Makita G1700I User Manual [nl]

GENERATOR
3ZZ9990208
RU
RU
VOORWOORD
Hartelijk dank voor het kopen van een MAKITA GENERATOR. In deze handleiding bespreken we de werking en het onderhoud van de MAKITA GENERATOR. Deze MAKITA GENERATOR kan als wisselstroombron worden gebruikt voor algemene elektrische apparatuur, toestellen, lampen en gereedschappen. Wat gelijkstroom betreft, kunnen de aansluitingen uitsluitend worden gebruikt om een 12 Volt accu op te laden. Gebruik deze generator in geen geval voor enig ander doel.
Neemt u even de tijd om u op de hoogte te stellen van de juiste procedures voor werking en onderhoud van dit product zodat u verzekerd bent van een zo veilig en efficiënt mogelijk gebruik. Houdt u deze gebruiksaanwijzing steeds bij de hand zodat u er altijd op terug kunt grijpen. Omdat we voortdurend proberen onze producten te verbeteren, kunnen bepaalde procedures en specificaties zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Als u reserveondedelen bestelt, vermeldt dan altijd het MODEL, PRODUCTIENUMMER (PROD Nr.) en SERIENUMMER (SER Nr.) van uw product.
Vul hieronder het productienummer in van uw product. (De plaats waar het label zich bevindt, is afhankelijk van het productmodel.)
PROD Nr.
PROD Nr. SER Nr. (Label)
SER Nr.
INHOUD
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN ............................................................................2
2. ONDERDELEN.....................................................................................................5
3. BEDIENINGSELEMENTEN EN INDICATOREN ..................................................5
4. CONTROLES VÓÓR HET GEBRUIK ..................................................................6
5. GEBRUIKSAANWIJZING .....................................................................................7
6. INFORMATIE WATTAGE......................................................................................10
7. ONDERHOUDSSCHEMA ....................................................................................11
8. ONDERHOUD ......................................................................................................12
9. PERIODIEKE HANDELINGEN EN INSPECTIES ................................................13
10. VERVOER ............................................................................................................13
11. DE GENERATOR OPBERGEN ............................................................................14
12. PROBLEEMOPLOSSING ....................................................................................14
13. SPECIFICATIES ...................................................................................................15
14. BEDRADINGSSCHEMA ......................................................................................16
NL
NB
Zie illustraties op de achterkant van de voorzijde of de achterzijde voor Afb.
66
6 als dit in de tekst wordt aangegeven.
66
11
1 tot
11
1
1. VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Zorg dat u elke voorzorgsmaatregel aandachtig doorneemt. Let vooral op opmerkingen die vooraf worden gegaan door de volgende woorden.
WAARSCHUWING
“WAARSCHUWING” geeft aan dat u sterke kans loopt ernstig gewond te raken of het leven te laten als u de instructies niet opvolgt.
PAS OP
“PAS OP” geeft aan dat u zelf kans loopt gewond te raken of dat de installatie beschadigd raakt als u de instructies niet opvolgt.
WAARSCHUWING
Gebruik de generator niet in de buurt van benzine of van vluchtige stoffen vanwege mogelijk explosie- of brandgevaar. Vul de brandstoftank niet met brandstof als de motor loopt. Rook niet en gebruik geen open vuur in de buurt van de brandstoftank. Zorg ervoor dat u geen brandstof morst bij het vullen. Als er brandstof is gemorst, veeg dat dan af en laat het opdrogen alvorens de motor te starten.
NL
WAARSCHUWING
Plaats geen brandbare stoffen in de buurt van de generator. Zorg ervoor dat u geen brandstof, lucifers, kruit, oliehoudende stof, stro, rommel of enige andere brandbare stof in de buurt van de generator plaatst.
WAARSCHUWING
Gebruik de generator niet in een kamer, grot, tunnel of andere onvoldoende geventileerde ruimte. Gebruik de generator altijd in een goed geventileerde ruimte, anders kan de motor oververhit raken, en kan het giftige koolmonoxide in de uitlaatgassen mensenlevens kosten. Houd de generator tijdens het gebruik minstens 1 meter uit de buurt van bouwwerken of gebouwen.
Als de generator binnen moet worden gebruikt, dient de ruimte goed geventileerd te zijn en dient er uiterste zorg te worden besteed aan het afvoeren van uitlaatgassen.
1m
1m
WAARSCHUWING
Dek de generator nooit af, ook niet met een kist. De generator heeft een ingebouwd geforceerd luchtkoelsysteem en hij kan oververhit raken als hij wordt afgedekt. Als de generator bij niet-gebruik afgedekt is ter bescherming tegen weersinvloeden, zorg dan dat die afdekking verwijderd wordt en houd deze uit de buurt van de generator tijdens het gebruik.
