LIEBHERR IKP 1654-20 User Manual [nl]

Gebruiksaanwijzing
Koelkast, integreerbaar, Deur-op-deur
130912
7085404 - 00
IK/ IKP ... LP
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1.2 Toepassingen van het apparaat............................... 2
1.4 Energie sparen......................................................... 3
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
3.2 Temperatuurdisplay................................................. 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat inschakelen............................................... 4
5.2 Deuralarm................................................................ 5
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 8
7 Storingen................................................................ 8
8 Uitzetten.................................................................. 9
8.2 Buiten werking stellen.............................................. 9
9 Apparaat afdanken................................................ 9
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een .

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht

Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(2) Ventilator* (9) Groentevak* (3) Flessendraagrooster* (10) Boxenopbergvak (4) LED-lichtzuil (11) Conservenrek (5) Plateau (12) Flessenrek (6) Plateau, gedeeld (13) Flessenhouder (7) Koudste zone (14) Sluitdemper
Aanwijzing
Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren.
u
Zo werkt het apparaat energiebesparend. Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
(8) Afvoeropening

1.2 Toepassingen van het apparaat

Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmid­delen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens, voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulp­middelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daar­naast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaat­klasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
2
Algemene veiligheidsvoorschriften
Klimaat­klasse
SN 10 °C tot 32 °C
N 16 °C tot 32 °C
ST 16 °C tot 38 °C
T 16 °C tot 43 °C
voor omgevingstemperaturen van

1.3 Conformiteit

Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG, 2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU.

1.4 Energie sparen

Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken. Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke. Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik. Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht). Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden. Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het appa-
-
raat laten staat, zodat ze niet te warm worden. Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
-
tot kamertemperatuur. Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.*
-
Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
-
ontdooien.*
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar en ouder, evenals door personen met beperkte fysische, sensorische of mentale capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht staan of m.b.t. het veilige gebruik van het apparaat instructies hebben gekregen en de daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht reinigen en onderhouden.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding inbouwen, aansluiten en afvoeren.
-
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik nemen.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
-
De lampen voor speciale doeleinden (gloei­lampen, led, TL-lampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu­vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat zich geen open vuur of ontstekingsbronnen in de buurt van de lekkage bevinden. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
-
Sterke alcohol alleen goed gesloten en rechtop staand opslaan. Eventueel lekkende alcohol kan door elektrische componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levens­middelen vermijden of veiligheidsmaatre­gelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
3
Bedienings- en controle-elementen
Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor inklemmen
-
Niet in de sluitdemper grijpen. Bij het sluiten van de deur kunnen de vingers worden inge­klemd.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOOR­ZICHTIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
3 Bedienings- en controle­elementen

3.1 Bedienings- en controle-elementen

Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
Fig. 2
(1) Toets On/Off (7) Toets SuperCool (2) Temperatuurdisplay (8) Symbool SuperCool (3) Insteltoets Up (9) Toets Alarm (4) Insteltoets Down (10) Symbool Menu (5) Toets Ventilatie* (11) Symbool Kinderbeveili-
ging
(6) Symbool Ventilatie*

3.2 Temperatuurdisplay

Bij normale werking wordt aangegeven:
de gemiddelde koeltemperatuur
-
De volgende aanduidingen wijzen op een storing. Mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen (zie Storingen).
-
F0 tot F9

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat inschakelen

Schakel het apparaat in ongeveer 2 uur voordat u er voor het eerst diepvriesproducten inlegt.
Toets On/Off
u
Het temperatuurdisplay geeft de actuele temperatuur weer.
w
De binnenverlichting brandt wanneer de deur open is.
w
4
Fig. 2 (1)
indrukken.

5 Bediening

5.1 Kinderbeveiliging

Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha­kelen.

