De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van
alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor
het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten
voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een
gebruiksresultaten met een .
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting
Aanwijzing
u
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren. Zo
werkt het apparaat energiebesparend.
u
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde toestand
voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen.
In het geval van het industriële koelen van levensmiddelen
moeten de geldige wettelijke bepalingen in acht worden
genomen. Het apparaat is niet bedoeld voor het bewaren en
koelen van geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumsprepa-
,
raten of eendere aan de Europese Richtlijn medische hulpmiddelen 2007/47/EG ten grondslag liggende stoffen en producten.
Een abusievelijk gebruik van het apparaat kan schade aan de
bewaarde producten of het bederf ervan veroorzaken. Bovendien is het apparaat niet geschikt voor werking in explosiegevaarlijke omgevingen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor gebruik
bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaatklasse van uw
apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
u
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
vermindert de koelprestatie.
Fig. 1
Klimaatklasse
SN10 °C tot 32 °C
N16 °C tot 32 °C
voor omgevingstemperaturen van
2
Page 3
Algemene veiligheidsvoorschriften
Klimaatklasse
ST16 °C tot 38 °C
T16 °C tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen van
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EEG en 2004/108/EEG.
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
OmschrijvingH (mm)
KBg.. 381852
1.5 Energie sparen
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke.
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Zet de levensmiddelen soort bij soort.
-
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden.
Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamer-
-
temperatuur.
Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
-
Stof doet het energieverbruik toenemen:
de koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat - eens per jaar afstoffen.
1.6 HomeDialog
Afhankelijk van model en uitrusting kunnen met
het HomeDialog System meerdere Liebherrapparaten (b.v. in de kelder) aan een hoofdapparaat (b.v. in de keuken) worden gekoppeld en
vanuit deze worden bediend. Nadere informatie
over de voordelen, voorwaarden en het functieprincipe vindt u op internet onder www.
liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of
personen, die niet over voldoende ervaring en kennis
beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat
worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen.
In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken (daarbij
-
niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitschakelen.
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen
-
van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische
Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
Als u het stroomsnoer van het apparaat uittrekt, altijd bij de
-
stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
-
monteren en aansluiten.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door.
De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te
verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
•
digen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
•
bronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
•
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur,
ijsmachines enz.).
Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
•
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen.
Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op
de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel uittredende gassen kunnen door elektrische
componenten vlam vatten.
Geen brandende kaarsen, lampen of andere voorwerpen met
-
open vlammen op of in het apparaat plaatsen.
Sterke alcohol alleen goed gesloten en overeind staand
-
opslaan. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische
componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen
-
misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en gekoelde
-
of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs,
met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud
consumeren.
Gevaar voor inklemmen
Niet in de sluitdemper grijpen. Bij het sluiten van de deur
-
kunnen de vingers worden ingeklemd.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
LET OPduidt een gevaarlijke situatie aan, die
duidt een gevaarlijke situatie aan, die
de dood of ernstig lichamelijk letsel
tot gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die
lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
De volgende aanduidingen wijzen op een storing. Mogelijke
oorzaken en maatregelen voor het oplossen (zie Storingen).
F0 tot F9
-
4 In gebruik nemen
4.1 Draairichting deur veranderen
Indien nodig kunt u de draairichting van de deur veranderen:
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsels en beschadiging door glasscherven!
De glasdeur is zwaar. Bij het op de grond vallen of een harde
stoot, kan de glasplaat uiteen springen.
Gevaar voor beschadiging!
Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt. niet
goed en is de koeling niet voldoende.
u
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Afdekplaat
verwijderen.
w
De afdekplaat hangt over de demperbeugel.
