MGE UPS Systems Galaxy 3000 User Manual

www.mgeups.com
MGE UPS SYSTEMS
Galaxy 3000
10 - 30 kVA
Installatie- en gebruikershandleiding
R
E
D
I
V
O
R
P
R
E
W
O
P
E
L
B
I
T
P
U
R
R
E
T
N
I
N
U
E
T
51030375NL/CB - Pagina 1
Inleiding
Wij danken u voor uw keuze van een MGE UPS SYSTEMS product om uw apparatuur te beveiligen.
Het Galaxy 3000 leveringsprogramma is met de grootste zorg ontwikkeld. Voor een optimaal gebruik van uw UPS (Uninterruptible Power Supply - Ononderbroken Stroomvoorziening) adviseren wij u deze gebruikershandleiding aandachtig te lezen.
MGE UPS SYSTEMS besteedt veel aandacht aan de invloed van zijn producten op het milieu. Bij de productie van de Galaxy 3000 is grote aandacht besteed aan de milieuaspecten:
milieugerichte benadering tijdens het hele productontwikkelingsproces. onderdrukking van de ingangsstroomvervorming. vervaardiging in een ISO 14001 gecertificeerde productiefaciliteit. recycling van de Galaxy 3000 aan het einde van zijn levensduur.
Ontdek het Galaxy 3000 leveringsprogramma en alle andere MGE UPS SYSTEMS producten door onze website te bezoeken: www.mgeups.com of door contact op te nemen met uw MGE UPS SYSTEMS dealer.
Pagina 2 - 51030375NL/CB
Alle produkten van het Galaxy 3000 leveringsprogramma zijn beschermd door octrooien. Zij maken gebruik van originele technologie die door geen enkele concurrent van MGE UPS SYSTEMS kan worden toegepast.
Wegens het evolueren van normen en materialen zijn de aangegeven technische specificaties en afmetingen pas bindend na onze schriftelijke bevestiging.
Reproductie van dit document is toegestaan na voorafgaande toestemming van MGE UPS SYSTEMS en met de verplichte vermelding "Gebruikershandleiding Galaxy 3000 nr. 5103037500 ".
Veiligheidsregels
Veiligheid van personen
De UPS moet worden geïnstalleerd in een ruimte die beperkt toegankelijk is (alleen geautoriseerd personeel, volgens norm EN50091-1-2). De UPS heeft zijn eigen interne energiebron (batterij). De uitgangen van de UPS kunnen dus onder spanning staan, zelfs als hij niet op de netspanning is aangesloten.
Gevaarlijke spanning aanwezig binnen de UPS. Alleen te openen door gekwalificeerd personeel.
De UPS moet verplicht geaard worden.
De bij de UPS geleverde batterij bevat een geringe hoeveelheid giftige stoffen. Om ongevallen te voorkomen moeten de volgende regels strikt inachtgenomen worden:
Laat de UPS niet functioneren als de omgevingstemperatuur en de luchtvochtigheid buiten de gespecificeerde
grenzen vallen.
Gooi de batterij niet in vuur (explosiegevaar).Probeer niet de batterij te openen (batterijvloeistof gevaarlijk voor ogen en huid).De afvalverwerking dient strikt volgens de geldende wet- en regelgeving te geschieden.Vermijd contact van de warmtegeleidende vloeistof met ogen en huid. Zonodig spoelen met schoon water.
Veiligheid
Veiligheid van het product
Stroomopwaarts van de UPS moet een gemakkelijk toegankelijke beveiliging (beveiligingsschakelaar) geïnstalleerd worden.
Plaats de UPS niet in de buurt van vloeistoffen of in een te vochtige omgeving.Zorg ervoor dat er geen vloeistoffen of voorwerpen in het apparaat kunnen binnendringen.Zorg ervoor dat de ventilatieroosters van de UPS niet verstopt of afgedekt zijn.Plaats de UPS niet in direct zonlicht of in de buurt van een warmtebron.
Bijzondere voorzorgsmaatregelen
Neem strikt de in de gebruikershandleiding beschreven aansluitinstructies in acht.Controleer de specificaties op het typeplaatje: deze moeten overeenkomen met uw netstroomcircuit en het werkelijke
stroomverbruik van de gezamenlijke aangesloten apparatuur.
Indien de UPS voor gebruik opgeslagen wordt, moet hij in een vochtvrije ruimte worden geplaatst.Uiterste opslagtemperaturen: -10°C tot +45°C.Indien de UPS voor langere tijd buiten spanning blijft, moet het systeem één keer per maand gedurende 24 uur onder
spanning worden gebracht om de batterij op te laden, omdat anders de batterij onherstelbaar beschadigd raakt.
De UPS is ontworpen voor normaal gebruik in de in het hoofdstuk “bijlagen” gespecificeerde omgevings- en
klimaatomstandigheden: hoogteligging, omgevingstemperatuur, relatieve luchtvochtigheid, transport- en opslagomstandigheden.
Het gebruik van de UPS binnen de gespecificeerde grenzen garandeert de goede werking, maar kan de levensduur van
bepaalde onderdelen negatief beïnvloeden, met name de levensduur en autonomieduur van de batterij. De opslagduur van de UPS is beperkt omdat de interne batterij regelmatig opgeladen moet worden.
Bij bijzondere gebruiksomstandigheden kunnen een speciaal ontwerp of speciale beschermingsmaatregelen vereist zijn:
- schadelijke rook, stof, schurend stof,
- vochtigheid, stoom, zilte lucht, slechte weersomstandigheden of druipwater,
- explosief mengsel van stof en gas,
- extreme temperatuurschommelingen,
- slechte ventilatie,
- warmtegeleiding of warmtestraling vanuit andere bronnen,
- zuur of vuil bevattend koelwater dat aanslag, modder, elektrolyse of corrosie kan veroorzaken op onderdelen van de omzetter die met het water in aanraking komen,
- sterke elektromagnetische velden,
- radioactiviteitniveau hoger dan in de natuurlijke omgeving,
- schimmels, insecten, ongedierte, enz.
- gebruiksomstandigheden van de batterij.
De UPS mag alleen worden geïnstalleerd:
volgens de regels van HD 384.4.42 S1/A2 - Hoofdstuk 42: beveiliging tegen warmte-invloeden. en volgens IEC-norm 60364-4-482 - Hoofdstuk 482: beveiliging tegen brand.
51030375NL/CB - Pagina 3
Voorwoord
Indeling van de documentatie
Er zijn twee manieren om informatie op te zoeken:
via de inhoudsopgave, via de index.
Verklaring der tekens
Handleiding
Deze instructies moeten strikt inachtgenomen worden
Informatie, tips, hulp
LED uit
LED aan
LED knippert
Aardleidingen
Overige kabels
Display
Verticale selectie
Overige selecties
Valideren
Detail
Pop-up menu
Grafische weergave
Grafische weergave
Grafische weergave
88.8
8.88
E S C
D E L
VOLT
Digitale weergave
Terug naar vorige scherm
Wissen
Toegang tot metingen
Toegang tot overzichten
Pagina 4 - 51030375NL/CB
Inhoudsopgave
1. Beschrijving
1.1 Galaxy 3000 .......................................................................................................................................................7
UPS-kast (afmetingen, gewicht) ......................................................................................................................... 7
Externe batterijkast / hulpkast (afmetingen, gewicht) ......................................................................................... 7
1.2 Toegang tot de aansluitingen .......................................................................................................................... 8
1.3 Aansluitkolom ...................................................................................................................................................9
Uitvoering met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits .......................... 9
Uitvoering met externe batterij .......................................................................................................................... 10
Uitvoering met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits ...................................... 10
1.4 Operator/machine-interface ........................................................................................................................... 11
1.5 Communicatiekaart met relais ...................................................................................................................... 11
2. Installeren
2.1 Plaatsen ........................................................................................................................................................... 12
2.2 Combineren van de kasten ............................................................................................................................ 12
2.3 Bepalen van beveiligingen en kabeldoorsneden ........................................................................................ 13
Aanbevolen beveiliging vóór de UPS ............................................................................................................... 13
Aanbevolen maximale beveiliging na de UPS.... .............................................................................................. 13
Bepalen van de kabeldoorsneden .................................................................................................................... 13
2.4 Keuze van installatieschema’s afhankelijk van nulleiderstelsel ................................................................ 14
Enkele UPS met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS circuits. .................... 14
Enkele UPS met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits. .................................. 15
Enkele UPS met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits afkomstig van
verschillende bronnen ...................................................................................................................................... 16
Frequentieomzetter (zonder AC-BYPASS-circuit) ............................................................................................ 17
Parallelle UPS-systemen zonder externe bypass-kast en met gemeenschappelijke ingangen voor
NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits (maximaal 2 UPS-systemen) ........................................................... 17
Parallelle UPS-systemen zonder externe bypass-kast en met gescheiden ingangen voor
NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits (maximaal 2 UPS-systemen) ........................................................... 18
Parallelle UPS-systemen met externe bypass-kast en met gemeenschappelijke ingangen voor
NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits (maximaal 4 UPS-systemen) ........................................................... 18
Parallelle UPS-systemen zonder externe bypass-kast en met gescheiden ingangen voor
NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits (maximaal 4 UPS-systemen) ........................................................... 19
2.5 Aansluiten van de vermogenskabels van een enkele UPS ........................................................................ 20
2.6 Aansluiten van de vermogenskabels van parallelle UPS-systemen ......................................................... 21
Parallelle UPS-systemen voor redundantie (maximaal 2 UPS-systemen) ....................................................... 21
Parallelle UPS-systemen voor vermogensvergroting (maximaal 4 UPS-systemen) ........................................ 22
Aansluiten van de aardleiding tussen parallelle UPS-systemen ...................................................................... 24
2.7 Aansluiten van de hulpverbindingen tussen parallelle UPS-systemen .................................................... 25
Parallelle UPS-systemen voor redundantie (maximaal 2 UPS-systemen) ....................................................... 25
Parallelle UPS-systemen voor vermogensvergroting (maximaal 4 UPS-systemen) ........................................ 25
Aanbrengen van de beschermkap over de kabels van de hulpverbindingen ................................................... 26
2.8 Aansluiten van het noodstopcontactblok .................................................................................................... 27
2.9 Aansluiten van de communicatiekaart met relais ....................................................................................... 27
2.10 Kabeltraject van de signaalleidingen ........................................................................................................... 28
Enkele UPS ...................................................................................................................................................... 28
Parallelle UPS-systemen ..................................................................................................................................29
2.11 Vermogensaansluitingen van een externe batterijkast............................................................................... 30
2.12 Monteren en aansluiten van een lege batterijkast ....................................................................................... 30
Monteren van batterijbeveiligingsschakelaarset ...............................................................................................30
Monteren van stelling en batterij-elementen ..................................................................................................... 31
2.13 Aansluiten van de signaalleidingen van een externe batterijkast ............................................................. 32
2.14 Aansluiten van de transformator voor ingangsisolatie .............................................................................. 33
2.15 Aansluiten van de transformator voor uitgangsisolatie ............................................................................. 33
51030375NL/CB - Pagina 5
Inhoudsopgave
3. Eindcontroles
3.1 Controleren van de stand van de aanslag van de BYPASS-schakelaar.................................................... 34
4. Gebruik
4.1 Uitschakelen van een enkele UPS ................................................................................................................ 35
4.2 Opnieuw inschakelen van een enkele UPS .................................................................................................. 35
4.3 Uitschakelen van parallelle UPS-systemen ................................................................................................. 36
4.4 Opnieuw inschakelen van parallelle UPS-systemen ................................................................................... 36
4.5 Werkingsfuncties ............................................................................................................................................ 37
Normale werkingsfunctie of dubbele conversie ................................................................................................ 37
ECO-functie (alleen bij enkele UPS) ................................................................................................................ 37
4.6 Werking op batterij ......................................................................................................................................... 38
Overschakelen op batterij ................................................................................................................................. 38
Alarmgrens einde autonomie batterij ................................................................................................................ 38
Einde autonomie batterij ................................................................................................................................... 38
4.7 Terugkeer van het NORMALE AC-circuit (na een stroomonderbreking) ...................................................38
4.8 Opnieuw inschakelen op batterij .................................................................................................................. 38
4.9 Specifieke programmering van de UPS ....................................................................................................... 39
Toegang tot programmeerfuncties .................................................................................................................... 39
Werkingsfunctie ................................................................................................................................................ 39
Frequentie ........................................................................................................................................................ 39
Automatische bypass ....................................................................................................................................... 39
Batterij .............................................................................................................................................................. 39
Transformatoren ............................................................................................................................................... 40
4.10 Relaiscontacten (communicatiekaart) .......................................................................................................... 40
4.11 Display-overzicht ............................................................................................................................................ 41
5 Onderhoud
5.1 Opsporen van storingen ................................................................................................................................42
5.2 Life Cycle Monitoring (LCM) .......................................................................................................................... 42
5.3 Isoleren van apparaten .................................................................................................................................. 43
Enkele UPS ...................................................................................................................................................... 43
Frequentieomzetter .......................................................................................................................................... 43
UPS in ECO-mode ........................................................................................................................................... 43
Parallelle UPS zonder externe bypass-kast ..................................................................................................... 44
Parallelle UPS met externe bypass-kast .......................................................................................................... 45
5.4 Terug naar NORMAAL-stand ......................................................................................................................... 46
Enkele UPS. ..................................................................................................................................................... 46
Frequentieomzetter .......................................................................................................................................... 47
Parallelle UPS zonder externe bypass-kast ..................................................................................................... 47
Parallelle UPS met externe bypass-kast .......................................................................................................... 48
5.5 Trainingscentrum ........................................................................................................................................... 49
6 Milieu .......................................................................................................................................................................50
7 Bijlagen
7.1 Technische gegevens..................................................................................................................................... 51
Elektrische specificaties ................................................................................................................................... 51
Thermische specificaties .................................................................................................................................. 54
7.2 Woordenlijst .................................................................................................................................................... 54
7.3 Index ................................................................................................................................................................ 55
Pagina 6 - 51030375NL/CB
1.1 Galaxy 3000
UPS-kast
1. Beschrijving
Afmetingen
Vermogen UPS
(kVA) 10/15 20/30
Gewicht in kg (UPS met geïntegreerde batterij’s)
Batterij-
autonomie
5 jaar
0 min. 10 min. 15 min.
