MASTERVOLT MLI Ultra 1250 12 V / 100 Ah Lithium Charger/Inverter Combo Pack, CombiMaster Inverter / Charger 24 V / 3000 VA / 60 A, CombiMaster Inverter / Charger 24 V / 2000 VA / 40 A, CombiMaster Inverter / Charger 12 V / 3000 VA / 100 A, CombiMaster Inverter / Charger 12 V / 2000 VA / 60 A Manual [nl]

Page 1
COMBIMASTER
230V serie
GECOMBINEERDE OMVORMER/LADER
MET AC-IN ONDERSTEUNING
GEBRUIKERS- EN INSTALLATIEHANDLEIDING
Page 2
2
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
INHOUDSOPGAVE
1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES ..................................... 3
1.1 Beoogde doel ..................................................... 3
1.2 Algemeen ........................................................... 3
1.3 Explosieve gassen .............................................. 3
1.4 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen ................... 4
1.5 Instructies voor aarding ...................................... 4
1.6 Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik
van accu's ........................................................... 4
1.7 Waarschuwing betreffende
levensondersteunende toepassingen ................. 4
2 ALGEMENE INFORMATIE ........................................ 5
2.1 Gebruik van deze handleiding ............................ 5
2.2 Aansprakelijkheid ............................................... 5
2.3 Garantie .............................................................. 5
2.4 Identificatiesticker ............................................... 5
2.5 Correcte verwijdering van dit product ................. 5
3 PRODUCTOMSCHRIJVING ....................................... 6
3.1 Overzicht van de aansluitingen........................... 6
3.2 Bedrijfsmodi ........................................................ 6
3.3 Afstandsbediening .............................................. 7
3.4 Beveiliging .......................................................... 7
4 INSTALLATIE ............................................................. 8
4.1 Uitpakken ........................................................... 8
4.2 Plaats ................................................................. 8
4.3 Accu's ................................................................. 8
4.4 Aansluitvoorbeeld ............................................... 9
4.5 Bekabeling .......................................................... 9
4.5.1 DC-bekabeling ......................................... 9
4.5.2 AC-bekabeling ....................................... 10
4.5.3 AC-veiligheidsaarding ........................... 10
4.5.4 Netwerkbekabeling (CZone/MasterBus) 10
4.6 Benodigdheden ................................................ 11
4.7 Stapsgewijze installatie ..................................... 11
4.8 Accessoireconnector (droge contacten) ............ 14
4.8.1 Afstandsbediening .................................. 14
4.8.2 Alarmuitgang .......................................... 14
4.9 Systeemintegratie (CZone/MasterBus) ............. 15
5 INSTELLINGEN ........................................................ 16
5.1 Instellingen DIP-switches .................................. 16
5.2 MasterBus-configuratie ..................................... 17
5.2.1 Bewaken (Monitoring) ............................ 17
5.2.2 Alarmen (Alarms) ................................... 17
5.2.3 Geschiedenis (History) ........................... 17
5.2.4 Configuratie-instellingen (Configuration) 18
5.2.5 Events – Systeemautomatisering ........... 19
5.3 CZone-configuratie ............................................ 21
6 BEDIENING ............................................................... 23
6.1 Inschakelen/ Alleen opladen ............................. 23
6.2 Statusleds ......................................................... 23
6.3 3-traps+ laadproces .......................................... 24
6.4 Temperatuurgecompenseerd laden .................. 24
6.5 De thermische zekering na een overbelasting
resetten ............................................................. 25
6.6 Onderhoud ........................................................ 25
6.6.1 Buitengebruikstelling .............................. 25
6.6.2 Opslag en vervoer .................................. 25
7 PROBLEMEN OPLOSSEN ....................................... 26
8 TECHNISCHE GEGEVENS ...................................... 27
8.1 Specificaties omvormer ..................................... 27
8.2 Specificaties lader ............................................. 28
8.3 Specificaties omschakelsysteem ....................... 29
8.4 Diversen ............................................................ 29
8.5 Afmetingen ........................................................ 30
Page 3
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
3

1 VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES
Lees de hele handleiding door voordat u de CombiMaster gebruikt. Bewaar deze handleiding op een veilige plaats.

1.1 Beoogde doel

Gebruik de CombiMaster uitsluitend:
voor het laden van loodzuur- en Lithium Ion-accu's en voor het voeden van de op de accu's aangesloten gebruikers, in vast opgestelde installaties;
voor het omvormen van een gelijkspanning uit een accu naar een wisselspanning;
aangesloten op een speciale poolzekering en aardlekschakelaar;
met een zekering die de bekabeling tussen de CombiMaster en de accu beschermt;
in technisch correcte toestand;
in een goed geventileerde ruimte, beschermd tegen regen, condens, vocht en stof;
met inachtneming van de instructies in de gebruikershandleiding.

1.2 Algemeen

1. Het apparaat mag niet worden gebruikt door kinderen of personen met beperkte fysieke, zintuiglijke of geestelijke
vermogens of die onvoldoende ervaring en kennis hebben, tenzij zij onder toezicht staan of worden geïnstrueerd.
2. Het risico op elektrische schok beperken – Stel de CombiMaster niet bloot aan regen, sneeuw, spatten, vocht,
bovenmatige verontreiniging of condenserende omstandigheden. Om het risico op brand te verminderen, mag u de ventilatieopeningen nooit afdekken of blokkeren. Installeer de CombiMaster niet in een niet-geventileerde ruimte, want dit kan leiden tot oververhitting.
3. Het gebruik van een accessoire of (reserve)onderdeel dat niet door Mastervolt wordt aanbevolen of verkocht, kan leiden
tot brand, een elektrische schok of lichamelijk letsel.
4. De CombiMaster is bedoeld voor permanente aansluiting op een elektrisch systeem met wissel- en gelijkstroom. De
installatie van en werkzaamheden aan de CombiMaster mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd en opgeleid personeel, in overeenstemming met de lokaal geldende normen en voorschriften.
5. Zorg ervoor dat alle kabels correct zijn geïnstalleerd en zich in goede elektrische toestand bevinden en dat draden van
voldoende doorsnede zijn voor de nominale wisselstroomsterkte van de CombiMaster. Controleer de bekabeling regelmatig, minstens eenmaal per jaar. Gebruik de CombiMaster niet als de bekabeling een te kleine doorsnede heeft of beschadigd is.
6. Gebruik de CombiMaster niet als deze een harde klap heeft ondergaan, is gevallen of op een andere manier is
beschadigd. Neem contact op met uw leverancier of Mastervolt.
7. Met uitzondering van het aansluitcompartiment (zie hoofdstuk 4) mag de CombiMaster niet worden geopend of
gedemonteerd. Er bevinden zich geen onderdelen in het apparaat die onderhoud nodig hebben. Voor onderhoud of reparatie brengt u het apparaat naar een gekwalificeerde onderhoudstechnicus. Onjuiste assemblage kan tot elektrische schokken of brand leiden.
8. Om het risico op elektrische schokken te beperken koppelt u de CombiMaster los van zowel het wisselstroom- als het
gelijkstroomsysteem voordat u met onderhoud of reiniging begint. Het uitschakelen van de bedieningsonderdelen is niet voldoende om het risico te beperken. Zorg ervoor dat derden de genomen maatregelen niet ongedaan kunnen maken.
9. Bij onjuiste polariteit of kortsluiting zullen de accu's, de CombiMaster en de bekabeling alsook accessoires ernstig
beschadigd raken. Zekeringen kunnen schade als gevolg van ompoling niet voorkomen en dit wordt niet door de garantie gedekt.
10. Gebruik in geval van brand een brandblusser die geschikt is voor het blussen van elektrische apparatuur.

1.3 Explosieve gassen

WAARSCHUWING RISICO OP EXPLOSIEVE GASSEN. HET WERKEN IN DE BUURT VAN EEN LOODZUURACCU IS GEVAARLIJK. ACCU'S
1.
GENEREREN TIJDENS HET NOR MALE GEBRUIK EXPLOSIEVE GASSEN
HANDLEIDING LEEST VOORDAT U DE
2. Om het risico op het ontploffen van de accu te beperken, dient u deze instructies en de instructies van de fabrikant van
de accu en van andere apparatuur die u in de buurt van de accu wilt gaan gebruiken, op te volgen. Neem veiligheidsmarkeringen op deze producten en op de motor in acht.
COMBIMASTER GAAT GEBRUIKEN EN DE INSTRUCTIES NAUWKEURIG OPVOLGT.
. DAAROM IS HET VAN HET GROOTSTE BELANG DAT U DEZE
Page 4
4
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding

1.4 Persoonlijke voorzorgsmaatregelen

1. Het is verstandig om iemand in de buurt te houden die hulp kan verlenen wanneer u in de buurt van een loodzuuraccu
werkt.
2. Draag oogbescherming en beschermende kleding. Vermijd contact met de ogen wanneer u in de buurt van een accu
werkt.
3. Rook NOOIT in de buurt van een accu of motor en vermijd vonken en open vuur.
4. Draag geen horloges, armbanden, kettingen of andere metalen voorwerpen bij het werken met accu's.

