PROBLEMEN OPSPOREN EN VERHELPEN ....................................... 135
107
108
AANWIJZING
Onze firma behoudt zich het recht voor om onaangekondigd wijzigingen in dit
handboek aan te brengen. De informatie die erin is opgenomen is uitsluitend
bedoeld ter referentie en mag niet worden beschouwd als uiting van
verplichtingen van de kant van de fabrikant of tussenhandelaren. De fabrikant en
de tussenhandelaren kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor mogelijke
fouten of onjuistheden die in dit document kunnen voorkomen. Ook voor
mogelijke schade, respectievelijk verlies, die uit een verkeerd gebruik van het
handboek kunnen voortvloeien, wordt geen verantwoordelijkheid genomen. Uit
dit document en de bijbehorende software mag niets, gedeeltelijk of in zijn
geheel, gekopieerd, vertaald of gedistribueerd worden, zonder toestemming
vooraf van de leverancier, de fabrikant of de auteurs. Reservekopieën voor eigen
gebruik vallen niet onder deze regeling. Merken en productnamen die in dit
document genoemd worden, vallen wellicht onder het auteursrecht of zijn
gedeponeerde handelsmerken van derden. Deze namen en producten worden
alleen ter aanduiding gebruikt en betekenen niet dat het product of de fabrikant
wordt aanbevolen.
Acrobat en het Acrobat-logo zijn handelsmerken van Adobe Systems
Incorporated of een van de dochterondernemingen. Mogelijk zijn de
handelsmerken geregistreerd.
Intel en Pentium zijn geregistreerde handelsmerken van Intel Corporation. MSDOS, Windows, Windows 95, Windows 98 , Windows Me, Windows 2000,
Windows XP en Windows NT zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft.
Door copyright beschermde technologie
Dit product bevat technologie die beschermd wordt door copyrights. Deze is
beschermd door juridische uitspraken van bepaalde Amerikaanse patenten en
andere toepasselijke eigendomsrechten van Macrovision Corporation en andere
patenteigenaren. Het gebruik van deze door copyrights beschermde technologie
moet worden goedgekeurd door Macrovision Corporation en is uitsluitend
bestemd voor privé en andere beperkte doeleinden, tenzij Macrovision Corporation uitdrukkelijke toestemming geeft voor ander gebruik. Reverse engineering en
demonteren is verboden.
Gebruik & referenties
Via dit gebruikershandboek kunt u kennismaken met uw nieuwe computer; u
kunt het als leidraad gebruiken als u de computer voor het eerst gebruikt.
Alle referenties hebben betrekking op de meegeleverde cd-rom met
stuurprogramma’s en hulpprogramma’s (de utility-cd). Hierop staan de
109
stuurprogramma’s en speciale hulpprogramma’s voor uw notebook. Wilt u een
besturingsprogramma gebruiken dat niet in dit document wordt genoemd,
raadpleeg dan de betreffende informatie die u in de „ReadMe“-bestanden op de
cd-rom aantreft. Neem bovendien contact op met de leverancier, om zeker te
weten dat het besturingsprogramma van uw keuze ook werkelijk op deze
notebook gebruikt kan worden. Het besturingssysteem bevindt zich niet op de
cd-rom met stuurprogramma’s en hulpprogramma’s.
Aanwijzing: Een aantal, of alle systeemconfiguraties zijn al uitgevoerd. Als deze
niet goed werken of als delen van het systeem opnieuw moeten worden
geconfigureerd, volg dan de instructies in de sectie “Aanwijzingen over de
installatie”.
Toelichting:
Dit apparaat voldoet aan de productnorm voor storingsemissie EN 55022, de
basisnorm voor elektromagnetische beïnvloeding EN 50082-1 en de
laagspanningsnorm EN 60950.
Na een niet door de fabrikant goedgekeurde wijziging in het apparaat zijn deze
normen niet langer gegarandeerd.
Om de elektromagnetische compatibiliteit te garanderen, dient u de
aanwijzingen te volgen die in dit handboek zijn opgenomen.
Geluidsniveau
Het geluidsniveau op de werkplek is lager dan 55dB a.
Opmerking van de Federal Communications Commisson
(FCC)
Dit apparaat is getest en voldoet aan de regels die gelden voor een digitaal
apparaat uit klasse B, deel 15 van de FCC-voorschriften.