Afmetingen in mm
1420 x 610 x 565 1600 x 640 x 685
Vermogen UPS
10
15
210
210
330
384
384
(H x B x D)
(kVA)
20
240 472 572
30
240 572
Externe batterijkast / hulpkast
Batterij-
autonomie
10 jaar
7 min. 12 min.
Vermogen UPS
10
15
381
381
(kVA)
20
572
Afmetingen (H x B x D) in mm
1600 x 850 x 685
Gewicht in kg (kast alleen)
Batterij-
autonomie
5 jaar
0 min. 15 min. 30 min. 60 min.
Vermogen UPS
15
10
160
160
395 440
395
2x440
557
(kVA)
20
160
682
2x576
30
572
30
160 682 840
2x765
Batterij-
autonomie
10 jaar 15 min. 30 min. 60 min.
Vermogen UPS
(kVA)
10
15
300
449
449
569
2x389
51030375NL/CB - Pagina 7
2x569
2x624
20
504 752
30
661 2x600 3x660
1. Beschrijving
1.2 Toegang tot de aansluitingen
B
D
B
D
1
Kastpanelen
2
Operator/machine-interface
3
Centraal kastpaneel
E
E
C
4
Beschermkap van aansluitcontactblokken
D
A
A: trek de onderkant van het paneel 1 naar voren. B: hef het paneel op om de bovenkant los te maken. C: verwijder de 2 ten behoeve van het centrale paneel 3 van het transport aangebrachte borgschroeven. D: maak eerst de onderkant van het centrale paneel 3 los, en daarna de bovenkant. E: breek de 2 bevestigingslipjes af.
D
Pagina 8 - 51030375NL/CB
Communicatierek
5
Ingangsschakelaar en
6
beveiligingsschakelaar van batterij
7
Handmatige bypass
Aansluitcontactblokken
8
1. Beschrijving
1.3 Aansluitkolom
Uitvoering met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS­circuits
RJ45-connector: externe synchronisatie
9
10
RJ12-connectoren: stroomverdeling tussen UPS-systemen (parallelle UPS-systemen)
11
12
13
14
15
16
17
18 19 20
21
Connector voor aansluiting op externe bypass: stand van de schakelaars (parallelle
UPS-systemen) RJ45-connectoren: uitwisseling van
informatie tussen de UPS-systemen (parallelle UPS-systemen) Indicator van CAN-communicatie tussen apparaten (parallelle UPS-systemen)
Schroefcontactblok voor aansluiting van noodstop
Ruimte bestemd voor communicatiekaart met relais
Vrije slots bestemd voor optionele communicatiekaarten
Contactblok voor bediening van batterijbeveiligingsschakelaar
Q1: Ingangsschakelaar NORMALE AC-circuit QF1 : Beveiligingsschakelaar van batterij
QD1 : Beveiligingsschakelaar gereserveerd voor servicedienst
Beschermkap van beveiligingsschakelaars
22
25
26
Handmatige bypass
23
Ingangscontactblok NORMALE AC-circuit Uitgangscontactblok verbruiker
Hoofdaardleiding
27
Secundaire aardleiding (hulpkasten)
51030375NL/CB - Pagina 9
1. Beschrijving
Uitvoering met externe batterij
17
28
Contactblok voor bediening van batterijbeveiligingsschakelaar
Aansluitcontactblok van de externe batterijkasten.
Uitvoering met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
23
47
24 25
Ingangscontactblok NORMALE AC-circuit
Gemeenschappelijk nulcontactblok van de AC-circuits
Ingangscontactblok AC-BYPASS Uitgangscontactblok verbruiker
Pagina 10 - 51030375NL/CB
29
Extra contactblok voor aansluiting van tweede nulkabel
1.4 Operator/machine-interface
1. Beschrijving
1.5 Communicatiekaart met relais
30
31 32
38 37
36 35 34
Grafische display Menu-toets Functietoetsen
33
Help-toets
Uit-toets Aan-toets
LED grote fout LED kleine fout LED apparatuur beveiligd
39
42
6
5
4
3
2
1
B
A
43
44
45
Bevestigingsschroef van kaartbeschermkap
Bevestiging van de kaart
40
Kaartbeschermkap
41
Openingen voor kabeldoorvoer
Uitgangscontactblok
Ingangscontactblok
Borgschroeven van de kabels
51030375NL/CB - Pagina 11
2. Installeren
2.1 Plaatsen
>250 mm
>700 mm
1 - Zet de UPS op de gewenste plaats. 2 - Schroef de hefboom vast totdat de voorwieltjes geblokkeerd zijn. 3 - Verwijder de 2 zijpanelen aan de voorkant. 4 - Verwijder de 2 batterijbeschermplaten erachter. 5 - Verwijder de schuimplastic beschermstrips. 6 - Verwijder de kartonnen bescherming van de batterijelementen. 7 - Knip de sluitbanden die om de batterijelementen zitten door en verwijder ze.
Houd de bovenkant van het apparaat altijd vrij in verband met onderhoudswerkzaamheden.
2.2 Combineren van de kasten
Batterijkast
UPS-kast
Het niet inachtnemen van de voorgeschreven vrije ruimte achter en boven het apparaat kan leiden tot abnormale verhitting en bovendien de onderhoudswerkzaamheden belemmeren.
Dit apparaat moet worden geïnstalleerd in een ruimte die beperkt toegankelijk is (alleen geautoriseerd personeel).
Batterijkast 2
Batterijkast 1
UPS-kast
Pagina 12 - 51030375NL/CB
2.3 Bepalen van beveiligingen en kabeldoorsneden
Aanbevolen beveiliging vóór de UPS
2. Installeren
Vermogen UPS
10 - 15 kVA 20 - 30 kVA
N.B.: zie in bijlage het overzichtsschema van het apparaat met gemeenschappelijke of gescheiden ingangscircuits, waarop de plaats van de beveiligingen, de interne zekeringen van de UPS en de netstromen met overbelaste UPS zijn aangegeven.
Aanbevolen beveiliging na de UPS
Vermogen UPS
10 - 15 kVA
20 kVA
30 kVA
Schakelaar na de UPS
C60L-Z-10A
C60L-C-4A
C60L-Z-10A
C60L-C-6A C60L-Z-16A C60L-C-10A
Schakelaar vóór de UPS
C60H-C-40A
NC100H-D-80A
Ultrasnelzekering
≤ 12A
≤ 14A
≤ 16A
De H-karakteristiek van de schakelaar vóór de UPS kan worden vervangen door een N­of L-karakteristiek afhankelijk van de installatie.
De L-karakteristiek van de schakelaar na de UPS kan worden vervangen door een N- of H-karakteristiek afhankelijk van de installatie. Deze beveiligingen zorgen voor selectiviteit op alle stroomafnamepunten die stroomafwaarts van de UPS (met en zonder AC-BYPASS-circuit) zijn aangesloten. Het niet inachtnemen van de aanbevolen stroomafwaartse beveiliging kan tot gevolg hebben dat bij kortsluiting op een stroomafnamepunt er een spanningsonderbreking van meer dan 20 ms optreedt op alle andere stroomafnamepunten.
N.B.: zie in bijlage het overzichtsschema van het apparaat met gemeenschappelijke of gescheiden ingangscircuits, waarop de plaats van de beveiligingen, de interne zekeringen van de UPS en de netstromen met overbelaste UPS zijn aangegeven.
Beveiligingen en kabeldoorsneden
Kabeldoorsnede koper
Vermogen
van de UPS
10 kVA 15 kVA 20 kVA 30 kVA
Leidingen van NORMALE AC­circuit, AC-BYPASS-circuit en
verbruiker (<100m)
6 mm 10 mm 16 mm 25 mm
Klemcapaciteit van het contactblok:
Batterij
doorsnede van 16 tot 35 mm2. Insert voor aardaansluiting: 6 mm2.
(<15m)
2
2
2
2
10 mm 16 mm 25 mm 35 mm
2
2
2
2
51030375NL/CB - Pagina 13
2. Installeren
2.4 Keuze van installatie volgens het aardleidingenchema
Referentieschema’s voor enkele en parallelle UPS-systemen.
