• Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen verstikkingsgevaar door folies!
• Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materialen
en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden afgevoerd.
• Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en
zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet
kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport
van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het
typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren
overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen. In het geval van het industriële koelen van levensmiddelen
moeten de geldige wettelijke bepalingen in acht worden genomen.
Het apparaat is niet bedoeld voor het bewaren en koelen van geneesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumspreparaten of eendere
aan de Europese Richtlijn medische hulpmiddelen 2007/47/EG ten
grondslag liggende stoen en producten.
Een abusievelijk gebruik van het apparaat kan schade aan de
bewaarde producten of het bederf ervan veroorzaken.
Bovendien is het apparaat niet geschikt voor werking in explosiegevaarlijke omgevingen.
Overzicht van apparaat en uitrusting
Bedieningselementen
Boter- en kaasvak
Vriesvak
Verplaatsbare draagpla-
Koelgedeelte
teaus
Typeplaatje
Verplaatsbaar opbergvak
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met
twee personen uit en stel het samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór het
aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
op en houdt u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van een
goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de
stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar pak
de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de
technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien anders
grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan. Hetzelfde
geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen. Let er
daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat goed op
dat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het koelmiddelcircuit des ondanks beschadigd raken, houd het apparaat dan uit
de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om ergens
bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met
fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet
over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een
persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik
van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht
uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te
voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te
koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of
dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact
veiligheidsmaatregelen treen, bijv. handschoenen dragen.
• Eet consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet direct op
nadat u het uit het apparaat genomen hebt. Extreem lage temperaturen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond veroorzaken.
• Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum
heen zijn of te lang in het apparaat liggen aangezien u hierdoor een
voedselvergiftiging kunt oplopen.
• Het apparaat is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren van
levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het apparaat werd ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de
horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreende bedrijfstak
van toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoen of spuitbussen met brandbare drijfgassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat. Eventueel
vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken
worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte
inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een verlengkabel. De aftapcontactdoos kan anders oververhitten.
• De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TLlampen)
in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en
niet geschikt als kamerverlichting.
BioFresh
Vak met
keldertemperaturen
18
Lade voor droge of verpakte
levensmiddelen
Lade met regelbare luchtvochtigheid
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z.
een minimale omgevingstemperatuur waaronder en een maximale
omgevingstemperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag
worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje.
Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +16 °C tot +38 °C
T +16 °C tot +43 °C
Verwijder alle
transportbeveiligingsonderdelen
Rode transportbeveiliging losschroeven.
Vrijgekomen bevestigingsgat met stop
afdichten.
Opstellen
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten
zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het
apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
NL
Temperatuur instellen
De temperatuur kan in het koelgedeelte en in het keldergedeelte
onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
• Temperatuur verlagen/kouder:
Druk op de DOWN-insteltoets.
• Temperatuur verhogen/warmer:
Druk op de UP-insteltoets.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats
moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het
typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet
d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaardestopcontact aansluiten.
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
- Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden
b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
- Zet de levensmiddelen soort bij soort.
- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan. Rijpvorming wordt vermeden.
- Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamertemperatuur.
- Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
- Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat ontdooien.
- Tijdens het instellen knippert de temperatuurindicatie.
- De eerste keer dat u op een insteltoets drukt toont het display de
ingestelde temperatuur.
- Door meermaals kort op een insteltoets te drukken, laat u de
ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen.
- Ca. 5 s na de laatste druk op een toets wordt de gemiddelde binnentemperatuur weergegeven.
- De temperatuur is instelbaar in het
koelgedeelte: tussen 9 °C en 4 °C, in het
keldergedeelte: tussen 14 °C en 4 °C.
• In het BioFresh-gedeelte wordt de temperatuur automatisch
geregeld, tussen 0 en 3 °C. Indien nodig kunt u de temperatuur
in het BioFresh-gedeelte wijzigen. Informatie daartoe vindt u in
de paragraaf "Extra functies".
