LIEBHERR GN 5275, GN 3235-20, GN 4375-21, GNef 4335-20, GN 3835 User Manual [nl]

...
Page 1
Gebruiks- en montagehandleiding
Vrieskast
20190928
7088185 - 00
(S)GN(i/ef/es/bs)
Page 2
Het apparaat in vogelvlucht
Inhoudsopgave
1 Het apparaat in vogelvlucht.................................. 2
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht........................... 2
1.3 Conformiteit.............................................................. 3
1.5 Plaatsingsmaten....................................................... 3
1.7 SmartGrid................................................................. 4
1.8 SmartDevice ............................................................ 4
2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 4
3.1 Homebeeldscherm................................................... 5
3.2 Bedieningsstructuur................................................. 5
3.5 Apparaatopties......................................................... 6
4 In gebruik nemen................................................... 7
4.2 Apparaat opstellen................................................... 7
4.7 Apparaat aansluiten................................................. 16
4.8 Apparaat inschakelen............................................... 16
5 Bediening................................................................ 17
5.1 Temperatuureenheid wijzigen................................... 17
5.2 Kinderbeveiliging...................................................... 18
5.3 Sabbatmodus........................................................... 18
5.5 Bewaartijden............................................................ 18
5.8 SuperFrost................................................................ 19
5.12 Uittrekrails*............................................................... 20
6 Onderhoud.............................................................. 22
6.1 Ontdooien met NoFrost............................................ 22
6.2 Het ventilatierooster reinigen.................................... 22
7 Storingen................................................................ 23
9 Uitzetten.................................................................. 26
9.2 Buiten werking stellen............................................... 26
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Daarom vragen wij om uw begrip voor het feit dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b.
De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*).
Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een gebruiksresultaten met een
.
1 Het apparaat in vogelvlucht
1.1 Apparaten- en uitrustingsoverzicht
Voorbeeldweergave van het apparaatmodel
Fig. 1
(1) Sluitdempers* (8) Typeplaatje (2) Bedienings- en
controle-elementen
(3) NoFrost-voorziening (10) IceMaker* (4) Vrieslade (11) Koelaccu (5) Ventilatieroosters (12) Statusweergave* (6) Stelvoeten (13) LED-binnenverlichting (7) Transportdraaggrepen
voor, transportrollen achter
Aanwijzing
Plateaus, schuifladen of manden zijn in de geleverde
u
toestand voor een optimale energie-efficiëntie ingedeeld.
1.2 Toepassingsgebied van het appa­raat
Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is uitsluitend geschikt voor het koelen van levensmiddelen voor huishoudelijke of soortgelijke doeleinden. Hieronder valt bijv. het gebruik
-
in privékeukens, ontbijtgelegenheden,
-
door gasten in landhuizen, hotels, motels en andere accommodaties,
(9) VarioSpace
(14) Transportdraaggrepen
achter
,
2 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 3
-
bij catering en vergelijkbare service in de groothandel.
Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Voorzienbaar verkeerd gebruik
De volgende toepassingen zijn uitdrukkelijk verboden:
-
Opslag en koeling van medicijnen, bloed­plasma, laboratoriumpreparaten of vergelijk­bare, overeenkomstig de Europese richtlijn 2007/47/EG medische hulpmiddelen, ten grondslag liggende stoffen en producten
-
Gebruik in explosiegevaarlijke gebieden
-
Gebruik op beweegbare ondergronden zoals schepen, railverkeer of vliegtuigen
-
Opslag van levende dieren
Verkeerd gebruik van het apparaat kan tot beschadigingen van de opgeslagen goederen of het bederf hiervan leiden.
Klimaatklassen
Het apparaat kan afhankelijk van de klimaat­klasse, bij begrensde omgevingstemperaturen, worden gebruikt. De voor uw apparaat betref­fende klimaatklasse staat op het typeplaatje vermeld.
