Miele DA 2660, DA 2690, DA 2620, DA 2660 EXT, DA 2690 EXT User Manual [nl]

...
Page 1
Gebruiks- en montagehandleiding Dampkap
Lees absoluut de gebruiks- en montagehandleiding voordat u uw toe­stel installeert en in gebruik neemt. Dat is veiliger voor uzelf en u voor­komt schade aan uw toestel.
nl-BE M.-Nr. 10 352 200
Page 2
Inhoud
Een bijdrage aan de bescherming van het milieu ............................................ 13
Hoe werkt uw toestel? ........................................................................................ 14
Con@ctivity 2.0-functie ......................................................................................... 15
De dampkap in één oogopslag ..........................................................................16
Bediening (automatische werking) .................................................................... 18
Koken met de Con@ctivity 2.0-functie (automatische werking)............................ 18
De automatische functie tijdelijk uitschakelen ...................................................... 20
Terugkeer naar de automatische functie ............................................................... 20
Bediening (handmatige werking) ....................................................................... 21
Koken zonder Con@ctivity 2.0-functie (handmatige werking)............................... 21
Afzuiging inschakelen............................................................................................ 21
Een vermogensstand kiezen ................................................................................. 21
Luchtafzuiging achteraf......................................................................................... 21
De ventilator uitschakelen ..................................................................................... 21
Kookplaatverlichting in- en uitschakelen............................................................... 21
Powermanagement ............................................................................................... 22
Bediening (automatische en handmatige werking).......................................... 23
Bedrijfsurenteller.................................................................................................... 23
De bedrijfsurenteller voor de vetfilters wijzigen................................................ 23
Uren voor de actievekoolstoffilters instellen / wijzigen.....................................24
De bedrijfsurenteller opvragen ......................................................................... 24
Tips om energie te besparen.............................................................................. 25
Reiniging en onderhoud...................................................................................... 26
Behuizing............................................................................................................... 26
Opmerkingen over de glasplaten .....................................................................26
Vetfilter en paneel voor randafzuiging ................................................................... 27
Actievekoolstoffilter............................................................................................... 31
De bedrijfsurenteller voor de actievekoolstoffilter terug in zijn beginstand
brengen ............................................................................................................ 32
Actievekoolstoffilter weggooien .......................................................................32
Montage ...............................................................................................................33
Voor de montage................................................................................................... 33
Montageschema.................................................................................................... 33
Montagemateriaal.................................................................................................. 34
Afmetingen van het toestel.................................................................................... 36
2
Page 3
Inhoud
Afstand tussen kookplaat en dampkap (S) ........................................................... 38
Montagetips .......................................................................................................... 39
Luchtafvoerleiding............................................................................................... 40
Geluidsdemper...................................................................................................... 41
Elektrische aansluiting........................................................................................ 42
Con@ctivity 2.0-functie activeren ......................................................................43
De Con@ctivity 2.0-stick installeren...................................................................... 43
Con@ctivity 2.0-functie activeren.......................................................................... 43
Functie bij de dampkap activeren .................................................................... 43
Functie aan het kookvlak activeren .................................................................. 44
Activering mislukt ............................................................................................. 44
Con@ctivity 2.0 deactiveren.................................................................................. 44
Technische Dienst van Miele en garantie.......................................................... 45
Positie van het typeplaatje .................................................................................... 45
Technische gegevens ......................................................................................... 46
Verklaring van overeenstemming .......................................................................... 46
3
Page 4

Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Deze dampkap voldoet aan de voorgeschreven veiligheidsvoor­schriften. Door ondeskundig gebruik kunnen gebruikers echter let­sel oplopen en kan er schade optreden aan het toestel.
Lees daarom de gebruiks- en montagehandleiding aandachtig door, voordat u de dampkap in gebruik neemt. Daarin vindt u be­langrijke instructies met betrekking tot de montage, de veiligheid, het gebruik en het onderhoud. Dit is in het belang van uw veilig­heid en voorkomt schade aan de dampkap. Wanneer deze niet worden opgevolgd, kan Miele niet aansprakelijk worden gesteld voor schade die daarvan het gevolg is.
Bewaar de gebruiks- en montageaanwijzing en geef ze door aan wie het toestel eventueel na u gebruikt.

Juist gebruik

Deze dampkap is bedoeld voor gebruik in het huishouden en in
gelijkaardige omgevingen.
Deze dampkap is niet bestemd voor gebruik buiten.Gebruik de dampkap uitsluitend in huishoudelijke context voor het
wegzuigen van kookdampen die ontstaan bij het bereiding van ge­rechten. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegelaten.
Wanneer de dampkap met luchtcirculatie wordt gebruikt, kan ze
boven een gaskookplaat niet voor de ontluchting van de opstelruim­te worden gebruikt. Vraag om informatie bij uw gasspecialist.
4
Page 5
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Personen die op grond van hun fysieke of psychische gesteldheid,
hun onervarenheid of gebrek aan kennis van het apparaat niet in staat zijn de dampkap veilig te bedienen, mogen ze alleen onder toe­zicht bedienen of wanneer ze worden geïnstrueerd door iemand die het apparaat kent. Ze moeten het mogelijke gevaar van een verkeerde bediening kun­nen herkennen en begrijpen.

Kinderen in het huishouden

Kinderen jonger dan acht jaar moeten uit de buurt van het toestel
worden gehouden - tenzij ze constant in het oog worden gehouden.
Kinderen vanaf acht jaar mogen de dampkap alleen maar ge-
bruiken wanneer hun de bediening ervan zo uitgelegd is dat ze de dampkap veilig kunnen bedienen. Kinderen moeten de eventuele ri­sico's van een foutieve bediening kunnen beseffen.
Kinderen mogen de dampkap niet zonder toezicht reinigen of on-
derhouden.
Let op kinderen die in de buurt van de dampkap komen. Zorg er-
voor dat ze nooit met het apparaat spelen.
Verstikkingsgevaar! Spelende kinderen kunnen zich wikkelen in
verpakkingsmateriaal (bijv. folies) of het over hun hoofd trekken en daardoor verstikken. Houd verpakkingsmateriaal zoals plastic buiten het bereik van kinderen.
5
Page 6
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Technische veiligheid

Door ondeskundig uitgevoerde installaties, onderhoudswerken of
herstellingen kunnen er niet te onderschatten risico's ontstaan voor de gebruiker. Installatie-, onderhouds- of herstellingswerken mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd die door Miele erkend zi­jn.
Controleer voordat de dampkap wordt geplaatst, of ze zichtbaar
beschadigd is. Een beschadigd apparaat mag niet worden geplaatst en niet in gebruik worden genomen.
De elektrische veiligheid van het apparaat is uitsluitend gegaran-
deerd, als het wordt aangesloten op een aardingssysteem dat vol­gens de geldende voorschriften is geïnstalleerd. Laat de elektrische installatie bij twijfel door een elektricien inspecteren.
De dampkap kan alleen betrouwbaar en veilig functioneren, als zij
op het openbare elektriciteitsnet is aangesloten.
De aansluitgegevens (frequentie en spanning) op het typeplaatje
van de dampkap moeten absoluut overeenstemmen met deze van het elektriciteitsnet. Zo voorkomt u schade aan de dampkap. Deze moeten beslist overeenkomen. Raadpleeg bij twijfel een elektri­cien.
Deze dampkap mag niet op het elektriciteitsnet worden aangeslo-
ten via meervoudige stopcontacten of verlengsnoeren die daarvoor niet geschikt zijn. Dit in verband met gevaar voor oververhitting.
Bij dampkappen met een externe ventilator (type ...EXT) sluit u
beide elementen via de verbindingsleiding op elkaar aan. Deze toestellen mag u enkel verbinden met een externe ventilator van Miele.
6
Page 7
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik uw dampkap enkel in geïnstalleerde toestand. Enkel dan
is een veilige werking gewaarborgd.
Deze dampkap mag niet op niet-vaste plaatsen (bijv. op een
schip) worden gebruikt.
Raak geen onderdelen aan die onder spanning staan. Verander
niets aan de elektrische en mechanische opbouw van het toestel. Open de ommanteling van de dampkap slechts zo ver als in het ka­der van de montage en de reiniging is toegestaan. Open in geen ge­val overige delen van de ommanteling. Worden deze instructies niet opgevolgd, dan kunnen gebruikers een elektrische schok krijgen en is het mogelijk dat het toestel niet meer goed functioneert.
Het recht op garantie vervalt wanneer de dampkap door een tech-
nische dienst wordt hersteld die niet door Miele is erkend.
Defecte onderdelen mogen alleen door originele Miele-onderdelen
worden vervangen. Alleen van deze Miele onderdelen kunnen wij ga­randeren, dat zij volledig aan onze veiligheidseisen voldoen.
Bij installatie-, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mag er
geen elektrische spanning op de dampkap staan. Dat is het geval als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan:
– de zekeringen van de elektrische installatie zijn uitgeschakeld of
– de schroefzekeringen van de elektrische aansluiting zijn er geheel
uitgedraaid of
– de stekker (indien aanwezig) is uit de contactdoos getrokken. Trek
daarbij aan de stekker en niet aan de aansluitkabel.
7
Page 8
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