Fig. 4 (1)
met gleufschroevendraaier uitklikken en
3.2 Temperatuurdisplay
Bij normale werking wordt aangegeven:
de gemiddelde koeltemperatuur
-
4
Fig. 5
Page 5
u
Schuif de afdekplaat naar voren, over de demperbeugel
Fig. 5 (4)
u
Meegeleverde beveiliging
likken.
w
Door de beveiliging kan het scharnier niet dichtklappen.
u
De afdekking
vendraaier losmaken tot het eerste punt waar deze vastgeklikt
zit.
w
De bouten wordt zichtbaar.
u
Bout
u
Demperbeugel
u
De afdekking aan de scharnierzijde volledig losmaken en
afnemen .
u
Afdekplaat
u
Afdekking aan de greepzijde
Fig. 6 (6)
schroevendraaier losmaken en
naar buiten afnemen.
u
Sluitdemper-eenheid afschroeven (2 maal Torx 15)
Fig. 5 (7)
u
Trek de sluitdemper-eenheid iets naar buiten, schuif hem
vervolgens in de richting van de greepzijde en draai hem uit.
u
Leg de sluitdemper-eenheid opzij.
u
Lagerdeel
afschroeven en 180° gedraaid
op de tegenoverliggende zijde
omzetten. Steek de schroefgaten indien nodig voor of
gebruik de accuschroevendraaier.
in de richting van het apparaat.
Fig. 5 (2)
Fig. 5 (5)
Fig. 5 (3)
van onderaf uitdrukken.
Fig. 5 (1)
met behulp van een
.
aan de scharnierzijde met een schroe-
Fig. 5 (4)
in de richting van de deur drukken.
afnemen.
Fig. 5 (8)
in het langsgat vastk-
4.1.2 Onderste sluitdemper afnemen
Fig. 6
Fig. 7
In gebruik nemen
Fig. 9
u
Schuif de afdekplaat naar voren, over de demperbeugel
Fig. 9 (5)
u
Beveiliging
w
Door de beveiliging kan het scharnier niet dichtklappen.
u
Afdekking
buitenkant optillen en naar buiten afnemen.
u
Kantel het apparaat indien nodig met behulp van een tweede
persoon naar achteren.
u
Bout
u
Demperbeugel
u
Afdekplaat
u
Volledige sluitdemper-eenheid afschroeven (2 maal Torx
15)
u
Trek de sluitdemper-eenheid iets naar buiten, schuif hem
vervolgens in de richting van de greepzijde en draai hem uit.
u
Leg de sluitdemper-eenheid opzij.
4.1.3 Deur afnemen
Aanwijzing
u
Verwijder levensmiddelen uit de opbergvakken voordat de
deur wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit
vallen.
in de richting van het apparaat.
Fig. 9 (3)
Fig. 9 (2)
Fig. 9 (4)
Fig. 9 (1)
Fig. 9 (6)
.
in het langsgat vastklikken.
met een schroevendraaier vanaf de
van onderaf uitdrukken.
Fig. 9 (5)
in de richting van de deur drukken.
afnemen.
Fig. 8
u
Deuren openen.
LET OP
Gevaar voor beschadiging!
Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt. niet
goed en is de koeling niet voldoende.
u
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Afdekplaat
verwijderen.
w
De afdekplaat hangt over de demperbeugel.
Fig. 8 (1)
met gleufschroevendraaier uitklikken en
Fig. 10
u
Sluit de deur.
u
Afdekking
u
Afdekking
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bovenste lagerbus
25)
Fig. 10 (10)
Fig. 10 (11)
VOORZICHTIG
Fig. 10 (13)
en naar boven wegtrekken.
naar voren en boven wegtrekken.
eraf nemen.
Fig. 10 (12)
losschroeven (2 maal Torx
5
Page 6
In gebruik nemen
4.1.4 Vriesvakdeur vervangen
u
Bovenste lagerbus goed
schroeven (2 maal Torx 25)
gaten indien nodig voor of gebruik de accuschroevendraaier.
u
Afdekking
tegenoverliggende zijde vastklikken.
Fig. 10 (10)
Fig. 10 (12)
Fig. 10 (13)
en afdekking
(met 4 Nm) vast. Steek de schroef-
Fig. 10 (11)
elk op de
4.1.7 Onderste sluitdemper monteren
u
Afdekking van lagerbus
u
Lagerbus
u
Sluitstuk
u
De vrij geworden gaten met de meegeleverde stoppen
Fig. 11 (17)
u
Sluitstuk
u
Vriesvakdeur van de bovenkant inzetten.
u
Lagerbus
Fig. 11 (15)
Fig. 11 (16)
sluiten.
Fig. 12 (16)
Fig. 12 (15)
Fig. 11 (15)
met de vriesvakdeur losschroeven.
losschroeven.
monteren.
monteren en afdekking dichtklappen.
wegklappen.