Aanwijzing voor de gebruiker:
Dit apparaat is zorgvuldig storingsvrij gemaakt en gecontroleerd. Toch moet u bij
een externe gegevenskabel rekening houden met het volgende:
Mocht het nodig zijn de door de fabrikant geleverde gegevenskabel te
vervangen, dan moet de gebruiker erop letten dat de vervangende kabel van
dezelfde kwaliteit is en evengoed afschermt als de oorspronkelijke kabel. Alleen
zo kan radio-ontstoring worden gegarandeerd.
Gebruik uitsluitend afgeschermde leidingen en externe apparaten die qua
veiligheid en elektromagnetische compatibiliteit vergelijkbaar zijn met het
onderhavige product.
Bij nalatigheid is de overeenkomst betreffende genoemde normen niet langer
gegarandeerd!
110
Laser (onderhoudsinstructie)
Er is laserstraling wanneer de afdekplaat is geopend!
Deze laserstraling bevindt zich in het cd-station. Let bij het uitbreiden en/of
openen van dit station op de volgende zaken:
·Kijk nooit in de straal, ook niet met optische
WAARSCHUWING
instrumenten
·De straal nooit blokkeren
·Bestraling van ogen of huid door directe of indirecte
straling voorkomen.
Als u deze richtlijnen niet volgt, kan dit in het ernstigste
geval permanente blindheid veroorzaken.
Cd-romstation:
Het ingebouwde cd-station bevat geen delen die bestemd zijn voor onderhoud of
reparatie door uzelf. Cd-stations mogen uitsluitend gerepareerd worden door de
fabrikant. In dit product kunnen lasermechanismen uit de laserklassen 1 tot 3b
zijn verwerkt. Bij een ongeopende behuizing voldoet het mechanisme aan de
eisen van laserklasse 1. Door het openen van het apparaat kan dit oplopen tot
laserklasse 3b.
Is het cd-station niet uitdrukkelijk bedoeld voor gelijktijdig gebruik van meerdere
cd’s, plaats dan nooit meer dan één cd in het station.
Gebruik
Dit product is niet bestemd voor gebruik in medische toepassingen voor het
redden of instandhouden van levens.
Terugname van het apparaat
Wij bieden u een terugnamegarantie: Op basis van de door
ons gebruikte materialen kan het apparaat opnieuw
gebruiksklaar worden gemaakt of worden ver werkt, d.w.z.
dat uw notebook volledig recyclebaar is. Het
verpakkingskarton en alle overige gebruikte karton kan bij
het oud papier.
111
Aanwijzingen over de veiligheid
BELANGRIJKE AANWIJZINGEN OVER DE VEILIGHEID
Hoewel deze notebook stevig en solide is, kunnen er toch
beschadigingen optreden. Deze kunt u voorkomen door de volgende
voorzorgsmaatregelenen in acht te nemen:
• Voorkom dat de notebook hevig door elkaar wordt geschud.
• Houd het apparaat niet in de buurt van hittebronnen
(verwarmingselementen, direct zonlicht).
• Bescherm de notebook tegen elektromagnetische interferentie. Op
deze manier voorkomt u ook het verlies van gegevens.
• Zorg dat het apparaat niet in een vochtige omgeving komt. Het
gaat immers om een elektrisch apparaat!
• Let goed op een juiste stroomvoorziening.
De gebruikte adapter moet zijn toegestaan.
WAARSCHUWING
Trek bij het verwijderen van de stroomvoorziening nooit aan de kabel,
maar alleen aan de stekker.
Verwijder de externe stroomvoorziening (adapter of autoadapter),
voordat u de computer gaat reinigen.
Voor de adapter is een stroomvoorziening nodig die
wisselspanningen en spanningsonderbrekingen
opvangt. Met vragen hierover kunt u terecht bij uw
lokale elektriciteitsmaatschappij.
De adapter moet zijn voorzien van een geaarde
stekker.
ATTENTIE
Maak alleen gebruik van de accu die voor deze computer
bestemd is.
Laad de accu via de notebook op.
Probeer nooit een defecte accu te repareren. Laat
reparaties altijd over aan de leverancier of een
gekwalificeerde vakman.
Bewaar beschadigde accu’s buiten het bereik van kinderen en zorg dat ze
zo snel mogelijk worden afgevoerd. Houd hierbij de nodige
voorzichtigheid in acht. Accu’s kunnen ontploffen, wanneer ze in
aanraking komen met vuur of onjuist worden gebruikt of verwerkt.
