De Mass GI is een isolatietransformator, gebaseerd
op de schakeltechnologie. Hij zorgt voor een
scheiding tussen de wisselspanning van de
walstroom en uw wisselspanning aan boord.
Hiermee voorkomt u corrosie van uw metalen schip
terwijl de aarding intact blijft.
Het ingangscircuit van de Mass GI heeft een
softstartsysteem om hoge ingangsstromen te
voorkomen, en een automatische zekering (Mass GI
3.5) of interne zekering (Mass GI 7.0) om uw
systeem te behoeden voor elektrische overbelasting.
Mastervolt garandeert dat dit apparaat is gebouwd
volgens de wettelijk toepasselijke normen en
specificaties. Wordt er met de Mass GI gewerkt in
strijd met de richtlijnen, instructies en specificaties in
deze handleiding, kan er schade optreden of het
apparaat zal niet aan de specificaties voldoen. Dit
betekent dat de garantie komt te vervallen.
De garantie beperkt zich tot de kosten van reparatie
of vervanging van het product door een Mastervolt.
Kosten voor uitwisseling en transport van het
defecte apparaat vallen niet onder deze garantie.
2.4 Geldigheid van deze handleiding
Alle specificaties, provisies en instructies in deze
handleiding, zijn alleen van toepassing op de versies
van de Mass GI geleverd door MasterVolt, met
artikelnummer 88060705, 88000705 of 88000355.
Voor andere modellen zijn handleidingen
beschikbaar op www.mastervolt.nl
.
2.5 Kwaliteit
Tijdens de productie en voor aflevering, worden al
onze apparaten getest en geïnspecteerd. De
standaard garantieperiode is twee jaar na aankoop.
2.6 Aansprakelijkheid
Mastervolt kan geen aansprakelijkheid accepteren
voor:
• Gevolgschade door gebruik van de Mass GI;
• Mogelijke fouten in de handleidingen en de
gevolgen daarvan.
2.7 Serienummersticker
Bij de Mass GI is de serienummersticker
aangebracht rechts aan de buitenkant en binnenkant
van het aansluitcompartiment (zie afb. 1, 2). Deze
sticker bevat belangrijke technische informatie voor
service, onderhoud en nalevering van onderdelen.
Part no: 88000705
Type: Isolation transformer Mass GI
Input: 100-240V AC 50-60Hz
3.2-7.0kW max 32A
Output: 100-240V AC 50-60Hz
Afbeelding 3: Serienummersticker
LET OP!
Verwijder nooit de serienummersticker!
2.8 Wijzigingen aan de Mass GI
Wijzigingen aan de Mass GI mogen alleen worden
doorgevoerd na schriftelijke toestemming van
Mastervolt.
30Juni 2009 / Mass GI / NL
Page 7
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN -MAATREGELEN
3 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN EN -MAATREGELEN
WAARSCHUWING
Lees deze veiligheidsinstructies voordat u
de Mass GI gebruikt.
3.1 Waarschuwingen en symbolen
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen worden in
deze handleiding gemarkeerd door de onderstaande
pictogrammen:
Procedures die extra aandacht verdienen
LET OP!
Bijzondere gegevens, respectievelijk
geboden en verboden ten aanzien van
schadepreventie.
WAARSCHUWING
Een waarschuwing duidt op eventueel
letsel voor de gebruiker of omvangrijke
materiële schade aan de Mass GI indien
de gebruiker de procedures niet
(zorgvuldig) uitvoert.
3.2 Gebruik volgens bestemming
1 De Mass GI is gebouwd conform de geldende
veiligheidstechnische richtlijnen.
2 Gebruik de Mass GI uitsluitend:
• Met op de ingang een geschikte dubbelpolige
aardlekschakelaar aangesloten;
• in technisch correcte toestand;
• in een gesloten, goed geventileerde kamer,
beschermd tegen regen, vocht en condensatie;
• met inachtneming van de instructies in deze
gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
Gebruik de Mass GI nooit op locaties met
gas- of stof-ontploffingsgevaar!
3 Een ander gebruik dan onder 2 genoemd geldt
niet als conform de bestemming. Voor schade die
hiervan het gevolg kan zijn, is Mastervolt niet
aansprakelijk.
3.3 Organisatorische maatregelen
De gebruiker moet altijd:
• over de handleiding kunnen beschikken;
• bekend zijn met de inhoud van deze handleiding.
Dit geldt in het bijzonder voor dit hoofdstuk,
Veiligheidsvoorschriften en -maatregelen.
3.4 Onderhoud en reparatie
1 Indien de elektrische installatie bij onderhoudsen/of installatie en/of reparatiewerkzaamheden
geheel is uitgeschakeld, beveilig deze dan tegen
onverwacht en onbedoeld inschakelen:
• Schakel de walstroom af
• Zorg ervoor dat derden de genomen maatregelen
niet weer ongedaan kunnen maken.
2 Gebruik in geval van onderhoud of reparatie
alleen originele reserve onderdelen, geleverd door
Mastervolt.
3.5 Algemene veiligheids- en
installatiewaarschuwingen
• Installeer de Mass GI volgens de aanwijzingen in
deze handleiding.
• Aansluitingen en beveiligingen moeten in
overeenstemming met de plaatselijk geldende
voorschriften worden uitgevoerd.
