(1) Bedieningspaneel(8) Binnenverlichting
(2) Vriesvak*(9) Koudste zone
(3) Boter- en kaasvak(10) Groentela de
(4) Flessenrek*(11) Stelpootjes voor- en
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
1.2 Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmiddelen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe
behoort bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens,
voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is
niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en
producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot
schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen
waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is geschikt voor onderbouw.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor
gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaatklasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
Klimaatklasse
SN10 °C tot 32 °C
N16 °C tot 32 °C
ST16 °C tot 38 °C
T16 °C tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen van
2
Page 3
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing
zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG,
2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU.
1.4 Energie sparen
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke.
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik.
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht).
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden.
Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appa-
-
raat laten staat, zodat ze niet te warm worden.
Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
-
tot kamertemperatuur.
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.*
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
-
ontdooien.*
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of
personen, die niet over voldoende ervaring en kennis
beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, het gebruik van het apparaat
worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact
-
trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact
-
of schakel de beveiliging uit.
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet
-
wanneer het netsnoer defect is.
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
-
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de
Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handlei-
-
ding monteren en aansluiten.
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik
-
nemen.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door.
De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te
verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
•
digen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
•
bronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat zich geen open
•
vuur of ontstekingsbronnen in de buurt van de lekkage
bevinden. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met
de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan
de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door
elektrische componenten vlam vatten.
Sterke alcohol alleen goed gesloten en rechtop staand
-
opslaan. Eventueel lekkende alcohol kan door elektrische
componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
-
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
-
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor inklemmen*
Niet in de sluitdemper grijpen. Bij het sluiten van de deur
-
kunnen de vingers worden ingeklemd.*
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
LET OPduidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzinggeeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
3 Bedienings- en controleelementen
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport!
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
u
4.2 Apparaat opstellen
WAARSCHUWING
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
u
apparaat liggen.
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
u
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere apparaten aan te sluiten.
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
u
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik
nemen.
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatieopeningen!
u
q
q
q
q
q
q
q
u
na de inbouw:
u
u
u
u
u
w
Aanwijzing
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
Het apparaat is geschikt voor onderbouw.
De ventilatie gebeurt via de apparaatsokkel.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van
1 m3 beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan
in geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-lucht-mengsel ontstaan. Informatie over de
hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsgeluiden ontstaan!
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
Rode transportbeveiliging
losschroeven. Vrijgekomen
bevestigingsgat met stop (60)
afdichten.
Voer de verpakking af (zie 4.3) .
Bij Side-by-Side inbouw, vries- en koelapparaat naast
elkaar:
het vriesapparaat van voren gezien altijd rechts naast het
koelapparaat plaatsen.
Vanwege de links ingeschuimde zijwandverwarming in het
vriesapparaat vormt zich tussen de apparaten geen
condenswater.
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsingsruimte.
4
Page 5
4.3 Afvalverwerking van de verpakking
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
Folies en zakken uit polyetheen
Spanbanden uit polypropeen
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
ethyleen*
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamelpunt.
4.4 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
u
wisselstroom) of spaarstekker.
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Bediening
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
u
verschuiven.
5.1.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
-
soort, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C
In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Is de instelling
1 °C bereikt dan wordt opnieuw bij 9 °C begonnen.
Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
u
insteltoets
In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
w
temperatuur.
Druk net zo vaak op de insteltoets
u
gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
u
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen 5 °C en 7 °C) een iets
koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is dan
de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone
verlicht.
Fig. 2 (2)
.
Fig. 2 (2)
tot de LED's de
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en
een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van
de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het apparaat in
urgentiegevallen snel van de stroomvoorziening gescheiden
kan worden. Het stopcontact mag zich niet achter het apparaat
bevinden.
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
u
4.5 Apparaat inschakelen
Toets On/Off
u
Het apparaat is ingeschakeld. De temperatuurdisplay geeft
w
de ingestelde temperatuur weer.
Wanneer op het display alle LED's van het temperatuurdis-
w
play branden, is de demonstratiemodus geactiveerd. U kunt
contact opnemen met de Technische Dienst.
Fig. 2 (1)
indrukken.
5 Bediening
5.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groentelades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan
de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.1.1 Levensmiddelen koelen
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
u
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht)
5.1.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelvermogen in.
Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te
koelen.
Wanneer SuperCool is ingeschakeld, loopt de ventilator. Het
apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen
geluiden van de koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
Toets SuperCool
u
De toets SuperCool
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. Super-
w
Cool is ingeschakeld.
SuperCool schakelt na 6 tot 12 uur automatisch uit. Het
w
apparaat werkt in de energiebesparende normale modus
verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
Toets SuperCool
u
De toets SuperCool
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (4)
kort indrukken.
is verlicht.
kort indrukken.
gaat uit.
