Liebherr CTSL 2441, CTESF 223-21, CT 2011, CT 208, CTESF 244 User Manual [nl]

...
Page 1
Gebrauchsanweisung
Kühl-Gefrierkombination
D
Operating instructions
combined refrigerator-freezer
Mode d’emploi
Gebruiksaanwijzing
koel-vriescombinatie
Istruzione d’uso
combinazione frigo-congelatore
Instrucciones de manejo
combinación de frigorífico-congelador
Kullaným Kýlavuzu
Soðutucu-Dondurucu-Kombinasyonu
Οδηγίες Χρήσης
Ψυγειοκαταψύκτης
GB
F
NL
I
E
TR
GR
7081 878-00
7081 929-02
CUP 22../27../30.... 0507
CT(esf)20/24/28
5010
Page 2
20
1 Het apparaat in vogelvlucht
Bedieningselementen, afb. A1:
1 Aan/Uit en temperatuurregelaar
"1" = warm "7" = koud
Draai de temperatuurregelaar bij voorkeur in de middel-
ste stand.
2 Cool-Plus-schakelaar*. Bij lage kamertemperaturen van
18 °C of minder inschakelen.
Binnenverlichting
Type gloeilamp: max. 15 W, de stroomsoort en spanning mo-
eten met de gegevens op het typeplaatje overeenstemmen, fitting: E 14. Vervangen van de gloeilamp, afb. A1a: Schakel het apparaat uit.
W Trek de stekker uit het stopcontact of schakel de zeke-
ring in de meterkast uit.
W Door de flessen- en conservenhouder te verschuiven kunt
u de flessen tegen omvallen bij het openen en sluiten van de deuren beschermen. Voor het reinigen kan de houder afgenomen worden:
- afb. A2: De houder geheel naar rechts of links langs het deurvak schuiven en laten vergrendelen.
W Alle opbergvakken zijn voor het reinigen uitneembaar, afb.
A2: vak omhoog schuiven en naar voren eruit tillen.
W De draagplateaus* kunt u afhankelijk van de hoogte van
de producten verplaatsen, afb. A3:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het weg.
- Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de achterwand vast kunnen vriezen.
W Afb. A4: Indien u plaats nodig heeft voor hoge flessen en
vaatwerk, dan de voorste halve glasplaat* 1gewoon naar achter schuiven. Voor het reinigen kunnen de houders 2 voor de halve glasplaten worden afgenomen.
Overzicht van apparaat en uitrusting, afb. A
Rooster Vriesruimte
Botervak
verplaatsbare deurinstellingen Verplaatsbare flessen- en conservenhouder
verplaatsbare bergvlakken Aan/Uit en temperatuurregelaar, binnenverlichting
Dooiwaterafvoer Flessendraagrooster*
Koudste zone van de koelruimte, voor gevo­elige en licht bederfbare levensmiddelen
Bergvak voor hoge flessen
Groenteladen
Typeplaatje
Instelvoeten
* afhankelijk van model en uitvoering
Page 3
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge bedrijfszekerheid garandeert. De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort. Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u en wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu. Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze ge­bruiks-aanwijzing aandachtig door. Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
NL
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eigenaar door. Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Inhoud pag.
Gebruiksaanwijzing
1 Het apparaat in vogelvlucht .............................. 20
Inhoud ................................................................
Bepalingen .........................................................
Energie sparen ...................................................
2 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ...... 22
Aanwijzingen m.b.t. afdanken ............................
Opstellen ............................................................
Aansluiten ..........................................................
2 Koelgedeelte ....................................................... 23
In- en uitschakelen .............................................
Temperatuur instellen .........................................
Cool-Plus-schakelaar .........................................
Aanwijzingen m.b.t. het koelen ..........................
4 Vriesgedeelte ...................................................... 23
IJsblokjes maken ...............................................
Invriezen van verse levensmiddelen ................. 23
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren .....
5 Ontdooien, reinigen ............................................ 24
6 Storingen - Problemen? ..................................... 24
Technische dienst en typeplaatje .......................
7 Opstel- en ombouwaanwijzingen ..................... 25
Draairichting deur veranderen ............................
Inbouw in het keukenblok ..................................