1.5 Instructies voor aarding

De CombiMaster dient te worden voorzien van een aardgeleiding, aangesloten op de aardklem/het aardpunt. Aardbekabeling en andere kabels dienen te voldoen aan de plaatselijk geldende wet- en regelgeving

1.6 Waarschuwingen met betrekking tot het gebruik van accu's

1. Gebruik de CombiMaster uitsluitend voor het laden van loodzuuraccu's en het voeden van op de accu's aangesloten
verbruikers, in vast opgestelde installaties. Gebruik de CombiMaster niet voor het opladen van oplaadbare batterijen uit huishoudelijke toestellen. Deze accu's kunnen openbarsten en lichamelijk letsel en materiële schade veroorzaken.
2. Probeer NOOIT niet-oplaadbare accu's op te laden.
3. Probeer NOOIT een bevroren accu op te laden.
4. Overmatige laadstroom en/of laadspanning kunnen accu's ernstig beschadigen. Overschrijd nooit de aanbevolen
ondergrens voor ontlading van uw accu's.
5. Als een accu moet worden verwijderd, dient u altijd eerst de geaarde aansluiting los te koppelen. Controleer of alle
accessoires zijn uitgeschakeld zodat er geen vlamboog kan ontstaan.
6. Zorg dat er geen accuzuur op de CombiMaster druppelt bij het vullen van de accu of het controleren van het soortelijk
gewicht van het elektrolyt.
7. Plaats de accu niet boven op de CombiMaster.

1.7 Waarschuwing betreffende levensondersteunende toepassingen

Mastervolt-producten zijn niet ontworpen om te worden gebruikt als onderdeel van medische apparatuur, tenzij dit in de vorm van een schriftelijke overeenkomst is overeengekomen tussen de klant en/of fabrikant en Mastervolt. Deze overeenkomst verplicht de fabrikant tot het nemen van aanvullende betrouwbaarheidstesten van de Mastervolt-onderdelen en/of het uitvoeren van deze testen als onderdeel van het productieproces. Tevens moet de fabrikant ermee akkoord gaan om Mastervolt te vrijwaren van en niet aansprakelijk te stellen voor eventuele claims voortkomend uit het gebruik van de Mastervolt-onderdelen in de levensondersteunende apparatuur.
Page 5
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
5
Model
Onderdeelnummer
12 V/2000 VA - 60 A
35012000
12 V/3000 VA - 100 A
35013000
24 V/2000 VA - 40 A
35022000
24 V/3000 VA - 60 A
35023000
Op de identificatiesticker staat belangrijke informatie die
LET OP!
Dit product is ontworpen en geproduceerd met materialen en onderdelen van hoge kwaliteit die kunnen worden gerecycled en hergebruikt. en elektronische producten. Volg de lokale voorschriften op en gooi uw oude producten niet weg bij het normale huishoudelijke afval.
PartNo: 35013000 Type: CombiMaster
24V/3000VA-60A 230V AC input: 90~230Vac, 50/60Hz DC output: 28.5Vdc, 60Adc DC input: 24Vdc, 108Adc Inverteroutput: 230Vac, 50/60Hz, 2600W
Serial No: K821A0001
Design by Mastervolt, Made in the PRC
Snijdersbergweg 93, 1105 AN Amsterdam.
TheNetherlands

2 ALGEMENE INFORMATIE

2.1 Gebruik van deze handleiding

Deze handleiding dient als leidraad voor het veilige en doeltreffende gebruik en onderhoud van de volgende CombiMaster­modellen:
Deze modellen worden hierna aangeduid als "CombiMaster".

2.2 Aansprakelijkheid

Mastervolt kan niet aansprakelijk worden gesteld voor:
schade ontstaan door het gebruik van de CombiMaster;
eventuele fouten in bijbehorende handleiding en de gevolgen daarvan;
ander gebruik geldend als niet conform de bestemming van het product.
Disclaimer: Onze producten worden voortdurend verder ontwikkeld en verbeterd. Daarom kunnen toevoegingen of wijzigingen aan de producten leiden tot wijzigingen in de technische gegevens en functionele specificaties. Aan dit document kunnen geen rechten worden ontleend. Raadpleeg onze actuele verkoopvoorwaarden.

2.3 Garantie

Mastervolt geeft een productgarantie op de CombiMaster gedurende de eerste twee jaar na aankoop, op voorwaarde dat het product wordt geïnstalleerd en gebruikt conform de instructies in deze handleiding. Installatie of gebruik niet conform deze instructies kan leiden tot verminderde prestaties, schade of falen van het product en kan de garantie ongeldig maken. De garantie is beperkt tot de kosten van de reparatie en/of vervanging van het product. Arbeids- en transportkosten vallen niet onder deze garantie.

2.4 Identificatiesticker

Onderdeelnummer
nodig is voor service of onderhoud. De identificatiesticker bevindt zich aan de rechterkant van de CombiMaster.
Serienummer K821A0001,
Verwijder nooit de identificatiesticker. Hierdoor vervalt de garantie.
apparaatversie "A".
Afbeelding 1: Identificatiesticker

2.5 Correcte verwijdering van dit product

Het correct verwijderen van uw oude product helpt potentiële negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid te vermijden.
Informeer u over de plaatselijke speciale inzamelpunten voor elektrische
Page 6
6
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
Voorzijde met open compartiment met aansluitingen
Onderzijde
Omvormermodus: Als er geen extern AC-vermogen
Ladermodus: Als het externe AC-vermogen beschikbaar
AC
DC
AC IN AC OUT
BATTERIES
AC
DC
AC IN AC OUT
BATTERIES

3 PRODUCTOMSCHRIJVING

De CombiMaster is een multifunctionele lader/omvormer. De CombiMaster combineert een omvormer, een acculader en een AC-omschakelautomaat.
3.1 Overzicht van de aansluitingen
Afbeelding 2: Aansluitingen
1 Jumper voor aardingssysteem 2 AC-ingang 3 Statusleds 4 M8 positieve accuklem 5 M8 negatieve accuklem 6 AC-uitgangsvermogen 7 DIP-switches

3.2 Bedrijfsmodi

beschikbaar is, levert de omvormer AC-vermogen op de AC-uitgangen. Als de spaarstand is ingeschakeld, wordt het accuverbruik verminderd wanneer AC OUT niet (d.w.z. minder dan 20 W gedurende 10 seconden) belast is. Houd er rekening mee dat kleine belastingen zoals WiFi-routers, satellietontvangers of digitale klokken waarschijnlijk niet werken in deze modus.
8 Resetbare thermische zekering (30 A) 9 Hoofdschakelaar 10 Aardpunt 11 CZone/MasterBus-aansluiting 12 Accessoires connector 13 Aansluiting temperatuursensor
wordt op de AC-ingang, wordt de accu geladen en levert de externe voeding vermogen op de AC-uitgang.
Page 7
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
7
Belasting op AC OUT < AC IN Limit
Belasting op AC OUT ≥ AC IN Limit
Ondersteuningsmodus AC-ingang: Als de vraag naar AC-
LET OP!
AC
DC
AC IN
6A 4A
AC OUT
BATTERIES
2A
AC
DC
AC IN
6A 6A
AC OUT
BATTERIES
0A
AC
DC
AC IN
AC OUT
B
ATTERIES
6A
9A
3
A
Power Sharing-modus: De CombiMaster reduceert automatisch het vermogen van de acculader wanneer de belasting die op de AC OUT is aangesloten, toeneemt terwijl het beschikbare vermogen op de AC IN beperkt is. Dit voorkomt dat de externe AC-zekeringautomaat wordt geactiveerd. Het niveau van de Power Sharing-functie, d.w.z. de instelling van AC In Limit (via display instelbaar), moet zodanig worden ingesteld dat deze overeenkomt met de waarde van de externe AC­zekeringautomaat.
vermogen nog steeds toeneemt, kan de externe AC­zekeringautomaat nog steeds worden geactiveerd als er niets gebeurt. Dit probleem kan worden opgelost met behulp van de AC IN-ondersteuningsmodus. Als de totale AC-energievraag de maximale externe voeding overschrijdt, kan via de omvormer energie aan AC OUT worden toegevoegd. Dit betekent dat de omvormer parallel aan de externe voedingsbron energie uit de accu's toevoegt.
Opmerking: Verschillende landen hebben verschillende voorschriften met betrekking tot AC-bronnen die parallel geschakeld
zijn aan het lichtnet. Dit kan betekenen dat in sommige situaties de AC IN-ondersteuningsmodus niet is toegestaan! Maak uzelf vertrouwd met de lokale voorschriften op dit gebied. AC-vermogen van de omvormer wordt nooit teruggeleverd aan het lichtnet.
Zie hoofdstuk 5 op pagina 16 voor de vereiste instellingen.

3.3 Afstandsbediening

De CombiMaster kan worden bewaakt via een afstandsbedieningspaneeel zoals de SmartRemote of een Touch 5 (in een CZone-netwerk). Bepaalde instellingen kunnen alleen worden aangepast vanaf een laptop/notebook of pc die via een USB­interface met de CombiMaster is verbonden.

