LIEBHERR WK1853, WKES4177, WK4676, WK2977, WK4677 User Manual [fr]

...
Gebrauchsanleitung
Weinklimaschrank
Seite 2
Operating Instructions
Wine storage refrigerator
Page 16
Gebruiksaanwijzing
Pagina 30
Mode d'emploi
Armoire de climatisation des vins
Page 44
Instrucciones de manejo
Frigorífico bodeguero
Página 58
Istruzione d'uso
Frigorifero climatizzator per vini
Pagina 72
7081 687-00 706
Hartelijk dank voor uw vertrouwen.
Hartelijk gefeliciteerd met de aankoop van deze wijnbewaarkast. U hebt met dit product, dat overtuigt door perfect bedieningscomfort, degelijke betrouwbaarheid en hoogwaardige kwaliteit, gekozen voor een eersteklas apparaat. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe wijnbewaarkast en veel genoegen bij de consumptie van uw wijn.
Hoe minder druiven er op een vlakte geprodu­ceerd worden, des te beter wordt uw wijn.
Schrale bodems met goede drainage zijn de beste voorwaarde voor goede wijnen. De toe­stand van de bodem bepaalt de vitaliteit van de wijnranken en dit beïnvloedt dan weer de kwaliteit van de druiven. Naast de bodem is ook het klimaat van doorslaggevend belang voor de wijn. Immers: ook licht en luchtvochtigheid zijn belangrijk voor de smaakrijpheid van de wijn.
De juiste omgeving voor uw wijnen.
Een wijnstok is een uiterst gevoelig gewas. Van de aanplanting, over de rijpingsperiode tot op het moment van de oogst en de wijnbereiding is hij afhankelijk van drie factoren: licht, luchtvochtigheid en omgevingstemperatuur. Deze gevoeligheid blijft ook onveran­derd behouden na het bottelen. Om de volle rijpheid van de smaak te verkrijgen of om het juiste wijnaroma te produceren, moet de wijn perfect bewaard worden - en hiervoor biedt uw wijnbewaarkast de perfecte omstandigheden.
30
NL
Inhoud Pagina
Opstellen .............................................................................................................................. 32
Afmetingen .......................................................................................................................... 32
Elektrische voorwaarden ................................................................................................... 32
Bedienings- en controleelementen .................................................................................... 33
Apparaat in- en uitschakelen ............................................................................................ 33
Temperatuur instellen ........................................................................................................ 33
Ventilatorschakeling .......................................................................................................... 34
Waarschuwingszoemer ...................................................................................................... 34
Extra functies ...................................................................................................................... 35
Uitvoering ........................................................................................................................... 36
Beladingschemas voor Bordeauxflessen van 0,75 l ......................................................... 37
Ontdooien ............................................................................................................................ 38
Reinigen .............................................................................................................................. 38
Storingen ............................................................................................................................. 39
Buiten werking stellen ....................................................................................................... 39
Draairichting deur veranderen ......................................................................................... 40
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen .................................................................. 42
Algemene bepalingen ......................................................................................................... 42
Aanwijzingen ter bescherming van het milieu ................................................................. 43
Overzicht van apparaat en uitrusting
Bedienings- en controleelementen
Flessenvakrooster
Actiefkoolfilter
Typeplaatje
Stelpoten
31
Opstellen
• Plaats het apparaat niet waar hij rechtstreeks blootgesteld wordt aan de zon en ook niet in de buurt van warmtebronnen zoals een haard of verwarming.
• De vloer op de plaats van opstelling moet waterpas en gelijk zijn. Oneffenheden kunt u wegwerken via de stelpoten.
• Zorg voor goede ver- en ontluchting.