• Gebruik kabels met de juiste afmetingen.
• Gebruik de Mass GI overeenkomstig de
specificaties in paragraaf 12.1.
• Open behalve het aansluitcompartiment nooit de
Mass GI, aangezien er binnenin hoge
spanningen kunnen staan.
• Als u het aansluitcompartiment opent, ontkoppelt
u dan eerst de AC-ingang.
• Voer geen werkzaamheden uit aan de Mass GI
en/of de elektrische installatie als deze nog onder
spanning staat. Laat veranderingen aan uw
elektrische installatie alleen door gekwalificeerde
elektriciens uitvoeren.
• Stel de Mass GI niet bloot aan regen, sneeuw,
spatwater, vocht, extreme vervuiling of een
condenserende omgeving.
• Laat, om brandgevaar te vermijden, de
ventilatieopeningen onbedekt en versper de
ventilatiewegen niet.
• Gebruik bij brand een brandblusser voor
elektronische apparatuur.
• De Mass GI moet zijn voorzien van een aarding
aan de aardaansluiting van de AC-ingang.
• Controleer minstens éénmaal per jaar de
bedrading. Gebreken zoals losse verbindingen,
verbrande kabels en dergelijke onmiddellijk
verhelpen.
• Raak de installatie niet aan als uw handen klam
of vochtig zijn.
3.6 Waarschuwing bij medische toepassingen
Mastervolt producten zijn niet ontworpen voor
toepassingen in de medische sector, tenzij dit wordt
verklaard in een schriftelijke overeenkomst tussen
klant/fabrikant en Mastervolt.
NL / Mass GI / Juni 200931
Page 8
ZÓ WERKT DE MASS GI
4 ZÓ WERKT DE MASS GI
Een elektrische scheiding tussen de walstroom en
de stroom aan boord, voorkomt elektrische corrosie
van metalen onderdelen op uw schip terwijl u de
aarde aan boord in stand houdt. Zoals eerder
vermeld, zorgt de Mass GI voor deze scheiding. De
Mass GI wordt geïnstalleerd tussen de walstroom en
de verbruikers aan boord in.
Als 3.5 kW walstroom niet genoeg is, kunnen tot vier
Mass GI’s parallel worden geschakeld, het te
leveren vermogen wordt dan verdeeld over de
apparaten. Zie hoofdstuk 9 voor meer details.
4.1 MasterBus communicatie
De Mass GI communiceert via het
MasterBusnetwerk. Dit netwerk wordt gebruikt voor
afstandsbediening en (alarm-) bewaking van de
Mass GI op afstand. Verder voor parallelconfiguratie en voor communicatie met andere
apparaten in het systeem. Zie de hoofdstukken 6 en
7 voor meer informatie over MasterBus.
4.2 Beveiliging
De Mass GI is beveiligd tegen overbelasting,
piekstroom, kortsluiting en te hoge temperatuur. Zie
paragraaf 5.1 voor LED-aanduidingen wanneer een
beveiliging in werking treedt.
4.2.1 Beveiliging tegen overbelasting
De Mass GI is uitgevoerd met een geïntegreerde
zekering die de ingangsstroom tot 16A beperkt.
Deze zekering schakelt de Mass GI op standby in
overbelastingssituaties en triggert het MasterBusalarm.
4.2.2 Tweede beveiliging tegen overbelasting
De Mass GI heeft ook een 20AT zekering.
Deze zekering verbreekt de stroomtoevoer van de
Mass GI, in dit geval is er geen MasterBus-alarm.
Om dit voor de Mass GI 3.5 ongedaan te maken,
dient u als volgt te handelen:
1. Zet de hoofdschakelaar (ref. 1) van de Mass GI
op Standby.
2. Schakel de voedingsbron van de Mass GI uit.
Schakel alle op de Mass GI aangesloten belastingen
uit.
3. Onderzoek waardoor de thermische zekering is
uitgeschakeld, bijvoorbeeld door overbelasting of
een kortsluiting.
4. Open het aansluitcompartiment (zie voor meer
informatie paragraaf 8.7).
5. Wacht tenminste twee minuten en schakel
daarna de thermische zekering weer in door de knop
in het aansluitcompartiment in te drukken, zie afb. 1
punt 10.
6. Sluit het aansluitcompartiment weer.
7. Schakel de voedingsbron van de Mass GI in.
8. Schakel de Mass GI in.
Als de zekering na korte tijd weer doorslaat, neem
dan contact op met uw Mastervolt-leverancier.
Bij de Mass GI 7.0 (MultiTap) is de 20AT fuse
aangebracht binnenin het apparaat. Daarom kunnen
correcties aan dit apparaat alleen worden uitgevoerd
door een gekwalificeerd vakman.
4.2.3 Piekstroombeveiliging
De Mass GI heeft een automatische
piekstroombeveiliging.
4.2.4 Kortsluitingsbeveiliging
De Mass GI is beveiligd tegen kortsluiting met een
zekering die doorslaat wanneer gedurende één
seconde kortsluiting optreedt. De Mass GI zal dan
op Standby gaan, de Short circuit-LED licht op en
het MasterBus-alarm gaat aan.