3.4 Beveiliging

Overbelasting of kortsluiting: in de omvormermodus schakelt de CombiMaster uit na 5 seconden overbelasting van 200% of na 10 seconden overbelasting van 150%.
Overbelasting van omschakelautomaat: de omschakelautomaat van de CombiMaster is beveiligd tegen overbelasting en kortsluiting. Als de stroom door de omschakelautomaat van de CombiMaster te hoog is, koppelt de thermische zekering (item 8 op pagina 6) de AC-ingang los.
Hoge temperatuur: als de omgevingstemperatuur van de CombiMaster hoger is dan 40 °C, zorgt de omschakelautomaat ervoor dat het vermogen afneemt. Als de omgevingstemperatuur hoger is dan 60 °C, wordt de omschakelautomaat uitgeschakeld waarna de statusleds gaan branden en wordt eventueel een extern alarm geactiveerd.
De hoge temperatuur wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een aanhoudende zware belasting, een hoge omgevingstemperatuur of een verstoorde luchtstroom (stof of te weinig ruimte).
Zodra de temperatuur onder de grenswaarde daalt, wordt de omvormer weer ingeschakeld of wordt de laadstroom van de lader hervat.
Lage/hoge accuspanning: de CombiMaster kan een waarschuwing afgeven voor een lage of hoge accuspanning door de statusleds en CZone/MasterBus-alarmen te activeren.
Zie paragraaf 6.2 op pagina 23 voor een overzicht van de statusleds. Zie hoofdstuk 5 op pagina 16 voor de vereiste instellingen.
De CombiMaster is niet beveiligd tegen een omgekeerde polariteit van de DC-ingang of een zeer hoge overspanning (> 280 V
AC) in de AC-ingang en -uitgang.
Page 8
8
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
12 V/2000 VA - 60 A
120 −
600 Ah
80 −
200 −
120 −

4 INSTALLATIE

4.1 Uitpakken

De levering omvat:
CombiMaster
Temperatuursensor (1 stuks)
MasterBus-terminator (1 stuks)
Dropkabel CZone/MB (1 m) (1 stuks)
Montagebeugel
Gebruikers- en installatiehandleiding
Controleer na het uitpakken de inhoud op mogelijke beschadigingen. In geval van beschadigingen mag u het product niet gebruiken. Neem in geval van twijfel contact op met uw leverancier.
Controleer aan de hand van de identificatiesticker (zie paragraaf 2.4) of de accuspanning overeenkomt met de nominale uitgangsspanning van de CombiMaster (bijv. een accuset van 24 V voor een acculader van 24 V).
Controleer ook of de AC-uitgangsspanning en het uitgangsvermogen van de CombiMaster geschikt zijn voor de aan te sluiten belasting.

4.2 Plaats

De CombiMaster is uitsluitend ontworpen voor binnengebruik.
Omgevingstemperatuur: -25 °C tot 60 °C, vermogensafname boven de 40 °C.
Luchtvochtigheid: 5-95% zonder condensvorming
Montage aan wand (verticaal, IP 23) of aan tafelblad (horizontaal, IP 21)
Stel de CombiMaster niet bloot aan bovenmatig stof, agressieve omgevingen, ammoniak of zout.
Gebruik de CombiMaster niet in een afgesloten ruimte en let op dat ventilatie niet wordt belemmerd..
Er mogen geen voorwerpen binnen een afstand van 100 mm vanaf de CombiMaster aanwezig zijn.
Als de CombiMaster in de buurt van woonruimtes wordt geïnstalleerd, houd er dan rekening mee dan de ventilator van de
CombiMaster tijdens het gebruik geluid kan produceren.
Als de CombiMaster in een CZone- of MasterBus-netwerk wordt geïnstalleerd, houd dan rekening met de voeding van het
netwerk.
Hoewel de CombiMaster volledig voldoet aan alle geldende EMC-normen, kan deze desondanks hinderlijke storing in
radiocommunicatieapparatuur veroorzaken. Als een dergelijke storing optreedt, wordt aangeraden de afstand tussen de CombiMaster en de apparatuur te vergroten, de ontvangstantenne te verplaatsen of de apparatuur aan te sluiten op een ander circuit dan dat waarop de CombiMaster is aangesloten.
Plaats de CombiMaster nooit pal boven de accu die wordt opgeladen, aangezien de gassen uit de accu de CombiMaster
doen corroderen en kunnen beschadigen.

4.3 Accu's

Model Aanbevolen accucapaciteit
24 V/2000 VA - 40 A
12 V/3000 VA - 100 A
24 V/3000 VA - 60 A
400 Ah
1000 Ah
600 Ah
Minimum gebaseerd op Mastervolt Gel-accu's. Als u accu's van een andere fabrikant aansluit, zorg er dan voor dat de aanbevelingen van de fabrikant worden opgevolgd.
Page 9
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
9
Doorsnede DC-kabel
Model
< 3 m
3-5 m
12 V/2000 VA - 60 A
70 mm2 / 2/0 AWG
95 mm2 / 3/0 AWG
12 V/3000 VA - 100 A
95 mm2 / 3/0 AWG
120 mm2 / 4/0 AWG
24 V/2000 VA - 40 A
35 mm2 / 2 AWG
50 mm2 / 1 AWG
24 V/3000 VA - 60 A
50 mm2 / 1 AWG
70 mm2 / 2/0 AWG

4.4 Aansluitvoorbeeld

Opmerking: Dit schema biedt een globaal overzicht van de plaatsing van de CombiMaster in een circuit. Het dient niet om
gedetailleerde bekabelingsinstructies te geven voor een specifieke elektrische installatie.
Afbeelding 3: Installatieschema CombiMaster

4.5 Bekabeling

WAARSCHUWING!
De draaddoorsneden in deze handleiding dienen slechts als richtlijn. Houd u altijd aan alle lokale regels en voorschriften.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat de CombiMaster zich in een goed geventileerde ruimte bevindt, want er kunnen vonken optreden.
4.5.1 DC-bekabeling
Zorg altijd voor zo kort mogelijke kabeldoorvoeren om uitval van lage spanning te voorkomen en om de DC-zekeringautomaat te beschermen tegen overmatig activeren (of open zekeringen) vanwege een grotere stroomafname.
Page 10
10
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
Draadkleur
WAARSCHUWING!
Werk de kabeluiteinden af met M8-kabelschoenen. Gebruik een geschikte krimptang om kabelschoenen aan de kabels te monteren. Aanbevolen draadkleuren (raadpleeg plaatselijk geldende bepalingen):
Draadkleur Betekenis Aansluiten op:
Rood Positief + (POS)
Zwart Negatief – (NEG)
In de pluskabel moet een zekering worden opgenomen. Sluit de pluskabel aan op de pluspool van de accubank. Gebruik een zekering die overeenkomt met de toegepaste draaddoorsnede. De zekering met zekeringhouder is verkrijgbaar bij uw lokale Mastervolt-distributeur.
4.5.2 AC-bekabeling
Leg de kabels zo dicht mogelijk naast elkaar om het elektromagnetische veld rondom de kabels zo klein mogelijk te houden. Sluit de negatieve kabel direct op de negatieve pool van de accubank aan, of op de aardingszijde van een eventueel aanwezige stroomshunt. Gebruik nooit het chassis als negatieve geleider. Maak de kabel stevig vast.
WAARSCHUWING!
De aardingskabel biedt alleen bescherming als de behuizing van de CombiMaster met de randaarde is verbonden. Verbind de aardingsaansluiting (PE/GND) met de romp of het chassis.
LET OP!
Volgens de plaatselijke voorschriften moet een RCD/stroomonderbreker (ook wel GFCI genoemd) worden opgenomen in het AC-ingangscircuit en -uitgangscircuit van de CombiMaster.
Voor een veilige installatie dient u de juiste aderdoorsnede toe te passen. Gebruik geen aderdoorsnede die kleiner is dan aangegeven. Aanbevolen aderdoorsnede voor de AC-bekabeling:
AC-stroom Minimale aderdoorsnede
0-20 A 2,5 mm²
20-32 A 4 mm²
Aanbevolen draadkleuren (raadpleeg plaatselijk geldende bepalingen):
Europa VS
Bruin Zwart Fase L1
Blauw Wit Nul N
Groen/geel Groen Aarde PE/aarde

4.5.3 AC-veiligheidsaarding

Om veiligheidsredenen moeten aardlekschakelaars (RCD's), ook wel stroomonderbrekers of GFCI's (Ground Fault Circuit Interrupters) genoemd, van 30 mA in de AC-ingang en AC-uitgang van de CombiMaster worden
Als een aardlekschakelaar (RCD of GFCI) wordt gebruikt, plaats dan de jumper voor het aardingssysteem (aan de linkerkant van de CombiMaster) op de N en PE.

4.5.4 Netwerkbekabeling (CZone/MasterBus)

De CombiMaster kan op een CZone- of MasterBus-netwerk worden aangesloten. Gebruik voor CZone-netwerken een RJ45­dropkabel CZone/MB. Gebruik voor MasterBus-netwerken een MasterBus-kabel en lus de CombiMaster door naar de andere apparaten. Beide netwerken moeten aan beide uiteinden van het netwerk voorzien zijn van een terminator. Maak geen ringnetwerken. Neem voor meer informatie over netwerken contact op met uw Mastervolt-leverancier.
geïntegreerd. Raadpleeg plaatselijke regelgeving met betrekking tot aarding van autonome systemen.
Betekenis
Moet worden aangesloten op
Standaardinstelling
Gecombineerde PEN
Page 11
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
11

4.6 Benodigdheden

Voor installatie van een CombiMaster hebt u de volgende onderdelen nodig:
CombiMaster (inbegrepen).
Accutemperatuursensor met kabel en stekker (inbegrepen).
Voor een CZone-configuratie: een RJ45-M12-dropkabel CZone/MB (inbegrepen) en een T-verbinding (niet inbegrepen).
Voor een MasterBus-configuratie: een RJ45-MasterBus-kabel (niet inbegrepen).
DC-kabels om de CombiMaster aan te sluiten op de accu's en de gemeenschappelijke min. Zie paragraaf 4.5.1 voor de
specificaties.
DC-zekeringhouder met een DC-zekering, op te nemen in de positieve DC-kabel.
Schroeven/bouten (Ø 6 mm met pluggen) om de behuizing op een ondergrond te monteren. Gebruik montagebeslag dat
geschikt is om het gewicht van de CombiMaster te kunnen dragen.
AC-kabel om de AC-ingang te verbinden met een AC-voedingsbron. Zie paragraaf 4.5.2 voor de specificaties.
Accu's. Zie paragraaf 4.3 voor de specificaties.
Geschikte stevige kabelklemmen, kabelschoenen, accuklemmen en adereindhulzen.
Wij bevelen als minimale gereedschapsset aan:
Dopsleutel van 13 mm om de hoofd-DC-kabels vast te zetten.
Dopsleutel van 10 mm om de standaardeaansluiting vast te zetten.
Een platte schroevendraaier 1,0 x 4,0 mm voor aansluiting van de schroefklemmen van de AC-kabels.
Gereedschap om de schroeven/bouten (Ø 6 mm) met pluggen te monteren om de behuizing op een ondergrond te
installeren.
Kruiskopschroevendraaier nr. 2 om het aansluitcompartiment te openen.