Enkele UPS met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS­circuits
Stroomopwaarts en stroomafwaarts: TT-, TN- en IT-stelsels en IT-stelsel met nulverdeling
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC NORMAL AC BY-PASS
23
25
A B
Verandering van nulleiderstelsel tussen stroomopwaarts en stroomafwaarts, of galvanische isolatie noodzakelijk
verbruiker
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC NORMAL AC BY-PASS
23
A
of
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC NORMAL AC BY-PASS
23
A
Stroomopwaarts en stroomafwaarts: geen nulverdeling
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
25
verbruiker
B
25
verbruiker
B
Pagina 14 - 51030375NL/CB
AC NORMAL AC BY-PASS
23
25
verbruiker
BA
2. Installeren
Enkele UPS met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
Stroomopwaarts met nulverdeling op de 2 circuits: TT-, TN- of IT-stelsels Stroomafwaarts: TT-, TN- of IT-stelsel met nulverdeling
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC BY-PASS
A B
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
C
Stroomopwaarts met nulverdeling alleen op AC-BYPASS: TT-, TN- of IT-stelsels Stroomafwaarts: TT-, TN- of IT-stelsel met nulverdeling
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC BY-PASS
A B
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
C
Verandering van nulleiderstelsel tussen stroomopwaarts en stroomafwaarts, of galvanische isolatie noodzakelijk
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC BY-PASS
A B
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
C
of
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC BY-PASS
A B
AC NORMAL
24
47
23
Stroomopwaarts en stroomafwaarts: geen nulverdeling
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC BY-PASS
A B
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
C
25
verbruiker
C
51030375NL/CB - Pagina 15
2. Installeren
Enkele UPS met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits afkomstig van verschillende bronnen
Stroomopwaarts met nulverdeling op één van de circuits: TT-,TN- of IT-stelsels Stroomafwaarts: TT-, TN- of IT-stelsels met nulverdeling
TGBT 1
AC BY-PASS
A B
TGBT 2
AC NORMAL
AC BY-PASS
TGBT 1
A
B
TGBT 2
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
C
of
24
47
23
25
verbruiker
C
Verandering van nulleiderstelsel tussen stroomopwaarts en stroomafwaarts, of galvanische isolatie noodzakelijk
TGBT 1
AC BY-PASS
A B
TGBT 2
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
C
Stroomopwaarts en stroomafwaarts: geen nulverdeling
TGBT 1
TGBT 2
AC BY-PASS
A B
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
C
Pagina 16 - 51030375NL/CB
Frequentieomzetter (zonder AC-BYPASS-circuit)
Stroomopwaarts en stroomafwaarts: TT-, TN- en IT-stelsels met nulverdeling
2. Installeren
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
Stroomopwaarts en stroomafwaarts geen nulverdeling
Laagspanningsschakelpaneel (TGBT)
AC NORMAL
24
47
23
25
verbruiker
Parallelle UPS-systemen zonder externe bypass-kast en met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE AC- en AC-BYPASS-circuits (maximaal 2 UPS-systemen)
De aanpassingen in de aardleidingsschema’s zijn dezelfde als die hiervoor beschreven staan voor enkele UPS­systemen. Vervang in de schema’s op pagina 14 de enkele UPS-systemen die aangesloten zijn tussen de punten A en B door de onderstaande combinatie:
AC NORMAL AC BY-PASS
23
A
AC NORMAL AC BY-PASS
23
N.B.: bij parallelle UPS-installaties moet de aardlekbeveiliging stroomopwaarts worden geplaatst zodat deze gemeenschappelijk is voor alle UPS-systemen.
25
B
25
51030375NL/CB - Pagina 17
2. Installeren
Parallelle UPS-systemen zonder externe bypass-kast en met gescheiden ingangen voor NORMALE AC- en AC-BYPASS-circuits (maximaal 2 UPS-systemen)
De aanpassingen in de aardleidingsschema’s zijn dezelfde als die hiervoor beschreven staan voor enkele UPS­systemen. Vervang in de schema’s op pagina 15 de enkele UPS-systemen die aangesloten zijn tussen de punten A, B en C door de onderstaande combinatie:
A
B
AC BY-PASS
AC NORMAL
AC BY-PASS
24
47
23
24
25
C
47
AC NORMAL
23
Parallelle UPS-systemen met externe bypass-kast en met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE AC- en AC-BYPASS-circuits (maximaal 4 UPS-systemen)
De aanpassingen in de aardleidingsschema’s zijn dezelfde als die hiervoor beschreven staan voor enkele UPS­systemen. Vervang in de schema’s op pagina 14 de enkele UPS-systemen die aangesloten zijn tussen de punten A en B door de onderstaande combinatie:
25
Q3BP
Pagina 18 - 51030375NL/CB
A
Q4S
(niet meegeleverd)
(niet meegeleverd)
(niet meegeleverd)
(niet meegeleverd)
AC NORMAL AC BY-PASS
AC NORMAL AC BY-PASS
AC NORMAL AC BY-PASS
AC NORMAL AC BY-PASS
23
25
Q5N
B
23
23
23
25
25
25
2. Installeren
Parallelle UPS-systemen met externe bypass-kast en met gescheiden ingangen voor NORMALE AC- en AC-BYPASS-circuits (maximaal 4 UPS-systemen)
De aanpassingen in de aardleidingsschema’s zijn dezelfde als die hiervoor beschreven staan voor enkele UPS­systemen. Vervang in de schema’s op pagina 15 de enkele UPS-systemen die aangesloten zijn tussen de punten A, B en C door de onderstaande combinatie:
Q3BP
A
B
B
Q4S
(niet meegeleverd)
(niet meegeleverd)
(niet meegeleverd)
(niet meegeleverd)
AC BY-PASS
AC NORMAL
AC BY-PASS
AC NORMAL
AC BY-PASS
AC NORMAL
AC BY-PASS
24
47
Q5N
23
25
CB
24
47
23
24
47
23
24
47
25
25
B
N.B.: bij parallelle UPS-installaties moet de aardlekbeveiliging stroomopwaarts worden geplaatst zodat deze gemeenschappelijk is voor alle UPS-systemen.
AC NORMAL
23
25
51030375NL/CB - Pagina 19
2. Installeren
2.5 Aansluiten van de vermogenskabels van een enkele UPS
UPS met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
23
25
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3
251 mm
46
168 mm
27
UPS met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
Voor toegang tot de aansluitcontactblokken, zie §1.2. 1 - De aardleiding moet verplicht op klemmen 26 en 27 worden aangesloten. 2 - Sluit de vier leidingen van het NORMALE AC-ingangscircuit aan op contactblok 23 . 3 - Sluit de vier leidingen van de door de UPS van stroom voorziene verbruiker aan op contactblok 25 . 4 - Breng de kabelbeugels 46 aan om de kabels mechanisch vast te zetten. 5 - Breng de beschermkappen weer aan (zie §1.2).
N.B.: de kabelbeugels steunen worden bij de UPS geleverd.
26
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3
Frequentieomzetter
N L1 L2 L3L1 L2 L3 N
47
23 47 24 25
46
27 26
23
24 25
46
Voor toegang tot de aansluitcontactblokken, zie §1.2. 1 - De aardleiding moet verplicht op klemmen 26 en 27 worden aangesloten. 2 - Sluit de 2 nulleiders van de NORMALE-AC- en AC-BYPASS­ingangscircuits aan op de gemeenschappelijke klem 47 :
als de kabeldoorsnede ≤ is dan 10 mm
klem 47 zonder de extra klem 29 te gebruiken,
als de kabeldoorsnede > 10 mm
29
voor één van de kabels en sluit het geheel op klem 47 aan. 3 - Sluit de drie fasen van het NORMALE-AC-ingangscircuit aan op contactblok 23 . 4 - Sluit de drie fasen van het AC-BYPASS-circuit aan op contactblok
24 . 5 - Sluit de vier leidingen van de door de UPS gevoede verbruiker aan op contactblok 25 . 6 - Breng de kabelbeugels 46 aan om de kabels mechanisch vast te zetten. 7 - Breng de beschermkappen weer aan (zie §1.2).
N.B.: de extra klem en de kabelbeugels steunen worden bij de UPS geleverd.
Voor toegang tot de aansluitcontactblokken, zie §1.2. 1 - De aardleiding moet verplicht op klemmen 26 en 27 worden aangesloten. 2 - Sluit de nulleider van het NORMALE-AC-ingangscircuit aan op klem
47 . 3 - Sluit de drie fasen van het NORMALE-AC-ingangscircuit aan op contactblok 23 . 4 - Sluit de vier leidingen van de door de UPS gevoede verbruiker aan op contactblok 25 . 5 - Breng de kabelbeugels 46 aan om de kabels mechanisch vast te zetten. 6 - Breng de beschermkappen weer aan (zie §1.2).
2
, de 2 kabels aansluiten op
2
is, gebruik dan de extra klem 29
Pagina 20 - 51030375NL/CB
27 26
N.B.: de kabelbeugels steunen worden bij de UPS geleverd.
Sluit geen enkele kabel aan op het contactblok van het AC BYPASS-ingangscircuit 24 .
2. Installeren
2.6 Aansluiten van de vermogenskabels van parallelle UPS-systemen
Parallelle UPS-systemen voor redundantie (maximaal 2 UPS-systemen)
UPS met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
Voor toegang tot de aansluitcontactblokken,
23
UPS 1 UPS 2
25
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N L1 L2 L3
29
46
27
Naar verbruiker
Naar het NORMALE-AC / AC-BYPASS-circuit
zie §1.2. 1 - De aardleiding moet verplicht op klemmen 26 en 27 worden aangesloten. 2 - Sluit de vier leidingen van het NORMALE-AC-ingangscircuit aan op contactblok 23 van elke UPS. 3 - Sluit de vier leidingen van de aangesloten apparatuur aan op contactblok
25 van elke UPS.
N.B.: voor het aansluiten van kabels van
aangesloten apparatuur met een doorsnede >10 mm2 van de UPS 1, de extra klemmen
26
29 gebruiken.
4 - Breng de kabelbeugels 46 aan om de kabels mechanisch vast te zetten. 5 - Breng de beschermkappen weer aan (zie
§1.2).
N.B.: de extra klemmen en de kabelbeugels steunen worden bij de UPS geleverd.
UPS met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
23 47
24
25
UPS 1 UPS 2
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3
29
46
27
Naar verbruiker
Naar AC-BYPASS-circuit
Naar NORMALE-AC-circuit
Voor toegang tot de aansluitcontactblokken, zie §1.2. 1 - De aardleiding moet verplicht op klemmen 26 en 27 worden aangesloten. 2 - Sluit de 2 nulleiders van de NORMALE­AC- en AC-BYPASS-ingangscircuits aan op de gemeenschappelijke klem 47 van elke UPS:
als de doorsnede van deze kabels ≤ is dan
10 mm2, de 2 kabels aansluiten op de klem
47 zonder de extra klem 29 te
gebruiken,
als de kabeldoorsnede > 10 mm
gebruik dan de extra klem 29 voor één van de kabels en sluit het geheel op klem 47 aan. 3 - Sluit de 3 fasen van het NORMALE-AC­ingangscircuit aan op klem 23 van elke
26
UPS. 4 - Sluit de 3 fasen van het AC-BYPASS­ingangscircuit aan op contactblok 24 van elke UPS. 5 - Sluit contactblok 25 van de UPS 2 aan op contactblok 25 van de UPS 1 met behulp van de 4 leidingen van de aangesloten apparatuur (kabels met een doorsnede > 10 mm2). N.B.: als de kabeldoorsnede > 10 mm2 is, gebruik dan de extra klemmen 29 voor het aansluiten van de 4 leidingen van de aangesloten apparatuur. 6 - Breng de kabelbeugels 46 aan om de kabels mechanisch vast te zetten. 7 - Breng de beschermkappen weer aan (zie
§1.2).