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 pro 8 g koel­middelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
• Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z. een maximale temperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaat­klasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
SN - ST = +10 °C tot +38 °C SN - T = +8 °C tot +43 °C
Afmetingen
WK 2976: hoogte: 1250 mm, breedte: 660 mm, diepte: 671 mm WK 4176: hoogte: 1644 mm, breedte: 660 mm, diepte: 671 mm WK 4676: hoogte: 1841 mm, breedte: 660 mm, diepte: 671 mm
Elektrische voorwaarden
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats moeten met de infor­matie op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje vindt u links boven aan de binnenwand. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
32
NL
Bedienings- en controleelementen
Temperatuurindicatie Temperatuurinsteltoetsen Alarm Uit-toets Ventilator Aan/Uit-toets Kinderbeveiliging Aan/Uit-toets
Apparaat in- en uitschakelen
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in gebruik neemt (zie verder onder Reinigen). Stekker in het stopcontact steken - het apparaat is ingeschakeld.
• Uitschakelen:
het temperatuurdisplay gaat uit.
• Inschakelen:
Houd de ON / OFF toets ca. 3 sec. ingedrukt;
Druk op de ON / OFF toets; het temperatuurdisplay licht op.
Temperatuur instellen
Temperatuur verlagen/kouder: Druk op de DOWN-tiptoets.
Temperatuur verhogen/warmer:
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het temperatuurdisplay.
- Door meermals kort op een tiptoets drukken, laat u de ingestelde temperatuur in stapjes van 1°C verspringen.
- Ca. 5 sec. na de laaste druk op een tiptoets schakelt de electronica automatisch om en wordt de daadwerkelijke temperatuur op dat moment getoond.
Verschijnt op het display de melding F1 dan heeft zich een storing voorgedaan. Neem a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde technische dienst van de leverancier.
Druk op de UP-tiptoets.
33
Ventilatorschakeling
Daardoor wordt er in het interieur een klimaat bereikt dat met dat van een wijnkel­der overeenkomt. Door de hoge luchtvochtigheid wordt het uitdrogen van de kurken voorkomen.
Inschakelen:
controlelampje in de schakelaar schijnt.op.
Uitschakelen:
controlelampje in de schakelaar gaat uit.
Druk de toets Ventilation in. Het
Druk de toets Ventilation in. Het
Waarschuwingszoemer
Met behulp van de waarschuwingszoemer kunt u uw wijnen beschermen tegen te hoge of te lage temperaturen.
- Het apparaat geeft alarm wanneer de deur langer dan 60 sec. openstaat.
Het alarm stopt wanner u op de Alarm toets drukt.
- Hij zoemt als het binnenin te koud of te warm is. Tegelijkertijd knippert het temperatuurdisplay. Het alarm stopt wanner u op de drukt. Het temperatuurdisplay blijft knipperen totdat de alarmsituatie beëindigd is.
Alarm toets
34
NL
Extra functies
Via de instelmodus kunt u de kinderbeveiliging gebruiken en de lichtintensiteit van het display verandern. Met de kinderbeveiliging voorkomt u dat kinderen het apparaat uitschakelen.
Instelmodus activeren:
Ventilation-toets ca. 5 sec druk- ken - de Ventilation-toets knip- pert - het display toont c voor kinderbeveiliging.
Aanwijzing: de waarde die dient
te worden veranderd, knippert.
• Door op de Up/Down-toets te drukken, de gewenste functie kiezen:
c = kinderbeveiliging, h = lichtintensiteit
• Nu door kort op de Ventilation
> Bij c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-toets te drukken c1 = kinderbeveiliging AAN of c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de Ventilation-toets bevesti-
gen. Als het symbool licht, is de kinderbeveiliging actief.
h = lichtintensiteit
> Bij door op de Up/Down-toets te drukken h1 = minimale tot h5 = maximale intensiteit selecteren en met de Ventilation-toets
bevestigen.
Instelmodus verlaten:
• Door op de On/Off-toets te drukken, de instelmodus beeindigen; na 2 min. schakelt de electronica automatisch om. Het standaard regelbedrijf is weer actief.
