(bij aandrijvingen met geïntegreerde eindafschakeling).
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het
bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen
onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe
randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. op een veilige plaats.
>> Bouwpakket <<
CE Art.-Nr.:
21 21 72 gele punt
Voorwoord:
U hebt voor uw modelspoorbaan een bouwpakket uit het
assortiment van Littfinski DatenTechnik (LDT) aangeschaft.
• Deze bouwpakketten zijn eenvoudig te monteren en van een
Wij wensen u veel plezier bij de montage!
hoge kwaliteit.
Voordat u begint:
Gereedschap voor montage
Leg de volgende gereedschappen klaar voor gebruik:
• een kleine zijkniptang
• een kleine soldeerbout met een dunne soldeerpunt
• soldeertin (zo mogelijk 0,5mm)
Veiligheidsaanwijzingen
• De in het bouwpakket aanwezige elektrische en elektronische
onderdelen mogen alleen aan een lage spanning uit geteste
en toegelaten spanningsomzetters (transformatoren)
aangesloten worden. De onderdelen zijn gevoelig voor
oververhitting, zij mogen bij het solderen slechts kort
verwarmd worden. Geen „bakwerk“!
• Soldeerbouten ontwikkelen een temperatuur tot 400°C. Laat
deze nooit zonder toezicht achter. Houd ruime afstand van
brandbare materialen en gebruik een tegen hitte bestendige
ondergrond.
• Dit bouwpakket bevat kleine onderdelen, die door kinderen
ingeslikt kunnen worden. Laat kinderen (onder de 3 jaar)
uitsluitend onder toezicht mee knutselen.
Montage:
Ga bij de montage a.u.b. in de juiste volgorde te werk, zoals
deze in de onderdelenlijst is aangegeven. Vink elke stap af in
de desbetreffende regel (Ok.) van de onderdelenlijst, nadat u
deze stap beëindigd heeft.
Bij dioden en zenerdioden dient u er beslist op te letten, dat
deze juist gepoold gemonteerd worden, (positie van de
kathodestreep). De zenerdiode D4 heeft een dikkere aansluitdraad en past daarom alleen in de positie D4.
Afhankelijk van het fabrikaat hebben elektrolytcondensatoren
verschillende polariteitkenmerken. Sommige fabrikanten
kenmerken met „+“, anderen echter met „-“. Maatgevend is de
polariteitaanduiding, die door de fabrikant op de elco is
opgedrukt. Deze moet met de opdruk op de printplaat
overeenstemmen.
Geïntegreerde schakelingen (IC’s) bezitten als kenmerk voor
de juiste inbouw aan beide voorzijden een halfronde verdieping.
Druk de IC’s zodanig in de passingen, dat de verdiepingen met
de driehoekige kenmerken van de opdruk op de printplaat
overeenstemmen.
Let er bovendien op, dat IC’s zeer gevoelig zijn voor
elektrostatischeontladingen en daardoor defect kunnen
raken. Beroer alvorens deze onderdelen aan te raken een
geaard metaaloppervlak (bijv. verwarming) of werk op een
elektrostatische beschermmat.
Bij gelijkrichters moet op het kenmerk "+" gelet worden. Er zijn
fabrikanten die het aansluitingskenmerk "+" aanvullen door een
langere aansluitdraad. Indien de gelijkrichter als kenmerk een
afgevlakte zijde bezit, dan moet deze overeenkomen met de
opdruk op de printplaat.
Op de relais is als kenmerk op één van de beide kopzijden een
dikke lijn opgedrukt. Deze moet met de opdruk op de printplaat
overeenkomen.
