LIEBHERR EG 1624 User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Diepvrieskast, integreerbaar, Deur-op-deur
030217
7086542 - 00
IG/ IGS/ EG ... LC
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.2 Toepassingsgebied van het apparaat....................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.4 Energie sparen......................................................... 3
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 3
3 Bedienings- en controle-elementen..................... 4
3.1 Bedienings- en controle-elementen.......................... 4
3.2 Temperatuurweergave.............................................. 4
4 In gebruik nemen................................................... 4
4.1 Apparaat inschakelen............................................... 4
5 Bediening................................................................ 4
5.1 Kinderbeveiliging...................................................... 4
5.2 Deuralarm................................................................. 5
5.3 Temperatuuralarm.................................................... 5
5.4 Levensmiddelen invriezen........................................ 5
5.5 Bewaartijden............................................................ 5
5.6 Levensmiddelen ontdooien...................................... 6
5.7 Temperatuur instellen............................................... 6
5.8 SuperFrost................................................................ 6
5.9 Laden....................................................................... 6
5.10 Plateaus................................................................... 6
5.11 VarioSpace............................................................... 6
5.12 IJsblokjeshouder...................................................... 7
6 Onderhoud.............................................................. 7
6.1 handmatig ontdooien................................................ 7
6.2 Apparaat reinigen..................................................... 7
6.3 Technische Dienst.................................................... 8
7 Storingen................................................................ 8
8 Uitzetten.................................................................. 9
8.1 Apparaat uitschakelen.............................................. 9
8.2 Buiten werking stellen............................................... 9
9 Apparaat afdanken................................................ 9
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een , gebruiksresultaten met een
.

1 Het apparaat in vogelvlucht

1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht

Fig. 1
(1) Bedienings- en
controle-elementen
(2) Schuiflades (5) Stelpootjes (3) VarioSpace
Aanwijzing
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
1.2 Toepassingsgebied van het appa­raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv. het gebruik
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en andere accommodaties,
-
bij catering en vergelijkbare service in de groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed­plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare, overeenkomstig de Europese richtlijn 2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opgeslagen goederen of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
(4) Typeplaatje
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 3

Algemene veiligheidsvoorschriften

Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat­klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen, worden gebruikt. De voor uw apparaat betref­fende klimaatklasse staat op het typeplaatje vermeld.
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstem­peratuur worden aangehouden.
Klimaat­klasse
SN, N t/m 32 °C
ST t/m 38 °C
T t/m 43 °C
voor omgevingstemperaturen
Een probleemloze werking van het apparaat is gewaarborgd tot een omgevingstemperatuur van 5 °C.

1.3 Conformiteit

Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het apparaat voldoet in de inbouwtoestand aan de desbetreffende veiligheidsvoorschriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.

1.4 Energie sparen

Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af. Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van 25° C kan het energieverbruik veranderen. Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik. Levensmiddelen gesorteerd plaatsen (zie Het apparaat in
-
vogelvlucht). Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Condensvorming wordt voorkomen. Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
-
laten afkoelen. Als in het apparaat een dikke ijsaanslag aanwezig is: Appa-
-
raat ontdooien.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door personen met verminderde psychische, sensorische of mentale bekwaamheden of een gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt onder toezicht van een derde of met betrekking tot het veilige gebruik van het apparaat zijn onderwezen en de gevaren kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De reiniging en het
onderhoud mag niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen het apparaat inladen en uitladen. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, als het apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat en het vervangen van het netsnoer alleen laten uitvoeren door de Technische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding inbouwen, aansluiten en afvoeren.
-
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand in gebruik nemen.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koudemiddel R 600a is milieu­vriendelijk maar brandbaar. Uitstromend koel­middel kan ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet beschadigen.
Gebruik binnen in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Binnen het apparaat geen elektrische toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwij­deren. Vertrek goed ventileren. Informeer de klantendienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre­dende alcohol kan door elektrische compo­nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Page 4