4.1.5 Lagerdelen omplaatsen
Fig. 11
Fig. 12
Fig. 14
u
Afdekking
en aan de andere kant weer inzetten.
u
Sluitdemper-eenheid met scharnier naar de scharnierzijde
gericht inhaken (A) en indraaien (B).
w
De schroefgaten links en rechts moeten precies boven elkaar
liggen.
u
Sluitdemper-eenheid vastschroeven (2 maal Torx 15)
Fig. 14 (6)
Fig. 14 (7)
.
uit de afdekplaat
Fig. 14 (1)
losnemen
u
Lagerbout
stelpootje
u
Stop
u
Lagerbus
u
Afdekking aan de greepzijde
en op de tegenoverliggende zijde plaatsen.
u
Lagerbus onder
met behulp van een accuschroevendraaier (met 4 Nm) weer
goed vastschroeven.
u
Lagerdeel
gedraaid weer goed vastschroeven, lange schroef steeds in
het langsgat vastschroeven.
u
Stop
u
Lagerbout
aanbrengen. Er daarbij op letten, dat de sluitnok naar achter
wijst.
Fig. 13 (42)
Fig. 13 (47)
Fig. 13 (48)
Fig. 13 (43)
Fig. 13 (46)
Fig. 13 (48)
Fig. 13 (42)
compleet met schijfje
naar boven eruit trekken.
eraf halen.
losschroeven
Fig. 13 (44)
Fig. 13 (45)
Fig. 13 (43)
weer in het andere gat aanbrengen.
aan de nieuwe scharnierzijde evt.
losschroeven en van binnen 180°
met schijfje en stelpootje weer
Fig. 13 (40)
.
voorzichtig optillen
4.1.6 Deur monteren
u
Plaats de deur van boven op de onderste lagerbout
Fig. 13 (42)
u
Sluit de deur.
u
Plaats de bovenste lagerbus
scharnierkant in de deur.
6
.
Fig. 10 (12)
aan de nieuwe
Fig. 13
en
Fig. 15
u
Afdekplaat
de sluithaken naar voren wijzen en de voorkant naar het apparaat.
u
Demperbeugel
Fig. 15 (26)
insteken zodat het vierkant in de uitsparing zit.
u
Afdekking
w
Let erop dat de afdekking goed zit, zodat de deur probleemloos sluit en de bout beveiligd is.
u
Beveiliging
u
Afdekplaat
u
Sluit de deur.
Fig. 15 (1)
op de demperbeugel inhangen zodat
Fig. 15 (5)
toe trekken en de bout
Fig. 15 (2)
Fig. 15 (3)
Fig. 15 (1)
plaatsen en vastklikken.
draaien om te verwijderen.
in de deur schuiven en vastklikken.
naar het lagergedeelte
Fig. 15 (4)
van boven weer
Page 7
4.1.8 Bovenste sluitdemper monteren
Fig. 16
u
Afdekking
en aan de andere kant weer inzetten.
u
Bovenste sluitdemper-eenheid met scharnier naar de scharnierzijde gericht inhaken (A) en indraaien (B).
w
De schroefgaten links en rechts moeten precies boven elkaar
liggen.
u
Sluitdemper-eenheid vastschroeven (2 maal Torx 15)
Fig. 16 (7)
Fig. 16 (9)
.
uit de afdekplaat
Fig. 16 (1)
losnemen
In gebruik nemen
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed koelt.
u
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
4.2 Inbouw in het keukenblok
Aanwijzing
u
Ga in dezelfde volgorde te werk. Eerst de afdekplaat over de
demperbeugel hangen, daarna de afdekking.
Fig. 17
u
Afdekplaat
inhangen zodat de sluithaken naar binnen wijzen en de voorkant naar het apparaat.
u
Afdekking
lagergedeelte
u
Afdekking
eerste punt.
w
De openingen voor de bouten liggen na het positioneren van
de demperbeugel boven elkaar.
u
Demperbeugel
en de bout
in de uitsparing zit.
u
Afdekking
Fig. 17 (8)
w
Let erop dat de afdekking goed zit, zodat de deur probleemloos sluit en de bout beveiligd is.
u
Beveiliging
u
Afdekplaat
u
Afdekking
gedraaid van buiten plaatsen en vast laten klikken.
