Littfinski Daten Technik SA-DEC-4-DC-F User guide [nl]

Littfinski DatenTechnik (LDT)
Bouwhandleiding
Pos.
Aantal
Onderdeel
Opmerking
Ref.
Ok.
4-voudige Schakeldecoder
uit de Digital-Profi-Serie !
SA-DEC-4-DC-B Art.-Nr. 210211
Geschikt voor het DCC- format:
(bijv. Lenz Digital Plus, Arnold-, Märklin-Digital=, Intellibox,
TWIN-CENTER, Roco Digital, EasyControl, ECoS,
KeyCom-DC, Digitrax, DiCoStation, Zimo etc.)
(Het is mogelijk de wissels over Lokmaus2® en R3® te stellen)
Voor het digitaal aansturen van: Verbruikers tot 4 Ampère per uitgang
(bijv. verlichting, baanvakken spanningsvrij schakelen).
Zwaarlopende wissel- en arm-seinaandrijvingen
(bij aandrijvingen met geïntegreerde eindafschakeling).
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. op een veilige plaats.
>> Bouwpakket <<
CE Art.-Nr.:
21 21 72 gele punt
Voorwoord:
U hebt voor uw modelspoorbaan een bouwpakket uit het assortiment van Littfinski DatenTechnik (LDT) aangeschaft.
Deze bouwpakketten zijn eenvoudig te monteren en van een
Wij wensen u veel plezier bij de montage!
hoge kwaliteit.
Voordat u begint:
Gereedschap voor montage
Leg de volgende gereedschappen klaar voor gebruik:
een kleine zijkniptang
een kleine soldeerbout met een dunne soldeerpunt
soldeertin (zo mogelijk 0,5mm)
Veiligheidsaanwijzingen
De in het bouwpakket aanwezige elektrische en elektronische onderdelen mogen alleen aan een lage spanning uit geteste en toegelaten spanningsomzetters (transformatoren) aangesloten worden. De onderdelen zijn gevoelig voor oververhitting, zij mogen bij het solderen slechts kort verwarmd worden. Geen „bakwerk“!
Soldeerbouten ontwikkelen een temperatuur tot 400°C. Laat deze nooit zonder toezicht achter. Houd ruime afstand van brandbare materialen en gebruik een tegen hitte bestendige ondergrond.
Dit bouwpakket bevat kleine onderdelen, die door kinderen ingeslikt kunnen worden. Laat kinderen (onder de 3 jaar) uitsluitend onder toezicht mee knutselen.
Montage:
Ga bij de montage a.u.b. in de juiste volgorde te werk, zoals deze in de onderdelenlijst is aangegeven. Vink elke stap af in de desbetreffende regel (Ok.) van de onderdelenlijst, nadat u deze stap beëindigd heeft.
Bij dioden en zenerdioden dient u er beslist op te letten, dat deze juist gepoold gemonteerd worden, (positie van de kathodestreep). De zenerdiode D4 heeft een dikkere aansluitdraad en past daarom alleen in de positie D4.
Afhankelijk van het fabrikaat hebben elektrolytcondensatoren verschillende polariteitkenmerken. Sommige fabrikanten kenmerken met „+“, anderen echter met „-“. Maatgevend is de polariteitaanduiding, die door de fabrikant op de elco is opgedrukt. Deze moet met de opdruk op de printplaat overeenstemmen.
Geïntegreerde schakelingen (IC’s) bezitten als kenmerk voor de juiste inbouw aan beide voorzijden een halfronde verdieping. Druk de IC’s zodanig in de passingen, dat de verdiepingen met de driehoekige kenmerken van de opdruk op de printplaat overeenstemmen.
Let er bovendien op, dat IC’s zeer gevoelig zijn voor elektrostatische ontladingen en daardoor defect kunnen raken. Beroer alvorens deze onderdelen aan te raken een geaard metaaloppervlak (bijv. verwarming) of werk op een elektrostatische beschermmat.
Bij gelijkrichters moet op het kenmerk "+" gelet worden. Er zijn fabrikanten die het aansluitingskenmerk "+" aanvullen door een langere aansluitdraad. Indien de gelijkrichter als kenmerk een afgevlakte zijde bezit, dan moet deze overeenkomen met de opdruk op de printplaat.