112
• Aanwijzingen over het gebruik van de accu
Aanwijzingen over de veiligheid
Het apparaat dat u hebt aangeschaft, is voorzien van een accu. Deze
accu is recyclebaar. Het is niet toegestaan de accu bij het gewone
huisvuil te deponeren. Met vragen over een juiste afvalverwerking kunt u
terecht bij de betreffende afdeling van uw gemeente.
• Aanwijzing over de batterij van de interne klok
Pas op: Wanneer de batterij op ondeskundige manier
WAARSCHUWING
wordt verwijderd, ontstaat er ontploffingsgevaar.
Vervang de batterij alleen door een exemplaar dat
door de fabrikant wordt aanbevolen of door een
batterij van dezelfde makelij. Let bij het weggooien
van de batterij op de aanwijzingen van de fabrikant.
• OnderhoudVoer zelf geen onderhoud aan uw computer uit! Op deze manier
verspeelt u het recht op garantie en loopt u kans op een elektrische
schok. Ga voor onderhoud naar een gekwalificeerd vakman. Verwijder de
netvoeding van de computer. Neem contact op met een gekwalificeerd
vakman, in geval van de onderstaande problemen.
WAARSCHUWING
- De adapter of de spanningskabel is beschadigd,
resp. gerafeld.
- Er is vloeistof in de computer terechtgekomen.
- De computer functioneert niet, ondanks een juiste
bediening.
- De computer is gevallen of beschadigd.
• Reiniging
Gebruik geen reinigingsmiddel rechtstreeks op de computer. Gebruik
alleen een zachte, schone doek. Gebruik geen vluchtige
reinigingsmiddelen (op basis van petroleum) of schuurmiddelen.
113
Geleverde onderdelen
GELEVERDE ONDERDELEN
Controleer voordat u met de installatie van de notebook begint, of alle
onderdelen aanwezig zijn.
Ontbreekt er een onderdeel uit de lijst, neem dan onmiddellijk contact op
met de leverancier.
• Notebook
• Accu
• Utility-cd
• Adapter
• Spanningskabel
• Handboek
• Cd-/ of dvd-romstation (ingebouwd)
• Modemkabel
Als u het apparaat voor reparatie of uitbreiding wilt opsturen, moet u de
originele verpakking gebruiken. Bewaar de verpakking dus goed.
114
De voorbereiding
DE VOORBEREIDING
Voordat u de notebook voor het eerst gaat gebruiken, moet u weten uit
welke onderdelen uw systeem is opgebouwd.
Schuif de knop (1) naar rechts en open het beeldscherm.
(1)Schuifknop
1
Afbeelding 1
(1)AAN-/UITknop
2
(2)Schuifknop
1
11
8
10
9
8
7
(3)Scherm
3
(4)Hot keys
(5)Status-LEDs
4
(6)Toetsenbord
(7)Touchpad
5
(8)Stereoluidsprekers
6
(9)Stroom-LED
(10)Accu-LED
(11)Scrolltoetsen
Afbeelding 2
115
De voorbereiding
DE ACCU PLAATSEN
Afbeelding 3
Houd er rekening mee dat het opladen van de accu bij
ATTENTIE
een uitgeschakeld apparaat twee uur en bij een
ingeschakeld apparaat vijf uur duurt.
We raden u met klem aan de accu volledig op te laden
voordat u de notebook voor het eerst gebruikt! Verwijder
de adapter van de notebook niet voordat u de accu volledig
hebt opgeladen!
Bij de notebook wordt een accu geleverd.
Deze accu is slechts gedeeltelijk
opgeladen.
Haal de nieuwe accu uit de verpakking.
Schuif de accu in de richting van de pijl in
de accuhouder totdat u een klik hoort.
Nu kunt u de accu gaan opladen.
DE ACCU VERWIJDEREN
1
Afbeelding 4
116
Schuif de grendel (1) omhoog. De accu
springt uit de houder.
Trek de accu in de richting van de pijl
(2) uit de accuhouder.
U kunt de notebook nu alleen
gebruiken via de adapter.
HARDWARE VOOR STROOMVOORZIENING
De voorbereiding
De notebook kan
zowel via de accu als
het net gebruikt
worden.
De eerste keer
gebruikt u de
notebook via de
adapter. Gebruik
alleen de
bijgeleverde adapter.
Een onjuiste adapter
kan de computer
beschadigen.