4.2.5 Thermische beveiliging
De Mass GI is beveiligd tegen te hoge temperatuur
met drie geïntegreerde thermische zekeringen. Als
één van deze zekeringen doorslaat, schakelt de
Mass GI naar Standby, de High Temperature LED
licht op en het MasterBus-alarm gaat aan.
4.2.6 Beveiliging MasterBusvoeding
De MasterBus-voeding (interne aux-voeding) is
beveiligd met een 1A zekering.
32Juni 2009 / Mass GI / NL
Page 9
5 BEDIENING
U zet de Mass GI aan door de hoofdschakelaar (fig.
1, punt 1) op “ON” te zetten. Als er geen fout is, zal
de groene ON LED hierna oplichten. De Mass GI
wekt dan een AC uitgangsspanning op.
Zet de hoofdschakelaar op Standby om de Mass GI
uit te zetten. In Standby blijft de Mass GI verbonden
met het lichtnet!
5.1 Resetten van de Mass GI
Als de Mass GI in foutmode is, kunt u deze op twee
manieren resetten:
1. Door de Mass GI uit en weer aan te zetten met
de hoofdschakelaar (afbeelding 1, punt 1).
2. Door middel van de MasterBusfunctie Restart
(paragraaf 7.1).
BEDIENING
5.2 Onderhoud
De Mass GI is een onderhoudsvrij product. Gebruik
eventueel een zachte droge doek om de Mass GI
schoon te maken. Gebruik nooit vloeibare, bijtende
of schurende middelen.
Voor een optimale en betrouwbare werking dient u
uw installatie regelmatig, tenminste eenmaal per
jaar, te controleren. Repareer defecten zoals losse
verbindingen, verbrande kabels en dergelijke
onmiddellijk.
5.3 LED-indicatoren
De bediening van de Mass GI wordt weergegeven
door middel van LEDs op het frontpaneel, zie de
tabel hieronder voor de uitleg.
Illuminating
LED
f
100%
uvp / ovp
g
a Aan Mass GI is ingeschakeld.
e
75%
d
50%
High temp
c
25%
b
5%5%
Short circuit
on
a+b Normaal Geleverde stroom: 5% van nominale stroom.
a+b+c Normaal
h
a+b+c+d Normaal
a+b+c+d+e Normaal
a+b+c+d+e
i
+f yellow
a+b+c+d+e
+f red
stand by
a
On
f red Foutmode Mass GI is uitgeschakeld door overbelasting.
g Foutmode Mass GI is uitgeschakeld door te lage of te hoge
g blinking Foutmode Mass GI is uitgeschakeld door een verkeerde
ISOLATION TRANSFORMER
h Foutmode Mass GI is uitgeschakeld door een te hoge temperatuur.
i Foutmode Mass GI is uitgeschakeld door kortsluiting.
Tabel: Front LEDs met functie
Status Meaning
Geleverde stroom: 25% van nominale stroom.
Geleverde stroom: 50% van nominale stroom.
Geleverde stroom: 75% van nominale stroom.
Normaal
Overbelasting
Geleverde stroom: 100% van nominale stroom.
Geleverde stroom: 100% > nominale stroom,
Mass GI schakelt binnenkort uit door overbelasting.
ingangsspanning.
wisselstroomfrequentie aan de ingang.
NL / Mass GI / Juni 200933
Page 10
MASTERBUS
6 MASTERBUS
6.1 Wat is MasterBus?
Alle apparatuur die geschikt is voor het
MasterBus-netwerk is herkenbaar aan
het MasterBus symbool.
MasterBus is een netwerk zonder centrale besturing.
Hiermee is communicatie mogelijk tussen de
aangesloten Mastervolt apparaten. Het is een
netwerk dat werkt volgens de technologie van CANbus welke zich reeds heeft bewezen in de
automobielmarkt. MasterBus zorgt voor de regeling
van de elektriciteitsvoorziening van alle aangesloten
apparatuur, zoals de omvormer, de acculader, de
generator en nog veel meer. Hiermee is het mogelijk
om de aangesloten apparaten met elkaar te laten
communiceren, bijvoorbeeld om een generator te
laten starten indien de accu’s bijna leeg zijn.
Met MasterBus wordt het opzetten van een
elektrische installatie aanzienlijk eenvoudiger dankzij
de toepassing van UTP communicatiekabels
waarmee alle apparaten op eenvoudige wijze met
elkaar worden verbonden. Hiertoe is ieder
component van het systeem uitgerust met twee
MasterBus communicatiepoorten. Zodra twee of
meer apparaten via deze communicatiepoorten met
elkaar in verbinding worden gebracht, vormen ze
een lokaal data netwerk, aangeduid als MasterBus.
Doordat hiervoor slechts enkele communicatiekabels
nodig zijn, kan aanzienlijk op de materiaalkosten en
installatietijd bespaard worden.
Voor centrale uitlezing en bediening van de
aangesloten apparatuur biedt Mastervolt een breed
scala aan afstandsbedieningspanelen. Hiermee
heeft u een volledig overzicht over de status van uw
elektrische installatie. Controle van het systeem is
mogelijk met een druk op de knop. Hiervoor zijn vier
verschillende panelen beschikbaar, variërend van
het kleine, Mastervision inpasbare (120 x 65mm),
LCD venster tot het full colour MasterView System
paneel. Alle afstandsbedieningspanelen zijn geschikt
voor zowel uitlezing, bediening als configuratie van
alle aangesloten MasterBus apparatuur.