De dampkap gelijktijdig gebruiken met verwarmingstoestellen die lucht uit het vertrek nodig hebben

Risico op vergiftiging door uitlaatgassen Wees voorzichtig als u de dampkap tegelijk gebruikt met verwar­mingstoestellen die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben. Voorbeelden zijn verwarmingstoestellen op gas, stookolie, hout of steenkool, doorstroomverwarmers, boilers, gaskookvlakken en ­ovens. Zo ontstaat er een gevaarlijke situatie.
De dampkap onttrekt namelijk zuurstof aan deze ruimte en aan de kamers ernaast. Dat geldt voor dampkappen
- met luchtafvoer
- met een externe ventilator
- met een buiten het vertrek geplaatste luchtcirculatiebox. Zonder voldoende luchttoevoer ontstaat er onderdruk. Het vuur krijgt daardoor te weinig verbrandingslucht. En de verbranding zal daar nadeel van ondervinden. Door de zuigkracht van de dampkap kunnen er giftige uitlaatgas­sen van het verwarmingstoestel uit de schouw terugstromen in de woning. Dit is levensgevaarlijk!
8
Page 9
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
U vermijdt risico's als er bij gelijktijdig gebruik van de dampkap en van een verwarmingstoestel waarvoor lucht uit hetzelfde vertrek is vereist een onderdruk wordt bereikt van maximaal 4 Pa (0,04 mbar). Hierdoor verhindert u namelijk dat er uitlaatgassen uit het verwarmingstoestel worden teruggezogen.
U kunt daarvoor zorgen door lucht voor de verbranding aan te voe­ren via niet afsluitbare openingen, bijv. in deuren en vensters. Let erop dat de diameter van de luchttoevoeropening voldoende groot is. Luchttoevoer- en afvoerkastjes alleen waarborgen gewoonlijk nog geen afdoende luchttoevoer.
Bij de beoordeling moet u steeds rekening houden met de globale ventilatietoestand van de woning. In geval van twijfel neemt u het best contact op met een erkende schoorsteenveger.
Gebruikt u de dampkap met luchtcirculatie, dan kunt u de damp­kap gerust tegelijk met verwarmingstoestellen gebruiken die lucht uit hetzelfde vertrek nodig hebben.
9
Page 10
Opmerkingen omtrent uw veiligheid

Efficiënt gebruik

Door open vuur bestaat brandgevaar!
Werk met het oog op het risico op brand nooit met open vuur onder de dampkap: zo is flamberen en grilleren met open vuur verboden. Een dampkap die in gebruik is trekt de vlammen in het vetfilter/de vetfilters aan, waardoor het daarin verzamelde vet vlam kan vatten.
Sterke hitte-ontwikkeling op een gaskookplaat kan de dampkap
beschadigen.
– Let er bij gebruik van de dampkap boven een gaskookplaat of
gasfornuis op, dat er altijd een pan staat op de gaspit die in ge­bruik is. Draai de gaspit ook uit, wanneer u de pan even van het gas neemt.
– Kies pannen die niet groter of kleiner zijn dan de kookzone.
– Regel de stand van het gas zo dat er geen gas langs de pan om-
hoog komt.
– Zorg ervoor dat u een pan nooit overmatig verhit, zoals bij het
wokken snel gebeurt.
Dit om een ophoping van condenswater en corrosie aan het appa-
raat te voorkomen. Schakel de dampkap altijd in zodra u één van de kookvlaken in ge­bruik neemt.
Door oververhitting kunnen olie en vet in brand geraken en de
dampkap vlam doen vatten. Als u met olie of vet kookt, dient u uw kookpan of friteuse voortdu­rend in het oog te houden. Dat geldt ook voor elektrische grillappara­ten.
10
Page 11
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Gebruik de dampkap nooit zonder vetfilters om te voorkomen dat
zich vuil en vet in de dampkap afzetten, waardoor deze op den duur niet meer goed zal functioneren.
Hou ermee rekening dat de dampkap bij het koken door de opstij-
gende hitte erg warm kan worden. Raak de ommanteling en de vetfilters pas aan wanneer de dampkap is afgekoeld.

Deskundige montage

Controleer of het gebruik van een dampkap boven uw kooktoestel
volgens de fabrikant van deze apparatuur toegestaan is.
Boven ovens of fornuizen die met vaste brandstof worden
verwarmd, mag u geen dampkap monteren.
Tussen de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, gebra-
den, gegrilleerd of gefrituurd wordt moet een minimumafstand wor­den aangehouden. Houd die afstanden aan die in het hoofdstuk "Montage" worden genoemd, tenzij de fabrikant van het kooktoestel een grotere afstand aangeeft. Worden er onder de dampkap verschillende soorten kookapparatuur gebruikt waarvoor verschillende afstanden gelden, dan moet de grootste afstand worden aangehouden.
Neem voor het monteren van de dampkap de aanwijzingen in het
hoofdstuk "Montage" in acht.
Gebruik voor de luchtafvoerleiding enkel buizen of slangen van
onbrandbaar materiaal. Die zijn bij uw Miele-handelaar of via de Technische Dienst van Miele verkrijgbaar.
De lucht mag niet worden afgevoerd via een afvoerschoorsteen
die wordt gebruikt voor de afvoer van rook of gas, noch via een schacht die wordt gebruikt voor de ontluchting van ruimten waarin wordt gestookt.
11
Page 12
Opmerkingen omtrent uw veiligheid
Als de luchtafvoer naar een niet meer gebruikte afvoerschoorsteen
moet worden geleid, hou dan rekening met de plaatselijk geldige voorschriften.

Reiniging en onderhoud

Er kan brand ontstaan als het toestel niet volgens de aanwijzingen
in deze gebruiksaanwijzing wordt gereinigd.
De stoom van een stoomreiniger kan terechtkomen op onderdelen
die onder spanning staan en een kortsluiting veroorzaken. Gebruik voor het reinigen van de dampkap nooit een stoomreiniger.

Accessoires

Gebruik uitsluitend Miele-accessoires om te voorkomen dat ga-
rantieaanspraken vervallen. Worden er andere onderdelen gemonte­erd of ingebouwd, dan vervalt het recht op waarborg en/of product­aansprakelijkheid.
12
Page 13

Een bijdrage aan de bescherming van het milieu

Recycleerbare verpakking

De verpakking behoedt het toestel voor transportschade. Er werd milieuvriende­lijk en recycleerbaar verpakkingsmateri­aal gekozen.
Door hergebruik van verpakkingsmateri­aal wordt er op grondstoffen bespaard en wordt er minder afval geproduceerd. Uw vakhandelaar neemt de verpakking in het algemeen terug.