Onderdelenlijst:
11Printplaat
21Zenerdiode BZX ... 5V1 Let op de polariteit!D1
32Diode 1N4148Let op de polariteit!D2, D3
41Zenerdiode BZX ... 30 Let op de polariteit!D4
54Weerstand 1,5kOhmbruin-groen-zwart-bruinR1..R4
61Weerstand 18kOhmbruin-grijs-zwart-roodR5
71Weerstand 220kOhmrood-rood-zwart-oranjeR6
81Weerstand 1MOhmbruin-zwart-zwart-geelR7
91Weerstand 470Ohmgeel-violet-zwart-zwartR9
103Condensatoren 100nF 100nF = 104C3..C5
112IC-voet 18-poligIC1, IC3
121IC-voet 8-poligIC4
131IC-voet 6-poligIC5
141KristalCR1
151Elco 100uF/25VLet op de polariteit!C6
161Elco 220uF/35VLet op de polariteit!C7
171GelijkrichterLet op de polariteit!GL1
181DrukknopS1
194RelaisLet op de juiste positie!REL1..4
202Klem 2-poligSamenstel. voor montage KL1, KL2
214Klem 3-poligSamenstel. Voor montage KL3..KL6
221IC: Z86E0...PSCLet op de polariteit!IC1
231IC: ULN2803ALet op de polariteit!IC3
241IC: 93C06 of 93C46Let op de polariteit!IC4
251IC: 4N25 of CNY17Let op de polariteit!IC5
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 07/2014 by LDT
Arnold, Digitrax, Lenz, Märklin, Motorola, Roco en Zimo zijn
Als u nog niet veel ervaring met solderen hebt, is het verstandig eerst
deze soldeeraanwijzing aandachtig te lezen, voordat u de soldeerbout
ter hand neemt. Want goed solderen dient geleerd te worden door
oefening.
1. Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit
soldeervloeistof en/of pasta. Deze bevatten een zuur, dat
onderdelen en printsporen kan beschadigen.
2. Als soldeermateriaal mag alleen elektronica tin SN 60 Pb (dit
betekent 60% tin, 40% lood) met een weinig harskern gebruikt
worden, dat gelijktijdig als vloeimiddel dient.
3. Gebruik een kleine soldeerbout met een vermogen van maximaal
30 Watt. De punt van de soldeerbout moet vrij van bramen en vuil
zijn, zodat de warmte goed kan worden overgedragen. Dit betekent,
dat de warmte van de soldeerbout goed naar de te solderen plaats
moet worden geleid.
4. De soldeerverbinding zelft dient vlot uitgevoerd te worden, omdat
door een te lange verwarming onderdelen beschadigd kunnen
worden. Tevens kan dit leiden tot het loslaten van soldeereilandjes
of printsporen.
5. Voor het solderen wordt de goed vertinde soldeerpunt zo op de te
solderen plaats gehouden, dat gelijktijdig de aansluitdraad v/h
onderdeel en het printspoor geraakt worden. Tegelijk wordt, (niet
teveel) soldeertin toegevoerd, wat tevens verwarmd wordt. Zodra
het soldeertin begint te vloeien, neemt u het weg van de
soldeerplaats. Dan wacht u nog een ogenblik, tot het
achtergebleven soldeertin goed gevloeid heeft, waarna u de
soldeerbout terugneemt van de soldeerplaats.
6. Let erop, dat het zojuist gesoldeerde onderdeel, nadat u de
soldeerbout heeft weggenomen, ca. 5 seconden niet bewogen
wordt. Het resultaat zou een glanzende zilverkleurige,
onberispelijke soldeerverbinding moeten zijn.
7. Voorwaarden voor een onberispelijke soldeerverbinding en goed
solderen zijn een schone en niet geoxydeerde soldeerboutpunt.
Want met een vervuilde soldeerboutpunt is het absoluut onmogelijk,
goed te solderen. Neem daartoe na elke soldeerverbinding het
overtollige tin en vuil weg van de soldeerboutpunt, met een vochtig
sponsje of met een in siliconen gedompeld doekje.
8. Na het solderen worden de aansluitdraden kort boven de
soldeerverbinding afgeknipt met een zijkniptang.
9. Bij het insolderen van halfgeleiders, (transistoren, dioden), LED’s
en IC’s is het van belang, dat een soldeertijd van 5 seconden niet
overschreden wordt, omdat anders het onderdeel beschadigd kan
worden. Bovendien moet bij deze onderdelen op de juiste polariteit
worden gelet.
10. Controleer na het opbouwen van iedere printplaat nog eenmaal
grondig, of alle onderdelen juist geplaatst en gepoold zijn.
Controleer ook of de verschillende aansluitingen en/of printsporen
niet door tinresten overbrugd zijn. Dit kan niet alleen de oorzaak zijn
van verkeerd functioneren, maar ook leiden tot beschadiging van
dure onderdelen.
11. Let er a.u.b. op, dat ondeskundige soldeerverbindingen, foutieve
aansluitingen, foutieve bediening en assemblagefouten buiten het
bereik van onze invloed liggen.