N.B.: de extra klemmen en de kabelbeugel­steunen worden bij de UPS geleverd.
51030375NL/CB - Pagina 21
2
is,
2. Installeren
Parallelle UPS-systemen voor vermogensvergroting (maximaal 4 UPS-systemen)
Voor deze configuratie is een externe bypass-kast noodzakelijk.
UPS met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
Voor toegang tot de aansluitcontactblokken,
23
zie §1.2. 1 - De aardleiding moet verplicht op klemmen 26 en 27 worden aangesloten. 2 - Sluit de 4 leidingen van het NORMALE­AC / AC-BYPASS-ingangscircuit aan op rij
49 van de bypass-kast. 3 - Sluit de 4 leidingen van de aangesloten apparatuur aan op rij 50 van de bypass-
46
kast. 4 - Verbind de contactblokken 23 van elke
27
UPS met kabels van gelijke lengte en
26
doorsnede met rij 48 van de bypass-kast. 5 - Verbind de contactblokken 25 van elke UPS met kabels van gelijke lengte en doorsnede met rij 51 van de bypass-kast. 6 - Breng de kabelbeugels 46 aan om de
48
kabels mechanisch vast te zetten. 7 - Breng de beschermkappen weer aan (zie
§1.2).
N.B.: de de kabelbeugelsteunen worden bij de UPS geleverd.
50
51
UPS 1
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N L1 L2 L3
UPS 2
(niet meegeleverd)
By-pass
Q4S
Q3BP
Q5N
N
L1
L2
L3
25
N
L1
L2
L3
N
L1
L2
L3
N
L1
L2
L3
49
UPS 3 UPS 4
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N L1 L2 L3
(niet meegeleverd)
46
Naar NORMALE­AC / AC­BYPASS-circuit
Naar verbruiker
Pagina 22 - 51030375NL/CB
2. Installeren
UPS met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
UPS 1
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3
Naar NORMALE­AC-circuit
UPS 2
Naar NORMALE­AC-circuit
23 47
25
Voor toegang tot de aansluitcontactblokken, zie §1.2. 1 - De aardleiding moet verplicht op
24
klemmen 26 en 27 worden aangesloten. 2 - Sluit de 2 nulleiders van de NORMALE­AC en AC-BYPASS-ingangscircuits aan op de gemeenschappelijke klem 47 van elke UPS:
als de doorsnede van deze kabels ≤ is dan
10 mm2, sluit de 2 kabels dan op klem 47
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3
aan zonder de extra klem 29 te gebruiken,
als de kabeldoorsnede > 10 mm
2
is, gebruik dan de extra klem 29 voor één van de kabels en sluit het geheel
46
aan op klem 47 . 3 - Sluit de 3 fasen van het NORMALE-AC-
27
ingangscircuit aan op contactblok 23 van
26
elke UPS. 4 - Sluit de 4 leidingen van het AC-BYPASS­ingangscircuit aan op rij 49 van de
By-pass
Q4S
Q3BP
Q5N
N
L1
L2
L3
N
L1
L2
L3
N
L1
L2
L3
N
L1
L2
L3
49
bypass-kast. 5 - Verbind de contactblokken 24 van elke
48
UPS met kabels van gelijke lengte en doorsnede met rij 48 van de bypass-kast. 6 - Sluit de 4 leidingen van de aangesloten apparatuur aan op rij 50 van de bypass­kast. 7 - Verbind de contactblokken 25 van elke
50
UPS met kabels van gelijke lengte en doorsnede met rij 51 van de bypass-kast. 8 - Breng de kabelbeugels 46 aan om de
51
kabels mechanisch vast te zetten.
46
9 - Breng de beschermkappen weer aan (zie
§1.2).
N.B.: de extra klemmen en de kabelbeugel­steunen worden bij de UPS geleverd.
UPS 3 UPS 4
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3 N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3
Naar NORMALE­AC-circuit
Naar AC­BYPASS-circuit
Naar verbruiker
46
27 26
Naar NORMALE­AC-circuit
51030375NL/CB - Pagina 23
2. Installeren
Aansluiten van de aardleiding tussen parallelle UPS-systemen
Verbind de aardleidingen van de parallelle UPS-en via een extra aardkabel met onderstaande specificaties:
- Zelfde doorsnede als de voedingskabels.
- Lengte zo kort mogelijk.
- De kabel wordt niet bij de UPS geleverd.
Aansluiten volgens onderstaand schema:
UPS 1 UPS 2
N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3N L1 L2 L3 N L1 L2 L3L1 L2 L3
Hoofdaardleiding.
Extra aardleiding tussen de UPS-en.
Hoofdaardleiding.
Pagina 24 - 51030375NL/CB
2. Installeren
2.7 Aansluiten van de hulpverbindingen tussen parallelle UPS-systemen
Parallelle UPS-systemen voor redundantie (maximaal 2 UPS-systemen)
10 1210 12
UPS 1
Courant
Uitwisselings-
d'échange
strom
XMS 02 XMS 03
XMS 04
CAN //
XMS 05 XMS 06
10 1210 12
UPS 2
Courant
Uitwisselings-
d'échange
strom
XMS 02 XMS 03
XMS 04
CAN //
XMS 05 XMS 06
Uitwisselingsstroomverbindingen:
Verbind de XMS02- en XMS03-connectoren van de 2 UPS-systemen.
CAN // - verbindingen:
Zet een blauwe dop op de XMS05-connector van de UPS 1.
Bouchon
Blauwe
bleu
dop
Bouchon
Rode
rouge
dop
Verbind de XMS06-connector van de UPS 1 met de XMS05-connector van de UPS 2. Zet een rode dop op de XMS06-connector van de UPS 2. N.B.: gezien de lengte van de meegeleverde kabels is de maximale afstand tussen de UPS-systemen beperkt tot 6 m.
Parallelle UPS-systemen voor vermogensvergroting (maximaal 4 UPS-systemen)
10 1210 12
UPS 1
Uitwisselings-
Courant d'échange
strom
XMS 02 XMS 03
Uitwisselings-
Courant d'échange
strom
XMS 04
XMS 04
CAN //
XMS 05 XMS 06
Bouchon
Blauwe
bleu
dop
CAN //
10 1210 12
UPS 2
Uitwisselings-
Courant d'échange
strom
XMS 02 XMS 03
XMS 04
UPS 3UPS 4
Uitwisselings­strom
XMS 02 XMS 03XMS 02 XMS 03
Courant d'échange
XMS 04
CAN //
XMS 05 XMS 06
CAN //
XMS 05 XMS 06XMS 05 XMS 06
Uitwisselingsstroomverbindingen:
Verbind de XMS02- en XMS03-connectoren zodat er een lus ontstaat tussen de UPS­systemen (alle XMS02- en XMS03­connectoren moeten gebruikt worden).
CAN // - verbindingen:
Verbind de XMS05- en XMS06-connectoren van de UPS-systemen zodat er een lijn ontstaat tussen de UPS-systemen. Zet een blauwe dop op de UPS aan het begin van de lijn, en een rode dop op de UPS aan het eind van de lijn (alle XMS05- en XMS06­connectoren moeten worden gebruikt).
N.B.: de lengte van de meegeleverde kabels is 10 m.
11 11
Courant
Uitwisselings-
d'échange
strom
XMS 02 XMS 03
XMS 05 XMS 06
Bouchon
Blauwe
bleu
dop
Externe bypass-kast
2 3 4 5 6
1
Q3BP
Commun
Q4S
Commun
Commun
Courant
Uitwisselings-
d'échange
strom
XMS 02 XMS 03
Q5N
11 11
XMS 05 XMS 06
Bouchon
Rode
rouge
dop
Uitwisselings-
CAN //
Courant
strom
d'échange
XMS 02 XMS 03
straps aan te brengen op het hulpcontactblok van de externe bypass­kast Gemeenschappelijke leiding
Uitwisselings-
CAN //
Courant d'échange
strom
XMS 02 XMS 03
Verbindingen met de externe bypass­kast:
UPS 2UPS 1
XMS 04XMS 04
CAN //
XMS 05 XMS 06
verbind de klemmen 1, 3 en 5 door middel
van straps met het hulpcontactblok van de kast.
maak een lus tussen de kast en de UPS-
systemen voor elke klem 1, 2, 4 en 6 van het hulpcontactblok van de kast (op de XMS04­connectoren van elke UPS wordt in volgorde van links naar rechts aangesloten: de gemeenschappelijke leiding, Q3BP, Q4S en Q5N).
XMS 04
Commun
Q3BP
Q4S
Q5N
Gemeenschappelijke leiding
XMS 04XMS 04
UPS 3UPS 4
CAN //
XMS 05 XMS 06
Bouchon
Rode
rouge
dop
Commun
Q3BP
Q4S
Q5N
51030375NL/CB - Pagina 25
2. Installeren
Aanbrengen van de beschermkap over de kabels van de hulpverbindingen
De kunststof beschermkap die bij de parallelle UPS-en wordt geleverd beschermt de gebruiker tegen aanraking van niet­ZLVS-spanningen en houdt de kabels van de hulpverbindingen op hun plaats.
Let er bij het aansluiten op dat de connectoren RJ12 en RJ45 niet verwisseld worden, omdat ze anders beschadigd raken.
J45
R
J45
R
RJ12
J12
R
Schroef
Schroef
Pagina 26 - 51030375NL/CB
2.8 Aansluiten van het noodstopcontactblok
2. Installeren
14
EXT FREQ XMS 02 XMS 03 XMS 04 XMS 05 XMS 06 EPO
1
2
Waarschuwing: bij installaties met parallelle systemen mag er maar één noodknop zijn, met voor elk systeem een apart contact. Bovendien moet deze knop verplicht de beveiligingsschakelaars stroomopwaarts van de NORMALE AC- en AC-BYPASS-circuits in de off-positie zetten.
1 - Verwijder de brug van contactblok 14 . 2 - Sluit het "noodstop"-contact aan op de klemmen 1 en 2. 3 - Zet de kabel met beugels vast volgens het schema op §2.10.
2.9 Aansluiten van de communicatiekaart met relais
Onderbreek alle voedingsbronnen die op deze kaart zijn aangesloten voordat u de kaart hanteert. Vermeng geen veiligheidslaagspanningscircuits met niet-veiligheidslaagspanningscircuits op de uitgangen van eenzelfde kaart.
1 - Demonteer de beschermkap 41 die bevestigd is met de schroeven 39 . 2 - Haal de communicatieleidingen door de openingen 42 . 3 - Sluit de kabels aan op ingangscontactblok 44 en uitgangscontactblok 43 .