Temperatuurdisplay
In de normale stand wordt de gemiddelde
temperatuur in de koelruimte weergegeven.
Het temperatuurdisplay knippert wanneer u de
ingestelde temperatuur verandert.
Verschijnt op het temperatuurdisplay een
foutmelding "F 0" tot "F 5" dan is er sprake
van een storing. Neem in dit geval contact op
met de technische dienst van de leverancier
van het apparaat.
Bedieningselementen
Koelgedeelte
7
Temperatuurdisplay
8
Temperatuurinsteltoetsen
9
Aan/Uit-toets
bl
SuperCool-toets
Keldergedeelte
1
Temperatuurdisplay
2
Temperatuurinsteltoetsen
3
Aan/Uit-toets
4
SuperCool-toets
5
Alarm-toets
6
Kinderbeveiliging
Apparaat in- en uitschakelen
De binnenruimte van het apparaat reinigen voordat u het in gebruik
neemt (zie paragraaf "Reinigen").
Apparaat inschakelen:
On/O-toets
Apparaat uitschakelen:
Druk ca. twee seconden op de On/O-toets
3
drukken.
9
.
Supercool
Met Supercool schakelt u het koelgedeelte/keldergedeelte
op de maximale afkoelcapaciteit. Supercool verdient met
name aanbeveling wanneer u grote hoeveelheden net erin
gelegde levensmiddelen, zo snel mogelijk wilt afkoelen. De
koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
Inschakelen: Druk de SuperCool-toets kort in zodat de bijbehorende LED oplicht.
Opmerking: Supercool heeft een hoger energieverbruik. Na ca. 6
uur echter schakelt de elektronica automatisch naar de energiebesparende normale stand terug.
Alarm - geluidssignaal
Het geluidssignaal helpt u, opgeslagen koelgoed te beschermen
en energie te besparen.
- Dit is altijd te horen, wanneer de deur langer dan ca. 1 min. geopend is.
• Het geluid wordt uitgeschakeld door het indrukken
van de Alarm-toets of automatisch, wanneer de deur
gesloten wordt.
Keldergedeelte uitschakelen:
Druk ca. twee seconden op de On/O-toets
Opmerking: Wordt het koelgedeelte (On/O-toets
keld, wordt het gehele apparaat buiten werking gesteld.
3
.
9
) uitgescha-
19
Extra functies
Via de instelmodus kunt u de kinderbeveiliging gebruiken, de lichtintensiteit
van het display verandern en de temperatuur in het BioFresh-gedeelte iets
kouder of warmer instellen.
Instelmodus activeren:
• SuperCool-toets
- De SuperCool-toets knippert.
- Het display toont c voor kinderbeveiliging.
Opmerking: De waarde die dient te worden veranderd knippert.
• Door op de Up/Down-toets
kiezen:
c = kinderbeveiliging,
h = lichtintensiteit of
b = BioFresh-temperatuur.
• Nu door kort op de SuperCool-toets
selecteren/bevestigen:
> Bij c = kinderbeveiliging
door op de Up/Down-toets
c1 = kinderbeveiliging AAN of
c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de
SuperCool-toets 4 bevestigen. Als het symbool
oplicht, is de kinderbeveiliging actief.
> Bij h = lichtintensiteit
door op de Up/Down-toets
h1 = minimale tot
h5 = maximale intensiteit selecteren en met de
SuperCool-toets
4
ca. 5 sec drukken.
2
te drukken, de gewenste functie
2
te drukken
2
te drukken
4
bevestigen.
4
te drukken, de functie
Koelen
Indelingsvoorbeeld
1
boter, kaas, eieren
2
conservenblikken, tubes
3
essen
4
diepvriesproducten/ijsblokjes
5
vlees, worst, zuivelproducten
BioFresh-gedeelte:
6
vlees, worst, vis, zuivelpro-
ducten
7
sla, fruit, groente
Keldergedeelte:
8
sla, fruit, groente, dranken
Opmerkingen
• Bewaar vloeistoen en levensmiddelen die snel geur of smaak
afgeven of aannemen altijd in
een gesloten koelkastdoos of
afgedekt. Bewaar sterke alcoholica uitsluitend in een goed
gesloten, rechtop staande es.
