De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een .
Het apparaat is alleen geschikt voor het bewaren van wijn in
huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort
bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens,
voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is
niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en
producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot
schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen
waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor
gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaatklasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
Klimaatklasse
SN10 °C tot 32 °C
N16 °C tot 32 °C
ST16 °C tot 38 °C
voor omgevingstemperaturen van
2
Page 3
Klimaatklasse
T16 °C tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen van
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing
zijnde veiligheidsbepalingen evenals de EG-richtlijnen
2006/95/EG en 2004/108/EG.
Daar er geen richtlijnen voor energie-effeciëntie van wijnklimaatapparaten zijn, worden wijnvakken bij de klasseindeling
voor energie-efficiëntie als keldervakken beschouwd.
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
1.5 Energie sparen
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke.
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of
personen, die niet over voldoende ervaring en kennis
beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat
worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Algemene veiligheidsvoorschriften
In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken
-
(daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitschakelen.
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
-
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de
Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
Als u het stroomsnoer van het apparaat uittrekt, altijd bij de
-
stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
-
monteren en aansluiten.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door.
De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te
verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
•
digen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
•
bronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
•
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur,
ijsmachines enz.).
Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
•
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen.
Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan
de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel uittredende gassen kunnen door
elektrische componenten vlam vatten.
Sterke alcohol alleen goed gesloten en overeind staand
-
opslaan. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische
componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
-
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
-
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor inklemmen
Niet in de sluitdemper grijpen. Bij het sluiten van de deur
-
kunnen de vingers worden ingeklemd.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
LET OPduidt een gevaarlijke situatie aan,
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m
beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval
van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-luchtmengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Het apparaat alleen inbouwen in een stabiel meubel.
Respecteer altijd de afstanden voor ventilatie:
de ventilatieruimte aan de achterkant van het meubel moet
q
minstens 38 mm diep zijn.
Voor de aan- en afvoer van lucht in de sokkel en meubelom-
q
bouw is minstens 200 cm2 vereist.
In principe geldt het volgende: hoe meer ventilatieruimte,
q
hoe energiezuiniger het apparaat werkt.
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
3
3.2 Temperatuurdisplay
Bij normale werking wordt aangegeven:
de gemiddelde wijnklimatiseer-temperatuur
-
De temperatuurdisplay knippert:
de temperatuurinstelling wordt gewijzigd
-
de wijnklimatiseer-temperatuur is te koud/te warm
-
De volgende aanduidingen wijzen op een storing. Mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen (zie Storingen).
F0 tot F5
-
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport!
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat overeind transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
u
4.2 Apparaat opstellen
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
u
na de inbouw:
u
u
u
Aanwijzing
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsgeluiden ontstaan!
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Rode transportbeveiliging
losschroeven. Vrijgekomen
bevestigingsgat met stop (60)
afdichten.
Doe de verpakking weg (zie 4.5) .
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
Zorg altijd goed voor een goede verluchting van de plaatsingsruimte.
4.3 Draairichting deur veranderen
Cntroleer of volgend gereedschap klaar ligt:
4
Page 5
In gebruik nemen
kruiskopschroevendraaier
q
schroevendraaier
q
Accuschroevendraaier Torx® 15
•
q
Accuschroevendraaier Torx® 20
•
Accuschroevendraaier Torx® 25
•
Accuschroevendraaier Torx® 30
•
Het apparaat voor 2/3 in de nis schuiven.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Open de deur.
4.3.1 Sluitdemper verwijderen.
Fig. 4
Gevaar voor verwonding, wanneer de sluitdemper dichttrekt!
u
VOORZICHTIG
Voorzichtig demonteren.
Bevestigingsschroeven
u
Fig. 5 (2)
beneden naar de andere
kant verplaatsen.
Schroeven zijn zelfsnijdend.
Gebruik een accu-schroevendraaier:
Scharnieren van de deur
u
afschroeven
de andere kant
aanbrengen en (met4 Nm)goed vast-
schroeven.
Vrij geworden bevesti-
u
gingsgaten met stoppen
Fig. 6 (4)
boven en
Fig. 6 (3)
sluiten.
, aan
4.3.4 Deur weer monteren
Apparaatdeur in de vooraf gemonteerde bevestigings-
u
schroeven
Bevestigingsschroeven
u
schroeven.