-toets te drukken, de functie selecteren/bevestigen:
35
Uitvoering
Etiketten
Voor elk rooster wordt bij het apparaat een eti­kettenhouder met een etiket geleverd. Hierop kunt u de wijnsoorten noteren die in de afzon­derlijke vakken liggen. Extra etiketten kunnen via uw vakhandelaar verkregen worden.
Montage: De etikettenhouder vastduwen en het etiket zijdelings insteken.
Slot
Indien nodig kan het meegeleverde slot gemonteerd worden.
Apparaat afsluiten:
• Sleutel in de richting 1 naar binnen duwen.
• Sleutel 90° draaien.
Om het apparaat weer te ontgrendelen moet in dezelfde volgorde te werk worden gegaan.
Absorptiekoolfilter
Wijnen ontwikkelen zich voortdurend verder naargelang de omgevingscondities: daardoor is de kwaliteit van de lucht bepalend voor de conservering. Onderaan in de achterwand van het apparaat is er een absorptiekoolfilter aangebracht om een kwalitatief optimale luchtdoorvoer­capaciteit te garanderen.
Wij raden aan de afgebeelde filter jaarlijks te vervangen. U kunt hem bestellen bij uw vakhandelaar.
De filter vervangen: filter bij de greep vastnemen en 90° naar rechts of naar links draaien. Dan kunt u de filter eruit trekken.
De filter inzetten: filter met vertikale greep inzetten en dan 90° naar rechts of naar links draaien tot u hem hoort klikken.
36
NL
Beladingschemas
voor Bordeauxflessen van 0,75 l
De afgebeelde vulling moet als voorbeeld beschouwd worden: naargelang het gebruik van de roosters zijn ook andere vulhoeveelheden mogelijk.
WK 4676 193 flessen
WK 4176 168 flessen
WK 2976 114 flessen
210
mm
mm
mm
210
210
150
mm
210
mm
210
mm
230
mm
210
mm
270
mm
270
mm
230
mm
210
mm
270
mm
270
mm
230
mm
37
Ontdooien
Het apparaat ontdooit automatisch. Het vrijkomende water stroomt via de dooiwater­afvoer in de achterwand in een verdampingsschaal buiten het apparaat. Hier verdampt het water door de vrijkomende warmte van de compressor.
Reinigen
Let op! Trek vóór het reinigen altijd de stekker uit het stopcontact. Is dit niet moge­lijk, draai dan in de meterkast de zekering eruit van de groep waarop het apparaat is aangesloten.
Gebruik in geen geval zand- of zuurhoudende reinigings- of chemische oplosmiddelen. Aan te bevelen is een allesreiniger met neutrale pH-waarde.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten! Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcentreerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakproducten die zand, chloride of zuur bevatten of chemische oplosmiddelen: die beschadigen de oppervlakte en kunnen corrosie veroorzaken.
• Gebruik voor de reiniging van de glasoppervlakken een schoonmaakmiddel voor glas en voor oppervlakken van roestvrij staal een in de handel gebruikelijk schoonmaak­middel voor roestvrij staal.
• De binnenruimte en de delen van het interieur met uitzondering van de houten lijs­ten aan de uittrekroosters met lauw water en een beetje afwasmiddel reinigen.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Gelieve het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat te laten zitten – het is belangrijk voor de technische dienst.
38
NL
Storingen
Uw apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storingen nagenoeg uitge­sloten zijn en een lange levensduur gegarandeerd is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit het geval dan moeten we helaas ook tijdens de garantietermijn de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
• Het apparaat werkt niet:
- controleer of de stekker correct in het stopcontact zit en
- of de zekering in de meterkast nog goed is.
• Het apparaat maakt te veel lawaai:
- controleer of het apparaat vast op de vloer staat. Houd er rekening mee dat stro mingsgeluiden in het koelcircuit niet te vermijden zijn.
