Maxdata PRO 6000T User Manual [nl]

Gebruikershandboek -
Multimedia Notebook Computer -
105
106
Inhoudsopgave
MULTIMEDIA NOTEBOOK COMPUTER - ............................................105
AANWIJZING ........................................................................................109
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN OVER DE VEILIGHEID ...................... 112
GELEVERDE ONDERDELEN ................................................................ 114
De accu plaatsen .............................................................................. 116
De accu verwijderen ......................................................................... 116
Hardware voor stroomvoorziening ................................................... 117
DE COMPUTER AANZETTEN ........................................................... 118
Energiebeheer .................................................................................. 119
OVERZICHT VAN HET SYSTEEM ......................................................... 120
Linker- en rechterkant ...................................................................... 120
Achterkant ....................................................................................... 121
Onderkant ........................................................................................ 121
Verklaring van de LEDs .................................................................... 122
Hot keys .......................................................................................... 123
De Quick Launch-toetsen ................................................................ 124
Het toetsenbord .............................................................................. 124
De TouchPad .................................................................................... 125
Configuratie van de TouchPad en de toetsen ................................... 125
Het CD-ROM-/DVD-station .............................................................. 126
De PC-Kaartsleuf ............................................................................. 126
De gegevens-/faxmodem ................................................................ 127
AANWIJZINGEN OVER DE INSTALLATIE ............................................ 128
De stuurprogramma’s herstellen ..................................................... 128
Windows XP .................................................................................... 128
Modem Installeren ................................................................................ 129
Audio-Installatie ..................................................................................... 129
Windows 2000 ................................................................................ 130
Modem Installeren ................................................................................ 130
Audio-Installatie ..................................................................................... 131
Regionale instellingen ............................................................................ 131
SPECIFICATIES .................................................................................... 132
PROBLEMEN OPSPOREN EN VERHELPEN ....................................... 135
107
108
AANWIJZING
Onze firma behoudt zich het recht voor om onaangekondigd wijzigingen in dit handboek aan te brengen. De informatie die erin is opgenomen is uitsluitend bedoeld ter referentie en mag niet worden beschouwd als uiting van verplichtingen van de kant van de fabrikant of tussenhandelaren. De fabrikant en de tussenhandelaren kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor mogelijke fouten of onjuistheden die in dit document kunnen voorkomen. Ook voor mogelijke schade, respectievelijk verlies, die uit een verkeerd gebruik van het handboek kunnen voortvloeien, wordt geen verantwoordelijkheid genomen. Uit dit document en de bijbehorende software mag niets, gedeeltelijk of in zijn geheel, gekopieerd, vertaald of gedistribueerd worden, zonder toestemming vooraf van de leverancier, de fabrikant of de auteurs. Reservekopieën voor eigen gebruik vallen niet onder deze regeling. Merken en productnamen die in dit document genoemd worden, vallen wellicht onder het auteursrecht of zijn gedeponeerde handelsmerken van derden. Deze namen en producten worden alleen ter aanduiding gebruikt en betekenen niet dat het product of de fabrikant wordt aanbevolen.
© Juli 2002
Juridische opmerkingen
Acrobat en het Acrobat-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated of een van de dochterondernemingen. Mogelijk zijn de handelsmerken geregistreerd. Intel en Pentium zijn geregistreerde handelsmerken van Intel Corporation. MS­DOS, Windows, Windows 95, Windows 98 , Windows Me, Windows 2000, Windows XP en Windows NT zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft.
Door copyright beschermde technologie
Dit product bevat technologie die beschermd wordt door copyrights. Deze is beschermd door juridische uitspraken van bepaalde Amerikaanse patenten en andere toepasselijke eigendomsrechten van Macrovision Corporation en andere patenteigenaren. Het gebruik van deze door copyrights beschermde technologie moet worden goedgekeurd door Macrovision Corporation en is uitsluitend bestemd voor privé en andere beperkte doeleinden, tenzij Macrovision Corporati­on uitdrukkelijke toestemming geeft voor ander gebruik. Reverse engineering en demonteren is verboden.
Gebruik & referenties
Via dit gebruikershandboek kunt u kennismaken met uw nieuwe computer; u kunt het als leidraad gebruiken als u de computer voor het eerst gebruikt. Alle referenties hebben betrekking op de meegeleverde cd-rom met stuurprogramma’s en hulpprogramma’s (de utility-cd). Hierop staan de
109
stuurprogramma’s en speciale hulpprogramma’s voor uw notebook. Wilt u een besturingsprogramma gebruiken dat niet in dit document wordt genoemd, raadpleeg dan de betreffende informatie die u in de „ReadMe“-bestanden op de cd-rom aantreft. Neem bovendien contact op met de leverancier, om zeker te weten dat het besturingsprogramma van uw keuze ook werkelijk op deze notebook gebruikt kan worden. Het besturingssysteem bevindt zich niet op de cd-rom met stuurprogramma’s en hulpprogramma’s. Aanwijzing: Een aantal, of alle systeemconfiguraties zijn al uitgevoerd. Als deze niet goed werken of als delen van het systeem opnieuw moeten worden geconfigureerd, volg dan de instructies in de sectie “Aanwijzingen over de installatie”.
