Liebherr IKBV 3254 User Manual

Gebruiksaanwijzing Pagina 18
voor koelkasten, integreerbaar
NL
7081 243-01
IKBV 310
Aanwijzing m.b.t. afdanken
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen ­verstikkingsgevaar door folies!
• Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden afge­voerd.
• Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
• Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wet­ten.
Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmid­delen. In het geval van het industriële koelen van levensmiddelen moeten de geldige wettelijke bepalingen in acht worden genomen.
Het apparaat is niet bedoeld voor het bewaren en koelen van ge­neesmiddelen, bloedplasma, laboratoriumspreparaten of eendere aan de Europese Richtlijn medische hulpmiddelen 2007/47/EG ten grondslag liggende stoen en producten.
Een abusievelijk gebruik van het apparaat kan schade aan de bewaarde producten of het bederf ervan veroorzaken.
Bovendien is het apparaat niet geschikt voor werking in explosie­gevaarlijke omgevingen.
Overzicht van apparaat en uitrusting
Bedieningselementen
Boter- en kaasvak
Vriesvak
Verplaatsbare draagpla-
Koelgedeelte
teaus
Typeplaatje
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met twee personen uit en stel het samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór het aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing op en houdt u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van een goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar pak de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien anders grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen. Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat goed op dat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het koelmid­delcircuit des ondanks beschadigd raken, houd het apparaat dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om ergens bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treen, bijv. handschoenen dragen.
• Eet consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet direct op nadat u het uit het apparaat genomen hebt. Extreem lage tempera­turen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond veroorzaken.
• Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum heen zijn of te lang in het apparaat liggen aangezien u hierdoor een voedselvergiftiging kunt oplopen.
• Het apparaat is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het apparaat werd ont­worpen voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreende bedrijfstak van toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoen of spuitbussen met brandbare drijf­gassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat. Eventueel vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel. De aftapcontactdoos kan anders oververhitten.
• De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TLlampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
BioFresh
Vak met
keldertemperaturen
18
Lade voor droge of verpakte levensmiddelen
Lade met regelbare lucht­vochtigheid
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder en een maximale omgevingstemperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot +32 °C N +16 °C tot +32 °C ST +16 °C tot +38 °C T +16 °C tot +43 °C
Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen
Rode transportbeveiliging losschroeven.
Vrijgekomen bevestigingsgat met stop afdichten.
Opstellen
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
NL
Temperatuur instellen
De temperatuur kan in het koelgedeelte en in het keldergedeelte onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
Temperatuur verlagen/kouder: Druk op de DOWN-insteltoets.
Temperatuur verhogen/warmer: Druk op de UP-insteltoets.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaarde­stopcontact aansluiten.
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieope­ningen resp. -roosters niet afdekken.
- Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
- Zet de levensmiddelen soort bij soort.
- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan. Rijpvor­ming wordt vermeden.
- Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamertem­peratuur.
- Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
- Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat ontdooien.
- Tijdens het instellen knippert de temperatuurindicatie.
- De eerste keer dat u op een insteltoets drukt toont het display de ingestelde temperatuur.
- Door meermaals kort op een insteltoets te drukken, laat u de ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen.
- Ca. 5 s na de laatste druk op een toets wordt de gemiddelde bin­nentemperatuur weergegeven.
- De temperatuur is instelbaar in het
koelgedeelte: tussen 9 °C en 4 °C, in het keldergedeelte: tussen 14 °C en 4 °C.
• In het BioFresh-gedeelte wordt de temperatuur automatisch geregeld, tussen 0 en 3 °C. Indien nodig kunt u de temperatuur in het BioFresh-gedeelte wijzigen. Informatie daartoe vindt u in de paragraaf "Extra functies".
Temperatuurdisplay
In de normale stand wordt de gemiddelde temperatuur in de koelruimte weergegeven.
Het temperatuurdisplay knippert wanneer u de ingestelde temperatuur verandert.
Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding "F 0" tot "F 5" dan is er sprake van een storing. Neem in dit geval contact op met de technische dienst van de leverancier van het apparaat.
Bedieningselementen
Koelgedeelte
7
Temperatuurdisplay
8
Temperatuurinsteltoetsen
9
Aan/Uit-toets
bl
SuperCool-toets
Keldergedeelte
1
Temperatuurdisplay
2
Temperatuurinsteltoetsen
3
Aan/Uit-toets
4
SuperCool-toets
5
Alarm-toets
6
Kinderbeveiliging
Apparaat in- en uitschakelen
De binnenruimte van het apparaat reinigen voordat u het in gebruik neemt (zie paragraaf "Reinigen").
Apparaat inschakelen: On/O-toets
Apparaat uitschakelen:
Druk ca. twee seconden op de On/O-toets
3
drukken.
9
.
Supercool
Met Supercool schakelt u het koelgedeelte/keldergedeelte op de maximale afkoelcapaciteit. Supercool verdient met name aanbeveling wanneer u grote hoeveelheden net erin gelegde levensmiddelen, zo snel mogelijk wilt afkoelen. De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
Inschakelen: Druk de SuperCool-toets kort in zodat de bijbeho­rende LED oplicht.
Opmerking: Supercool heeft een hoger energieverbruik. Na ca. 6 uur echter schakelt de elektronica automatisch naar de energiebe­sparende normale stand terug.
Alarm - geluidssignaal
Het geluidssignaal helpt u, opgeslagen koelgoed te beschermen en energie te besparen.
- Dit is altijd te horen, wanneer de deur langer dan ca. 1 min. ge­opend is.
Het geluid wordt uitgeschakeld door het indrukken van de Alarm-toets of automatisch, wanneer de deur gesloten wordt.
Keldergedeelte uitschakelen:
Druk ca. twee seconden op de On/O-toets
Opmerking: Wordt het koelgedeelte (On/O-toets keld, wordt het gehele apparaat buiten werking gesteld.
3
.
9
) uitgescha-
19
Extra functies
Via de instelmodus kunt u de kinderbe­veiliging gebruiken, de lichtintensiteit van het display verandern en de tem­peratuur in het BioFresh-gedeelte iets kouder of warmer instellen.
Instelmodus activeren:
• SuperCool-toets
- De SuperCool-toets knippert.
- Het display toont c voor kinderbeveiliging.
Opmerking: De waarde die dient te worden veranderd knippert.
• Door op de Up/Down-toets kiezen:
c = kinderbeveiliging, h = lichtintensiteit of b = BioFresh-temperatuur.
• Nu door kort op de SuperCool-toets selecteren/bevestigen:
> Bij c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-toets c1 = kinderbeveiliging AAN of c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de
SuperCool-toets 4 bevestigen. Als het symbool oplicht, is de kinderbeveiliging actief.
> Bij h = lichtintensiteit door op de Up/Down-toets h1 = minimale tot h5 = maximale intensiteit selecteren en met de
SuperCool-toets
4
ca. 5 sec drukken.
2
te drukken, de gewenste functie
2
te drukken
2
te drukken
4
bevestigen.
4
te drukken, de functie
Koelen
Indelingsvoorbeeld
1
boter, kaas, eieren
2
conservenblikken, tubes
3
essen
4
diepvriesproducten/ijsblokjes
5
vlees, worst, zuivelproducten
BioFresh-gedeelte:
6
vlees, worst, vis, zuivelpro-
ducten
7
sla, fruit, groente
Keldergedeelte:
8
sla, fruit, groente, dranken
Opmerkingen
• Bewaar vloeistoen en levens­middelen die snel geur of smaak afgeven of aannemen altijd in een gesloten koelkastdoos of afgedekt. Bewaar sterke alco­holica uitsluitend in een goed gesloten, rechtop staande es.