5.1.1 Kinderbeveiliging instellen

Instelmodus activeren: toets SuperCool
u
indrukken.
w
Op de display wordt c aangegeven. Het symbool Menu
w
Druk kort op de toets SuperCool
u
Als in de display c1 wordt aangegeven: om de kinderbeveiliging in te schakelen,
u
drukt u kort op de toets SuperCool
Het symbool kinderbeveiliging
w
display knippert c. Als in de display c0 wordt aangegeven:
om de kinderbeveiliging uit te schakelen, drukt u kort op de
u
toets SuperCool Het symbool kinderbeveiliging
w
display knippert c. Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt opnieuw de temperatuur
w
weergegeven.
Fig. 2 (10)
Fig. 2 (7)
is verlicht.
Fig. 2 (7)
Fig. 2 (11)
.
Fig. 2 (11)
Fig. 2 (7)
om te bevestigen.
Fig. 2 (7)
Fig. 2 (1)
ca. 5 s
.
brandt. Op de
dooft. Op de
indrukken.
Bediening
Levensmiddelen die gemakkelijk geur of smaak opnemen of
u
afgeven, zoals vloeistoffen, altijd in gesloten verpakking of afgedekt bewaren. Levensmiddelen die veel ethyleengas afgeven of daar
u
gevoelig voor zijn, zoals fruit, groenten en salades, altijd apart bewaren of verpakken, om de bewaartijd niet te verkorten; bijv. tomaten niet samen bewaren met kiwi's of kool. het gedeelte vooraan op de bodem van het koelgedeelte
u
alleen gebruiken om producten korte tijd neer te zetten, bijv. bij het opruimen of sorteren. Levensmiddelen daar niet laten liggen, ze kunnen bij het sluiten van de deur naar achter worden geschoven of omvallen. Leg de levensmiddelen niet te dicht bij elkaar, zodat de lucht
u
goed kan circuleren.

5.3.2 Temperatuur instellen

De temperatuur is instelbaar van 9 °C tot 1 °C, aanbevolen wordt 5 °C.
In het diepvriesvak wordt een gemiddelde temperatuur van ca. –18 °C bereikt.*
Temperatuur hoger instellen: insteltoets Up
u
indrukken. Temperatuur lager instellen: insteltoets Down
u
indrukken. Bij de eerste keer indrukken geeft de temperatuurdisplay de
w
tot dusver ingestelde waarde knipperend aan. Temperatuur in 1 °C -stappen veranderen: toets kort
u
indrukken. Temperatuur blijvend veranderen: toets ingedrukt houden.
u
Tijdens het instellen wordt de temperatuur knipperend
w
aangegeven. Ca. 5 s na het indrukken van de toets wordt de daadwerke-
w
lijke temperatuur aangegeven. De temperatuur past zich langzaam aan de nieuwe instelling aan.
Fig. 2 (3)
Fig. 2 (4)

5.2 Deuralarm

Wanneer de deur langer dan 60 seconden geopend is, gaat het akoestisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de deur gesloten wordt.

5.2.1 Deuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 2 (9)
indrukken.

5.3 Koelgedeelte

Door de natuurlijke luchtcirculatie in het koelgedeelte ontstaan er verschillende temperatuurbereiken. Direct boven de groen­telades en tegen de achterkant is het het koudste. Voorin aan de bovenkant en in de deur is het het warmste.

5.3.1 Levensmiddelen koelen

Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie.
Ventilatieluchtspleten altijd vrijlaten.
u
Bederfelijke etenswaren, bereide gerechten, vlees en vlees-
u
waren bewaart u in de koudste zone. In het bovengedeelte en in de deur boter en conserven bewaren. (zie Het appa­raat in vogelvlucht) Gebruik om te verpakken herbruikbare dozen van kunststof,
u
metaal, aluminium, glas en vershoudfolie.

