De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip
voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek
moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de
instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn
mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van
toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een ,
gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Aanwijzing
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
Fig. 1
(1) Transportgreep achter(6) Typeplaatje
(2) Bedienings- en contro-
lepaneel
(3) NoFrost-installatie(8) VarioSpace*
(4) Kruiden- en bessenvak(9) Stelpootjes, transport-
(5) Koudeaccu
(7) Schuifladen met info-
systeem
grepen voor, transportwieltjes achter
1.2 Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmiddelen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe
behoort bijvoorbeeld het gebruik
in personeelskeukens, bed and breakfasts,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onder-
-
komens,
voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel
-
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is
niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoffen en
producten als genoemd in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot
schade aan bewaarde producten of tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen
waar ontploffingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse gebouwd voor
gebruik bij bepaalde omgevingstemperaturen. De klimaatklasse van uw apparaat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
Respecteer de opgegeven omgevingstemperaturen, zoniet
u
vermindert de koelprestatie.
2
Algemene veiligheidsvoorschriften
Klimaatklasse
SN, Ntot 32 °C
STtot 38 °C
Ttot 43 °C
Een storingsvrije werking van het apparaat is gewaarborgd tot
een minimum omgevingstemperatuur van 5 °C.
voor omgevingstemperaturen
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EEG en 2004/108/EEG.
1.4 Opstelafmetingen
Fig. 2
ModelApparaathoogte H (mm)
GN 19..1250
GN 23..1447
GN 27..1644
GN 301841
1.5 Energie sparen
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke.
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
Open het apparaat zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik.
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht).
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden.
Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamer-
-
temperatuur.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
de koelmachine met warmtewisselaar -
-
metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat - eens per jaar afstoffen.
1.6 Isolatieplaat
De isolatieplaat, waarmee u slechts een gedeelte van het
apparaat gebruikt, is apart te verkrijgen bij de vakhandelaar.
Wanneer u niet veel levensmiddelen in de
vrieskast heeft, kunt u met behulp van de
isolatieplaat het energieverbruik tot 50%
verlagen. Afhankelijk van het model,
kunnen er tot 5 schuilfaden worden uitgeschakeld. Om te koelen zijn minstens 3
schuifladen nodig. Meer informatie vindt u
op de bijsluiter van de isolatieplaat.
2 Algemene veiligheidsvoorschriften
Gevaren voor de gebruiker:
Dit apparaat is niet bestemd voor personen (ook kinderen)
-
met fysieke, sensorische of mentale beperkingen of
personen, die niet over voldoende ervaring en kennis
beschikken. Tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat
worden onderwezen en die aanvankelijk toezicht uitoefent.
Erop toezien, dat kinderen niet met het apparaat spelen.
In geval van storing stekker uit het stopcontact trekken
-
(daarbij niet aan het netsnoer trekken) of zekering uitschakelen.
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het
-
vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de
Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
Als u het stroomsnoer van het apparaat uittrekt, altijd bij de
-
stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
Apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding
-
monteren en aansluiten.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
-
eventueel aan de volgende eigenaar door.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
-
brandbaar. Ontsnappend koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha-
•
digen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of ontstekings-
•
bronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische apparaten
•
gebruiken (b.v. stoomreinigers, verwarmingsapparatuur,
ijsmachines enz.).
Wanneer koelmiddel ontsnapt: open vuur of ontstekings-
•
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen.
Stekker uit het stopcontact trekken. Ruimte goed ventileren. Contact opnemen met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijf-
-
gassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het
apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan
de op de verpakking vermelde inhoudsstoffen of een vlammensymbool. Eventueel uittredende gassen kunnen door
elektrische componenten vlam vatten.
Geen brandende kaarsen, lampen of andere voorwerpen
-
met open vlammen op of in het apparaat plaatsen.
Sterke alcohol alleen goed gesloten en overeind staand
-
opslaan. Eventueel uittredende alcohol kan door elektrische
componenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
-
leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
3
Bedienings- en controle-elementen
Gevaar voor voedselvergiftiging:
te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
-
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
Langdurig huidcontact met koude oppervlakken en
-
gekoelde of ingevroren levensmiddelen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen.
Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAARduidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot
gevolg kan hebben wanneer dit
gevaar niet vermeden wordt.
WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
LET OPduidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzinggeeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die de dood of ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg kan hebben
wanneer dit gevaar niet vermeden
wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan,
die lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan
hebben wanneer dit gevaar niet
vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controleelementen
de temperatuur is verschillende graden gestegen
-
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd transport!
u
u
u
4.2 Apparaat opstellen
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog
voor het aansluiten - contact op met de leverancier.
De vloer waar het apparaat komt te staan moet waterpas en
vlak zijn.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een
fornuis, verwarming of dergelijke.
Optimale standplaats is een droge en goed geventileerde
ruimte.
Zet het apparaat met de achterkant altijd direct tegen de muur.
Stel het apparaat niet op zonder hulp.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8 g R 600a koelmiddel over een volume van 1 m
beschikken. Indien de plaatsingsruimte te klein is, kan in geval
van een lek in het koelmiddelcircuit een ontvlambaar gas-luchtmengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel
vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
verschoven.
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren.
Het apparaat overeind transporteren.
Het apparaat niet alleen transporteren.
Indien nodig het apparaat met behulp van een tweede
u
persoon iets achterover kantelen, om de lagerbout te verwijderen.
Lagerbouten
u
uittrekken. Let daarbij op de scharnierbus
Fig. 4 (1)
Fig. 4 (13)
Fig. 4 (2)
naar voren toe wegnemen.
verwijderen.*
naar onderen en naar voren
Fig. 4 (3)
.
Fig. 4
Fig. 6
Stoppen
u
omzetten.
Deurgreep, stoppen
u
demonteren en omzetten naar de tegenoverliggende kant.
Let er bij het monteren van de drukplaten op dat deze goed
u
vastklikken.
Hang de deur in de lagerbouten
u
Fig. 6 (12)
uit de lagerbus van de deur halen en
Fig. 6 (10)
en drukplaten
Fig. 5 (9)
en sluit de deur.
Fig. 6 (11)
5
In gebruik nemen
Apparaat weer iets achter-
u
over kantelen en lagerbout
Fig. 4 (2)
Fig. 4 (3)
De kerf aan de lagerbout
moet naar voren wijzen.
Afdekking
u
tegeoverliggende kant
plaatsen.*
met scharnierbus
weer aanbrengen.
Fig. 4 (13)
aan de
4.4 Inbouw in het keukenblok
Fig. 7
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
u
u
u
u
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur!
Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de
deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben.
Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed
koelt.
u
u
VOORZICHTIG
De beveiliging
inklikken, zodat de lagerbus en dus ook de deur is geborgd.
Beveiliging
De deur eventueel via de beide langsgaten in de lagerbus
Fig. 4 (4)
middelste schroef uitdraaien.
WAARSCHUWING
De lagerbussen/lagerbouten goed (met 4 Nm) vastschroeven.
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
(1)
moet aan de zijkant van de lagerbus
(1)
op lagerbus weer inklikken.
ten opzichte van de kast uitlijnen. Daartoe
Fig. 8
(1) Opbouwkast(3) Keukenkast
(2) Apparaat(4) Wand
Het apparaat
Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te
passen, kunt u er een passende opbouwkast
plaatsen.
Bij ombouw met keukenkasten (max. diepte 580 mm) kan het
apparaat direct naast de keukenkast
steld. De apparaatdeur springt opzij 34 mm en in het midden
van het apparaat 50 mm uit ten opzichte van het keukenkastfront. Hierdoor is de deur zonder problemen te openen en
sluiten.
Belangrijk voor de ventilatie:
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een
-
ruimte van minstens 50 mm diepte vrij voor luchtafvoer.
De ventilatieruimte onder het plafond moet minstens
-
300 cm2 bedragen.
Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
-
apparaat werkt.
Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
Fig. 8 (4)
minstens 40 mm bedragen. Dit in verband met het uitsteken
van de deurgreep bij een geopende deur.
Fig. 8 (2)
, dan moet de afstand tussen apparaat en muur
kan worden ingebouwd in de keuken.
Fig. 8 (3)
Fig. 8 (1)
worden opge-
op
4.5 Afvalverwerking van de verpakking
WAARSCHUWING
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
Golfkarton/karton
-
Onderdelen uit geschuimd polystyreen
-
Folies en zakken uit polyetheen
-
6
Bediening
Spanbanden uit polypropeen
-
Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met poly-
-
ethyleen*
Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel-
u
punt.
4.6 Apparaat aansluiten
LET OP
Gevaar voor beschadiging van de elektronische componenten!