Nieuwe apparatuur kan op eenvoudige wijze aan het
reeds bestaande netwerk worden toegevoegd door
het netwerk gewoonweg te verlengen. Dit geeft het
MasterBus netwerk een grote mate van flexibiliteit,
niet alleen vandaag, maar ook in de toekomst.
Bovendien levert Mastervolt diverse interfaces
waarmee u zelfs apparatuur kunt aansluiten die niet
geschikt is voor koppeling aan het MasterBus
netwerk Voor directe communicatie tussen het
MasterBus-netwerk en een product dat niet van
Mastervolt is, bevelen wij de Modbus interface aan.
WAARSCHUWING: Sluit nooit een nietMasterBus apparaat direct aan op het
MasterBus-netwerk! Hierdoor komt de
garantie op alle MasterBus apparaten te
vervallen.
34Juni 2009 / Mass GI / NL
Page 11
6.2 Hoe u een MasterBus netwerk opzet
Alle apparaten die geschikt zijn voor het MasterBus
netwerk zijn uitgerust met twee
communicatiepoorten. Zodra twee of meer
apparaten via deze communicatiepoorten met elkaar
in verbinding worden gebracht, vormen ze een
lokaal datanetwerk, aangeduid als MasterBus
Houdt u bij het maken van een MasterBus netwerk
aan de volgende regels:
Verbindingen tussen de apparaten maakt u met
behulp van standaard UTP kabels (straight).
Mastervolt kan u deze kabels leveren, maar ze
zijn ook in iedere computerwinkel verkrijgbaar.
MASTERBUS
De voor het netwerk benodigde elektrische
voeding wordt geleverd door de aangesloten
apparaten. Daarom moet tenminste een van de
apparaten in het netwerk in staat zijn om deze
voeding te leveren (zie specificaties).
Per voedend apparaat kunt u maximaal drie nietvoedende apparaten op het MasterBus netwerk
aansluiten. U kunt zonder problemen meerdere
voedende apparaten aansluiten.
OK
Afbeelding 4: UTP kabel
Zoals bij alle high speed data netwerken moeten
ook bij, MasterBus de uiteinden van het netwerk
worden afgesloten met een terminating device.
OK
1-8
Afbeelding 5: Elektrische voeding
Maak geen ringnetwerken
Afbeelding 7: Geen ringnetwerken
Maak in het MasterBus netwerk geen
aftappingen met zogenaamde splitters.
Terminating
device
Terminating
device
OK
Afbeelding 5:Ttwee terminators
NL / Mass GI / Juni 200935
Afbeelding 8: Geen aftappingen
Page 12
MASTERBUS OP DE MASS GI
7 MASTERBUS OP DE MASS GI
7.1 Monitoring
Variabele Omschrijving Fabrieks-
instelling
Status Status Mass GI - OK,Stand by,Walstroom afw., Wachtend,
Ingangsspanning Spanning aan de ingang van de GI - 0-300 V
Ingangsstroom Stroom aan de ingang van de GI - 0-16 A
Vermogen Ingangsvermogen van de Mass GI - 0-5.0 kW
Frequentie Ingangsfrequentie - 35-70 Hz
7.2 Alarm
Variabele Omschrijving
Overspanning Ingangsspanning boven 253V.
Undervoltage Ingangsspanning onder 90V.
Temperatuur hoog De interne temperatuur hoger dan 90°C/194°F, de Mass GI is in foutmode.
Kortsluiting Gedurende een bepaalde tijd is er een te hoge stroom gemeten.
Overbelasting De belasting aan de uitgang te hoog.
Frequentiefout De ingangsfrequentie valt buiten bereik: onder 45Hz of boven 65Hz.
7.3 History
Categorie Variabele Omschrijving
AC
aanwezig
Tijd Periode walstroom aanwezig sinds de laatste walstroomaansluiting.
Energie Verbruikte energie sinds de laatste walstroomaansluiting.
Max I Maximale ingangsstroom sinds de laatste walstroomaansluiting.
Gemiddelde I Gemiddelde ingangsstroom tijdens de laatste walstroomaansluiting.
Max V Maximum input voltage sinds de laatste walstroomaansluiting.
Gemiddelde U Gemiddelde ingangsspanning tijdens de laatste walstroomaansluiting.
Min U Minimum ingangsspanning sinds de laatste walstroomaansluiting.
AC afwezig Tijd Verstreken tijd zonder walstroom.
Totaal
Looptijd Totale bedrijfstijd sinds de Mass GI in gebruik is genomen.
Energie Totale verbruikte energie sinds het eerste gebruik van de Mass GI.
Gemiddelde I Gemiddelde ingangsstroom sinds het eerste gebruik van de Mass GI.
Recente
alarmen
Recent Kies een alarm om te bekijken (max. 9 alarmen kunnen worden opgeslagen).
Alarm Laat het actuele alarm zien, indien van toepassing.
Ingangsspanning Ingangsspanning op het tijdstip dat het getoonde alarm werd gegeven.