Toelichting:
Dit apparaat voldoet aan de productnorm voor storingsemissie EN 55022, de basisnorm voor elektromagnetische beïnvloeding EN 50082-1 en de laagspanningsnorm EN 60950. Na een niet door de fabrikant goedgekeurde wijziging in het apparaat zijn deze normen niet langer gegarandeerd. Om de elektromagnetische compatibiliteit te garanderen, dient u de aanwijzingen te volgen die in dit handboek zijn opgenomen.
Geluidsniveau
Het geluidsniveau op de werkplek is lager dan 55dB a.
Opmerking van de Federal Communications Commisson (FCC)
Dit apparaat is getest en voldoet aan de regels die gelden voor een digitaal apparaat uit klasse B, deel 15 van de FCC-voorschriften.
Aanwijzing voor de gebruiker:
Dit apparaat is zorgvuldig storingsvrij gemaakt en gecontroleerd. Toch moet u bij een externe gegevenskabel rekening houden met het volgende: Mocht het nodig zijn de door de fabrikant geleverde gegevenskabel te vervangen, dan moet de gebruiker erop letten dat de vervangende kabel van dezelfde kwaliteit is en evengoed afschermt als de oorspronkelijke kabel. Alleen zo kan radio-ontstoring worden gegarandeerd. Gebruik uitsluitend afgeschermde leidingen en externe apparaten die qua veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit vergelijkbaar zijn met het onderhavige product. Bij nalatigheid is de overeenkomst betreffende genoemde normen niet langer gegarandeerd!
110
Laser (onderhoudsinstructie)
Er is laserstraling wanneer de afdekplaat is geopend! Deze laserstraling bevindt zich in het cd-station. Let bij het uitbreiden en/of openen van dit station op de volgende zaken:
· Kijk nooit in de straal, ook niet met optische
WAARSCHUWING
instrumenten
· De straal nooit blokkeren
· Bestraling van ogen of huid door directe of indirecte
straling voorkomen. Als u deze richtlijnen niet volgt, kan dit in het ernstigste geval permanente blindheid veroorzaken.
Cd-romstation:
Het ingebouwde cd-station bevat geen delen die bestemd zijn voor onderhoud of reparatie door uzelf. Cd-stations mogen uitsluitend gerepareerd worden door de fabrikant. In dit product kunnen lasermechanismen uit de laserklassen 1 tot 3b zijn verwerkt. Bij een ongeopende behuizing voldoet het mechanisme aan de eisen van laserklasse 1. Door het openen van het apparaat kan dit oplopen tot laserklasse 3b.
Is het cd-station niet uitdrukkelijk bedoeld voor gelijktijdig gebruik van meerdere cd’s, plaats dan nooit meer dan één cd in het station.
Gebruik
Dit product is niet bestemd voor gebruik in medische toepassingen voor het redden of instandhouden van levens.
Terugname van het apparaat
Wij bieden u een terugnamegarantie: Op basis van de door ons gebruikte materialen kan het apparaat opnieuw gebruiksklaar worden gemaakt of worden ver werkt, d.w.z. dat uw notebook volledig recyclebaar is. Het verpakkingskarton en alle overige gebruikte karton kan bij het oud papier.
111
Aanwijzingen over de veiligheid
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN OVER DE VEILIGHEID
Hoewel deze notebook stevig en solide is, kunnen er toch beschadigingen optreden. Deze kunt u voorkomen door de volgende voorzorgsmaatregelenen in acht te nemen:
Voorkom dat de notebook hevig door elkaar wordt geschud.
Houd het apparaat niet in de buurt van hittebronnen (verwarmingselementen, direct zonlicht).
Bescherm de notebook tegen elektromagnetische interferentie. Op deze manier voorkomt u ook het verlies van gegevens.
Zorg dat het apparaat niet in een vochtige omgeving komt. Het gaat immers om een elektrisch apparaat!
Let goed op een juiste stroomvoorziening.
De gebruikte adapter moet zijn toegestaan.
WAARSCHUWING
Trek bij het verwijderen van de stroomvoorziening nooit aan de kabel, maar alleen aan de stekker. Verwijder de externe stroomvoorziening (adapter of autoadapter), voordat u de computer gaat reinigen.
Voor de adapter is een stroomvoorziening nodig die wisselspanningen en spanningsonderbrekingen opvangt. Met vragen hierover kunt u terecht bij uw lokale elektriciteitsmaatschappij. De adapter moet zijn voorzien van een geaarde stekker.