5.3.3 SuperCool

Met SuperCool schakelt u het hoogste afkoelver­mogen in. Daarmee bereikt u lagere koeltempera­turen. Gebruik SuperCool om grote hoeveelheiden levensmiddelen snel af te koelen.
Wanneer SuperCool is ingeschakeld, loopt de ventilator. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van de koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
SuperCool heeft een iets hoger energieverbruik.
Met SuperCool koelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde. Super-
w
Cool is ingeschakeld. SuperCool schakelt na 6 tot 12 uur automatisch uit. Het
w
apparaat werkt in de energiebesparende normale modus verder.
SuperCool voortijdig uitschakelen
Toets SuperCool
u
Het symbool SuperCool
w
SuperCool is uitgeschakeld.
w
Fig. 2 (7)
Fig. 2 (8)
Fig. 2 (7)
Fig. 2 (8)
kort indrukken.
is verlicht in de display.
kort indrukken.
in de display gaat uit.

5.3.4 Ventilator*

Met de ventilator kunt u grote hoeveelheden verse levensmiddelen snel afkoelen of een relatief gelijk­matige temperatuurverdeling op alle schappen bereiken.
De circulatiekoeling is aan te bevelen:
bij hoge kamertemperatuur (hoger dan 33 °C )
-
bij hoge luchtvochtigheid
-
5
Bediening
De circulatiekoeling heeft een iets hoger energieverbruik. Om energie te besparen, gaat de ventilator bij geopende deur auto­matisch uit.
Ventilator inschakelen*
Druk kort op de toets Ventilatie
u
Het symbool Ventilatie
w
Der ventilator is actief. Hij schakelt automatisch in, wanneer
w
de compressor draait.
Ventilator uitschakelen*
Druk kort op de toets Ventilatie
u
Het symbool Ventilatie
w
De ventilator is uitgeschakeld
w
Fig. 2 (6)
Fig. 2 (6)
Fig. 2 (5)
brandt.
Fig. 2 (5)
gaat uit.
.
.

5.3.5 Draagplateaus

Draagplateaus verplaatsen
De plateaus zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild uittrekken.
Til het draagplateau op en
u
trek het naar voren uit. Draagplateau inschuiven,
u
met de aanslagrand aan de achterzijde en naar boven toe wijzend. De levensmiddelen vriezen
w
niet aan de achterwand vast.
Draagplateaus demonteren
De draagplateaus kunnen
u
worden gedemonteerd om te worden gereinigd

5.3.7 Opbergvakken

Opbergvakken in de deur verplaatsen
Fig. 4
De boxen kunnen worden uitgenomen en zo op tafel worden gezet.
Via de Technische Dienst kunt u drie kleine boxen verkrijgen, in plaats van de standaarduitrusting met één brede en één kleine box.
U kunt één of beide boxen gebruiken. Wanneer u heel hoge flessen in de deur wil zetten, hang dan alleen de brede box boven het flessenvak.
Boxen omzetten: naar
u
boven uitnemen en op de gewenste plaats terug­zetten.
Opbergvakken demonteren

5.3.6 Deelbare draagplateau gebruiken

Deelbaar draagplateau
u
volgens de afbeelding onderschuiven.
Fig. 3
Geleiders opsteken, eventueel letten op het rechter (R) en
u
linker (L) deel! De glasplaat met aanslagrand (2) moet achteraan liggen.
u
De glasplaat (1) met de uittrekstoppers moet vooraan
u
liggen, zodat de stoppers (3) naar beneden wijzen.
Fig. 5
6
Onderhoud

5.4.1 Levensmiddelen invriezen*

U kunt maximaal 2 kg verse levensmiddelen per 24 u invriezen.
Fig. 6
De opbergvakken kunnen worden gedemonteerd om te
u
worden gereinigd.

5.3.8 Flessenhouder gebruiken

Om ervoor te zorgen dat de
u
flessen niet omvallen, moet de flessenhouder worden verschoven.

5.3.9 Groentelade*

Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u
u
u
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
4 u voor het invriezen zet u de temperatuur op 5 °C of kouder.
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries­zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium. Leg de levensmiddelen breed op de grond van het vak en breng ze niet in aanraking met reeds bevroren producten, zodat deze niet beginnen te dooien. Stel de temperatuur 24 u na het invriezen opnieuw hoger in.