Afdekkingen
u
Fig. 5 (2)
Fig. 5 (1)
inhangen.
Fig. 5 (2)
weer monteren.
(met 4 Nm) goed vast-
Fig. 6
Spanveer
u
schuiven.
Sluitdemper
u
Houder
u
Kogeltap
u
Fig. 4 (11)
Fig. 4 (2)
Fig. 4 (1)
Fig. 4 (3)
met een schroevendraaier naar buiten
naar beneden toe wegnemen.
afschroeven.
eraf schroeven (Torx® 20).
4.3.2 Deur demonteren
Fig. 5
Afdekkingen
u
Bevestigingsschroeven
u
Deur wegnemen: naar buiten toe schuiven, uithangen en
u
wegzetten.
Fig. 5 (1)
verwijderen.
Fig. 5 (2)
alleen losdraaien.
4.3.3 Lagerdelen omplaatsen
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de scharnieren dichtklappen!
Laat de scharnieren open.
u
4.3.5 Sluitdemper weer aanbrengen
Fig. 7
Kogeltap
u
4 Nm) schroeven (Torx® 20).
Spanveer
u
Houder
u
Sluitdemper
u
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de bevestigingsonderdelen niet vast genoeg zijn aangeschroefd, kan de deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot
gevolg hebben. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het
apparaat niet goed koelt.
De scharnieren en de kogeltap van de sluitdemper met
u
4 Nm goed vastschroeven.
De houder van de sluitdemper met 3 Nm goed vast-
u
schroeven.
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
u
Fig. 7 (3)
Fig. 7 (11)
Fig. 7 (1)
Fig. 7 (2)
WAARSCHUWING
in de nieuwe bevestigingsboring (met
weer naar binnen schuiven.
(met 3 Nm) goed vastschroeven.
in de kogeltap inhangen.
5
Page 6
In gebruik nemen
4.4 Inbouw
Fig. 9
Aanwijzing
Voor montage van de kastdeur controleren, of het toege-
u
laten gewicht van de kastdeur niet wordt overschreden.
Zoniet kan beschadiging van de scharnieren en daaruit
u
voortvloeiende slechte werking niet worden uitgesloten.
Fig. 8
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
Accuschroevendraaier Torx® 15, 20, 25
q
Zeskantsleutel 13
q
Schroevendraaier
q
De tussenvloer en zijwanden van de meubelkast moeten haaks
op elkaar staan. Meubelkast met waterpas en winkelhaak in de
juiste stand brengen. Indien nodig blokjes of latjes onder
leggen om gelijk te maken.
Het apparaat kan ook in een normale keukenkast worden ingebouwd. In dit geval het beslag van het kastdeurtje en de nis
verwijderen. Deze heeft u niet meer nodig, omdat de kastdeur
op de deur van het apparaat wordt gemonteerd.
De inbouwmaten controleren:
Apparaathoogte aNishoogte b
1218 mm1220 mm - 1236 mm
ModelMaximumgewicht van
de kastdeur
WTI20 kg
4.4.1 Apparaat installeren
Fig. 10
6
Page 7
Haal de aansluitkabel van de achterzijde van het appa-
u
raat. Hierbij de kabelhouder verwijderen, om trillingsgeluiden te voorkomen!
Aansluitkabel met behulp van
u
een touw zo leggen, dat het
apparaat na het inbouwen
gemakkelijk aan te sluiten is.
Opvulstrook
u
schroeven
apparaat vastzetten.
Het apparaat voor 2/3 in de nis schuiven.
u
Bij 16 mm dikke meubelwanden = 568 mm brede
nis:
Afstandsdeel
u
afstandsdeel
de scharnieren klikken.
Schroef de kunststof hoek
u
Fig. 14 (8)
schroeven
de greepzijde van het
apparaat.
Bij 16 mm dikke meubelwanden =
568 mm brede nis:
Trek de beschermfolie van de afdeklijst
u
Fig. 15 (3)
van het apparaat (zijkant van de greep
en gelijk met de voorkant) aan en plak
deze vast.
Afdeklijst
u
Apparaat inschuiven en afstellen:
Apparaat inschuiven.
u
Bij 16 mm dikke meubelwanden = 568 mm brede
nis:
Laat de afstandsdelen tot
u
tegen de zijwand van het
meubel komen.