Op de relais is als kenmerk op één van de beide kopzijden een dikke lijn opgedrukt. Deze moet met de opdruk op de printplaat overeenkomen.
Onderdelenlijst:
1 1 Printplaat 2 1 Zenerdiode BZX ... 5V1 Let op de polariteit! D1 3 2 Diode 1N4148 Let op de polariteit! D2, D3 4 1 Zenerdiode BZX ... 30 Let op de polariteit! D4 5 4 Weerstand 1,5kOhm bruin-groen-zwart-bruin R1..R4 6 1 Weerstand 18kOhm bruin-grijs-zwart-rood R5 7 1 Weerstand 220kOhm rood-rood-zwart-oranje R6 8 1 Weerstand 1MOhm bruin-zwart-zwart-geel R7
9 1 Weerstand 470Ohm geel-violet-zwart-zwart R9 10 3 Condensatoren 100nF 100nF = 104 C3..C5 11 2 IC-voet 18-polig IC1, IC3 12 1 IC-voet 8-polig IC4 13 1 IC-voet 6-polig IC5 14 1 Kristal CR1 15 1 Elco 100uF/25V Let op de polariteit! C6 16 1 Elco 220uF/35V Let op de polariteit! C7 17 1 Gelijkrichter Let op de polariteit! GL1 18 1 Drukknop S1 19 4 Relais Let op de juiste positie! REL1..4 20 2 Klem 2-polig Samenstel. voor montage KL1, KL2 21 4 Klem 3-polig Samenstel. Voor montage KL3..KL6 22 1 IC: Z86E0...PSC Let op de polariteit! IC1 23 1 IC: ULN2803A Let op de polariteit! IC3 24 1 IC: 93C06 of 93C46 Let op de polariteit! IC4 25 1 IC: 4N25 of CNY17 Let op de polariteit! IC5
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 07/2014 by LDT
Arnold, Digitrax, Lenz, Märklin, Motorola, Roco en Zimo zijn
Aansluitende controle
Made in Europe by
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Kleiner Ring 9
D-25492 Heist/Germany
Phone: 0049 4122 / 977 381
Fax: 0049 4122 / 977 382
Internet: http://www.ldt-infocenter.com
Vertaling: ©2004 – Jaap Kramer
geregistreerde andelsmerken.
Soldeerhandleiding:
Als u nog niet veel ervaring met solderen hebt, is het verstandig eerst deze soldeeraanwijzing aandachtig te lezen, voordat u de soldeerbout ter hand neemt. Want goed solderen dient geleerd te worden door oefening.
1. Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen nooit soldeervloeistof en/of pasta. Deze bevatten een zuur, dat onderdelen en printsporen kan beschadigen.
2. Als soldeermateriaal mag alleen elektronica tin SN 60 Pb (dit betekent 60% tin, 40% lood) met een weinig harskern gebruikt worden, dat gelijktijdig als vloeimiddel dient.
3. Gebruik een kleine soldeerbout met een vermogen van maximaal 30 Watt. De punt van de soldeerbout moet vrij van bramen en vuil zijn, zodat de warmte goed kan worden overgedragen. Dit betekent, dat de warmte van de soldeerbout goed naar de te solderen plaats moet worden geleid.
4. De soldeerverbinding zelft dient vlot uitgevoerd te worden, omdat door een te lange verwarming onderdelen beschadigd kunnen worden. Tevens kan dit leiden tot het loslaten van soldeereilandjes of printsporen.
5. Voor het solderen wordt de goed vertinde soldeerpunt zo op de te solderen plaats gehouden, dat gelijktijdig de aansluitdraad v/h onderdeel en het printspoor geraakt worden. Tegelijk wordt, (niet teveel) soldeertin toegevoerd, wat tevens verwarmd wordt. Zodra het soldeertin begint te vloeien, neemt u het weg van de soldeerplaats. Dan wacht u nog een ogenblik, tot het achtergebleven soldeertin goed gevloeid heeft, waarna u de soldeerbout terugneemt van de soldeerplaats.