Het apparaat in vogelvlucht
1.5 Plaatsingsmaten
Aanwijzing
Om een probleemloze werking te waar-
u
borgen, moet de aangegeven omgevingstem­peratuur worden aangehouden.
Klimaatklasse voor omgevingstemperaturen
SN, N t/m 32 °C
ST t/m 38 °C
T t/m 43 °C
Een probleemloze werking van het apparaat is gewaarborgd tot een omgevingstemperatuur van 5 °C.
1.3 Conformiteit
Het koudemiddelcircuit is gecontroleerd op dichtheid. Het apparaat voldoet aan de desbetreffende veiligheidsvoor­schriften alsmede de richtlijnen 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2009/125/EG, 2011/65/EU en 2010/30/EU.
1.4 Productgegevens
De productgegevens zijn conform de richtlijn van de (EU) 2017/1369 bij het apparaat gevoegd. Het volledige productge­gevensblad kunt op de website van Liebherr in het download­bereik downloaden.
Fig. 2
Model* a
GN
28..
GN
32..
GN
37..
(S)GN( i/es/ef/ bs)
43..
GNi
43..
Model* a
GN
38..
GN
52..
x
Bij gebruik van wandafstandshouders wordt de maat met
15 mm (zie 4.2) vergroot.
b
[mm]
[mm]
*
*
600 1250
1450
1650
1850
1850
b
[mm]
[mm]
*
*
700 1350
1950
c
d
e
[mm]
[mm]
[mm]
*
*
*
600 x665 x709
c
d
e
[mm]
[mm]
[mm]
*
*
*
685 x750 x794
f
g
[mm]
[mm]
*
*
x
1223 x640 90
f
g
[mm]
[mm]
*
*
x
1408 x740 90
h [°]*
h [°]*
1.6 Energie sparen
Let altijd op de be- en ontluchting. Dek de ventilatieope-
-
ningen resp. -roosters niet af.
* afhankelijk van model en uitvoering 3
Page 4
Algemene veiligheidsvoorschriften
Houd de ventilatieluchtopeningen altijd vrij.
-
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
-
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Het energieverbruik is afhankelijk van de plaatsingscondities
-
zoals bijv. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) . Bij een van de normtemperatuur afwijkende omgevingstemperatuur van 25° C kan het energieverbruik veranderen. Open het apparaat, indien mogelijk zo kort mogelijk.
-
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, hoe hoger het
-
energieverbruik. Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt bewaren.
-
Condensvorming wordt voorkomen. Warme gerechten plaatsen: eerst tot op kamertemperatuur
-
laten afkoelen.
1.7 SmartGrid
Afhankelijk van model en uitvoering is uw apparaat voorbereid voor de toekomst­technologie "SmartGrid".
SmartGrid is een toekomstige mogelijkheid om de individuele energiekosten via een intelligente elektriciteitsmeter van de energieleverancier te laten dalen. Bij de aanwezigheid van energieoverschotten, bijvoorbeeld door de toevoer van regene­ratieve energie, worden huishoudens voorzien van voordelige stroom. Diepvrieskasten met SmartGrid-ready zijn nu reeds voorbereid voor deze toekomsttechnologie. Met een daarvoor benodigde extra module zullen de apparaten in staat zijn om de energiekosten te optimaliseren.
Meer informatie over de voordelen, voorwaarden en werkwijze vindt u op internet op de homepage van uw energieleverancier en op www.liebherr.com.
1.8 SmartDevice
Het apparaat is voor de integratie in een Smart Home en voor uitgebreidere servicevoorzieningen voorbereid. Door een SmartDeviceBox kunnen overige opties worden vrijgeschakeld. De activering vindt plaats via het klantenportaal MyLiebherr.
Nadere informatie over de beschikbaarheid, voorwaarden en de afzonderlijke opties vindt u op internet onder: www.smartde­vice.liebherr.com.
