ge
waarborgd.
Stof de ventilatieroosters ook geregeld
af.
De handgreep bevestigen
Als u de deurscharnieren niet van kant
hoeft te verwisselen, schroeft u nu de
handgreep op de toesteldeur.
-
KlimaatklasseKamertemperatuur
SN, N
ST
T
tot +32 °C
tot +38 °C
tot +43 °C
Tot een minimum kamertemperatuur
van +5 °C werkt uw toestel beslist pro
bleemloos.
30
^
Schroef de greep a met de schroe
-
ven b in de gaatjes van de deur.
-
Opstellen
Het toestel opstellen
Verwijder eerst de snoerhouder van
^
de achterzijde van het toestel.
Zie na of alle onderdelen aan de ach
^
terzijde van het toestel vrij kunnen
bewegen. Buig ze eventueel voor
zichtig van mekaar weg.
Schuif het toestel voorzichtig op de
^
daartoe voorziene plaats.
Het toestel waterpas zetten
-
-
Zet het toestel aan de verstelbare
^
voetjes stevig waterpas. Gebruik
daartoe de bijgeleverde dopsleutel.
31
De deurscharnieren verwisselen
Uw toestel wordt geleverd met de
scharnieren rechts. Wenst u ze links,
dan gaat u als volgt te werk:
^ Doe de toesteldeur dicht, schroef het
scharnierplaatje b af en neem de
toesteldeur langs onderen af.
Schroef de bovenste scharniertap d
^
met het inbusgedeelte van de bijge
leverde dopsleutel uit. Schroef de tap
er aan de andere zijde weer in.
Verwijder de dopjes f en schroef het
^
handvat e af. Verwissel het handvat
en de dopjes van plaats.
Verwissel het dopje g van kant.
^
Haak de toesteldeur weer in de bo
^
venste scharniertap en sluit ze.
Zet het scharnierplaatje b in de
^
toestelsokkel en schroef het vast.
De toesteldeur kan u waterpas hangen met behulp van de langwerpige
gaatjes in het scharnierplaatje. Zorg
ervoor dat alle schroeven stevig
aangedraaid zijn!
-
-
^
Verwijder de scharniertap c uit het
scharnierplaatje en schroef die in het
tweede gat van het scharnierplaatje
weer in. De scharniertap kan u met
het inbusgedeelte van de bijgele
verde dopsleutel uit- en weer in
schroeven.
^
Neem het dopje a uit en sluit daar
mee de vrij gekomen gaatjes aan de
andere zijde af.
32
-
-
-
Het toestel inbouwen
600 mm brede toestellen kan u in elke
keuken inbouwen. Om het toestel aan
de hoogte van de rij kasten aan te pas
sen, kan u erboven een opzetkast a
aanbrengen.
Ventilatie
Daartoe voorziet u aan de achterzijde
van het toestel een minstens 50 mm
diep luchtkanaal.
Blokkeer nooit de ventilatieope
ningen. Maak ze geregeld stofvrij.
Bij opstelling tussen standaardkeuken
kasten (diepte max. 580 mm) kan u het
toestel vlak naast de keukenkast zetten.
De toesteldeur springt dan opzij 34 mm
en in het midden 51 mm naar voren in
vergelijking met de voorzijde van de
keukenkast. Zo kan u de toesteldeur
onberispelijk openen en sluiten.
Stelt u het toestel naast een wand d
op, dan is er aan de scharnierkant een
tussenafstand van ca. 36 mm vereist
om de toesteldeur - ter wille van het
handvat - volledig te kunnen openen.
Wenst u het toestel aan de keuken-
meubelen ernaast c te bevestigen of
afstandslijsten tussen toestel en wand
aan te brengen, let dan hierop:
^ Vergewis u ervan of de toesteldeur
na het bevestigen nog goed open
kan.
^
U mag niet in de grijze zone - zie
afb. - boren. Anders kunnen onder
delen in de isolatie schade oplopen.
^
Bevestig het toestel met behulp van
plaatschroeven aan de keukenmeu
belen. Draai de schroeven zeker nietdieper dan 10 mm in het toestel!
-
-
-
-
Laat tussen kasten en plafond een
spleet van minstens 50 mm. Zo kan de
warme lucht ongehinderd wegtrekken.
Anders moet de compressor meer
draaien en verhoogt het stroomver
bruik.
-
333435
Wijzigingen voorbehouden / 4203
F 7131 S, F 7132 S, F 7138 S, F7139 S, F 7140
Dit papier spaart het milieu doordat het uit 100 % chloorvrij gebleekte celstof bestaat.
M.-Nr. 05 830 162 / 00
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.