G VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
n De veiligheidswaarschuwingen en voorzorgen moeten worden gelezen en
zijn begrepen voor het instrument wordt gebruikt. Ze moeten worden
nageleefd bij het gebruik van het toestel.
n De aardelusimpedantiemeting creëert een tijdelijk laag weerstandpad
tussen spanning en aarde voor de duur van de meting. Dit is met name
gevaarlijk bij toestel- en installatiefouten.
De werkpraktijk en het vermijden van gevaar moeten dit risico
bestrijden.
n Continuïteit van beschermende geleiders en het geaard equipotentieel
verbinden van nieuwe of gewijzigde installaties moeten gecontroleerd
worden voordat er een aardelusimpedantiemeting op fouten wordt
uitgevoerd.
n De aansluitingen van het circuit en de aanraakbare metalen delen van
een installatie of uitrusting onder test mogen niet worden aangeraakt.
n Laat het instrument niet verbonden met het net als u het niet gebruikt.
n Haal het apparaat uit het stopcontact tijdens het downloaden van
gegevens naar een PC.
n Zorg er voor dat de handen bij het testen achter de beveiligingen van
de probes/ klemmen blijven.
n Het instrument mag niet worden gebruikt als het instrument zelf of een
onderdeel ervan beschadigd is.
n Het batterijdeksel moet geplaatst zijn tijdens de metingen.
n De meetsnoeren, probes en krokodillenklemmen moeten in goede staat
zijn, zuiver en vrij van onderbrekingen of beschadigde isolatie.
n Verbind nooit meetsondes, clips, pinnen of andere voorwerpen met de 3
hoofdpluggen op meetkabels die uitgerust zijn met een stekker en losse
kabels in verband met elektrocutiegevaar. Deze kabels moeten alleen
gebruikt worden door een geoefend en competent persoon.
n Sommige nationale veiligheidsoverheden adviseren het gebruik van
gezekerde meetsnoeren voor spanningsmetingen aan hogere energetische
systemen. Het kan voorkomen dat de zekering defect raakt tijdens het
uitvoeren van een lusimpedantiemeting.
OPMERKING - HET INSTRUMENT MAG ALLEEN WORDEN GEBRUIKT DOOR GOED
GESCHOOLDE EN COMPETENTE PERSONEN.
De eigenaar van dit instrument en/of zijn/haar werknemers worden eraan
herinnerd dat de wetgeving in verband met Gezondheid en Veiligheid hen
verplicht de risico’s van alle elektrische werkzaamheden in te schatten zodat
ze elke bron van mogelijk elektrisch gevaar kunnen bepalen, en het risico op
elektrische letsels, zoals ten gevolge van onopzettelijke kortsluitingen kunnen
inschatten.
CAT IV
Meting categorie IV: Apparatuur aangesloten tussen de oorsprong van de
laagspanningshoofdvoeding en het verdeelbord.
CAT III
Meting categorie III: Apparatuur aangesloten tussen het verdeelbord en de elektrische
stopcontacten.
CAT II
Meting categorie II: Apparatuur aangesloten tussen de elektrische stopcontacten en de apparatuur
van de gebruiker.
De symbolen die op het instrument worden gebruikt zijn:
G Opgepast: zie de begeleidende opmerkingen
t Het instrument wordt volledig beschermd door dubbele isolatie (klasse II)