44
39
40
43
42
41
4 - Breng de beschermkap weer aan en draai de schroeven 39 vast. 5 - Zet de kabels vast met behulp van de schroeven 45 . 6 - Schrijf de plaats van de energiebronnen op de etiketten. 7 - Plug de kaart in de daarvoor bestemde ruimte. 8 - Zet de kaart vast met de twee schroeven
40 .
6
5
4
3
2
1
B
A
40 45
51030375NL/CB - Pagina 27
2. Installeren
Specificaties van de contacten van de communicatiekaart met relais.
Aansluitvoorbeeld van een communicatiekaart met relais
Tenzij sprake is van een zwakstroomcircuit is het absoluut noodzakelijk de communicatiekaart van de stroomopwaartse bron te isoleren om de veiligheid van de gebruiker te garanderen.
Vooralarm einde autonomie
batterij
Werking op batterij
Werking op automatische
bypass
Werking op UPS
Batterijstoring
Algemeen alarm
Specificaties van de uitgangscontacten:
6
Toelaatbare spanning: 250V AC, 30V DC. Toelaatbare stroom: 2 A. Kabel: 4 x 0,93 mm2, Ø 6,6 ± 0,3 mm.
5
4
3
2
1
Specificaties van de ingangssignalen:
Geschakelde spanning: 5V DC, Opgenomen stroom: 10 mA. Kabel: 4 x 0,34 mm2, Ø 5 ± 0,5 mm.
UPS uit
UPS aan
BA
Bron
Afsluitbare scheidingsinrichting
2.10 Kabeltraject van de signaalleidingen
Enkele UPS
Om ervoor te zorgen dat de diverse signaalkabelstrengen aan de voorkant van de UPS goed op hun plaats blijven zitten moeten de onderstaande montage-instructies in acht genomen worden:
EXT FREQ
EPO
Laat de signaalkabels van de vermogenskabels langs een apart traject lopen. Haal de kabel voor de beschermpanelen langs en zet hem met bandjes op de panelen vast zoals aangegeven in de figuur hiernaast.
Bandjes
communicatiekaart
Pagina 28 - 51030375NL/CB
Bandjes
Parallelle UPS-systemen
Een opclipbare ferrietstaaf wordt bij de parallelle UPS-en geleverd. Deze garandeert een EMC-niveau klasse A en moet volgens onderstaand schema aangebracht worden:
2. Installeren
EXT FREQ
EPO
Kabels voor externe bypass-kast (niet bijgeleverd – max. 2,5 mm2) Bandje EPO-kabel afzonderlijk vastzetten met bandje (kabel niet bijgeleverd –
max. 2,5 mm2) Bandje
Bandje
Opclipbare ferrietstaaf
Bandje
Kabel voor EPO en communicatie
Kabel voor parallelschakeling
51030375NL/CB - Pagina 29
2. Installeren
2.11 Vermogensaansluitingen van een externe batterijkast
Om te voldoen aan de MEC-normen moeten de door MGE UPS SYSTEMS meegeleverde batterijkabels verplicht worden gebruikt.
2.12 Monteren en aansluiten van een lege batterijkast
Monteren van de batterijschakelaarkit
Bevestig: 1 - De plaat 52 . 2 - De XR1-connector. 3 - Het temperatuurmeetkastje. 4 - De beschermkap, na het aansluiten van de batterij’s op de beveiligingsschakelaar.
Er is slechts één beveiligingsschakelaar nodig per batterijconfiguratie (meerdere kasten).
52
x2
x4
Pagina 30 - 51030375NL/CB
XR1
Monteren van de stelling en de batterij-elementen
1
2
2. Installeren
Waarschuwing: de batterijkast moet door gekwalificeerd personeel gemonteerd worden (norm EN50091-1-2).
Verdeel de stellingplanken over de bovenkant van de kast. De minimale afstand tussen de batterij­elementen en elke plank moet groter zijn dan 90 mm.
1 - Breng de inserts aan. 2 - Schroef de geleidingen vast. 3 - Voor elke stellingplank: schroef de plank vast, breng de batterij-elementen aan en zet ze vast, sluit de batterij-elementen op elkaar aan.
Sluit de elementen van de verschillende stellingplanken aan op de batterijbeveiligingsschakelaar.
3
51030375NL/CB - Pagina 31
2. Installeren
2.13 Aansluiten van de signaalleidingen van een externe batterijkast
1 - Sluit de draden bestemd voor de XR1-connector (beveiligingsschakelaar) van de externe batterijkast aan op connector
17 , en de draden die bestemd zijn voor de temperatuurvoeler op connector XMD3 53 . 2 - Verwijder de beschermkap 21 , schroef het communicatierek 5 , los en klap het naar voren. Haal de kabels achter het rack langs door de kabelgoot zoals in het schema aangegeven.
53
XMD3
XMD3
+
12V
BC
BC
12V
+
21
5
XR1
10
-12V
9
+12V
8
BC+
7
BC-
17
3 2 1
QF1
Bovenaanzicht
6 5 4 3 2 1
Pagina 32 - 51030375NL/CB
2. Installeren
A
N L1 L2 L3
B
N L1 L2 L3
C
NL1 L2 L3
N L1 L2 L3
2.14 Aansluiten van de transformator voor ingangsisolatie
Ingangscircuit
Kabels niet meegeleverd
A - Aansluiten van een ingangstransformator met gemeenschappelijke NORMALE AC- en AC-BYPASS-circuits. B - Aansluiten van een ingangstransformator AC-BYPASS met gescheiden NORMALE AC- en AC-BYPASS-circuits. C - Aansluiten van een ingangstransformator NORMALE AC met gescheiden NORMALE AC- en AC-BYPASS-circuits.
Kabel niet meegeleverd
2.15 Aansluiten van de transformator voor uitgangsisolatie
Kabels niet meegeleverd
Naar verbruiker
Kabel niet meegeleverd
51030375NL/CB - Pagina 33
3. Eindcontroles
3.1 Controleren van de stand van de aanslag van de BYPASS-schakelaar
Enkele UPS
In dit geval moet de aanslag van de BYPASS-schakelaar naar rechts staan zodat de schakelaar 22 niet naar TEST ISO stand kan worden gezet:
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
22
Aanslag aan de rechterkant van de schakelknop geplaatst.
Parallelle UPS (met of zonder externe bypass-kast)
In dit geval moet de aanslag van de BYPASS-schakelaar naar links staan zodat de schakelaar 22 niet naar TEST BP stand kan worden gezet:
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
Aanslag aan de linkerkant van de schakelknop geplaatst.
22
Pagina 34 - 51030375NL/CB
Alle handelingen met betrekking tot het opstarten van de apparatuur (ook de batterijkast) moeten van tevoren volgens de geldende normen en eisen door gekwalificeerd bevoegd personeel zijn uitgevoerd.
4.1 Uitschakelen van een enkele UPS
Het uitschakelen van de UPS moet geactiveerd zijn.
4. Gebruik
1 - Druk op knop 38 . 2 - Bevestig met functietoets 32 .
?
32
38
De verbruiker wordt niet meer door de UPS beveiligd en krijgt energie van het AC-BYPASS-circuit.
3 - Zet de batterijschakelaar 19 (QF1) op OFF (of verzet de
18
batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten indien aanwezig). 4 - Zet de ingangsschakelaar 18 (Q1) op OFF.
De batterij’s worden niet meer opgeladen.
19
4.2 Opnieuw inschakelen van een enkele UPS
Controleer of de bypass-schakelaar 22 op NORMAAL staat. Zo ja, ga dan door met de procedure. Zo nee, ga naar paragraaf 5.4 "Terug naar NORMAAL-stand, Enkele UPS".
1 - Zet de netschakelaar 18 (Q1) op ON. 2 - Wacht 10 s totdat de circuits geïnitialiseerd zijn.
18
3 - Zet de batterijschakelaar 19 (QF1) op ON (of verzet in voorkomend geval de batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten): De UPS is automatisch ingeschakeld. LED 34 brandt.
19
De verbruiker wordt beveiligd door de UPS.
22
Als LED 34 uit blijft: druk op de aan-knop 37 (het apparaat staat nu in handmatige inschakelfunctie) en bevestig indien noodzakelijk met
?
functietoets 32 .
32
Als LED 34 nog steeds uit blijft en één van de LED’s 35 of 36 brandt: er is een storing opgetreden (zie §5.1).
37 36 35 34
51030375NL/CB - Pagina 35
4. Gebruik
4.3 Uitschakelen van parallelle UPS-systemen
1 – Druk op de stopknop 38 van elk apparaat. 2 - Bevestig met functietoets 32 .
?
32
38
18
19
De verbruiker is niet meer beveiligd door de UPS-systemen en krijgt energie via het AC-BYPASS-circuit.
3 - Zet de batterijschakelaar 19 (QF1) van elk apparaat op OFF (of verzet de batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten indien aanwezig). 4 - Zet de ingangsschakelaar 18 (Q1) van elk apparaat op OFF.
De batterij’s worden niet meer opgeladen.
4.4 Opnieuw inschakelen van parallelle UPS-systemen
Controleer of de bypass-schakelaar 22 van alle UPS-systemen op NORMAAL staat. Zo ja, ga dan door met de procedure. Zo nee, ga naar paragraaf 5.4 "Terug naar NORMAAL-stand, Parallelle UPS-systemen...".
1 - Controleer of de NORMALE-AC-ingangsschakelaar (Q4S) van de
18
19
22
?
32
externe bypass-kast gesloten is. 2 - Controleer of de uitgangsschakelaar (Q5N) van de externe bypass­kast gesloten is. 3 - Controleer of de bypass-schakelaar (Q3BP) van de externe bypass­kast open is.
Herhaal stap 4 t/m 6 voor alle UPS-systemen: 4 - Zet de netschakelaar 18 (Q1) op ON. 5 - Wacht 10 s totdat de circuits geïnitialiseerd zijn. 6 - Zet de batterijschakelaar 19 (QF1) op ON (of verzet in voorkomend geval de batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten):
De UPS-systemen zijn automatisch ingeschakeld. Op elke UPS gaan de LED’s 35 en 36 uit en gaat LED 34 branden.
Pagina 36 - 51030375NL/CB
37 36 35 34
De verbruiker wordt beveiligd door de UPS-systemen.
Als LED 34 uit blijft, druk dan op de aan-knop 37 van elke UPS. (het apparaat staat nu in handmatige inschakelfunctie) en bevestig indien noodzakelijk met functietoets 32 .
Als LED 34 nog steeds uit blijft en één van de LED’s 35 of 36 brandt: er is een storing opgetreden (zie §5.1).
4.5 Werkingsfuncties
Normale werkingsfunctie of dubbele conversie
Dit is de normale werkingsfunctie die in de fabriek is ingesteld. Er zijn twee werkingsmogelijkheden:
1 - Het NORMALE AC-circuit is aanwezig: LED 34 brandt.
De verbruiker wordt beveiligd door de UPS.
34
2 - Het NORMALE AC-circuit is afwezig:
LED 34 knippert. LED 35 brandt. De buzzer bliept.
De verbruiker wordt door de UPS beveiligd maar werkt op batterij.
35 34
4. Gebruik
Op het display staan de storingen van netstroomcircuit of apparaat, en de uit te voeren handelingen aangegeven. Druk op de functietoets 32 die op het display vermeld staat om de buzzer af te zetten. Deze handeling moet verplicht worden uitgevoerd om toegang te krijgen tot de overige informatie op het display.
