Liebherr IKBV 3254 User Manual

Gebruiksaanwijzing Pagina 18
voor koelkasten, integreerbaar
NL
7081 243-01
IKBV 310
Aanwijzing m.b.t. afdanken
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen ­verstikkingsgevaar door folies!
• Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden afge­voerd.
• Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wet­ten.
Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmid­delen. In het geval van het industriële koelen van levensmiddelen moeten de geldige wettelijke bepalingen in acht worden genomen.
Het apparaat is niet bedoeld voor het bewaren en koelen van ge­neesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumspreparaten of eendere aan de Europese Richtlijn medische hulpmiddelen 2007/47/EG ten grondslag liggende stoen en producten.
Een abusievelijk gebruik van het apparaat kan schade aan de bewaarde producten of het bederf ervan veroorzaken.
Bovendien is het apparaat niet geschikt voor werking in explosie­gevaarlijke omgevingen.
Overzicht van apparaat en uitrusting
Bedieningselementen
Boter- en kaasvak
Vriesvak
Verplaatsbare draagpla-
Koelgedeelte
teaus
Typeplaatje
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met twee personen uit en stel het samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór het aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op en houdt u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van een goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar pak de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien anders grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen. Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat goed op dat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het koelmid­delcircuit des ondanks beschadigd raken, houd het apparaat dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om ergens bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treen, bijv. handschoenen dragen.
• Eet consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet direct op nadat u het uit het apparaat genomen hebt. Extreem lage tempera­turen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond veroorzaken.
• Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum heen zijn of te lang in het apparaat liggen aangezien u hierdoor een voedselvergiftiging kunt oplopen.
• Het apparaat is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het apparaat werd ont­worpen voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreende bedrijfstak van toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoen of spuitbussen met brandbare drijf­gassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat. Eventueel vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel. De aftapcontactdoos kan anders oververhitten.
• De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TLlampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
BioFresh
Vak met
keldertemperaturen
18
Lade voor droge of verpakte levensmiddelen
Lade met regelbare lucht­vochtigheid
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder en een maximale omgevingstemperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot +32 °C N +16 °C tot +32 °C ST +16 °C tot +38 °C T +16 °C tot +43 °C
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen
Rode transportbeveiliging losschroeven.
Vrijgekomen bevestigingsgat met stop afdichten.
Opstellen
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
NL
Temperatuur instellen
De temperatuur kan in het koelgedeelte en in het keldergedeelte onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
Temperatuur verlagen/kouder: Druk op de DOWN-insteltoets.
Temperatuur verhogen/warmer: Druk op de UP-insteltoets.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaarde­stopcontact aansluiten.
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieope­ningen resp. -roosters niet afdekken.
- Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
- Zet de levensmiddelen soort bij soort.
- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan. Rijpvor­ming wordt vermeden.
- Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamertem­peratuur.
- Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
- Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat ontdooien.
- Tijdens het instellen knippert de temperatuurindicatie.
- De eerste keer dat u op een insteltoets drukt toont het display de ingestelde temperatuur.
- Door meermaals kort op een insteltoets te drukken, laat u de ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen.
- Ca. 5 s na de laatste druk op een toets wordt de gemiddelde bin­nentemperatuur weergegeven.
- De temperatuur is instelbaar in het
koelgedeelte: tussen 9 °C en 4 °C, in het keldergedeelte: tussen 14 °C en 4 °C.
• In het BioFresh-gedeelte wordt de temperatuur automatisch geregeld, tussen 0 en 3 °C. Indien nodig kunt u de temperatuur in het BioFresh-gedeelte wijzigen. Informatie daartoe vindt u in de paragraaf "Extra functies".
Temperatuurdisplay
In de normale stand wordt de gemiddelde temperatuur in de koelruimte weergegeven.
Het temperatuurdisplay knippert wanneer u de ingestelde temperatuur verandert.
Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding "F 0" tot "F 5" dan is er sprake van een storing. Neem in dit geval contact op met de technische dienst van de leverancier van het apparaat.
Bedieningselementen
Koelgedeelte
7
Temperatuurdisplay
8
Temperatuurinsteltoetsen
9
Aan/Uit-toets
bl
SuperCool-toets
Keldergedeelte
1
Temperatuurdisplay
2
Temperatuurinsteltoetsen
3
Aan/Uit-toets
4
SuperCool-toets
5
Alarm-toets
6
Kinderbeveiliging
Apparaat in- en uitschakelen
De binnenruimte van het apparaat reinigen voordat u het in gebruik neemt (zie paragraaf "Reinigen").
Apparaat inschakelen: On/O-toets
Apparaat uitschakelen:
Druk ca. twee seconden op de On/O-toets
3
drukken.
9
.
Supercool
Met Supercool schakelt u het koelgedeelte/keldergedeelte op de maximale afkoelcapaciteit. Supercool verdient met name aanbeveling wanneer u grote hoeveelheden net erin gelegde levensmiddelen, zo snel mogelijk wilt afkoelen. De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
Inschakelen: Druk de SuperCool-toets kort in zodat de bijbeho­rende LED oplicht.
Opmerking: Supercool heeft een hoger energieverbruik. Na ca. 6 uur echter schakelt de elektronica automatisch naar de energiebe­sparende normale stand terug.
Alarm - geluidssignaal
Het geluidssignaal helpt u, opgeslagen koelgoed te beschermen en energie te besparen.
- Dit is altijd te horen, wanneer de deur langer dan ca. 1 min. ge­opend is.
Het geluid wordt uitgeschakeld door het indrukken van de Alarm-toets of automatisch, wanneer de deur gesloten wordt.
Keldergedeelte uitschakelen:
Druk ca. twee seconden op de On/O-toets
Opmerking: Wordt het koelgedeelte (On/O-toets keld, wordt het gehele apparaat buiten werking gesteld.
3
.
9
) uitgescha-
19
Loading...
+ 6 hidden pages