6. Let erop, dat het zojuist gesoldeerde onderdeel, nadat u de soldeerbout heeft weggenomen, ca. 5 seconden niet bewogen wordt. Het resultaat zou een glanzende zilverkleurige, onberispelijke soldeerverbinding moeten zijn.
7. Voorwaarden voor een onberispelijke soldeerverbinding en goed solderen zijn een schone en niet geoxydeerde soldeerboutpunt. Want met een vervuilde soldeerboutpunt is het absoluut onmogelijk, goed te solderen. Neem daartoe na elke soldeerverbinding het overtollige tin en vuil weg van de soldeerboutpunt, met een vochtig sponsje of met een in siliconen gedompeld doekje.
8. Na het solderen worden de aansluitdraden kort boven de soldeerverbinding afgeknipt met een zijkniptang.
9. Bij het insolderen van halfgeleiders, (transistoren, dioden), LED’s en IC’s is het van belang, dat een soldeertijd van 5 seconden niet overschreden wordt, omdat anders het onderdeel beschadigd kan worden. Bovendien moet bij deze onderdelen op de juiste polariteit worden gelet.
10. Controleer na het opbouwen van iedere printplaat nog eenmaal grondig, of alle onderdelen juist geplaatst en gepoold zijn. Controleer ook of de verschillende aansluitingen en/of printsporen niet door tinresten overbrugd zijn. Dit kan niet alleen de oorzaak zijn van verkeerd functioneren, maar ook leiden tot beschadiging van dure onderdelen.
11. Let er a.u.b. op, dat ondeskundige soldeerverbindingen, foutieve aansluitingen, foutieve bediening en assemblagefouten buiten het bereik van onze invloed liggen.
Algemene bouwaanwijzingen:
De aansluitingen van weerstanden en dioden worden bij liggende inbouw overeenkomstig de rastermaat haaks omgebogen en in de daarvoor bestemde gaatjes (zie: onderdelenlijst of de printopdruk) gestoken. Om te voorkomen dat onderdelen uit de print vallen nadat deze wordt omgedraaid, buigt u de aansluitdraden ca. 45° uit elkaar en worden deze zorgvuldig gesoldeerd op de soldeereilandjes v/d printsporen aan de soldeerzijde van de printplaat. Aansluitend worden de aansluitdraden kort boven de soldeerverbinding met een zijkniptang afgeknipt. De in dit bouwpakket gebruikte weerstanden zijn metaalfilm­weerstanden. Deze hebben een tolerantie van 1% en zijn door een (extra) bruine „tolerantiering“ gekenmerkt. De tolerantiering is naast de bruine kleur ook herkenbaar, omdat de afstand tot de rand v/h onderdeel, c.q. de afstand tot de andere vier ringen groter is. Metaalfilm-weerstanden hebben normaal gesproken vijf kleurringen. Voor het aflezen van de kleurcodes wordt de weerstand zodanig gehouden, dat de bruine tolerantiering zich aan de rechterzijde van de weerstand bevindt. De kleurringen worden dan van links naar rechts gelezen! Bij diodes dient u erop te letten, dat deze juist gepoold ingesoldeerd worden, (positie v/d kathodestreep). Bij het solderen letten op een korte soldeertijd! Ditzelfde geldt ook voor transistoren en geïntegreerde schakelingen (IC’s). Bij transistoren moet de afgevlakte zijde overeenkomen met de betreffende opdruk op de printplaat.
De aansluitingen mogen in geen geval kruisen, bovendien moeten deze onderdelen op een afstand van ca. 5mm boven de printplaat gemonteerd worden. Let ook hier op een korte soldeertijd, zodat het onderdeel niet door oververhitting beschadigd wordt.
Condensatoren worden ook in de daarvoor bestemde gekenmerkte gaatjes geplaatst, waarbij de aansluitdraden iets uitelkaar worden gebogen waarna deze goed aan de printsporen worden gesoldeerd. Bij de elektrolyt condensatoren (elco’s) moet op de polariteit (+,-) worden gelet! Verkeerd om ingesoldeerde elco’s kunnen bij bedrijf exploderen! Daarom is het bijzonder belangrijk, deze polarisatie twee­of driemaal te controleren. Let ook op de capaciteit van condensatoren, bijv. n10 = 100pF (niet 10nF).