Uw toestel afdanken

Oude elektrische en elektronische ap­paraten bevatten vaak nog waardevolle materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen die voor het functio­neren en de veiligheid van het apparaat nodig waren. Als u het apparaat bij het gewone afval doet of bij verkeerde be­handeling kunnen deze stoffen schade­lijk zijn voor de gezondheid en het mi­lieu. Verwijder het afgedankte apparaat dan ook nooit met het gewone afval.
Bij de aankoop van uw nieuw toestel heeft u een bijdrage betaald. Die wordt volledig gebruikt voor de toekomstige recyclage van dat toestel. Dat bevat trouwens nog waardevol materiaal. Door te recycleren wordt er dan ook minder verspild en vervuild.
Zorg er ook voor dat het toestel intus­sen kinderveilig wordt bewaard voor u het laat wegbrengen.
13
Page 14

Hoe werkt uw toestel?

De dampkap kan op de volgende ma­nieren worden gebruikt:

Luchtafvoer

De kookdampen worden door de dampkap aangezogen. De lucht wordt daarbij via het paneel van de randafzui­ging door de vetfilters geleid, gereinigd en vervolgens naar buiten afgevoerd.

Luchtcirculatie

De aangezogen lucht wordt door de vetfilter en bovendien door een actieve­koolstoffilter gereinigd en wordt daarna weer in de keuken geleid.
De DA 2620 is niet geschikt voor luch­tcirculatie.
Werking met een externe venti­lator
(Dampkappen uit de reeks ...EXT)
Bij dampkappen die geschikt zijn om te werken met een externe ventilator, wordt de Miele afzuigventilator in een vertrek naar uw keuze gemonteerd. De externe ventilator wordt door een be­sturingsleiding met de dampkap ver­bonden. U kan hem via Con@ctivity 2.0 of via het bedieningspaneeltje van de dampkap bedienen.
14
Page 15
Hoe werkt uw toestel?

Con@ctivity 2.0-functie

Automatische besturing
Deze dampkap beschikt over een com­municatiefunctie. Hiermee is het moge­lijk om de besturing van de dampkap af te stemmen op de werking van een elektrisch Miele-kookvlak.
Om beide toestellen met elkaar te kun­nen laten communiceren, moet de des­betreffende Con@ctivity 2.0-stick aangesloten zijn op het kookvlak.
Het kookvlak brengt de informatie over de ingeschakelde kookzones en de in­gestelde vermogensstanden via een ra­dioverbinding over naar de dampkap.
– Wanneer u een kookvlak inschakelt,
worden de kookvlakverlichting en, na korte tijd, de ventilator van de damp­kap automatisch ingeschakeld.
– Terwijl u kookt, kiest de dampkap au-
tomatisch de geschikte ventilatie­stand. Welke ventilatiestand wordt in­gesteld, is afhankelijk van het aantal ingeschakelde kookzones en de in­gestelde kookstanden.
– Wanneer u klaar bent met koken,
worden de ventilator en de kookvlak­verlichting automatisch uitgeschakeld na de luchtafzuiging achteraf.
Meer informatie over hoe dit werkt, vindt u in de rubriek "Bediening".
Ga in de montageaanwijzing van de Con@ctivity 2.0-stick na, of aansluiting op uw kookvlak mogelijk is.
Om de Con@ctivity 2.0-functie te kun­nen gebruiken, moet een radioverbin­ding tussen het kookvlak en de damp­kap tot stand worden gebracht (zie "Con@ctivity 2.0-functie activeren").
15
Page 16

De dampkap in één oogopslag

16
Page 17
De dampkap in één oogopslag
a
Luchtafvoertuit De lucht kan ook naar achteren of naar boven toe afgevoerd worden.
b
Kookvlakverlichting
c
2 actievekoolstoffilters Na te bestellen accessoire voor luchtcirculatie (alleen voor de DA 2660, DA 2690)
d
Vetfilters (DA 2660, DA 2690: 2 vetfilters; DA 2620: 4 vetfilters)
e
Paneel voor randafzuiging (DA 2660, DA 2690: 1 paneel; DA 2620: 2 panelen)
f
Bedieningselementen
g
Toets van de kookplaatverlichting
h
Aan/uit-toets voor de afzuiging
i
Toetsen voor het instellen van het afzuigvermogen
j
Toets van de uitlooptijdfunctie
k
Toets van de urenteller
17
Page 18

Bediening (automatische werking)

Wanneer Con@ctivity 2.0 geactiveerd is, werkt de dampkap altijd in de auto­matische functie (zie "Con@ctivity 2.0­functie activeren").
Voor het manueel bedienen van de dampkap zie paragraaf "Koken zonder Con@ctivity 2.0-functie".
Koken met de Con@ctivity 2.0­functie (automatische werking)
Schakel op het kookvlak een kookzo-
ne in en stel deze in op een bepaalde vermogensstand.
De verlichting van de dampkap gaat aan.
Na enkele seconden wordt ook de ven­tilator ingeschakeld. Deze staat eerst heel even op stand 2 en wordt vervol­gens op stand 1 gezet.
Terwijl u kookt, kiest de dampkap auto­matisch de geschikte ventilatiestand.
Dit is gebaseerd op het totale vermogen dat op dat moment voor het kookvlak is ingeschakeld, te weten het aantal inge­schakelde kookplaten en de ingescha­kelde kookstanden.
Voorbeelden voor de ventilatiestanden 1 tot
4

Reactietijd

De dampkap reageert met vertraging. Een wijziging in de vermogensstand van het kookvlak hoeft namelijk niet meteen tot meer of minder dampontwikkeling te leiden.
De vertraging is ook toe te schrijven aan het feit dat het kookvlak de informatie met tussenpozen naar de dampkap verzendt.
De reactie van de dampkap volgt na en­kele seconden of enkele minuten.
Wanneer u een hogere vermogens-
stand instelt op het kookvlak of meer kookzones inschakelt, wordt de dampkap automatisch op een hogere ventilatiestand gezet.
Stelt u een lagere vermogensstand in
op het kookvlak of schakelt u kook­zones uit, dan wordt de ventilatie­stand van de ventilator automatisch aangepast.
18
Page 19
Bediening (automatische werking)

Braadproces

Wanneer u, bijv. voor het verhitten
van een pan, een kookvlak op de hoogste stand inschakelt en na ca. 60 tot 90 seconden* op een lagere stand zet, gaat de dampkap ervan uit dat u aan het braden bent (*60 seconden tot 5 minuten bij een Highlight-kook­vlak).
De dampkap gaat aan. Nadat het kook­vlak op een lagere stand is gezet, wordt de dampkap naar stand 3 teruggescha­keld en blijft ca. 5 minuten op deze stand staan.
Daarna wordt het ventilatiestanden van de dampkap weer door de Con@ctivity­functie gestuurd.
Indien gewenst kunt u de ventilator
handmatig eerder op een andere ven­tilatiestand zetten.