Aanwijzing
- Levensmiddelen zoals in de afbeelding getoond sorteren. Zowerkt het apparaat energiebesparend.
- Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde toe­standvoor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
21 21 21
22 22 22
23 23 23 23
23
23
24
25 25
Bepalingen
W Het apparaat is alleen geschikt voor het koe-
len van levensmiddelen. Voor het bedrijfsmatig koelen van levensmiddelen moeten de van toepassing zijnde wettelijke voorschriften opgevolgd worden.
Het apparaat is niet geschikt voor opslag en koeling van
medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke onder de richtlijn 2007/47/EG voor medische hulpmiddelen vallende stoffen en producten. Misbruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opges­lagen waren en het bederf daarvan leiden. Verder is het apparaat niet geschikt voor het gebruik in een explosie­gevaarlijke omgeving.
W Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaat-
klasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waa­ronder en een maximale omge vingstemperatuur waar­boven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor omgevingstemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C N +16 °C tot +32 °C ST +16 °C tot +38 °C T +16 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG en 2004/108/ EG.
§
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
een fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsom-
standigheden b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
- Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
het energieverbruik.
- Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
vogelvlucht).
- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
Rijpvorming wordt vermeden.
- Levensmiddelen slechts zolang als nodig buiten het ap-
paraat laten staat, zodat ze niet te warm worden.
- Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamer-
temperatuur.
- Diepvriesproducten in de koelruimte laten ontdooien.
- Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat
ontdooien. Stof doet het energieverbruik toenemen:
- de koelmachine met warmtewis-
selaar - metalen rooster aan de achterkant van het apparaat - eens per jaar afstoffen.
21
Page 4
22
2 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen ge­fabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
W Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kin-
deren- verstikkingsgevaar door folies!
W Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamel-
punt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materialen en moet gescheiden van het onge­sorteerde afval worden afgevoerd. W Afgedankte apparaten onbruikbaar maken:
trek de stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten.
W Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport
van het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
W Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het
typeplaatje.
W Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkun-
dig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te
voorkomen, het apparaat alleen verpakt trans­porteren en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk,
maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen.
Eruit spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of onts-
tekingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt verwij­deren, stekker uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het
aansluiten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiks-aanwijzing monte­ren en aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net los-
koppelen: stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan de aansluitkabel trekken) of zekering laten aansprin­gen resp. eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door
de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan.
Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinde-
ren) met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het ap­paraat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterbli­jven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
W Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervl-
akken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn,
ze kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
W De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led,
TLlampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnen­ruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
Opstellen
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen leidin-
gen van het koelsysteem beschadigd raken.
W Schuif het apparaat in de nis. Verdraai de stel-
poten met een steeksleutel 10 om het apparaat stevig en waterpas op te stellen.
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de
norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het ko­elmiddelcircuit geen ont-vlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
W Het apparaat steeds direct aan de wand opstellen. W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Lees de
informatie in de opstel- en ombouwaanwijzingen.
W Plaats geen apparaten die warmte afgeven op
de koel- of diepvrieskast, bijv. magnetron, broo­drooster enz.
W Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen
met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken.
W
Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluit-
ing vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
- Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgev­ing of binnen bereik van spatwater plaatsen.
W
VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding en beschadig-
ing door verkeerd transport!
- Het apparaat verpakt transporteren.
- Het apparaat overeind transporteren.
- Het apparaat niet alleen transporteren.
W
Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden ver­schoven.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals butaan, pro­paan, pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijko­mende gassen zouden door elektrische componenten kunnen ontbranden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of
ontstekingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebrui-
ken (bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsappa­ratuur, ijsmakers enz.).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te
leunen misbruiken.
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje bevindt zich aan de linker binnenkant, naast de groenteladen.
W Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd
randaardestopcontact aansluiten.
W Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of
zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet samen met andere apparaten
aansluiten via een stekkerdoos - gevaar op oververhitting.
W Bij het loshalen van het netsnoer van de achterzijde van
het apparaat de kabelhouder verwijderen, om rammelen te voorkomen!
Page 5
3 Koelgedeelte
4 Vriesgedeelte
Het verdient aanbeveling, het apparaat voor ingebruikne­ming te reinigen, meer hierover in de paragraaf "Reinigen".