• Fruit, groente en sla kunt u onverpakt in de groenteladen bewaren.
• Als verpakkingsmateriaal zijn recyclebare kunststof, metalen, aluminium en glazen verpak­kingen geschikt.
> Bij b = BioFresh-temperatuur door op de Up/Down-toets
tussen b1 = koudste en b9 = warmste kiezen en met de SuperCool-toets
bevestigen. De veranderde BioFresh-temperatuur
wordt langzaam op de nieuwe waarde ingesteld.
Opmerking: b5 = instelling vooraf. Bij wijziging in richting kouder,
b4 tot b1, kunnen temperaturen onder nul worden bereikt en de
levensmiddelen in het BioFresh-gedeelte makkelijk invriezen.
Instelmodus verlaten:
• Door op de On/O-toets 3 te drukken, de instelmodus beëindigen;
na 2 min. schakelt de electronica automatisch om. Het standaard
regelbedrijf is weer actief.
2
te drukken een waarde
4
Het uittrekvak met keldertemperaturen
is geschikt voor het bewaren van koudegevoelige groenten, zuid­fruchten en alle levensmiddelen en dranken die u niet te koud wilt consumeren.
5Bak voor essen 6Bak voor groente en zuidvruchten 7Bak voor kleine fruit- en groentesoorten
Om te reinigen de bak
5 wegnemen door hem
gewoon omhoog te heen.
Om de bak nemen moet hij er volledig uitgetrokken worden, aan de achterkant omhooghef­fen en er naar voren toe uittrekken.
Bak
7 is vastgemonteerd
met schroeven.
Monteer bak 6 als volgt:
- De telescooprails hele­maal uittrekken.
- De bak op de rails plaat­sen en erin schuiven.
6 weg te
20
Apparaatdeur bijstellen
• Draai rechts en links de schroeven
• Hang de deur met stel­schroef stelschroef juiste hoogte.
• De deur van het apparaat met de schroeven
1 los.
2 recht en met
3 op de
1 vastzetten.
BioFresh-gedeelte
In het BioFresh-gedeelte kunt u diverse verse levensmiddelen tot drie keer zo lang bewaren met een constante kwaliteit als bij traditionele koeling.
De automatisch geregelde bewaartemperatuur van constant net boven 0 °C en de zich instellende luchtvochtigheid bieden optimale bewaaromstandigheden voor de verschillende levensmiddelen.
De bovenste lade
is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte levensmiddelen (vb. zuivelproducten, vlees, vis, worst). Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
De regelbare lade
is in de stand "vochtig" geschikt voor het bewaren van sla, groente, fruit. Bij een goed gevulde lade ontstaat een heerlijk fris klimaat met een luchtvochtigheid tot max. 90%. Indien nodig kunt u deze lade naar keuze gebruiken met een droog of vochtig klimaat.
Vochtigheid regelen:
• "droog": klein vochtig­heidssymbool - schuif
naar links duwen. Voor le­vensmiddelen die geschikt zijn voor droge bewaring.
• "vochtig": hoge relatieve luchtvochtigheid van ca. 90 %, gro o t v ocht i g- heidssymbool - schuif he l emaa l n aar re chts du wen. Geschikt voor onverpakt bewaarde le­vensmiddelen met een hoge vochtigheidsgraad, vb. verse bladsalades.
Opmerkingen
• De luchtvochtigheid in het vak is afhankelijk van het vochtigheids­gehalte van de opgeslagen levensmiddelen en van hoe vaak de deur wordt geopend.
• Versheid en kwaliteit van de levensmiddelen bepalen de duur van de bewaartijd.
• Onverpakte dierlijke en plantaardige levensmiddelen apart bewa­ren en gesorteerd in de laden leggen. Als dit uit plaatsgebrek niet mogelijk is, moeten zulke levensmiddelen worden verpakt. Houd verschillende soorten vlees van elkaar gescheiden. Indien u het vlees afzonderlijk verpakt, kunnen ziektekiemen zich minder snel uitbreiden en voorkomt u vroegtijdig bederf.