WAARSCHUWING
Zorg dat de generator op een vlakke ondergrond staat als hij wordt gebruikt. U hoeft geen speciale ondegrond voor de generator te maken. De generator zal echter gaan trillen als hij op een oneffen oppervlak staat, dus kies een vlakke ondergrond zonder oneffenheden Als de generator tijdens de bedrijfsvoering wordt opgetild of verplaatst, kan er brandstof worden gemorst. Ook kan de generator omvallen en voor een gevaarlijke situatie zorgen. De generator wordt minder goed doorgesmeerd als hij op een steile helling of op een schuin vlak staat. In zo’n geval kan de zuiger vastlopen, zelfs als de olie boven het bovenste peilstreepje uitkomt.
WAARSCHUWING
Controleer de bedrading of de verlengsnoeren van de generator naar het aangesloten apparaat. Als de draad onder de generator ligt of in contact staat met een trillend element, kan deze breken en kan dat ertoe leiden dat er brand ontstaat, dat de generator doorbrandt, of dat u een elektrische schok krijgt. Vervang beschadigde of versleten draden onmiddelijk.
2
WAARSCHUWING
Niet gebruiken in de regen, in natte of vochtige omstandigheden, of met natte handen. De gebruiker kan een zware elektrische schok krijgen als de generator nat is door regen of sneeuw.
WAARSCHUWING
Als de generator nat is, deze afvegen en goed laten drogen alvorens hem te starten. Gooi nooit water rechtstreeks over de generator en was hem niet af met water.
WAARSCHUWING
Overtuig u er altijd van dat de generator, altijd en overal, in elke situatie op de voorgeschreven wijze is geaard. Als u dat niet doet, kan dat fatale gevolgen hebben.
WAARSCHUWING
Sluit de generator nooit aan op het openbare net. Als de generator op het openbare net wordt aangesloten, kan dit kortsluiting veroorzaken, ernstige beschadiging van de generator of een elektrische schok. Gebruik de omschakelaar voor aansluiting op een stopcontact thuis.
WAARSCHUWING
Rook niet als u met de accu bezig bent. De accu stoot ontvlambaar waterstofgas uit dat kan exploderen als het wordt blootgesteld aan elektrische vonken of open vuur. Zorg dat de ruimte goed geventileerd is en houd open vuur/vonken uit de buurt als u met de accu bezig bent.
WAARSCHUWING
De motor wordt zeer heet tijdens het gebruik en blijft dat enige tijd daarna. Houd brandbare stoffen ver uit de buurt van de generator. Raak nooit enig onderdeel van de hete motor aan en zeker niet rond de uitlaat, want u kunt ernstige brandwonden oplopen.
NL
WAARSCHUWING
Houd kinderen en alle omstanders op veilige afstand van de werkplekken.
WAARSCHUWING
Het is van essentieel belang dat u weet hoe u veilig en correct gebruik maakt van het elektrisch gereedschap of het apparaat waarmee u aan de slag wilt. Iedereen die van het gereedschap of het apparaat gebruik maakt, dient de aanwijzingen in de handleiding daarvan te lezen, te begrijpen en zich eraan te houden. U dient de toepassingen en de beperkingen van het gereedschap en het apparaat te begrijpen. Houd u aan alle aanwijzingen op labels en waarschuwingen. Bewaar alle gebruiksaanwijzingen en documentatie op een veilige plek zodat u er in de toekomst op terug kunt grijpen.
WAARSCHUWING
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren “UIT DE LIJST”. Als een gereedschap of een apparaat buiten wordt gebruikt, gebruik dan uitsluitend verlengsnoeren die gemarkeerd zijn met “Voor gebruik buitenshuis”. Verlengsnoeren die niet worden gebruikt dienen in een droge en goed geventileerde ruimte te worden bewaard.
WAARSCHUWING
Als de generator niet gebruikt wordt, dient u deze uit te schakelen met de wisselstroomonderbreker; ook moeten gereedschap en apparaten worden uitgeschakeld en losgekoppeld voordat ze worden schoongemaakt of afgesteld, of wanneer accessoires of hulpstukken worden aangebracht.
PAS OP
Zorg ervoor dat de motor gestopt is voor u onderhoud, service of reparaties gaat uitvoeren. Zorg ervoor dat onderhoud en reparatie aan de generator uitsluitend wordt uitgevoerd door daartoe bevoegd personeel.
3
Symbolen en hun betekenis
Overeenkomstig de Europese eisen (EEC-richtlijnen) worden de specifieke symbolen die u in de onderstaande tabel ziet, gebruikt voor de producten en voor deze gebruiksaanwijzing.
NL
Lees de gebruiksaanwijzing.
Blijf uit de buurt van het hete oppervlak.
Uitlaatgas is giftig. Niet gebruiken in een ongeventileerde ruimte.
Zet motor af alvorens bij te tanken.
AAN (stroom en motor)
UIT (stroom en motor)
Wisselstroom
IN-positie van een tweestandendrukknop
Aardgeleiding (aarde)
Zekering
Vuur, vonken en roken verboden.
Let op, kans op elektrische schok.
De generator nooit aansluiten op het openbare net.
HEET, raak hete plekken niet aan.