WAARSCHUWING
De adapter bevat
geen onderdelen die
onderhoud
behoeven.
ADAPTER IN
GEEN GEVAL
OPENEN!
De notebook is voorzien van een spanningskabel
en een universele zelfregulerende adapter. De
adapter is geschikt voor een willekeurige
constante spanning tussen 100 en 240 volt.
Zo gebruikt u de adapter:
1. Sluit de spanningskabel op de adapter aan.
2. Sluit de adapter aan op de DC INaansluiting van de computer.
3. Sluit de spanningskabel aan op een
contactdoos.
WAARSCHUWING
LEVENSGEVAAR!
Afbeelding 5
117
De voorbereiding
DE COMPUTER AANZETTEN
1
Afbeelding 6
Hiermee zijn de voorbereidingen
voltooid. Druk nu een seconde lang op
de
aan-/uitknop om de notebook in te
schakelen.
Als de computer aan staat, kan de aan-/
uitknop, afhankelijk van de instellingen
in energiebeheer, meerdere functies
vervullen.
Drukt u nogmaals op deze knop, dan
wordt de computer in de
standaardsituatie uitgeschakeld.
Aanwijzing:
Let er goed op dat u de computer bij
Windows-systemen
altijd op de volgende manier uitzet:
Klik op de knop „Start“.
Selecteer „Afsluiten“
en klik op „OK“.
Hiermee voorkomt u problemen met
de harde schijf – resp.
het besturingssysteem.
Tip:
Mocht het programma of zelfs het systeem
vastlopen, gebruik dan de volgende:
toetsen: Ctrl + Alt + Del. Hiermee sluit u, in het
gunstigste geval, alleen de vastgelopen taak, of
start u de computer opnieuw op.
(warme start). Werkt dit niet, houd dan de aan-/
uitknop langer dan vier seconden vast –
hiermee zet u de computer uit. Nu kunt u de
computer weer opnieuw starten (koude start).
118
ENERGIEBEHEER
Aanwijzing over de PCkaart
Energiebeheer
Uw systeem is compatibel met APM en het
nieuwere (en efficiëntere)
energiebesparingssysteem ACPI.
HARDWARE (accustatus & waarschuwingen)
Verwijder nooit een PCkaart op het moment dat
het systeem zich in de
Save-to-Disk-modus
bevindt. Hiermee
deactiveert u namelijk de
insteeksleuf en een
verandering in de
systeemconfiguratie kan
problemen veroorzaken
op het moment dat de
computer opnieuw
wordt gestart.
ATTENTIE
Na afloop van de POST (zelftest na het opstarten
van het systeem) geeft de accu-LED aan in
hoeverre de accu is opgeladen. Is het niveau laag,
dan knippert het lampje. Sla onmiddellijk al uw
gegevens op en sluit de computer op de adapter
aan.
Laag spanningsniveau & SUSPEND
Is het spanningsniveau van de accu laag (en is er
geen adapter aangesloten) dan treedt er
onmiddellijk een beveiligingsfunctie in werking:
Zonder Save-to-Disk
Is op uw systeem geen Save-to-Disk-bestand of –
partitie aangemaakt, dan worden de huidige
gegevens opgeslagen in het RAM-geheugen, en
schakelt het systeem automatisch over naar de
Suspend-modus.
Met Save-to-Disk
Gegevens worden op de harde schijf opgeslagen
in het daarvoor bestemde bestand of de daarvoor
bestemde partitie. Vervolgens schakelt de
computer zichzelf automatisch uit. Is er geen Saveto-Disk-bestand of –partitie beschikbaar, dan
schakelt het systeem over naar de Suspendmodus.
(1) Uitwerpknop voor cd-station
(2) Optische Digital Out-aansluiting
(3) Nooduitwerpknop cd-station
(4) Cd-station
(5) Accu
120
4
2
Afbeelding 8
3
ACHTERKANT
Overzicht van het systeem
Afbeelding 9
1
3
5
2
4
7
6
(1) Infraroodpoort
(2) Aansluiting voor de adapter
(3) PS2 - Aansluiting of S-Video **
(4) IEEE 1394-aansluiting
(5) USB-poorten
(6) Seriële aansluiting
(7) VGA-aansluitingen
(8) Parallelle poort
(9) Ontluchtingsrooster *
ONDERKANT
2
1
8
9
* Ontluchtings- en
ventilatieopeningen moeten altijd
onbedekt blijven. Anders kan het
apparaat oververhit raken.
