De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend.
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Behuizing thermostaat,
binnenverlichting
(2) Vriesvak*(8) Koudste zone
(3) Boter- en kaasvak(9) Groentenvak
(4) Flessenrek*(10) Stelpoten voorzijde en
Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmiddelen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe
behoort bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens,
voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is
niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en
producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot
schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen
waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor
gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaatklasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
Klimaatklasse
SN10 °C tot 32 °C
N16 °C tot 32 °C
ST16 °C tot 38 °C
T16 °C tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen van
2
Page 3
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG,
2009/125/EG en 2010/30/EU.
1.4 Afmetingen
Fig. 2
Mo-delabcc'dee'gh
T1710554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1810601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TP1710601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TPesf1710 601 597 595 642 1175 608 655 610 850
T1714601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TP1714601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TPesf1714 601 597 595 642 1175 608 655 610 850
TP1410554 550 561 590 1125 623 652 610 850
TP1414554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1514554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1700554 550 561 —1125 623 —610 850
T1504554 550 561 —1125 623 —610 850
T1414501 497 505 534 1072 620 649 610 850
T1410501 497 505 534 1072 620 649 610 850
T1404501 497 505 —1072 620 —610 850
T1400501 497 505 —1072 620 —610 850
1.5 Energie sparen
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke.
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik.
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht).
Algemene veiligheidsvoorschriften
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden.
Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
-
tot kamertemperatuur.
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.*
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
-
ontdooien.*
Stof doet het energieverbruik toenemen:
de koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat - eens per jaar afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of
personen, die niet over voldoende ervaring en kennis
beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, het gebruik van het apparaat
worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen.
In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken
-
(daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitschakelen.
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
-
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de
Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact
-
trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
-
monteren en aansluiten.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door.
De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te
verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
•
digen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
•
bronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
•
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur,
ijsmachines enz.).
Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
•
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen.
Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan
de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door
elektrische componenten vlam vatten.
Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen
-
met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze
geen brand veroorzaken.
Sterke alcohol alleen goed gesloten en rechtop staand
-
opslaan. Eventueel lekkende alcohol kan door elektrische
componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
-
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
-
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
LET OPduidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzinggeeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controleelementen
4.2 Apparaat opstellen
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting!
Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander
apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar
liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat
worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving
of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het
apparaat liggen.
Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat
bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere apparaten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
3.1 Bedienings- en controle-elementen
Fig. 3
(1) Temperatuurregelaar(2) Schakelaar Cool-Plus
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport!
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
u
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatieopeningen!
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
q
q
q
q
q
q
WAARSCHUWING
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct
tegen de muur plaatsen.
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
4
Page 5
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
q
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van
1 m3 beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan
in geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-lucht-mengsel ontstaan. Informatie over de
hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsgeluiden ontstaan!
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
In gebruik nemen
Fig. 4 bij apparaten met handgreep
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.
4.3 Scharnierpunt deur omwisselen*
Indien nodig is kan het scharnierpunt worden verwisseld.
Zorg ervoor dat het volgende gereedschap klaarligt:
Torx® 25
q
Torx® 15
q
meegeleverde steeksleutel
q
evt. tweede persoon voor de montage
q
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Fig. 5 bij apparaten zonder handgreep
Fig. 6 bij apparaten met vriesvak
Ga te werk in de volgorde van de nummering in de afbeel-
u
ding.
4.4 Onderbouw
Tafelmodellen, tot 850 mm hoogte, zijn geschikt voor onderbouw. Voor doorlopende werkbladen kan het dekblad van de
koelkast worden verwijderd en het apparaat onder het werkblad worden geschoven.
5
Page 6
Bediening
Het stopcontact
het apparaat te vallen en eenvoudig toegankelijk te zijn.
Voor de ventilatie van de achterkant van het toestel is een
opening in het werkblad nodig van min.140 cm2. Het afdekprofiel tussen wand en werkblad mag bij 600 mm onderbouwdiepte max. 10 mm diep zijn.
Fig. 7 (1)
dient daarbij naast de achterkant van
Fig. 7
Verwijderen dekblad:
Bouten
u
u
Fig. 7 (2)
Dekblad achter optillen, naar voren schuiven en naar boven
tillen.
aan de achterkant verwijderen.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
-
ethyleen*
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
u
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
u
wisselstroom) of spaarstekker.
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn.
WAARSCHUWING
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het apparaat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorziening gescheiden kan worden. Het stopcontact mag
zich niet achter het apparaat bevinden.
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
u
4.7 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in ongeveer 2 uur voor u er voor het eerst
diepvriesproducten in legt.
Temperatuurregelaar
u
stand 3 draaien.
De binnenverlichting brandt.
w
Fig. 3 (1)
naar rechts van stand 0 naar
5 Bediening
5.1 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan
er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groentelades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan
de bovenkant en in de deur is het het warmste.
5.1.1 Levensmiddelen koelen
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
u
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte
en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht)
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of
afgedekt bewaren.
Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
u
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd
apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te
verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of
kool.
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
u
verschuiven.
5.1.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar tussen 1 (warmste temperatuur,
laagste koelvermogen) en 7 (koudste temperatuur, hoogste
koelvermogen).
Wij raden u de middelste stand aan, zodat de gemiddelde
temperatuur in de koelruimte ca. 5 °C bedraagt.
Als er diepvriesproducten worden bewaard en de lage diepvriestemperaturen gegarandeerd moeten zijn, is het aan te
raden de temperatuurregelaar op stand "4" tot "7" in te stellen.
Bij de instelling "7" is het mogelijk in de koudste zone van het
koelgedeelte temperaturen onder 0 °C te bereiken.