• Niet in het biofresh-gedeelte horen harde kaas, aardappels, kougevoelige groente zoals komkommers, paprika, aubergines, avocado's, halfrijpe tomaten, bonen, courgettes en kougevoelige zuidvruchten zoals ananas, bananen, grapefruits, meloenen, manga's, papaya's, enz.
NL
Vriesvak
In het vriesvak kunt u bij een temperatuur van -18 °C en lager diep­vriesproducten en ingevroren levensmiddelen meerdere maanden bewaren, ijsblokjes maken en verse levensmiddelen invriezen.
De luchttemperatuur in het vak, gemeten met een thermometer of andere meetapparatuur, kan schommelen.
Invriezen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door bevroren worden. Er kan max. 2 kg/24 uur worden ingevroren.
• De temperatuur op 5 °C of lager zetten.
• 24 uur wachten.
• Leg de verse levensmiddelen erin.
• Ongeveer 24 uur nadat ze erin gelegd zijn, zijn de verse levensmiddelen door en door bevroren.
• Zet de temperatuur op de normale instelling.
Diepvriesproducten (reeds ingevroren producten) kunnen onmid­dellijk in het vriesvak worden gelegd.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes, voor
hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of metaal (bijv. aluminium).
• Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houd u aan
de maximale houdbaarheid.
• Vries geen essen en pakken met koolzuurhoudende dranken in
aangezien deze kunnen exploderen.
• Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit het
apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
– in de hete-luchtoven – in de magnetron – bij kamertemperatuur – in de koelkast: de warmte die voor het ontdooien nodig is, wordt
aan de overige produkten in de koelkast onttrokken.
IJsblokjes maken
• IJsblokjeshouder met water vullen.
• IJsblokjeshouder in het apparaat zetten en laten bevriezen.
• Vervorm de houder enigszins om de ijsblok­jes eruit te laten springen of houd hem even onder stromend water.
21
Uitvoering
Desgewenst kunt u de draagplateaus verplaatsen.
De glasplaat omhoogheen, de uitspa­ring over het oplegvlak trekken en hoger of dieper inzetten.
Opbergvakken in de deur verplaatsen
- Druk het opbergvak omhoog (1) en neem het naar voren weg. Zet het in de omgekeerde volgorde op de gewenste hoogte terug (2).
- Desgewenst kunt u de essenhouder F verschuiven om te voorkomen dat de essen bij het openen/sluiten van de deur kantelen.
De halve glasplaten bieden plaats voor hoge dozen. De bij­gevoegde draagrails, afb. 1, op de gewenste hoogte rechts en links op de oplegnoppen steken.
Afb. 1 Afb. 2
De glasplaten komstig afb. 2 inschuiven. De glasplaat moet achteraan liggen! Als u plaats voor hoge dozen nodig heeft, moet u gewoonweg de voorste halve glasplaat voorzichtig onder de achterste plaat schuiven, afb. 2.
1/2 overeen-
2 met aanslagrand
Ontdooien
Koelgedeelte
Het koelgedeelte ontdooit automatisch. Het vrijkomende water stroomt via de dooiwaterafvoer in de achterwand in een verdam­pingsschaal buiten het apparaat. Hier verdampt het water door de vrijkomende warmte van de compressor.
Vriesvak
In het vriesvak ontstaat na geruime tijd een dikkere laag rijp of ijs. Hierdoor stijgt het energieverbruik. Ontdooi daarom regelmatig.
• Schakel het apparaat uit om het te ontdooien. Trek de stekker uit het stopcontact of draai de temperatuurregelaar
naar "0".
• Wikkel de levensmiddelen in papier of een deken en bewaar ze op een koele plaats.
• Plaats een pan warm (niet: kokend) water in het vak om het sneller te laten ontdooien.