ECO-functie (alleen voor enkele UPS)
Werkingsfunctie die het mogelijk maakt het energieverbruik te verminderen. De ECO-functie kan uitsluitend worden geselecteerd door specifieke programmering van de UPS op het bedieningspaneel.
Drie mogelijkheden:
1 - Het AC-BYPASS-circuit is aanwezig:
LED 34 brandt. De verbruiker wordt gevoed in ECO-mode.
2 - Het AC-BYPASS-circuit is afwezig:
LED 34 brandt. De buzzer bliept. De verbruiker krijgt automatisch stroom in NORMAAL-functie via het
34
NORMALE AC-circuit.
3 - NORMALE AC-circuit en AC-BYPASS-circuit afwezig of buiten tolerantie:
LED 34 knippert. LED 35 brandt. De buzzer bliept. De verbruiker krijgt energie van de batterij via de UPS.
35 34
Op het display staan de werkingsstatus van het apparaat en de uit te voeren handelingen aangegeven.
51030375NL/CB - Pagina 37
4. Gebruik
4.6 Werking op batterij
De apparatuur blijft beveiligd door de UPS als het NORMALE AC-circuit afwezig is. De batterij levert de stroom.
Overschakelen op batterij
Alarmgrens einde autonomie batterij
LED 34 knippert. LED 35 brandt. De buzzer bliept.
De verbruiker wordt gevoed door de batterij.
35 34
LED 34 knippert. LED 35 brandt. De buzzer bliept.
35 34
Vooralarmmelding op het display. De batterij is bijna leeg, het is raadzaam om alle verbruikers af te sluiten want de UPS gaat binnenkort uitschakelen.
Einde autonomie batterij
LED 35 brandt. De buzzer bliept.
De verbruiker wordt niet meer door de UPS beveiligd en krijgt energie van het AC-BYPASS-circuit, als is aanwezig.
35
4.7 Terugkeer van het NORMALE AC-circuit
Na een stroomonderbreking schakelt de UPS automatisch weer in zodra de netaansluiting weer aanwezig is (behalve indien specifiek anders geprogrammeerd).
4.8 Opnieuw inschakelen op batterij
De UPS kan inschakelen bij afwezigheid van het NORMALE AC-circuit.
?
35 34
Let op: deze functie is niet mogelijk na een complete uitschakeling van de spanning op het apparaat.
Pagina 38 - 51030375NL/CB
LED 34 knippert. LED 35 brandt. De buzzer bliept.
4.9 Specifieke programmering van de UPS
Toegang tot programmeerfuncties
Deze specifieke programmering moet worden uitgevoerd met de BYPASS-schakelaar 22 in TEST BP stand.
1 - Druk op de menu-toets 31 . 2 - Kies "instellingen" en daarna "specifieke programmering" met behulp van de functietoetsen 32 (cursortoetsen en ).
31
?
32
3 - Valideer met functietoets 32 . 4 - Voer het password in door achtereenvolgens op de verschillende pictogrammen te klikken met de desbetreffende functietoets. 5 - Valideer met functietoets 32 . 6 - Om de specifieke programmering in het geheugen op te slaan bevestigt u met de functietoets 32 .
4. Gebruik
Het password stemt overeen met de fabrieksprogrammering.
Het password kan worden gewijzigd via het menu "Instellingen".
Werkingsfunctie
Werkingsfunctie van de UPS
Automatisch inschakelen van de UPS
Aantal vrijgegeven inschakelingen
Wachttijd voor reset van het aantal
uitgevoerde automatische inschakelingen
Frequentie
Uitgangsfrequentie van de UPS
Tolerantie van het AC-BYPASS-circuit
Synchronisatiesnelheid op AC-BYPASS
Synchro externe frequentie
Automatische bypass
ØØØ
Functie
Fabrieksprogrammering
NORMAAL
Vrijgegeven
4
4 s
50 Hz
8 %
1 Hz / s
Niet vrijgegeven
Specifieke programmering
ECO
Niet vrijgegeven
1 tot 255
1 s tot 60 s
60 Hz
0,5 - 1 - 2 - 4 %
2 Hz / s
Vrijgegeven
Batterij
Overschakelen op bypass
Overschakelen op bypass met
AC-BYPASS-circuit buiten tolerantie
Vooralarmgrens einde autonomie batterij
indien autonomiemeter niet actief
Vooralarmgrens einde autonomie batterij
indien autonomiemeter actief
Tijd tussen 2 batterijtests
Vergaande ontlading van de batterij
Automatisch identificeren van de parameters
Vrijgegeven Vrijgegeven
Resterende autonomie 40%
Autonomie batterij 4 minuten
30 dagen
Niet vrijgegeven
Vrijgegeven
Niet vrijgegeven Niet vrijgegeven
Resterende autonomie 20 - 60 - 80 %
Autonomie batterij van 1 minuut tot x
minuten
Van 1 tot 3 maanden
vrijgegeven
Niet vrijgegeven
51030375NL/CB - Pagina 39
4. Gebruik
Transformatoren
NORMALE AC transformator
AC-BYPASS transformator
Transformator verbruiker
4.10 Relaiscontacten (communicatiekaart)
Ingangen
1.A
1.B
Uitgangen
1.1 Algeheel alarm (1)
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
Fabrieksprogrammering
UPS aan
UPS uit
Fabrieksprogrammering
Batterijstoring
Werking op UPS
Werking op automatische bypass
Werking op batterij
Vooralarm einde autonomie batterij
Afwezig Afwezig Afwezig
Aanwezig Aanwezig Aanwezig
Andere mogelijke informatie
toepasbaar op elk contact
- Temperatuurstoring in vertrek
- Overschakelen op AC-BYPASS niet vrijgegeven
- Overschakelen op BYPASS niet vrijgegeven indien AC-BYPASS-circuit buiten tolerantie
- Verbreken van de synchronisatie tussen UPS en AC-BYPASS-circuit.
Andere mogelijke informatie
toepasbaar op elk contact
- Overbelasting
- Storing PFC
- storing omvormer
- Storing oplader
- Storing automatische bypass
- Storing AC-BYPASS-circuit buiten tolerantie
- Storing batterijtemperatuur
- Storing ventilatie
- Noodstop geactiveerd
- Beveiligingsschakelaar(s) van batterij(‘s) open
- Storing faseomkering NORMALE AC-circuit of AC-BYPASS-circuit
- Smelten van zekeringen
- Overschakelen op AC-BYPASS-circuit niet vrijgegeven
- Werking in ECO-functie
- UPS op BYPASS
Pagina 40 - 51030375NL/CB
Bij een tweede kaart van hetzelfde type in het apparaat moet voor 1.X steeds 2.X worden gelezen. De contacten zijn van het type NO (open in ruststand).
(1): het algehele alarm kan worden getest door de batterijschakelaar open te zetten.
4.11 Display-overzicht
4. Gebruik
Openingsmenu
Toepassing beveiligd
01/Jan./2000 10:10
kVA min
8.8 8.8 8.9 32
Ph1 Ph2 Ph3
+++
Batterij
VOLT
Parellelle metingen
Batterijmetingen
Vermogensmetingen
Stroommetingen
Spanningsmetingen
Frequentiemetingen
Ratiometingen
VOLT
01010 10101 01010
Metingen
Hoofdmenu
Selectiemenu
Metingen
Overzichten
Statusinformatie
Instellingen
Bediening
Overzichten
Met deze toets keert u terug naar het hoofdmenu
Met deze toets krijgt u informatie
?
over de functie van de pictogrammen (ingedrukt houden)
Status- en alarmmeldingen
Datum- en uurregistratie
Statistieken
Historisch overzicht
Wissen van storing
Egaliseren van accu
Geforceerde koppeling
Geforceerde ontkoppeling
Hersynchronisatie AC-BYPASS-circuit
Lampentest
Statusinformatie
Bediening
Buzzer reset
Instellingen
Taal
Datum/tijd
Contrast
Volume van buzzer
Specifieke programmering
Uitgangsspanning
Password
Elektrisch relaiscontact
Inschakelen
Inschakelen
Uitschakelen van de UPS
Overschakelen naar handmatige BP
51030375NL/CB - Pagina 41
5. Onderhoud
5.1 Opsporen van storingen
Storingen kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van de status van LED’s 34 , 35 , 36 en de buzzer.
LED 34
-
-
Alle storingen kunnen in detail op het display worden vermeld. 1 - Kies op het scherm de alarmmelding waarvoor een diagnose gewenst is. 2 - Houd de desbetreffende functietoets ingedrukt voor een lijst van mogelijke oorzaken van de storing en bijbehorende oplossingen.
LED 35
-
5.2 Life Cycle Monitoring (LCM)
?
32
35
LED 36
-
-
De "Life Cycle Monitoring" functie geeft instructies voor het onderhoud
van de UPS zodat de gebruiker steeds verzekerd is van een operationele installatie.
Het display geeft 3 meldingen met de volgende informatie:
- Einde van de contractuele wettelijke garantie: "Controle einde garantie aanbevolen".
- Normaal onderhoud, einde van de levensduur van de slijtonderdelen:
"Technische controle aanbevolen".
- Einde van de levensduur van de batterijen: "Controle batterijen noodzakelijk".
Deze meldingen worden gesignaleerd door het aangaan van LED 35 en het overgaan van de buzzer. De meldingen kunnen worden gewist door op de functietoets 32 te drukken. LED 35 en de buzzer gaan dan uit en de "Algemeen alarm"­melding verdwijnt.
Buzzer
bliept
bliept
bliept
NORMALE AC-circuit afwezig
aan einde autonomie batterij
UPS uitgeschakeld door storing waarvoor de servicedienst moet
Betekenis
UPS uitgeschakeld
worden ingeschakeld.
Pagina 42 - 51030375NL/CB
5.3 Isoleren van apparaten
Enkele UPS
Om de UPS elektrisch te isoleren en de aangesloten apparatuur van stroom te voorzien via het AC-BYPASS-circuit, moet de handmatige bypass in onderstaande volgorde worden verzet.
5. Onderhoud
1 - Schakel de UPS uit door op de uit-knop 38 te drukken. 2 - Bevestig via functietoets 32 .
Frequentieomzetter
1 - Schakel de UPS uit door op de uit-knop 38 te drukken. 2 - Bevestig via functietoets 32 .
De aangesloten apparatuur krijgt geen stroom meer.
3 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand OFF. 4 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand OFF. 5 - Om de veiligheid van het personeel te garanderen moet de handmatige bypass 22 van "NORMAAL" stand naar "BYPASS" stand worden gezet.
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
?
32
38
3 - Zet de handmatige bypass 22 van "NORMAAL" stand naar "TEST
18
BP" stand. 4 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de
19
batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand OFF. 5 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand OFF. 6 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST BP" stand naar "BYPASS" stand.
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
De apparatuur wordt niet meer door de UPS beveiligd maar blijft stroom krijgen van de netaansluiting. Onderhoud of reparaties op de UPS kunnen nu worden uitgevoerd.
22
Onderhoud of reparaties op de UPS kunnen nu worden uitgevoerd.