Bedienings- en controle-elementen

-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid­delen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben. Voor het ontdooien geen elektrische kachel­tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois­pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge­klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOOR­ZICHTIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
3 Bedienings- en controle­elementen

3.1 Bedienings- en controle-elementen

Fig. 2
(1) Toets On/Off (6) Toets Alarm (2) Temperatuurdisplay (7) Symbool Alarm (3) Toets Up/Down (8) Symbool Menu (4) Toets SuperFrost (9) Symbool Kinderbeveili-
ging
(5) Symbool SuperFrost (10) Symbool Stroomuitval

3.2 Temperatuurweergave

In de normale modus worden:
de ingestelde vriestemperatuur
-
De temperatuurweergave knippert:
de temperatuurinstelling wordt veranderd;
-
na het inschakelen is de temperatuur nog niet koud genoeg;
-
de temperatuur is met meerdere graden gestegen.
-
De volgende weergaven wijzen op een storing. De mogelijke oorzaken en maatregelen voor het oplossen: (zie Storingen).
-
F0 tot F9
-
Het symbool stroomuitval

4 In gebruik nemen

4.1 Apparaat inschakelen

Open de deur.
u
Toets On/Off
u
Het apparaat is ingeschakeld. Het temperatuurdisplay en
w
het symbool Alarm koud genoeg is. Wanneer op het display „DEMO” wordt aangegeven, is de
w
demonstratiemodus geactiveerd. U kunt contact opnemen met de Technische Dienst.
Fig. 2 (1)
Fig. 2 (7)

5 Bediening

knippert.
indrukken.
knipperen tot de temperatuur
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
zingen en tips gegeven worden.
4 * afhankelijk van model en uitvoering

5.1 Kinderbeveiliging

Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbedoeld uitscha­kelen.
Page 5

5.1.1 Kinderbeveiliging instellen

Moet de functie worden ingeschakeld:
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in. Op de display wordt het symbool Menu
w
geven.
w
Op de display knippert c. Met de toets SuperFrost
u w
Op het display verschijnt c1. Met de toets SuperFrost
u
Het symbool Kinderbeveiliging
w
display gaat branden.
w
Op de display knippert c.
De functie kinderbeveiliging is ingeschakeld.
w
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd: Druk de toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
w
gegeven.
Moet de functie worden uitgeschakeld:
Instelmodus activeren: Druk de toets SuperFrost
u
gedurende ca. 5 seconden in. Op de display wordt het symbool Menu
w
geven.
w
Op de display knippert c. Met de toets SuperFrost
u w
Op het display verschijnt c0 . Met de toets SuperFrost
u
Het symbool Kinderbeveiliging
w w
Op de display knippert c. De functie kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
w
Wanneer de instelmodus moet worden beëindigd: Druk de toets On/Off
u
-of-
5 min. wachten.
u
Op de temperatuurdisplay wordt weer de temperatuur weer-
w
gegeven.
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (1)
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (4)
Fig. 2 (1)
Fig. 2 (9)
kort in.
Fig. 2 (9)
kort in.
Fig. 2 (8)
kort bevestigen.
kort bevestigen.
Fig. 2 (8)
kort bevestigen.
kort bevestigen.
gaat uit.
Fig. 2 (4)
weerge-
op de
Fig. 2 (4)
weerge-

5.2 Deuralarm

Als de deur langer dan 60 seconden open staat, klinkt er een geluidssignaal.
Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.
Bediening
het apparaat is defect
-
Het akoestisch alarm stopt automatisch, het symbool Alarm
Fig. 2 (7)
peren, wanneer de temperatuur weer laag genoeg is. Wanneer het alarm niet uitgaat: (zie Storingen).
Aanwijzing
Wanneer de temperatuur niet laag genoeg is, kunnen levens­middelen bederven.
u

5.3.1 Temperatuuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan worden gedeactiveerd. Wanneer de temperatuur weer laag genoeg is, is de alarmfunctie weer actief.
u w