ATTENTIE
Maak alleen gebruik van de accu die voor deze computer bestemd is. Laad de accu via de notebook op. Probeer nooit een defecte accu te repareren. Laat reparaties altijd over aan de leverancier of een
gekwalificeerde vakman. Bewaar beschadigde accu’s buiten het bereik van kinderen en zorg dat ze zo snel mogelijk worden afgevoerd. Houd hierbij de nodige voorzichtigheid in acht. Accu’s kunnen ontploffen, wanneer ze in aanraking komen met vuur of onjuist worden gebruikt of verwerkt.
112
Aanwijzingen over het gebruik van de accu
Aanwijzingen over de veiligheid
Het apparaat dat u hebt aangeschaft, is voorzien van een accu. Deze accu is recyclebaar. Het is niet toegestaan de accu bij het gewone huisvuil te deponeren. Met vragen over een juiste afvalverwerking kunt u terecht bij de betreffende afdeling van uw gemeente.
Aanwijzing over de batterij van de interne klok
Pas op: Wanneer de batterij op ondeskundige manier
WAARSCHUWING
wordt verwijderd, ontstaat er ontploffingsgevaar. Vervang de batterij alleen door een exemplaar dat door de fabrikant wordt aanbevolen of door een batterij van dezelfde makelij. Let bij het weggooien van de batterij op de aanwijzingen van de fabrikant.
Onderhoud Voer zelf geen onderhoud aan uw computer uit! Op deze manier verspeelt u het recht op garantie en loopt u kans op een elektrische schok. Ga voor onderhoud naar een gekwalificeerd vakman. Verwijder de netvoeding van de computer. Neem contact op met een gekwalificeerd vakman, in geval van de onderstaande problemen.
WAARSCHUWING
- De adapter of de spanningskabel is beschadigd, resp. gerafeld.
- Er is vloeistof in de computer terechtgekomen.
- De computer functioneert niet, ondanks een juiste bediening.
- De computer is gevallen of beschadigd.
Reiniging Gebruik geen reinigingsmiddel rechtstreeks op de computer. Gebruik alleen een zachte, schone doek. Gebruik geen vluchtige reinigingsmiddelen (op basis van petroleum) of schuurmiddelen.
113
Geleverde onderdelen
GELEVERDE ONDERDELEN
Controleer voordat u met de installatie van de notebook begint, of alle onderdelen aanwezig zijn. Ontbreekt er een onderdeel uit de lijst, neem dan onmiddellijk contact op met de leverancier.
• Notebook
• Accu
• Utility-cd
• Adapter
• Spanningskabel
• Handboek
• Cd-/ of dvd-romstation (ingebouwd)
• Modemkabel
Als u het apparaat voor reparatie of uitbreiding wilt opsturen, moet u de originele verpakking gebruiken. Bewaar de verpakking dus goed.
114
De voorbereiding
DE VOORBEREIDING
Voordat u de notebook voor het eerst gaat gebruiken, moet u weten uit welke onderdelen uw systeem is opgebouwd. Schuif de knop (1) naar rechts en open het beeldscherm.
(1) Schuifknop
1
Afbeelding 1
(1) AAN-/UITknop
2
(2) Schuifknop
1
11
8
10
9
8
7
(3) Scherm
3
(4) Hot keys (5) Status-LEDs
4
(6) Toetsenbord (7) Touchpad
5
(8) Stereoluidsprekers
6
(9) Stroom-LED (10) Accu-LED (11) Scrolltoetsen
Afbeelding 2
115
De voorbereiding
DE ACCU PLAATSEN
Afbeelding 3
Houd er rekening mee dat het opladen van de accu bij
ATTENTIE
een uitgeschakeld apparaat twee uur en bij een ingeschakeld apparaat vijf uur duurt.
We raden u met klem aan de accu volledig op te laden voordat u de notebook voor het eerst gebruikt! Verwijder de adapter van de notebook niet voordat u de accu volledig hebt opgeladen!
Bij de notebook wordt een accu geleverd. Deze accu is slechts gedeeltelijk opgeladen. Haal de nieuwe accu uit de verpakking. Schuif de accu in de richting van de pijl in de accuhouder totdat u een klik hoort. Nu kunt u de accu gaan opladen.
DE ACCU VERWIJDEREN
1
Afbeelding 4
116
Schuif de grendel (1) omhoog. De accu springt uit de houder. Trek de accu in de richting van de pijl (2) uit de accuhouder.
U kunt de notebook nu alleen gebruiken via de adapter.
HARDWARE VOOR STROOMVOORZIENING
De voorbereiding
De notebook kan zowel via de accu als het net gebruikt worden. De eerste keer gebruikt u de notebook via de adapter. Gebruik alleen de bijgeleverde adapter. Een onjuiste adapter kan de computer beschadigen.
