Liebherr KBESF 4210 COMFORT BIOFRESH, KB 4210 COMFORT BIOFRESH, KB 3610 COMFORT BIOFRESH User Manual [nl]

Page 1
Gebruiks- en montagehandleiding
Vrijstaande koelkast met BioFresh-gedeelte
090312
7085320 - 00
KB/ KBesf ... 3
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Overzicht apparaat en uitrusting............................... 2
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Opstelafmetingen..................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controlepaneel................................. 4
3.2 Temperatuurdisplay................................................. 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat transporteren............................................ 4
4.2 Apparaat opstellen................................................... 4
4.3 Deurscharniering veranderen................................... 5
4.4 Inbouw in het keukenblok......................................... 6
4.5 Afvalverwerking van de verpakking.......................... 7
4.6 Apparaat aansluiten................................................. 7
4.7 Apparaat inschakelen............................................... 7
5 Bediening................................................................ 7
5.1 Deuralarm................................................................ 7
5.2 Koelgedeelte ........................................................... 7
6 Onderhoud.............................................................. 9
6.1 Apparaat reinigen..................................................... 9
6.2 Binnenverlichting met gloeilamp vervangen *........... 10
6.3 Technische Dienst.................................................... 10
8 Uitzetten.................................................................. 11
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 11
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 11
9 Apparaat afdanken................................................ 11
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een .

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Overzicht apparaat en uitrusting

Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend. Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Bedienings- en contro-
lepaneel
(2) Ventilator (9) Typeplaatje (3) Binnenverlichting (10) BioFresh-vak, Drysafe (4) Conservenrekje,
verplaatsbaar
(5) Glasplaten, verplaats-
baar
(6) Glasplaat, gedeeld,
verplaatsbaar
(7) Flessenhouder (14) Stelvoet, hoogteverstel-
(8) Flessenrek
(11) Regeling HydroSafe
(12) BioFresh-vak, Hydrosafe
(13) Afvoeropening
baar

1.2 Toepassingen van het apparaat

Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmid­delen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens, voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulp­middelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daar­naast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaat­klasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
2
Page 3
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
Klimaat­klasse
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen van

1.3 Conformiteit

Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het apparaat voldoet aan de van toepassing zijnde veiligheidsbe­palingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU.

1.4 Opstelafmetingen

Fig. 2
Omschrijving H (mm)
KB(esf) 42 1852
KB 36 1655

1.5 Energie sparen

Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken. Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
-
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Algemene veiligheidsvoorschriften
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik. Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht). Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden. Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appa-
-
raat laten staat, zodat ze niet te warm worden. Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
-
tot kamertemperatuur.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
de koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen rooster aan de achterkant van het apparaat - eens per jaar afstoffen.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veilig­heid verantwoordelijk is, het gebruik van het apparaat worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent. Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen. In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken
-
(daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitscha­kelen. Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
-
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakperso­neel. Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact
-
trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken. Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
-
monteren en aansluiten. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door. De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TL-
-
lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
digen. Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
bronnen gebruiken. Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.). Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen. Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed venti­leren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlam­mensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektrische componenten vlam vatten. Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen
-
met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken. Sterke alcohol alleen goed gesloten en rechtop staand
-
opslaan. Eventueel lekkende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
3
Page 4
Bedienings- en controle-elementen
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
-
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
-
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veilig­heidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmid­dellijk en niet te koud consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofd­stukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOOR­ZICHTIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle-

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat transporteren

Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans­port!
u u u

4.2 Apparaat opstellen

Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting! Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren. Het apparaat rechtop transporteren. Het apparaat niet alleen transporteren.
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het apparaat liggen. Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa­raten aan te sluiten.
elementen

3.1 Bedienings- en controlepaneel

(1) Toets On/Off (4) Toets SuperCool (2) Insteltoets (5) Toets alarm (3) Temperatuurdisplay