Fig. 17 (1)
Fig. 17 (5)
op de demperbeugel
van buiten af opschuiven (A) en via het
Fig. 17 (8)
Fig. 17 (5)
plaatsen en laten vastklikken tot het
Fig. 17 (4)
Fig. 17 (3)
Fig. 17 (5)
in laten klikken.
Fig. 17 (2)
Fig. 17 (1)
Fig. 6 (6)
van boven insteken zodat het vierkant
nu compleet op het lagergedeelte
draaien om te verwijderen.
in de deur schuiven en vastklikken.
aan de kant van de handgreep met 180°
Fig. 17 (4)
draaien (B).
naar het lagergedeelte toe trekken
Fig. 18
(1) Opbouwkast(3) Keukenkast
(2) Apparaat(4) Wand
Bij ombouw met standaard keukenkasten (max. diepte 580 mm)
kan het apparaat direct naast de keukenkast
opgesteld. De apparaatdeur steekt 70 mm voor de voorkant van
de keukenkastjes uit. Hierdoor is de deur zonder problemen te
openen en sluiten.
Belangrijk voor de ventilatie:
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
-
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
De ventilatieruimte onder het plafond moet minstens
-
300 cm2 bedragen.
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het appa-
-
raat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 18 (4)
minstens 40 mm bedragen.
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
Fig. 18 (3)
worden
4.1.9 Deur uitlijnen
u
De deur eventueel via de langsgaten in de onderste
lagerbus
Daartoe middelste schroef uitdraaien.
Fig. 13 (43)
ten opzichte van de kast uitlijnen.
7
Page 8
In gebruik nemen
4.3 Apparaat transporteren
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport!
u
Het apparaat verpakt transporteren.
u
Het apparaat overeind transporteren.
u
Het apparaat niet alleen transporteren.
u
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsgeluiden ontstaan!
u
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
Een edelstaalverzorgingsmiddel gelijkmatig in slijprichting
aanbrengen.*
w
De reiniging op een later tijdstip wordt daardoor eenvoudiger.*
u
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Doe de verpakking weg (zie 4.5) .
4.4 Apparaat opstellen
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog voor
het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en vlak
zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
Zet het apparaat met de achterkant altijd direct tegen de muur.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van van
1 m3 beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in
geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gaslucht-mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging!
De glasdeur kan tegen de muur slaan en daardoor worden
beschadigd. Beschadigd glas kan tot verwondingen leiden!
u
Zorg ervoor dat de glasdeur niet tegen de muur kan slaan.
Deurstopper, b.v. viltstopper aan de muur aanbrengen.
u
Een openingsbegrenzer van de deur tot 90° kan via de technische dienst worden bijbesteld.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of
binnen bereik van spatwater plaatsen.
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
het apparaat niet direct naast een ander koel-/vriesapparaat
zetten.
u
Stel het apparaat met de
meegeleverde steeksleutel en
met behulp van de stelpootjes
(A) en een waterpas stevig en
vlak op.
u
Vervolgens de deur ondersteunen: stelvoet bij lagerbus
(B) uitdraaien tot deze op de
vloer komt, daarna 90° verder
draaien.
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er
condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
u
Zorg altijd goed voor een goede verluchting van de plaatsingsruimte.
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
Spanbanden uit polypropeen
-
u
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamelpunt.
WAARSCHUWING
Brandgevaar door koelmiddel!
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatieopeningen!
u
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
8
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
u
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
wisselstroom) of spaarstekker.
WAARSCHUWING
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn.
Page 9
Bediening
Het moet eenvoudig toegankelijk zijn, zodat het apparaat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorziening gescheiden kan worden.
u
Elektrische aansluiting controleren.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in ongeveer 2 uur voor u er voor het eerst
diepvriesproducten in legt.
u
Toets On/Off
w
Het temperatuurdisplay geeft de actuele temperatuur weer.
w
De binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.