Uitgangsspanning Uitgangsspanning op het tijdstip dat het getoonde alarm werd gegeven.
Uitgangsstroom Uitgangsstroom op het tijdstip dat het getoonde alarm werd gegeven.
7.4 Configuratie algemeen
Deze instellingen zijn niet te vergrendelen zodat u ze eenvoudig kunt wijzigen. Alle andere instellingen zijn wel
vergrendelbaar, om ongewenste wijziging van (systeem-) instellingen bij dagelijks gebruik te vermijden.
Variabele Omschrijving Fabrieks Bereik
Taal Stel de taal in van de Mass GI. Engels Zie specificaties
Apparaatnaam Naam van de Mass GI binnen MasterBus. Mass GI Max. 12 karakters
7.5 Reset van de instellingen
Variabele Omschrijving
Reset Met deze optie zet u de Mass GI terug naar de fabrieksinstellingen
7.6 Event-instellingen
Met Event-instellingen kunnen variabelen van de Mass GI worden gebruikt om andere apparaten aan te sturen.
Variabele Omschrijving Default Bereik
Evt X bron Event van de Mass GI waarbij een ander
MasterBusapparaat een actie moet uitvoeren.
Uitgeschakeld
Zie de eventbronlijst in par. 7.7
X kan 1 tot en met 9 zijn.
Evt X doel Kies een MasterBusapparaat om een opdracht uit te
Kies… Keuze is systeem-afhankelijk.
voeren bij een Event van de Mass GI.
Evt X
commando
Commando, uit te voeren door het doelapparaat. Kies… Zie commandolijst van het
gekozen event-doel.
Evt X data Data stuurt het commando. Zie afb. 9 voor uitleg. Uit Uit, Aan, kopiëren, Invert.
kopiëren, Omschakelen.
Input
Input is een puls, gevolgd door een langer signaal.
On (Aan) verandert de status van het commando
naar On bij het eerste signaal.
Off (Uit) verandert de status naar Off bij het eerste
signaal.
Copy laat de status de input volgen.
Copy Invert laat de status het omgekeerde van de
input volgen.
Output
On
Toggle verandert de status bij het eerste signaal en
terug bij het tweede signaal. Dit type data wordt
vaak gebruikt in combinatie met een pulsschakelaar.
Off
Copy
Copy
Invert
Toggle
Afbeelding 9: Event data
7.7 Eventbronlijst Mass GI
Variabele Omschrijving
Load 5% Mass GI belasting is 5% van de maximale belasting.
Load 25% Mass GI belasting is 25% van de maximale belasting.
Load 50% Mass GI belasting is 50% van de maximale belasting.
Load 75% Mass GI belasting is 75% van de maximale belasting.
Load 100% Mass GI belasting is 100% van de maximale belasting.
Pre overload Mass GI komt in “overbelasting” als de huidige belasting aanhoudt.
Fan on De interne ventilator is ingeschakeld.
Failure mode Mass GI is in foutmode
7.8 Eventdoellijst Mass GI
Variabele Omschrijving
Restart Start de Mass GI opnieuw
NL / Mass GI / Juni 200937
Page 14
INSTALLATIE STAND ALONE
8 INSTALLATIE STAND ALONE
In dit hoofdstuk beschrijven we de installatie van een
stand alone Mass GI. In hoofdstuk 9 beschrijven we
de installatie van Mass GI’s in parallelschakeling.
8.1 Uitpakken
De levering omvat de volgende onderdelen:
• Mass GI
• MasterBuskabel (in aansluitcompartiment)
• MasterBus terminator (in aansluitcompartiment)
• Deze gebruikershandleiding. Bewaar deze
handleiding op een veilige plaats!
Controleer na het uitpakken de Mass GI op
mogelijke schade. Gebruik de Mass GI niet als deze
beschadigd is. Neem in geval van twijfel contact op
met uw leverancier.
8.2 Voordat u begint
• Wees er zeker van dat de walstroom is
uitgeschakeld gedurende de hele installatie.
• Vergewis u ervan dat de hoofdschakelaar op
Standby staat. Zie afb. 1, punt 1.
• Verbind nooit de wisselstroomuitgang van de
Mass GI met een van buiten komende
stroombron.
8.3 Extra benodigdheden
Elke Mass GI wordt tegen de muur gemonteerd met
vier schroeven (ringen en pluggen), aanbevolen
maat m8. Gebruik passende materialen die het
gewicht van de Mass GI kunnen dragen.
8.4 Aderdoorsnedes
Te dunne kabels en/of losse verbindingen kunnen
gevaarlijke oververhitting van de kabels en/of
aansluitklemmen veroorzaken. Gebruik daarom
kabels met de juiste doorsnede en draai alle
verbindingen goed vast om overgangsweerstanden
zoveel mogelijk te beperken. Zie onderstaande tabel
voor de juiste aderdoorsnee:
Model WisselstroomMin. kabel-
doorsnede
Mass GI 3.5 0-16 A 2.5 mm² 13
Mass GI 7.0 16-35 A 4 mm² 8
8.5 Keuze van de plaats om te installeren
Houdt u aan de volgende bepalingen tijdens de
installatie:
• Gebruik de Mass GI nooit op een plaats met
gevaar voor gas- of stofexplosies.