2 Algemene veiligheidsvoor­schriften
Gevaren voor de gebruiker:
-
Dit apparaat kan door kinderen alsmede door personen met verminderde psychische, sensorische of mentale bekwaamheden of een gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt onder toezicht van een derde of met betrekking tot het veilige gebruik van het apparaat zijn onderwezen en de gevaren kennen en begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. De reiniging en het onderhoud mag niet door kinderen zonder
toezicht worden uitgevoerd. Kinderen van 3-8 jaar mogen het apparaat inladen en uitladen. Kinderen jonger dan 3 jaar dienen uit de buurt van het apparaat te worden gehouden, als het apparaat niet continu onder toezicht staat.
-
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit het stopcontact trekt, altijd bij de stekker nemen. Niet aan het snoer trekken.
-
Trek, in geval van een storing, de stekker uit het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
-
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
-
Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de klantenservice of ander hier­voor opgeleid vakpersoneel laten uitvoeren.
-
Het apparaat alleen conform de beschrijving in de handleiding monteren, aansluiten en afvoeren.
-
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de volgende eige­naar door.
-
Alle reparaties resp. aanpassingen aan de IceMaker alleen laten uitvoeren door de Tech­nische Dienst of ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.*
-
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die door een verkeerde aansluiting aan de watervoorziening is ontstaan.*
-
Speciale lampen zoals LED-lampen in het apparaat dienen voor de verlichting van de binnenruimte van het apparaat en zijn niet geschikt voor de verlichting van de ruimte.
Brandgevaar:
-
Het gebruikte koelmiddel (gegevens op het typeplaatje) is milieuvriendelijk maar brand­baar. Koelmiddel dat ontsnapt kan ontbranden.
Pijpleidingen van het koelcircuit niet beschadigen.
Gebruik binnen in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Binnen het apparaat geen elektrische toestellen gebruiken (bijv. stoomreinigers, verwarmingen, ijsmakers, enz.).
Als koudemiddel weglekt: Open vuur of ontstekingsbronnen vlakbij het lek verwij­deren. Vertrek goed ventileren. Informeer de klantendienst.
-
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan, propaan, pentaan enz. in het apparaat bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar aan de op de verpakking vermelde inhouds­stoffen of een vlammensymbool. Eventueel ontsnappende gassen kunnen door elektri­sche componenten vlam vatten.
4 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 5
-
Houd brandende kaarsen, lampen en andere voorwerpen met open vlammen uit de buurt van het apparaat, zodat ze geen brand veroorzaken.
-
Alkoholische dranken of andere verpakkingen die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed afgesloten worden bewaard. Eventueel uittre­dende alcohol kan door elektrische compo­nenten vlam vatten.
Gevaar voor vallen en omkiepen:
-
Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen misbruiken. Dit geldt in het bijzonder voor kinderen.
-
Kantelgevaar bij geopende deur als het appa­raat nog niet correct werd ingebouwd.
Gevaar voor voedselvergiftiging:
-
Te lang opgeslagen levensmiddelen niet meer nuttigen.
Gevaar voor bevriezingen, gevoelloosheid en pijn:
-
Langdurig huidcontact met koude opper­vlakken en gekoelde of ingevroren levensmid­delen vermijden of veiligheidsmaatregelen treffen, b.v. handschoenen dragen. Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes niet onmiddellijk en niet te koud consumeren.
Gevaar voor verwonding en beschadiging:
-
Hete stoom kan letsel tot gevolg hebben. Voor het ontdooien geen elektrische kachel­tjes of stoomreinigers, open vuur of ontdoois­pray gebruiken.
-
IJs niet met scherpe voorwerpen verwijderen.
Klemgevaar:
-
Bij het openen en sluiten van de deur niet in het scharnier grijpen. Vingers kunnen inge­klemd raken.
Symbolen op het apparaat:
Het symbool kan zich op de compressor bevinden. Het heeft betrekking op de olie in de compressor en wijst op het volgende gevaar: Kan bij het inslikken en indringen in de luchtwegen dodelijk zijn. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. In de normale modus bestaat er geen gevaar.