5.4 Levensmiddelen invriezen

U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie Het apparaat in vogelvlucht) onder „Invriescapaciteit ... kg/24h” is aangegeven.
De laden kunnen elk met max. 25 kg diepvriesproducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
Na het sluiten van de deur ontstaat er een vacuüm. Na het sluiten ongeveer 1 min. wachten, dan is de deur gemakkelijker te openen.
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
u
Om de levenmiddelen snel door en door te laten bevriezen, mag u de volgende hoeveelheden per verpakking niet over­schrijden:
- fruit, groente max. 1 kg
- vlees max. 2,5 kg
u

5.5 Bewaartijden

gaat uit en de temperatuurdisplay houdt op met knip-
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven levensmiddelen niet meer nuttigen.
Toets Alarm Het akoestisch alarm is gedeactiveerd.
Fig. 2 (6)
indrukken.
VOORZICHTIG
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
Verdeel de levensmiddelen in porties en doe ze in diepvries­zakjes of in herbruikbare bakjes van kunststof, metaal of aluminium.

5.2.1 Deuralarm deactiveren

Het akoestisch alarm kan bij geopende deur worden uitgescha­keld. Het deactiveren werkt zolang de deur open staat.
Toets Alarm
u
Het akoestisch alarm gaat uit.
w
Fig. 2 (6)
indrukken.

5.3 Temperatuuralarm

Wanneer de vriestemperatuur niet laag genoeg is, gaat het akoestisch alarm af.
Tegelijkertijd knipperen de temperatuurdisplay en het symbool Alarm
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
warme nieuwe levensmiddelen werden in de diepvriezer
-
gelegd bij het herindelen en verwijderen van levensmiddelen is
-
teveel warme kamerlucht naar binnen gestroomd. de stroom is voor langere tijd uitgevallen
-
Fig. 2 (7)
.
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende
levensmiddelen:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Page 6
Bediening

5.6 Levensmiddelen ontdooien

- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.

5.7 Temperatuur instellen

De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
hoe vaak de deur wordt geopend
-
de ruimtetemperatuur op de opstellocatie
-
de aard, temperatuur en hoeveelheid levensmiddelen
-
Aanbevolen temperatuurinstelling: -18 °C De temperatuur kan doorlopend worden veranderd. Is de
instelling -28 °C bereikt, dan wordt weer met -15 °C begonnen.
Temperatuurfunctie oproepen: Eenmaal Instel-
u
toets
Fig. 2 (3)
Op het temperatuurdisplay wordt de tot nog toe
w
ingestelde waarde knipperend aangegeven. Temperatuur wijzigen in stappen van 1 °C: Druk
u
de insteltoets gewenste temperatuur op het temperatuurdis­play oplicht. Temperatuur doorlopend veranderen: insteltoets ingedrukt
u
houden. Tijdens het instellen wordt de waarde knipperend weerge-
w
geven. Ca. 5 seconden nadat de toets voor de laatste keer werd
w
ingedrukt, wordt de nieuwe instelling overgenomen en de ingestelde temperatuur weer aangegeven. De temperatuur in de binnenruimte past zich langzaam aan de nieuwe instel­ling aan.
indrukken.
()
net zo vaak in totdat de
De temperatuur daalt, het apparaat werkt met maximale
w
koeling. Bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 6 u wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de onderste laden leggen.
u
Bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen: Ca. 24 u wachten.
u
Onderste lade uitschuiven en de levensmiddelen direct in
u
het apparaat leggen, zodat ze contact met de bodem of de zijwanden hebben. SuperFrost schakelt na 65 uur automatisch uit.
w
Het symbool SuperFrost
w
invriezen is afgesloten. Levensmiddelen in de lade leggen en deze weer inschuiven.
u
Het apparaat werkt in de energiebesparende normale
w
modus verder.

5.9 Laden

Om diepvriesproducten direct op de draagplateaus te
u
bewaren: trek de schuiflade naar voren en haal de lade uit.