WAARSCHUWING
De adapter bevat geen onderdelen die onderhoud behoeven.
ADAPTER IN GEEN GEVAL OPENEN!
De notebook is voorzien van een spanningskabel en een universele zelfregulerende adapter. De adapter is geschikt voor een willekeurige constante spanning tussen 100 en 240 volt.
Zo gebruikt u de adapter:
1. Sluit de spanningskabel op de adapter aan.
2. Sluit de adapter aan op de DC IN­aansluiting van de computer.
3. Sluit de spanningskabel aan op een contactdoos.
WAARSCHUWING
LEVENSGEVAAR!
Afbeelding 5
117
De voorbereiding
DE COMPUTER AANZETTEN
1
Afbeelding 6
Hiermee zijn de voorbereidingen voltooid. Druk nu een seconde lang op de aan-/uitknop om de notebook in te schakelen. Als de computer aan staat, kan de aan-/ uitknop, afhankelijk van de instellingen in energiebeheer, meerdere functies vervullen. Drukt u nogmaals op deze knop, dan wordt de computer in de standaardsituatie uitgeschakeld.
Aanwijzing: Let er goed op dat u de computer bij Windows-systemen altijd op de volgende manier uitzet: Klik op de knop „Start“. Selecteer „Afsluiten“ en klik op „OK“.
Hiermee voorkomt u problemen met de harde schijf – resp. het besturingssysteem.
Tip: Mocht het programma of zelfs het systeem vastlopen, gebruik dan de volgende: toetsen: Ctrl + Alt + Del. Hiermee sluit u, in het gunstigste geval, alleen de vastgelopen taak, of start u de computer opnieuw op. (warme start). Werkt dit niet, houd dan de aan-/ uitknop langer dan vier seconden vast – hiermee zet u de computer uit. Nu kunt u de computer weer opnieuw starten (koude start).
118
ENERGIEBEHEER
Aanwijzing over de PC­kaart
Energiebeheer
Uw systeem is compatibel met APM en het nieuwere (en efficiëntere) energiebesparingssysteem ACPI.
HARDWARE (accustatus & waarschuwingen)
Verwijder nooit een PC­kaart op het moment dat het systeem zich in de Save-to-Disk-modus bevindt. Hiermee deactiveert u namelijk de insteeksleuf en een verandering in de systeemconfiguratie kan problemen veroorzaken op het moment dat de computer opnieuw wordt gestart.
ATTENTIE
Na afloop van de POST (zelftest na het opstarten van het systeem) geeft de accu-LED aan in hoeverre de accu is opgeladen. Is het niveau laag, dan knippert het lampje. Sla onmiddellijk al uw gegevens op en sluit de computer op de adapter aan.
Laag spanningsniveau & SUSPEND Is het spanningsniveau van de accu laag (en is er geen adapter aangesloten) dan treedt er onmiddellijk een beveiligingsfunctie in werking:
Zonder Save-to-Disk Is op uw systeem geen Save-to-Disk-bestand of – partitie aangemaakt, dan worden de huidige gegevens opgeslagen in het RAM-geheugen, en schakelt het systeem automatisch over naar de Suspend-modus.
Met Save-to-Disk Gegevens worden op de harde schijf opgeslagen in het daarvoor bestemde bestand of de daarvoor bestemde partitie. Vervolgens schakelt de computer zichzelf automatisch uit. Is er geen Save­to-Disk-bestand of –partitie beschikbaar, dan schakelt het systeem over naar de Suspend­modus.
119
Overzicht van het systeem
OVERZICHT VAN HET SYSTEEM
LINKER- EN RECHTERKANT
(1) Modemaansluiting (2) Microfoonaansluiting (3) PC-kaartontgrendeling (4) PC-kaartsleuf (5) Uitwerpknop voor diskettestation (6) Diskettestation (7) Koptelefoonaansluiting (8) RJ45-Netwerkaansluiting
Afbeelding 7
1
5
(1) Uitwerpknop voor cd-station (2) Optische Digital Out-aansluiting (3) Nooduitwerpknop cd-station (4) Cd-station (5) Accu
120
4
2
Afbeelding 8
3
ACHTERKANT
Overzicht van het systeem
Afbeelding 9
1
3
5
2
4
7
6
(1) Infraroodpoort (2) Aansluiting voor de adapter (3) PS2 - Aansluiting of S-Video ** (4) IEEE 1394-aansluiting (5) USB-poorten (6) Seriële aansluiting (7) VGA-aansluitingen (8) Parallelle poort (9) Ontluchtingsrooster *
ONDERKANT
2
1
8
9
* Ontluchtings- en ventilatieopeningen moeten altijd onbedekt blijven. Anders kan het apparaat oververhit raken.