• Fruit, groente en sla kunt u
onverpakt in de groenteladen
bewaren.
• Als verpakkingsmateriaal zijn
recyclebare kunststof, metalen,
aluminium en glazen verpakkingen geschikt.
> Bij b = BioFresh-temperatuur
door op de Up/Down-toets
tussen
b1 = koudste en
b9 = warmste kiezen en met de SuperCool-toets
bevestigen. De veranderde BioFresh-temperatuur
wordt langzaam op de nieuwe waarde ingesteld.
Opmerking: b5 = instelling vooraf. Bij wijziging in richting kouder,
b4 tot b1, kunnen temperaturen onder nul worden bereikt en de
levensmiddelen in het BioFresh-gedeelte makkelijk invriezen.
Instelmodus verlaten:
• Door op de On/O-toets 3 te drukken, de instelmodus beëindigen;
na 2 min. schakelt de electronica automatisch om. Het standaard
regelbedrijf is weer actief.
2
te drukken een waarde
4
Het uittrekvak met keldertemperaturen
is geschikt voor het bewaren van koudegevoelige groenten, zuidfruchten en alle levensmiddelen en dranken die u niet te koud wilt
consumeren.
5Bak voor essen
6Bak voor groente en zuidvruchten
7Bak voor kleine fruit- en groentesoorten
Om te reinigen de bak
5 wegnemen door hem
gewoon omhoog te heen.
Om de bak
nemen moet hij er volledig
uitgetrokken worden, aan
de achterkant omhoogheffen en er naar voren toe
uittrekken.
Bak
7 is vastgemonteerd
met schroeven.
Monteer bak 6 als volgt:
- De telescooprails helemaal uittrekken.
- De bak op de rails plaatsen en erin schuiven.
6 weg te
20
Apparaatdeur
bijstellen
• Draai rechts en links de
schroeven
• Hang de deur met stelschroef
stelschroef
juiste hoogte.
• De deur van het apparaat met de schroeven
1 los.
2 recht en met
3 op de
1 vastzetten.
BioFresh-gedeelte
In het BioFresh-gedeelte kunt u diverse verse levensmiddelen
tot drie keer zo lang bewaren met een constante kwaliteit als bij
traditionele koeling.
De automatisch geregelde bewaartemperatuur van constant net
boven 0 °C en de zich instellende luchtvochtigheid bieden optimale
bewaaromstandigheden voor de verschillende levensmiddelen.
De bovenste lade
is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen
(vb. zuivelproducten, vlees, vis, worst). Hier ontstaat een relatief
droog bewaarklimaat.
De regelbare lade
is in de stand "vochtig" geschikt voor het bewaren van sla, groente,
fruit. Bij een goed gevulde lade ontstaat een heerlijk fris klimaat met
een luchtvochtigheid tot max. 90%.
Indien nodig kunt u deze lade naar keuze gebruiken met een droog
of vochtig klimaat.
Vochtigheid regelen:
• "droog": klein vochtigheidssymbool - schuif
naar links duwen. Voor levensmiddelen die geschikt
zijn voor droge bewaring.
• "vochtig": hoge relatieve
luchtvochtigheid van ca.
90 %, gro o t v ocht i g-heidssymbool - schuif
he l emaa l n aar re chts
du wen. Geschikt voor
onverpakt bewaarde levensmiddelen met een
hoge vochtigheidsgraad,
vb. verse bladsalades.
Opmerkingen
• De luchtvochtigheid in het vak is afhankelijk van het vochtigheidsgehalte van de opgeslagen levensmiddelen en van hoe vaak de
deur wordt geopend.
• Versheid en kwaliteit van de levensmiddelen bepalen de duur van
de bewaartijd.
• Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen apart bewaren en gesorteerd in de laden leggen. Als dit uit plaatsgebrek niet
mogelijk is, moeten zulke levensmiddelen worden verpakt. Houd
verschillende soorten vlees van elkaar gescheiden. Indien u het
vlees afzonderlijk verpakt, kunnen ziektekiemen zich minder snel
uitbreiden en voorkomt u vroegtijdig bederf.
• Niet in het biofresh-gedeelte horen harde kaas, aardappels,
kougevoelige groente zoals komkommers, paprika, aubergines,
avocado's, halfrijpe tomaten, bonen, courgettes en kougevoelige
zuidvruchten zoals ananas, bananen, grapefruits, meloenen,
manga's, papaya's, enz.
NL
Vriesvak
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere maanden
bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer of
andere meetapparatuur, kan schommelen.
Invriezen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door
bevroren worden.
Er kan max. 2 kg/24 uur worden ingevroren.
• De temperatuur op 5 °C of lager zetten.
• 24 uur wachten.
• Leg de verse levensmiddelen erin.
• Ongeveer 24 uur nadat ze erin gelegd zijn,
zijn de verse levensmiddelen door en door bevroren.
• Zet de temperatuur op de normale instelling.
Diepvriesproducten (reeds ingevroren producten) kunnen onmiddellijk in het vriesvak worden gelegd.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes, voor
hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of metaal (bijv.
aluminium).
• Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houd u aan
de maximale houdbaarheid.
• Vries geen essen en pakken met koolzuurhoudende dranken in
aangezien deze kunnen exploderen.
• Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit het
apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide
levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
– in de hete-luchtoven
– in de magnetron
– bij kamertemperatuur
– in de koelkast: de warmte die voor het ontdooien nodig is, wordt
aan de overige produkten in de koelkast onttrokken.
IJsblokjes maken
• IJsblokjeshouder met water vullen.
• IJsblokjeshouder in het apparaat zetten
en laten bevriezen.
• Vervorm de houder enigszins om de ijsblokjes eruit te laten springen of houd hem even
onder stromend water.
21
Uitvoering
Desgewenst kunt u de draagplateaus
verplaatsen.
De glasplaat omhoogheen, de uitsparing over het oplegvlak trekken en hoger
of dieper inzetten.
Opbergvakken in de deur verplaatsen
- Druk het opbergvak omhoog (1) en
neem het naar voren weg. Zet het in de
omgekeerde volgorde op de gewenste
hoogte terug (2).
- Desgewenst kunt u de essenhouder F verschuiven om te voorkomen dat de
essen bij het openen/sluiten van de
deur kantelen.
De halve glasplaten bieden
plaats voor hoge dozen. De bijgevoegde draagrails, afb. 1, op
de gewenste hoogte rechts en
links op de oplegnoppen steken.
Afb. 1Afb. 2
De glasplaten
komstig afb. 2 inschuiven. De
glasplaat
moet achteraan liggen!
Als u plaats voor hoge dozen
nodig heeft, moet u gewoonweg
de voorste halve glasplaat
voorzichtig onder de achterste
plaat schuiven, afb. 2.
1/2 overeen-
2 met aanslagrand
Ontdooien
Koelgedeelte
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het vrijkomende water
stroomt via de dooiwaterafvoer in de achterwand in een verdampingsschaal buiten het apparaat. Hier verdampt het water door de
vrijkomende warmte van de compressor.
Vriesvak
In het vriesvak ontstaat na geruime tijd een dikkere laag rijp of ijs.
Hierdoor stijgt het energieverbruik. Ontdooi daarom regelmatig.
• Schakel het apparaat uit om het te ontdooien.
Trek de stekker uit het stopcontact of draai de temperatuurregelaar
naar "0".
• Wikkel de levensmiddelen in papier of een deken en bewaar ze
op een koele plaats.
• Plaats een pan warm (niet: kokend) water in het vak om het sneller
te laten ontdooien.
• Laat de deur van het apparaat tijdens het ontdooien open staan.
Neem het laatste restje dooiwater met een doek op en maak het
apparaat vervolgens schoon.