• Laat de deur van het apparaat tijdens het ontdooien open staan. Neem het laatste restje dooiwater met een doek op en maak het apparaat vervolgens schoon.
Gebruik voor het ontdooien geen mechanische of andere hulp­middelen tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Reinigen
Voor het reinigen altijd het apparaat uitschakelen. Stekker uit het stopcontact trekken of de voorgeschakelde zekeringen eruit schroeven resp. laten aanspringen.
Reinig de binnenkant van het apparaat, de delen van het interieur en de buitenwand met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel is toegevoegd. Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen of producten die zand of zuren bevatten.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten! Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen of de venti­latierooster dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat nooit: het is belangrijk voor onze technische dienst.
In de bodem van het koelge­deelte kunt u naar keuze het geïntegreerde essenplateau voor extra dranken of de glas- plaat voor nog meer aegplaats gebruiken. Als u het essenplateau gebruikt, kunt u de glasplaat onder het essenplateau plaatsbesparend bewaren.
LED-binnenverlichting
De binnenverlichting wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat lan­ger dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de binnenverlichting niet automatisch aan wanneer u het apparaat opent maar is het temperatuurdisplay wel verlicht, dan is de verlichting misschien defect.
Voorzichtig! Om persoonlijke ongelukken en materiële schade te vermijden, doet u er goed aan de reparaties en de vervanging van de LED-binnenverlichting alleen door de technische dienst te laten uitvoeren.
• Trek de BioFresh-laden er voor het reinigen helemaal uit, pak ze achter vast en til ze naar boven weg.
- Erin zetten: Alle laden dicht naar de greepzijde toe op de geheel eruit getrokken rails zetten - rails moeten tot aan de voorkant van de lade komen - en schuif de laden erin.
Voorzichtig - laserstraling klasse 1M bij open afdekking, niet rechtstreeks met optische instrumenten erin kijken.
22
Storingen
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Het apparaat werkt niet. Controleer: – of het apparaat is ingeschakeld; – of de stekker goed in het stopcontact zit; – of de zekering in de meterkast nog goed is.
Het apparaat maakt te veel lawaai. Controleer: – of het apparaat stabiel staat; – of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen worden gebracht. Bedenk dat een diep­vriesapparaat nooit helemaal geluidloos kan werken.
De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer: – of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder `Temperatuur
instellen´);
– of er te grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het apparaat
gelegd werden; – of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft; – of de ventilatie in orde is; – of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
Apparaat voelt aan de binnenkant op sommige plekken
warm aan
– Dat is helemaal in orde. De afgegeven warmte is belangrijk voor
een goede werking van het apparaat.
Neem , ind ien geen van d e bovengenoemde oorzaken van toepassing zijn en u de storing niet zelf verhelpen kunt, contact op met de technische dienst van de leverancier van het ap­paraat. Zorg dat u tijdens het gesprek de typeaanduiding , het servicenummer en appa­raatnummer bij de hand hebt. Het typeplaatje bevindt zich aan de linker binnenkant.
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zeke ringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de apparaatdeur open staan om geurvorming te voorkomen.
Inbouwmaten (mm)
A = 560-570 B = 550 C = 557
Maximaal gewicht van de meubeldeur
Koelgedeelte = 18 kg Keldergedeelte = 12 kg
Vakdeur verwisselen
• Aan het scharnier 1 de afdekking wegklappen. Scharnier 1
losdraaien en de vakdeur met het scharnier afnemen.
• Sluitstuk
• Sluit met de stopjes
• Draai de deur en het sluitstuk 180° en monteer beide aan de andere kant. De vakdeur boven plaatsen, scharnier plaatsen, weer vastdraaien, de afdekking dichtklappen.
2 losdraaien.
3 de vrijgekomen gaten af.