Bij 19 mm dikke meubelwanden = 562 mmbrede nis:
Zorg ervoor dat de scharnieren
u
vooraan vlak liggen met de
zijwand van het meubel.
Fig. 12 (1)
Fig. 12 (2)
Fig. 13 (5)
Fig. 10 (6)
metM5-
Fig. 14 (9)
. Breng de lijst aan de zijkant
Fig. 15 (3)
met
op het
en
op
op
zo nodig inkorten.*
Fig. 11
Fig. 12
Fig. 13
Fig. 14
Fig. 15
Fig. 16
In gebruik nemen
Fig. 19
Bij meubels zonder deuraanslagdelen:
breng de kunststof hoek in één vlak met de voorkant van de
u
meubelzijwand.
Bij meubels met deuraanslagdelen:
Houd rekening met de opbouwafmeting: zorg ervoor dat de
u
kunststof hoek parallel komt met de voorkant van de scharnieren.
Bij meubels met een terugspringende bodem:
Lijn in de diepte de kunststof hoek
u
de voorkanten van de meubelzijwanden uit, ook al steekt de
hoek daardoor boven de meubelbodem uit.
Het apparaat via de stelvoetjes met de meegeleverde
u
steeksleutel
Het apparaat is nu correct opgesteld in de diepte. Tussen
w
de voorkant van de meubelzijwand en de behuizing van het
apparaat is rondom een afstand van 42 mm. (Houd rekening
met deuraanslagdelen, zoals noppen afdichtingsstrips.)
Aanwijzing
Functiestoring door verkeerde montage!
Wanneer de afstandsmaat niet wordt aangehouden, sluit de
deur evt. niet. Dit kan ijsvorming, condenswatervorming en
storingen veroorzaken.
Zorg rondom steeds voor een afstand van 42 mm . (Houd
u
rekening met deuraanslagdelen, zoals noppen en afdichtingsstrips.)
Schroef het apparaat in de nis vast:
Draai lange spaan-
u
plaatschroeven
Fig. 20 (10)
en onder door de
scharnierplaat.
Dekunststof hoek
u
met een lange schroef
Fig. 21 (10)
van het lange gat voormonteren.
Klap de afdekking van de
u
kunststof hoek
dicht.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Fig. 19 (7)
boven
rechtop plaatsen.
Fig. 21 (8)
door het midden
Fig. 21 (8)
4.4.2 Kastdeuren monteren
Fig. 19 (8)
sluitend met
Fig. 20
Fig. 21
Bij meubels (16 mm en 19 mm) met deuraanslagdelen
(noppen, afdichtingslippen enz.):
houd rekening met de opbouwafmeting (diepte van de deur-
u
aanslagdelen): laat de scharnieren wat uit de opbouwhoogte uitsteken.
Fig. 17
Fig. 18
Controleer de voorinstelling van 8 mm (afstand tussen de
u
deur van het apparaat en de onderkant van de dwarsstrip).
Fig. 22
7
Page 8
In gebruik nemen
Montagehulpstukken
u
omhoog schuiven. Onderste aanslagkant ▲van het montagehulpstuk = onderkant van de aan te brengen kastdeur.
Bevestigingsdwars-
u
strip
Fig. 23 (12)
de contramoeren
Fig. 22 (11)
via
op kastdeurhoogte
Fig. 22 (14)
losschroeven.
Bevestigingsdwars-
u
strip
Fig. 23 (12)
de montagehulpstukken
aan de binnenkant
van de kastdeur
hangen.
Bevestigingsdwarsstrip
u
korte middellijn op de meubeldeur uittekenen, pijlpunten van
de dwarsstrip daarboven plaatsen.
Afstanden tot de buitenkant zijn links en rechts even groot.
w
Bij spaanplaatdeuren:
Bevestigingsdwarsstrip
u
schroeven vastschroeven.
Bij cassettedeuren:
Bevestigingsdwarsstrip
u
schroeven op de rand vastschroeven.
Trek demontagehulpstukken
u
en schuif ze gedraaid in de ernaast gelegen openingen.
Fig. 23 (11)
met
Fig. 23 (12)
Fig. 23 (12)
Fig. 23 (12)
in het midden uitlijnen:
met minstens 6
met minstens 4
Fig. 23 (11)
naar boven eruit
Fig. 23
Kastdeur in de diepte Z uitlijnen: bovenaan de schroeven
u
Fig. 26 (20)
losdraaien, vervolgens de deur verschuiven.