3.2 Temperatuurdisplay

Bij normale werking wordt aangegeven:
de ingestelde vriestemperatuur
-
de ingestelde koeltemperatuur
-
Fig. 3
Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
u
Gevaar voor brand en beschadiging!
u
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie­openingen!
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
u
q
q
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha­digen.
WAARSCHUWING
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron, toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat zetten.
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog voor het aansluiten - contact op met de leverancier. De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en vlak zijn.
4
Page 5
In gebruik nemen
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
q
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het apparaat met de achterkant en indien gewenst inclusief
q
de meegeleverde wandafstandhouders (zie beneden) direct tegen de muur plaatsen. Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
q
verschoven. Stel het apparaat niet op zonder hulp.
q
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
q
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m3 beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlam­baar gas-lucht-mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Haal het aansluitsnoer van de achterzijde van het apparaat.
u
Verwijder hierbij de snoerhouder, anders kunnen trillingsge­luiden ontstaan! Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
LET OP*
De edelstalen deuren zijn voorzien van een hoogwaardige oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde reini­gingsmiddel worden behandeld.
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
De gecoate deuroppervlakken mogen uitsluitend met een
u
zachte schone doek worden afgeveegd. Breng alleen op de roestvrijstalen zijwanden een verzor-
u
gingsmiddel gelijkmatig en in slijprichting aan. De reiniging op een later tijdstip wordt daardoor eenvoudiger. Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
u
schone doek worden afgeveegd.
Torx® 25
q
Torx® 15
q
schroevendraaier
q
eventueel accuschroevendraaier
q
eventueel een tweede persoon voor de montage
q

4.3.1 Deur afnemen

Aanwijzing
Verwijder levensmiddelen uit de deurvakken voordat de
u
deur wordt afgenomen, zodat er geen levenmiddelen uit vallen.
Fig. 4
Sluit de deur.
u
Afdekking
u
Afdekking
u
Fig. 4 (10) Fig. 4 (11)
naar voren en boven wegtrekken. eraf nemen.
Trek de beschermfolie van de sierlijsten.*
u
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
Voer de verpakking af (zie 4.5) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas stevig en vlak op. Vervolgens de deur onder-
u
steunen: stelvoet bij lagerbus (B) uitdraaien tot deze op de vloer komt, daarna 90° verder draaien.
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.1) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.

4.3 Deurscharniering veranderen

Indien nodig kunt u de scharniering van de deur veranderen:
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Bovenste lagerbus
u
25)
Fig. 4 (13)
Deur naar boven optillen en opzij leggen.
u
Fig. 4 (12)
en naar boven eraf trekken.
losschroeven (2 maal Torx®

4.3.2 Lagerdelen omplaatsen

LET OP
Gevaar voor beschadigingen aan Side-by-Side apparaten door condenswater! Wanneer een Side-by-Side apparaat (S…) samen met een tweede apparaat wordt gemonteerd (als SBS-combinatie) moet de scharnierkant blijven zoals hij werd aangeleverd.
Wissel de scharnierkant niet.
u
Controleer of volgend gereedschap klaar ligt:
Lagerbout
u
stelpootje Stop
u
Lagerbus
u
Fig. 5 (22)
Fig. 5 (24)
Fig. 5 (21)
Fig. 5 (25)
compleet met schijfje
naar boven eruit trekken.
eraf halen.
losschroeven
Fig. 5 (26)
Fig. 5 (23)
.
Fig. 5
en
5
Page 6
In gebruik nemen
Lagerdeel
u
tegenoverliggende opnamegat van de lagerbus omzetten en weer vastschroeven. Afdekking aan de greepzijde
u
en op de tegenoverliggende zijde plaatsen. Lagerbus
u
behulp van een accuschroevendraaier weer goed (met 4 Nm) vastschroeven.
Stop
u
Lagerbout
u
weer aanbrengen. Er daarbij op letten, dat de sluitnok naar achter wijst.
Fig. 5 (28)
Fig. 5 (25)
Fig. 5 (21)
Fig. 5 (22)
losschroeven
aan de nieuwe scharnierzijde evt. met
weer in het andere gat aanbrengen.
compleet met schijfje en stelpootje
Fig. 5 (29)
Fig. 5 (27)
en in het
voorzichtig optillen

4.3.3 Greep omzetten

Veerklem
u
verplaatsen: Sluitnok omlaag drukken, veer­klem eroverheen eraf trekken. Veerklem aan de nieuwe
u
scharnierkant weer erin schuiven totdat hij inklikt.
Fig. 6 (31)
Fig. 6
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur! Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed koelt.
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
u

4.4 Inbouw in het keukenblok

Fig. 7
Til de stop
u
Deurgreep
u
Fig. 7 (34)
Bij het monteren van de drukplaatjes aan de andere kant
u
erop letten dat ze vastklikken.*
Fig. 7 (33)
Fig. 7 (32)
verwijderen en aan de andere kant aanbrengen.
uit de deurlagerbus en plaats hem om.
, stoppen
Fig. 7 (33)
en drukplaatjes*