Algemene bouwaanwijzingen:
De aansluitingen van weerstanden en dioden worden bij liggende
inbouw overeenkomstig de rastermaat haaks omgebogen en in de
daarvoor bestemde gaatjes (zie: onderdelenlijst of de printopdruk)
gestoken. Om te voorkomen dat onderdelen uit de print vallen nadat
deze wordt omgedraaid, buigt u de aansluitdraden ca. 45° uit elkaar en
worden deze zorgvuldig gesoldeerd op de soldeereilandjes v/d
printsporen aan de soldeerzijde van de printplaat. Aansluitend worden
de aansluitdraden kort boven de soldeerverbinding met een zijkniptang
afgeknipt.
De in dit bouwpakket gebruikte weerstanden zijn metaalfilmweerstanden. Deze hebben een tolerantie van 1% en zijn door een
(extra) bruine „tolerantiering“ gekenmerkt. De tolerantiering is naast de
bruine kleur ook herkenbaar, omdat de afstand tot de rand v/h
onderdeel, c.q. de afstand tot de andere vier ringen groter is.
Metaalfilm-weerstanden hebben normaal gesproken vijf kleurringen.
Voor het aflezen van de kleurcodes wordt de weerstand zodanig
gehouden, dat de bruine tolerantiering zich aan de rechterzijde van de
weerstand bevindt. De kleurringen worden dan van links naar rechts
gelezen!
Bij diodes dient u erop te letten, dat deze juist gepoold ingesoldeerd
worden, (positie v/d kathodestreep). Bij het solderen letten op een korte
soldeertijd! Ditzelfde geldt ook voor transistoren en geïntegreerde
schakelingen (IC’s). Bij transistoren moet de afgevlakte zijde
overeenkomen met de betreffende opdruk op de printplaat.
De aansluitingen mogen in geen geval kruisen, bovendien moeten deze
onderdelen op een afstand van ca. 5mm boven de printplaat
gemonteerd worden. Let ook hier op een korte soldeertijd, zodat het
onderdeel niet door oververhitting beschadigd wordt.
Condensatoren worden ook in de daarvoor bestemde gekenmerkte
gaatjes geplaatst, waarbij de aansluitdraden iets uitelkaar worden
gebogen waarna deze goed aan de printsporen worden gesoldeerd. Bij
de elektrolyt condensatoren (elco’s) moet op de polariteit (+,-) worden
gelet! Verkeerd om ingesoldeerde elco’s kunnen bij bedrijf exploderen! Daarom is het bijzonder belangrijk, deze polarisatie tweeof driemaal te controleren. Let ook op de capaciteit van condensatoren,
bijv. n10 = 100pF (niet 10nF).
De mogelijkheid dat na samenbouw iets niet functioneert, kan beperkt
worden door nauwkeurig en netjes te werken. Controleer elke stap en
elke soldeerverbinding tweemaal, alvorens verder te gaan! Houdt u aan
de volgorde van de onderdelenlijst! Voer de daarin beschreven stappen
niet anders uit en sla geen stappen over! Vink na controle elke stap af.
Neem in ieder geval de tijd: knutselen is geen aangenomen werk, want
de hier besteedde tijd is korter, dan die wanneer naar fouten gezocht
moeten worden.
In gebruik nemen:
De IC-voetjes en geïntegreerde schakelingen (IC’s) zijn in het
bouwpakket voor een veilig transport op een stukje geleidend MOSschuim gestoken.
Dit schuim mag nooit onder of tussen de electronische componenten
gebruikt worden, omdat dit elektrisch geleidend is.
Wordt het bouwpakket rustend op dit schuim in bedrijf genomen, dan
kan dit door kortsluiting in de geleidende onderlaag (contact tussen de
printsporen en het schuim) beschadigd worden. In ieder geval zal het
bouwpakket dan niet functioneren zoals gewenst wordt.
Garantie:
Omdat wij geen invloed hebben op een juiste en vakkundige opbouw,
kunnen wij vanzelfsprekend bij bouwpakketten alleen de garantie van
volledigheid en een correcte werking van de onderdelen geven.
Gegarandeert wordt de juiste werking van de onderdelen in niet
ingebouwde toestand en de inhoud van de technische specificaties
overeenkomend met de soldeeraanwijzingen, een juiste verwerking en
voorgeschreven inbedrijfsname c.q. aansluiting en bedieningswijze.
Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten.
Wij dragen geen enkele garantie of welke aansprakelijkheid dan ook
voor schades of uit dit product voortkomende schades.
Wij behouden ons het recht voor van reparatie, verbetering(en),
levering van reserve onderdelen of de teruggave van het
aankoopbedrag.
