LIEBHERR WTES1753 User Manual [fr]

Page 1
Gebrauchsanleitung
Weintemperierschrank
Seite 2
Operating Instructions
Wine Cooler
Page 14
Gebruiksaanwijzing
Pagina 26
Consignes d’utilisation
Armoire de mise en température des vins
Page 38
Instrucciones de manejo
Armario para acondicionamiento de vinos
Página 50
Istruzione d'uso
Frigorifero temperato per vini
Pagina 62
7081 695-00 206
Page 2
Hartelijk dank voor uw vertrouwen.
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van deze wijnklimaatkast. U hebt met dit product, dat overtuigt door perfect bedieningscomfort, degelijke betrouwbaarheid en hoogwaardige kwaliteit, gekozen voor een eersteklas apparaat. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe wijnklimaatkast en veel genoegen bij de consumptie van uw wijn.
Hoe minder druiven er op een vlakte geprodu­ceerd worden, des te beter wordt uw wijn.
Schrale bodems met goede drainage zijn de beste voorwaarde voor goede wijnen. De toe­stand van de bodem bepaalt de vitaliteit van de wijnranken en dit beïnvloedt dan weer de kwaliteit van de druiven. Naast de bodem is ook het klimaat van doorslaggevend belang voor de wijn. Immers: ook licht en luchtvochtigheid zijn belangrijk voor de smaakrijpheid van de wijn.
De juiste omgeving voor uw wijnen.
Een wijnstok is een uiterst gevoelig gewas. Van de aanplanting, over de rijpingsperiode tot op het moment van de oogst en de wijnbereiding is hij afhankelijk van drie factoren: licht, luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur. Deze gevoeligheid blijft ook onveran­derd behouden na het bottelen. Om de volle rijpheid van de smaak te verkrijgen of om het juiste wijnaroma te produceren, moet de wijn perfect bewaard worden - en hiervoor biedt uw wijnklimaatkast de perfecte omstandigheden.
26
Page 3
NL
De wijnklimaatkast
Pas bij de juiste drinktemperatuur ontplooien goede wijnen hun aroma en smaak voor het volle genot. In uw wijnklimaatkast worden wijnen langzaam en gelijkmatig op de ideale drinktemperatuur gebracht. In twee onafhankelijk van elkaar instelbare temperatuurzones kunnen tegelijkertijd rode en witte wijnen bij de optimale drinktem­peratuur worden bewaard.
Inhoud Pagina
Opstellen / Elektrische voorwaarden Afmetingen / Draairichting deur veranderen
Bedienings- en controleelementen .......................................... 28-29
Apparaat in- en uitschakelen Temperatuur instellen Ventilator-toets Extra functies
Waarschuwingszoemer ............................................................
Binnenverlichting / Uitvoering Actiefkoolfilter
Beladingschema ........................................................................ 32-33
Ontdooien / Reinigen
Storingen .................................................................................. 34-25
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen Buiten werking stellen Aanwijzingen ter bescherming van het milieu
Algemene Bepalingen ...............................................................36-37
30-31
27
Page 4
Opstellen
• Plaats het apparaat niet waar hij rechtstreeks blootgesteld wordt aan de zon en ook niet in de buurt van warmtebronnen zoals een haard of verwarming.
• De vloer op de plaats van opstelling moet waterpas en gelijk zijn. Oneffenheden kunt u wegwerken via de stelpoten.
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 pro 8 g koelmid­delmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmid­delcircuit geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het appa­raat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
• Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z. een maximale tempe­ratuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
SN = +10 °C tot +32 °C SN - ST = +10 °C tot +38 °C
Elektrische voorwaarden
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats moeten met de infor­matie op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje vindt u links boven aan de binnenwand. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Afmetingen
Staat het apparaat niet stabiel, verdraai dan met de bijgeleverde sleutel één of meer stelpoten.
28
Page 5
Draairichting deur veranderen
Stap 5
Het scharnier links boven is bij het apparaat gevoegd.
NL
Bedienings- en controleelementen
Temperatuurindicatie onderste vak Temperatuurindicatie bovenste vak Temperatuurinsteltoetsen onderste vak Temperatuurinsteltoetsen bovenste vak Alarm Uit-toets
Aan/Uit-toets binnenverlichting Kinderbeveiliging Aan/Uit-toets Ventilator-toets
29
Page 6
Apparaat in- en uitschakelen
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen"). Stekker in het stopcontact steken - het apparaat is ingeschakeld. Het alarm wordt altijd geactiveerd wanner het apparaat voor de eerste maal wordt inge­schakeld en ook wanneer de temperatuur te vers is opgelopen. Druk op de "Alarm" toets om het alarm uit te schakelen. Tegelijkertijd knippert het temperatuurdisplay.
• Uitschakelen:
het temperatuurdisplay gaat uit.
• Inschakelen:
licht op.
Houd de "ON / OFF" toets ca. 3 sec. ingedrukt;
Druk op de "ON / OFF" toets; het temperatuurdisplay
Temperatuur instellen
De temperatuur kan in beide vakken onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
Temperatuur verlagen/kouder:
Druk op de DOWN-tiptoets,
- links voor het bovenste vak, rechts voor het on-
derste vak.