5.4.3 Levensmiddelen ontdooien*

- in het koelgedeelte
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
Fig. 7

5.3.10 Groenteladen op telescooprails*

Fig. 8

5.4 Vriesvak*

In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur, kan schommelen.

6 Onderhoud

6.1 Ontdooien

6.1.1 Koelgedeelte ontdooien

Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het dooiwater verdampt. Waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
Afvoeropening regelmatig reinigen, zodat het dooiwater kan
u
weglopen (zie 6.2) .

6.1.2 Vriesvak ontdooien*

In het vriesvak vormt zich na verloop van tijd een rijp- resp. ijslaag. Dat is heel normaal. De rijp- resp. ijslaag wordt sneller gevormd, indien de deur vaak wordt geopend of indien de inge­legde levensmiddelen warm zijn. Een dikke ijslaag doet echter het energieverbruik stijgen. Daarom moet u het apparaat regel­matig ontdooien.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei-
u
nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs te verwijderen.
u
Schakel het apparaat uit.
u
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, is de kinderbeveili-
w
ging ingeschakeld (zie 5.1) . Trek de stekker uit.
u
7
Storingen
Wikkel de diepvriesproducten in krantenpapier of in een
u
deken en bewaar op een koele plek. Laat de deur van het vak en van het apparaat open tijdens
u
het ontdooien. Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Let erop, dat er geen dooiwater in de ombouw loopt.
u
Indien nodig neemt u het dooiwater enkele keren op met
u
een spons of doek. Het vak reinigen (zie 6.2) .
u

6.2 Apparaat reinigen

Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brand­wonden veroorzaken.
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
u u u
u u
u
u
u
u
u u
u
u
u
u
Na het reinigen:
u u u
u
VOORZICHTIG
Gebruik geen stoomreinigers!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm. Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol. Geen bijtende, schurende, chloor- resp. oplosmiddelbevat­tende schoonmaakproducten gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen. Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie­roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens­middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen. Trek de stekker uit.
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
Afvoeropening reinigen: afzet­tingen met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje verwijderen.
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk. Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas­middel met de hand reinigen.
Apparaat en onderdelen droogwrijven. Apparaat weer aansluiten en inschakelen. De levensmiddelen weer inleggen. Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.

6.3 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 9 (1) Fig. 9 (2) Fig. 9 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 9 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt. De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
*
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
*
SuperCool is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*.
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
en serie-nr.
Fig. 9 (3)
Fig. 9 (1)
mededelen.
, service-nr.
Fig. 9
8
Uitzetten
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperCool, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.*
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator. Het geluid is normaal.
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Door het draai-
ende koelaggregaat beginnen aangrenzende meubels en voorwerpen te trillen.
Controleer de inbouw en stel het apparaat opnieuw af indien
u
nodig. Flessen en containers uit elkaar zetten.
u
Een stromingsgeluid aan de sluitdemper.
Het geluid ontstaat bij het openen en sluiten van de deur.
Het geluid is normaal.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
De buitenkant van het apparaat voelt warm aan.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onderhoud). De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron. Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
u
goed sluit.
De binnenverlichting brandt niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt bij geopende deur na
u
ca. 15 min. automatisch uit. De led-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
u
Gevaar voor verwonding door laserstraling klasse 1M.
u
WAARSCHUWING
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repareren.
WAARSCHUWING
Kijk niet naar binnen als de afdekking open is.

8 Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Druk de On/Off-toets
u
ca. 2 seconden. Er klinkt een lange pieptoon. Het temperatuurdis-
w
play is uit. Het apparaat is uitgeschakeld. Wanneer het apparaat niet kan worden uitge-
w
schakeld, is de kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .
Fig. 2 (1)
in gedurende

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
9
Apparaat afdanken
10
Loading...