Bij de volgende criteria volgt géén reparatie c.q. vervalt het recht op
enige aanspraak op garantie:
• indien bij het solderen zuur bevattend soldeertin, soldeervet of een
zuur bevattend vloeimiddel e.d. gebruikt werd
• indien het bouwpakket ondeskundig gesoldeerd en/of geassembleerd
werd
• bij wijzigingen en reparatiepogingen aan de schakeling
• bij eigenmachtige wijziging van de schakeling
• bij de constructie niet voorziene, ondeskundige plaatsing van
onderdelen, draadrestanten van onderdelen etc.
• gebruik van andere, niet originele tot het bouwpakket behorende
onderdelen
• bij beschadiging van printsporen of soldeereilandjes
• bij foutieve assemblage van de printplaat en daaruit voortkomende
volg schades
• bij overbelasting van een onderdeel
• bij schade door toedoen van vreemde personen
• bij schade door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing c.q. het
aansluitschema
• bij aansluiting op een verkeerde spanning c.q. stroomsoort
• bij verkeerde polariteit van een onderdeel
• bij foutieve bediening of schades door onoordeelkundig gebruik of
misbruik
• bij defecten, die door overbrugging van zekeringen of door gebruik
van de verkeerde zekeringen ontstaan.
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het
bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen
onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe
randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. op een veilige plaats.
>> Gebouwde module <<
Geschikt voor het DCC-format:
KeyCom-DC, Digitrax, DiCoStation, Zimo etc.)
CE Art.-Nr.:
21 21 80
gele punt
Voorwoord / veiligheidsaanwijzingen:
U heeft voor uw modelspoorbaan de 4-voudige wisseldecoder
SA-DEC-4 uit het assortiment van Littfinski DatenTechnik (LDT)
aangeschaft.
Wij wensen u veel plezier met dit product!
De SA-DEC-4-DC is geschikt voor het DCC dataformat, zoals
dit bijvoorbeeld in de systemen van Lenz-Digital Plus, Arnold -,
Märklin-Digital=, Intellibox, TWIN-CENTER, Roco-Digital,
EasyControl, ECoS, KeyCom-DC, Digitrax, DiCoStation en
Zimo gebruikt wordt.
Met de decoder SA-DEC-4-DC kunnen de wissels niet alleen
over wisseladressen, maar ook over locadressen
aangesproken worden. Daarmee is het mogelijk de wissels bijv.
over de functietoetsen F1 t/m F4 v/d Lokmaus2® en R3® te
stellen.
De decoder SA-DEC-4-DC is geschikt voor multiprotocol
centrales en kan dus probleemloos met de Intellibox of het
TWIN-CENTER gebruikt worden.
U krijgt op de gebouwde decoder 24 maanden garantie.
• Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bij schade,
Decoder op de digitalebaan aansluiten:
• Belangrijk: Voer a.u.b. alle aansluitwerkzaamheden uit bij
De decoder krijgt de digitaalinformatie via de aansluitklemmen
KL2. Voedt u deze daarmee danwel via een aansluitrail of beter
nog direct uit de besturingseenheid of een booster, omdat de
decoder dan storingsvrije data ter beschikking staat.
DCC-digitaalsystemen gebruiken verschillende kabelkleuren
resp. kenmerken voor de beide digitaalleidingen. Deze
die door het niet opvolgen van de handleiding ontstaat,
vervalt de aanspraak op garantie. Voor latere schades, die
daaruit voortkomen, zijn wij niet aansprakelijk.
uitgeschakelde rijspanning door (de Stop-toets v/d
besturingseenheid te drukken of de netstekker(s) uit het
stopcontact te trekken).
kenmerken staan naast de klemmen KL2, maar hoeven niet
absoluut aangehouden te worden, omdat de decoder het
digitaalsignaal automatisch juist verwerkt.
De decoder krijgt zijn voedingsspannings via de twee-polige
aansluitklemmen KL1. De spanning mag in het bereik van
12..18V~ liggen, (wisselspanningsuitgang van een
modelspoortransformator).
Mocht u de decoder SA-DEC-4 niet uit een afzonderlijke
transformator voeden, dan kunt u met twee draden de
klemmen KL1 en KL2 doorverbinden. De decoder wordt dan
volledig uit de digitale stroomvoorziening gevoed.
Sluit vervolgens een stroomverbruiker, (bijv. verlichting, motor
of wissel en seinspoelen) aan op de met 1 t/m 4 gekenmerkte
drie-polige aansluitklemmen. De met ‚COM’ gekenmerkte
aansluitklem is de gemeenschappelijke aansluiting van het
bistabiele relais.