Gebruik voor het ontdooien geen mechanische of andere hulpmiddelen tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Reinigen
Voor het reinigen altijd het apparaat uitschakelen. Stekker uit
het stopcontact trekken of de voorgeschakelde zekeringen
eruit schroeven resp. laten aanspringen.
Reinig de binnenkant van het apparaat, de delen van het interieur
en de buitenwand met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel
is toegevoegd. Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen of
producten die zand of zuren bevatten.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten!
Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen of de ventilatierooster dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat nooit: het is belangrijk voor onze technische dienst.
In de bodem van het koelgedeelte kunt u naar keuze het
geïntegreerde essenplateau
voor extra dranken of de glas-plaat voor nog meer aegplaats
gebruiken.
Als u het essenplateau gebruikt,
kunt u de glasplaat onder het
essenplateau plaatsbesparend
bewaren.
LED-binnenverlichting
De binnenverlichting wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer het apparaat langer dan ca. 15 minuten open staat. Gaat
de binnenverlichting niet automatisch aan
wanneer u het apparaat opent maar is het
temperatuurdisplay wel verlicht, dan is de
verlichting misschien defect.
Voorzichtig!
Om persoonlijke ongelukken en materiële
schade te vermijden, doet u er goed aan
de reparaties en de vervanging van de
LED-binnenverlichting alleen door de
technische dienst te laten uitvoeren.
• Trek de BioFresh-laden er voor
het reinigen helemaal uit, pak ze
achter vast en til ze naar boven
weg.
- Erin zetten: Alle laden dicht
naar de greepzijde toe op de
geheel eruit getrokken rails
zetten - rails moeten tot aan de
voorkant van de lade komen - en
schuif de laden erin.
Voorzichtig - laserstraling klasse 1M
bij open afdekking, niet rechtstreeks
met optische instrumenten erin kijken.
22
Storingen
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
• Het apparaat werkt niet. Controleer:
– of het apparaat is ingeschakeld;
– of de stekker goed in het stopcontact zit;
– of de zekering in de meterkast nog goed is.
• Het apparaat maakt te veel lawaai. Controleer:
– of het apparaat stabiel staat;
– of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen worden gebracht. Bedenk dat een diepvriesapparaat nooit helemaal geluidloos kan werken.
• De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
– of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder `Temperatuur
instellen´);
– of er te grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het apparaat
gelegd werden;
– of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
– of de ventilatie in orde is;
– of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
• Apparaat voelt aan de binnenkant op sommige plekken
warm aan
– Dat is helemaal in orde. De afgegeven warmte is belangrijk voor
een goede werking van het apparaat.
Neem , ind ien geen van d e
bovengenoemde oorzaken van
toepassing zijn en u de storing
niet zelf verhelpen kunt, contact
op met de technische dienst
van de leverancier van het apparaat. Zorg dat u tijdens het
gesprek de typeaanduiding ➊,
het servicenummer ➋ en apparaatnummer ➌ bij de hand hebt.
Het typeplaatje bevindt zich aan
de linker binnenkant.
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel
het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zeke ringen
in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de apparaatdeur
open staan om geurvorming te voorkomen.
Inbouwmaten (mm)
A = 560-570
B = 550
C = 557
Maximaal gewicht van de meubeldeur
Koelgedeelte = 18 kg
Keldergedeelte = 12 kg
Vakdeur verwisselen
• Aan het scharnier 1 de afdekking wegklappen. Scharnier 1
losdraaien en de vakdeur met het scharnier afnemen.
• Sluitstuk
• Sluit met de stopjes
• Draai de deur en het sluitstuk 180° en monteer beide aan de
andere kant. De vakdeur boven plaatsen, scharnier
plaatsen, weer vastdraaien, de afdekking dichtklappen.
2 losdraaien.
3 de vrijgekomen gaten af.