Motor starten (elektrisch starten)
Motor afzetten
Benzine
H
P
f
r
r
max
Gelijkstroom
Plus ; positieve polariteit
Min ; negatieve polariteit
UIT-positie van een tweestandendrukknop
Nominaal vermogen (kW)
Nominale frequentie (Hz)
Maximale hoogte terrein boven zeeniveau (m.)
COP
U
r
T
max
Motorolie
Olie bijvullen
Acculading status
Choke ; hulp koude start
Continuvermogen
Nominaal voltage (V)
Maximale omgevings­temperatuur (°C)
COS
I
r
m
Snel
Langzaam
Brandstof aan / Lopen
Brandstof uit / Stoppen
Nominale
r
vermogensfactor
Nominale stroom (A)
Gewicht (kg)
4
2. ONDERDELEN (Zie Afb.
11
1
11
)
NB
Zie illustraties op de achterkant van de voorzijde
11
of de achterzijde voor Afb. tekst wordt aangegeven.
q TREKSTARTER
(HANDVAT)
w BEDIENINGSPANEEL e ZIJPANEEL (L) r LUCHTFILTER t BRANDSTOF-
AFTAPSCHROEF
y DRAAGBEUGEL
3.
BEDIENINGSELEMENTEN
66
1 tot
6 als dit in de
11
66
u DEKSEL
TANKDOP
i UITLAAT o AFTAPPLUG OLIE !0 ZIJPANEEL (R) !1 OLIEPEILSTOK
(OLIERESERVOIR)
!2 VONKBRUG
EN INDICATOREN
(Zie Afb.
1.
AAN/UIT-SCHAKELAAR (Zie Afb.
De aan/uit-schakelaar en het vergrendelingsmechanisme tussen de brandstoftap en de choke werken soepel met elkaar samen.
CHOKE
DRAAIEN
“ ”
STOPPEN
)
22
2
22
qq
-
q)
qq
22
2
22
Om de motor te starten, draait u de knop naar dit teken. (De klep van de choke is dicht.)
Houd de knop in deze stand nadat de motor is gestart. (Als de motor warm is, kan de motor gestart worden met de knop in deze stand.)
Om de motor te stoppen, draait u de knop naar dit teken. (De brandstoftap is eveneens gesloten.)
3. LICHTJE OLIESENSOR (Zie Afb.
Als het peil van de motorolie onder de voorgeschreven waarde komt, gaat het alarmlichtje branden en stopt de motor automatisch. Als de machine stopt omdat er te weinig olie in zit, kan hij niet meer worden gestart, zelfs niet door aan de startknop te trekken (alleen het alarmlichtje knippert). Vul in zo’n geval machineolie bij tot de tuit van de olie-inlaat. (Zie pagina 6 voor gedetailleerde informatie over het bijvullen van olie.)
22
2
22
-
ee
e)
ee
4. SCHAKELAAR AUTOMATISCHE POWERSAVE (Zie Afb.
Als de schakelaar op het teken “ ” ( ) staat, wordt de motorsnelheid automatisch teruggebracht als er geen elektriciteit wordt afgenomen, terwijl de motorsnelheid automatisch wordt afgestemd op de belasting als er wel elektriciteit wordt afgenomen. Zet de schakelaar op het teken “ generator zwaar belast, teneinde het elektrisch vermogensniveau stabiel te houden. Als u gelijkstroom gebruikt, zet de schakelaar dan in de positie “
” (AF).
rr
-
r)
rr
22
2
22
” ( ) als u de
5. AANSLUITING WISSELSTROOM
Wisselstroom kunt u op dit stopcontact aansluiten. Gebruik een geaarde driewegstekker zoals afgebeeld.
NL
2. CONTROLELAMPJE en LICHTJE OVERBELASTING (Zie Afb.
Deze lampjes gaan branden onder de volgende omstandigheden: CONTROLELAMPJE (Groen)
LICHTJE OVERBELASTING ----
* De onderbreker zal worden geactiveerd als het
lampje gedurende 20 seconden 120% elektrische kracht aangeeft, en dit zal leiden tot een nullast­situatie.
* Als het lampje brandt, stop dan en start de motor
opnieuw om hem weer aan de praat te krijgen.
Het lampje knippert bij slechte motorprestaties door een verstopte vonkafleider. In dit geval moet u de vonkafleider schoonmaken. (zie “VONKENVANGER”)
(Rood)
PAS OP
----
Het lampje gaat branden als de generator correct werkt. Dit lampje gaat branden bij overbelasting.
22
2
22
-
ww
w)
ww
PAS OP
Sluit niet meer dan twee apparaten tegelijk aan op de generator.
Steek geen vreemde voorwerpen in het stopcontact.
6. GELIJKSTROOMAANSLUITING (Zie Afb.
U heeft de beschikking over gelijkstroom voor het opladen van een accu.
– Rood is de positieve (+) pool. – Zwart is de negatieve (–) pool.
22
2
22
-
tt
t)
tt
5
Loading...
+ 12 hidden pages