Zorg voor een luchtspleet van 2 mm
u
tussen de kastdeur en de behuizing.
Laat noppen en dichtingsstrips niet
aanslaan - belangrijk voor de werking!
Bij grote of gedeelde kastdeuren:
een 2e stel bevestigingshoeken
u
Fig. 25 (18)
Daarvoor de voorgeboorde gaten bij de
u
deurgreep gebruiken.
, onderaan de zeskantschroeven
monteren.
Fig. 26 (19)
Fig. 26
Fig. 24
Hang de kastdeur op de stelbouten
u
de contramoeren
Sluit de deur.
u
Controleer de afstand van de deur t.o.v. de aangrenzende
u
kastdeurtjes.
Kastdeur opzij uitlijnen: verschuif de deur in richting X.
u
Hoogte Y en zijdelingse neiging van de kastdeur uitlijnen: de
u
stelbouten
De kastdeur ligt vlak en op één lijn met de aangrenzende
w
meubelfronten.
Contramoeren
u
Schroef de beves-
u
tigingshoek
Fig. 25 (18)
zeskantschroeven
Fig. 25 (19)
voorgeboorde
gaten in de deur
van het apparaat.
Fig. 24 (14)
Fig. 24 (17)
Fig. 24 (14)
met
op de
met een schroevendraaier verstellen.
vastdraaien.
Fig. 24 (17)
losjes op de stelbouten.
en schroef
Fig. 25
Let erop dat de beide metalen kanten vlak liggen, symbool //:
Bevestigingsgaten in de kastdeur voorboren (evtl. met een
u
graveerstift voorsteken).
Deur van het apparaat met schroeven
u
bevestigingshoek
schroeven.
Fig. 25 (18)
Fig. 25 (15)
op de kastdeur vast-
door de
Controleer of de deur goed zit en stel eventueel bij.
u
Draai alle schroeven vast.
u
Contramoeren
u
vastdraaien, daarbij stelbouten
vendraaier tegenhouden.
Het Opvulplaat
u
Fig. 27 (22)
Zet het apparaat onderaan vast met een tweede schroef
u
Fig. 27 (8)
Fig. 27 (10)
Afdekkingen aanbrengen.
u
Bovenste afdekking
u
Fig. 28 (23)
vast laten klikken.
Afdekking opzij
u
plaatsen, tot aan de
aanslag schuiven en dan
vastdrukken tot deze hoorbaar vastklikt.
Afdekking
u
opschuiven, vervolgens
met een schroevendraaier
naar voren trekken zodat
deze stevig vastklikt.
Fig. 27 (14)
Fig. 27 (1)
aan het meubeloppervlak vastschroeven.
in het ronde gat van de kunststof hoek
.
plaatsen en
met de ringssleutel
Fig. 27 (17)
van onderen met drie schroeven
Fig. 27 (21)
met een schroe-
Fig. 28 (24)
Fig. 28 (25)
opzij
Fig. 27
Fig. 28
8
Page 9
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
Folies en zakken uit polyetheen
Spanbanden uit polypropeen
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
ethyleen*
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamelpunt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
u
wisselstroom) of spaarstekker.
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn.
u
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Elektrische aansluiting controleren.
Steek de stekker in het stopcontact.
Bediening
Display helderder instellen: druk op de insteltoets
u
Up bovenste wijnklimatiseergedeelte
Display donkerder instellen: druk op de insteltoets
u
Down bovenste wijnklimatiseergedeelte
Bevestigen: druk op de toets ventilatie
u
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
w
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het
spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging instellen
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de
u
toets ventilatie
De toets ventilatie knippert. Op de display wordt c aange-
w
geven.
Druk kort op de toets ventilatie
u
inschakelen: met insteltoets Up bovenste wijnkli-
u
matiseergedeelte
bovenste wijnklimatiseergedeelte
kiezen.
uitschakelen: met insteltoets Up bovenste wijnkli-
u
matiseergedeelte
bovenste wijnklimatiseergedeelte
kiezen.
Bevestigen: druk op de toets ventilatie
u
Als het symbool kinderbeveiliging
w
kinderbeveiliging geactiveerd.
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (8)
.
of insteltoets Down
Fig. 3 (8)
.
Fig. 3 (7)
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (10)
om te bevestigen.
Fig. 3 (7)
of insteltoets Up
Fig. 3 (7)
c0
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (6)
brandt, is de
.