Fig. 3 (3)
indrukken.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen aan
het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De helderheid is instelbaar tussen h0 (geen verlichting) en h5
(maximale lichtsterkte).
u
Instelmodus activeren: druk gedurende ca. 5 sec. op de toets
SuperCool
w
Op de display wordt c aangegeven.
w
Het symbool menu
u
Met insteltoets Up
kiezen.
u
Bevestigen: druk kort op de toets SuperCool
u
Display helderder instellen: druk op de insteltoets Up
u
Display donkerder instellen: druk op de insteltoets Down
u
Bevestigen: druk op detoets SuperCool
Fig. 3 (2)
w
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
u
Instelmodus deactiveren: druk op de toets On/Off
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur aangegeven.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het
spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging instellen
u
Instelmodus activeren: toets SuperCool
indrukken.
w
Op de display wordt c aangegeven.
w
Het symbool Menu
u
Druk kort op de toets SuperCool
Als in de display c1 wordt aangegeven:
u
om de kinderbeveiliging in te schakelen, drukt
u kort op de toets SuperCool
w
Het symbool kinderbeveiliging
display knippert c.
Als in de display c0 wordt aangegeven:
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (7)
Fig. 3 (6)
.
.
Fig. 3 (5)
Fig. 3 (7)
.
.
Fig. 3 (5)
brandt.
en insteltoets Down
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (2)
is verlicht.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (12)
om te bevestigen.
.
brandt. Op de
Fig. 3 (6)
.
Fig. 3 (3)
ca. 5 s
u
om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
toets SuperCool
w
Het symbool kinderbeveiliging
knippert c.
u
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
-of-
u
5 min. wachten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
weergegeven.
Fig. 3 (2)
.
Fig. 3 (12)
dooft. Op de display
Fig. 3 (3)
indrukken.
5.3 Deuralarm
Wanneer de deur langer dan 60 s geopend is, gaat het akoestisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de deur gesloten
wordt.
5.3.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgeschakeld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
u
Toets Alarm
w
Het akoestisch alarm gaat uit.
Fig. 3 (1)
indrukken.
5.4 Koelgedeelte
Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte worden
verschillende temperatuurbereiken in gesteld. Direct boven de
afscheiding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het
koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het
warmste.
5.4.1 Levensmiddelen koelen
h
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
u
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht)
u
Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.
.
voor apparaten vanaf hoogte 1216 mm geldt:
u
het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv.
bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten
liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter
worden geschoven of omvallen.
u
Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
goed kan circuleren.
u
Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
verschuiven.
Op de bodem van het koelgedeelte kan naar keuze het geïntegreerde flessenrek of de glasplaat worden gebruikt:
u
Flessenrek gebruiken: de
glasplaat ruimtebesparend onder het flessenrek
plaatsen.
u
Flessen met de onderkant naar achter tegen de
achterwand leggen.
Indien de flessen uit het
flessenrek steken:
u
De onderste opbergvakken in de deur een
positie hoger zetten.
5.4.2 Temperatuur instellen
De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 3 °C, aanbevolen wordt
5 °C.
9
Page 10
Bediening
In het diepvriesvak wordt een gemiddelde temperatuur van
ca. –18 °C bereikt.
u
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up
indrukken.
u
Temperatuur lager instellen: insteltoets Down
indrukken.
w
Bij de eerste keer indrukken geeft de temperatuurdisplay de
tot dusver ingestelde waarde aan.
u
Temperatuur in 1 °C -stappen veranderen: toets kort
indrukken.
u
Temperatuur blijvend veranderen: toets ingedrukt houden.
w
Tijdens het instellen wordt de temperatuur knipperend aangegeven.
w
Ca. 5 s na het indrukken van de toets wordt de daadwerkelijke
temperatuur aangegeven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
Fig. 3 (7)
Fig. 3 (6)
5.4.3 SuperCool
Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelvermogen in.
Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik SuperCool
om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
u
Toets SuperCool
w
Het symbool SuperCool
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. SuperCool is ingeschakeld.
w
SuperCool schakelt na 6 tot 12 uur automatisch uit. Het apparaat werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
u
Toets SuperCool
w
Het symbool SuperCool
w
SuperCool is uitgeschakeld.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (11)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (11)
kort indrukken.
is verlicht in de display.
kort indrukken.
in de display gaat uit.
5.4.4 Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
u
Til het draagplateau op en trek het naar
voren uit.