Het symbool bevindt zich op de compressor en wijst op het gevaar van ontvlambare stoffen.
Deze of een vergelijkbare sticker kan op de achterkant van het apparaat zijn aange­bracht. Deze heeft betrekking op de schuim­panelen in de deur en/of de behuizing. Deze aanwijzing is alleen voor het recyclingproces van belang. De sticker niet verwijderen.
Bedienings- en controle-elementen
Neem de specifieke aanwijzingen in de overige hoofdstukken in acht:
GEVAAR duidt een direct gevaar aan, die de
dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
WAAR­SCHUWING
VOORZICH TIG
LET OP duidt een gevaarlijke situatie aan,
Aanwijzing geeft aan dat praktische aanwij-
duidt een gevaarlijke situatie aan, die de dood of ernstig lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
duidt een gevaarlijke situatie aan, die licht of middelzwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
die materiële schade tot gevolg kan hebben wanneer dit gevaar niet vermeden wordt.
zingen en tips gegeven worden.
3 Bedienings- en controle­elementen
3.1 Homebeeldscherm
Fig. 3
(1) Veld vriesgedeelte (3) Beeldscherm (2) Menuveld
Het homebeeldscherm is de uitgangsweergave voor de gebruiker. Van hieruit worden alle instellingen uitgevoerd.
Door op het beeldscherm te drukken kunnen de functies worden opgeroepen en de waarden worden gewijzigd.
3.2 Bedieningsstructuur
Veld vriesgedeelte
Fig. 4
(1) Symbool vriesgedeelte (2) Temperatuurweergave
vriesgedeelte
In het veld vriesgedeelte wordt de ingestelde temperatuur van het vriesgedeelte weergegeven.
De volgende instellingen kunnen worden uitgevoerd:
Temperatuurinstellingen
-
Apparaat uitschakelen, beeldscherm blijft functioneel.
-
* afhankelijk van model en uitvoering 5
Page 6
Bedienings- en controle-elementen
Menuveld
Fig. 5
(1) Hoofdmenu (2) Geactiveerde optie
Het menuveld biedt toegang tot de opties en instellingen van het apparaat. Bovendien worden geactiveerde opties weerge­geven.
3.3 Navigatie
Door op menu te drukken krijgt u toegang tot de afzonderlijke opties. Na bevestiging van een optie of instelling klinkt een geluidssignaal. De weergave wisselt naar het homebeelds­cherm.
De bediening van het apparaat vindt plaats via de volgende symbolen:
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone inscha­kelen.
Menu:
Opties oproepen.
Min / Plus:
Instelling veranderen (bijv. tempera­tuur regelen).
Navigatiepijl links / rechts:
Opties kiezen en in het menu navi­geren.
Met de navigatiepijlen kan men door de afzonderlijke opties bladeren. Na de laatste optie wordt de eerste optie weer weergegeven.
Terug:
Keuze annuleren.
De weergave wisselt naar het volgende hogere niveau resp. naar het homebeeldscherm.
OK:
Keuze bevestigen.
Na bevestiging wisselt de weergave naar het homebeeldscherm.
ON / OFF, START / STOP
Optie activeren / deactiveren.
Na activering of deactivering van een optie wisselt de weergave naar het homebeeldscherm.
RESET:
Timer terugzetten.
Aanwijzing
Als na 1 minuut geen keuze plaatsvindt, wisselt de weergave naar het homebeeldscherm.
3.4 Symbolen
De symbolen geven informatie over de actuele staat van het apparaat.
Pijlen omhoog:
Temperatuur wordt verhoogd.
Pijlen omlaag:
Temperatuur wordt verlaagd.
Stand-by:
Apparaat of temperatuurzone is uitgeschakeld.
Meldingen:
Actieve foutmeldingen en herinne­ringen zijn aanwezig.