4.7 Stapsgewijze installatie

Step 1. Schakel de elektrische voeding uit. Step 2. Markeer op een stevige ondergrond de gaten voor de montagebeugel en bevestig de montagebeugel aan de
ondergrond.
Montage aan wand
Montage aan tafelblad
Step 3. Plaats de CombiMaster boven de montagebeugel en beweeg hem vervolgens omlaag totdat hij vastklikt.
Step 4. Fixeer de behuizing aan de ondergrond door ook twee schroeven aan de onderzijde van de behuizing vast te
draaien.
Page 12
12
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
AC IN AC OUT
Step 5. Sluit de M6-aardingslip aan op het centrale aardpunt.
Step 6. Open het aansluitcompartiment door de twee schroeven aan de onderzijde los te draaien en vervolgens het voorste
deksel omhoog te tillen.
Step 7. Verbind de AC-bekabeling met de schroefaansluitingen. Bevestig de kabels met een trekontlasting.
Step 8. Monteer een zekeringhouder in de bedrading naar de positieve pool van de accu, maar plaats de zekering nog niet!
Bevestig krimpkabelschoenen (M8) aan de DC-kabels. Sluit de DC-bekabeling van de accubank aan: plus op +, min op –.
Page 13
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
13
Opmerking: Lithium Ion-accu's hebben geen
De CombiMaster toevoegen aan een CZone-
WAARSCHUWING!
Step 9. Sluit de accutemperatuursensor aan op de behuizing van de accubank. Steek vervolgens de kabel van de
temperatuursensor in de 'temp.sensor'-aansluiting.
temperatuursensor nodig.
Step 10. Controleer aan de linkerkant van de CombiMaster de jumper waarmee het aardingssysteem wordt geselecteerd.
Zie paragraaf 4.5.3 op pagina 10.
Step 11. Optie: sluit de CombiMaster aan op het CZone- of MasterBus-netwerk. Zie paragraaf 4.9 op pagina 15 voor meer
informatie over systeemintegratie.
Step 12. Optie: wijzig de instelling van de DIP-switches met een kleine schroevendraaier. Zie paragraaf 5.1 op pagina 16.
netwerk
1 Koppel de backbone los bij de dichtstbijzijnde
backbone-aansluiting en plaats een T­verbinding.
2 Sluit de backbone-aansluiting(en) weer aan
nadat de T-verbinding is geplaatst.
3 Sluit de RJ45 CZone/MB-dropkabel aan op de
zwarte koppeling op de T-verbinding en sluit hem vervolgens aan op de CombiMaster.
De CombiMaster aan een MasterBus-netwerk toevoegen
1 Koppel een MasterBus-kabel of terminator los
van het dichtstbijzijnde MasterBus-apparaat en sluit die aan op de CombiMaster.
2 Sluit de nieuwe MasterBus-kabel aan op het
andere MasterBus-apparaat en sluit hem vervolgens aan op de CombiMaster.
Zorg ervoor dat het netwerk correct is afgesloten.
Opmerking: indien toegevoegd aan een CZone-netwerk: de DIP-
switches worden gebruikt om het CZone-adres tijdens de configuratie in te stellen.
Step 13. Optie: een extern alarm of een afstandsbedieningsingang aansluiten. Zie paragraaf 4.8. Step 14. Stel de gewenste uitgangsspanning en andere configuratie-instellingen in met behulp van een
afstandsbedieningspaneel of de DIP-switches. Zie hoofdstuk 5.
Step 15. Controleer alle bedrading. Indien de bedrading juist is aangesloten: Plaats de omvormerzekering.
Wanneer de zekering wordt geplaatst, kunnen interne condensatoren een vonk veroorzaken. Dit is normaal.
Step 16. Sluit het aansluitcompartiment en draai de schroeven aan de onderzijde vast. Step 17. Schakel de CombiMaster in.
Page 14
14
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
1A
1A

4.8 Accessoireconnector (droge contacten)

De schroefaansluiting aan de onderzijde van de CombiMaster biedt de volgende contacten:
Afstandsbedieningsingang
Alarmuitgang

4.8.1 Afstandsbediening

Standaard zijn de bovenste twee contacten (afstandsbediening) van de accessoireconnector via een jumper aangesloten om het circuit te sluiten. Gebruik indien nodig deze contacten om een afstandsbediening aan te sluiten die de hoofd-Aan/Alleen opladen-schakelaar nabootst.
Gebruik de contacten van de afstandsbediening om het contactslot te gebruiken. In dit geval moet de hoofdschakelaar van
de CombiMaster in de "Charge only" stand staan (). Gesloten = Aan, Open = Alleen opladen.
Gebruik beide contacten om een externe schakelaar aan te sluiten. In dit geval moet de hoofdschakelaar van de
CombiMaster in de aan-stand staan (I). Gesloten = Aan, Open = Alleen opladen.

4.8.2 Alarmuitgang

De onderste drie contacten van de accessoireconnector kunnen worden gebruikt voor het aansturen van externe apparatuur, zoals een alarm of lampjes, om het optreden van een CombiMaster alarm aan te geven. De alarmuitgangen ondersteunen NC-systemen (Normally Closed) en NO-systemen (Normally Open). Zie ook paragraaf 5.2.4 voor de alarmfunctie voor droge contacten in de configuratie-instellingen.
Max. belasting: 250 V
AC, 30 VDC, 3 A.
Page 15
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
15
LET OP!

4.9 Systeemintegratie (CZone/MasterBus)

De CombiMaster kan op een CZone- of MasterBus-netwerk worden aangesloten.
CZone-netwerk
Aandachtspunten:
˗ Op één backbone kunnen maximaal 40 apparaten worden aangesloten. ˗ Verzeker u ervan dat het CZone-netwerk twee afsluitweerstanden heeft, één aan elk open uiteinde van de backbone. ˗ Het voor het netwerk benodigde elektrisch vermogen wordt geleverd door een accu of stroomvoorziening. Verzeker u
ervan dat die voldoende vermogen levert en zo dicht mogelijk bij het midden van de backbone is geplaatst om spanningsval te beperken.
˗ Elk apparaat in het CZone-netwerk heeft een uniek CZone-adres: de DIP-switch. Dat nummer wordt meestal tijdens
de configuratie automatisch toegewezen en moet overeenkomen met de DIP-switch-instellingen. Dit wordt gedaan in de CZone Configuration Tool.
MasterBus-netwerk
Gebruik een RJ45 MasterBus-kabel (niet inbegrepen) om de CombiMaster door te lussen naar de andere MasterBus­apparaten, zodat ze samen een lokaal gegevensnetwerk vormen.
Aandachtspunten:
˗ Verbindingen tussen de apparaten maakt u met behulp van standaard MasterBus-kabels (straight UTP). Mastervolt
kan deze kabels leveren.
˗ Er kunnen tot 63 MasterBus-apparaten worden verbonden. ˗ Voor MasterBus is een afsluitweerstand aan beide uiteinden van het netwerk nodig. ˗ De voor het netwerk benodigde elektrische voeding wordt geleverd door de aangesloten apparaten. Daarbij wordt de
volgende regel gevolgd: 1 voedend apparaat / 3 niet-voedende apparaten. Verspreid de voedende apparaten over het netwerk.
˗ Maak geen ringnetwerken. ˗ Maak geen T-verbindingen in het netwerk.
Sluit nooit een niet-MasterBus-apparaat direct aan op het MasterBus-netwerk! Hierdoor komt de garantie op alle MasterBus-apparaten te vervallen.
Neem voor meer informatie over netwerken contact op met uw Mastervolt-leverancier.
Page 16
16
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
LET OP!
1
1
1
1
temperatuurcompensatie.

5 INSTELLINGEN

De instellingen van de CombiMaster kunnen op twee verschillende manieren worden aangepast:
door middel van DIP-switches.
vanaf een laptop die via een USB-interface met de CombiMaster is verbonden. Sommige instellingen, zoals AC IN Limit,
kunnen alleen op deze manier worden gewijzigd.
Ongeldige instellingen van de CombiMaster kunnen tot ernstige schade aan uw accu's en/of aan de aangesloten lading leiden! Alleen bevoegd personeel mag de instellingen aanpassen.