In- en uitschakelen, temperatuur instellen
W Aan: Draai de temperatuurregelaar 1,
afb. A1, rechts-om van "0" op "4". Het apparaat wordt ingeschakeld en de bin­nenverlichting gaat aan.
W Uit: stand "0". De binnenverlichting is uit. W De standen van de temperatuurregelaar
betekenen: "1" = warm "7" = koud
W Draai de temperatuurregelaar bij voorkeur in de mid- delste
Bij de instelling “7” is het mogelijk in de koudste zone
W
van het koelgedeelte temperaturen “0” te bereiken.
W Worden diepvriesproducten bewaard en moeten de lage
vriestemperaturen gewaarborgd zijn, dan verdient een
instelling tussen "4" en "7" de aanbeveling.
, kleinste koelcapaciteit
, grootste koelcapaciteit
stand.
Cool-Plus-schakelaar*
W Bij lage kamertemperaturen van 18 °C of
minder de Cool-Plus-schakelaar 2, afb.
A1, aan de temperatuurregelaar inschake-
len. Dit garandeert de vereiste lage temperatuur
in het vriesgedeelte. W Bij normale kamertemperaturen van meer dan 18 °C,
is het inschakelen niet nodig, de Cool-Plus-schakelaar
moet uitgeschakeld zijn.
Tip: Houd er rekening mee dat de binnentemperatuur wordt beïnvloed door de kamertemperatuur, de vulling, de plaats van het apparaat en de frequentie waarmee de deur wordt geopend.
Aanwijzingen m.b.t. het koelen
W Door de luchtcirculatie ontstaan verschillende tem-
peratuurzones, die voor het bewaren van de verschil-
lende levensmiddelen gunstig zijn.
- Direct boven de groenteladen en tegen de achterwand is
het het koudste - gunstig voor bijv. worst- en vleeswaren.
- In het bovenste voorste bereik en in de deur is het het
warmste - gunstig voor bijv. smeerbare boter en kaas. W Let erop dat de levensmiddelen zo bewaard worden dat
de lucht nog goed kan circuleren. Leg ze dus niet te dicht
bij elkaar en zorg ervoor dat er een afstand van ca. 2 cm
tussen de levensmiddelen en de binnenverlichting is.
W Bewaar ze altijd in gesloten verpakkingen. W Als verpakkingsmateriaal zijn recyclebare kunststof, me-
talen, aluminium, glazen verpakkingen en vershoudfolie
geschikt. W Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen
zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of
verpakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv.
tomaten niet met kiwi's of kool bewaren.
!
In het -vriesgedeelte kunt u bij een bewaartempera­tuur van -18 °C en lager (d.w.z. vanaf de middelste stand van de temperatuurregelaar) diepvriesproducten en levensmiddelen verscheidene maanden lang bewaren, ijsblokjes maken en bovendien verse levensmiddelen invriezen. Opmerking: De temperatuur van de lucht in het vriesge-de­elte (gemeten met een thermometer of andere meetappa­ratuur) kan schommelen. Dit heeft bij een gevuld vak echter weinig invloed op de ingevroren levensmiddelen. De kerntemperatuur van de ingevroren levensmiddelen ligt dan rond het gemiddelde van deze schommelingen.
IJsblokjes maken
W Vul de ijsblokjeshouder* voor
driekwart met water en laat dit be­vriezen. De ijsblokjes komen los uit de houder door deze te buigen, of wanneer de ijsblokjeshouder korte tijd onder stromend water wordt gehouden.
Invriezen van verse levensmiddelen
Verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door bevroren worden. Voedingswaarde, vitaminen, uiterlijk en smaak van de levensmiddelen blijven zo het beste be­waard. Ga bij het invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen als volgt te werk: W Stel de temperatuurregelaar ca. 24 uur vóór het erin
leggen op een gemiddelde tot koude stand (ca. 6) in.
- Schakel Cool-Plus ducten krijgen een "koudereserve".
W Leg vervolgens de verse levensmiddelen erin. Op het
typeplaatje (zie onder "Invriescapaciteit ... kg/24h") vindt u hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur maximaal kunt invriezen*.