.
Fig. 3 (9)
c1
.
Fig. 3 (9)
.
.
4.7 Apparaat inschakelen
Toets On/Off
u
Het temperatuurdisplay en de toets Alarm knipperen tot de
w
ingestelde temperatuur is bereikt.
Fig. 3 (9)
indrukken.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen
aan het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De helderheid is instelbaar tussen h0 (geen verlichting) en h5
(maximale lichtsterkte).
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de
u
toets ventilatie
Detoets ventilatie
w
aangegeven.
Met insteltoets Up bovenste wijnklimatiseergedeelte
u
Fig. 3 (8)
deelte
Fig. 3 (7)
Bevestigen: druk kort op de toets ventilatie
u
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (10)
en insteltoets Down onderste wijnklimatiseerge-
h kiezen.
.
knippert. Op de display wordt c
Fig. 3 (10)
.
5.3 Deuralarm
Wanneer de deur langer dan 60 s geopend is, gaat het akoestisch alarm af.
5.3.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgeschakeld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 3 (4)
indrukken.
5.4 Temperatuuralarm
Wanneer de wijnopslagtemperatuur te warm of te koud is, gaat
het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knippert de temperatuurdisplay.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd
bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
-
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd.
de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch en de temperatuurdisplay houdt op met knipperen, wanneer de temperatuur weer
laag/hoog genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
9
Page 10
Onderhoud
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levensmiddelen bederven.
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen.
5.4.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 3 (4)
indrukken.
5.5 Wijnflessen bewaren
In het wijnklimatiseergedeelte kunnen 64 bordeauxflessen
(0,75 l) worden bewaard.
Bewaar in het ene vak alleen witte wijn, in het andere alleen
u
rode wijn, aangezien u beide vakken apart kunt klimatiseren.
Gelijkaardige wijnsoorten zoveel mogelijk op hetzelfde
u
rooster naast elkaar leggen.
Vermijd om flessen op elkaar te stapelen.
u
Bewaar geopende flessen
u
op het opgeklapte houten
rooster.
Houten rooster opklappen:
u
druk op de vergrendeling
opzij onder het luik.
Het houten rooster klapt
w
neer.
5.6 Temperauur wijnklimatiseergedeelte instellen
5.7.1 Ventilator inschakelen
kort op de toets Ventilatie
u
De toets Ventilatie
w
De ventilator draait altijd. De luchtvochtigheid is hoog.
w
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (10)
drukken.
brandt.
5.7.2 Ventilator uitschakelen
kort op de toets Ventilatie
u
De toets Ventilatie
w
De ventilator loopt alleen, wanneer dit noodzakelijk is om de
w
temperatuur te regelen. De luchtvochtigheid is laag.
Fig. 3 (10)
Fig. 3 (10)
drukken.
brandt niet.
5.8 Etiketten
Op de etiketten kunt u noteren welke wijnsoort u per vak
bewaart. Extra etiketten zijn verkrijgbaar bij uw vakhandelaar.
5.8.1 Etiketten beschrijven
5.9 Houten plateau
Let erop, dat het rooster niet aan
de achterste haak blijft hangen.
Neerklapbaar houten plateau
u
uitnemen: uit de geleiders
omhoog tillen en naar voren
uittrekken.
Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal gebruik. De
temperatuur is instelbaar van 20 °C tot 5 °C, aanbevolen wordt
8 °C tot 12 °C.
Het wijnklimatiseergedeelte is verdeeld in twee wijnklimatiseervakken, die elk afzonderlijk volgens behoefte kunnen worden
geklimatiseerd.
Temperatuur hoger/warmer instellen: druk op deinsteltoets
u
Up bovenste wijnklimatiseergedeelte
toets Up onderste wijnklimatiseergedeelte
Temperatuur lager/kouder instellen: druk op de insteltoets
u
Down bovenste wijnklimatiseergedeelte
insteltoets Down onderste wijnklimatiseergedeelte
Temperatuur veranderen in stapjes van 1 °C: kort op de
u
toets drukken.
-of-
Temperatuur doorlopend veranderen: houd de toets inge-
u
drukt.
Tijdens het instellen wordt de nieuwe waarde knipperend
w
aangegeven.
Ca. 5 sec. nadat u het laatst op de toets heeft gedrukt, wordt
w
de werkelijke temperatuur weergegeven. De temperatuur
past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (7)
resp. instel-
.
resp.
