Lees de gebruiksinformatie in het bedieningshandboek.
Oplader alleen in gesloten ruimten
gebruiken.
- 20 -05.14
909.2149.9-01
Uw veiligheid
3 Uw veiligheid
U kunt alleen veilig met de accu en oplader
werken als u zowel de handleiding als de
veiligheidsaanwijzingen volledig doorleest
en de daarin aangegeven instructies strikt
opvolgt.
Apparaat niet in de regen plaatsen, afspuiten
of stoomstralen.
Indien tijdens het werk de netkabel wordt
beschadigd of doorgesneden, raak de kabel
dan niet aan, maar trek direct de netstekker
uit het stopcontact. Gebruik het apparaat
nooit met een beschadigde kabel.
De oplader mag alleen in gesloten, droge
ruimten worden gebruikt. Mocht de oplader
om de een of andere reden toch nat worden,
dan mag deze in geen geval op het stroomnet worden aangesloten. Als deze tijdens het
laden nat wordt, mag de oplader niet worden
aangeraakt, maar moet deze eerst van het
stroomnet worden gescheiden.
Accu niet openen, en tegen stoten, hitte en
vuur beschermen.
Explosiegevaar!
Service- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen
worden uitgevoerd door een geschoolde, erkende
elektromonteur.
De accu of de oplader mag zich niet binnen het be-
reik van kinderen bevinden. Kinderen en personen die
vanwege hun fysieke, sensorische of mentale vermogens, hun onervarenheid of onwetendheid niet in staat
zijn om de oplader veilig te bedienen, mogen deze
oplader niet zonder toezicht of instructie door een verantwoordelijke persoon gebruiken. Anders bestaat het
gevaar van een verkeerde bediening en letsel.
Demontage van de oplader of accu is niet toegestaan.
Er dient beslist te worden vermeden dat de
accupolen met elkaar in contact komen.
Bewaar de accu daarom nooit samen met
rondslingerende metalen voorwerpen die
de isolatie van stekkers en/of kabels en/of
beschermbedekkingen/behuizingen kunnen
beschadigen of in aanraking met de stekkercontacten kunnen komen.
Gebruik alleen de voor de accu ontworpen oplader.
Andere opladers kunnen de accu beschadigen.
Gebruik een stroomvoorziening met 100 V tot 240 V
wisselspanning (50 of 60 Hz). Gebruik alleen geschikte kabels en stekkers.
Let erop dat de accu en oplader tijdens het laden vol-
doende koeling krijgen.
Leg de accu en oplader tijdens het laden op een niet
brandbare onderlaag.
Na aoop van het laden haalt u de laadstekker uit de
accu en de netstekker uit het stopcontact.
De net- en laadstekker moeten vrij van verontreinigin-
gen en olie zijn.
Gebruik voor de reiniging van de accu en oplader
geen benzine of andere licht ontvlambare vloeistoffen.
Als de accu of oplader lange tijd niet wordt gebruikt,
moeten de laadstekker en netstekker worden losgemaakt.
Als er vloeistof uit de accu of oplader lekt, let dan op
het volgende: Contact met huid en ogen vermijden.
Als er vloeistof in uw ogen of op uw huid komt, was
deze dan grondig met water schoon en ga naar een
arts.
In de volgende gevallen mag de accu of
oplader nooit meer worden gebruikt.
– De accu of oplader is ondergedompeld in een vloei-
stof.
– Water of een andere vloeistof is in de behuizing bin-
nengedrongen.
– De accu of oplader is omlaag gevallen.– De accu of oplader heeft een sterke stoot gekregen.– De behuizing is beschadigd.– Abnormale geluiden zijn hoorbaar.– Er ontsnapt rook.
Vraag uw dealer naar een vervanger.
909.2149.9-01
- 21 -05.14
Inbedrijfstelling
4 Reglementair gebruik
De Mobile Power oplader mag alleen worden gebruikt
voor het laden van Mobile Power accupacks! Neem de
instructies in het bedieningshandboek Mobile Power
accu in acht.
5 Omgevingscondities
Temperatuurbereik van de omgevingslucht:
in bedrijf: 0 °C ...+45 °C (+32 °F ... +113 °F)
bij transport en opslag: -25 °C ... +55 °C
(-13 °F ... +131 °F)
Bedrijf, opslag en transport mogen alleen binnen de aangegeven limieten plaatsvinden! Het
gebruik buiten deze limieten geldt als niet conform de voorschriften. Voor daardoor ontstane
schade is de fabrikant niet aansprakelijk.
6 Transport en opstelling
Trek voor een transport de netstekker los.
Let erop dat de accu en oplader tijdens het
laden niet omlaag kunnen vallen.
Laad de accu nooit in een zeer stofge of
vervuilde omgeving.
Let erop dat de koelluchtopeningen altijd vrij
zijn!
– Zet het apparaat nooit direct bij de wand!– Dek geen koelluchtopeningen af!
Het apparaat zou kunnen worden oververhit en beschadigd!
