LIEBHERR UIG 1323 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Onderbouwdiepvrieskast, integreerbaar, Deur-op-deur
050612
7084170 - 01
UIG1313, UIG1323 ... 3
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.4 Energie sparen......................................................... 3
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 3
3.2 Temperatuurdisplay................................................. 3
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat transporteren............................................ 4
4.5 Apparaat inschakelen............................................... 5
5.1 Temperatuuralarm.................................................... 5
5.2 Levensmiddelen invriezen........................................ 5
5.3 Levensmiddelen ontdooien...................................... 5
5.4 Temperatuur instellen............................................... 5
5.5 SuperFrost............................................................... 5
5.8 VarioSpace............................................................... 6
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 7
8 Uitzetten.................................................................. 8
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 8
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 8
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een
.

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht

Aanwijzing
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedieningspaneel (5) VarioSpace* (2) Koudeaccu's* (6) Stelpootjes (3) Lade (7) Typeplaatje (4) Info-systeem*

1.2 Toepassingen van het apparaat

Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmid­delen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens, voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulp­middelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daar­naast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is geschikt voor onderbouw. Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor
gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaat­klasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
Klimaat­klasse*
SN, N tot 32 °C
ST tot 38 °C
T tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen*
Een storingsvrije werking van het apparaat is gewaarborgd tot een minimum omgevingstemperatuur van 5 °C.

1.3 Conformiteit

Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing
2
Page 3
Algemene veiligheidsvoorschriften
zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU.

1.4 Energie sparen

Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik. Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht). Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden. Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
-
tot kamertemperatuur. Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
-
ontdooien.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veilig­heid verantwoordelijk is, het gebruik van het apparaat worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent. Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen. Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact
-
trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken. Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact
-
of schakel de beveiliging uit. Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet
-
wanneer het netsnoer defect is. Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
-
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakperso­neel. Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handlei-
-
ding monteren en aansluiten. Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik
-
nemen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen. Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
bronnen gebruiken. Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.). Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat zich geen open
vuur of ontstekingsbronnen in de buurt van de lekkage bevinden. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlam­mensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten.
Sterke alcohol alleen goed gesloten en rechtop staand
-
opslaan. Eventueel lekkende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
-
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
-
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veilig­heidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmid­dellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor inklemmen*
Niet in de sluitdemper grijpen. Bij het sluiten van de deur
-
kunnen de vingers worden ingeklemd.*
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofd­stukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOOR­ZICHTIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle­elementen

3.1 Bedienings- en controle-elementen

Fig. 2
(1) Toets On/Off (4) Toets SuperFrost (2) Insteltoets (5) Toets alarm (3) Temperatuurdisplay

3.2 Temperatuurdisplay

Bij normale werking wordt aangegeven:
de ingestelde vriestemperatuur
-
De temperatuurdisplay knippert:
de temperatuurinstelling wordt gewijzigd
-
3
Page 4
In gebruik nemen
na het inschakelen is de temperatuur nog niet voldoende
-
koud de temperatuur is meerdere graden gestegen
-

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat transporteren

Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans­port!
u u u

4.2 Apparaat opstellen

Brandgevaar door kortsluiting! Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren. Het apparaat rechtop transporteren. Het apparaat niet alleen transporteren.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het apparaat liggen. Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa­raten aan te sluiten.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
q
vlak zijn. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
q
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het apparaat is geschikt voor onderbouw.
q
De ventilatie gebeurt via de apparaatsokkel.
q
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
q
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m3 beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlam­baar gas-lucht-mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge­luiden ontstaan!
na de inbouw:
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Rode transportbeveiliging
u
losschroeven. Vrijgekomen bevestigingsgat met stop (60) afdichten.
Voer de verpakking af (zie 4.3) .
u
Bij Side-by-Side inbouw, vries- en koelapparaat naast elkaar: het vriesapparaat van voren gezien altijd rechts naast het
u
koelapparaat plaatsen. Vanwege de links ingeschuimde zijwandverwarming in het
w
vriesapparaat vormt zich tussen de apparaten geen condenswater.
Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
u
Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie­openingen!
u
q
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen. Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik nemen.
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha­digen.
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron, toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.

4.3 Afvalverwerking van de verpakking

WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
-
ethyleen* Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
u
punt.

4.4 Apparaat aansluiten

LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
u
wisselstroom) of spaarstekker.
4
Page 5
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het stopcontact moet volgens de voorschriften zijn geaard en een elektrische beveiliging bevatten. De afschakelstroom van de zekering moet liggen tussen 10 A en 16 A.
Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het apparaat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorziening gescheiden kan worden. Het stopcontact mag zich niet achter het apparaat bevinden.
u u
WAARSCHUWING
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Elektrische aansluiting controleren. Steek de stekker in het stopcontact.

4.5 Apparaat inschakelen

Toets On/Off
u
Het apparaat is ingeschakeld. De temperatuurdisplay en de
w
toets alarm knipperen tot de temperatuur voldoende koud is. Wanneer op het display alle LED's van het temperatuurdis-
w
play branden, is de demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen met de Technische Dienst.
Fig. 2 (1)
indrukken.

5 Bediening

Bediening
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker te openen.
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u

5.3 Levensmiddelen ontdooien

- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
u
u
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries­zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium.
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft. Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering weer invriezen.