Temperatuur verhogen/warmer:
Druk in beide gevallen op de UP-tiptoets.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het temperatuurdisplay.
- Door meermals kort op een tiptoets drukken, laat u de ingestelde temperatuur in stapjes van 1°C verspringen.
- Ca. 5 sec. na de laaste druk op een tiptoets schakelt de electronica automatisch om en wordt de daadwerkelijke temperatuur op dat moment getoond.
Verschijnt op het display de melding "F0" of "F1" dan heeft zich een storing voor­gedaan. Neem a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde technische dienst van de leve­rancier. Geef hierbij beslist de typeaanduiding, index- en apparaatnummer op.
Ventilator-toets
Als u de wijnklimaatkast voor het langdurige bewaren van wijn wilt ge­bruiken, dan activeert u de toets "Ventilation". De lamp in de toets brandt. Daardoor wordt er in het interieur een klimaat bereikt dat met dat van een wijnkelder overeenkomt. Door de hoge luchtvochtigheid wordt het uitdrogen van de kurken voorkomen.
30
Page 7
Extra functies
NL
Via de instelmodus kunt u de kinderbeveiliging gebruiken en de lichtintensiteit van het display verandern. Met de kinderbeveiliging voorkomt u dat kinderen het apparaat uitschakelen.
Instelmodus activeren:
• Ventilator-toets ca. 5 sec drukken - de Ventilator-toets knippert - het display toont c voor kinderbeveiliging.
Aanwijzing: de waarde die dient te
worden veranderd, knippert.
• Door op de Up/Down-toets te druk­ken, de gewenste functie kiezen:
c = kinderbeveiliging, h = lichtintensiteit
• Nu door kort op de Ventilator-toets te drukken, de functie selecteren/bevestigen:
> Bij c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-toets te drukken c1 = kinderbeveiliging AAN of c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de Ventilator-toets be-
vestigen.
Als het symbool
h = lichtintensiteit
> Bij door op de Up/Down-toets te drukken h1 = minimale tot h5 = maximale intensiteit selecteren en met de Ventilator-toets
bevestigen.
Instelmodus verlaten:
• Door op de On/Off-toets te drukken, de instelmodus beeindigen; na 2 min. schakelt de electronica automatisch om. Het standaard regelbedrijf is weer actief.
licht, is de kinderbeveiliging actief.
Waarschuwingszoemer
Met behulp van de waarschuwingszoemer kunt u uw wijnen beschermen tegen te hoge of te lage temperaturen.
- Het apparaat geeft alarm wanneer de deur langer dan 60 sec. open
staat. Het alarm stopt wanner u op de "Alarm" toets drukt.
- Hij zoemt als het binnenin te koud of te warm is. Tegelijkertijd
knippert het temperatuurdisplay. Het alarm stopt wanner u op de "Alarm" toets drukt. Het temperatuurdisplay blijft knipperen totdat de alarmsituatie beëindigd is.
-
31
Page 8
Binnenverlichting
In het bovenste en onderste vak is een verlichtingsbalk geïntegreerd.
De binnenverlichting kan met de toets "Light" worden in- en uitgeschakeld.
Voorzichtig - laserstraling klasse 1M bij open afdekking, niet rechtstreeks met opti sche instrumenten erin kijken.
De binnenverlichting mag alleen door de technische dienst of daarvoor opgeleid vak personeel worden vervangen.
Bovendien kan de helderheid van de verlichting worden ingesteld.
• Druk de toets “Light” in. Het controlelampje in de schakelaar schijnt.
• De toets "Light" ingedrukt houden en tegelijker tijd met de temperatuurinsteltoetsen voor het onderste vak lichter of donkerder zetten.
"Down" = donkerder, "Up" = lichter.
-
-
-
Uitvoering
Uittrekrooster
Het uittrekrooster zorgt ervoor dat u de wijnflessen comfortabel uit het apparaat kunt nemen.
Etiketten
Voor elk rooster wordt bij het apparaat een etikettenhouder met een etiket geleverd. Hierop kunt u de wijnsoorten noteren die in de afzonderlijke vakken liggen. Gebruik hiervoor een zacht pot­lood, zodat u de informatie later weer met een gum kunt verwijderen. Extra etiketten kunnen via uw vakhan­delaar verkregen worden.
Montage: De etikettenhouder vastdu­wen en het etiket zijdelings insteken.
32
Page 9
Actiefkoolfilter
NL
Wijnen ontwikkelen zich voortdurend verder naargelang de omgevingscondities: daar­door is de kwaliteit van de lucht bepalend voor de conservering. Daarom zit er zowel in het bovenste als in het onderste vak onderaan de achterwand van het apparaat een actief koolfilter dat de lucht filtert.
Wij raden aan de afgebeelde filter jaarlijks te vervangen. U kunt hem bestellen bij uw vakhandelaar.
De filter vervangen: filter bij de greep vastnemen en 90° naar rechts of naar links draaien. Dan kunt u de filter er­uit trekken.