ATTENTIE
** afhankelijk van het model
(1) Accupack
(2) Aansluiting voor Port Replicator (3) Ontluchtingsrooster * (4) Afdekplaat geheugen (5) Sleuf voor de harde schijf (6) Accu-ontgrendeling
* Ontluchtings- en
3
ventilatieopeningen moeten altijd onbedekt blijven. Anders kan het apparaat oververhit raken.
Afbeelding 10
ATTENTIE
6
5
4
121
Overzicht van het systeem
VERKLARING VAN DE LEDS
Symbool
Verklaring
De harde schijf is actief.
Het diskettestation of het cd-romstation is actief.
Brandt wanneer Num Lock is ingedrukt.
Brandt wanneer Caps Lock is ingedrukt.
Brandt wanneer Scroll Lock is ingedrukt.
Groen knipperend: de notebook bevindt zich in de Suspend-modus
Tabel 1
122
Groen brandend: de notebook is ingeschakeld
Oranje knipperend: De accu wordt opgeladen
HOT KEYS
(Toetscombinaties met een speciale functie)
Symbool VerklaringToetsen
Fn + F3
Schakelt de luidsprekers in of uit
Overzicht van het systeem
Tabel 2
Fn + F4
Fn + F5
Fn + F6
Fn + F7
Fn + F8
Fn + F9
Fn + F10
Wisselt tussen de externe muis en de Touchpad
Laat kleinere resoluties inzoomen tot volledige schermmodus
Vermindert de helderheid
Vergroot de helderheid
Verlaagt het volume
Verhoogt het volume
Schakelt tussen weergave via LCD­scherm / monitor / beide
Voor de functie Fn+F10 moeten de oorspronkelijke grafische stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd.
123
Overzicht van het systeem
DE QUICK LAUNCH-TOETSEN
Aan de bovenkant van het toetsenbord bevinden zich vier Quick Launch-toetsen. Deze toetsen zijn bedoeld om veelgebruikte toepassingen te openen.
Werken deze toetsen niet, dan kunt u op de utility-cd de stuurprogramma’s vinden waarmee u de toetsen kunt activeren. In het pad van het besturingssysteem\ SwiftButton. bijv.: D:\WinXP\ SwiftButton\setup.exe.
HET TOETSENBORD
Typemachine -
Functietoetsen -
Speciale toetsen -
U kunt de werking van deze toetsen zelf instellen via <Configuratiescherm> <Toetsenbord> <Swift Button>.
1 2 3 4
Afbeelding 11
Het toetsenbord van uw notebook bevat alle functies van een normaal AT-compatibel toetsenbord, plus enige extra functies: Deze toetsen komen overeen met de toetsen van een typemachine. Bij veel besturingssystemen (en toepassingen) kunnen met behulp van deze toetsen bijzondere functies worden opgeroepen. Meer informatie hierover vindt u in de betreffende handleidingen. Met behulp van deze toetsen (en toetscombinaties) worden veel hardwarefuncties aangestuurd.
Afbeelding 12
124
Druk op Fn+ Num Lock om dit veld te activeren.
De LED gaat branden
Overzicht van het systeem
DE TOUCHPAD
Het systeem stelt de geïntegreerde TouchPad automatisch in. Als u Windows gebruikt hoeft u voor de basisfuncties geen speciaal stuurprogramma te installeren. Als u de uitgebreide functies wilt gebruiken (wiptoetsen en andere geavanceerde instellingen), dan vindt u het stuurprogramma om deze te activeren op de utility-cd. Ze staan in het pad van het besturingssysteem\Touchpad. bijv.: D:\WinXP\Touchpad\setup.exe.
(1) Sensorveld (2) Linkermuisknop
1
4
3
2
Afbeelding 13
(3) Wiptoetsen – functioneren net als een
muiswieltje (4) Rechtermuisknop Tip voor linkshandigen: In de meeste besturingssystemen kunnen de functies van de muisknoppen omgedraaid worden.
CONFIGURATIE VAN DE TOUCHPAD EN DE TOETSEN
De TouchPad en de functies van de afzonderlijke toetsen kunnen worden geconfigureerd via het pictogram TouchPad, in de rechterbenedenhoek van het beeldscherm.
Als u een externe PS/2-muis aansluit, wordt de TouchPad automatisch uitgeschakeld.
ATTENTIE
Alleen USB-apparaten en PCMCIA-kaarten mogen worden geplaatst of verwijderd terwijl het apparaat aanstaat!
Alle andere apparaten kunt u ALLEEN aansluiten of ontkoppelen als het apparaat uitgeschakeld is!