De mogelijkheid dat na samenbouw iets niet functioneert, kan beperkt worden door nauwkeurig en netjes te werken. Controleer elke stap en elke soldeerverbinding tweemaal, alvorens verder te gaan! Houdt u aan de volgorde van de onderdelenlijst! Voer de daarin beschreven stappen niet anders uit en sla geen stappen over! Vink na controle elke stap af.
Neem in ieder geval de tijd: knutselen is geen aangenomen werk, want de hier besteedde tijd is korter, dan die wanneer naar fouten gezocht moeten worden.
In gebruik nemen:
De IC-voetjes en geïntegreerde schakelingen (IC’s) zijn in het bouwpakket voor een veilig transport op een stukje geleidend MOS­schuim gestoken.
Dit schuim mag nooit onder of tussen de electronische componenten gebruikt worden, omdat dit elektrisch geleidend is.
Wordt het bouwpakket rustend op dit schuim in bedrijf genomen, dan kan dit door kortsluiting in de geleidende onderlaag (contact tussen de printsporen en het schuim) beschadigd worden. In ieder geval zal het bouwpakket dan niet functioneren zoals gewenst wordt.
Garantie:
Omdat wij geen invloed hebben op een juiste en vakkundige opbouw, kunnen wij vanzelfsprekend bij bouwpakketten alleen de garantie van volledigheid en een correcte werking van de onderdelen geven.
Gegarandeert wordt de juiste werking van de onderdelen in niet ingebouwde toestand en de inhoud van de technische specificaties overeenkomend met de soldeeraanwijzingen, een juiste verwerking en voorgeschreven inbedrijfsname c.q. aansluiting en bedieningswijze.
Verdergaande aanspraken zijn uitgesloten. Wij dragen geen enkele garantie of welke aansprakelijkheid dan ook
voor schades of uit dit product voortkomende schades. Wij behouden ons het recht voor van reparatie, verbetering(en),
levering van reserve onderdelen of de teruggave van het aankoopbedrag.
Bij de volgende criteria volgt géén reparatie c.q. vervalt het recht op enige aanspraak op garantie:
indien bij het solderen zuur bevattend soldeertin, soldeervet of een zuur bevattend vloeimiddel e.d. gebruikt werd
indien het bouwpakket ondeskundig gesoldeerd en/of geassembleerd werd
bij wijzigingen en reparatiepogingen aan de schakeling
bij eigenmachtige wijziging van de schakeling
bij de constructie niet voorziene, ondeskundige plaatsing van
onderdelen, draadrestanten van onderdelen etc.
gebruik van andere, niet originele tot het bouwpakket behorende onderdelen
bij beschadiging van printsporen of soldeereilandjes
bij foutieve assemblage van de printplaat en daaruit voortkomende
volg schades
bij overbelasting van een onderdeel
bij schade door toedoen van vreemde personen
bij schade door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing c.q. het
aansluitschema
bij aansluiting op een verkeerde spanning c.q. stroomsoort
bij verkeerde polariteit van een onderdeel
bij foutieve bediening of schades door onoordeelkundig gebruik of
misbruik
bij defecten, die door overbrugging van zekeringen of door gebruik van de verkeerde zekeringen ontstaan.
In al deze gevallen volgt de terugzending van het bouwpakket ten uwen laste. Nederlandse vertaling: ©2004 – Jaap Kramer
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 05/2013 by LDT
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Gebruiksaanwijzing
4-voudige Schakeldecoder
uit de Digital-Profi-Serie !
SA-DEC-4-DC-F Art.-Nr. 210212
(bijv. Lenz Digital Plus, Arnold-, Märklin-Digital=, Intellibox,
TWIN-CENTER, Roco Digital, EasyControl, ECoS,
(Het is mogelijk de wissels over Lokmaus2® en R3® te stellen)
Voor het digitaal aansturen van: verbruikers tot 4 Ampère per uitgang
(bijv. verlichting, baanvakken spanningsvrij schakelen).
zwaarlopende wissel- en seinaandrijvingen
(bijv. ontkoppelrails).