Uitschakelen

Schakel alle kookzones uit.
De afzuiging van de dampkap wordt in de minuten daarna stap voor stap op een lagere stand gezet en tenslotte he­lemaal uitgeschakeld.
In die tijd wordt de keukenlucht gezui­verd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes.
– Van de intensiefstand wordt de afzui-
ging direct teruggeschakeld naar stand 3.
– Van stand 3 wordt de afzuiging na ca.
1 minuut teruggeschakeld naar stand
2.
– Van stand 2 wordt de afzuiging na 2
minuten teruggeschakeld naar stand
1.
– Van stand 1 wordt het afzuigvermo-
gen na 2 minuten uitgeschakeld.
– Na nog eens 30 seconden wordt de
kookplaatverlichting uitgeschakeld.
We zijn klaar met koken.
19
Page 20
Bediening (automatische werking)
De automatische functie tijde­lijk uitschakelen
U kunt de automatische functie tijdens het koken tijdelijk uitschakelen, en wel als volgt:
Kies manueel een andere ventilatie-
stand, of
schakel de dampkap manueel uit, ofschakel de uitlooptijdfunctie van
de dampkap in. De afzuiging gaat na de gekozen uitlooptijd uit. De verlich­ting blijft ingeschakeld.
De functies van de dampkap kunnen nu manueel worden bediend. Zie paragraaf "Koken zonder Con@ctivity 2.0-fun­ctie".
Terugkeer naar de automa­tische functie
U kunt weer terug naar de automatische functie en wel als volgt.
Kies manueel een ventilatiestand en
wacht ca. 5 minuten voordat u de dampkap weer gaat bedienen, of
kies manueel een ventilatiestand die
overeenkomt met de automatische vermogensstand, of
zorg ervoor dat de ventilator van de
dampkap en het kookvlak minstens 30 seconden uitgeschakeld zijn ge­weest. De eerstvolgende keer dat u het kookvlak weer inschakelt, start deze weer in de automatische functie.
Wilt u de dampkap tijdens het koken
geheel manueel bedienen, schakel de ventilator van de dampkap dan in voordat u het kookvlak inschakelt. Indien de dampkap en het kookvlak na het kookproces minstens 30 se­conden uitgeschakeld zijn geweest, start het kookvlak de eerstvolgende keer dat u deze inschakelt weer in de automatische functie.
20
Page 21

Bediening (handmatige werking)

Koken zonder Con@ctivity 2.0­functie (handmatige werking)
Onder de volgende voorwaarden kunt u de dampkap manueel bedienen:
– De Con@ctivity 2.0-functie is niet
geactiveerd.
– U hebt de Con@ctivity 2.0-functie ge-
deactiveerd. Zie paragraaf "De auto­matische functie tijdelijk uitscha­kelen".

Afzuiging inschakelen

Druk op toets van de afzuiging .
De afzuiging start op stand 2. Symbool en de 2 van het afzuigvermogen gaan branden.

Een vermogensstand kiezen

Voor normaal gebruik kunt u kiezen tus­sen de vermogensstanden 1 tot en met
3.
Schakel bij het begin van een braadpro­ces of bij een kookproces met zeer ster­ke geurontwikkeling even de intensieve stand IS in.
Stel met de toets een lagere en
met de toets een hogere vermogensstand in.

Intensieve stand op een lagere stand zetten

Is het Powermanagement System van tevoren ingeschakeld, wordt het afzuig­vermogen na 5 minuten automatisch te­ruggeschakeld naar stand 3.

Luchtafzuiging achteraf

Het is aan te bevelen om de afzuiging nog enkele minuten te laten werken. Dan wordt de keukenlucht gezuiverd van eventueel nog aanwezige dampen en geurtjes. De afzuiging wordt na de gekozen tijd automatisch uitgeschakeld.
Druk na het koken, terwijl de ventila-
tor ingeschakeld is, op de nawerkto­ets 5 15
– 1 x drukken: de ventilator wordt na 5
minuten uitgeschakeld (5 brandt).
– 2 x drukken: de ventilator wordt na
15 minuten uitgeschakeld (15 brandt).
– Wanneer u opnieuw op de nawerkto-
ets 5 15 drukt, blijft de ventilator ingeschakeld (5 15 gaat uit).

De ventilator uitschakelen

Schakel de ventilator uit met de toets
aan/uit .
Het symbool gaat uit.
Kookplaatverlichting in- en uit­schakelen
De kookplaatverlichting kunt u onafhan­kelijk van de afzuiging in- en uitscha­kelen.
Druk op toets van de kookplaat-
verlichting.
Wanneer de verlichting ingeschakeld is, brandt het symbool .
21
Page 22
Bediening (handmatige werking)

Powermanagement

De dampkap beschikt over een Power­management, waarmee energie kan worden bespaard. Het systeem zorgt ervoor dat het afzuigvermogen automa­tisch op een lagere stand wordt gezet en de verlichting wordt uitgeschakeld.
– Als de intensiefstand ingesteld is,
wordt de afzuiging na 5 minuten au­tomatisch naar stand 3 teruggescha­keld.
– Als stand 3, 2 of 1 ingesteld is, wordt
het afzuigvermogen na 2 uur automa­tisch één stand lager gezet en daarna per 30 minuten uitgeschakeld.
– Als de kookvlakverlichting ingescha-
keld is, wordt deze na 12 uur auto­matisch uitgeschakeld.

Powermanagement uit-/inschakelen

U kunt het Powermanagement deacti­veren. Bedenk wel dat dit tot een stijging in het energieverbruik kan leiden.
Als het Powermanagement ingescha­keld is, branden de standen 1 en IS continu. Is het uitgeschakeld, dan knipperen de standen 1 en IS.
Druk op de "" toets om het Power-
management uit te schakelen.
De standen 1 en IS knipperen. Druk op de "" toets om het Power-
management in te schakelen.
De standen 1 en IS branden continu. Druk op toets 515 van de uitloopti-
jd om de procedure te bevestigen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen 4 minuten na het instellen, dan neemt het toestel automatisch de oude instelling over.
Schakel de afzuiging en de verlichting
uit.
Druk ca. 10 seconden op toets 515
van de uitlooptijd, totdat stand 1 van het afzuigvermogen gaat branden.
Druk achter elkaar op – de toets van de verlichting, – de "" toets en weer op – toets van de verlichting.
22
Page 23

Bediening (automatische en handmatige werking)

Bedrijfsurenteller

De tijd dat de dampkap werkt wordt in het geheugen van het toestel opgesla­gen.
De bedrijfsurentellers melden door mid­del van het oplichten van het vetfilter­symbool of het symbool voor de actievekoolstoffilter wanneer de fil­ters moeten worden gereinigd of ver­vangen. Informatie over het reinigen en vervangen van de filters en over hoe u de bedrijfsurentellers terug in hun be­ginstand kunt zetten vindt u in het hoof­dstuk "Reiniging en onderhoud".
De bedrijfsurenteller voor de vetfil­ters wijzigen
Het maximale aantal bedrijfsuren kunt u aan uw kookgewoontes aanpassen.
In de fabriek is een reinigingsinterval van 30 uur ingesteld.
– Stel een korter reinigingsinterval van
20 uur in als u dikwijls braadt of vaak de friteuse gebruikt.
De controlelampjes 1 tot IS geven de ingestelde bedrijfsduur aan:
Controlelampje 1 ......................... 20 uur
Controlelampje 2 ......................... 30 uur
Controlelampje 3 ......................... 40 uur
Controlelampje IS........................ 50 uur
Druk op het symbool "" om een
kortere bedrijfsduur in te stellen of op het symbool "" om een langere be­drijfsduur in te stellen.
Bevestig uw keuze met de bedrijfsu-
rentoets .
Nu gaan alle lampjes uit.
Als u niet binnen de 4 minuten beves­tigt, blijft de oude instelling behouden.
– Als u slechts af en toe kookt, kiest u
het best een kort reinigingsinterval. Zo voorkomt u dat het verzamelde vet hard wordt. Ook zorgt dit ervoor dat de vetfilters gemakkelijk te reini­gen zijn.
– Als u vaak erg vetarm kookt, kunt u
een langer reinigingsinterval van 40 of 50 uur instellen.
Schakel de ventilator uit met de toets
aan/uit .
Druk tegelijk op de nawerktoets
515 en de bedrijfsurentoets .
Het vetfiltersymbool en één van de ventilatiestanden gaan knipperen.
23
Page 24
Bediening (automatische en handmatige werking)

Uren voor de actievekoolstoffilters instellen / wijzigen

De actievekoolstoffilters zijn nodig voor luchtcirculatie.
De urenteller is voor de actievekoolstof­filters vanuit de fabriek niet geactiveerd. U stelt het aantal uren, na afloop waar­van de actievekoolstoffilters moeten worden vervangen, zelf in.
Schakel de afzuiging met de Aan/Uit-
toets uit.
Druk tegelijk op de "" toets en op
de  toets van de urenteller.
Het - actievekoolstoffiltersymbool en één van de vermogensstanden gaan knipperen.
De standen 1 tot en met IS geven aan hoeveel uren zijn ingesteld:
Stand 1 ...................................... 120 uur
Stand 2 ...................................... 180 uur
Stand 3 ...................................... 240 uur
Stand IS....................... niet geactiveerd
Kies met de "" toets een lager en
met de "" toets een hoger aantal uren.
Bevestig de procedure met de 
toets.