5.4.6 Opbergvakken in de deur verplaatsen
u
Vakken uitnemen volgens de afbeelding.
De boxen kunnen worden uitgenomen en zo op tafel worden
gezet.
U kunt één of beide boxen gebruiken. Wanneer u heel hoge
flessen in de deur wil zetten, hang dan alleen de brede box boven
het flessenvak.
Via de Technische Dienst kunt u drie kleine boxen verkrijgen, in
plaats van de standaarduitrusting met één brede en één kleine
box.
u
Boxen omzetten: naar boven uitnemen
en op de gewenste plaats terugzetten.
u
Deksel afhalen: 90° openen en naar
boven losklikken.
5.4.7 Flessenhouder uitnemen
u
Flessenhouder altijd bij het kunststof
gedeelte vastnemen.
u
Draagplateau met de aanslagrand achter naar boven wijzend
inschuiven.
w
De levensmiddelen vriezen niet aan de achterwand vast.
5.4.5 Deelbare draagplateaus gebruiken
u
De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
Fig. 19
5.5 BioFresh-gedeelte
In het BioFresh-gedeelte unnen sommige levensmiddelen tot
drie maal langer worden bewaard dan bij traditioneel koelen en
blijft de kwaliteit behouden.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de datum
vermeld op de verpakking.
5.5.1 HydroSafe
De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid
geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en fruit
die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuiflade
ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het vak
wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.
5.5.2 DrySafe
De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte
levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren).
Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
5.5.3 Levensmiddelen bewaren
Aanwijzing
u
Niet in het BioFresh-gedeelte horen kougevoelige groenten
als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten, courgettes
en alle kougevoelige zuidvruchten.
10
Page 11
u
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overgedragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat
geldt ook voor verschillende soorten vlees.
Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet
bewaren:
u
de levensmiddelen verpakken.
5.5.4 Bewaartijden
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtigheid
Botertot90dagen
Harde kazentot110dagen
Melktot12dagen
Vleeswaren, belegtot9dagen
Gevogeltetot6dagen
Varkensvleestot7dagen
Rundsvleestot7dagen
Wildtot7dagen
Aanwijzing
u
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis
sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokkentot14dagen
Selderijtot28dagen
Bloemkooltot21dagen
Broccolitot13dagen
Witloftot27dagen
Veldslatot19dagen
Erwtentot14dagen
Groene kooltot14dagen
Wortelentot80dagen
Knoflooktot160dagen
Koolrabitot55dagen
Kropslatot13dagen
Kruidentot13dagen
Preitot29dagen
Champignonstot7dagen
Radijsjestot10dagen
Spruitjestot20dagen
Aspergestot18dagen
Spinazietot13dagen
Savooikooltot20dagen
Fruit
Abrikozentot13dagen
Appelstot80dagen
Perentot55dagen
Bediening
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Braambessentot3dagen
Dadelstot180dagen
Aardbeientot7dagen
Vijgentot7dagen
Bosbessentot9dagen
Frambozentot3dagen
Aalbessentot7dagen
Kersen, zoettot14dagen
Kiwi'stot80dagen
Perzikentot13dagen
Pruimentot20dagen
Vossenbessentot60dagen
Rabarbertot13dagen
Kruisbessentot13dagen
Druiventot29dagen
5.5.5 Temperatuur instellen in het BioFreshgedeelte
De temperatuur wordt automatisch geregeld tussen 0 °C en 3 °C,
1 °C wordt aanbevolen.
U kunt de temperatuur lichtjes lager of hoger instellen. De temperatuur is regelbaar van b1 (laagste temperatuur) tot b9 (hoogste
temperatuur). De waarde b5 is vooringesteld. Bij de waarden b1
tot b4 kan de temperatuur lager dan 0 ° C zijn, zodat de etens-
waren licht kunnen aanvriezen.