ATTENTIE
125
Overzicht van het systeem
HET CD-ROM-/DVD-STATION
Voordat u een cd plaatst, drukt u eerst op de knop aan de voorkant van het station. Leg de cd met het etiket naar boven in de lade en druk hem voorzichtig aan. Duw de cd-lade weer naar binnen tot hij sluit. Nu kan de cd worden gelezen. Sommige cd’s zijn voorzien van de functie Autostart en dit houdt in dat de installatie of het afspelen van een muziek-cd automatisch begint, zodra de cd is geplaatst.
DE PC-KAARTSLEUF
Afbeelding 14
De computer is voorzien van twee sleuven voor een pc-kaart. Dit zijn PCMCIA-sleuven van 2x Type II of 1x Type III.
Om een pc-kaart (3) te plaatsen, schuift u hem in de sleuf (2) tot u een klik hoort.
U verwijdert de pc-kaart door op de uitwerpknop (1) naast de sleuf te drukken.
1
3
2
Afbeelding 15
126
Overzicht van het systeem
DE GEGEVENS-/FAXMODEM
Het systeem stelt de geïntegreerde analoge modem automatisch in. U kunt de modem gebruiken zodra u deze via de telefoonkabel hebt verbonden met een analoge telefoonaansluiting (geen ISDN). Juist gebruik: U kunt de modem op alle analoge aansluitingen (TBR 21) binnen Europa aansluiten.
De modem dient alleen te worden gebruikt voor datacommunicatie.
ATTENTIE
Probeer nooit de modem op een ISDN-telefoonaansluiting aan te sluiten! Hierdoor zou storing in het apparaat kunnen ontstaan.
Als u Windows 2000 gebruikt, let dan op de instructies voor de regio-instelling in de sectie Software.
Afbeelding 16
127
Software
AANWIJZINGEN OVER DE INSTALLATIE
DE STUURPROGRAMMA’S HERSTELLEN
Als uw systeem wordt afgeleverd, dan is daarop een Preload geïnstalleerd. Dat wil zeggen: alle gegevens en stuurprogramma’s die het systeem nodig heeft, zijn op de harde schijf geïnstalleerd. Mocht het voorkomen dat u de harde schijf hebt gewist en/of geformatteerd, dan kunt u de benodigde stuurprogramma’s terugvinden op de utility-cd.
Zodra het besturingssysteem opnieuw is geïnstalleerd (bijvoorbeeld met behulp van de recovery-cd) dan kunt u op deze manier de notebook weer gebruiksklaar maken.
WINDOWS XP
Na de installatie van het besturingssysteem Windows XP is het nodig om de utility-cd te plaatsen.
Voer in de gemarkeerde directory’s telkens het bestand „setup.exe“ uit. Wij raden u aan het grafische stuurprogramma (VGA) als eerste te installeren, Op deze manier wordt het werkblad beter weergegeven. Installeer daarna het AGP-stuurprogramma (VXD) en het chipsetstuurprogramma (INF). Verder maakt het niet uit welke volgorde u bij de installatie aanhoudt. Advies: Modem - Audio.
Stuurprogramma’s voor Swift Button en Touchpad installeren wanneer nodig.
128
Software
MODEM INSTALLEREN
Het stuurprogramma voor de modem moet handmatig worden geïnstalleerd. Klik achtereenvolgens op de volgende opties:
1. Houd de toets met het Windows-logo ingedrukt en druk op de toets Pause.
2. Nu wordt het venster “Systeemeigenschappen” geopend. Selecteer hier:
3. <Hardware> <Apparaatbeheer> <PCI device> (openen door dubbelklikken)
4. <Stuurprogramma> <Stuurprogramma bijwerken> <Volgende>
Nu wordt de wizard Apparaatstuurprogramma bijwerken gestart.
5. Selecteer hier: <Ik wil zelf kiezen (geavanceerd)> <Volgende>
6. Schakel de optie <Op verwisselbare media zoeken> uit.
7. Activeer de optie <Ook op deze locatie zoeken>
8 <Bladeren> Kies het pad Cd-romstation :\WinXP\Modem <OK><Volgende><Voltooien> <Sluiten>
AUDIO-INSTALLATIE
Nu selecteert u “Audiocontroller” in het venster Apparaatbeheer. Selecteer hier: <Hardware> <Apparaatbeheer> <Audiocontroller> (openen door dubbelklikken) Voer stappen 4 tot en met 7 uit de vorige installatie uit. <Bladeren> Kies het pad Cd-romstation :\WinXP\Audio <OK><Volgende><Voltooien> <Sluiten>
Nu kunt u het Apparaatbeheer en het Configuratiescherm sluiten.
129
Software
WINDOWS 2000
Na de installatie van het besturingssysteem Windows 2000 is het nodig om de utility-cd te plaatsen.