Dit product is geen speelgoed! Niet geschikt voor kinderen jonger dan 14 jaar. Het bouwpakket bevat kleine onderdelen. Daarom buiten bereik houden van kinderen onder 3 jaar! Bij verkeerd gebruik bestaat gevaar voor verwonding door scherpe randen en punten! Bewaar deze gebruiksaanwijzing a.u.b. op een veilige plaats.
>> Gebouwde module <<
Geschikt voor het DCC-format:
KeyCom-DC, Digitrax, DiCoStation, Zimo etc.)
CE Art.-Nr.:
21 21 80
gele punt
Voorwoord / veiligheidsaanwijzingen:
U heeft voor uw modelspoorbaan de 4-voudige wisseldecoder SA-DEC-4 uit het assortiment van Littfinski DatenTechnik (LDT) aangeschaft.
Wij wensen u veel plezier met dit product! De SA-DEC-4-DC is geschikt voor het DCC dataformat, zoals
dit bijvoorbeeld in de systemen van Lenz-Digital Plus, Arnold -,
Märklin-Digital=, Intellibox, TWIN-CENTER, Roco-Digital, EasyControl, ECoS, KeyCom-DC, Digitrax, DiCoStation en Zimo gebruikt wordt.
Met de decoder SA-DEC-4-DC kunnen de wissels niet alleen over wisseladressen, maar ook over locadressen aangesproken worden. Daarmee is het mogelijk de wissels bijv. over de functietoetsen F1 t/m F4 v/d Lokmaus2® en R3® te stellen.
De decoder SA-DEC-4-DC is geschikt voor multiprotocol centrales en kan dus probleemloos met de Intellibox of het TWIN-CENTER gebruikt worden. U krijgt op de gebouwde decoder 24 maanden garantie.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Bij schade,
Decoder op de digitalebaan aansluiten:
Belangrijk: Voer a.u.b. alle aansluitwerkzaamheden uit bij
De decoder krijgt de digitaalinformatie via de aansluitklemmen KL2. Voedt u deze daarmee danwel via een aansluitrail of beter
nog direct uit de besturingseenheid of een booster, omdat de decoder dan storingsvrije data ter beschikking staat. DCC-digitaalsystemen gebruiken verschillende kabelkleuren resp. kenmerken voor de beide digitaalleidingen. Deze
die door het niet opvolgen van de handleiding ontstaat, vervalt de aanspraak op garantie. Voor latere schades, die daaruit voortkomen, zijn wij niet aansprakelijk.
uitgeschakelde rijspanning door (de Stop-toets v/d besturingseenheid te drukken of de netstekker(s) uit het stopcontact te trekken).
kenmerken staan naast de klemmen KL2, maar hoeven niet absoluut aangehouden te worden, omdat de decoder het digitaalsignaal automatisch juist verwerkt.
De decoder krijgt zijn voedingsspannings via de twee-polige aansluitklemmen KL1. De spanning mag in het bereik van
12..18V~ liggen, (wisselspanningsuitgang van een
modelspoortransformator). Mocht u de decoder SA-DEC-4 niet uit een afzonderlijke
transformator voeden, dan kunt u met twee draden de klemmen KL1 en KL2 doorverbinden. De decoder wordt dan volledig uit de digitale stroomvoorziening gevoed.
Sluit vervolgens een stroomverbruiker, (bijv. verlichting, motor of wissel en seinspoelen) aan op de met 1 t/m 4 gekenmerkte drie-polige aansluitklemmen. De met ‚COM’ gekenmerkte aansluitklem is de gemeenschappelijke aansluiting van het bistabiele relais.
Aanleren van het decoderadres:
Voor het aanleren van het decoderadres moet op aansluiting 1 van de decoder een wissel aangesloten zijn. Omdat u het bistabiele relais ook kunt horen, is dit voor het aanleren van het decoderadres niet noodzakelijk.
Schakel de voedingsspanning voor uw modelspoorbaan in.
Draai de snelheid van alle aangesloten rijregelaars op nul.
Druk op programmeerknop S1.
Het relais aan uitgang 1 wordt nu elke 1,5 seconden
omgeschakeld. Dit is het teken, dat de decoder zich in de leermodus bevindt.