4.3.4 Deur monteren

Plaats de deur van boven op de lagerbout beneden
u
Fig. 5 (22)
Sluit de deur.
u
Plaats de bovenste lagerbus
u
scharnierkant in de deur. Bovenste lagerbus
u
schroeven (2 maal Torx® 25) gaten indien nodig voor of gebruik de accuschroeven­draaier. Afdekking
u
tegenoverliggende zijde vastklikken.
.
Fig. 4 (12)
Fig. 4 (10)
Fig. 4 (12)
goed (met 4 Nm) vast-
Fig. 4 (13)
en afdekking
aan de nieuwe
. Steek de schroef-
Fig. 4 (11)
elk op de

4.3.5 Deur uitlijnen

De deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbus
u
onder
Fig. 5 (25)
middelste schroef uitdraaien.
ten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe
Fig. 8
(1) Opbouwkast (3) Keukenkast (2) Apparaat (4) Wand
Het apparaat Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te passen, kunt u er een passende opbouwkast plaatsen.
Bij ombouw met keukenkasten (max. diepte 580 mm) kan het apparaat direct naast de keukenkast steld. De apparaatdeur steekt opzij 34 mm en in het midden van het apparaat 50 mm uit ten opzichte van het keukenkast­front. Hierdoor is de deur zonder problemen te openen en sluiten.
Belangrijk voor de ventilatie:
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
-
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer. De ventilatieruimte onder het plafond moet minstens
-
300 cm2 bedragen. Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
-
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 8 (4)
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken van de deurgreep bij een geopende deur.
Fig. 8 (2)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
kan worden ingebouwd in de keuken.
Fig. 8 (3)
Fig. 8 (1)
worden opge-
op
6
Page 7
Bediening

4.5 Afvalverwerking van de verpakking

Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton Onderdelen uit geschuimd polystyreen Folies en zakken uit polyetheen Spanbanden uit polypropeen Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
ethyleen* Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel­punt.

4.6 Apparaat aansluiten

LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
u
wisselstroom) of spaarstekker.
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen. Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcon­tact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn.
Het moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat het appa­raat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorzie­ning gescheiden kan worden. Het stopcontact mag zich niet achter het apparaat bevinden.
u u
WAARSCHUWING
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Elektrische aansluiting controleren. Steek de stekker in het stopcontact.

4.7 Apparaat inschakelen

Toets On/Off
u
Het apparaat is ingeschakeld. De temperatuurdisplay geeft
w
de ingestelde temperatuur weer.
Fig. 3 (1)
indrukken.

5.2 Koelgedeelte

Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de afschei­ding tussen de BioFresh zone en de achterzijde is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.

5.2.1 Levensmiddelen koelen

Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven
u
bewaren. (zie Het apparaat in vogelvlucht) Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie. het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv. bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter worden geschoven of omvallen. Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren. Flessen tegen omvallen beveiligen: de flessenhouder
u
verschuiven.

5.2.2 Temperatuur instellen

De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de temperatuur van de ruimte waar het apparaat staat
-
soort, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
Aanbevolen temperatuurinstelling: 5 °C U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Is de instelling
3 °C bereikt dan wordt opnieuw bij 9 °C begonnen.
Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
u
insteltoets In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
w
temperatuur. Druk net zo vaak op de insteltoets
u
gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
u
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen 5 °C en 6 °C) een iets koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is dan de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone verlicht.
Fig. 3 (2)
.
Fig. 3 (2)
tot de LED's de

5 Bediening

5.1 Deuralarm

Wanneer de deur langer dan 60 s geopend is, gaat het akoes­tisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de deur gesloten wordt.

5.1.1 Deuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 3 (5)
indrukken.

5.2.3 SuperCool

Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelvermogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltemperaturen. Gebruik Super­Cool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. Super-
w
Cool is ingeschakeld. SuperCool schakelt na 6 tot 12 uur automatisch uit. Het
w
apparaat werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
SuperCool is uitgeschakeld.
w
7
Page 8
Bediening

5.2.4 Draagplateaus verplaatsen

De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
Til het draagplateau op en
u
trek het naar voren uit. Plateaus op gewenste
u
hoogte terugschuiven. De uittrekstops moeten naar beneden wijzen en achter de voorste steunrib liggen.