5.1 Temperatuuralarm

Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en de toets alarm.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd bij het sorteren en uitnemen van de levensmiddelen is
-
teveel warme lucht binnengekomen de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, de toets alarm
Fig. 2 (5)
peren, wanneer de temperatuur weer voldoende laag is Wanneer het alarm niet uitgaat (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens­middelen bederven.
u
gaat uit en de temperauurdisplay stopt met knip-
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven levensmiddelen niet meer nuttigen.

5.1.1 Temperatuuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 2 (5)
indrukken.

5.2 Levensmiddelen invriezen

U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) onder "Invriescapaciteit ... kg/24h" is aangegeven.

5.4 Temperatuur instellen

Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Bij de instelling
-32 °C wordt opnieuw begonnen met -15 °C. Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
u
insteltoets In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
w
temperatuur. Druk net zo vaak op de insteltoets
u
gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
u
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen -15 °C en -18 °C) een iets koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is dan de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone verlicht.
Fig. 2 (2)
.
Fig. 2 (2)
tot de LEDs de

5.5 SuperFrost

Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelver­mogen, daardoor kunnen geluiden van het koelaggregaat tijde­lijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een "koudereserve op". Daardoor blijven de levensmiddelen langer bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h invriezen, als op het typeplaatje onder "invriescapaciteit ... kg/ 24h" is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
5
Page 6
Onderhoud
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in contact brengen om ontdooien van deze producten te voor­komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te scha­kelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag

5.5.1 Met SuperFrost invriezen

Toets SuperFrost
u
De toets SuperFrost is verlicht.
w
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maximale
w
koeling. Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 6 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de onderste laden leggen.
u
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen (zie typeplaatje): ca. 24 u wachten.
u
Onderste lade uitschuiven en de levensmiddelen direct in
u
het apparaat leggen, zodat ze contact met de bodem of de zijwanden hebben. SuperFrost schakelt na ca. 65 u automatisch uit.
w
De toets SuperFrost gaat uit, wanneer het invriezen is afge-
w
sloten. In de temperatuurdisplay is het temperatuurbereik verlicht,
w
dat is ingesteld voor normaal bedrijf. Levensmiddelen in de lade leggen en deze weer inschuiven.
u
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 2 (4)
kort indrukken.

5.6 Laden

5.9 Info-systeem*

Fig. 3
(1) Kant-en-klare
gerechten, ijs
(2) Varkensvlees, vis (5) Wild, paddestoelen (3) Fruit, groenten (6) Gevogelte, rund-/kalfs-
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
(4) Vleeswaren, brood
vlees

5.10 Koudeaccu's*

De koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de tempera­tuur te snel stijgt.

5.10.1 Koudeaccu's gebruiken*

De koudeaccu's in het plafond van het
u
vriesgedeelte laten bevriezen en daar bewaren.
wanneer de bovenste lade uitgenomen is: Koudeaccu´s plaatsen:
u
koudeaccu´s in het plafond van de vriesruimte boven aan de achterkant inschuiven en van voren in laten klikken.
wanneer de bovenste lade uitgenomen is: Koudeaccu´s uitnemen:
u
koudeaccu´s aan de zijkant vastpakken en naar onder uitdrukken.
Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.

5.7 Plateaus

5.8 VarioSpace

Naast de schuifladen kunt u tevens de plateaus verwijderen. Zo creëert u plaats voor levens­middelen van groot formaat. Gevogelte, vlees, groot wild en hoog gebak kunnen geheel en al worden ingevroren en later verder verwerkt.
De laden kunnen elk met
u
max. 25 kg diepvriespro­ducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.

6 Onderhoud

6.1 handmatig ontdooien

In het apparaat vormt zich na langere gebruiksduur een rijp­resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever­bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
u
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
u
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
u
in. De diepvriesproducten krijgen een "koudereserve".
w
Schakel het apparaat uit.
u
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
6
Page 7
Koudeaccu´s boven op de ingevroren levensmiddelen
u
plaatsen.* Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
u
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats. Plaats een pan met heet, niet kokend
u
water op een plateau in het midden.
-of-
De twee onderste lades half met
u
handwarm water vullen en in het apparaat plaatsen.
Het ontdooien wordt versneld.
w
Dooiwater wordt in de lades opgevangen.
w
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
u
staan. Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Let er op dat er geen dooiwater in de ombouw van het appa-
u
raat terecht komt. Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
u
opnemen. Het apparaat reinigen (zie 6.2) en afdrogen.
u

6.2 Apparaat reinigen

Storingen

6.3 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 4 (1) Fig. 4 (2) Fig. 4 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand­wonden veroorzaken.
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u u u
u u
u
u
u
u
u u
u w u
u
Na het reinigen:
u u u
u
VOORZICHTIG
Gebruik geen stoomreinigers!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm. Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol. Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat­tende schoonmaakproducten gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen. Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie­roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens­middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen. Trek de stekker uit.
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
Stof verhoogt het energieverbruik. Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw­warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas­middel met de hand reinigen.
Apparaat en onderdelen droogwrijven. Apparaat weer aansluiten en inschakelen. SuperFrost inschakelen (zie 5.5) . Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.
Fig. 4
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 4 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 4 (3)
Fig. 4 (1)
mededelen.
, service-nr.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
7
Page 8
Uitzetten
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
Bij nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende
deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd. De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
De toets SuperFrost en de temperatuurdisplay knipperen beiden.
Het betreft een storing.
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onderhoud). U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.5)
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
u
goed sluit.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u

8 Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Toets On/Off
u
De temperatuurdisplay is uit.
w

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
8
Fig. 2 (1)
ca. 2 seconden indrukken.
Loading...