5.1.4 Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
Til het draagplateau op en trek het
u
naar voren uit.
Draagplateau inschuiven, met de
u
aanslagrand aan de achterzijde en
naar boven toe wijzend.
De levensmiddelen vriezen niet aan
w
de achterwand vast.
5
Page 6
Onderhoud
5.1.5 Deelbare draagplateau gebruiken
Deelbaar draagplateau volgens de
u
afbeelding onderschuiven.
5.1.6 Opbergvakken verwijderen.
Vakken uitnemen volgens de afbeel-
u
ding.
5.1.7 Flessenhouder uitnemen
5.2.2 Bewaartijden*
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs2 tot 6 maanden
Worst, ham2 tot 6 maanden
Brood, bakkerijproducten2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees6 tot 10 maanden
Vette vis2 tot 6 maanden
Magere vis6 tot 12 maanden
Kaas2 tot 6 maanden
Pluimgedierte, rundvlees6 tot 12 maanden
Groente, fruit6 tot 12 maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
5.2.3 Levensmiddelen ontdooien*
- in het koelgedeelte
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
Flessenhouder volgens afbeelding
u
uitnemen.*
5.2 Vriesvak*
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager
diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere
maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen
invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer
of andere meetapparatuur, kan schommelen.
5.2.1 Levensmiddelen invriezen*
U kunt maximaal 2 kg verse levensmiddelen per 24 u invriezen.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
24 u voor het invriezen zet u de temperatuur op een gemid-
u
delde tot koude stand.
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
u
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
Stel de temperatuur 24 u na het invriezen opnieuw hoger in.
u
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en
wijzen niet op een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.2) .
6.1.2 Vriesvak ontdooien*
In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp.
ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller
gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de ingelegde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter
het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
u
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
u
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit.
u
Wikkel de diepvriesproducten in krantenpapier of in een
u
deken en bewaar op een koele plek.
Plaats een pan met heet, niet kokend
u
water op de bodem van het vak.
Het ontdooien wordt versneld.
w
Laat de deur van het vak en van het
u
apparaat open tijdens het ontdooien.
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Let erop, dat er geen dooiwater in de ombouw loopt.
u
Indien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met
u
een spons of doek.
6
Page 7
Storingen
Het vak reinigen (zie 6.2) .
u
6.2 Apparaat reinigen
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brandwonden veroorzaken.
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
u
w
u
u
u
u
u
VOORZICHTIG
Gebruik geen stoomreinigers!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevattende schoonmaakproducten gebruiken.
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatieroosters en elektrische delen terecht komen.
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
neutrale pH-waarde.
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
Trek de stekker uit.
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
Stof verhoogt het energieverbruik.
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauwwarm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
Afvoeropening reinigen: afzettingen
met een dun hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje verwijderen.
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
Draagplateaus uit elkaar halen: rails en zijdelen verwijderen.
Deurvakken volgens afbeelding uit
elkaar nemen.
Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in
u
de meterkast uit.
Het afdekkapje van de lamp
u
boven en onder vastpakken
Fig. 3 (1)
Het afdekkapje achter
u
losklikken en verwijderen
Fig. 3 (2)
Vervang de gloeilamp
u
Fig. 3 (3)
Zet het afdekkapje achter
u
terug en klik de zijkanten vast.
.
.
.
Fig. 3
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
u
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaansluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onderhoud), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Apparaataanduiding
Fig. 4 (1)
Fig. 4 (2)
Fig. 4 (3)
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
Fig. 4
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 4 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt.
De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 4 (3)
Fig. 4 (1)
mededelen.
, service-nr.
7 Storingen
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
De levensmiddelen weer inleggen.
u
6.3 Binnenverlichting vervangen
Type gloeilamp
max. 25 W
q
Fitting: E14
q
Type stroom en spanning moeten overeenkomen met de
q
informatie op het typeplaatje
Schakel het apparaat uit.
u
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
SuperCool is ingeschakeld.
→
7
Page 8
Uitzetten
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
→
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
→
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van het koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
→
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en
voorwerpen te trillen.
Controleer de inbouw en stel het apparaat opnieuw af indien
u
nodig.
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
→
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
→
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst. (zie Onderhoud).
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
→
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
→
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit.
Wanneer de binnenverlichting niet brandt terwijl de tempe-
→
ratuurdisplay wel verlicht is, is de gloeilamp stuk.
Vervang de gloeilamp. (zie Onderhoud).
u
8.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Toets On/Off
u
De temperatuurdisplay is uit.
w
8
Fig. 2 (1)
ca. 2 seconden indrukken.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.