Gebruik geen omvormer (omzetten van gelijkstroom naar
u
wisselstroom) of spaarstekker.
Brand- en oververhittingsgevaar!
u
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van
bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie
Het apparaat in vogelvlucht) overeenstemmen.
Het apparaat alleen aansluiten op een volgens de
voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder
beveiligd zijn.
Het moet eenvoudig toegankelijk zijn, zodat het
apparaat in urgentiegevallen snel van de stroomvoorziening gescheiden kan worden.
u
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen verlengsnoer of verdeeldoos.
Elektrische aansluiting controleren.
Steek de stekker in het stopcontact.
4.7 Apparaat inschakelen
Toets On/Off
u
Het apparaat is ingeschakeld. Het temperatuurdisplay en
w
het symbool Alarm
koud genoeg is.
Fig. 3 (1)
Fig. 3 (10)
indrukken.
knipperen tot de temperatuur
Bevestigen: toets SuperFrost
u
Het symbool Helderheid
w
De helderheid is op de nieuwe waarde ingesteld.
w
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Het symbool Helderheid
w
Fig. 3 (9)
Op het temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur
w
aangegeven.
gaan uit.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (3)
Fig. 3 (3)
indrukken.
knippert.
Fig. 3 (1)
en het symbool Menu
indrukken.
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het
spelen het apparaat niet onbedoeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging inschakelen
Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
indrukken.
Het symbool Menu
w
Kinderbeveiliging
De toets SuperFrost
u
Kinderbeveiliging op te roepen.
Het symbool Kinderbeveiliging
w
het temperatuurdisplay zijn de LED's -15 °C en
-21 °C verlicht.
De toets SuperFrost
u
beveiliging in te schakelen.
Het symbool Kinderbeveiliging
w
-15 °C en -21 °C gaan uit.
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Het symbool Menu
w
display wordt de temperatuur weer aangeven. Het symbool
Kinderbeveiliging
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (8)
is verlicht en het symbool
knippert.
kort indrukken om de functie
Fig. 3 (8)
kort indrukken om de kinder-
Fig. 3 (8)
gaat uit en in het temperatuur-
brandt.
Fig. 3 (2)
brandt. In
knippert. De LED's
Fig. 3 (1)
ca. 5 s
indrukken.
5 Bediening
5.1 Helderheid van het temperatuurdisplay
U kunt de helderheid van het temperatuurdisplay aanpassen
aan het omgevingslicht.
5.1.1 Helderheid instellen
De achtergrondverlichting kan worden uitgeschakeld of op een
van de 5 lichtsterktes worden ingesteld. Bij levering is de
achtergrondverlichting uitgeschakeld.
Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
indrukken.
Het symbool Menu
w
Kinderbeveiliging
Insteltoets
u
te roepen.
Het symbool Kinderbeveiliging
w
symbool Helderheid
Bevestigen: toets SuperFrost
u
Het symbool Helderheid
w
Met de insteltoets
u
helderheid kiezen. Hoe meer velden van het temperatuurdisplay oplichten, hoe feller de verlichting. Geen enkel veld
verlicht betekent "uit".
Fig. 3 (6)
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (8)
indrukken om de helderheidsfunctie op
is verlicht en het symbool
knippert.
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (3)
knippert.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (3)
Fig. 3 (6)
uitschakelen of de gewenste
Fig. 3 (2)
kort indrukken.
is verlicht.
ca. 5 s
gaat uit en het
5.2.2 Kinderbeveiliging uitschakelen
Instelmodus activeren: toets SuperFrost
u
indrukken.
Het symbool Menu
w
Kinderbeveiliging
De toets SuperFrost
u
Kinderbeveiliging op te roepen.
Het symbool Kinderbeveiliging
w
het temperatuurdisplay is de LED -18 °C verlicht.
De toets SuperFrost
u
beveiliging uit te schakelen.
Het symbool Kinderbeveiliging
w
Instelmodus deactiveren: toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Het symbool Menu
w
display wordt de temperatuur weer aangeven. Het symbool
Kinderbeveiliging
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (8)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (9)
Fig. 3 (8)
is verlicht en het symbool
knippert.
kort indrukken om de functie
Fig. 3 (8)
kort indrukken om de kinder-
Fig. 3 (8)
gaat uit en in het temperatuur-
is niet meer verlicht.
Fig. 3 (2)
brandt. In
knippert.