5.1 Instellingen DIP-switches

Pas de vereiste instellingen voorzichtig met een kleine schroevendraaier aan.
DIP-switch 1 = CZone-netwerk (0) of MasterBus-netwerk (1).
DIP-switch 2 = MasterBus uitschakelen (0) of inschakelen (1)
De DIP-switches 3 t/m 10 worden gebruikt als CZone-adres of voor het configureren van de MasterBus-accu en de 3
Afbeelding 4: DIP-switches
In een CZone-netwerk:
DIP-switch 1 moet altijd in de DIP-switch 2 moet altijd in de UIT-stand (0 ) staan.
De DIP-switches 3 t/m 10 moet overeenkomen met het unieke indexnummer dat in het CZone-netwerk wordt gebruikt (zie de instructiehandleiding van de CZone Configuration Tool).
In een MasterBus-netwerk:
DIP-switch 1 moet altijd in de DIP-switch 2 = MasterBus INSCHAKELEN (1 ) of UITSCHAKELEN (0 ). De standaardinstelling is UIT.
De DIP-switches 3 t/m 5 worden gebruikt voor het selecteren van het type accu:
DIP-switch 3 4 5
MasterBus-instellingen (nat)1 0 0 0
AGM (vast) 0
Constante spanning (13,25 V)2 1 1 1
UIT-stand (0 ) staan.
AAN-stand (1 ) staan.
Nat (vast) 0 0 1
Gel (vast) 0
MLI (vast)
0 0
1
Als alle DIP-switches in de UIT-stand (0 )
staan, zijn de instellingen geschikt voor een
0
natte accu en kunnen de instellingen in MasterAdjust worden gewijzigd.
2
Constante spanning heeft geen
e
uitgang.
In de volgende tabel staan de instellingen voor DIP-switches 6 t/m 9 vermeld.
Omvormerfrequentie 50 Hz Omvormerfrequentie 60 Hz 0 1
Ondersteuningsmodus AC-ingang uit
Ondersteuningsmodus AC-ingang aan
Breed venster AC-ingangsspanning
Smal venster AC-ingangsspanning
DIP-switch 6 7 8 9
0 1
0 1
Spaarstand uit
Spaarstand aan
0
1
Page 17
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
17
Menu
Beschrijving
Default
Instelbereik
General
Input Frequency
AC-ingangsfrequentie
(alleen lezen)
AC OUT
Menu
Beschrijving
Overload
Het aangesloten vermogen is groter dan het nominale vermogen van de omvormer.

5.2 MasterBus-configuratie

MasterBus is een op CAN gebaseerd datanetwerk dat communicatie tussen Mastervolt-apparaten mogelijk maakt. Wanneer de CombiMaster verbonden is, open dan MasterAdjust op een Windows-laptop of -notebook die via een MasterBus-USB­interface met het MasterBus-netwerk verbonden is. De MasterAdjust-software is gratis te downloaden via de Mastervolt­website: www.mastervolt.com. Deze tool draait op een Windows-laptop of -notebook. Open MasterAdjust als de CombiMaster met de MasterBus is verbonden. De CombiMaster wordt automatisch herkend door het MasterBus-netwerk.

5.2.1 Bewaken (Monitoring)

Via een display zoals de SmartRemote, Touch 5 (CZone) of EasyView 5 (MasterBus) kan de CombiMaster worden bewaakt. Zie de betreffende gebruikershandleidingen voor meer informatie. In de volgende tabel worden de parameters vermeld zoals ze in MasterAdjust worden weergegeven.
Device state
AC IN Limit Zekeringinstelling van de AC-ingang 30A 0-30 A
Inverter button Knop voor het uit-/inschakelen van de omvormer On Aan, Uit
Charger button Knop voor het uit-/inschakelen van de lader On Aan, Uit
DC IN/OUT
Charger state Toestand lader: uit, bulk, absorptie, float (alleen lezen)
Voltage Accuspanning (alleen lezen)
Current Accustroom (negatieve waarde betekent ontladen) (alleen lezen)
Temperature Accutemperatuur (indien niet aangesloten: ---) (alleen lezen)
AC IN
Input Voltage AC-ingangsspanning (alleen lezen)
Input Current AC-ingangsstroom (alleen lezen)
De bedrijfsmodus: stand-by, opladen, omkeren, ondersteunen, alarmeren
(alleen lezen)
Output Voltage AC-uitgangsspanning (alleen lezen)
Output Power AC-uitgangsvermogen (alleen lezen)
Output Frequency AC-uitgangsfrequentie (alleen lezen)
Installer
Dry contact Contact statusalarm (alleen lezen)

5.2.2 Alarmen (Alarms)

In de volgende tabel worden de parameters vermeld zoals ze in MasterAdjust worden weergegeven.
Temperature high Interne temperatuur van de CombiMaster is te hoog.
Fan error Er is een fout in de ventilator gedetecteerd.
DC high voltage Accuspanning is te hoog.
DC low voltage Accuspanning is te laag.
Device error Interne CombiMaster-fout.
AC IN error De AC-ingangsspanning of -ingangsfrequentie is buiten de specificaties.

5.2.3 Geschiedenis (History)

In de volgende tabel worden de parameters vermeld zoals ze in MasterAdjust worden weergegeven.
Menu Beschrijving
Inverter runtime Bedrijfsuren van omvormermodus
Charger runtime Bedrijfsuren van ladermodus
Page 18
18
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
Value
Betekenis
Default
Instelbereik
Spanningsniveau waarop de omvormer wordt
Charger
Nat (standaard) / AGM /
Vertragingstijd voordat de lader omschakelt naar de

5.2.4 Configuratie-instellingen (Configuration)

De configuratie kan in MasterAdjust worden uitgevoerd, vanaf een laptop of notebook die via een Mastervolt-USB-interface met de CombiMaster is verbonden. Zie de betreffende gebruikershandleidingen voor meer informatie. In de volgende tabel worden de parameters vermeld zoals ze in MasterAdjust worden weergegeven.
Opmerkingen: De DIP-switch-instellingen overschrijven MasterBus-instellingen. Als een DIP-switch niet op de
standaardinstelling staat, wordt de waarde van de bijbehorende MasterBus-instelling grijs in het menu.
Om de configuratie via MasterBus te kunnen wijzigen, moet DIP-switch 1 in de AAN-stand staan.
Device
Language Menutaal van dit apparaat English English, Nederlands
Name Naam van dit apparaat. Deze naam wordt herkend door alle
apparaten die op het MasterBus-netwerk zijn aangesloten
Device type Het CombiMaster-model (alleen lezen)
Lock config. Vergrendeloptie voor de installatie (installer login) Off Aan, Uit
Factory reset button
Inverter
Energy save mode
Frequency Omvormerfrequentie 50Hz 50, 60Hz
DC Low on Spanningsniveau waarop de omvormer wordt ingeschakeld
DC Low off
Knop voor het terugzetten van de standaard configuratiewaarden
Optie om de spaarstand (Energy save mode) in te schakelen. Het stroomverbruik wordt verminderd wanneer de AC OUT niet belast wordt. Houd er rekening mee dat kleine belastingen, zoals de klok op een magnetron, waarschijnlijk niet werken in deze modus.
(alarm DC Low off)
uitgeschakeld
CombiMaster 0-12 karakters
Off Aan, Uit
Off
11.5 / 23.0V 10.7-12.5 / 21.4-25.0V
10.2 / 20.4V 10.2-12.0 / 20.4-24.0V
Aan, Uit
Max charge cur. Maximale laadstroom 60 / 100A 0-60 / 0-100A
Battery type Kiezen van type accu Flooded
Gel / MLI / Constante spanning / Gebruikerbepaald
Constant voltage
Bulk
Voltage Maximale bulkspanning 14.4 / 28.8V 12-15 / 24-30V
Minimum time Minimale tijdsduur van de bulkfase van de lader 2 min 0-600 min
Maximum time Maximale tijdsduur van de bulkfase voordat de lader naar
Start bulk time Spanningsniveau waarbij de bulktimer moet worden gestart 13.25 / 26.50 V 12-15 / 24-30V
Absorption
Voltage Absorbtiespanning 14.25 / 28.50V 12-15 / 24-30V
Minimum time Minimale tijdsduur dat de lader in de absorptiefase blijft 15 min 0-600 min
Maximum time Maximale tijdsduur dat de lader in de absorptiefase blijft 240 min 0-600 min
Return Amps Retourstroom (% van maximale laadstroom) 6% 0-100%
Float
Voltage Floatspanning 13.25 / 26.50V 12-15 / 24-30V
Return to Bulk s
Return to Bulk V Accuspanning waarbij de lader terugschakelt naar Bulk.
Kiezen van constante uitgangsspanning 13.25V/26.5V 12-15 / 24-30V
480 min 0-600 min
absorptie gaat
30 s 0-600sec
bulkfase na het bereiken van de maximale bulkspanning
12.80 / 25.60V 12-15 / 24-30V Als de accuspanning onder deze spanning komt, keert de lader terug naar de bulkfase
Page 19
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
19
Value
Betekenis
Default
Instelbereik
ingang in te
grenswaarden
DIP-switches
Eventbron
Beschrijving
AC IN
AC IN support Optie om ondersteuningsmodus voor AC-
schakelen
Voltage range Ingangsvenster AC-spanning Wide Breed, Smal
AC IN-
AC IN Limit A Voorinstelling A zekering 6A 0-30 A
AC IN Limit B Voorinstelling B zekering 10A 0-30 A
AC IN Limit C Voorinstelling C zekering 16A 0-30 A
Dry contact (installer login)
Function Alarmfunctie droog contact selecteren Alarm,
Power Level Uitgangsvermogen van omvormer 60% 0-100%
Delay on Vertraging inschakelen 5s 0-300 sec
Delay off Vertraging uitschakelen 5s 0-300 sec
1234567890 0000000000
Stand van de DIP-switches