Voer in de gemarkeerde directory’s telkens het bestand „setup.exe“ uit. Wij raden u aan het grafische stuurprogramma (VGA) als eerste te installeren, Op deze manier wordt het werkblad beter weergegeven. Installeer daarna het AGP­stuurprogramma (VXD) en het chipsetstuurprogramma (INF). Verder maakt het niet uit welke volgorde u bij de installatie aanhoudt.
MODEM INSTALLEREN
Het stuurprogramma voor de modem moet handmatig worden geïnstalleerd. Klik achtereenvolgens op de volgende opties: <Start> <Instellingen> <Configuratiescherm> <Systeem> (dubbelklikken) <Hardware> <Apparaatbeheer> <PCI device> (openen door dubbelklikken) <Stuurprogramma> <Bijwerken> <Volgende> Nu wordt de wizard Upgrade van apparaatstuurprogramma gestart. Selecteer hier: <Naar een stuurprogramma zoeken dat beter is dan het huidige (aanbevolen)> <Een locatie specificeren> <Cd-romstation> <Volgende><Volgende><Voltooien> <Sluiten>
Nu kunt u het Apparaatbeheer en het Configuratiescherm sluiten.
130
Software
AUDIO-INSTALLATIE
Het stuurprogramma voor de geluidskaart moet handmatig worden geïnstalleerd. Klik achtereenvolgens op de volgende opties: <Start> <Instellingen> <Configuratiescherm> <Systeem> (dubbelklikken) <Hardware> <Apparaatbeheer> <Audiocontroller> (openen door dubbelklikken) <Stuurprogramma> <Bijwerken> <Volgende> Nu wordt de wizard Upgrade van apparaatstuurprogramma gestart. Selecteer hier: <Naar een stuurprogramma zoeken dat beter is dan het huidige (aanbevolen)> <Een locatie specificeren> <Cd-romstation> <Volgende><Volgende><Voltooien> <Sluiten>
Nu kunt u het Apparaatbeheer en het Configuratiescherm sluiten.
REGIONALE INSTELLINGEN
Het is mogelijk dat als locatie standaard „Verenigde Staten“ is ingesteld, dit is afhankelijk van de versie van het Windows 2000™ stuurprogramma dat u voor de modem gebruikt. U kunt dit als volgt controleren/wijzigen: Klik met de linkermuisknop achtereenvolgens op ­<Start> <Instellingen> <Configuratiescherm> Kies hier de telefoon- en modemopties Op het tabblad „Kiesregels“ selecteert u de invoer „Mijn locatie“ en klikt u op <Bewerken>. U kunt als u dat wilt een locatienaam invoeren (bijvoorbeeld thuis, kantoor, of iets dergelijks), kies bij „Land/Regio“ Nederland en voer uw netnummer in. Met <Toepassen> slaat u de instellingen op. Klik op <OK> om het menu te verlaten.
Nu kunt u het Configuratiescherm sluiten.
131
Bijlage A - Specificaties
SPECIFICATIES
Processor en kernel
Mobile Intel Pentium 4 processor-M: 1.6 GHz of hoger
512 Kb 2nd level cache
400 MHz Frontside-Bus, PCI / AGP
BIOS en Chipsatz
Inside BIOS
VIA P4N266 (VT8703 + VT8233)
Werkgeheugen
2 SO-DIMM sleuven, max. 1GB DDR RAM/ PC2100
(266MHz)
Beeldscherm en video
14.1” XGA TFT XGA, 1024 x 768 / 32bpp
15,1” XGA TFT XGA, 1024 x 768 / 32bpp-{}-
Ingebouwde grafische controller S3 Grafik ProSavage4TM,
maximaal 32MB Videogeheugen Gelijktijdige weergave van LCD/ CRT
max. extern CRT: 1024 x 768 / 16M kleuren / 85 Hz
Geheugencapaciteit
20 / 30 / 40 GB IDE harde schijf
geïntegreerde 3,5 inch diskette LW 1,44 MB
geïntegreerd 24x cd-romstation of 8x/24x dvd-station of
combinatiestation
Audio
AC97 Compliant Codec: Conexant Cx20468
Microfoon in, Luidspreker uit, interne stereoluidsprekers
Hotkey: Fn + F8(Down), F9(Up) / Fn + F3(Mute)
132
Bijlage A - Specificaties
Communicatie
Ingebouwde Conexant
56Kbps, V.90
LAN Realtech RTL8139CL 10 Base-T/100 Base-TX LAN
TM
SmartAMCTM Audio Modem CODEC
Aanwijsapparaten en toetsenbord
Toetsenbord 88 toetsen Touch-Type QWERTY-Toetsenbord met
ingebed numeriek toetsenblok.
Aanwijsapparaat Touchpad met 4 toetsen en 2 scrollknoppen.