ATTENTIE
** afhankelijk van
het model
(1) Accupack
(2) Aansluiting voor Port
Replicator
(3) Ontluchtingsrooster *
(4) Afdekplaat geheugen
(5) Sleuf voor de harde schijf
(6) Accu-ontgrendeling
* Ontluchtings- en
3
ventilatieopeningen
moeten altijd onbedekt
blijven. Anders kan het
apparaat oververhit
raken.
Afbeelding 10
ATTENTIE
6
5
4
121
Overzicht van het systeem
VERKLARING VAN DE LEDS
Symbool
Verklaring
De harde schijf is actief.
Het diskettestation of het
cd-romstation is actief.
Brandt wanneer Num Lock is ingedrukt.
Brandt wanneer Caps Lock is ingedrukt.
Brandt wanneer Scroll Lock is ingedrukt.
Groen knipperend: de notebook
bevindt zich in de Suspend-modus
Tabel 1
122
Groen brandend: de notebook is
ingeschakeld
Oranje knipperend: De accu wordt
opgeladen
HOT KEYS
(Toetscombinaties met een speciale functie)
SymboolVerklaringToetsen
Fn + F3
Schakelt de luidsprekers in of uit
Overzicht van het systeem
Tabel 2
Fn + F4
Fn + F5
Fn + F6
Fn + F7
Fn + F8
Fn + F9
Fn + F10
Wisselt tussen de externe muis
en de Touchpad
Laat kleinere resoluties inzoomen
tot volledige schermmodus
Vermindert de helderheid
Vergroot de helderheid
Verlaagt het volume
Verhoogt het volume
Schakelt tussen weergave via LCDscherm / monitor / beide
Voor de functie Fn+F10 moeten de oorspronkelijke grafische
stuurprogramma’s zijn geïnstalleerd.
123
Overzicht van het systeem
DE QUICK LAUNCH-TOETSEN
Aan de bovenkant van het toetsenbord bevinden
zich vier Quick Launch-toetsen. Deze toetsen zijn
bedoeld om veelgebruikte toepassingen te
openen.
Werken deze toetsen
niet, dan kunt u op de
utility-cd de
stuurprogramma’s
vinden waarmee u de
toetsen kunt
activeren. In het pad
van het
besturingssysteem\
SwiftButton.
bijv.: D:\WinXP\
SwiftButton\setup.exe.
HET TOETSENBORD
Typemachine -
Functietoetsen -
Speciale toetsen -
U kunt de werking van deze toetsen zelf instellen
via <Configuratiescherm> <Toetsenbord> <Swift
Button>.
1 2 3 4
Afbeelding 11
Het toetsenbord van uw notebook bevat alle
functies van een normaal AT-compatibel
toetsenbord, plus enige extra functies:
Deze toetsen komen overeen met de toetsen van
een typemachine.
Bij veel besturingssystemen (en toepassingen)
kunnen met behulp van deze toetsen bijzondere
functies worden opgeroepen. Meer informatie
hierover vindt u in de betreffende handleidingen.
Met behulp van deze toetsen (en
toetscombinaties) worden veel hardwarefuncties
aangestuurd.
Afbeelding 12
124
Druk op Fn+ Num Lock om dit veld te
activeren.
DeLED gaat branden
Overzicht van het systeem
DE TOUCHPAD
Het systeem stelt de geïntegreerde TouchPad automatisch in. Als u
Windows gebruikt hoeft u voor de basisfuncties geen speciaal
stuurprogramma te installeren.
Als u de uitgebreide functies wilt gebruiken (wiptoetsen en andere
geavanceerde instellingen), dan vindt u het stuurprogramma om deze te
activeren op de utility-cd. Ze staan in het pad van het
besturingssysteem\Touchpad. bijv.: D:\WinXP\Touchpad\setup.exe.
(1)Sensorveld
(2)Linkermuisknop
1
4
3
2
Afbeelding 13
(3)Wiptoetsen – functioneren net als een
muiswieltje
(4)Rechtermuisknop
Tip voor linkshandigen: In de meeste
besturingssystemen kunnen de functies van de
muisknoppen omgedraaid worden.
CONFIGURATIE VAN DE TOUCHPAD EN DE TOETSEN
De TouchPad en de functies van de afzonderlijke toetsen kunnen worden
geconfigureerd via het pictogram TouchPad, in de rechterbenedenhoek
van het beeldscherm.