Druk nu op een toets uit een aaneengesloten toetsengroep
van vier, die u aan de decoder wilt toewijzen, via het toetsenbord van de centrale of een handregelaar. U kunt voor het aanleren van het decoderadres echter ook een wissel-schakelopdracht geven m.b.v. een Personal Computer waarop modelbaan software is geïnstalleerd.
Opmerking: Decoderadressen voor magneetartikelen zijn in aaneengesloten groepen van vier samengebracht. De adressen 1 t/m 4 vormen de eerste groep, de adressen 5 t/m 8 de tweede enz. Elke decoder SA-DEC-4 kan naar eigen inzicht aan een groep worden toegewezen. Welke van de vier wissels van een groep u voor het aanleren gebruikt, speelt hierbij geen rol.
Heeft de decoder het adres begrepen, dan wordt de
toewijzing beantwoord, indien de wisseltong iets sneller beweegt. Aansluitend schakelt de wisseltong weer in het langzamere ritme van 1,5 seconden.
U beëindigt de leermodus van de decoder, door opnieuw op
programmeerknop S1 te drukken. Het decoderadres is nu blijvend opgeslagen, maar kan zo vaak u wilt gewijzigd worden door voorgaande ’aanleer’ stappen te herhalen.
Als u op de eerste toets van de aangeleerde toetsengroep
drukt of een schakelopdracht voor de stroomverbruiker m.b.v. de PC zendt, zou het bistabiele relais de aangesloten stroomverbruiker aan- of uit moeten schakelen.
Verbruikers over locadressen (bijv. Lokmaus 2® of R3®) schakelen:
Met de decoder SA-DEC-4-DC is het ook mogelijk, verbruikers over locadressen te schakelen. Bijvoorbeeld over de functietoetsen F1 t/m F4 van de Lokmaus 2® of R3®.
Met functietoets F1 wordt daarbij de verbruiker aan uitgang 1 en met F2 de verbruiker aan uitgang 2 enz. geschakeld.
Elke druk op de functietoets schakelt het overeenkomende relais om. Zo kunnen de aangesloten verbruikers respectievelijk in- en uitgeschakeld worden.
Voor het aanleren van een decoderadres kunt u aan uitgang 1 een verbruiker aansluiten. Omdat het bistabiele relais ook hoorbaar is dit niet noodzakelijk.
Schakel de voedingsspanning van uw modelbaan in.
Zet de snelheid van alle aangesloten rijregelaars op nul.
Druk eenmaal op programmeerknop S1.
Het relais aan uitgang 1 wordt nu automatisch elke 1,5
seconden omgeschakeld. Dit is het teken, dat de decoder zich in de leermodus bevindt.
Stel op één van de ‚Lokmäuse’ het gewenste adres in en draai het snelheidswiel uit de middenpositie. De decoder laat het relais nu sneller bewegen. Dit is het teken, dat de decoder de toewijzing heeft begrepen. De decoder SA- DEC-4-DC accepteert locadressen tussen 1 en 99.
Draai de snelheid weer op nul. Het relais aan uitgang 1 schakelt nu weer langzamer.
Druk opnieuw op programmeerknop S1 om de leermodus te beëindigen.
Wanneer u nu op functietoets F1 drukt, kunt u de aan uitgang 1 aangesloten verbruiker met elke functie­toetsdruk respectievelijk in- en uitschakelen. Zijn ook
aan de uitgangen 2 t/m 4 van de decoder SA-DEC-4-DC verbruikers aangesloten, dan kunt u deze onder het aangeleerde locadres met de functietoetsen F2 t/m F4 eveneens met elke toetsdruk schakelen.
Let op a.u.b.:
De vier schakeluitgangen kunnen elk met een stroom tot maximaal 4 Ampère worden belast.
Decodertoepassingen:
Naast het schakelen van verlichting en motoren, is de schakeldecoder SA-DEC-4 uitermate geschikt voor het schakelen van zwaarlopende wissels voorzien van een eindafschakeling.