De bedrijfsurenteller opvragen

Voor de ingestelde tijd verstreken is, kunt u aflezen hoeveel procent van de bedrijfsduur reeds verlopen is.
Schakel de ventilator in met de toets
aan/uit.
Druk op de bedrijfsurentoets 
– 1 keer voor de vetfilters. Het vetfilter-
symbool brandt.
– 2 keer voor de actievekoolstoffilter.
Het symbool voor de actievekoolstof­filter brandt.
Op de ventilatiestandindicator knippe­ren een of meer controlelampjes tegeli­jk.
Het aantal knipperende controlelampjes stemt overeen met het percentage ver­streken bedrijfsuren.
Controlelampje 1 ......................... 25 %
Controlelampjes 1 en 2 ................ 50 %
Controlelampjes 1 tot 3 ................ 75 %
Controlelampjes 1 tot IS ............ 100 %
Bij het uitschakelen van de dampkap of na een stroomonderbreking blijven de afgelopen bedrijfsuren in het ge­heugen van het toestel opgeslagen.
Alle controlelampjes gaan uit.
Bevestigt u de procedure niet binnen 4 minuten na het instellen, dan neemt het toestel automatisch de oude instelling over.
24
Page 25

Tips om energie te besparen

Deze dampkap werkt zeer efficiënt en energiebesparend. Volgende maatre­gelen ondersteunen u bij het spaarzame gebruik:
– Zorg bij het koken voor een goede
ventilatie van de keuken. Stroomt bij luchtafvoer niet voldoende lucht, dan werkt de dampkap niet efficiënt en zi­jn er verhoogde werkingsgeluiden.
– Kook op een zo laag mogelijke kook-
stand. Weinig kookdampen beteke­nen een lage vermogensstand aan de dampkap en hierdoor ook minder stroomverbruik.
– Gebruik de Con@ctivity-functie. De
dampkap wordt automatisch in- en uitgeschakeld. U kiest de optimale vermogensstand voor de kooksituatie en zorgt hiermee voor een laag stroomverbruik.
– Als u de dampkap handmatig be-
dient, let dan op het volgende:
– Controleer op de dampkap de ge-
kozen vermogensstand. Meestal is een lage vermogensstand vol­doende. Gebruik de intensiefstand alleen als het noodzakelijk is.
– Schakel bij sterke kookdampen al
vroeg op een hoge stand. Dat is efficiënter dan de kookdampen na­dien proberen op te vangen.
– Let erop dat u de dampkap na het
koken weer uitschakelt. Moet na het koken de keukenlucht nog worden gereinigd van reste­rende wasem en geuren, gebruik dan de naloopfunctie. De afzuiging wordt na de gekozen nalooptijd automatisch uitgeschakeld.
– Maak de filters geregeld schoon of
vervang ze. Door erg vette filters wordt het vermogen verlaagd en de bestaat er brandgevaar. Voorts be­staat dan een risico voor het hygiëne.
25
Page 26

Reiniging en onderhoud

Behuizing

Algemeen

Het oppervlak en de bedieningsele­menten zijn krasgevoelig.
Neem daarom de volgende reini­gingstips in acht.
Reinig oppervlak en bedieningsele-
menten alleen met een doek, wat rei­nigingsmiddel en wat warm water.
Let erop dat er geen water in de dampkap komt.
Reinig vooral het gedeelte met de bedieningselementen alleen met een iets vochtige doek.
Wrijf alles daarna met een zachte do-
ek droog.
Gebruik geen:
– zuur-, soda-, chloride- of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen,
– schurende reinigingsmiddelen zoals
schuurpoeder en ook geen schuur­sponsjes of sponsjes waar nog resten van schuurmiddelen in zitten.

Roestvrijstalen oppervlakken

(Deze paragraaf geldt niet voor de be­dieningstoetsen!)
Neem de algemene regels in acht en
gebruik daarnaast een niet-schurend reinigingsmiddel dat speciaal ges­chikt is voor roestvrij staal.
Gebruik ook een middel voor het on-
derhoud van roestvrij staal en breng dit middel met een zachte doek gelij­kmatig en in kleine dosering aan. Dit middel is verkrijgbaar bij de afde­ling Wisselstukken van Miele België.

Opmerkingen omtrent toestellen met een gekleurde/gelakte behuizing

Neem bij de schoonmaak ook de al-
gemene opmerkingen in deze rubriek in acht.
Bij het schoonmaken is het onvermi­jdelijk dat er zeer kleine krassen op het oppervlak ontstaan. In combinatie met halogeenverlichting in de keuken kun­nen deze het uitzicht beïnvloeden.

Opmerkingen over de glasplaten

Om oppervlakken in glas schoon te
maken volgt u de algemene tips en gebruikt u een schoonmaakmiddel voor glas dat u in de winkel kunt kopen.
26
Page 27
Reiniging en onderhoud

Bedieningselementen

De bedieningselementen kunnen ver­kleuren
wanneer er vuil op blijft zitten. Verwijder vuil daarom direct.
Neem de algemene regels in acht.
Gebruik geen reinigingsmiddel voor roestvrij staal.
Vetfilter en paneel voor rand­afzuiging
Het paneel voor randafzuiging en de opnieuw te gebruiken metalen vetfilters in het toestel nemen de vaste bestand­delen van de kookdampen op (vet, stof e.d.). Ze verhinderen daardoor dat de dampkap vuil wordt.
Oververzadigde vetfilters leveren
gevaar op voor brand.

Reinigingsinterval

Het is aan te raden om het paneel voor randafzuiging en de vetfilters om de 3-4 weken te reinigen. Het verzamelde vet wordt na langere tijd hard. De vetfilters en het paneel voor randafzuiging kun­nen dan minder vlot worden schoon­gemaakt.
Reinig het paneel van de randafzuiging en de vetfilters regelmatig, in ieder ge­val, zodra vetfiltersymbool van de urentellertoets gaat branden.
Pas de reinigingsfrequentie aan uw
kookgewoonten aan. Zie hoofdstuk: "Bediening".
27
Page 28
Reiniging en onderhoud

Paneel en vetfilters uitnemen

Paneel en vetfilters kunnen makkelijk uit uw handen glippen.
Dit kan schade veroorzaken. Houd paneel en vetfilters bij het ver-
wijderen, reinigen en terugplaatsen daarom goed vast.
Ontgrendel de vetfilter en neem het
uit het toestel.
Houd met een hand het paneel vast
en maak met de andere hand de ver­grendeling los. Klap het paneel naar beneden.
Til het paneel een stukje op en trek
het naar voren uit het toestel.
28
Page 29
Reiniging en onderhoud

Paneel met de hand reinigen

Neem hiervoor de regels onder "Om-
manteling" in acht.

De vetfilters met de hand reinigen

Reinig de vetfilters in warm water met
een afwasborstel en een zacht hand­afwasmiddel. Gebruik het handaf­wasmiddel niet geconcentreerd.