UPS in ECO-mode
Als de apparatuur stroom krijgt via het AC-BYPASS-circuit:
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
1 - Zet de handmatige bypass 22 van "NORMAAL" stand naar "TEST
18
BP" stand. 2 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de
19
batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand OFF. 3 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand OFF. 4 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST BP" stand naar "BYPASS" stand.
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
De apparatuur wordt niet meer door de UPS beveiligd maar blijft stroom krijgen van de netaansluiting. Onderhoud of reparaties op de UPS kunnen nu worden uitgevoerd.
22
51030375NL/CB - Pagina 43
5. Onderhoud
Als de apparatuur stroom krijgt via de UPS:
18
19
2 - Bevestig door twee keer op functietoets 32 te drukken. 3 - Zet de handmatige bypass 22 van "NORMAAL" stand naar "TEST BP" stand. 4 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand OFF. 5 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand OFF. 6 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST BP" stand naar
1 - Schakel de UPS uit door op de uit-knop 38 te drukken.
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
22
"BYPASS" stand.
De apparatuur wordt niet meer door de UPS beveiligd maar blijft stroom krijgen van de netaansluiting. Onderhoud of reparaties op de UPS kunnen nu worden uitgevoerd.
Parallelle UPS-systemen zonder externe bypass-kast
Uitschakelen en isoleren van de eerste UPS:
1 - Schakel de UPS uit door op de uit-knop 38 te drukken. 2 - Bevestig via functietoets 32 .
?
32
38
3 - Zet de handmatige bypass 22 van "NORMAAL" stand naar "TEST
18
19
ISO" stand. 4 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand OFF. 5 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand OFF. 6 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST ISO" stand naar "ISOLATED" stand.
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
22
De aangesloten apparatuur wordt nog steeds beveiligd door de andere UPS. Onderhoud of reparaties op deze UPS kunnen nu worden uitgevoerd.
Uitschakelen en isoleren van de tweede UPS:
1 - Schakel de UPS uit door op de uit-knop 38 te drukken. 2 - Bevestig via functietoets 32 . 3 - Demonteer de aanslag van de handmatige bypass-schakelaar 22 (zie pagina 31). 4 - Zet de handmatige bypass 22 van "NORMAAL" stand naar "TEST BP" stand. 5 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand OFF. 6 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand OFF. 7 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST BP" stand naar "BYPASS" stand.
Pagina 44 - 51030375NL/CB
De apparatuur wordt niet meer door de UPS beveiligd maar blijft gevoed door de netaansluiting. Onderhoud of reparaties op beide UPS-systemen kunnen nu worden uitgevoerd.
Parallelle UPS met externe bypass-kast
Uitschakelen en isoleren van slechts één UPS:
Controleer van tevoren of het vermogen van de resterende UPS-systemen voldoende is om de aangesloten apparatuur van energie te voorzien.
1 - Schakel de UPS uit door op de uit-knop 38 te drukken. 2 - Bevestig via functietoets 32 . 3 - Zet de handmatige bypass 22 van "NORMAAL" stand naar "TEST ISO" stand. 4 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand OFF. 5 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand OFF. 6 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST ISO" stand naar "ISOLATED" stand.
De aangesloten apparatuur wordt nog steeds beveiligd door de andere UPS-systemen. Op deze UPS kunnen nu onderhoud of reparaties worden uitgevoerd.
Uitschakelen en isoleren van alle UPS-systemen:
1 - Schakel elke UPS uit door op de uit-knop 38 te drukken. 2 - Bevestig via functietoets 32 . 3 - Zet de Q3BP-schakelaar van de externe bypass-kast op ON. 4 - Zet de Q5N-schakelaar van de externe bypass-kast op OFF. 5 - Zet de Q4S-schakelaar van de externe bypass-kast op OFF. 6 - Zet de handmatige bypass 22 van elke UPS van "NORMAAL" stand naar "TEST ISO" stand. 7 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (QF1) van elke UPS (of eventueel de batterijschakelaars van de hulpcellen) op OFF. 8 - Zet de voedingsschakelaar 18 (Q1) van elke UPS op OFF. 9 - Zet de handmatige bypass 22 van elke UPS van "TEST ISO" stand naar "ISOLATED" stand.
5. Onderhoud
De apparatuur wordt niet meer door de UPS beveiligd maar blijft gevoed door de netaansluiting. Onderhoud of reparaties op beide UPS-systemen kunnen nu worden uitgevoerd.
51030375NL/CB - Pagina 45
5. Onderhoud
5.4 Terug naar NORMAAL-stand
Enkele UPS
Om de UPS elektrisch te isoleren en de aangesloten apparatuur te voeden via het AC-BYPASS-circuit, moet de handmatige bypass in onderstaande volgorde worden verzet.
NORMAL
Q3BP
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
TEST BPTEST ISO
18
19
22
1 - Zet de handmatige bypass 22 van "BY-PASS" stand naar "TEST BP" stand. 2 - Wachten tot de statische bypass gesloten is. Het volgende schema moet op het display verschijnen:
3 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand ON. 4 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand ON. 5 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST BP" stand naar "NORMAL" stand.
36 35
De UPS schakelt automatisch in. LED 34 brandt.
Als LED 34 uit blijft, druk dan op de aan-knop 37 (het apparaat staat dan in handmatige inschakelfunctie) en bevestig zonodig met de functietoets 32 .
Als LED 34 dan nog uit blijft en één van de LED’s 35 of 36 brandt: er is een storing opgetreden (zie § 5.1).
34
Pagina 46 - 51030375NL/CB
Frequentieomzetter
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
5. Onderhoud
1 - Zet de handmatige bypass 22 van "BY-PASS" stand naar "NORMAL" stand.
18
2 - Wacht tot het apparaat gereset is.
19
3 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand ON. 4 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van hulpcellen) in de stand ON. 5 - druk op de aan-knop 37 en bevestig met de functietoets 32 .
Als LED 34 dan nog uit blijft en één van de LED’s 35 of 36
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
brandt: er is een storing opgetreden (zie § 5.1).
22
?
32
37 36 35 34
Parallelle UPS-systemen zonder externe bypass-kast
Opnieuw inschakelen van de UPS waarvan de schakelaar 22 in de "BYPASS" stand staat:
1 - Zet de handmatige bypass 22 van "BY-PASS" stand in de "TEST BP" stand.
18
2 - Wachten tot de statische bypass gesloten is.
19
3 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand ON. 4 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van de extra cellen) in de stand ON. 5 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST BP" stand naar "TEMP BP" stand.
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
6 - Het display gaat uit na een reset van het apparaat. Wachten tot het display weer actief is. 7 - Controleer of de UPS in de lijst op het display voorkomt en bevestig met de toetsen 32 . Het volgende schema moet op het display
22
verschijnen:
8 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEMP BP" stand naar "NORMAL" stand.
De UPS schakelt automatisch in. LED 34 brandt. De aangesloten apparatuur wordt beveiligd door de UPS.
Als LED 34 dan nog uit blijft en één van de LED’s 35 of 36 brandt: er is een storing opgetreden (zie § 5.1).
36 35
34
Niet vergeten de aanslag van de handmatige bypass-schakelaar 22 weer te monteren (zie pagina 31).
51030375NL/CB - Pagina 47
5. Onderhoud
Opnieuw inschakelen van de UPS waarvan de schakelaar op "ISOLATED" staat:
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
1 - Zet de handmatige bypass 22 van "ISOLATED" stand naar "TEST
18
19
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
22
ISO" stand. 2 - Wachten tot de statische bypass opengaat. Het volgende schema moet op het display verschijnen:
3 - Zet de voedingsschakelaar 18 in de stand ON. 4 - Zet de schakelaar van de batterij 19 (of eventueel de batterijschakelaars van de extra cellen) in de stand ON. 5 - Zet de handmatige bypass 22 van "TEST ISO" stand naar "NORMAL" stand en wacht tot het display weer actief is. 6 - Controleer of alle UPS-systemen van de installatie in de lijst op het display voorkomen en bevestig met de toetsen 32 .
?
De UPS is opnieuw ingeschakeld en LED 34 brandt.
32
Als LED 34 uit blijft, druk dan op de aan-knop 37 (het apparaat staat dan in handmatige inschakelfunctie) en bevestig zonodig met de
37 36 35 34
functietoets 32 .
Als LED 34 dan nog uit blijft en één van de LED’s 35 of 36 brandt: er is een storing opgetreden (zie § 5.1).
Parallelle UPS-systemen voor vermogensvergroting
Controleer of de handmatige bypass-schakelaar 22 van alle UPS-systemen op "NORMAAL" stand staat.
1 - Zet de Q4S-schakelaar van de externe bypass-kast op ON. 2 - Wacht tot alle UPS-systemen gereset zijn. 3 - Controleer of alle UPS-systemen van de installatie in de lijst op het display van elke UPS voorkomen en bevestig met de toets 32 van elk apparaat. 4 - Wachten tot de statische bypassen sluiten. Het volgende schema moet op het display verschijnen:
5 - Zet de Q5N-schakelaar van de externe bypass-kast op ON. 6 - Zet de Q3BP-schakelaar van de externe bypass-kast op OFF. 7 - Zet de ingangsschakelaar 18 (Q1) van elke UPS op ON. 8 - Zet de batterijschakelaar 19 (QF1) van elke UPS op ON (of verzet zonodig de batterijbeveiligingsschakelaars van de hulpkasten).
De UPS-systemen zijn automatisch opnieuw ingeschakeld en LED
34 brandt.
De aangesloten apparatuur wordt beveiligd door de UPS.
Als de LED’s 34 uitblijven, druk dan op de aan-knop 37 van elke UPS (het apparaat staat dan in handmatige inschakelfunctie) en bevestig zonodig met de functietoetsen 32 .
Als de LED’s 34 dan nog uit blijven of één van de LED’s 35 of 36 brandt: er is een storing opgetreden (zie § 5.1).
NORMAL
Q3BP
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH OPEN ON THE DISPLAY
ISOLATED BY-PASS
18
19
Q3BP
TEMP BPTEMP ISO
TEST BPTEST ISO
STOP IN TEST & WAIT AC BP STATIC SWITCH CLOSED ON THE DISPLAY
22
?
32
Pagina 48 - 51030375NL/CB
37 36
35 34
5.5 Trainingscentrum
Voor een optimaal gebruik en om in eerste instantie zelf in te kunnen grijpen bij storingen, hebben wij een compleet programma technische trainingen opgezet in de Engelse en Franse taal.
5. Onderhoud
Trainingscentrum 50 Hz:
MGE UPS SYSTEMS 140, Avenue Jean Kuntzmann Zirst - Montbonnot St Martin 38334 - St Ismier Cedex - FRANKRIJK
Tel: 04 76 18 34 14 Fax: 04 76 18 45 21 Email: training@mgeups.com Internet : www.mgepowerlearning.com Catalogus en inschrijven online.
Trainingscentrum 60 Hz:
MGE UPS SYSTEMS 1660, Scenic Avenue Costa Mesa, CA 92626, USA
Tel: (1) 714 557 1637 Fax: (1) 714 437 9072 Email: paul-pierre.marchand@mgeups.com Internet : www.mgepowerlearning.com Catalogus en inschrijven online.