Koelluchtopeningen bevinden zich aan de
– voorkant van het apparaat– achterkant van het apparaat
7 Inbedrijfstelling
 Sluit netkabel 3 aan op de oplader en het stroomnet
(100 - 240 V ~).
 Bij contact tussen de oplader en het net wordt een
zelftest uitgevoerd, waarbij de LED Power 1 bij de oplader begint te branden.
 Sluit laadkabel 6 op de accu aan. (Zie ook bedienings-
handboek Mobile Power accu)
 Het laadproces wordt binnen enkele seconden gestart
en overeenkomstig gesignaleerd door de LED Power
1 en LED Status 2 bij de oplader.
- 22 -05.14
909.2149.9-01
Bedrijf en indicatie
8 Bedrijf en indicatie
LED PowerLED StatusBeschrijving
––De oplader maakt geen contact met het net of de netspanning ligt onder de
minimaal benodigde voedingsspanning
Groen–De oplader maakt contact met het net, maar er is geen accu aangesloten
(stand-by). Als een accu is aangesloten, is deze diepontladen
GroenGeel knipperend De accu wordt met een zwakke stroom geladen (geconditioneerd)
GroenGeelDe accu wordt met de standaard laadstroom geladen (4,5 A)
GroenGroen knippe-
rend
GroenGroenHet laadproces is voltooid
GroenGroen knippe-
rend
GroenRood knipperend Het laden is door de accu onderbroken
GroenRoodTijdens het laadproces heeft zich een fout voorgedaan die door de oplader is
 Na aoop van het laadproces (LED Status groen) de
oplader van net en accu losmaken.
De maximale accuspanning is bereikt (58,1 V), de accu wordt met een zwakker
wordende stroom tot de maximale accucapaciteit geladen
Veiligheidsklasse II
IngangsspanningV100 - 240 V~
UitgangsspanningV24-58
UitgangsvermogenWmax. 262
MarkeringCE
Type accuLi-ion
Frequentie50/60 Hz
KoelingGeactiveerd door de ventilator
Laadkabel lengtem1,5
Maten en gewichten
Afm. (lxbxh)mm235 x 135 x 60
Gewicht kg1,1
Meldingen
10 Meldingen
StoringMogelijke oorzaakOplossing
Er wordt niet geladenLED Power (groen) brandt niet.
Is de oplader op het stroomnet en de accu
aangesloten?
De laadindicatie bij de
oplader meldt voortdurend fouten (rode LED)
De accu of oplader wordt
heet.
- 24 -05.14
Kan de oplader / accu langere tijd worden
aangeraakt (40 ºC tot 60 ºC)?
Is de oplader of accu te heet om langere
tijd te kunnen worden aangeraakt?
909.2149.9-01
Sluit de netkabel eerst op het stroomnet aan
en maakt dan contact met de accu.
Trek de netstekker los en wacht 30 seconde,
waarna u de netstekker weer aansluit. Als de
fout blijft bestaan, neem dan contact op met
de service.
Bij het opladen worden zowel de oplader als
de accu verwarmd. Dat is normaal.
Beëindig direct het laadproces en neem
contact op met de service.
Conformiteitsverklaring
StoringMogelijke oorzaakOplossing
De oplader of accu
veroorzaakt abnormale
geuren of rookontwikkeling
Het laden wordt niet in
het aangegeven tijdsbestek voltooid
Beëindig direct het laadproces en neem
contact op met de service.
Als onder normale condities het laden niet
binnen 3 uur is voltooid, is er een defect bij
de oplader of accu. Neem contact op met de
service.
11 Onderhoud en verzorging
Neem bij alle verzorgings- en onder-
houdswerkzaamheden de geldende veiligheidsvoorschriften in acht.
Het apparaat is onderhoudsarm. Er zijn maar weinig punten die u regelmatig moet controleren, om het apparaat
gedurende vele jaren in goede staat te houden:
11.1 Regelmatige controles
 Controleer telkens voordat het apparaat in bedrijf
wordt gesteld de volgende punten op beschadiging:
– Netkabel– Laadkabel en stekker
Bij normaal gebruik is het voldoende om de behuizing
van de oplader zo nodig met een droge, niet pluizige
lap te reinigen.
Let er voor iedere reiniging op dat de oplader is losgemaakt van het stroomnet en
de accu.
Open de accu nooit om zelf werkzaamheden of veranderingen daaraan uit te voeren. In dit geval vervalt de garantieclaim.
12 Afdanking
Alleen voor EU-landen.
Gooi elektrische gereedschappen niet in het
huisvuil!
Volgens de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake oude
elektrische en elektronische apparaten en de toepassing
daarvan binnen de nationale wetgeving, dient afgedankt
elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recyclebedrijf dat
voldoet aan de geldende milieu-eisen.
Hier kunt u meer technische documentatie over uw
product krijgen.
14 Conformiteitsverklaring
Wij verklaren als enige verantwoordelijke dat dit product overeenstemt met de volgende normen of normatieve documenten: EN 61 000-3-2, EN 61 000-3-3
volgens de bepalingen van de richtlijnen 2006/95/EG,
2004/108/EG en 2011/65/EU.