5.10 Plateaus

Plateau uitnemen: vooraan
u
optillen en uittrekken. Plateau terugplaatsen: tot
u
aanslag inschuiven.
Fig. 2 (5)
gaat uit, wanneer het

5.8 SuperFrost

Met deze functie kunt u nieuwe levensmiddelen snel tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelvermogen, daardoor kunnen geluiden van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
Bovendien bouwen reeds ingevroren levensmiddelen zo een „koudereserve op”. Daardoor blijven de levensmiddelen langer bevroren, wanneer u het apparaat ontdooit.
U kunt maximaal zoveel nieuwe levensmiddelen binnen 24 h invriezen, als op het typeplaatje onder „invriescapaciteit ... kg/ 24h” is aangegeven. De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in contact brengen om ontdooien van deze producten te voor­komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag

5.8.1 Met SuperFrost invriezen

Toets SuperFrost
u
Het symbool SuperFrost
w
Fig. 2 (4)
eenmaal kort indrukken.
Fig. 2 (5)
is verlicht.

5.11 VarioSpace

Naast de schuifladen kunt u tevens de plateaus verwijderen. Zo creëert u plaats voor levens­middelen van groot formaat. Gevogelte, vlees, groot wild en hoog gebak kunnen geheel en al worden ingevroren en later verder verwerkt.
De laden kunnen elk met
u
max. 25 kg diepvriespro­ducten, de plateaus elk met max. 35 kg worden belast.
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 7

5.12 IJsblokjeshouder

Fig. 3
Als het water is bevroren: IJsblokjesbakje kort onder warm water houden.
u
Deksel eraf halen.
u
Beide uiteinden van de ijsblokjeshouder licht in tegenge-
u
stelde richting draaien en de ijsblokjes eruit halen.
IJsblokjeshouder uit elkaar halen
Onderhoud
Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
u
in. De diepvriesproducten krijgen een „koudereserve”.
w
Schakel het apparaat uit.
u
De temperatuurdisplay gaat uit.
w
Als de temperatuurdisplay niet uitgaat, dan is de kinderbe-
w
veiliging (zie 5.1) geactiveerd. Trek de stekker uit of schakel de beveiliging uit.
u
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvries-
u
lade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats. Plaats een pan met heet, niet kokend
u
water op een plateau in het midden.
-of-
De twee onderste lades half met
u
handwarm water vullen en in het apparaat plaatsen.
Het ontdooien wordt versneld.
w
Dooiwater wordt in de lades opgevangen.
w
Laat tijdens het ontdooien de deur van het apparaat open
u
staan. Losgeraakte ijsstukken uitnemen.
u
Let er op dat er geen dooiwater in de ombouw van het appa-
u
raat terecht komt. Dooiwater evt. meerdere keren met een spons of doek
u
opnemen. Het apparaat reinigen (zie 6.2) en afdrogen.
u

6.2 Apparaat reinigen

Fig. 4
De ijsblokjeshouder kan voor het reinigen uit elkaar worden
u
gehaald.

6 Onderhoud

6.1 handmatig ontdooien

In het apparaat vormt zich na langere gebruiksduur een rijp­resp. ijslaag.
De vorming van een rijp- resp. ijslaag wordt in de hand gewerkt door vaak de deur te openen of door warme levensmiddelen in te leggen. Een dikkere ijslaag verhoogt echter het energiever­bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien.
IJs tegen bovenwand in het apparaat verwijderen:
In het midden van de bovenwand van het apparaat vormt zich een ijslaag. Dit komt door de fysische omstandigheden in het apparaat. Het ijs regelmatig met een ijskrabber verwijderen. Het appa-
u
raat hoeft daarvoor niet te worden ontdooid.
Ontdooiprocedure:
Gevaar voor verwonding en beschadiging
u
u
u u
WAARSCHUWING
Geen mechanische hulpmiddelen of andere middelen gebruiken die niet door de fabrikant werden aanbevolen, om het ontdooien te versnellen. Voor het ontdooien geen elektrische kacheltjes of stoomrei­nigers, open vuur of ontdooispray gebruiken. IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen. De buisleidingen van het koudemiddelcircuit niet bescha­digen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper­vlakken beschadigen.
Gebruik geen stoomreinigers!
u
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
u
schoonmaakmiddelen gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatier-
u
oosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Luchttoe- en -afvoerroosters regelmatig reinigen.
u
Stof verhoogt het energieverbruik.
w
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. Onderdelen met lauwwarm water en een beetje afwas-
u
middel met de hand reinigen.
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.8) .
u
WAARSCHUWING
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Page 8
Storingen
Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.
u