PC-KAART
2 x Type I/II of 1 x Type III in pc-kaartsleuf (32 bits CardBus)
Aansluitingen
1 x serieel, 1 x parallel
1 x IrDA 1.1
2 x Type I/II of 1 x Type III in pc-kaartsleuf (32 bits CardBus)
1 x Modem-, 1 x LAN-, 1 x CRT-, 2 x USB-aansluiting
1 x IEEE 1394, 1 x S/PDIF, 1 x Docking Connector
1 x Microfoon in, 1 x Luidspreker uit
1 x stroomadapter
Een IEEE1394 i.Link- aansluiting
Stroomvoorziening
Hoofdbatterij Li-Ion 8-cellen, 14,8 V, 4000 mAh, 59.2 Wh
Externe AC-adapter: AC-invoer: 90-240 V, DC-uitvoer: 19V/4.2A,
80W
133
Bijlage A - Specificaties
BIOS
Inside BIOS
VIA P4N266 (VT8703 + VT8233)
Besturingssysteem
O/S Microsoft Windows XP Professional, XP Home, 2000
Overige gegevens
260(D) x 319 (B) x 34 (H) mm
2.9 kg (14.1", FDD, HDD, CD-ROM, Li-Ion Accu)
Werkomgeving
Temperatuur tijdens gebruik: 5 tot 35°C (41 tot 95F)
Vochtigheid tijdens gebruik: 20 tot 85 % RH (5 tot 35 °C)
134
Bijlage B – Problemen opsporen
PROBLEMEN OPSPOREN EN VERHELPEN
Treden er tijdens het werken met uw computer problemen op, probeer die dan eerst aan de hand van de onderstaande informatie op te lossen. Lukt het u niet het probleem op deze manier op te lossen, dan kunt u in het uitgebreide servicehandboek (op de cd-rom met stuurprogramma’s en hulpprogramma’s) meer informatie vinden. Doet het probleem zich dan nog steeds voor, zet het systeem dan enige minuten uit en start het opnieuw op. Alle niet opgeslagen gegevens gaan dan verloren, maar misschien werkt het systeem dan wel weer. Mocht dit geen oplossing bieden, neem dan contact op met de leverancier of klantenservice.
Hoewel ik de aan-/uitknop indruk, blijft de computer uit staan.
Mogelijk probleem: de accu doet het niet of is niet op de juiste manier geïnstalleerd.
Aanwijzing: het aan-/uitlampje brandt niet.
Oplossing voor het probleem: o controleer of de accu in de houder is geplaatst en of dit op de
juiste manier is gebeurd. o controleer of de contacten van de accu zijn aangesloten. o sluit de notebook aan op de adapter, zodat de accu (indien
aanwezig) wordt opgeladen.
Mogelijk probleem: lage accustand
Aanwijzing: het lampje van de accu knippert.
Oplossing voor het probleem: sluit de computer aan op de adapter. Start het systeem nu nog niet op, zet de computer dan uit en start hem opnieuw.
135
Bijlage B – Problemen opsporen
Het beeldscherm functioneert niet.
Mogelijk probleem: de energiebesparingsmodus is geactiveerd.
Aanwijzing: Het suspend-lampje knippert.
Oplossing voor het probleem: o Druk op een toets
Mogelijk probleem: het beeldscherm is niet goed ingesteld.
Oplossing voor het probleem: o Druk de toetscombinatie Fn + F7 in, eventueel meerdere malen. o hebt u een externe monitor aangesloten, zet deze dan aan.
Mogelijk probleem: in het systeem is een ander type beeldscherm ingesteld
Oplossing voor het probleem: o druk de toetscombinatie Fn + F10 in. o Is er een externe monitor aangesloten, sluit deze dan aan op een
voedingsbron en zet hem aan. Controleer ook de instellingen voor helderheid en contrast (meer informatie over dit onderwerp vindt u in het uitgebreide servicehandboek).
Het systeem gaat niet verder.
Mogelijk probleem: er is een energiebesparingsfunctie geactiveerd. Aanwijzing: het beeldscherm schakelt vanzelf uit.
Oplossing voor het probleem: druk op een toets, of druk op de aan-/uitknop wanneer geen enkel statuslampje brandt.
136
Bijlage B – Problemen opsporen
Mogelijk probleem: door een fout in de software is het systeem vastgelopen.
Oplossing voor het probleem: o in het handboek van het besturingssysteem kunt u meer hierover
lezen. o Kunt u het probleem niet oplossen, start het systeem dan opnieuw
op. Niet opgeslagen gegevens gaan op die manier verloren! Als het
probleem nog niet is opgelost, zet dan de computer even uit en
vervolgens weer aan.
Waarschuwingen Na elke systeemstart wordt er een zelftest (POST) uitgevoerd. In geval van een probleem verschijnt er een foutmelding, die het probleem in het kort beschrijft. Wat u dan moet doen, kunt u lezen in het uitgebreide servicehandboek.
137
Bijlage B – Problemen opsporen
138
Loading...