3.5 Apparaatopties
De volgende opties kunnen geactiveerd of ingesteld worden, toelichtingen en instelmogelijkheid, (zie 5) :
Symbool Optie
SuperFrost
SabbathMode
IceMakerx*
*
Kinderbeveiliging
Temperatuureenheid
Statusweergavex*
*
Smart Gridx*
x
Is de optie geactiveerd, wordt het bijbehorende symbool in het
menuveld weergegeven. Bij meer dan 6 geactiveerde opties worden in het menuveld
alleen 4 opties weergegeven. De overige opties worden door het drukken op de onderste navigatiepijl weergegeven. Door herhaaldelijk op de navigatiepijl te drukken, komt u terug bij de beginweergave.
Het symbool verdwijnt als de optie eindigt of wordt gedeacti­veerd.
x
x
Toegang klantenservice
6 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 7
In gebruik nemen
4 In gebruik nemen
4.1 Apparaat transporteren
Gevaar voor verwonding en beschadiging door verkeerd trans­port!
u u u
4.2 Apparaat opstellen
Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting.
u
Brandgevaar door kortsluiting! Wanneer netsnoer/stekker van het apparaat of een ander apparaat en de achterzijde van het apparaat tegen elkaar liggen, kunnen netsnoer/stekker door trillen van het apparaat worden beschadigd, wat tot kortsluiting kan leiden.
u
u
Brandgevaar door koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel is milieuvriendelijk maar brandbaar. Koelmiddel dat ontsnapt kan ontbranden.
u
VOORZICHTIG
Het apparaat verpakt transporteren. Het apparaat rechtop transporteren. Het apparaat niet alleen transporteren.
WAARSCHUWING
Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
WAARSCHUWING
Apparaat zo opstellen, dat stekker of netsnoer niet tegen het apparaat liggen. Stopcontacten die zich aan de achterzijde van het apparaat bevinden niet gebruiken om het apparaat of andere appa­raten aan te sluiten.
WAARSCHUWING
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit niet bescha­digen.
Aanwijzing
Worden meerdere apparaten naast elkaar geplaatst, moet een afstand van 70 mm tussen de apparaten worden gelaten. Wordt deze afstand niet aangehouden, vormt zich condens­water tussen de zijwanden van de apparaten.*
Fig. 6
*
Bij schade aan het apparaat onmiddellijk vóór het aansluiten
q
contact met de leverancier opnemen. De vloer op de standplaats moet horizontaal en vlak zijn.
q
Plaats het apparaat niet naast een fornuis, verwarming of
q
dergelijke, en stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht. Een optimale standplaats is een droge en goed geventi-
q
leerde ruimte. Het apparaat met de achterkant en het gebruik van de
q
meegeleverde wandafstandhouders (zie onder) altijd direct tegen de wand plaatsen. Het apparaat mag alleen in onbeladen toestand worden
q
verplaatst. De ondergrond van het apparaat moet dezelfde hoogte
q
hebben als de omgeven bodem. Het apparaat niet zonder hulp plaatsen.
q
Des te meer koelmiddel in het apparaat aanwezig is, des te
q
groter moet de ruimte zijn waarin het apparaat staat. In te kleine ruimten kan bij een lek een brandbaar gas-lucht­mengsel ontstaan. Per 8 g koelmiddel moet de ruimte mini­maal 1 m3 groot zijn. Gegevens over het gebruikte koel­middel staan op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Haal de beschermfolie van de buitenzijde van het apparaat.*
u
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij staal! De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating. Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
Gevaar voor brand en beschadiging!
Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron,
u
toaster enz. op het apparaat!
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Gevaar voor brand en beschadiging door verstopte ventilatie­openingen!
De ventilatieopeningen regelmatig schoonmaken. Zorg altijd
u
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Wanneer uw apparaat een side-by-side (SBS) apparaat is:*
LET OP
Gevaar voor beschadiging door condenswater!
het apparaat niet strak naast een ander koel-/vriesapparaat
u
zetten.
aan.