1 beneden
NL
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2004/108/EG en 2006/95/EG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van
alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij
wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Lijm afdekproel aan de kant
van de deurgreep vast, in één
lijn met de zijwand van het apparaat: trek de beschermfolie
eraf en druk het proel vast;
snij het proel indien nodig
overeenkomstig de hoogte van
de nis af.
23
Draairichting deur veranderen
1. De kogeltap losdraaien.
2. Deur openen.
3. De deuropvanger demonte-
ren.
3
4. Wip de afdekdelen
5. Draai de bevestigingsschroeven
slechts los.
6. Til de deur eruit.
7. Zet alle bevestigingsschroeven
draai ze er een stukje in.
8. Draai de bevestigingsschroeven voor
de deur
kruiselings verwisseld over.
9. Hang de deur in de voorgemonteerde
schroeven
10. Sluit met de afdekdelen
bevestigingsgaten af.
2
eruit en zet de scharnieren
1
en draai deze vast.
los.
1
3
alle vrije
1
in de romp van het apparaat
over naar de andere kant en
Inbouwen in de ombouwkast
• Bij 16 mm dikke meubelwanden = 568 mm brede nis:
- Druk de afstandsdelen
de scharnieren.
• Schuif de opvulstrook 9
in de opname.
bl op
11. De deuropvanger weer
monteren.
12. Deur sluiten.
• Haal het afdekdeel
• De bevestigingshoek
boven en onder monteren.
• De aanslaghoek
en onder aan de bevestigingshoek vastmaken.
• Bevestigingshoekstuk bp met zeskantbout in
de voorgeboorde gaten op de apparaatdeur
schroeven.
bm
bo
boven
eraf.
bn
13. De kogeltap in de nieuwe
beve stig ing sbor ing i ndraaien.
24
• Schuif het apparaat zo ver in de nis dat
de afstandsdelen tegen de zijwand van
het keukenkastje rusten.
• Het apparaat via de stelpoten met de meegeleverde steeksleutel waterpas stellen.
Apparaat in de nis bevestigen:
• aan de zijkanten met scharnieren.
Meubeldeur monteren
1. Trek de montagehulpmiddelen
naar boven eruit en schuif ze
gedraaid in de ernaast gelegen
opnameopeningen.
2. Schuif de montagehulpmid-
3. Schroef de borgmoeren 3
4. Hang de strip
5. Schroef strip
6. Trek de montagehulpmiddelen
4
delen
het keukendeurtje omhoog.
Onderste aanslagkant van
de montagehulpmiddel = bovenkant van het te monteren
keukendeurtje.
eraf.
kendeurtje.
4
gedraaid in de ernaast gelegen
opnameopeningen.
tot aan de hoogte van
1
op het keu-
1
vast.
naar boven eruit en schuif ze
NL
Apparaat in de nis bevestigen:
• zijdelings door de bevestigingshoek boven en onder.
• Het voorgedeelte van de aanslag-
bo
hoek
Dit deel wordt in de volgende stap
gebruikt om de bovenste hoek af
te dekken.
• Afdekdelen linksboven monteren.
afknikken en wegnemen.
7. Hang het keukendeurtje op de deur van het apparaat/de stelschroe-
2
ven
. Draai de borgmoeren 3 losjes op de stelschroeven.
8. Breng het keukendeurtje in de
horizontale en verticale richting
in één lijn met de voorkanten van
de aangrenzende keukenkastjes; zijdelingse verstelling X door
verschuiven, hoogteverstelling
Y en zuijdelingse hoek m.b.v.
de stelschroeven
normale schroevendraaier. Draai
de borgmoeren
9. Lijn het keukendeurtje in de
diepte Z uit: Draai de schroe-
7
los.
ven
10. Schroef de deur van het ap-
paraat door de bevestigingshoeken aan het keukendeurtje vast.
3
2
vast.
met een
• Het voorgedeelte van de onderste aanslaghoek afknikken en wegnemen. Dit deel
is verder niet meer nodig.
• Afdekdeel
bq
vastduwen.
11. Monteer alle afdekdelen bq,
br, bs
.
25
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.