In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
Temperatuurregelaar
u
Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of minder:
Schakelaar Cool-Plus
u
De lage temperaturen in het vriesvak worden gegaran-
w
deerd.*
De binnenverlichting van het apparaat brandt met lage
w
capaciteit, ook als de deur gesloten is.*
Aanwijzing*
Bij normale ruimtetemperaturen, hoger dan 18 °C, is het
u
inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar moet dan
uitgeschakeld zijn.
Fig. 3 (1)
Fig. 3 (2)
draaien.
indrukken.*
6
Page 7
Bediening
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
- hoe vaak de deur wordt geopend
- de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
- soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmiddelen
Eventueel de temperatuur met de regelaar aanpassen.
u
5.1.3 Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
Til het draagplateau op en trek het
u
naar voren uit.
Draagplateau inschuiven, met de
u
aanslagrand aan de achterzijde en
naar boven toe wijzend.
De levensmiddelen vriezen niet aan
w
de achterwand vast.
5.1.4 Deelbare draagplateau gebruiken
Fig. 8
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
u
5.1.5 Opbergvakken verwijderen.
5.2 Vriesvak*
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager
diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere
maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen
invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer
of andere meetapparatuur, kan schommelen.
5.2.1 Levensmiddelen invriezen*
U kunt maximaal 2 kg verse levensmiddelen per 24 u invriezen.
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
u
u
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Cool-Plus inschakelen: toets Cool-Plus
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvrieszakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en
breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten,
zodat deze niet beginnen te dooien.
Indien de kamertemperatuur hoger is dan 18 °C:
Cool-Plus uitschakelen: toets Cool-Plus
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (2)
indrukken.
indrukken.
Vakken uitnemen volgens de afbeel-
u
ding.
5.1.6 Flessenhouder uitnemen
Flessenhouder volgens afbeelding
u
uitnemen.
5.2.2 Bewaartijden*
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs2 tot 6 maanden
*
Worst, ham2 tot 6 maanden
Brood, bakkerijproducten2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees6 tot 10 maanden
Vette vis2 tot 6 maanden
Magere vis6 tot 12 maanden
Kaas2 tot 6 maanden
*
Pluimgedierte, rundvlees6 tot 12 maanden
Groente, fruit6 tot 12 maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
5.2.3 Levensmiddelen ontdooien*
- in het koelgedeelte
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
*
- in een oven/heteluchtoven
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
*
7
Page 8
Onderhoud
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater
verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en
wijzen niet op een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.2) .
6.1.2 Vriesvak ontdooien*
In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp.
ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller
gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de ingelegde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter
het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
u
u
u
u
w
u
u
u
VOORZICHTIG
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
Schakel het apparaat uit.
Trek de stekker uit.
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op de bodem van het vak.
Het ontdooien wordt versneld.
Laat de deur van het vak en van het
apparaat open tijdens het ontdooien.
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
Het vak reinigen (zie 6.2) .
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
u
Stof verhoogt het energieverbruik.
w
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand
reinigen.
Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
u
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauwwarm water met allesreiniger gebruiken.*
RVS onderhoudsmiddel niet op glazen of kunststof oppervlakken aanbrengen om krassen te vermijden. Donkere
plekken in het begin en een intensievere kleur van het edelstalen oppervlak zijn normaal.*
De buitenkant van roestvrijstaal kan met speciale in de
u
handel verkrijgbare roestvrijstaalreiniger worden gereinigd.
Vervolgens het meegeleverde rvs onderhoudsmiddel gelijkmatig in slijprichting aanbrengen.*
Afvoeropening reinigen: afzet-
u
tingen met een dun hulpmiddel, bijv.
een wattenstaafje verwijderen.
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen.
Voor het reinigen moeten de oplegrails voor de halve glas-
u
platen afgenomen worden.
Deurvakken volgens afbeelding uit
u
elkaar nemen.
*
*
6.2 Apparaat reinigen
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brandwonden veroorzaken.
Gebruik geen stoomreinigers!
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat-
u
tende schoonmaakproducten gebruiken.
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen.
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen.
Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde.
Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
De levensmiddelen weer inleggen.
u
6.3 Binnenverlichting vervangen
max. 15 W
Fitting: E14
Type stroom en spanning moeten overeenkomen met de
informatie op het typeplaatje
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de
u
beveiliging uit.
Steek uw hand in het afdekkapje van
u
de lamp.
Afdekkapje volgens afbeelding,
u
binnen, aan de voorkant uit elkaar
drukken en zijdelings wegtrekken.
Vervang de gloeilamp.
u
Schuif het afdekkapje terug tot het
u
vastklikt.
*
8
Page 9
6.4 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onderhoud), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 9 (1)
Fig. 9 (2)
Fig. 9 (3)
typeplaatje aflezen.
Het typeplaatje
bevindt zich aan de
linkerkant binnen in
het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
Fig. 9
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 9 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt.
De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 9 (3)
Fig. 9 (1)
mededelen.
, service-nr.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er
desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of
de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit
geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode
in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
→
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de
compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
→
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
→
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Storingen
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van het koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende
→
deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor
→
worden aangrenzende meubels of voorwerpen door het
lopende koelaggregaat in vibratie gezet.
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
→
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
→
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst. (zie Onderhoud).
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
→
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De gloeilamp is stuk.
→
Gloeilamp vervangen. (zie Onderhoud).
u
Om de Cool-Plus-functie optimaal te kunnen garanderen,
u
moet de defecte gloeilamp zo snel mogelijk worden
vervangen.
8 Uitzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Temperatuurregelaar
u
Fig. 3 (1)
op 0 draaien.
8.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
9
Page 10
Apparaat afdanken
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
10
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.