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede gelakte
u
deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend afvegen met een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling een beetje water of een neutraal reinigingsmiddel gebruiken. Optioneel kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
Trek de beschermfolie van de sierlijsten en van de lade-
u
fronten. Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen.
u
De afstandhouders dienen gebruikt te worden om het opge­geven energieverbruik te bereiken en het condenswater bij een hoge omgevingsvochtigheid te voorkomen. Daardoor wordt de diepte van het apparaat vergroot met circa 15 mm. Het appa­raat is zonder gebruik van de afstandhouder volledig functio­neel, alleen het verbruik is een beetje hoger.
* afhankelijk van model en uitvoering 7
Page 8
In gebruik nemen
Bij een apparaat met meegele-
u
verde wandafstandhouders deze links- en rechtsonder aan de achterzijde van het apparaat monteren.
LET OP
Beschadigingsgevaar voor Side-by-Side modellen door condenswater!* Bepaalde apparaten kunnen als Side-by-Side modellen (twee apparaten naast elkaar) worden opgesteld. Wanneer uw apparaat een Side-by-Side (SBS) apparaat is:
SBS-combinatie overeenkomstig het bijlageblad plaatsen.
u
Wanneer de plaatsing van de apparaten vastgelegd is:
deurscharniering niet veranderen.
u
Voer de verpakking af (zie 4.6) .
u
Stel het apparaat met de
u
meegeleverde steeksleutel en met behulp van de stelpootjes (A) en een waterpas stevig en vlak op.
Wanneer een Side-by-Side apparaat (S…) samen met een tweede apparaat wordt gemonteerd (als SBS-combinatie):* Volg de montagehandleiding van de Side-by-Side combi-
u
natie. (Toebehorenzak van het SBS-vriesapparaat resp. van het apparaat met vriesgedeelte)*
Aanwijzing
Apparaat reinigen (zie 6.3) .
u
Als het apparaat in een erg vochtige omgeving staat, kan er condens worden gevormd op de buitenkant van het apparaat.
Zorg altijd goed voor een goede ventilatie van de plaatsings-
u
ruimte.
4.3 Deurscharniering veranderen
Indien nodig kunt u de scharniering veranderen:
Zorg ervoor dat de volgende gereedschappen klaarliggen:
Torx® 25 (T25)
q
Torx® 15 (T15)
q
Sleufschroevendraaier
q
Steeksleutel M10
q
Waterpas
q
Bijgevoegde steeksleutel met T25-gereedschap
q
Indien nodig een accuboormachine
q
Indien nodig trapladder
q
Indien nodig een tweede persoon inzetten voor de montage-
q
werkzaamheden
Voor apparaten met sluitdempers zijn de volgende para­grafen van toepassing:*
Voor apparaten met sluitdempers
q
Voor alle apparaten
q
Voor apparaten zonder sluitdempers zijn de volgende para- grafen van toepassingen:*
Voor apparaten zonder sluitdemper
q
Voor alle apparaten
q
4.3.1 Sluitdempers verwijderen*
Voor apparaten met sluitdemper:*
Fig. 7
Deur openen.
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging! Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt. niet goed en is de koeling niet voldoende.
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Buitenste afdekking verwijderen.
u
Lagerbusafdekking ontgrendelen en losmaken. Afdekking
u
van de lagerbus verwijderen. Paneel met de sleufschroevendraaier losmaken en naar de
u
zijkant draaien.
Fig. 7 (3)
Fig. 7 (1)
Fig. 7 (2)
Fig. 8
8 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 9
In gebruik nemen
Klemgevaar door dichtklappen scharnier!