• Monteer de Mass GI zo dat de luchtstroom door
de ventilatieopeningen niet wordt belemmerd.
• Er mogen geen voorwerpen binnen een afstand
van 10 cm/ 4 inch rondom de Mass GI worden
geplaatst.
• Voor optimale luchtstroming moet de Mass GI
altijd verticaal worden opgehangen: met de
kabelwartels naar beneden gericht.
8.6 Montage tegen een wand
Zó bevestigt u de behuizing:
1. Bepaal de plaats van de vier montagegaten
aan de hand van de tekening met afmetingen in
paragraaf 12.2.
2. Draai de schroeven in het oppervlak, maar
draai ze nog niet helemaal vast.
3. Plaats de behuizing over de schroeven.
4. Draai alle schroeven / bouten stevig vast.
8.7 Openen van het aansluitcompartiment
Het aansluitcompartiment mag nooit worden
geopend als de Mass GI is verbonden met een
spanningsbron.
1
Step 1
2x
Step 2
Afbeelding10
Zie afbeelding 10. Stappen:
1. Draai de twee kruiskopschroeven die de
afsluitplaat (ref. 1) vasthouden, twee slagen los.
2. Schuif de afdekplaat van de behuizing (ref. 1)
naar beneden.
3. De aansluitingen en de zekering zijn nu
bereikbaar.
38Juni 2009 / Mass GI / NL
Page 15
8.8 Bekabeling
De bedrading wordt aangesloten binnen in het
aansluitcompartiment. De bedrading kan, indien
nodig, achterlangs van boven naar beneden lopen.
Voer de bedrading altijd eerst door de wartels
(afbeelding 1, punt 5), en sluit de bedrading dan op
de aansluitklemmen aan.
Strip de bedrading zoals aangegeven in afbeelding
11. Strip de aders over een lengte van 8 mm.
De kabeldiameter moet tussen de 10 en 14
mm liggen, omdat anders de trekontlasting
van de kabelwartel niet werkt.
WAARSCHUWING: Sluit de aardedraad
(PE/GND) van de walstroom NIET aan op
het centraal aardpunt of de PE/GND
aansluiting van de AC-uitgang!
OPMERKING: Voor een veilige installatie
dient u:
• zowel de aarde (PE/GND) als de nul (N) van
de uitgang van de Mass Galvanic Isolator door te
verbinden met het aardpunt (afbeelding 16), dat in
verbinding moet staan met het centrale aardpunt dat
op zijn beurt weer met de scheepsromp in
verbinding staat.
• in het uitgangscircuit van de Mass GI een
aardlekschakelaar (RCD) op te nemen.
Raadpleeg hiertoe de plaatselijk toegepaste
richtlijnen.
8.9 Aansluiting
1. Sluit de belasting aan op de AC-uitgang
(afbeelding 16).
2. Sluit de walstroomvoorziening aan op de AC
ingang (afbeelding 17). Fase op L, Neutraal op N, en
Aarde op PE/GND.
INSTALLATIE STAND ALONE
5 cm
minimum
PE/GND
groen/geel
L / fase
bruin
N / nul
blauw
Europa
230V AC
Enkelfase
5 cm
L / fase
zwart
mimimum
PE/GND
groen
N / neutral
wit
USA
120V AC
Enkelfase
5 cm
L1 / fase
zwart
mimimum
PE/GND
groen
L2 / fase
rood
USA
240 V AC
Tweefase
Afbeelding 11: Bekabeling
8.10 Ingebruikname na installatie
1. Draai alle wartels (afb. 1, punt 5) stevig vast
zodat de kabels voorzien zijn van een trekontlasting
2. Controleer alle bedrading en verbindingen.
3. Sluit de afsluitplaat van het aansluitcompartiment. Let er op dat de bekabeling de
luchtstroom niet verstoort en de ventilator
(afbeelding 1, punt 11) niet blokkeert.
De Mass GI is nu gereed voor gebruik!
NL / Mass GI / Juni 200939
Page 16
TWEE TOT VIER MASS GI’S PARALLEL (EXTRA INFORMATIE)
9 TWEE TOT VIER MASS GI’S PARALLEL (EXTRA INFORMATIE)
Voor walaansluitingen van meer dan 16A (32A),
kunnen meerdere Mass GI’s parallel worden
gebruikt (maximaal vier Mass GI’s 3.5 of twee Mass
GI’s 7.0/ 7.0 MultiTap).
LET OP!
In parallelschakeling moeten alle
ingangen zijn verbonden met dezelfde
fase!
WAARSCHUWING!
Verbind de uitgang(en) nooit aan een
andere stroombron!
Zie afbeelding 12 voor installatie. Stappen:
1. Sluit de Mass GI’s op elkaar aan met
MasterBuskabels.
2. Sluit de last aan op de AC-uitgang van de
Mass GI (afbeelding 16).
3. Sluit de binnenkomende walstroom aan op de
AC-ingang van uw Mass GI’s. Fase aan L, Nul aan
N en Aarde aan PE (afbeelding 17).
9.1 Installatie van vier Mass GI’s parallel
(alleen Mass GI 3.5)
Extra benodigdheden voor 4 Mass GI’s: 16
schroeven (ringen en pluggen), aanbevolen maat
m8. Gebruik passende materialen die het gewicht
van de Mass GI kunnen dragen.