Verdeel de verse levensmiddelen zo breed mogelijk over
de bodem van het vriesgedeelte en laat ze niet in aanra­king komen met reeds ingevroren diepvriesproducten.
W Na nog eens 24 uur zijn de nieuwe, in te vriezen levens-
middelen door en door bevroren.
- Draai de temperatuurregelaar weer in de oorspronkelijke stand terug. Schakel Cool-Plus 2 weer uit. Het normale koelproces komt weer op gang. Het invriezen is voltooid.
2 in. Reeds ingevroren diepvriespro-
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
W Diepvriesproducten (reeds ingevroren levensmiddelen)
kunt u onmiddellijk in het koude vriesgedeelte leggen, hetzelfde geldt voor tot ca. 1 kg verse levensmiddelen per dag.
W Vries eenmaal ontdooide levensmiddelen bij voorkeur
niet opnieuw in, maar bereid ze direct na het ontdooien.
W Als richtwaarde voor de bewaarduur van verschillende
levensmiddelen in het vriesvak geldt:
Consumptieijs 2 tot 6 Maanden
Worst, ham 2 tot 6 Maanden
Brood, bakproducten 2 tot 6 Maanden
Wild, varken 6 tot 10 Maanden
Vis, vet 2 tot 6 Maanden
Vis, mager 6 tot 12 Maanden
Kaas 2 tot 6 Maanden
Gevogelte, rund 6 tot 12 Maanden
Groente, fruit 6 tot 12 Maanden
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
23
Page 6
24
5 Ontdooien, reinigen
6 Storingen - Problemen?
Ontdooien
Het koelgedeelte
ontdooit automatisch. Het vrijkomende water ver­dampt door de vrijkomende warmte van de compres­sor - waterdruppels op de achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing. W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater
ongehinderd door de afvoeropening (pijl in afb. A) in de achterwand kan wegstromen.
Het vriesgedeelte
W Schakel het apparaat uit om het te laten ontdooien:
- trek de stekker uit het stopcontact of
- draai de temperatuurregelaar in de stand "0". W Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diep-
vrieslade, in kranten of dekens gewikkeld, op een koele plaats.
W Plaats een pan heet (niet: kokend) water op een van de
middelste platen om het apparaat sneller te laten ont­dooien.
Gebruik voor het ontdooien geen elektrische verwar-
mings- of stoomreinigingsapparaten, ontdooisprays, open vuur of metalen voorwerpen om ijs te verwijde­ren. Gevaar voor verwondingen en beschadigingen!
W Laat de deur van het apparaat tijdens het ontdooien
open staan. Neem het laatste dooiwater met een spons of doek op. Maak het apparaat vervolgens schoon.
Reinigen
W Voor het reinigen in principe het apparaat
buiten bedrijf plaatsen. De netstekker uit het
stopcontact trekken, of de zekeringen uitne-
men resp. uitschakelen.
W
Schappen, glasplaten en andere uitrustingsdelen met de
hand reinigen. W De buitenwanden, de binnenruimte en onderdelen van de
uitrusting met lauw water en wat spoelmiddel met de hand
reinigen. Geen stoomreinigers gebruiken - gevaar op letsels
en schade! Gebruik geen schurende of krassende sponsen, geen gecon
centreerde reinigingsmiddelen en in geen geval zand-, chlori-
de- of zuurhoudende poets- of chemische oplosmiddelen. W Aanbevolen zijn zachte poetsdoeken en een allesreiniger
met een neutrale pH-waarde. Binnen in het apparaat alleen
reinigings- en onderhoudsmiddelen gebruiken, die zonder
bezwaar kunnen worden gebruikt in combinatie met levens-
middelen.
W Voor apparaten in roestvrij stalen uitvoering*:
- Zijwanden en deuroppervlakken uitsluitend met een scho-
ne, zachte, zonodig licht vochtige doek (water + afwas-
middel) reinigen. Optioneel kan ook een microvezeldoek
worden gebruikt.