Aanwijzing
Tip voor testinstituten: om in het koelgedeelte temperaturen
van minder dan 3 °C te bereiken:
u
stel de temperatuur in het BioFresh-gedeelte in op b1-b4.
u
Instelmodus activeren: gedurende ca. 5 sec. op toets SuperCool
Fig. 3 (2)
w
Het symbool menu
play wordt c aangegeven.
u
Met insteltoets Up
kiezen.
u
Bevestigen: kort op detoets SuperCool
u
Temperatuur hoger instellen: druk op insteltoets Up
Fig. 3 (7)
u
Temperatuur lager instellen: druk op insteltoets Down
Fig. 3 (6)
u
Bevestigen: druk op de toets SuperCool
Fig. 3 (2)
w
De temperatuur past zich langzaam aan de
nieuwe instelling aan.
u
Instelmodus deactiveren: druk op toets On/Off
-of-
u
Wacht 5 minuten.
w
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur aangegeven.
.
.
.
drukken.
Fig. 3 (5)
Fig. 3 (7)
licht op. Op de temperatuurdis-
of insteltoets Down
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (6)
drukken.
Fig. 3 (3)
.
b
11
Page 12
Bediening
5.5.6 De vochtigheid instellen in de HydroSafe
u
u
hoge luchtvochtigheid: schuifrege-
laar naar rechts schuiven.
u
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvrieszakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
u
Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en
breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten,
zodat deze niet beginnen te dooien.
5.6.2 Bewaartijden
5.5.7 Schuifladen
u
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
lichten.
u
Rails weer inschuiven!
u
Rails uitschuiven.
u
Schuiflade op de rails plaatsen en inschuiven tot deze aan de
achterkant hoorbaar vastklikt.
Fig. 20
Fig. 21
5.5.8 Vochtreguleringsplaat
u
Vochtreguleringsplaat verwijderen: plaat bij verwijderde
schuifladen voorzichtig naar voren trekken en naar beneden
eruit lichten.
u
Vochtreguleringsplaat terugplaatsen: dekselranden van de
plaat van onder in de achterste houder
aan de voorkant in de houder
Fig. 22
Fig. 22 (1)
Fig. 22 (2)
plaatsen en
vastklikken.
5.6 Vriesvak
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager
diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere
maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen
invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer
of andere meetapparatuur, kan schommelen.
5.6.1 Levensmiddelen invriezen
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit
geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag
u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
Richtwaarden voor de houdbaarheid van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak:
Consumptieijs2 tot 6 maanden
Worst, ham2 tot 6 maanden
Brood, bakkerijproducten2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees6 tot 10 maanden
Vette vis2 tot 6 maanden
Magere vis6 tot 12 maanden
Kaas2 tot 6 maanden
Pluimgedierte, rundvlees6 tot 12 maanden
Groente, fruit6 tot 12 maanden
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden.
5.6.3 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
u
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
weer invriezen.
5.6.4 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de
kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen,
daardoor kunnen geluiden van de koelaggregaat tijdelijk luider
zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een
"koudereserve op". Daardoor blijven de levensmiddelen langer
bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder "invriescapaciteit ... kg/
24h" is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Met SuperFrost invriezen
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
- wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
- bij het invriezen van max. ca. 2 kg nieuwe levensmiddelen
dagelijks
u
Toets SuperFrost
w
Het symbool SuperFrost
w
De vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt met maximaal
koelvermogen.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
ca. 6 u wachten.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
u
ca. 24 u wachten.
u
Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en
breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten,
zodat deze niet beginnen te dooien.
w
SuperFrost schakelt automatisch uit. Naargelang hoeveelheid nieuwe levensmiddelen op zijn vroegst na 30 h uiterlijk
na 65 h.
w
Het symbool SuperFrost
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale modus
verder.
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (13)
Fig. 3 (13)
eenmaal kort indrukken.
is verlicht.
gaat uit.
12
Page 13
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien
6.1.1 Koelgedeelte ontdooien
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt.
Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op
een storing.
u
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
weglopen (zie 6.2) .
6.1.2 Vriesvak ontdooien
In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp.
ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller
gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de ingelegde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter
het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
u
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomreinigers, open vuur of ontdooispray gebruiken.
u
Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
u
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie in.
u
Schakel het apparaat uit.
w
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, is de kinderbeveiliging
ingeschakeld (zie 5.2) .
u
Trek de stekker uit.
u
Wikkel de diepvriesproducten in krantenpapier of in een
deken en bewaar op een koele plek.
u
Plaats een pan met heet, niet kokend
water op de bodem van het vak.
w
Het ontdooien wordt versneld.
u
Laat de deur van het vak en van het
apparaat open tijdens het ontdooien.
u
Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Indien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met een
spons of doek.
u
Het vak reinigen (zie 6.2) .