Als u een externe PS/2-muis aansluit, wordt de TouchPad automatisch
uitgeschakeld.
ATTENTIE
Alleen USB-apparaten en PCMCIA-kaarten mogen
worden geplaatst of verwijderd terwijl het apparaat
aanstaat!
Alle andere apparaten kunt u ALLEEN aansluiten of
ontkoppelen als het apparaat uitgeschakeld is!
ATTENTIE
125
Overzicht van het systeem
HET CD-ROM-/DVD-STATION
Voordat u een cd plaatst, drukt u eerst
op de knop aan de voorkant van het
station.
Leg de cd met het etiket naar boven in
de lade en druk hem voorzichtig aan.
Duw de cd-lade weer naar binnen tot hij
sluit. Nu kan de cd worden gelezen.
Sommige cd’s zijn voorzien van de
functie Autostart en dit houdt in dat de
installatie of het afspelen van een
muziek-cd automatisch begint, zodra de
cd is geplaatst.
DE PC-KAARTSLEUF
Afbeelding 14
De computer is voorzien van twee sleuven voor een pc-kaart. Dit zijn
PCMCIA-sleuven van 2x Type II of 1x Type III.
Om een pc-kaart (3) te plaatsen,
schuift u hem in de sleuf (2) tot u een
klik hoort.
U verwijdert de pc-kaart door op de
uitwerpknop (1) naast de sleuf te
drukken.
1
3
2
Afbeelding 15
126
Overzicht van het systeem
DE GEGEVENS-/FAXMODEM
Het systeem stelt de geïntegreerde analoge modem automatisch in. U
kunt de modem gebruiken zodra u deze via de telefoonkabel hebt
verbonden met een analoge telefoonaansluiting (geen ISDN).
Juist gebruik:
U kunt de modem op alle analoge aansluitingen (TBR 21) binnen Europa
aansluiten.
De modem dient alleen te worden gebruikt voor datacommunicatie.
ATTENTIE
Probeer nooit de modem op
een ISDN-telefoonaansluiting
aan te sluiten!
Hierdoor zou storing in het
apparaat kunnen ontstaan.
Als u Windows 2000 gebruikt,
let dan op de instructies voor de
regio-instelling in de sectie
Software.
Afbeelding 16
127
Software
AANWIJZINGEN OVER DE INSTALLATIE
DE STUURPROGRAMMA’S HERSTELLEN
Als uw systeem wordt afgeleverd, dan is daarop een Preload
geïnstalleerd. Dat wil zeggen: alle gegevens en stuurprogramma’s die
het systeem nodig heeft, zijn op de harde schijf geïnstalleerd.
Mocht het voorkomen dat u de harde schijf hebt gewist en/of
geformatteerd, dan kunt u de benodigde stuurprogramma’s terugvinden
op de utility-cd.
Zodra het besturingssysteem opnieuw is geïnstalleerd (bijvoorbeeld met
behulp van de recovery-cd) dan kunt u op deze manier de notebook weer
gebruiksklaar maken.
WINDOWS XP
Na de installatie van het
besturingssysteem Windows XP is het
nodig om de utility-cd te plaatsen.
Voer in de gemarkeerde directory’s telkens
het bestand „setup.exe“ uit.
Wij raden u aan het grafische
stuurprogramma (VGA) als eerste te
installeren,
Op deze manier wordt het werkblad beter
weergegeven.
Installeer daarna het AGP-stuurprogramma
(VXD) en het chipsetstuurprogramma
(INF).
Verder maakt het niet uit welke volgorde u
bij de installatie aanhoudt.
Advies: Modem - Audio.
Stuurprogramma’s voor Swift Button en Touchpad installeren wanneer
nodig.
128
Software
MODEM INSTALLEREN
Het stuurprogramma voor de modem moet handmatig worden
geïnstalleerd. Klik achtereenvolgens op de volgende opties:
1.Houd de toets met het Windows-logo ingedrukt en druk op
de toets Pause.
2.Nu wordt het venster “Systeemeigenschappen” geopend.
Selecteer hier:
3.<Hardware> <Apparaatbeheer> <PCI device> (openen
door dubbelklikken)
Nu wordt de wizard Apparaatstuurprogramma bijwerken gestart.
5.Selecteer hier:
<Ik wil zelf kiezen (geavanceerd)> <Volgende>
6.Schakel de optie <Op verwisselbare media zoeken> uit.