Aanleren van het decoderadres:
Voor het aanleren van het decoderadres moet op aansluiting 1
van de decoder een wissel aangesloten zijn. Omdat u het
bistabiele relais ook kunt horen, is dit voor het aanleren van het
decoderadres niet noodzakelijk.
• Schakel de voedingsspanning voor uw modelspoorbaan in.
• Draai de snelheid van alle aangesloten rijregelaars op nul.
• Druk op programmeerknop S1.
• Het relais aan uitgang 1 wordt nu elke 1,5 seconden
omgeschakeld. Dit is het teken, dat de decoder zich in de
leermodus bevindt.
• Druk nu op een toets uit een aaneengesloten toetsengroep
van vier, die u aan de decoder wilt toewijzen, via het
toetsenbord van de centrale of een handregelaar. U kunt
voor het aanleren van het decoderadres echter ook een
wissel-schakelopdracht geven m.b.v. een Personal
Computer waarop modelbaan software is geïnstalleerd.
Opmerking: Decoderadressen voor magneetartikelen zijn
in aaneengesloten groepen van vier samengebracht. De
adressen 1 t/m 4 vormen de eerste groep, de adressen 5
t/m 8 de tweede enz. Elke decoder SA-DEC-4 kan naar
eigen inzicht aan een groep worden toegewezen. Welke van
de vier wissels van een groep u voor het aanleren gebruikt,
speelt hierbij geen rol.
• Heeft de decoder het adres begrepen, dan wordt de
toewijzing beantwoord, indien de wisseltong iets sneller
beweegt. Aansluitend schakelt de wisseltong weer in het
langzamere ritme van 1,5 seconden.
• U beëindigt de leermodus van de decoder, door opnieuw op
programmeerknop S1 te drukken. Het decoderadres is nu
blijvend opgeslagen, maar kan zo vaak u wilt gewijzigd
worden door voorgaande ’aanleer’ stappen te herhalen.
• Als u op de eerste toets van de aangeleerde toetsengroep
drukt of een schakelopdracht voor de stroomverbruiker
m.b.v. de PC zendt, zou het bistabiele relais de aangesloten
stroomverbruiker aan- of uit moeten schakelen.
Verbruikers over locadressen (bijv.
Lokmaus 2® of R3®) schakelen:
Met de decoder SA-DEC-4-DC is het ook mogelijk, verbruikers
over locadressen te schakelen. Bijvoorbeeld over de
functietoetsen F1 t/m F4 van de Lokmaus 2® of R3®.
Met functietoets F1 wordt daarbij de verbruiker aan uitgang 1
en met F2 de verbruiker aan uitgang 2 enz. geschakeld.
Elke druk op de functietoets schakelt het overeenkomende relais om. Zo kunnen de aangesloten verbruikers
respectievelijk in- en uitgeschakeld worden.
Voor het aanleren van een decoderadres kunt u aan uitgang 1
een verbruiker aansluiten. Omdat het bistabiele relais ook
hoorbaar is dit niet noodzakelijk.
• Schakel de voedingsspanning van uw modelbaan in.
• Zet de snelheid van alle aangesloten rijregelaars op nul.
• Druk eenmaal op programmeerknop S1.
• Het relais aan uitgang 1 wordt nu automatisch elke 1,5
seconden omgeschakeld. Dit is het teken, dat de decoder
zich in de leermodus bevindt.
• Stel op één van de ‚Lokmäuse’ het gewenste adres in en
draai het snelheidswiel uit de middenpositie. De decoder
laat het relais nu sneller bewegen. Dit is het teken, dat de
decoder de toewijzing heeft begrepen. De decoder SA-DEC-4-DC accepteert locadressen tussen 1 en 99.
• Draai de snelheid weer op nul. Het relais aan uitgang 1
schakelt nu weer langzamer.
• Druk opnieuw op programmeerknop S1 om de leermodus
te beëindigen.
• Wanneer u nu op functietoets F1 drukt, kunt u de aan
uitgang 1 aangesloten verbruiker met elke functietoetsdruk respectievelijk in- en uitschakelen. Zijn ook
aan de uitgangen 2 t/m 4 van de decoder SA-DEC-4-DC
verbruikers aangesloten, dan kunt u deze onder het
aangeleerde locadres met de functietoetsen F2 t/m F4
eveneens met elke toetsdruk schakelen.
Let op a.u.b.:
• De vier schakeluitgangen kunnen elk met een stroom tot
maximaal 4 Ampère worden belast.