Bij meer dan vier Mass GI’s, heeft u meer groepen
nodig. U moet de setup dan handmatig uitvoeren.
Voor maximale prestaties moeten alle
ingangs- en uitgangskabels dezelfde
lengte hebben. Bij de installatie van meer
dan twee Mass GI’s bevelen wij een
sterconfiguratie aan zoals u ziet op
afbeelding 12.
Ingang 2.5 mm
Uitgang2.5 mm
2
2
MasterBus
Walstroomingang 10 mm
Lastuitgang 10 mm
2
2
Afbeelding 12: Parallelschakeling van vier Mass GI’s in één groep (alleen Mass GI 3.5).
9.2 Parallelbedrijf in één groep
In één groep werken alle Mass GI’s in het
MasterBusnetwerk parallel. Parallelinstelling gebeurt
automatisch via MasterBuscommunicatie. Als twee,
drie of vier apparaten worden herkend in een
MasterBus susteem, gaat het systeem ervan uit dat
deze parallel staan.
9.3 Meerdere groepen Mass GI’s parallel
Met meer dan vier Mass GI’s parallel heeft u meer
dan één groep nodig. Bijvoorbeeld 8 Mass GI’s
kunnen worden geconfigureerd als twee groepen
van vier Mass GI’s die parallel staan. In deze situatie
is het nodig om het systeem extra te configureren.
Per groep Mass GI’s moet één apparaat worden
benoemd als master. Dit gebeurt onder
Configuration/parallel. Hierna kan het gewenste
aantal Mass GI’s worden gekozen om parallel met
de Master door selectie van Product 1 t/m 4. Let op:
Product 1 is het apparaat dat als Master is gekozen.
Hernoem de Mass GI als u meerdere
groepen Mass GI’s gaat configureren,
bijvoorbeeld transformator 1, enz.
Als de automatische parallelconfiguratie
van de Mass GI’s niet wenselijk is, kies
dan ”Master” op de apparaten zonder extra
apparaten te kiezen om hiermee parallel te
draaien. Hiermee stelt u zelfstandig
werkende apparaten in die niet
automatisch parallel gaan werken.
Mass GI 14
MV Easy
M
ASTERVOLT
M
ASTERVOLT
On
On
40Juni 2009 / Mass GI / NL
Page 17
TWEE TOT VIER MASS GI’S PARALLEL (EXTRA INFORMATIE)
9.4 Beveiligingen in parallelconfiguratie
De afbeelding hieronder toont de aanbevolen
beveiligingen en hun waardes voor
parallelconfiguratie. Aan de gemeenschappelijke
ingang is een enkele automatische zekering
voldoende, mits deze de totale ingangsstroom aan
Thermal
Magnetic
kan. Aan de uitgang moet elke Mass GI worden
voorzien van een eigen automatische zekering. De
gemeenschappelijke uitgang moet een
aardlekschakelaar bevatten die de totale
uitgangsstroom aan kan.
= Input
= Output
= MasterBus
32A
1 Mass GI 3.5: 16 A
2 Mass GI 3.5: 32 A
3 Mass GI 3.5: 50 A
4 Mass GI 3.5: 63 A
1 Mass GI 7.0: 32 A
2 Mass GI 7.0: 63 A
Afbeelding 13: Beveiligingen bij parallelschakeling.
32A
NL / Mass GI / Juni 200941
Page 18
SNELLE INSTALLATIE
10 SNELLE INSTALLATIE
Dit hoofdstuk geeft een kort overzicht
1
van een stand alone Mass GI –
installatie. Lees echter wel de hele
handleiding voor de aansluitingen, extra
mogelijkheden, de beste prestaties van
uw Mass GI en jaren van onbekommerd
gebruik.
Het elektrisch system moet zijn
2
losgekoppeld van elke stroombron
tijdens de hele installatie.
Monteer de Mass GI tegen een
3
verticaal oppervlak
cm / 4 inch ruimte rond het apparaat!
Afbeelding 14
Open het aansluitcompartiment.
4
• Draai de twee kruiskopschroeven
• Schuif het deksel uit de behuizing.
. Houd tenminste 10
Gebruik M8- of
M10-schroeven.
los waarmee het deksel is
bevestigd.
Verbind de belasting met de AC-uitgang
5
van de Mass GI. Wij raden aan om de PE
(aarde AC-uitgang) en de Nul (N) te
verbinden met het centrale aardpunt dat is
gekoppeld aan de scheepsromp Past u
daarbij een aardlekschakelaar toe in de
Afbeelding 16
bekabeling van de AC-uitgang. Houdt u
aan de plaatselijk toegepaste regels.
RCD
Mass GI 7.0/
Mass GI 3.5
Verbind de walstroom-contraplug via een
6
automatische zekering met de AC-ingang
van de Mass GI. Fasekabel aan L, Neutraal aan N, Aarde aan PE. Verbind de
aardkabel (PE) van de walstroom NIET met
het centrale aardpunt van
het schip, noch met de
uitgangs-aardaansluiting
of de Mass GI-behuizing.