7.Activeer de optie <Ook op deze locatie zoeken>
8<Bladeren>
Kies het pad Cd-romstation :\WinXP\Modem
<OK><Volgende><Voltooien> <Sluiten>
AUDIO-INSTALLATIE
Nu selecteert u “Audiocontroller” in het venster Apparaatbeheer.
Selecteer hier: <Hardware> <Apparaatbeheer>
<Audiocontroller> (openen door dubbelklikken)
Voer stappen 4 tot en met 7 uit de vorige installatie uit.
<Bladeren>
Kies het pad Cd-romstation :\WinXP\Audio
<OK><Volgende><Voltooien> <Sluiten>
Nu kunt u het Apparaatbeheer en het Configuratiescherm sluiten.
129
Software
WINDOWS 2000
Na de installatie van het
besturingssysteem Windows 2000 is
het nodig om de utility-cd te plaatsen.
Voer in de gemarkeerde directory’s
telkens het bestand „setup.exe“ uit.
Wij raden u aan het grafische
stuurprogramma (VGA) als eerste te
installeren,
Op deze manier wordt het werkblad
beter weergegeven.
Installeer daarna het AGPstuurprogramma (VXD) en het
chipsetstuurprogramma (INF).
Verder maakt het niet uit welke
volgorde u bij de installatie aanhoudt.
MODEM INSTALLEREN
Het stuurprogramma voor de modem moet handmatig worden
geïnstalleerd. Klik achtereenvolgens op de volgende opties:
<Start> <Instellingen> <Configuratiescherm> <Systeem>
(dubbelklikken)
<Hardware> <Apparaatbeheer> <PCI device> (openen door
dubbelklikken)
<Stuurprogramma> <Bijwerken> <Volgende>
Nu wordt de wizard Upgrade van apparaatstuurprogramma gestart.
Selecteer hier:
<Naar een stuurprogramma zoeken dat beter is dan het huidige
(aanbevolen)>
<Een locatie specificeren>
<Cd-romstation>
<Volgende><Volgende><Voltooien> <Sluiten>
Nu kunt u het Apparaatbeheer en het Configuratiescherm sluiten.
130
Software
AUDIO-INSTALLATIE
Het stuurprogramma voor de geluidskaart moet handmatig worden
geïnstalleerd. Klik achtereenvolgens op de volgende opties:
<Start> <Instellingen> <Configuratiescherm> <Systeem>
(dubbelklikken)
<Hardware> <Apparaatbeheer> <Audiocontroller> (openen door
dubbelklikken)
<Stuurprogramma> <Bijwerken> <Volgende>
Nu wordt de wizard Upgrade van apparaatstuurprogramma gestart.
Selecteer hier:
<Naar een stuurprogramma zoeken dat beter is dan het huidige
(aanbevolen)>
<Een locatie specificeren>
<Cd-romstation>
<Volgende><Volgende><Voltooien> <Sluiten>
Nu kunt u het Apparaatbeheer en het Configuratiescherm sluiten.
REGIONALE INSTELLINGEN
Het is mogelijk dat als locatie standaard „Verenigde Staten“ is ingesteld,
dit is afhankelijk van de versie van het Windows 2000™ stuurprogramma
dat u voor de modem gebruikt.
U kunt dit als volgt controleren/wijzigen:
Klik met de linkermuisknop achtereenvolgens op <Start>
<Instellingen>
<Configuratiescherm>
Kies hier de telefoon- en modemopties
Op het tabblad „Kiesregels“ selecteert u de invoer „Mijn locatie“ en klikt
u op <Bewerken>.
U kunt als u dat wilt een locatienaam invoeren (bijvoorbeeld thuis,
kantoor, of iets dergelijks), kies bij „Land/Regio“ Nederland en voer uw
netnummer in.
Met <Toepassen> slaat u de instellingen op.
Klik op <OK> om het menu te verlaten.
Nu kunt u het Configuratiescherm sluiten.