5.2.5 Deelbare draagplateau gebruiken

Fig. 9
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
u
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.

5.2.6 Opbergvakken in de deur verplaatsen

Vakken uitnemen volgens de afbeel-
u
ding.

5.3.3 Levensmiddelen bewaren

Aanwijzing
Niet in het BioFresh-gedeelte horen koudegevoelige
u
groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten, courgettes en alle koudegevoelige zuidvruchten.
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
u
dragen bacteriën: bewaar onverpakte dierlijke en plantaar­dige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat geldt ook voor verschillende soorten vlees. Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet bewaren: de levensmiddelen verpakken.
u

5.3.4 Bewaartijden

Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig­heid
Boter tot 90 dagen
Harde kazen tot 110 dagen
Melk tot 12 dagen
Vleeswaren, beleg tot 9 dagen
Gevogelte tot 6 dagen
Varkensvlees tot 7 dagen
Rundsvlees tot 7 dagen
Wild tot 7 dagen

5.2.7 Flessenhouder uitnemen

Flessenhouder volgens afbeelding
u
uitnemen.

5.3 BioFresh-gedeelte

In het BioFresh-gedeelte unnen sommige levensmiddelen tot drie maal langer worden bewaard dan bij traditioneel koelen en blijft de kwaliteit behouden.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de datum vermeld op de verpakking.

5.3.1 HydroSafe

De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en fruit die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuif­lade ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.

5.3.2 DrySafe

De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren). Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
Aanwijzing
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
u
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokken tot 14 dagen
Selderij tot 28 dagen
Bloemkool tot 21 dagen
Broccoli tot 13 dagen
Witlof tot 27 dagen
Veldsla tot 19 dagen
Erwten tot 14 dagen
Groene kool tot 14 dagen
Wortelen tot 80 dagen
Knoflook tot 160 dagen
Koolrabi tot 55 dagen
Kropsla tot 13 dagen
Kruiden tot 13 dagen
Prei tot 29 dagen
Champignons tot 7 dagen
Radijsjes tot 10 dagen
Spruitjes tot 20 dagen
Asperges tot 18 dagen
Spinazie tot 13 dagen
8
Page 9
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Savooikool tot 20 dagen
Fruit
Abrikozen tot 13 dagen
Appels tot 80 dagen
Peren tot 55 dagen
Braambessen tot 3 dagen
Dadels tot 180 dagen
Aardbeien tot 7 dagen
Vijgen tot 7 dagen
Bosbessen tot 9 dagen
Frambozen tot 3 dagen
Aalbessen tot 7 dagen
Kersen, zoet tot 14 dagen
Kiwi's tot 80 dagen
Perziken tot 13 dagen
Pruimen tot 20 dagen
Vossenbessen tot 60 dagen
Rabarber tot 13 dagen
Kruisbessen tot 13 dagen
Druiven tot 29 dagen
Onderhoud
Wacht 5 minuten.
u

5.3.6 De vochtigheid instellen in de HydroSafe

u
u
hoge luchtvochtigheid: schuifre-
gelaar naar rechts schuiven.

5.3.7 Schuifladen

Fig. 11
Schuiflade uittrekken, achterkant optillen en naar voren eruit
u
lichten. Rails weer inschuiven!
u
Fig. 12
Rails uitschuiven.
u
Schuiflade op de rails plaatsen en inschuiven tot deze aan
u
de achterkant hoorbaar vastklikt.

5.3.5 Temperatuur in het BioFresh-gedeelte instellen

De temperatuur wordt automatisch geregeld. Bij een tempera­tuur in het koelgedeelte van 5 °C ligt de temperatuur in het BioFresh-gedeelte tussen 0 °C en 3 °C.
U kunt de temperatuur iets lager of hoger instellen. De tempe­ratuur is instelbaar van 1 (laagste temperatuur) tot 9 (hoogste
temperatuur). Vooringesteld is de waarde 5. Bij de waardes 1 tot 4 kan de temperatuur onder 0 °C dalen, zodat de levens-
middelen makkelijker kunnen invriezen. U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Zodra de
waarde 9 bereikt wordt, wordt weer vooraan begonnen. Naar­gelang de waarde is in het temperatuurdisplay een bepaalde combinatie van LED's verlicht.
Instelmodus activeren: toets SuperCool
u
indrukken. De toets SuperCool
w
display zijn de LED's van de ingestelde waarde verlicht. Insteltoets
u
gewenste waarde verlicht zijn. Bevestigen: toets SuperCool
u
Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven. Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (4)
zo vaak indrukken tot de LED's van de
knippert. In het temperatuur-
Fig. 3 (4)
Fig. 10
Fig. 3 (4)
indrukken.
Fig. 3 (1)
min. 5 s
indrukken.