6.3 Technische Dienst

Probeer eerst of u de storing zelf kunt verhelpen (zie Storingen). Mocht dit niet het geval zijn, neem dan contact op met de Technische Dienst. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
u
u
u
w u
w u
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan­sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie Onder­houd), uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding
Fig. 5 (1) Fig. 5 (2) Fig. 5 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de linkerkant binnen in het apparaat.
, service-nr.
en serie-nr.
van het
Fig. 5
Contact opnemen met de Technische Dienst en het probleem, apparaataanduiding
Fig. 5 (2)
Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk. Het apparaat gesloten laten, totdat de Technische Dienst komt. De levensmiddelen blijven langer koel. Trek de stekker uit het stopcontact (daarbij niet aan het snoer trekken) of de draai de zekering uit.
en serie-nr.
Fig. 5 (3)
Fig. 5 (1)
mededelen.
, service-nr.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Trilgeluiden
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende koelaggregaat trillen.
De inbouw controleren en eventueel het apparaat opnieuw
u
uitlijnen. Flessen en bakken uit elkaar drukken.
u
In de temperatuurdisplay wordt aangegeven: F0 tot F9
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het symbool SuperFrost de temperatuurdisplay.
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Fig. 2 (5)
knippert tegelijkertijd met

7 Storingen

Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Een LED onder aan de achterkant van het apparaat (bij de compressor) knippert regelmatig om de 5 seconden*.
Het betreft een storing.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Op het temperatuurdisplay knippert stroomuitval . Op het temperatuurdisplay wordt de warmste temperatuur weergegeven, die tijdens de stroomuitval werd bereikt.
De vriestemperatuur was door stroomuitval of een stroom-
onderbreking in de afgelopen uren of dagen te hoog. Zodra de stroomonderbreking voorbij is, werkt het apparaat weer verder met de laatste temperatuurinstelling.
Aanduiding van de warmste temperatuur wissen: toets
u
Alarm
Fig. 2 (6)
De kwaliteit van de levensmiddelen controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer nuttigen. Ontdooide levensmid­delen niet meer opnieuw invriezen.
In de temperatuurdisplay brandt DEMO.
De demonstratie-modus is geactiveerd.
Neem contact op met de Technische Dienst (zie Onder-
u
houd).
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
indrukken.
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 9
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst (zie Onderhoud). U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.8)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron. Het apparaat werd niet juist in de nis ingebouwd.
Controleer of het apparaat juist is ingebouwd en de deur
u
goed sluit.
Geconcentreerde ijsvorming in het midden van de boven­wand in het apparaat.
Deze ijsvorming is normaal. Op basis van de fysische
omstandigheden vormt het ijs zich geconcentreerd tegen de bovenwand van het apparaat. Het ijs met een ijskrabber verwijderen.
u

8 Uitzetten

Uitzetten

8.1 Apparaat uitschakelen

Toets On/Off
u
wordt. Toets loslaten. Wanneer het apparaat niet kan worden uitgeschakeld, is de
w
kinderbeveiliging actief (zie 5.1) .
Fig. 2 (1)
indrukken, totdat het display donker

8.2 Buiten werking stellen

Apparaat leegmaken.
u
Apparaat uitschakelen (zie Uitzetten).
u
Netstekker eruit halen.
u
Apparaat reinigen (zie 6.2) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.

9 Apparaat afdanken

Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Page 10
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79 88416 Ochsenhausen Deutschland
home.liebherr.com
Loading...