De filter inzetten: filter met vertikale greep inzetten en dan 90° naar rechts of naar links draaien tot u hem hoort klikken.
Beladingschema
voor Bordeauxflessen van 0,75 l
Totaal: 40 flessen
33
Page 10
Ontdooien
Het apparaat ontdooit automatisch. Het vrijkomende water stroomt via de dooiwatera­fvoer in de achterwand in een verdampingsschaal buiten het apparaat. Hier verdampt het water door de vrijkomende warmte van de compressor.
Reinigen
Let op! Trek vóór het reinigen altijd de stekker uit het stopcontact. Is dit niet mo­gelijk, draai dan in de meterkast de zekering eruit van de groep waarop het apparaat is aangesloten.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten! Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcentreerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakproducten die zand, chloride of zuur bevatten of chemische oplosmiddelen: die beschadigen de oppervlakte en kunnen corrosie veroorzaken.
• Gebruik voor de reiniging van de glasoppervlakken een schoonmaakmiddel voor glas en voor oppervlakken van roestvrij staal een in de handel gebruikelijk schoonmaak­middel voor roestvrij staal.
• De binnenruimte en de delen van het interieur met uitzondering van de houten lijs­ten aan de uittrekroosters met lauw water en een beetje afwasmiddel reinigen.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Gelieve het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat te laten zitten – het is
belangrijk voor de technische dienst.
• De motorruimte moet in geval van stofafzettingen worden schoongemaakt. Daartoe
kan het onderste ventilatierooster als volgt worden verwijderd:
1 Afdekkapjes en schroeven verwijderen. 2 Linker schroef van het scharnier alleen los
maken.
3 Afdekplaat verwijderen. 4 Ventilatierooster naar links verwijderen.
Vervolgens kan de motorruimte met een stofzui ger worden schoongemaakt.
Na het reinigen het ventilatierooster weer mon­teren.
Let erop dat de schroef 2 op het scharnier weer goed aangetrokken wordt!
-
34
Page 11
Storingen
NL
Uw apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storingen nagenoeg uitge­sloten zijn en een lange levensduur gegarandeerd is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit het geval dan moeten we helaas ook tijdens de garantietermijn de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
• Het apparaat werkt niet:
- controleer of de stekker correct in het stopcontact zit en
- of de zekering in de meterkast nog goed is.
• Het apparaat maakt te veel lawaai:
Houd er rekening mee dat stromingsgeluiden in het koelcircuit niet te vermijden zijn.
• De temperatuur in uw wijnklimaatkast is te warm: Controleer de instelling aan de hand van het hoofdstuk "Temperatuur instellen",
- of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
- de functionaliteit van de ontluchting en
- in hoeverre de plaats van opstelling te dicht bij een warmtebron ligt.
• Houd er rekening mee dat er, net zoals bij ander bewaarvormen, afhankelijk van de soort etikettenlijm een lichte schimmelvorming kan ontstaan. Om dit te vermijden moet u de flessen zorgvuldig ontdoen van alle lijmresten.
Neem, indien geen van de bovengenoemde oorzaken van toepassing zijn en u de storing niet zelf verhelpen kunt, contact op met de technische dienst van de leverancier van het apparaat. Zorg dat u tijdens het gesprek de
typeaanduiding , het index-  en appa­raatnummer bij de hand hebt. Het type-
plaatje vindt u links op de binnenwand.
Controleer of het apparaat vast op de vloer staat.
35
Page 12
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met twee personen uit en stel hem samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk – nog vóór het aansluiten – contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op en houd u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van een goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar pak de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien anders grote gevaren voor uzelf en ande­ren kunnen ontstaan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om ergens bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische
of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschik­ken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te koelen/te bevriezen
levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
Bewaar bij afsluitbare apparaten de sleutel niet in de buurt van het apparaat of
binnen het bereik van kinderen.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
• Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen. Let er daarom
tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat goed op dat het koelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het koelcircuit desondanks beschadigd raken, houd het ap­paraat dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het vertrek.
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zekeringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de deur van het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
36
Page 13
Aanwijzingen ter bescherming van het milieu
NL
De verpakking ter bescherming van het apparaat en de losse onderdelen tijdens het transport bestaat uit recyclebaar materiaal.
• (golf)karton (voornamelijk van oud papier)
• gevormde delen van polystyreen (CFK-vrij geschuimd PS)
• folies en zakken van polyetheen (PE)
• spanbanden van polypropeen (PP)
• Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen - verstikkingsgevaar door folies!
• Gelieve het verpakkingsmateriaal naar een openbare inzamelplaats te brengen.
Het afgedankte apparaat
scheiden van het ongesorteerde afval worden afgevoerd.
• Maak een afgedankt apparaat onbruikbaar: trek de stekker uit het stop contact, snijd het netsnoer door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het afge­dankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Algemene bepalingen
Het koelmiddelcircuit werd op lek­kages gecontroleerd.
Het apparaat is radio- en tv-ontstoord volgens EN 55014 en voldoet zodoen­de aan EG-richtlijn 87/308/EEG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij ons wijzigin­gen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
bevat nog waardevolle materialen en moet ge-
-
37
Loading...