5.3.8 Vochtreguleringsplaat

Fig. 13
Vochtreguleringsplaat verwijderen: plaat bij verwijderde
u
schuifladen voorzichtig naar voren trekken en naar beneden eruit lichten. Vochtreguleringsplaat terugplaatsen: dekselranden van de
u
plaat van onder in de achterste houder en aan de voorkant in de houder
Fig. 13 (1)
Fig. 13 (2)
plaatsen
vastklikken.

6 Onderhoud

6.1 Apparaat reinigen

VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand­wonden veroorzaken.
Gebruik geen stoomreinigers!
u
9
Page 10
Onderhoud
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat-
u
tende schoonmaakproducten gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
RVS onderhoudsmiddel niet op glazen of kunststof opper­vlakken aanbrengen om krassen te vermijden. Donkere plekken in het begin en een intensievere kleur van het edel­stalen oppervlak zijn normaal.*
LET OP*
De edelstalen deuren zijn voorzien van een hoogwaardige oppervlaktecoating en mogen niet met het bijgevoegde reini­gingsmiddel worden behandeld.
Deurvakken volgens afbeelding uit
u
elkaar nemen.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
De levensmiddelen weer inleggen.
u

6.2 Binnenverlichting met gloeilamp vervangen *

Type gloeilamp
max. 25 W Fitting: E14 Type stroom en spanning moeten overeenkomen met de informatie op het typeplaatje
Schakel het apparaat uit.
u
Trek de stekker uit het
u
stopcontact of schakel de beveiliging uit. Neem de afdekking
u
Fig. 14 (1)
vast en haak achteraan los. Vervang de gloeilamp
u
Fig. 14 (2)
Afdekking
u
weer opzetten.
bij de voorkant
.
Fig. 14 (1)
Fig. 14
Dit zou het oppervlak kunnen aantasten.
De gecoate deuroppervlakken mogen uitsluitend met een
u
zachte schone doek worden afgeveegd. Bij sterke vervuiling kunt u wat water of een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken. Naar wens kan ook een microvezeldoek worden gebruikt. Roestvrijstalen zijwanden bij vervuiling met een gebruike-
u
lijke roestvrijstaalreiniger reinigen. Vervolgens het meegele­verde rvs onderhoudsmiddel gelijkmatig in slijprichting aanbrengen. Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
u
schone doek worden afgeveegd. Bij sterke vervuiling kunt u wat water of een neutraal schoonmaakmiddel gebruiken. Naar wens kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
Afvoeropening reinigen: afzettingen
u
met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen. Voor het reinigen moeten de oplegrails voor de halve glas-
u
platen afgenomen worden. Draagplateaus uit elkaar halen: rails en zijdelen verwij-
u
deren.

6.3 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 15 (1)
nr.
Fig. 15 (2)
serie-nr. van het typeplaatje aflezen. Het type­plaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het appa­raat.
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 15 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
, service-
en
Fig. 15 (3)
en serie-nr.
Fig. 15 (3)
Fig. 15 (1)
mededelen.
Fig. 15
, service-nr.
10
Page 11
Storingen
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperCool is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een led aan de onderachterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 15 seconden*.
De inverter is met een foutdiagnose led uitgevoerd.
Het knipperen is normaal.
u
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator. Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor
worden aangrenzende meubels of voorwerpen door het lopende koelaggregaat in vibratie gezet.
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
De buitenkant van het apparaat voelt warm aan.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onderhoud). Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit. Wanneer de binnenverlichting niet brandt terwijl de tempe-
ratuurdisplay wel verlicht is, is de gloeilamp stuk. Vervang de gloeilamp. (zie Onderhoud).
u
De led-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:*
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u
Gevaar voor verwonding door laserstraling klasse 1M.
u
WAARSCHUWING*
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repareren.
WAARSCHUWING*
Kijk niet naar binnen als de afdekking open is.

8 Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Toets On/Off
u
De temperatuurdisplay is uit.
w
Fig. 3 (1)
ca. 2 seconden indrukken.

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.1) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
11
Page 12
Apparaat afdanken
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
12
Loading...