131
Bijlage A - Specificaties
SPECIFICATIES
Processor en kernel
●Mobile Intel Pentium 4 processor-M: 1.6 GHz of hoger
●512 Kb 2nd level cache
●400 MHz Frontside-Bus, PCI / AGP
BIOS en Chipsatz
●Inside BIOS
●VIA P4N266 (VT8703 + VT8233)
Werkgeheugen
●2 SO-DIMM sleuven, max. 1GB DDR RAM/ PC2100
(266MHz)
Beeldscherm en video
●14.1” XGA TFT XGA, 1024 x 768 / 32bpp
●15,1” XGA TFT XGA, 1024 x 768 / 32bpp-{}-
●Ingebouwde grafische controller S3 Grafik ProSavage4TM,
maximaal 32MB Videogeheugen Gelijktijdige weergave van LCD/
CRT
●O/S Microsoft Windows XP Professional, XP Home, 2000
Overige gegevens
●260(D) x 319 (B) x 34 (H) mm
●2.9 kg (14.1", FDD, HDD, CD-ROM, Li-Ion Accu)
Werkomgeving
●Temperatuur tijdens gebruik: 5 tot 35°C (41 tot 95F)
●Vochtigheid tijdens gebruik: 20 tot 85 % RH (5 tot 35 °C)
134
Bijlage B – Problemen opsporen
PROBLEMEN OPSPOREN EN VERHELPEN
Treden er tijdens het werken met uw computer problemen op, probeer
die dan eerst aan de hand van de onderstaande informatie op te lossen.
Lukt het u niet het probleem op deze manier op te lossen, dan kunt u in
het uitgebreide servicehandboek (op de cd-rom met stuurprogramma’s
en hulpprogramma’s) meer informatie vinden. Doet het probleem zich
dan nog steeds voor, zet het systeem dan enige minuten uit en start het
opnieuw op. Alle niet opgeslagen gegevens gaan dan verloren, maar
misschien werkt het systeem dan wel weer. Mocht dit geen oplossing
bieden, neem dan contact op met de leverancier of klantenservice.
Hoewel ik de aan-/uitknop indruk, blijft de computer uit staan.
Mogelijk probleem: de accu doet het niet of is niet op de juiste manier
geïnstalleerd.
Aanwijzing: het aan-/uitlampje brandt niet.
Oplossing voor het probleem:
ocontroleer of de accu in de houder is geplaatst en of dit op de
juiste manier is gebeurd.
ocontroleer of de contacten van de accu zijn aangesloten.
osluit de notebook aan op de adapter, zodat de accu (indien
aanwezig) wordt opgeladen.
Mogelijk probleem: lage accustand
Aanwijzing: het lampje van de accu knippert.
Oplossing voor het probleem:
sluit de computer aan op de adapter. Start het systeem nu nog niet op,
zet de computer dan uit en start hem opnieuw.
135
Bijlage B – Problemen opsporen
Het beeldscherm functioneert niet.
Mogelijk probleem: de energiebesparingsmodus is geactiveerd.
Aanwijzing: Het suspend-lampje knippert.
Oplossing voor het probleem:
oDruk op een toets
Mogelijk probleem: het beeldscherm is niet goed ingesteld.
Oplossing voor het probleem:
oDruk de toetscombinatie Fn + F7 in, eventueel meerdere malen.
ohebt u een externe monitor aangesloten, zet deze dan aan.
Mogelijk probleem: in het systeem is een ander type beeldscherm
ingesteld
Oplossing voor het probleem:
odruk de toetscombinatie Fn + F10 in.
oIs er een externe monitor aangesloten, sluit deze dan aan op een
voedingsbron en zet hem aan. Controleer ook de instellingen voor
helderheid en contrast (meer informatie over dit onderwerp vindt u
in het uitgebreide servicehandboek).
Het systeem gaat niet verder.
Mogelijk probleem: er is een energiebesparingsfunctie geactiveerd.
Aanwijzing: het beeldscherm schakelt vanzelf uit.
Oplossing voor het probleem:
druk op een toets, of druk op de aan-/uitknop wanneer geen enkel
statuslampje brandt.
136
Bijlage B – Problemen opsporen
Mogelijk probleem: door een fout in de software is het systeem
vastgelopen.
Oplossing voor het probleem:
oin het handboek van het besturingssysteem kunt u meer hierover
lezen.
oKunt u het probleem niet oplossen, start het systeem dan opnieuw
op. Niet opgeslagen gegevens gaan op die manier verloren! Als het
probleem nog niet is opgelost, zet dan de computer even uit en
vervolgens weer aan.
Waarschuwingen
Na elke systeemstart wordt er een zelftest (POST) uitgevoerd. In geval
van een probleem verschijnt er een foutmelding, die het probleem in het
kort beschrijft. Wat u dan moet doen, kunt u lezen in het uitgebreide
servicehandboek.
137
Bijlage B – Problemen opsporen
138
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.