Decodertoepassingen:
Naast het schakelen van verlichting en motoren, is de
schakeldecoder SA-DEC-4 uitermate geschikt voor het
schakelen van zwaarlopende wissels voorzien van een
eindafschakeling.
Modellbahntrafo
Spur 1 Weiche
12 bis 18V~
braun
KL2KL1
SA-DEC-4
1
2
4
3
Daarbij komt het grote voordeel, dat de stroomvretende
aandrijvingen de digitale stroomkring niet belasten en zo dure
digitaalstroom wordt bespaard.
Voorzie de schakeldecoder SA-DEC-4 over de klemmen KL1
van wisselspanning van een modelspoortransformator. Sluit
bovendien één van de beide wisselstroomdraden van de
transformator aan op ingang 'L' van de wisselaandrijving. De
tweede draad van de transformator wordt met de aansluiting
'COM' van de betreffende decoderuitgang verbonden. Tenslotte
worden de beide nog vrije klemmen van de gekozen
decoderuitgang met de ingangen1 en 2 van de aandrijving
verbonden.
rot
Meer gebruiks- en schakelvoorbeelden vindt u op onze web-site (www.ldt-infocenter.com) op het Internet onder de
rubriek aansluitvoorbeelden.
Problemen oplossen:
Wat te doen, als iets niet functioneert zoals beschreven is?
Hier volgen enige beschrijvingen van fouten en de daarvan
mogelijke oorzaken c.q. oplossing(en):
1. Bij het aanleren van het decoderadres schakelt het relais
welliswaar in een 1,5 seconden ritme, maar beantwoordt hij bij
geen enkele toetsdruk met een sneller bewegingsritme.
• Verstoorde digitaalinformatie aan KL2 resp. grotere
spanningsverliezen in de railsof de bedrading! De
decoder niet via de rails, maar door bedrading direct vanaf
de centrale of booster voeden. Vergroot bij lange
toevoerleidingen de kabeldoorsnede.
• De klemmen werden mogelijk zo vast geschroefd,
waardoor deze uit de soldering los getrokken zijn.Controleert de soldeerverbindingen van de klemmen
aan de onderzijde van de printplaat en soldeer deze indien
noodzakelijk na.
2. Na het drukken van programmeerknop S1 schakelt de
wisseltong aan uitgang 1 voortdurend in een hoog tempo.
• Programmeer de schakeldecoder SA-DEC-4-DC gelijk na
het inschakelen van de digitaalcentrale, voordat u met
een loc gaat rijden.
• RESET de digitaalcentrale. Alle opgeslagen gegevens
blijven daarbij behouden, terwijl het adres-
herhaalgeheugen gewist wordt. Bij de Intellibox en het
TWIN-CENTER drukt u daarvoor bij ingeschakelde
toestand de knoppen GO en STOP gelijktijdig, totdat in het
display „reset“ verschijnt.
Andere producten uit de Digital-Profi-Serie:
S-DEC-4
4-voudige magneetartikeldecoder voor vier magneetartikelen
met vrij programmeerbaar decoderadres en externe
voedingsmogelijkheid.
M-DEC
4-voudige decoder voor dmv. een motor aangedreven
wissel(s). Motorstroom tot 1A. Met vrij programmeerbaar
decoderadres. Aandrijvingen worden zonder aanvullende
schakelingen direct met de decoderuitgangen verbonden.
LS-DEC
Lichtsein-decoder voor ten hoogste vier LED-lichtseinen.
De seinbeelden worden naar het voorbeeld in het groot
geschakeld, waarbij de LED’s aan- en nagloeien.
RM-88-N / RM-88-N-O
16-voudige Terugmeldmodule (ook met geïntegreerde
Optokopplers) voor de s88-terugmeldbus voor aansluiting aan
Memory en Interface (Märklin / Arnold), Central Station 1 en
2, ECoS, Intellibox resp. TWIN-CENTER, EasyControl,
DiCoStation en HSI -88.
RM-GB-8-N
8-fach Rückmeldemodul mit integrierten Gleisbesetztmeldern
für den s88-Rückmeldebus.
Alle producten zijn als eenvoudig te solderen bouwpakketten of
als gebouwde modules leverbaar.
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Phone: 0049 4122 / 977 381
Internet: http://www.ldt-infocenter.com
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 07/2014 by LDT
Arnold, Digitrax, Lenz, Märklin, Motorola, Roco en Zimo zijn geregistreerde handelsmerken.