Ongeschikte reinigingsmiddelen

Vetfilters kunnen beschadigd raken door reinigingsmiddelen die daarvoor niet geschikt zijn. De volgende reinigingsmiddelen mogen niet worden gebruikt:
– kalkoplossende reinigingsmiddelen
– schuurpoeder of schuurcrème
– agressieve allesreinigers en vetoplos-
sprays
– ovenspray
Paneel en vetfilters reinigen in de af­wasautomaat
Plaats het paneel en de vetfilters zo
veel mogelijk verticaal in het onderrek of horizontaal met de vette kant naar beneden. Let er daarbij op dat de sproeiarm vrij kan bewegen.
Gebruik een huishoudelijk reinigings-
middel voor de afwasautomaat.
Kies een programma met een tempe-
ratuur van tussen de 50°C en 65°C.
Houd er bij reiniging van de vetfilters in de afwasautomaat rekening mee dat gebruik van sommige reinigings­middelen tot verkleuringen van het metaal van de vetfilters kan leiden. Deze verkleuringen hebben echter ge­en nadelig effect op het gebruik en de werking van de filters.
29
Page 30
Reiniging en onderhoud

Na het reinigen

Leg de vetfilters na het schoonmaken
nog op een vochtopnemend vo­orwerp te drogen.
Wanneer het paneel en de vetfilters
uitgenomen zijn, kan u de bereikbare onderdelen van de behuizing van vet ontdoen. Op die manier voorkomt u brandgevaar.
Let er bij het monteren van de vetfil-
ters op dat de vergrendeling naar het kookvlak toe wijst.
Als er eens een vetfilter verkeerd zit,
ontgrendel die dan langs de uitspa­ringen met behulp van een kleine schroevendraaier.
30
Plaats het paneel weer in het wasem-
scherm en haak het achteraan vast.
Klap het aan de voorkant omhoog en
druk het in de vergrendeling.
Page 31
Reiniging en onderhoud

Bedrijfsurenteller voor de vetfilters terug in zijn beginstand zetten

Na de reiniging moet de urenteller wor­den teruggezet.
Druk, terwijl de ventilator is ingescha-
keld, ca. 3 seconden op de bedrijfsu­rentoets , totdat alleen nog de 1 knippert.
Het vetfiltersymbool gaat uit.
Reinigt u de vetfilters voordat de bedri­jfsuren afgelopen zijn:
Druk ca.6 seconden op de bedrijfsu-
rentoets , totdat alleen nog de 1 knippert.

Actievekoolstoffilter

Wanneer de dampkap werkt met luch­tcirculatie, moeten er naast de vetfilters ook nog twee actievekoolstoffilters wor­den geplaatst. Deze filters nemen alle kookluchtjes op. Ze worden in de luifel boven de vetfil­ters geplaatst.
Actievekoolstoffilters zijn bij de vakhan­del of bij de afdeling Onderdelen van Miele België te verkrijgen.
U heeft een actievekoolstoffilter-set DKF 19-1 nodig. De set bevat twee fil­ters.
Actievekoolstoffilter plaatsen / ver­vangen
Verwijder het paneel en de vetfilters
alvorens de actievekoolstoffilters te plaatsen of te vervangen, zoals hier­boven beschreven.
Haal de actievekoolstoffilters uit de
verpakking.
Plaats de actievekoolstoffilters in het
frame.
Plaats de vetfilters weer terug.
31
Page 32
Reiniging en onderhoud
Activeer de urenteller wanneer u voor
het eerst een actievekoolstoffilter plaatst. Zie hoofdstuk "Bediening".

Vervangingsfrequentie

Vervang de actievekoolstoffilters tel-
kens als de geuren niet meer vol­doende worden tegengehouden. Vervang de filter in ieder geval 2 keer per jaar.
De urenteller geeft aan wanneer de actievekoolfilters moet worden vervan­gen. Het - actievekoolfiltersymbool gaat dan branden.
Activeer eerst de urenteller voor de
actievekoolfilters. Zie hoofdstuk: "Be­diening".
De bedrijfsurenteller voor de actieve­koolstoffilter terug in zijn beginstand brengen
Na de vervanging moet de urenteller worden teruggezet.
Druk hiertoe, terwijl de ventilator is in-
geschakeld, 2 keer op de bedrijfsu­rentoets  en hou deze ca. 3 se­conden ingedrukt, totdat alleen nog de 1 knippert. Het symbool voor de actievekoolstoffilter gaat uit.
Als u de actievekoolstoffilter vervangt voordat de bedrijfsuren verstreken zijn, gaat u als volgt te werk:
Druk 2 keer op de bedrijfsurentoets
 en hou deze ca. 6 seconden in­gedrukt, totdat alleen nog de 1 knip­pert.

Actievekoolstoffilter weggooien

De gebruikte actievekoolstoffilters
mag u met het huisvuil meegeven.
32
Page 33

Montage

Voor de montage

Neem voordat u met monteren
begint de informatie in dit hoofdstuk en in het hoofdstuk "Opmerkingen omtrent uw veiligheid" in acht.

Montageschema

De montage vindt u op de bijgeleverde montageschema beschreven.
Deze dampkap kan in bovenkasten, af­voerkanalen, schouwen of kookeilanden ingebouwd worden.
Controleer voor de montage of de
bovenkant van het toestel na de in­bouw bereikbaar is.
Zo niet, monteer de luchtafvoer dan voordat u het toestel inbouwt en bereid de elektrische aansluiting voor.
33
Page 34
Montage

Montagemateriaal

34
Page 35
a
1 luchtafvoertuit voor een luchtaf­voerleiding van 150 mm.
b
1 verloopmof voor een luchtafvoer­leiding van 125 mm.
c
1 terugslagklep die in de luchtaf­voertuit van de motoreenheid wordt ingebouwd (niet bij luchtcirculatie)
d
Afdekprofielen die in het aanzuig­bereik gemonteerd worden (DA 2660: 2; DA 2620: 1)
e
Ombouwset voor luchtcirculatie
Bevat uitblaasrooster, aluminium slang en slangklemmen. Wordt niet bijgevoegd, maar moet worden bij­besteld. Zie hoofdstuk: "Technische gegevens".
Montage
4 schroeven M5 x 40 mm, 4 vul­ringen, 4 moeren M5 om de dampkap
aan een tussenplafond te bevestigen.
35
Page 36
Montage

Afmetingen van het toestel

36
Page 37
Montage
37
Page 38
Montage
a
De luchtafvoer kan ook aan de achterkant worden aangesloten.
b
De luchtafvoer kan ook met een plat afvoerkanaal van 222 x 89 mm aan de achter- of zijkant worden aangesloten.
c
De dampkap wordt met behulp van klemmen in de uitsparing bevestigd. Hier­voor is een stevig plafond nodig, bijv. van hout. De constructie moet voldoende draagkracht hebben. Bij de klemmen moeten onderdelen zoals steunen of lei­dingen zich op een afstand van minstens 25 mm van de uitsparing bevinden.
d
De dampkap kan ook op vier punten aan een tussenplafond worden bevestigd.

Afstand tussen kookplaat en dampkap (S)

Tussen de onderkant van de dampkap en de plek waar gekookt, gebakken, ge­braden, gegrilleerd of gefrituurd wordt, moet een minimumafstand worden aan­gehouden. Deze kunt u hieronder vinden. Geeft de fabrikant echter een grotere afstand aan, houd dan deze aan.
Neem ook de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in het gelijknamige hoofdstuk in acht.
Kooktoestel Minimumafstand S
Elektrische kookplaat 450 mm
Grill en friteuse (elektrisch) 650 mm
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van 12,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van > 4,5 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van >12,6 kW en > 21,6 kW, waarbij geen brander een capaciteit van 4,8 kW heeft.
Een gaskookplaat met verschillende branders met een totale capaciteit van >21,6 kW, of met bij één brander een capaciteit van > 4,8 kW.
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van 6 kW 650 mm
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 6 kW en 8,1 kW
Een losse gaskookplaat met een capaciteit van > 8,1 kW niet mogelijk
38
650 mm
760 mm
niet mogelijk
760 mm
Page 39

Montagetips

– Houd er rekening mee dat hoe groter
afstand tussen de dampkap en het kookvlak is, hoe minder gemakkelijk de kookdampen opgenomen worden.
– Om ervoor te zorgen dat de kook-
dampen optimaal worden opgeno­men, moet u erop letten dat de dampkap het kookvlak overdekt. Centreer de dampkap daarom boven het kookvlak en niet zijdelings of naar achteren verschoven.
– Zorg ervoor dat het kookvlak niet
groter is dan de dampkap, liefst klei­ner.
– De plaats waar de dampkap komt te
hangen moet makkelijk toegankelijk zijn. In geval van een storing moet een technicus makkelijk bij de damp­kap kunnen komen en deze ongehin­derd kunnen demonteren. Let bij het monteren van de dampkap dus ook op de plaatsing van kasten, planken, plafond- of decorelementen in de omgeving van de dampkap.
Montage
39
Page 40