5.2.5 Events – Systeemautomatisering

Off Aan Uit
Vermogensniveau
0 0,1
Er kan een CZone/MasterBus-apparaat worden geprogrammeerd om een ander aangesloten apparaat tot actie aan te zetten. Dat is erg nuttig bij de automatisering van uw systeem, maar is niet vereist. In MasterBus gebeurt dat door middel van eventgebaseerde commando's. Op het tabblad Events kunt u de CombiMaster programmeren om als eventbron te werken. Events die plaatsvinden tijdens de bediening van de CombiMaster, activeren dan acties bij andere producten. In de volgende tabellen worden de parameters vermeld zoals ze in MasterAdjust worden weergegeven.
Veld Betekenis Parameter
Evt x bron Selecteer een event die een actie veroorzaakt,
Zie de lijst Eventbronnen
bijvoorbeeld Accu bijna leeg.
Evt x doel Selecteer het apparaat dat in actie moet komen,
Systeemafhankelijk
bijvoorbeeld de generator
Evt x commando
Evt x data
Selecteer de parameter die op het doelapparaat moet worden gewijzigd, bijvoorbeeld Activeren.
Er is data aan het commando gekoppeld, bijvoorbeeld Aan.
Zie de lijst met commando's voor het geselecteerde apparaat
Uit, Aan, Kopiëren, Omgek.kopiëren, Omschakelen
Tabel 1: MasterBus-eventparameters
De CombiMaster kan worden geconfigureerd als een eventbron. Een eventbron kan worden gebruikt voor het activeren van een eventcommando en een eventactiedoor een ander apparaat dat met de MasterBus is verbonden.
Inverting De CombiMaster bevindt zich in de omvormermodus
Charging De CombiMaster bevindt zich in de ladermodus
Supporting De CombiMaster bevindt zich in de ondersteuningsmodus
Overload Het aangesloten vermogen is groter dan het nominale vermogen van de omvormer.
DC low voltage De spanning van de hoofdaccu is lager dan de waarde voor accu leeg
Alarm
Er is een CombiMaster-alarm geactiveerd
AC IN present De AC-ingang is aanwezig
Bulk De laadfase is Bulk
Absorption De laadfase is Absorptie
Float De laadfase is Float
AC IN Limit A De AC-ingang is ingesteld op 6A
Page 20
20
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
AC IN Limit B De AC-ingang is ingesteld op 10A
AC IN Limit C De AC-ingang is ingesteld op 16A
Tabel 2: CombiMaster 230V serie MasterBus-eventbronnen
Als de CombiMaster is geconfigureerd als een eventdoel door een ander apparaat, kan dit apparaat een eventcommando en een eventactie configureren die moeten worden uitgevoerd door de CombiMaster.
Eventcommando Beschrijving
Inverter Status van de CombiMaster-omvormer wijzigen
Charger Status van de CombiMaster-lader wijzigen
AC limit A Zekering van de AC-ingang instellen op 6 A (instelbaar)
AC limit B Zekering van de AC-ingang instellen op 10 A (instelbaar)
AC limit C Zekering van de AC-ingang instellen op 16 A (instelbaar)
Bulk Lader schakelt over naar de bulkfase
Absorption Lader schakelt over naar de absorptiefase
Float Lader schakelt over naar de floatfase
Tabel 3: CombiMaster 230V serie MasterBus-eventcommando's
Page 21
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
21
1. Voer een duidelijke Modulenaam (Module
6. NMEA2000 Instances worden gebruikt om

5.3 CZone-configuratie

Het CZone®-netwerk is een CAN-systeem dat voldoet aan NMEA 2000. Open wanneer de CombiMaster is aangesloten de CZone Configuration Tool op een Windows-laptop of -notebook die op met het CZone-netwerk is verbonden. Voer de configuratie uit terwijl u verbonden bent met het netwerk of gebruik een voorbereid configuratiebestand (.zcf). Zie ook paragraaf 5.2.4 voor uitgebreide informatie over de configuratie.
De CombiMaster toevoegen aan een CZone-systeemconfiguratie
Voorwaarde: in deze paragraaf wordt ervan uitgegaan dat een CZone-systeem al is geconfigureerd en dat de CZone
Configuration Tool is geopend.
Ga in de CZone Configuration Tool naar het tabblad Modules en druk op de knop Toevoegen (Add).
Selecteer Omvormer/Lader (Inverter/Charge) uit de vervolgkeuzelijst van Moduletype (Module Type).
Selecteer het vereiste model uit de vervolgkeuzelijst van Type omvormer/lader (Inverter/Charge Type) en ga verder met de volgende stappen.
Name) in.
2. Elk apparaat in het CZone-netwerk heeft een uniek CZone-adres: de Dipswitch. Dit nummer moet overeenkomen met de fysieke DIP-switchinstellingen. Wanneer er verbinding is met het systeem: selecteer een nummer in de vervolgkeuzelijst of voer zelf een waarde in.
3. Selecteer het Type Accu (Battery Type).
4. Voer de DC-stroombegrenzing (DC Current Limit) in.
5. Opties:
- Druk op OK om de instellingen op te slaan en af te sluiten.
- Druk op Alarm-/Schakelaarstellingen (Alarm/Switch Settings) en ga verder met stap 14.
- Druk op de knop Geavanceerde Instellingen (Advanced Settings) en ga verder met de volgende stap om geavanceerde opties te configureren.
een onderscheid te maken tussen meerdere bewakingsbronnen.
7. Selecteer de gewenste alarmfunctie voor Droog Contact (Dry Contact) uit de vervolgkeuzelijst van Functie (Function):
- Vermogensniveau (uitgangsvermogen van de omvormer);
- Alarm (heeft geen extra instellingen).
8. Optie: druk op AC Geavanceerde Instellingen (AC Advanced Settings) en ga naar stap 10.
9. Optie: druk op DC Geavanceerde Instellingen (DC Advanced Settings) en ga naar stap 12.
Of druk op OK om de instellingen op te slaan en terug te keren naar het venster Modulemodificatie (Module Modification).
Page 22
22
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
10. Controleer de AC-instellingen en pas ze aan.
12. Controleer de DC-instellingen en pas ze aan.
14. Selecteer de gewenste ernst van de alarmen.
Het stroomverbruik in de Spaarstand (Energy Save Mode) wordt verminderd wanneer de AC OUT niet wordt belast. Houd er rekening mee dat kleine belastingen, zoals de klok op een magnetron, waarschijnlijk niet werken in deze modus.
Zie paragraaf 3.2 voor een beschrijving van AC IN-ondersteuning.
Zie de handleiding van de CZone Configuration Tool voor een beschrijving van instances en PGN's.
11. Druk op OK om terug te keren naar het venster Geavanceerde Instellingen (Advance Settings).
13. Druk op OK om terug te keren naar het venster Geavanceerde Instellingen (Advance Settings)
Zie de instructiehandleiding van de CZone® Configuration Tool voor meer informatie.
15. Druk op OK.
Optioneel kunt u digitaal schakelen configureren door circuitregelingen toe te voegen op het tabblad Circuits (u kunt bijvoorbeeld een accu leeg-schakelaar gebruiken om een generator te starten). Schrijf de configuratie naar het netwerk om de nieuwe configuratie te gebruiken.
Page 23
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
23
 
   

6 BEDIENING

6.1 Inschakelen/ Alleen opladen

De hoofdschakelaar aan de onderzijde van de CombiMaster heeft twee standen:
Omvormer en lader aan (I)
Alleen opladen, omvormer uit ().
Opmerking: Wanneer de hoofdschakelaar in deze stand () staat, verbruikt hij 1 mA gelijkstroom als hij niet op het
lichtnet is aangesloten. Als de omvormer op afstand wordt uitgeschakeld, neemt het verbruik van gelijkstroom toe. Als de CombiMaster buiten gebruik moet worden gesteld, bijvoorbeeld voor opslag tijdens de winter, wordt ten strengste aangeraden de omvormer met de hoofdschakelaar uit te schakelen.
6.2 Statusleds
AC-ingang Omvormer Lader
Afbeelding 5: statusleds
Uit:
- : Geen AC-ingang
- : Omvormer uit
- : Lader uit
Brandt groen:
- : AC-ingang in orde
- : Omvormer aan
- : Lader aan
- : Lader in bulkfase
- : Lader in absorptiefase
- : Lader in floatfase
- +: Ondersteuningsmodus AC-ingang
Knippert groen:
- : Spaarstand omvormer actief
Brandt rood:
- : AC-ingang buiten bereik
- : omvormer uitschakelen: accuspanning is te laag
- : omvormer uitschakelen: accuspanning is te hoog
Knippert rood:
: AC-uitgang overload
˗
˗ +: Uitschakeling door een andere fout, waaronder
overtemperatuur van de CombiMaster
˗
: Storing in temperatuur(sensor) accu
Raadpleeg de storingzoektabel op pagina 26 voor mogelijke oorzaken van problemen.
Page 24
24
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
WAARSCHUWING
Door toepassing van de accutemperatuursensor (alleen voor