1 beneden
NL
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbe­palingen en de EG-richtlijnen 2004/108/EG en 2006/95/EG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Lijm afdekproel aan de kant van de deurgreep vast, in één lijn met de zijwand van het ap­paraat: trek de beschermfolie eraf en druk het proel vast; snij het proel indien nodig overeenkomstig de hoogte van de nis af.
23
Draairichting deur veranderen
1. De kogeltap losdraaien.
2. Deur openen.
3. De deuropvanger demonte-
ren.
3
4. Wip de afdekdelen
5. Draai de bevestigingsschroeven
slechts los.
6. Til de deur eruit.
7. Zet alle bevestigingsschroeven
draai ze er een stukje in.
8. Draai de bevestigingsschroeven voor de deur kruiselings verwisseld over.
9. Hang de deur in de voorgemonteerde schroeven
10. Sluit met de afdekdelen bevestigingsgaten af.
2
eruit en zet de scharnieren
1
en draai deze vast.
los.
1
3
alle vrije
1
in de romp van het apparaat
over naar de andere kant en
Inbouwen in de ombouwkast
Bij 16 mm dikke meubel­wanden = 568 mm brede nis:
- Druk de afstandsdelen de scharnieren.
• Schuif de opvulstrook 9 in de opname.
bl op
11. De deuropvanger weer monteren.
12. Deur sluiten.
• Haal het afdekdeel
• De bevestigingshoek boven en onder monteren.
• De aanslaghoek en onder aan de bevesti­gingshoek vastmaken.
• Bevestigingshoekstuk bp met zeskantbout in de voorgeboorde gaten op de apparaatdeur schroeven.
bm
bo
boven
eraf.
bn
13. De kogeltap in de nieuwe beve stig ing sbor ing i n­draaien.
24
• Schuif het apparaat zo ver in de nis dat de afstandsdelen tegen de zijwand van het keukenkastje rusten.
• Het apparaat via de stelpoten met de mee­geleverde steeksleutel waterpas stellen.
Apparaat in de nis bevestigen:
• aan de zijkanten met scharnieren.
Meubeldeur monteren
1. Trek de montagehulpmiddelen naar boven eruit en schuif ze gedraaid in de ernaast gelegen opnameopeningen.
2. Schuif de montagehulpmid-
3. Schroef de borgmoeren 3
4. Hang de strip
5. Schroef strip
6. Trek de montagehulpmiddelen
4
delen het keukendeurtje omhoog. Onderste aanslagkant van de montagehulpmiddel = bo­venkant van het te monteren keukendeurtje.
eraf.
kendeurtje.
4
gedraaid in de ernaast gelegen opnameopeningen.
tot aan de hoogte van
1
op het keu-
1
vast.
naar boven eruit en schuif ze
NL
Apparaat in de nis bevestigen:
• zijdelings door de bevestigings­hoek boven en onder.
• Het voorgedeelte van de aanslag-
bo
hoek Dit deel wordt in de volgende stap gebruikt om de bovenste hoek af te dekken.
• Afdekdelen linksboven monte­ren.
afknikken en wegnemen.
7. Hang het keukendeurtje op de deur van het apparaat/de stelschroe-
2
ven
. Draai de borgmoeren 3 losjes op de stelschroeven.
8. Breng het keukendeurtje in de horizontale en verticale richting in één lijn met de voorkanten van de aangrenzende keukenkast­jes; zijdelingse verstelling X door verschuiven, hoogteverstelling Y en zuijdelingse hoek m.b.v. de stelschroeven normale schroevendraaier. Draai de borgmoeren
9. Lijn het keukendeurtje in de diepte Z uit: Draai de schroe-
7
los.
ven
10. Schroef de deur van het ap-
paraat door de bevestigings­hoeken aan het keukendeur­tje vast.
3
2
vast.
met een
• Het voorgedeelte van de on­derste aanslaghoek afknik­ken en wegnemen. Dit deel is verder niet meer nodig.
• Afdekdeel
bq
vastduwen.
11. Monteer alle afdekdelen bq,
br, bs
.
25
Loading...