Fig. 3 (1)
ca. 5 s
indrukken.
5.3 Deuralarm
Wanneer de deur langer dan 60 s geopend is, gaat het akoestisch alarm af.
Het akoestisch alarm stopt automatisch, zodra de deur
gesloten wordt.
5.3.1 Deuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgeschakeld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
7
Bediening
Toets Alarm
u
Fig. 3 (7)
indrukken.
5.4 Temperatuuralarm
Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het
akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en het symbool
Alarm
Fig. 3 (10)
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd
bij het sorteren en uitnemen van de levensmiddelen is
-
teveel warme lucht binnengekomen
de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 3 (10)
knipperen, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is.
Wanneer het alarm niet uitgaat (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levensmiddelen bederven.
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen.
.
gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met
5.4.1 Temperatuuralarm deactiveren
Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de
temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer
actief.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
w
Fig. 3 (7)
indrukken.
5.5 Levensmiddelen invriezen
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven!
Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen.
Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen,
mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet overschrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries-
u
zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of
aluminium.
5.6 Levensmiddelen ontdooien
- bij kamertemperatuur
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
Temperatuurverstelling oproepen: druk eenmaal op de
u
insteltoets
In het temperatuurdisplay knippert de LED van de huidige
w
temperatuur.
Druk net zo vaak op de insteltoets
u
gewenste temperatuur aangeven.
Aanwijzing
Door de insteltoets lang in te drukken wordt binnen een
u
kleine temperatuurzone (b.v.: tussen -15 °C en -18 °C) een
iets koudere waarde ingesteld. In het temperatuurdisplay is
dan de LED van de eerstvolgende lagere temperatuurzone
verlicht.
Fig. 3 (6)
.
Fig. 3 (6)
tot de LEDs de
5.8 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de
kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van de koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h
invriezen, als op het typeplaatje onder "invriescapaciteit ... kg/
24h" is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van tot ca. 2 kg verse levensmiddelen per
-
dag
5.8.1 Met SuperFrost invriezen
Toets SuperFrost
u
Het symbool SuperFrost
w
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maximale
w
koeling.
Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen:
ca. 6 u wachten.
u
Voor een maximale vriescapaciteit de levensmiddelen in de
u
diepe, onderste laden leggen.
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen
(zie typeplaatje):
ca. 24 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen direct op de onderste draagpla-
u
teaus leggen en pas na het invriezen in de laden leggen.
SuperFrost schakelt na ca. 65 u automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost
w
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.
Fig. 3 (2)
Fig. 3 (4)
Fig. 3 (4)
kort indrukken.
is verlicht.
gaat uit.
5.9 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij
onvoldoende ventilatie.
Bij apparaten met NoFrost:
Laat de onderste schuiflade in het apparaat zitten!
u
Houd de luchtspleet binnen aan de achterkant steeds vrij!
u
5.7 Temperatuur instellen
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C
U kunt de temperatuur doorlopend veranderen. Bij de instelling
-32 °C wordt opnieuw begonnen met -15 °C.
8
Om diepvriesgoed direct op de draagplateaus te bewaren:
u
trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.
Onderhoud
5.10 Plateaus
Plateau uitnemen: vooraan optillen en
u
uittrekken.
Plateau terugplaatsen: tot aanslag
u
inschuiven.
5.11 VarioSpace
Naast de schuifladen kunt u tevens
de plateaus verwijderen. Zo creëert
u plaats voor levensmiddelen van
groot formaat. Gevogelte, vlees,
groot wild en hoog gebak kunnen
geheel en al worden ingevroren en
later verder verwerkt.
De laden kunnen elk met max.
u
25 kg diepvriesproducten, de
plateaus elk met max. 35 kg
worden belast.
5.12 Info-systeem
5.14.1 Koudeaccu's gebruiken
De koudeaccu's ruimtebespa-
u
rend in het kruiden- en
bessenvak leggen.
De bevroren koudeaccu's
u
boven in het voorste vriesgedeelte op de ingevroren
levensmiddelen leggen.
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch.
Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
6.2 Apparaat reinigen
Voor het reinigen:
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom!
Hete stoom kan de oppervlakken beschadigen en brandwonden veroorzaken.
De getallen geven telkens voor meerdere soorten ingevroren
levensmiddelen de bewaartijd in maanden aan. De vermelde
bewaartijden zijn richtwaarden.
