Gebrauchsanweisung
Kühl-Gefrierkombination
D
Operating instructions
combined refrigerator-freezer
Gebruiksaanwijzing
koel-vriescombinatie
Mode d’emploi
combinés réfrigérateur-congélateur
Istruzione d’uso
combinazione frigo-congelatore
Instrucciones de manejo
combinación de frigorífico-congelador
Manual de utilização
Combinado frigorífico-congelador
Kullaným Kýlavuzu
Soðutucu-Dondurucu-Kombinasyonu
Οδηγίες Χρήσης
Ψυγειοκαταψύκτης
GB
NL
F
I
E
P
TR
GR
7081 869-03
CTP/CTPesf 29../32.. 4210
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
• Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen verstikkingsgevaar door folies!
• Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het
ongesorteerde afval worden afgevoerd.
• Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek
de stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer
door en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet kunnen opsluiten.
• Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens
het transport van het afgedankte apparaat niet wordt
beschadigd.
• Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het typeplaatje.
• Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften
en wetten.
Inhoud Pagina
Energie sparen, Opstellen, Aansluiten,
Het apparaat in- en uitschakelen, De temperatuur instellen
Uitrustingsdelen wijzigen, Binnenverlichting.............................15
Koelen, Invriezen ......................................................................16
Aanwijzingen voor het invriezen en het bewaren
Ontdooien, reinigen ..................................................................17
Storingen, Buiten bedrijf zetten, Inbouw in een keukenvak ...... 18
Deuraanslag omkeren ..............................................................19
Klimaatklasse
Het apparaat is naargelang de klimaatklasse bedoeld voor gebruik bij
bepaalde omgevingstemperaturen. Ze mogen niet worden overschreden! U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje.
Klimaatklasse Omgevingtemperatuur
SN + 10° tot + 32 °C
N + 16° tot + 32 °C
ST + 16° tot + 38 °C
T + 16° tot + 43 °C
Apparaat- en uitrustingsoverzicht
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met
twee personen uit en stel het samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór het
aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
op en houd u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van een
goede werking.
• Koppel het apparaat bij een storing los van de netspanning. Trek de
stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast los.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar bij de
stekker zelf.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door de tech
nische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien er anders grote
gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan. Hetzelfde geldt voor
het vervangen van het netsnoer.
Gebruik binnen in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
•
Let er tijdens het vervoer en het reinigen van het apparaat goed op dat
het koelcircuit niet wordt beschadigd. Bij beschadigingen het apparaat uit
de buurt van ontstekingsbronnen houden en de ruimte goed verluchten.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen.
•
Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring
en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid
verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen
of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht
achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom langdurig huidcontact met koude oppervlakken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen. Dit leiden tot pijn, een dof gevoel en
bevriezing. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen,
bijv. handschoenen dragen.
• Consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet meteen na het
uit het apparaat nemen en niet te koud gebruiken. Extreem lage temperaturen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond veroorzaken.
• Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum heen
zijn of te lang in het apparaat liggen aangezien u hierdoor een voedselvergiftiging kunt oplopen.
• Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmiddelen.
Voor het bedrijfsmatig koelen van levensmiddelen moeten de van
toepassing zijnde wettelijke voorschriften opgevolgd worden.
Het apparaat is niet geschikt voor opslag en koeling van medicijnen,
bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke onder de richtlijn
2007/47/EG voor medische hulpmiddelen vallende stoffen en producten. Misbruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opgeslagen waren en het bederf daarvan leiden. Verder is het apparaat
niet geschikt voor het gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving.
Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgas-
•
sen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat. Eventueel vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken worden.
U herkent dergelijke spuitbussen aan het waarschuwingssymbool bestaande uit enkele vlammen met eronder de tekst “Licht ontvlambaar”.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
• De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TLlampen)
in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en
niet geschikt als kamerverlichting.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
-
* afhankelijk van model en uitvoering
Bedienings- en
controle-elementen
Rooster
Vriesruimte
Botervak
Verplaatsbare deurinstellingen
Verplaatsbare flessen- en
conservenhouder
Verplaatsbare bergvlakken
Binnenverlichting
Dooiwaterafvoer
Bergvak voor hoge flessen
Flessendraagrooster*
Typeplaatje
Groenteladen
Instelvoeten
Afmetingen apparaat
CTP 29.. A = 1550 mm
CTP 32.. A = 1690 mm
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
- Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naasteen fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
- Zet de levensmiddelen soort bij soort.
- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
Rijpvorming wordt vermeden.
- Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamertemperatuur.
- Diepvriesproducten in de koelruimte
laten ontdooien.
- Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaatontdooien.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
- de koelmachine met warmtewisselaar
-metalen rooster aan de achterkant van
het apparaat -eens per jaar afstoffen.
