Liebherr TP1710, TP1410, T1714 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Tafelmodel koelkast
090112
T/TP/TP(esf)14../15../17../18.. ... 1
7081996 - 00
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Afmetingen............................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat transporteren............................................ 4
4.2 Apparaat opstellen................................................... 4
4.3 Scharnierpunt deur omwisselen............................... 5
4.4 Onderbouw.............................................................. 5
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 6
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 6
5 Bediening................................................................ 6
5.1 Koelgedeelte ........................................................... 6
5.2 Vriesvak................................................................... 7
6 Onderhoud.............................................................. 8
6.1 Ontdooien................................................................ 8
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 8
6.3 Binnenverlichting vervangen.................................... 8
6.4 Technische Dienst.................................................... 9
7 Storingen................................................................ 9
8 Uitzetten.................................................................. 9
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 9
9 Apparaat afdanken................................................ 9
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een .

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht

Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend. Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Behuizing thermostaat,
binnenverlichting
(2) Vriesvak* (8) Koudste zone (3) Boter- en kaasvak (9) Groentenvak (4) Flessenrek* (10) Stelpoten voorzijde en
(5) Flessenhouder* (11) Condenswaterafvoer (6) Plateaus, deelbaar (12) Typeplaatje
(7) Plateaus, verplaatsbaar
transportwieltjes* achter

1.2 Toepassingen van het apparaat

Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmid­delen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens, voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulp­middelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daar­naast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaat­klasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
Klimaat­klasse
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen van
2
Page 3

1.3 Conformiteit

Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbe­palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU.

1.4 Afmetingen

Fig. 2
Mo-del a b c c' d e e' g h
T1710 554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1810 601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TP1710 601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TPesf1710 601 597 595 642 1175 608 655 610 850
T1714 601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TP1714 601 597 612 640 1175 628 654 610 850
TPesf1714 601 597 595 642 1175 608 655 610 850
TP1410 554 550 561 590 1125 623 652 610 850
TP1414 554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1514 554 550 561 590 1125 623 652 610 850
T1700 554 550 561 — 1125 623 — 610 850
T1504 554 550 561 — 1125 623 — 610 850
T1414 501 497 505 534 1072 620 649 610 850
T1410 501 497 505 534 1072 620 649 610 850
T1404 501 497 505 — 1072 620 — 610 850
T1400 501 497 505 — 1072 620 — 610 850

1.5 Energie sparen

Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik. Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht).
Algemene veiligheidsvoorschriften
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden. Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
-
tot kamertemperatuur. Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.*
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
-
ontdooien.*
Stof doet het energieverbruik toenemen:
de koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen rooster aan de achterkant van het apparaat - eens per jaar afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veilig­heid verantwoordelijk is, het gebruik van het apparaat worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent. Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen. In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken
-
(daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitscha­kelen. Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
-
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakperso­neel. Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact
-
trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken. Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
-
monteren en aansluiten. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door. De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen. Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
bronnen gebruiken. Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.). Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen. Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed venti­leren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlam­mensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten. Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen
-
met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken. Sterke alcohol alleen goed gesloten en rechtop staand
-
opslaan. Eventueel lekkende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
-
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
-
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veilig­heidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmid­dellijk en niet te koud consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofd­stukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOOR­ZICHTIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle­elementen

4.2 Apparaat opstellen

Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting! Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het apparaat liggen. Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa­raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha­digen.
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron, toaster enz. op het apparaat!

3.1 Bedienings- en controle-elementen

Fig. 3
(1) Temperatuurregelaar (2) Schakelaar Cool-Plus

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat transporteren

VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans­port!
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat rechtop transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
u
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie­openingen!
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
q
q
q
q
q
q
WAARSCHUWING
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat zetten.
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog voor het aansluiten - contact op met de leverancier. De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en vlak zijn. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke. Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct tegen de muur plaatsen. Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden verschoven. Stel het apparaat niet op zonder hulp.
4
Page 5
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
q
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m3 beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlam­baar gas-lucht-mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge­luiden ontstaan! Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas stevig en vlak op.
In gebruik nemen
Fig. 4 bij apparaten met handgreep
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.