Luchtafvoerleiding

Gelijktijdig gebruik van de damp-
kap en een toestel dat lucht in diezel­fde ruimte verbruikt kan gevaarlijk zi­jn! Er kunnen giftige gassen vrijko­men.
Neem beslist de veiligheidsinstruc­ties en waarschuwingen in het gelijk­namige hoofdstuk in acht.
Laat in ieder geval door de plaatse­lijke schoorsteenveger controleren of een veilig gebruik van de luchtafvoer gewaarborgd is.
Voor de luchtafvoer mogen alleen
gladde buizen of flexibele slangen van niet-brandbaar materiaal worden gebruikt.
Wanneer het toestel op een externe
afzuiginstallatie is aangesloten, mo­gen er alleen vormstabiele buizen en slangen worden gebruikt. Door de ex­terne afzuiginstallatie kan namelijk een onderdruk ontstaan, waardoor de luchtafvoerbuizen vervormd kunnen raken.
Voor een zo groot mogelijk afzuigver-
mogen en een zo laag mogelijk ge­luidsniveau moeten de volgende pun­ten in acht worden genomen.
– De luchtafvoer moet een doorsnede
hebben die niet minder is dan 150 mm.
– Wanneer er platte luchtafvoerkanalen
worden gebruikt, mag de doorsnede niet kleiner zijn dan de doorsnede van de luchtafvoertuit.
– De luchtafvoer moet zo kort en recht
mogelijk zijn.
– Er mogen geen knikken in de luchtaf-
voer komen en de luchtafvoer mag niet in elkaar worden gedrukt.
– De verbindingspunten mogen niet
lekken.
Iedere barrière in de luchtstroming vermindert de afzuigcapaciteit en verhoogt het geluidsniveau.
Wordt de lucht gewoon naar buiten
afgevoerd, dan kan het beste een dakdoorvoering of een telescopische muurkast worden geïnstalleerd. Deze kunt u nabestellen.
Moet de lucht door een schoorsteen
worden afgevoerd, dan moet de in­voerbuis verticaal worden gebogen.
Wanneer de luchtafvoer horizontaal
wordt aangelegd, moet het verval minstens 1 cm per meter bedragen. Daarmee wordt voorkomen dat er condenswater in de dampkap loopt.
Wanneer de luchtafvoer door koele
ruimten, zolders e.d. wordt aange­legd, kan er binnen de afzonderlijke ruimten een groot temperatuurvers­chil ontstaan. Er kan zich dan con­dens vormen. De luchtafvoer moet daarom worden geïsoleerd.
– Alleen bochten met een grote straal
zijn toegestaan.
40
Page 41
Luchtafvoerleiding

Geluidsdemper

In de luchtafvoerleiding kan een gelu­idsdemper worden gemonteerd (mits toeslag verkrijgbaar). Deze zorgt voor bijkomende geluidsdemping.

Werking met luchtafvoer

Luchtafvoer met een externe ventila­tor
Om ventilatorgeluiden in de keuken te minimaliseren, moet de geluidsdemper indien mogelijk voor de externe ventila­tor worden gemonteerd , bij een lan­ge luchtafvoerleiding bij de luchtafvoer­tuit van de dampkap . Als een externe ventilator in het huis is geïnstalleerd, kunt u de ventilatorgeluiden naar buiten toe verminderen door een geluidsdem­per na de externe ventilator te mon­teren.
De geluidsdemper dempt zowel de ven­tilatorgeluiden naar buiten toe als de buitengeluiden die via de luchtafvoerlei­ding in de keuken komen (bijv. straat­lawaai). Hiertoe wordt de geluidsdem­per zo dicht mogelijk bij de luchtafvoer­tuit gemonteerd.
41
Page 42

Elektrische aansluiting

De dampkap mag alleen aangesloten worden op een AC 230 V ~ 50 Hz stopcontact dat volgens de voor­schriften geaard en geïnstalleerd is. De elektrische installatie moet volgens VDE 0100 uitgevoerd zijn!
Om de veiligheid te verhogen, is het raadzaam een verliesstroomschakelaar met een uitschakelstroom van 30 mA (DIN VDE 0664) voor het toestel te schakelen (VDE in de richtlijn DIN VDE 0100 deel 739).
Voer de aansluiting bij voorkeur via een stopcontact uit. Dit vergemakkelijkt im­mers eventuele tussenkomsten van de Technische Dienst. Het stopcontact moet nog toegankelijk zijn als het toe­stel ingebouwd is.
Als het stopcontact na de inbouw niet meer toegankelijk is, moet in de instal­latie een scheidingsinrichting voor elke pool voorhanden zijn. Als stroomonder­brekers kunnen er schakelaars worden gebruikt met een contactopening van meer dan 3 mm. Bijvoorbeeld automatische schakelaars, smeltstoppen en contactsluiters (EN
60335).
De vereiste aansluitgegevens vindt u op het typeplaatje (zie hoofdstuk "Tech­nische Dienst van Miele en garantie"). Ga na of deze gegevens overeenstem­men met de spanning en de frequentie van het net.
42
Page 43

Con@ctivity 2.0-functie activeren

De Con@ctivity 2.0-stick instal­leren
Om de Con@ctivity 2.0-functie te kun­nen gebruiken, moet het kookvlak wor­den uitgerust met de Con@ctivity 2.0­stick.
Neem voor de installatie de montage-
handleiding van de Con@ctivity 2.0­stick in acht.
Con@ctivity 2.0-functie active­ren
Om de Con@ctivity 2.0-functie te kun­nen gebruiken, moet de radioverbinding tussen het kookvlak en de dampkap worden geactiveerd.
Daartoe moeten beide toestellen geïn­stalleerd en gebruiksklaar zijn.
De radioverbinding moet aan de damp­kap en aan het kookvlak tegelijkertijd worden geactiveerd. Hierna wordt de activering van de dampkap beschreven. De activering van het kookvlak is be­schreven in de bijbehorende gebruiks­handleiding. Maak u vooraf vertrouwd met de informatie. Start vooreerst met de activering op de dampkap, daarna op het kookvlak.

Functie bij de dampkap activeren

Kookvlak en dampkap moeten zijn
uitgeschakeld.
Druk ca. 10 seconden op de 515
toets van de uitlooptijd, totdat stand 1 van de vermogensweergave gaat branden.
Druk achter elkaar op – de - toets, – de "" toets – en daarna de toets van de verlich-
ting.
De dampkap bevindt zich in de aan-/af­meldmodus.
Als nog geen draadloze verbinding is opgebouwd, knipperen de controle­lampjes 2 en 3 gelijktijdig. Als al een draadloze verbinding is opge­bouwd, branden de controlelampjes 2 en 3 continu (Con@ctivity 2.0 is al gea­ctiveerd of een afstandsbediening is aangemeld).
Druk op de "" toets om Con@ctivity
2.0 te activeren.
Het toestel zoekt naar een draadloze verbinding.
Begin ondertussen met het activeren
van de functie op het kookvlak.
43
Page 44
Con@ctivity 2.0-functie activeren

Functie aan het kookvlak activeren

Terwijl de dampkap bezig is met het
zoeken naar de radioverbinding, start u de activering op het kookvlak. Informatie hieromtrent vindt u in de handleiding van het kookvlak.
Wanneer aan het kookvlak de
melding verschijnt dat de radioverbin­ding tot stand is gekomen, bevestigt u de activering aan de dampkap met de nawerktoets 515. Nu gaan alle controlelampjes uit.
Bevestig de activering op het kook-
vlak.
De Con@ctivity 2.0-functie is nu ge­bruiksklaar.
Als u niet binnen de 4 minuten na het instellen bevestigt, wordt de activering niet uitgevoerd.
Het activeren hoeft maar één keer te gebeuren. Als de toestellen van het elektriciteitsnet worden losgekoppeld, bijv. bij een stroomonderbreking, blijft de activering behouden.