Onderhoud
u
Apparaat leegmaken.
u
Trek de stekker uit.
- Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger
met een neutrale pH-waarde.
- Gebruik in de binnenruimte van het apparaat enkel
levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
u
Roosters voor luchtaan- en afvoer regelmatig reinigen.
w
Stof verhoogt het energieverbruik.
Buitenwanden en binnenruimte:
De glasdeur niet reinigen met schurende schoonmaakproducten
of krassende sponsjes. De oppervlakken en de lijst zouden mat
kunnen worden of krassen vertonen.
u
De glasdeur met een gebruikelijke allesreiniger en een zachte
doek schoonmaken.
u
Buiten- en binnenwanden van kunststof met lauwwarm water
en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
u
De buitenkant van edelstaal kan met speciale in de handel
verkrijgbare roestvrijstaalreiniger worden gereinigd. Vervolgens het meegeleverde rvs onderhoudsmiddel gelijkmatig in
slijprichting aanbrengen.
RVS onderhoudsmiddel niet op glazen of kunststof oppervlakken
aanbrengen om krassen te vermijden. Donkere plekken in het
begin en een intensievere kleur van het edelstalen oppervlak zijn
normaal.
u
Afvoeropening reinigen: vuil met een
dun hulpmiddeltje, bijv. een wattenstaafje, verwijderen.
Onderdelen:
u
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwasmiddel
met de hand reinigen.
u
Om schoon te maken de geleiders voor de halve glasplaten
afnemen.
u
Plateaus uit elkaar nemen: lijsten en
zijkanten afhalen.
u
Deurvakken uit elkaar nemen:
beschermfolie van de sierlijst afhalen.
u
Boxen uitnemen en het deksel door
optillen weghalen.
6.2 Apparaat reinigen
Voor het reinigen:
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brandwonden
veroorzaken.
u
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die zand, chloor, chemicaliën of zuren bevatten.
u
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst.
u
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
beschadigen.
u
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatieroosters en elektrische delen terecht komen.
Na het reinigen:
u
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.6.4) .
u
De levensmiddelen weer inleggen.
6.3 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
Reparaties en aanpassingen aan apparaat en netsnoer die
niet uitdrukkelijk vermeld worden (zie Onderhoud), alleen
door de Technische Dienst laten uitvoeren.
13
Page 14
Storingen
u
Apparaataanduiding
Fig. 23 (1)
Fig. 23 (2)
Fig. 23 (3)
plaatje aflezen. Het
typeplaatje bevindt
zich aan de linkerkant
binnen in het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het type-
Fig. 23
u
Contact opnemen met de Technische Dienst en het probleem,
apparaataanduiding
serie-nr.
w
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
u
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
komt.
w
De levensmiddelen blijven langer koel.
u
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het snoer
trekken) of de draai de zekering uit.
Fig. 23 (3)
Fig. 23 (1)
mededelen.
, service-nr.
Fig. 23 (2)
en
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht desondanks storing optreden, eerst controleren of de storing door een
bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de
ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen.
Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering in het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebehoefte
→
over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor
langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
SuperCool is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
→
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van de koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levensmid-
→
delen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen
automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levensmid-
→
delen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen
automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
→
ventilator.
Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor worden
→
aangrenzende meubels of voorwerpen door de lopende
koelaggregaat in vibratie gezet.
u
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
→
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
→
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
→
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
→
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst.
(zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
→
opgeslagen.
Oplossing: (zie 5.6.4)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
→
Stel de temperatuur lager in en controleer na 24 u.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
→
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
→
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit.
De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
→
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok!
Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repareren.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door laserstraling klasse 1M.
u
Kijk niet naar binnen als de afdekking open is.
14
Page 15
8 Afzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
u
Toets On/Off
w
Het temperatuurdisplay is uit.
Fig. 3 (3)
ca. 2 s indrukken.
8.2 Buiten werking stellen
u
Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename
geuren kunnen ontstaan.
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de
plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Afzetten
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
u
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
15
Page 16
Apparaat afdanken
16
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.