4.3 Scharnierpunt deur omwisselen*

Indien nodig is kan het scharnierpunt worden verwisseld.
Zorg ervoor dat het volgende gereedschap klaarligt:
Torx® 25
q
Torx® 15
q
meegeleverde steeksleutel
q
evt. tweede persoon voor de montage
q
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Fig. 5 bij apparaten zonder handgreep
Fig. 6 bij apparaten met vriesvak
Ga te werk in de volgorde van de nummering in de afbeel-
u
ding.

4.4 Onderbouw

Tafelmodellen, tot 850 mm hoogte, zijn geschikt voor onder­bouw. Voor doorlopende werkbladen kan het dekblad van de koelkast worden verwijderd en het apparaat onder het werk­blad worden geschoven.
5
Page 6
Bediening
Het stopcontact het apparaat te vallen en eenvoudig toegankelijk te zijn.
Voor de ventilatie van de achterkant van het toestel is een opening in het werkblad nodig van min.140 cm2. Het afdekpro­fiel tussen wand en werkblad mag bij 600 mm onderbouw­diepte max. 10 mm diep zijn.
Fig. 7 (1)
dient daarbij naast de achterkant van
Fig. 7
Verwijderen dekblad:
Bouten
u u
Fig. 7 (2)
Dekblad achter optillen, naar voren schuiven en naar boven tillen.
aan de achterkant verwijderen.

4.5 Afvalverwerking van de verpakking

WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
-
ethyleen* Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
u
punt.

4.6 Apparaat aansluiten

LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
u
wisselstroom) of spaarstekker.
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen. Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcon­tact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn.
WAARSCHUWING
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het appa­raat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorzie­ning gescheiden kan worden. Het stopcontact mag zich niet achter het apparaat bevinden.
Elektrische aansluiting controleren.
u
Steek de stekker in het stopcontact.
u

4.7 Apparaat inschakelen

Schakel het apparaat in ongeveer 2 uur voor u er voor het eerst diepvriesproducten in legt.
Temperatuurregelaar
u
stand 3 draaien. De binnenverlichting brandt.
w
Fig. 3 (1)
naar rechts van stand 0 naar

5 Bediening

5.1 Koelgedeelte

Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groen­telades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.

5.1.1 Levensmiddelen koelen

Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
u
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa­raat in vogelvlucht) Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie. Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of afgedekt bewaren. Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
u
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of kool. Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren. Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
u
verschuiven.

5.1.2 Temperatuur instellen

De temperatuur is instelbaar tussen 1 (warmste temperatuur, laagste koelvermogen) en 7 (koudste temperatuur, hoogste koelvermogen).
Wij raden u de middelste stand aan, zodat de gemiddelde temperatuur in de koelruimte ca. 5 °C bedraagt.
Als er diepvriesproducten worden bewaard en de lage diep­vriestemperaturen gegarandeerd moeten zijn, is het aan te raden de temperatuurregelaar op stand "4" tot "7" in te stellen. Bij de instelling "7" is het mogelijk in de koudste zone van het koelgedeelte temperaturen onder 0 °C te bereiken.
In het vriesvak is de gemiddelde temperatuur dan ca. –18 °C.
Temperatuurregelaar
u
Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of minder: Schakelaar Cool-Plus
u
De lage temperaturen in het vriesvak worden gegaran-
w
deerd.* De binnenverlichting van het apparaat brandt met lage
w
capaciteit, ook als de deur gesloten is.*
Aanwijzing*
Bij normale ruimtetemperaturen, hoger dan 18 °C, is het
u
inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar moet dan uitgeschakeld zijn.
Fig. 3 (1)
Fig. 3 (2)
draaien.
indrukken.*
6
Page 7
Bediening
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
- hoe vaak de deur wordt geopend
- de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
- soort, temperatuur en hoeveelheid ingevroren levensmid­delen Eventueel de temperatuur met de regelaar aanpassen.
u

5.1.3 Draagplateaus verplaatsen

De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
Til het draagplateau op en trek het
u
naar voren uit. Draagplateau inschuiven, met de
u
aanslagrand aan de achterzijde en naar boven toe wijzend. De levensmiddelen vriezen niet aan
w
de achterwand vast.