Opstellen
•
De ondergrond moet vlak en waterpas zijn. Oneffenheden in de vloer met de bijgeleverde sleutel via één of meer stelpoten uitregelen.
• Het apparaat steeds direct aan de wand opstellen.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af.
• Plaats geen apparaten die warmte afgeven op het apparaat,
bijv. magnetron, broodrooster enz.
• Plaats vanwege brandgevaar geen brandende kaarsen,
lampen en andere voorwerpen met open vlammen op het
koel-/vriesapparaat.
• De plaats van opstelling van het apparaat moet volgens de norm
EN 378 per 8g koudemiddelvulling R 600a een volume hebben
van 1 m3, zodat er bij lekken van de koelmiddelkringloop een
ontsteekbaar gas-luchtmengsel op de plaats van opstelling kan
ontstaan. De opgave van de hoeveelheid koelmiddel vindt u op
het typeplaatje binnen in het apparaat.
• Brandgevaar door vocht!
Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting
vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
- Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten
ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of
binnen bereik van spatwater plaatsen.
• VOORZICHTIG! Gevaar voor verwonding en beschadiging
door verkeerd transport!
- Het apparaat verpakt transporteren.
- Het apparaat overeind transporteren.
- Het apparaat niet alleen transporteren.
• Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden ver-
schoven.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van opstelling moeten overeenkomen met de informatie op het typeplaatje.
Het typeplaatje bevindt zich links binnen. Het stopcontact moet
zijn gezekerd met en zekering van 10 A of meer, buiten de rugzijde van het apparaat liggen en gemakkelijk toegankelijk zijn.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een stekkerdoos - gevaar op oververhitting.
• Het apparaat alleen via een volgens de voorschriften
geaard stopcontact met beschermingsaarde aansluiten.
Het apparaat in- en uitschakelen
Het verdient aanbeveling het apparaat voor het in bedrijf nemen
te reinigen (zie ook “Reinigen”).
Inschakelen, afb. A1:
De netstekker in het stopcontact stoppen. Met een muntje de
pijl van de temperatuurregeling 1 op een stand tussen “0” en
“max” draaien. Het temperatuurdisplay 3 geeft de ingestelde
binnentemperatuur.
Uitschakelen:
de netstekker uit het stopcontact trekken of de temperatuurregeling op “0” zetten.
De temperatuur instellen
De temperatuur wordt met de temperatuurregeling 1 ingesteld. Naargelang de stand van de regeling verandert de
weergave van de gewenste temperatuur op het display 3.
Indien er diepgevroren maaltijden in het vriesvak worden
bewaard, adviseren we de regelaar in te stellen tussen 5 °C
en 3 °C. Dan worden vaktemperaturen van -18 °C of lager
bereikt.
Tip: de aanduiding op het display staat niet voor de geldende binnentemperatuur maar voor de gewenste temperatuurinstelling.
Uitrustingsdelen wijzigen
De bergvlakken, afb. A3, zijn naargelang de grootte van de te koelen
producten verplaatsbaar. Hiertoe de
vlakken vooraan opheffen, voor de
helft uitnemen en naar onder (resp.
boven) wegzwenken.
De draagvlakken steeds met de aanslagbeugel/aanslagrand achter naar
boven inschuiven, om te voorkomen
dat levensmiddelen tegen de rugzijde
aanvriezen.
De deurvakken verplaatsen, afb. A2
De vakken loodrecht naar boven
schuiven, naar voor uitnemen en op
een andere hoogte in de omgekeerde
volgorde terug inschuiven.
Door verschuiven van de flessen-
houder, afb. A2, kunt u flessen bevei-
ligen tegen omvallen bij het openen en
sluiten van de deur.Voor het reinigen
kan de houder afgenomen worden:
- afb. A2: De houder geheel naar
rechts of links langs het deurvak
schuiven en laten vergrendelen.
Afb. A4. Indien u plaats nodig heeft voor hoge flessen en
vaatwerk,kunt u de halve glasplaat 1 gewoon naar achter
schuiven. Voor het reinigen kunnen de houddelen 2voor
de halve glasplaten worden afgenomen.
Binnenverlichting
Gegevens gloeilamp: 25 W (gebruik in geen geval een
lamp van meer dan 25 W), de spanning moet overeen komen met de informatie op het typeplaatje. Fitting: E 14.
Vervangen van de gloeilamp:
De netstekker uittrekken of de zekering uitdraaien.
• De lampafdekking volgens afb.
uithaken 2.
• De gloeilamp volgens afb.
indraaien op dat de afdichting correct in de lampfitting zit.
• Zet het afdekking achter terug en druk de zijkanten vast.
F1 losklikken 1 en daarna
F2 vervangen. Let er bij het
NL
15