6.3 3-traps+ laadproces

Het opladen van de accu verloopt in drie automatische fasen: BULK, ABSORPTIE en FLOAT. De eerste stap is de BULKFASE, waarbij de uitgangsstroom van de lader 100% is en het grootste deel van de capaciteit van de accu snel wordt opgeladen. De stroom laadt de accu's op en de spanning stijgt geleidelijk naar de BULKSPANNING. De duur van deze fase hangt af van de verhouding tussen de capaciteit van de accu en van de lader, en de ladingstoestand van de accu.
Afbeelding 6: algoritme 3-traps laden. Zie paragraaf 8.2 voor meer informatie.
De BULKFASE wordt gevolgd door de ABSORPTIEFASE. Het absorptieladen begint wanneer de spanning op de accu's de
BULKSPANNING heeft bereikt en eindigt wanneer de accu volledig geladen is. De accuspanning blijft gedurende deze volledige
fase constant en de laadstroom hangt af van de mate waarin de accu aanvankelijk was ontladen, het type accu, de omgevingstemperatuur enz. Deze fase duurt maximaal 4 uur. Wanneer de accu 100% geladen is, schakelt de CombiMaster automatisch over naar de
FLOATFASE.
Aangesloten DC-belastingen worden rechtstreeks door de lader van stroom voorzien. Als de belasting hoger is dan de beschikbare laadcapaciteit, wordt de resterende stroom door de accu geleverd, die hierbij geleidelijk ontladen wordt totdat de acculader terugschakelt naar de bulkfase. Wanneer het stroomverbruik afneemt, gaat de lader terugkeren naar het normale 3­traps+ laadsysteem.
Aangesloten op de CombiMaster kunnen de accu's weken of maanden onbeheerd worden achtergelaten. Iedere 14 dagen schakelt de lader automatisch gedurende één uur naar de levensduur verlengd wordt. Het 3-traps+ laadsysteem is ook veilig voor alle aangesloten apparatuur.
De MLI-laadspanningen op deze lader zijn geschikt voor de Mastervolt Li-ion-accu's (MLI) maar niet noodzakelijkerwijs voor andere Li-ion-accu's. Neem altijd de instructies van de accufabrikant in acht.
6.4 Temperatuurgecompenseerd laden
ABSORPTIEFASE zodat de accu in perfecte conditie blijft en de
loodzuuraccu's) wordt de laadspanning automatisch aangepast aan temperatuurschommelingen.
Bij een lage accutemperatuur neemt de laadspanning toe. Daarentegen wordt bij een hoge accutemperatuur de laadspanning verlaagd. Hiermee wordt overmatig laden en gasvorming van de accu's voorkomen. Hierdoor gaan uw accu's langer mee.
Afbeelding 7: Temperatuurgecompenseerd laden
Page 25
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
25
6.5 De thermische zekering na een overbelasting resetten
Een thermische zekering van 30 A beveiligt de omschakelautomaat van de CombiMaster tegen overbelasting. Ga als volgt te werk als de statusleds een overbelasting aangeven:
Step 1. Zet de stroomtoevoer uit. Step 2. Zet de hoofdschakelaar van de CombiMaster in de stand "Alleen opladen" ().
Step 3. Koppel de CombiMaster los van de voedingsbron en koppel alle belastingen los van de CombiMaster.
Step 4. Onderzoek de oorzaak van de storing in de thermische zekering, zoals overbelasting of kortsluiting.
Step 5. Wacht minstens twee minuten en reset vervolgens de zekering door op de knop aan de onderzijde van de CombiMaster
te drukken.
Step 6. Sluit de CombiMaster weer aan op de voedingsbron.
Step 7. Zet de hoofdschakelaar van de CombiMaster in de stand Aan (
).
I

6.6 Onderhoud

De CombiMaster vereist geen specifiek onderhoud. Controleer uw elektrische installatie met vaste regelmaat, ten minste eenmaal per jaar. Gebreken zoals losse aansluitingen, beschadigde bedrading enz. moeten direct worden verholpen.
Gebruik indien nodig een zachte droge doek om de behuizing van de CombiMaster schoon te maken. Gebruik nooit vloeistoffen of corrosieve stoffen, zoals oplosmiddelen, alcohol, benzine of schuurmiddelen.

6.6.1 Buitengebruikstelling

Volg de onderstaande instructies in de aangegeven volgorde als het nodig is om de CombiMaster buiten gebruik te stellen:
Step 1. Zet de stroomtoevoer uit.
Step 2. Verwijder de DC-zekering(en) en koppel de accu's los.
Step 3. Verwijder de AC-zekering(en) van de AC-ingang en/of koppel de AC-ingang los.
Step 4. Open het aansluitcompartiment van de CombiMaster door de twee schroeven aan de onderzijde los te draaien en
vervolgens het voorste deksel omhoog te tillen. De stekkers voor de accu, de wisselstroom en het afstandsbedieningspaneel zijn nu zichtbaar.
WAARSCHUWING!
Verwijder het frontpaneel nooit zolang de CombiMaster nog op een voedingsbron is aangesloten!
Step 5. Controleer met een geschikte voltmeter of de in- en uitgangen van de CombiMaster spanningsvrij zijn.
Step 6. Koppel alle bekabeling los.
Nu kunt u de CombiMaster op een veilige wijze demonteren.

6.6.2 Opslag en vervoer

Bewaar de CombiMaster wanneer deze niet geïnstalleerd is in de originele verpakking, in een droge en stofvrije omgeving.
Page 26
26
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
Storing
Mogelijke oorzaak
Wat u doet
Geen uitgangsspanning
Geen AC-ingang
Controleer de AC-bekabeling, controleer het afstandsbedieningspaneel.
AC-ingang buiten bereik
Controleer de ingangsspanning.
AC-ingangsfrequentie buiten bereik
Controleer de ingangsfrequentie.
Thermische zekering is geactiveerd
Controleer de belasting en reset de zekering (zie paragraaf 6.5).
Storing door oververhitting
Controleer of de luchtstroom van de CombiMaster
CombiMaster afkoelen.
Externe aardlekschakelaar (RCD/GFCI) is geactiveerd
Controleer de externe aardlekschakelaar bij de AC-uitgang (indien aanwezig).
Omvormer is uitgeschakeld
Controleer de hoofdschakelaar of de instelling voor bediening op afstand van de omvormerknop.
Uitgangsspanning te
Belasting die is aangesloten op de accu's is groter dan wat de lader kan leveren.
Beperk de belasting die uit de accu's wordt afgenomen.
Accu's niet 100% geladen
Meet de accuspanning. Na enige tijd wordt deze hoger.
Onjuiste instelling van de laadspanning
Controleer de instellingen (zie hoofdstuk 5).
Laadstroom te laag
Accu's bijna volledig opgeladen
Niets, dit is normaal wanneer de accu bijna volledig geladen is.
Hoge omgevingstemperatuur
Niets; als de omgevingstemperatuur hoger is dan
automatisch verlaagd.
Lage AC-ingangsspanning. Bij een lagere
verlaagd.
Controleer de AC-ingangsspanning.
Accu's niet volledig
Laadstroom te laag
Zie 'Laadstroom te laag' in deze tabel.
Stroom om te laden is te hoog
Beperk de belasting die uit de accu's wordt afgenomen.
Accutemperatuur te laag
Gebruik de accutemperatuursensor.
Defecte of oude accu
Controleer de accu en vervang deze indien nodig.
Onjuiste instelling van de laadspanning
Controleer de instellingen (zie hoofdstuk 5).
Accu leeg, waardoor de
Accu is ontladen
Sluit AC-ingang aan om accu weer op te laden
weer in te schakelen.
Accu's worden te snel
De capaciteit van de accu is beperkt
Enkele malen laden en herladen zou kunnen
Controleer de accu en vervang deze indien nodig.
Accu's zijn te warm,
Defecte accu (kortsluiting in cel)
Controleer de accu en vervang deze indien nodig.
Accutemperatuur te hoog
Gebruik de accutemperatuursensor.
Laadspanning te hoog
Controleer de instellingen (zie hoofdstuk 5).
Geen displayfunctie Het display is uitgeschakeld.
Schakel het display in, raadpleeg de handleiding van het display.
Fout in de CZone/MasterBus-kabels.
Controleer de CZone/MasterBus-kabels.
Langzame of geen
Fout in de CZone/MasterBus-kabels.
Controleer de CZone/MasterBus-kabels.
Er is geen terminator aan de uiteinden van het CZone/MasterBus-netwerk geplaatst.
Controleer of aan beide uiteinden van het netwerk een terminator is geplaatst.
Het CZone/MasterBus-netwerk is geïnstalleerd als een ringnetwerk.
Ringnetwerken zijn niet toegestaan. Controleer de aansluitingen van het netwerk.