(4) Vleeswaren, brood
vlees
5.13 Kruiden- en bessenlade
Dankzij de kruiden- en bessenlade kunt u bessen, kruiden,
groenten en andere kleine diepvriesproducten invriezen zonder
dat ze aan elkaar vriezen. De diepvriesproducten behouden
hun vorm en zijn later makkelijker in porties te verdelen.
5.13.1 Het kruiden- en bessenvak gebruiken
Verdeel de diepvriespro-
u
ducten losjes over het
kruiden- en bessenvak.
Laat de diepvriesproducten
u
10 tot 12 uur invriezen.
Doe de diepvriesproducten
u
over in diepvrieszakjes of bakjes.
Diepvrieszakjes of -bakjes in een lade plaatsen.
u
Om te ontdooien spreidt u de ingevroren diepvriesproducten
u
losjes naast elkaar uit.
5.14 Koudeaccu's
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Gebruik geen schoonmaakmiddelen die zand, chloor,
u
chemicaliën of zuren bevatten.
Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische
Dienst.
Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen.
Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatier-
u
oosters en elektrische delen terecht komen.
Apparaat leegmaken.
u
Trek de stekker uit.
u
- Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger
met een neutrale pH-waarde.
- Gebruik in de binnenruimte van het apparaat
enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en
onderhoudsproducten.
Roosters voor luchtaan- en afvoer regelmatig reinigen.
u
Stof verhoogt het energieverbruik.
w
Buitenwanden en binnenruimte:
Buiten- en binnenwanden van kunststof met lauwwarm
u
water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen.
Onderdelen:
Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.8) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is:
de levensmiddelen er weer in leggen.
u
De koudeaccu's verhinderen bij stroomuitval, dat de temperatuur te snel stijgt.
9
Storingen
6.3 Technische Dienst
Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie
Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op
met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd
overzicht.
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onderhoud), uitsluitend door de Technische Dienst laten
uitvoeren.
Apparaataanduiding
u
Fig. 10 (1)
nr.
Fig. 10 (2)
serie-nr.
van het typeplaatje
aflezen. Het typeplaatje bevindt zich
aan de linkerkant
binnen in het apparaat.
, service-
en
Fig. 10 (3)
Fig. 10
Contact opnemen met de Technische Dienst en het
u
probleem, apparaataanduiding
Fig. 10 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst
u
komt.
De levensmiddelen blijven langer koel.
w
Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het
u
snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 10 (3)
Fig. 10 (1)
mededelen.
, service-nr.
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige
werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht desondanks storing optreden, eerst controleren of de storing door
een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij
de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening
brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
→
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
→
Stekker controleren.
u
De zekering in het stopcontact is niet in orde.
→
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
→
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daardoor langer is, wordt energie bespaard.
Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
→
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Op toerental gestuurde* compressoren kunnen naar aanlei-
→
ding van de verschillende draaisnelheden verschillende
geluiden veroorzaken.
Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid stamt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
→
stroomt.
Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
→
van de koelaggregaat (de motor).
Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn,
wanneer de koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
→
middelen of na lang geopende deur wordt het koelvermogen automatisch verhoogd.
Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2)
u
Vibratiegeluiden.
Het apparaat staat niet stabiel op de grond. Daardoor
→
worden aangrenzende meubels of voorwerpen door de
lopende koelaggregaat in vibratie gezet.
Apparaat iets verschuiven en met de stelpoten uitlijnen.
u
Het symbool SuperFrost
de temperatuurdisplay.
Het betreft een storing.
→
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
→
Contact opnemen met de Technische Dienst. (zie Onder-
u
houd).
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
→
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
→
Luchtrooster schoonmaken.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
→
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
→
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf
u
wordt bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische
Dienst. (zie Onderhoud).
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
→
opgeslagen.
Oplossing: (zie 5.8)
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron.
→
Oplossing: (zie In gebruik nemen).
u
Fig. 3 (4)
knippert tegelijkertijd met
8 Afzetten
8.1 Apparaat uitschakelen
Toets On/Off
u
De temperatuurdisplay is uit.
w
8.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
Stekker uittrekken.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deur wat open staan zodat er geen onaangename
u
geuren kunnen ontstaan.
Fig. 3 (1)
ca. 2 sec. indrukken.
10
9 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en
mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden
meegegeven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig
de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het
koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel
(informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
Apparaat afdanken
11
Apparaat afdanken
12
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.