RCD
Autom.
zekering
7.0 MultiTap
Afbeelding 17
Afbeelding 15
Stap 1
2x
Stap 2
Afbeelding 18
Sluit het aansluit-
7
compartiment. Sluit de Mass
GI aan op de walstroom.
Schakel de Mass GI op On.
Controleer de “On”-LED en
check of de fout-LEDs uit
staan. Koppel de Mass GI los
als er een fout optreedt en kijk
de Mass GI na.
42Juni 2009 / Mass GI / NL
Page 19
11 PROBLEEMOPLOSSING
Zie paragraaf 5.3 voor uitleg bij de LEDs
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Geen uitgangsvermogen,
alle LEDs zijn uit.
Geen walstroom
20AT zekering is
Geen uitgangsvermogen,
alleen de On-LED (afb. 1
punt 2) licht op.
Geen uitgangsvermogen,
OVP/UVP LED licht op.
Geen uitgangsvermogen,
OVP/UVP LED knippert.
Geen uitgangsvermogen,
High temp LED licht op.
Geen uitgangsvermogen,
Short circuit-LED licht op.
Geen uitgangsvermogen,
“100%” LED licht rood op.
MasterView Easy paneel
aangesloten op de Mass
GI (optie), geen
communicatie.
De parallelle GI’s zijn door
overbelasting
uitgeschakeld terwijl de
belasting lager is dan
3.5 (7.0) Kw per apparaat.
Geen functie van het
externe display.
Langzame of geen
MasterBus-communicatie.
Hoofdschakelaar staat op
Zet de Mass GI aan, zie hoofstuk 5.
STAND BY.
Controleer de automatische zekering van de walstroom
beschikbaar op AC-ingang
(op de kade). Controleer de walstroomkabels.
Reset de zekering (zie paragraaf 4.2.2).
doorgeslagen.
De aardlekschakelaar is
doorgeslagen.
De Mass GI werkt normaal. Controleer de
aardlekschakelaar (indien toegepast) aan de AC-
uitgang.
De ingangsspanning is/
was te hoog of te laag.
Controleer de ingangsspanning. Reset daarna de
Mass GI door deze standby en weer aan te zetten of
met de MasterBusfunctie Restart (paragraaf 5.2).
De ingangsfrequentie is/
was te hoog of te laag.
Omgevingstemperatuur is
te hoog.
Controleer de ingangsfrequentie. Reset daarna de
Mass GI (paragraaf 5.2).
Controleer de temperatuur. Verminder de last en laat
de Mass GI afkoelen. Reset daarna de Mass GI
(paragraaf 5.2).
Ventilator is geblokkeerd. Controleer of de ventilator niet is geblokkeerd door de
kabels in het aansluitcompartiment. Zie paragraaf 8.7
om het aansluitcompartiment te openen.
Er is te veel belasting
aangesloten.
Verminder de last en laat de Mass GI afkoelen.Reset
daarna de Mass GI (paragraaf 5.2).
Gebruik een extra Mass GI parallel.
Kortsluiting aan de uitgang. Maak de kortsluiting ongedaan. Reset daarna de Mass
GI (paragraaf 5.2).
Overbelasting. Verminder de last en laat de Mass GI afkoelen.Reset
daarna de Mass GI (paragraaf 5.2).
Het paneel is uitgeschakeld
of MasterBus werkt niet
correct.
Controleer MasterBuskabels, aan beide uiteinden van
het MasterBusnetwerk moet een terminator zijn
geplaatst.
Installatiefout. Kabellengtes en diktes moeten gelijk zijn voor alle
apparaten. Zie hoofdstuk 9.
Display is uitgeschakeld. Zet het display aan, lees de handleiding hiervan.
Fout in de kabels. Controleer de MasterBuskabels.
Geen voedend apparaat
beschikbaar op het
MasterBusnetwerk.
Fout in de MasterBus-
Met de walstroom afgekoppeld voedt de Mass GI het
MasterBusnetwerk niet. Tenminste één ander
aangesloten MasterBusapparaat moet voedend zijn.
Controleer de MasterBuskabels.
bekabeling
Geen terminator aan beide
uiteinden van het netwerk.
MasterBus is als een
ringnetwerk
Aan beide uiteinden van het MasterBusnetwerk moet
een terminator zijn geplaatst (paragraaf 6.2).
Ringnetwerken zijn niet toegestaan. Controleer de
aansluitingen van het netwerk (paragraaf 6.2).
geconfigureerd.
PROBLEEMOPLOSSING
NL / Mass GI / Juni 200943
Page 20
TECHNISCHE GEGEVENS
12 TECHNISCHE GEGEVENS
12.1 Specificaties Mass GI
Model Mass GI 3.5
Artikelnummer
Nominaal vermogen
Ingang
Ingangsspanning
Ingangsfrequentie
Nominale ingangsstroom
Nullast wisselstroomverbruik
Standby wisselstroomverbruik
Gelijkstroomverbruik zonder
8800355
3500VA bij 230V
90-255V
45..65Hz
16A continu
≤ 60 W rms
≤ 600 mA rms/ 11W
≤ 10mA
MasterBus-verkeer
Aardlekbeveiliging Niet intern aanwezig, er is een externe aardlekschakelaar nodig
Uitgang
Uitgangsspanning Gelijk aan