5.1.4 Deelbare draagplateau gebruiken

Fig. 8
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
u

5.1.5 Opbergvakken verwijderen.

5.2 Vriesvak*

In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur, kan schommelen.

5.2.1 Levensmiddelen invriezen*

U kunt maximaal 2 kg verse levensmiddelen per 24 u invriezen.
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
u
u
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Cool-Plus inschakelen: toets Cool-Plus
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries­zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium. Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten, zodat deze niet beginnen te dooien. Indien de kamertemperatuur hoger is dan 18 °C: Cool-Plus uitschakelen: toets Cool-Plus
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (2)
indrukken.
indrukken.
Vakken uitnemen volgens de afbeel-
u
ding.

5.1.6 Flessenhouder uitnemen

Flessenhouder volgens afbeelding
u
uitnemen.

5.2.2 Bewaartijden*

Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs 2 tot 6 maanden
*
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood, bakkerijproducten 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vette vis 2 tot 6 maanden
Magere vis 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
*
Pluimgedierte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.

5.2.3 Levensmiddelen ontdooien*

- in het koelgedeelte
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
*
- in een oven/heteluchtoven Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
*
7
Page 8
Onderhoud

6 Onderhoud

6.1 Ontdooien

6.1.1 Koelgedeelte ontdooien

Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.2) .

6.1.2 Vriesvak ontdooien*

In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp. ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de inge­legde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regel­matig ontdooien.
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
u
u u u
w u
u u
VOORZICHTIG
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei­nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit. Plaats een pan met heet, niet kokend water op de bodem van het vak. Het ontdooien wordt versneld. Laat de deur van het vak en van het apparaat open tijdens het ontdooien.
Losgeraakte ijsstukken uitnemen. Het vak reinigen (zie 6.2) .
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
u
Stof verhoogt het energieverbruik.
w
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
u
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw­warm water met allesreiniger gebruiken.*
RVS onderhoudsmiddel niet op glazen of kunststof opper­vlakken aanbrengen om krassen te vermijden. Donkere plekken in het begin en een intensievere kleur van het edel­stalen oppervlak zijn normaal.*
De buitenkant van roestvrijstaal kan met speciale in de
u
handel verkrijgbare roestvrijstaalreiniger worden gereinigd. Vervolgens het meegeleverde rvs onderhoudsmiddel gelijk­matig in slijprichting aanbrengen.*
Afvoeropening reinigen: afzet-
u
tingen met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen. Voor het reinigen moeten de oplegrails voor de halve glas-
u
platen afgenomen worden. Deurvakken volgens afbeelding uit
u
elkaar nemen.
*
*

6.2 Apparaat reinigen

VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand­wonden veroorzaken.
Gebruik geen stoomreinigers!
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat-
u
tende schoonmaakproducten gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
De levensmiddelen weer inleggen.
u

6.3 Binnenverlichting vervangen

max. 15 W Fitting: E14 Type stroom en spanning moeten overeenkomen met de informatie op het typeplaatje
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit of schakel de
u
beveiliging uit. Steek uw hand in het afdekkapje van
u
de lamp. Afdekkapje volgens afbeelding,
u
binnen, aan de voorkant uit elkaar drukken en zijdelings wegtrekken. Vervang de gloeilamp.
u
Schuif het afdekkapje terug tot het
u
vastklikt.
*
8
Page 9

6.4 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 9 (1) Fig. 9 (2) Fig. 9 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
Fig. 9
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 9 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 9 (3)
Fig. 9 (1)
mededelen.
, service-nr.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt.
Storingen
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij nieuw opgeslagen levensmiddelen of na lang geopende
deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor
worden aangrenzende meubels of voorwerpen door het lopende koelaggregaat in vibratie gezet.
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onderhoud). Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De gloeilamp is stuk.
Gloeilamp vervangen. (zie Onderhoud).
u
Om de Cool-Plus-functie optimaal te kunnen garanderen,
u
moet de defecte gloeilamp zo snel mogelijk worden vervangen.

8 Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Temperatuurregelaar
u
Fig. 3 (1)
op 0 draaien.

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
9
Page 10
Apparaat afdanken
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
10
Loading...