Fig. 3 (3)
5.7 Ventilator
Wanneer de ventilator draait, wordt de relatieve luchtvochtigheid in de binnenruimte hoger, zodat kurken niet uitdrogen.
Bij ingeschakelde ventilator is het energieverbruik hoger. Om
energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur automatisch uit.
Neerklapbaar houten plateau inzetten: onder de achterste
u
haak inschuiven en op de geleiders duwen, zodat het hoorbaar vastklikt.
Andere houten plateaus
u
inzetten: op de geleiders
plaatsen.
.
6 Onderhoud
6.1 Actief koolfilter vervangen
Het actief koolfilter zorgt voor een optimale luchtkwaliteit en
dient daarom jaarlijks te worden vervangen. Het filter kunt u
bestellen bij de vakhandelaar.
Elk Weintemperierfach heeft een eigen actief koolfilter.
Neem het actief koolfilter bij de
u
greep.
Draai het actief koolfilter 90° naar
u
rechts of naar links
Trek het actief koolfilter uit
u
Fig. 29 (2)
Steek het nieuwe actief koolfilter in
u
met de greep verticaal.
Draai het nieuwe actief koolfilter 90°
u
naar rechts of naar links
tot het vastklikt.
.
Fig. 29 (1)
Fig. 29 (1)
.
,
Fig. 29
10
Page 11
Storingen
6.2 Apparaat reinigen
Voor het reinigen:
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brandwonden veroorzaken.
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
u
u
u
u
u
u
u
u
- Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger
- Gebruik in de binnenruimte van het apparaat
Interieur:
u
u
Afvoeropening reinigen:
u
u
u
u
Onderdelen:
u
Aanwijzing
u
u
Na het reinigen:
u
u
u
VOORZICHTIG
Gebruik geen stoomreinigers!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die zand, chloor,
chemicaliën of zuren bevatten.
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatieroosters en elektrische delen terecht komen.
Apparaat leegmaken.
Trek de stekker uit.
met een neutrale pH-waarde.
enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en
onderhoudsproducten.
Buiten- en binnenwanden van kunststof met lauwwarm
water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
De rubber strip van het
bedieningspaneel neemt u
af met een vochtige doek en
een schoonmaakproduct
met neutrale pH-waarde.
Houten roosters uitnemen en
uittrekrails demonteren.
Afdekdoppen en schroeven van
de plaatafdekking afhalen en
opzij leggen (1).
De (2) optillen en naar voren (3)
trekken.
Afvoeropening reinigen: vuil met
een dun hulpmiddeltje, bijv. een
wattenstaafje, verwijderen.
Houten roosters met een droge pluisvrije doek afvegen.
Houten roosters niet met water en afwasmiddel reinigen.
Andere onderdelen met lauwwarm water en een beetje
afwasmiddel met de hand reinigen.
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
De levensmiddelen weer inleggen.
6.3 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onderhoud), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 30 (1)
nr.
Fig. 30 (2)
serie-nr.
van het typeplaatje
aflezen. Het typeplaatje bevindt zich
aan de linkerkant
binnen in het apparaat.
, service-
en
Fig. 30 (3)
Fig. 30
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 30 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt.
De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 30 (3)
Fig. 30 (1)
mededelen.
, service-nr.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht desondanks storing optreden, eerst controleren of de storing door
een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij
de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening
brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering in het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
→
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
→
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van de koelaggregaat (de motor).
11
Page 12
Afzetten
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende
→
deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
→
ventilator.
Het geluid is normaal.
u
Schimmel op de wijnflessen.
Vergelijkbaar met andere manieren van opslag kan door
→
het soort etikettenlijm lichte schimmelvorming ontstaan.
Verwijder lijmresten.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F5.
Het betreft een storing.
→
Contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
→
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
→
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst. (zie Onderhoud).
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
→
Stel de temperatuur lager in en controleer na 24 u.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
→
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
→
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
→
8.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename
u
geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische
u
Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of
repareren.
Gevaar voor verwonding door laserstraling klasse 1M.
u
WAARSCHUWING
Kijk niet naar binnen als de afdekking open is.
8 Afzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Toets On/Off
u
Het temperatuurdisplay is uit.
w
12
Fig. 3 (9)
ca. 2 s indrukken.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.