De temperatuur in uw wijnbewaarkast is te warm: Controleer de instelling aan de hand van het hoofdstuk Bewaren van wijn,
- of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
- de functionaliteit van de ontluchting en
- in hoeverre de plaats van opstelling te dicht bij een warmtebron ligt.
• Houd er rekening mee dat er, net zoals bij ander bewaarvormen, afhankelijk van de soort etikettenlijm een lichte schimmelvorming kan ontstaan. Om dit te vermijden moet u de flessen zorgvuldig ontdoen van alle lijmresten.
Neem, indien geen van de bovengenoemde oorzaken van toepassing zijn en u de storing niet zelf verhelpen kunt, contact op met de technische dienst van de leverancier van het apparaat. Zorg dat u tijdens het gesprek de typeaandui- ding , het index-  en apparaatnummer bij de hand hebt. Het typeplaatje vindt u links op de binnenwand.
-
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zekeringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de kastdeur open staan om geurvorming te voorkomen.
39
Draairichting deur veranderen
1 2 3
Schroef van het scharnier onderaan uitdraaien.
Deur omhoogheffen rechts draaien men 3.
1, naar
2 en afne-
4 5 6
De bovenste scharnierdelen omzetten.
Het onderste scharnier omzetten.
7 8 9
Pen in de deur omzetten.
Greep omzetten.
Deur op bovenste pen steken. Deur van links naar binnen
40
draaien schroef fixeren
1. Deurlagerpen met
2.
Staat de deur nog niet in één lijn met de zijkant van het apparaat, dan kunt u hem met de sleufgaten in het onderste scharnier bijstellen.
Indien nodig kan het meegeleverde slot gemonteerd worden.
Indien de deur van een linkeraanslag voorzien is, moet het slot omgebouwd worden.
10 11 12
NL
Schroef uitdraai­en.
Sleutel indrukken en 2 en bout uitnemen 3.
1, draai-
13 14 15
Sleutel indrukken draaien 2.
1 en
Sluithaak afnemen klappen monteren 3.
2 en opnieuw
1, om-
16 17 18
Slot uittrekken.
Slot inzetten.
Bout inzetten indrukken
3.
2 en draaien
1, sleutel
Schroef indraaien.
Slothouder aanschroeven.
41
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met twee personen uit en stel hem samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk – nog vóór het aansluiten – contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op en houd u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van een goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar pak de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien anders grote gevaren voor uzelf en ande­ren kunnen ontstaan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om ergens bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische
of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschik­ken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te koelen/te bevriezen
levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
Bewaar bij afsluitbare apparaten de sleutel niet in de buurt van het apparaat of
binnen het bereik van kinderen.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
• Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen. Let er daarom
tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat goed op dat het koelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het koelcircuit desondanks beschadigd raken, houd het ap­paraat dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het vertrek.
Algemene bepalingen
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
Het apparaat is radio- en tv-ontstoord volgens EN 55014 en voldoet zodoende aan EG­richtlijn 87/308/EEG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en mo­dellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij ons wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
42
NL
Aanwijzingen ter bescherming van het milieu
De verpakking ter bescherming van het apparaat en de losse onderdelen tijdens het transport bestaat uit recyclebaar materiaal.
• (golf)karton (voornamelijk van oud papier)
• gevormde delen van polystyreen (CFK-vrij geschuimd PS)
• folies en zakken van polyetheen (PE)
• spanbanden van polypropeen (PP)
• Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen - verstikkingsgevaar door folies!
• Gelieve het verpakkingsmateriaal naar een openbare inzamelplaats te brengen.
Het afgedankte apparaat
scheiden van het ongesorteerde afval worden afgevoerd.
• Maak een afgedankt apparaat onbruikbaar: trek de stekker uit het stop contact, snijd het netsnoer door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het afge­dankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Nadere informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
bevat nog waardevolle materialen en moet ge-
-
43
Loading...