Modellbahntrafo
Spur 1 Weiche
12 bis 18V~
braun
KL2KL1
SA-DEC-4
1 2
4 3
Daarbij komt het grote voordeel, dat de stroomvretende aandrijvingen de digitale stroomkring niet belasten en zo dure digitaalstroom wordt bespaard. Voorzie de schakeldecoder SA-DEC-4 over de klemmen KL1 van wisselspanning van een modelspoortransformator. Sluit bovendien één van de beide wisselstroomdraden van de transformator aan op ingang 'L' van de wisselaandrijving. De tweede draad van de transformator wordt met de aansluiting 'COM' van de betreffende decoderuitgang verbonden. Tenslotte worden de beide nog vrije klemmen van de gekozen decoderuitgang met de ingangen1 en 2 van de aandrijving verbonden.
rot
Meer gebruiks- en schakelvoorbeelden vindt u op onze web- site (www.ldt-infocenter.com) op het Internet onder de rubriek aansluitvoorbeelden.
Problemen oplossen:
Wat te doen, als iets niet functioneert zoals beschreven is? Hier volgen enige beschrijvingen van fouten en de daarvan
mogelijke oorzaken c.q. oplossing(en):
1. Bij het aanleren van het decoderadres schakelt het relais welliswaar in een 1,5 seconden ritme, maar beantwoordt hij bij geen enkele toetsdruk met een sneller bewegingsritme.
Verstoorde digitaalinformatie aan KL2 resp. grotere spanningsverliezen in de rails of de bedrading! De
decoder niet via de rails, maar door bedrading direct vanaf de centrale of booster voeden. Vergroot bij lange toevoerleidingen de kabeldoorsnede.
De klemmen werden mogelijk zo vast geschroefd, waardoor deze uit de soldering los getrokken zijn. Controleert de soldeerverbindingen van de klemmen aan de onderzijde van de printplaat en soldeer deze indien noodzakelijk na.
2. Na het drukken van programmeerknop S1 schakelt de
wisseltong aan uitgang 1 voortdurend in een hoog tempo.
Programmeer de schakeldecoder SA-DEC-4-DC gelijk na het inschakelen van de digitaalcentrale, voordat u met
een loc gaat rijden.
RESET de digitaalcentrale. Alle opgeslagen gegevens blijven daarbij behouden, terwijl het adres-
herhaalgeheugen gewist wordt. Bij de Intellibox en het TWIN-CENTER drukt u daarvoor bij ingeschakelde
toestand de knoppen GO en STOP gelijktijdig, totdat in het display „reset“ verschijnt.
Andere producten uit de Digital-Profi-Serie:
S-DEC-4 4-voudige magneetartikeldecoder voor vier magneetartikelen
met vrij programmeerbaar decoderadres en externe voedingsmogelijkheid.
M-DEC 4-voudige decoder voor dmv. een motor aangedreven wissel(s). Motorstroom tot 1A. Met vrij programmeerbaar
decoderadres. Aandrijvingen worden zonder aanvullende schakelingen direct met de decoderuitgangen verbonden.
LS-DEC Lichtsein-decoder voor ten hoogste vier LED-lichtseinen.
De seinbeelden worden naar het voorbeeld in het groot geschakeld, waarbij de LED’s aan- en nagloeien.
RM-88-N / RM-88-N-O 16-voudige Terugmeldmodule (ook met geïntegreerde
Optokopplers) voor de s88-terugmeldbus voor aansluiting aan
Memory en Interface (Märklin / Arnold), Central Station 1 en 2, ECoS, Intellibox resp. TWIN-CENTER, EasyControl, DiCoStation en HSI -88.
RM-GB-8-N 8-fach Rückmeldemodul mit integrierten Gleisbesetztmeldern
für den s88-Rückmeldebus. Alle producten zijn als eenvoudig te solderen bouwpakketten of
als gebouwde modules leverbaar.
Littfinski DatenTechnik (LDT)
Phone: 0049 4122 / 977 381
Internet: http://www.ldt-infocenter.com
Technische wijzigingen en fouten voorbehouden. 07/2014 by LDT
Arnold, Digitrax, Lenz, Märklin, Motorola, Roco en Zimo zijn geregistreerde handelsmerken.
Vertaling: ©2005 – Jaap Kramer
Made in Europe by
Kleiner Ring 9
D-25492 Heist/Germany
Fax: 0049 4122 / 977 382
Loading...