Activering mislukt

Als de radioverbinding niet tot stand
kan worden gebracht hoewel de dampkap en het kookvlak geactive­erd zijn, moeten beide toestellen eerst worden gedeactiveerd en ver­volgens opnieuw worden geactiveerd.

Con@ctivity 2.0 deactiveren

Het deactiveren bij de dampkap gaat
op dezelfde manier als het activeren. Kies in de aan-/afmeldmodus in plaats van de "" toets, de "" to­ets.
Raadpleeg voor het deactiveren van
het kookvlak de gebruiksaanwijzing van dit toestel.
Houd er rekening mee dat wanneer de draadloze verbinding wordt verbroken, er dan ook een eventuele afstandsbe­diening wordt gedeactiveerd en dus opnieuw moet worden geactiveerd.
44
Page 45

Technische Dienst van Miele en garantie

Neem bij storingen die u niet zelf kan oplossen, contact op met uw Miele­handelaar of de Technische Dienst van Miele.
Het telefoonnummer van de Technische Dienst van Miele vindt u aan het einde van deze gebruiksaanwijzing.
Zorg dat u het toesteltype en het serie­nummer van uw dampkap bij de hand hebt, want de Technische Dienst van Miele heeft deze gegevens nodig. Beide gegevens vindt u op het type­plaatje.

Positie van het typeplaatje

Het typeplaatje is zichtbaar nadat u (af­hankelijk van het model) het vetfilter of de vetfilters heeft verwijderd.

Duur en voorwaarden van de garantie

De duur van de garantie bedraagt 2 jaar.
Meer informatie vindt u in de meegele­verde garantievoorwaarden.
45
Page 46

Technische gegevens

Motor van de afzuiging* 90 W
Kookvlakverlichting
DA 2660 2 x 4,5 W
DA 2690 4 x 3 W
DA 2620 3 x 4,5 W
Totale aansluitwaarde*
DA 2660 99 W
DA 2690 102 W
DA 2620 103,5 W
Netspanning, frequentie AC 230 V, 50 Hz
Zekering 10 A
Lengte van de aansluitkabel 1,5 m
Gewicht
DA 2660 12 kg
DA 2690 14 kg
DA 2620 15 kg
DA 2660 EXT 9 kg
DA 2690 EXT 11 kg
DA 2620 EXT 12 kg
*Toestellen van het type ...EXT: aansluitwaarde en luchtafvoervermogen zijn afhankelijk van de aangesloten externe afzuiginstallatie. Lengte van de verbindingskabel naar de externe ventilator: 1,9 m
Luchtcirculatie met actievekoolstoffilters DKF 19-1. De set bevat twee filters.

Verklaring van overeenstemming

Miele verklaart dat de dampkappen die worden vermeld op de voorpagina van deze gebruiksaanwijzing, in overeenstemming zijn met de essentiële eisen en de overige relevante bepalingen van de Richtlijn 1999/5/EG.
Een volledige verklaring van overeenstemming is verkrijgbaar via het adres dat u vindt op de rugzijde van deze gebruiksaanwijzing.
46
Page 47
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2660
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse
A+ (meest efficiënt) tot F (minst efficiënt) A
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,8 %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 365 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 42 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 53 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 64 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 104,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookop­pervlak
Tijdstoenamefactor 0,8
) 38,5 kWh/jaar
afzuigkap
) 49,7
afzuigkap
) 32,2
afzuigkap
) 53,3 lx/W
330,6 m3/h
220 m3/h
380 m3/h
600 m3/h
600 m3/h
480 Ix
47
Page 48
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2690
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse
A+ (meest efficiënt) tot F (minst efficiënt) A
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,3 %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 405 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 42 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 52 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 63 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 102,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 12,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookop­pervlak
Tijdstoenamefactor 0,7
) 36,2 kWh/jaar
afzuigkap
) 46,4
afzuigkap
) 35,1
afzuigkap
) 40,0 lx/W
318,1 m3/h
240 m3/h
400 m3/h
640 m3/h
640 m3/h
480 Ix
48
Page 49
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2620
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse
A+ (meest efficiënt) tot F (minst efficiënt) A
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie 95,2 %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt 409 Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) 42 dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 52 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus 63 dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt 105,0 W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 13,5 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookop­pervlak
Tijdstoenamefactor 0,7
) 37,6 kWh/jaar
afzuigkap
) 46,8
afzuigkap
) 35,4
afzuigkap
) 35,6 lx/W
327,6 m3/h
240 m3/h
400 m3/h
640 m3/h
640 m3/h
480 Ix
49
Page 50
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2660 EXT
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse
A+ (meest efficiënt) tot F (minst efficiënt) A+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 0 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 9,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookop­pervlak
Tijdstoenamefactor
) 6,6 kWh/jaar
afzuigkap
) 32,4
afzuigkap
)
afzuigkap
) 53,3 lx/W
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
480 Ix
50
Page 51
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2690 EXT
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse
A+ (meest efficiënt) tot F (minst efficiënt) A+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 0 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 12,0 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookop­pervlak
Tijdstoenamefactor
) 8,8 kWh/jaar
afzuigkap
) 40,0
afzuigkap
)
afzuigkap
) 40,0 lx/W
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
480 Ix
51
Page 52
Technische gegevens

Productkaart voor huishoudelijke afzuigkappen

volgens gedelegeerde verordening (EU) Nr. 65/2014 en verordening (EU) Nr. 66/2014
MIELE
Identificatie van het model DA 2620 EXT
Jaarlijks energieverbruik (AEC
Energie-efficiëntieklasse
A+ (meest efficiënt) tot F (minst efficiënt) A+
Energie-efficiëntie-index (EEI
Hydrodynamische efficiëntie (FDE
Hydrodynamische-efficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Verlichtingsefficiëntie (LE
afzuigkap
Verlichtingsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) A
Vetfilteringsefficiëntie %
Vetfilteringsefficiëntieklasse
A (meest efficiënt) tot G (minst efficiënt) -
Gemeten luchtdebiet op het beste-efficiëntiepunt
Luchtstroom (minimumsnelheid)
Luchtstroom (maximumsnelheid)
Luchtstroom (intensieve of boostmodus)
Max. luchtstroom (Q
max
)
Gemeten luchtdruk op het beste-efficiëntiepunt Pa
A-gewogen geluidsemissie (minimumsnelheid) dB
A-gewogen geluidsemissie (maximumsnelheid) 0 dB
A-gewogen geluidsemissie in de intensieve of boostmodus dB
Gemeten elektrisch opgenomen vermogen op het beste-efficiëntiepunt W
Elektriciteitsverbruik in de uit-stand (Po) W
Elektriciteitsverbruik in de stand-by-stand (Ps) 0,15 W
Nominaal vermogen van het verlichtingssysteem 13,5 W
Gemiddelde verlichting van het verlichtingssysteem op het kookop­pervlak
Tijdstoenamefactor
) 9,9 kWh/jaar
afzuigkap
) 43,4
afzuigkap
)
afzuigkap
) 35,6 lx/W
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
m3/h
480 Ix
52
Page 53
Page 54
Page 55
Herstellingen aan huis en andere inlichtingen: 02/451.16.16
nv Miele België
Z.5 Mollem 480 1730 Mollem (Asse)
E-mail: info@miele.be Internet: www.miele.be
Duitsland Miele & Cie. KG
Carl-Miele-Straße 29 33332 Gütersloh
Page 56
DA 2660 DA 2690 DA 2620 DA 2660 EXT DA 2690 EXT DA 2620 EXT
M.-Nr. 10 352 200 / 00nl-BE
Loading...