W Let er op dat er geen reinigingswater terecht komt in de
verluchtingsgleuven, de elektrische onderdelen en in de
afloopgeul*. Het apparaat droog wrijven. W Het typeplaatje aan de binnenzijde van het apparaat niet
beschadigen of verwijderen - het is belangrijk voor de
klantendienst. W Reinig de afloopopening aan de rugzijde boven de gro-
enteladen vaker, afb. A, pijl. Eventueel met een dun hulpmiddel, bijv. een wattenstaaf
je of iets dergelijks reinigen.
W Let er op, dat er geen kabels of andere onderdelen worden
afgescheurd, geknikt of beschadigd. W Het apparaat daarna terug aansluiten/inschakelen.
-
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensdu­ur gegarandeerd is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de ga­rantietermijn - de reparatiekosten in rekening brengen. De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen: Storing mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat werkt niet.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het apparaat ingeschakeld?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder "Binnenverlichting" beschreven.
Binnenverlichting brandt als de Cool-Plus is ingeschakeld:
- Dit is noodzakelijk voor de Cool-Plus-functie en is in orde.
- Om de volledige Cool-Plus functie te kunnen waarbor­gen, moet de defecte gloeilamp zo snel mogelijk worden vervangen.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Wor­den meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: oorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit stroomt.
Een kort
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets har-
der als het aggregaat wordt ingeschakeld.
De temperatuur is niet laag genoeg.
- Is de temperatuur goed ingesteld? Stel indien nodig een lagere temperatuur in.
-
- De losse thermometer in het apparaat geeft een foute temperatuur weer.
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting? Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog? (zie passage "Be palingen")
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur van zelf weer wordt bereikt.
stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) ver-
klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorza­ken vaststellen en de storing niet zelf verhelpen, neem dan a.u.b. contact op met de dichtstbijzijnde techni­sche dienst (zie bijgevoegd overzicht) en geef de volgende
gegevens op het typeplaatje door: de typeaanduiding 1, het service- 2, het apparaatnummer 3. Hierdoor wordt
een snelle en efficiënte service mogelijk. Het typeplaatje vindt u op de linker binnenkant van het apparaat.
-
-
Indien het apparaat langere tijd buiten bedrijf geplaatst werd, dan het apparaat leeg maken, de netstekker uit het stopcontact trekken, zoals beschreven reinigen en de deur van het apparaat laten open staan, om de vorming van geuren te vermijden.
* afhankelijk van model en uitvoering
Page 7
7 Opstel- en ombouwaanwijzingen
Vouw voor het lezen de inslagpagina achterin met de afbeeldingen eruit.
Het apparaat niet side-by-side met een andere koel­/vrieskast plaatsen! Belangrijk voor het vermijden van condensatiewater en daaruit resulterende schade. De uitwendige afmetingen van het apparaat vindt u in afb. S op de laatste pagina.
Model Afmetingen (mm) Nom. breedte
CT 2011 550 560 1127 629 615 1230
CT(esf)2041 550 560 1127 629 615 1230
CT 2411 550 560 1127 629 615 1425
CT(esf)2431 550 560 1127 629 615 1425
CT 2831 550 560 1127 629 615 1570
A C D E G H
Draairichting deur veranderen
Afb. T/T1/T2: Desgewenst kan de draairichting worden veranderd. Ga hiervoor volgens afb. T, T1/T2 en in de volgorde van de positienummers te werk.
Inbouw in het keukenblok
Afb. U: De apparaten kunnen door de keukeninrichting omgeven worden. Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te passen kunt u er een opbouwkast 1 op plaatsen. Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een ventilatieruimte van ten minste 50 mm diepte vrij voor de toevoer en afvoer van lucht. De ventilatieruimte moet een minimale oppervlakte van 300 cm2 hebben. Hoe groter de oppervlakte van de ventilatieruimte, des te energiezuiniger werkt het apparaat. W Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een
muur 4 neem dan een afstandlijst (breedte min. 30 mm) tussen apparaat en muur op.
NL
1 opbouwkast 2 koel-/vrieskast 3 keukenmeubel 4 muur
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
25
Page 8
420
580
min.
50
ca.30
min. 300 cm
2
[mm]
4
3
2
1
550
U
S
10
[mm]
H
A
G
E
D
C
Page 9
Loading...