7 PROBLEMEN OPLOSSEN

Als het niet lukt om de fout aan de hand van de storingzoektabel op te lossen, neemt u contact op met uw leverancier of met Mastervolt. Zorg dat u het onderdeel- en serienummer bij de hand hebt.
en/of -stroom
geblokkeerd is of de omgevingstemperatuur te hoog is. Verminder de aangesloten belasting en laat de
laag, lader levert maximale stroom
opgeladen
CombiMaster uitschakelt
ontladen
gasvorming
voor de afstandsbediening.
AC-ingangsspanning wordt de laadstroom
vanwege lekstroom of sulfatering, stagnatie
de ingestelde limiet, wordt de laadstroom
Opmerking: als een lege accu wordt opgeladen via een andere stroombron, bijvoorbeeld een dynamo, moet de CombiMaster handmatig worden gereset door de hoofdschakelaar uit en
helpen.
communicatie met de afstandsbediening.
Page 27
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
27
Maximaal rendement
93%
93%
93%
93%
DC-nullastverbruik

8 TECHNISCHE GEGEVENS

Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

8.1 Specificaties omvormer

Model
Onderdeelnummer/productcode 35012000 35022000 35013000 35023000
Nominale accuspanning 12 V 24 V 12 V 24 V
Uitgangsspanning omvormer 230 V 230 V 230 V 230 V
Frequentie 50/60 Hz 50/60 Hz 50/60 Hz 50/60 Hz
Continu vermogen bij Tomg = 40 ˚C
Max. piekvermogen (10 sec.) 150% 150% 150% 150%
Max. piekvermogen (5 sec.) 200% 200% 200% 200%
Spanningsvorm zuivere sinus zuivere sinus zuivere sinus zuivere sinus
DC-ingangsspanningsbereik 10-16 V 10-16 V 10-16 V 10-16 V
Uitschakelen bij accu-onderspanning 10.2 V 10.2 V 10.2 V 10.2 V
Inschakelen bij accu-onderspanning 10.5 V 10.5 V 10.5 V 10.5 V
Uitschakelen bij accu-overspanning 16.0 V 16.0 V 16.0 V 16.0 V
Inschakelen bij accu-overspanning 15.0 V 15.0 V 15.0 V 15.0 V
Max. rimpel op DC bij vollast 15% 15% 15% 15%
Nominale DC-stroom bij vollast 160 A 100 A 260 A 130 A
Aanbevolen accucapaciteit 120 - 600 80 - 400 200 - 1000 120 - 600
Omvormer-uit-modus (hoofdschakelaar in stand )
Spaarstand 10 W 10 W 10 W 10 W
Normaal bedrijf 30 W 30 W 30 W 30 W
12 V/2000 VA - 60 A 24 V/2000 VA - 40 A 12 V/3000 VA - 100 A 24 V/3000 VA - 60
A
2000 VA 1600 W
< 1 mA < 1 mA < 1 mA < 1 mA
2000 VA 1600 W
3000 VA 2600 W
3000 VA 2600 W
Page 28
28
CombiMaster 230V serie
– Gebruikers- en installatiehandleiding
Laadspecificaties
Accutype
Nat (standaard)
GEL
AGM
MLI

8.2 Specificaties lader

Model
Ingangsspanningsbereik 90-280 V: vermogensafname onder 170 V (50% bij 90 V, 100% > 170 V)
Max AC-ingangsstroom 6 A 8 A 10 A 12 A
Max. laadstroom bij Tomg =40 ˚C 60 A 40 A 100 A 60 A
Accutemperatuursensor Ingang aanwezig, sensor meegeleverd
Accutemperatuurcompensatie -30 mV per °C -60 mV per °C -30 mV per °C -60 mV per °C
Spanningssensor Nee
Accutypes Nat (standaard) / AGM / Gel / MLI / Constante spanning / Gebruikerbepaald
Laadkarakteristiek Mastervolt 3-traps+, zie de volgende tabel
Laden van ontladen accu's Ja, verminderde (25%) laadstroom bij lage accuspanning (<9 V/<18 V)
Opmerking: de volgende laadspecificaties zijn gebaseerd op Mastervolt-accu's. De specificaties voor accutypes van een
andere fabrikant kunnen afwijkend zijn. Als u accu's van een andere fabrikant aansluit, zorg er dan voor dat de aanbevelingen van de fabrikant worden opgevolgd. Afzonderlijke aanpassingen zijn mogelijk als in de configuratie het accutype 'Gebruikerbepaald' is geselecteerd. Door de gebruiker bepaalde accu's kunnen alleen worden geconfigureerd met een afstandsbediening in een CZone- of MasterBus-netwerk.
12 V/2000 VA - 60 A 24 V/2000 VA - 40 A 12 V/3000 VA - 100 A 24 V/3000 VA - 60
A
Bulkspanning* 14,40 V [28,80 V] 14,40 V [28,80 V] 14,40 V [28,80 V] 14,25/28,50 V
Max. bulktijd 480 min 480 min 480 min 480 min
Min. bulktijd 120 s 120 s 120 s 120 s
Start bulktijd op* 13,25/26,50 V 13,25/26,50 V 13,25/26,50 V 13,25/26,50 V
Terug naar bulkspanning*
Bulk retourtijd 30 s 30 s 30 s 240 s
Absorbtiespanning* 14,25/28,50 V 14,25/28,50 V 14,25/28,50 V 14,25/28,50 V
Max. abs.tijd 240 min 240 min 240 min 240 min
Min. abs.tijd 15 min 15 min 15 min 15 min
Retourstroom 6,0%*I max. 6,0%*I max. 6,0%*I max. 6,0%*I max.
Floatspanning* 13,25/26,50 V 13,80/27,60 V 13,80/27,60 V 13,50/27,00 V
* ± 1%
12,80/25,60 V 12,80/25,60 V 12,80/25,60 V 13,25/26,50 V
Page 29
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
29
378×284×155
378×284×155
448×284×155
448×284×155
Relatieve luchtvochtigheid
Max. relatieve luchtvochtigheid van 95%, niet-condenserend.
MasterBus voedend
Ja
Beveiligingen

8.3 Specificaties omschakelsysteem

Model
AC-ingang (geschakeld) 25 A
AC-uitgang 32 A 32 A 36 A 36 A
AC-ingangszekering Ja, met resetbare thermische zekering
Omschakelsnelheid 10 ms voor smal ingangsbereik, 20 ms voor breed ingangsbereik
Spanningsbereik omschakelsysteem 170-280 V voor smal ingangsbereik, 90-280 V voor breed ingangsbereik
Frequentiebereik omschakelsysteem 40-65 Hz
Vermogensdeling Ja
AC IN-ondersteuning (ook wel Power Assist genoemd)
Automatische synchronisatie met AC-ingang

8.4 Diversen

Model
Afmetingen in mm
Gewicht in kg 6,9 6,9 9,3 9,3
Beschermingsgraad IP 23 verticaal gemonteerd, IP 21 horizontaal gemonteerd
Veiligheidsklasse IEC-beschermingsklasse I
Aarding Via jumpers selecteerbare draadbrug
Bedrijfstemperatuur -25 °C tot 60 °C, vermogensafname boven 40 °C
Opslagtemperatuur -30 °C tot 70 °C
12 V/2000 VA - 60 A 24 V/2000 VA - 40 A 12 V/3000 VA -
100 A
Ja
Ja
12 V/2000 VA - 60 A 24 V/2000 VA - 40 A 12 V/3000 VA -
100 A
24 V/3000 VA - 60 A
24 V/3000 VA - 60 A
Normen, richtlijnen en listings CE-, E-markering
Display op frontpaneel Ja, leds geven de toestand van de AC-ingang, de omvormer, de lader aan
Accutemperatuursensor Ja
Koeling Onderhoudsvrije vario-ventilatoren
Parallelschakeling Nee
Driefasenconfiguratie Nee
LEN (Load Equivalence Number) 0
AC-ingang
AC IN-grenswaarde Instelbaar
Frequentiebewaking Relais schakelt af indien frequentie buiten bereik is
Spanningsbewaking Relais schakelt af indien spanning buiten bereik is
Uitgang
Kortsluitingsbeveiliging Ja (alleen omvormer)
Bescherming tegen overbelasting Ja (geïntegreerde resetbare thermische zekering)
Bescherming tegen overtemperatuur Ja
Bescherming tegen AC-backfeed Ja
Page 30
30
CombiMaster 230V serie

8.5 Afmetingen

– Gebruikers- en installatiehandleiding
Afbeelding 8: Afmetingen in mm [inch] 12 V/3000 VA -100 A en 24 V/3000 VA - 60 A
Page 31
CombiMaster 230V serie – Gebruikers- en
installatiehandleiding
31
Afbeelding 9: Afmetingen in mm [inch] 12 V/2000 VA - 60 A en 24 V/2000 VA - 40 A
Page 32
Europa, Midden-Oosten en Afrika
Noord-Amerika en de Caraïben
Azië - Pacific
Copyright © 2019 Mastervolt. Alle rechten voorbehouden.
Onrechtmatige reproductie, overdracht, distributie of opslag van dit document of een
gedeelte ervan in enige vorm zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van
Mastervolt is verboden.
Klantenservice
T: +31 (0) 20 34 22 100 E: info@mastervolt.com
Technische ondersteuning
T: +31 (0) 20 34 22 100 E: ts@mastervolt.com
Kantoor & verzendadres
Mastervolt Snijdersbergweg 93 1105 AN Amsterdam The Netherlands
Klantenservice
T: +1 800 307 6702, Option 1 E: orderentry@marinco.com
Technische ondersteuning
T: +1 800 307 6702, Option 2 E: tsusa@mastervolt.com
Kantoor & verzendadres
Power Products, LLC N85 W12545 Westbrook Crossing Menomonee Falls, Wisconsin 53051 United States
Klantenservice
T: +64 9 415 7261 Option 1 E: enquiries@bepmarine.com
Technische ondersteuning
T: +64 9 415 7261 Option 3 E: technical@bepmarine.com
Kantoor & verzendadres
BEP Marine 42 Apollo Drive Rosedale, Auckland 0632 New Zealand
Loading...