51030375NL/CB - Pagina 49
6. Milieu
Dit product is milieubewust ontwikkeld
Het bevat geen CFK of HCFK. Het wordt vervaardigd in een ISO 14001 gecertificeerde productielocatie met inachtneming van de regels voor milieuvriendelijke productie.
Recycleren van de UPS aan het einde van zijn levensduur
MGE UPS SYSTEMS verbindt zich ertoe de afvalverwerking van alle producten die aan het einde van hun levensduur worden ingezameld te laten uitvoeren door gecertificeerde, conform de regelgeving werkende bedrijven (neem contact op met uw dealer).
Verpakking
Neem voor de afvalverwerking van de verpakking strikt de geldende wet- en regelgeving in acht.
Waarschuwing
Dit product bevat loodbatterijen. Lood is een giftige stof die schadelijk is voor het milieu als hij niet door gespecialiseerde afvalverwerkingsdiensten wordt gerecycleerd. De in dit apparaat toegepaste warmtegeleidende vloeistof is milieuvriendelijk. Het betreft een vloeistof op basis van propyleenglycol. De vloeistof of resten daarvan mogen niet in het riool of in de natuur geloosd worden, maar moeten strikt volgens de geldende wet- en regelgeving in geschikte opvangbakken worden afgevoerd en verwerkt.
Web site: www.mgeups.com of www.mgeups.nl
Pagina 50 - 51030375NL/CB
7.1 Technische gegevens
Elektrische specificaties
Bepalen van de beveiligingen
Apparaat met gemeenschappelijke ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
7. Bijlagen
Q4S
Ingangs­zekeringen
Q1
Uitgangs­zekeringen
Q5N
Stroomafwaartse schakelaar (niet meegeleverd)
25
AC NORMAL AC BY-PASS
Stroomopwaartse schakelaar (niet meegeleverd)
23
UPS met gescheiden ingangen voor NORMALE-AC- en AC-BYPASS-circuits
Stroomopwaartse schakelaar
AC BY-PASS
AC NORMAL
(niet meegeleverd)
Stroomopwaartse schakelaar (niet meegeleverd)
24
Q4S
Ingangs-
23
zekeringen
Q1
Uitgangs­zekeringen
25
Q5N
Stroomafwaartse schakelaar (niet meegeleverd)
Voor de dimensionering van de stroomopwaartse schakelaars moet rekening worden gehouden met de onderstaande parameters:
Karakteristiek van de ingangs- en uitgangszekeringen van de UPS:
t (s)
4
10
3
10
Toepassing
Toepassing
2
10
10
1
-
1
10
-
2
10
-
3
10
-
4
10
10
10
2
Waarde van de netstromen:
Vermogen UPS
ingangsstroom voor
overbelasting van 1,05 In
10 kVA 15 kVA 20 kVA 30 kVA
3
10
Permanente
U=361V met
22 A 31 A 42 A 60 A
15 kVA : 32A
30 kVA : 63A
I (A)
4
10
Permanente
ingangsstroom met
overbelasting van 1,25
In beperkt tot 10 min.
23 A 33 A 46 A 67 A
Permanente
ingangssstroom met
overbelasting van 1,5
In beperkt tot 1 min.
23 A 33 A 46 A 67 A
Dimensionering
van de ingangs- en
uitgangszekeringen
32 A 32 A 63 A 63 A
51030375NL/CB - Pagina 51
7. Bijlagen
Waarde van de aardlekstroom: 1A
Ingangs- en uitgangsspecificaties
NORMALE AC-circuit
Standaard UPS
Ue
Fe
AC-BYPASS-circuit
Ue
Fe
Uitgang van verbruiker
Us
380 V
50 Hz - 60 Hz
380 V
250 tot 440 V
45 tot 65 Hz
400 V 415 V
400 V 415 V
Afgegegeven vermogen afhankelijk van de ingangspanning
P/Pn
100%
90% 75%
250V 323V
295V 440V
U
+ 10%
- 8%
± 8%
+ 5%
- 0%
UPS met Backfeed
335 tot 440 V
45 tot 65 Hz
Toelaatbare overbelastingtijd op de uitgang van de UPS
I/In
1.5
1.4
1.3
1.2
1.1
1.0 10s
1s 100s 1000s 10000s
25s
t
Declassering te voorzien voor UPS-installaties van 400V/50Hz met een andere cosϕ dan 0,8.
Cosϕ van de aangesloten
apparatuur
Inductief van 0,6 Inductief van 0,7 Inductief van 0,8 Inductief van 0,9
Resistief van 1 Capacitief van 0,9 Capacitief van 0,8 Capacitief van 0,7 Capacitief van 0,6
Declassering
van een UPS
van 10 kVA
10 kVA 10 kVA 10 kVA
8 kVA 8 kVA 7 kVA 7 kVA 6 kVA 6 kVA
Declassering van een UPS
van 15 kVA
15 kVA 15 kVA 15 kVA 13 kVA 12 kVA 12 kVA 12 kVA 11 kVA 11 kVA
Declassering van een UPS
van 20 kVA
20 kVA 20 kVA 20 kVA 17 kVA 16 kVA 14 kVA 14 kVA 13 kVA 13 kVA
Declassering
van een UPS
van 30 kVA
30 kVA 30 kVA 30 kVA 26 kVA 24 kVA 24 kVA 24 kVA 23 kVA 23 kVA
Pagina 52 - 51030375NL/CB
Maximaal toelaatbaar vermogen van parallelle UPS-en
Zonder externe bypass-kast:
= 1 x Pn
7. Bijlagen
+
Met externe bypass-kast:
+
+
+
= 1 x Pn
= 2 x Pn
+
+
= 3 x Pn
+
= 3 x Pn
Het maximaal toelaatbaar vermogen voor 4 parallelle UPS-en is beperkt tot 3 x Pn.
Beperking van parallelwerking
Enkele UPS
EMC-niveau ECO-mode Frequentieomzetter Compatibiliteit met synchronisatiemodule Uitschakelen van de apparatuur via Solution-Pac / Wan of AS4i (*)
Uitschakelen van systeem en omvormer bij autonomie via MGE UPS SYSTEMS communicatieproducten (*)
Programmeren van Aan/Uit-tijd via Personal Solution-Pac supervisor of Solution-Pac / Wan (*)
(*) : behalve in ECO-mode of bypass-mode.
Ja indien UPS met
technisch niveau>10
Ja indien UPS met
technisch niveau>10
Ja indien UPS met
technisch niveau>10
Klasse B
Ja Ja
Nee
Parallelle UPS-en
Klasse A
Nee Nee Nee Nee
Nee
Nee
51030375NL/CB - Pagina 53
7. Bijlagen
Thermische specificaties
Bedrijfstemperatuur: mogelijk tussen 0°C en +35°C (40°C gedurende 8 uur) maar de werking is optimaal tussen +20°C en
+25°C.
De autonomie van de batterij wordt sterk beïnvloed door de temperatuur, en is met name beperkt onder 10°C.
Boven 25°C wordt de levensduur van de batterij’s telkens als de temperatuur met 10°C stijgt gehalveerd. Boven 40°C wordt de werking van de batterij niet meer door de fabrikant gegarandeerd (risico van oververhitting).
Vermogen
van de UPS
Luchtinvoer via onderzijde. Luchtafvoer via achterzijde.
7.2 Woordenlijst
Verbruiker Apparaten of systemen die op de uitgangen van de UPS zijn aangesloten.
UPS Uninterruptible Power Supply (Ononderbroken Stroomvoorziening).
Autonomie Tijd waarin de verbruiker stroom krijgt van de batterij.
Handmatige bypass Draaischakelaar, bediend door de gebruiker, die het mogelijk maakt om de aangesloten
10 kVA 15 kVA 20 kVA 30 kVA
Voorgeschreven
luchtvolume
400 m3/h 600 m3/h 800 m3/h
1100 m3/h
apparatuur rechtstreeks door de netaansluiting van stroom te laten voorzien. Door overschakelen op handmatige bypass kan onderhoud worden uitgevoerd zonder de stroomvoorziening naar de aangesloten apparatuur te onderbreken.
Gedissipeerd
vermogen
1100 W 1600 W 2100 W 3100 W
Relaiscontacten Informatie die wordt afgeleverd in de vorm van contacten die bestemd zijn voor de gebruiker.
ECO-functie Werkingsfunctie die het mogelijk maakt de verbruiker rechtstreeks door het net te laten voeden
het net te laten voeden als de netspanning binnen de door de gebruiker bepaalde tolerantiewaarden valt. De ECO-functie maakt het mogelijk op energie te besparen.
Normale werkingsfunctie of dubbele conversie
Normale werkingsfunctie van de UPS: de netaansluiting voedt de UPS die op zijn beurt de verbruiker voedt (na dubbele conversie).
Externe synchronisatiepoort
Ingang die het mogelijk maakt de UPS te synchroniseren op een extern signaal.
NORMALE AC-circuit Normale stroomvoorzieningscircuit van de UPS.
AC-BYPASS-circuit Stroomvoorzieningscircuit via bypass waarmee de aangesloten apparatuur van stroom kan
worden voorzien bij onderhoud, storingen of overbelasting op de uitgang van de UPS.
Pagina 54 - 51030375NL/CB
7.3 Index
7. Bijlagen
A
Aansluitingen
Aansluitkolom ...................................................... 9-10
Communicatiekaart ................................................ 11
Fijne bedrading ............................................ 25-28, 32
Hulpkasten .................................................. 12, 30-33
Toegang ................................................................... 8
Vermogenskabels .................................. 20-23, 30, 33
Batterij ....................................................................... 38-40
Afmetingen ....................................................................... 7
Alarmmeldingen ....................................................... 40, 42
Automatische bypass ................................................ 39-40
B
Buzzer (afzetten) ............................................................ 41
C
Communicatiekaart ......................................... 9, 11, 27-28
Contactblokken
Signaalleidingen ..................................... 9, 25-28, 32
Stroomcircuits .......................................... 9, 20-23, 33
D
Display ................................................................. 4, 11, 32
Draaischakelaar (bypass) .......................................... 9, 34
Dubbele conversie ......................................................... 37
E
ECO (functie) ................................................................. 37
Externe batterij ................................................ 7, 10, 30-32
Externe synchronisatie ..................................................... 9
F
Frequentie ...................................................................... 39
G
Gewicht ............................................................................ 7
H
Handmatige bypass ........................................ 9, 34, 43-48
I
Ingangsschakelaar ........................................................... 9
Inschakelen .................................................... 35-36, 38-39
L
LED’s .................................................................. 11, 37-38
N
Noodstop .................................................................. 27, 40
O
Operator/machine-interface ..................................... 11, 41
Overbelastingen ........................................................ 51-52
R
Relaiscontacten ............................................................. 40
S
Signalering
Akoestisch ............................................... 4, 37-38, 42
Visueel.......................................................... 4, 11, 41
Specifieke programmering ............................................. 39
Storingen .................................................................. 40, 42
Beveiligingsschakelaar batterij .................................... 9-10
T
Transformator .......................................................... 33, 39
U
Uitschakelen ....................................................... 35-36, 40
V
Ventilatie ........................................................................ 54
Verliezen ........................................................................ 54
W
Wieltjes (blokkering) ....................................................... 12
51030375NL/CB - Pagina 55
Pagina 56 - 51030375NL/CB
Loading...