Vergrendeling vastklikken.
u
Borging in de opening klikken.
u
Bout met schroevendraaier eruit schuiven.
u
Bout vanaf de bovenkant eruit halen.
u
Scharnier in de richting van de deur draaien.
u
Fig. 8 (1)
Fig. 8 (3)
Fig. 9
Lip met de sleufschroevendraaier indrukken.
u
Afdekking uit de vergrendeling trekken.
u
VOORZICHTIG
Fig. 8 (2)
Fig. 8 (4)
Fig. 9 (1)
Fig. 9 (2)
*
Fig. 11
Deur openen.*
u
LET OP
Gevaar voor beschadiging!* Wanneer de deurdichting wordt beschadigd sluit de deur evt. niet goed en is de koeling niet voldoende.
Beschadig de deur niet met de schroevendraaier!
u
Buitenste afdekking verwijderen.*
u
Lagerbusafdekking ontgrendelen en losmaken. Afdekking
u
van de lagerbus verwijderen.* Paneel met de sleufschroevendraaier losmaken en naar de
u
zijkant draaien.*
Voor alle apparaten:*
Fig. 11 (3)
Fig. 11 (1)
Fig. 11 (2)
Fig. 10
Schroef op de sluitdempereenheid met schroevendraaier
u
T15 ca. 14 mm losdraaien. Een schroevendraaier aan de kant van de handgreep achter
u
de sluitdempereenheid plaatsen en naar voren draaien.
Fig. 10 (1)
Fig. 10 (2)
Sluitdempereenheid eruit trekken.
u
Fig. 10 (3)
4.3.2 Deur eruit halen
Voor apparaten zonder sluitdemper:*
Fig. 12
* afhankelijk van model en uitvoering 9
Page 10
In gebruik nemen
Gevaar voor verwonding wanneer de deur eruit valt!
Deur goed vasthouden.
u
Deur voorzichtig neerzetten.
u
Veiligheidsafdekking voorzichtig eraf trekken.
u
Bout met schroevendraaier T15 een stukje eruit draaien.
u
Fig. 12 (1)
Fig. 12 (2)
VOORZICHTIG
De deur vasthouden en de bout met de vingers eruit trekken.
u
Fig. 12 (3)
Lagerbussen uit de geleiding trekken. Op de andere kant
u
aanbrengen en vastklikken. De deur optillen en aan de kant zetten.
u
Stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier uit de
u
lagerbus van de deur optillen en eruit trekken.
Fig. 12 (4)
Fig. 12 (5)
4.3.3 Bovenste lagerdelen omzetten
Voor alle apparaten:*
Fig. 13
Met schroevendraaier T25 beide schroeven eruit draaien.
u
Lagerbus optillen en verwijderen.
u
Afdekking losmaken en zijdelings verwijderen.
u
Afdekking 180° gedraaid op de andere kant van rechts
u
aanbrengen. Afdekking vastklikken.
u
Schroef met schroevendraaier T25 aandraaien.
u
Bovenste lagerbus plaatsen.
u
Tapeinden bevinden zich in de desbetreffende schroefgaten.
w
Schroef vastdraaien.
u
Schroef met schroevendraaier T25 aanbrengen en vast-
u
draaien.
Fig. 14 (2)
Fig. 14 (3)
Fig. 14 (5)
Fig. 14 (4)
Fig. 14 (6)
Fig. 14 (1)
Fig. 14 (4)
4.3.4 Onderste lagerdelen omzetten
Voor alle apparaten:*
Fig. 14
Fig. 15
Lagerbouten compleet vanaf de bovenkant eruit trekken.
u
Fig. 15 (1)
10 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 11
Schroeven met schroevendraaier T25 eruit draaien en
u
lagerbus eraf halen.
Voor apparaten zonder sluitdemper:*
Fig. 16
*
Schroef met de schroevendraaier T25 losdraaien.*
u
Fig. 15 (2)
Fig. 16 (1)
Deursluithulp optillen en 90° naar rechts in de opening
u
draaien.* Schroef met schroevendraaier T25 vastschroeven.*
u
Fig. 16 (2)
Fig. 16 (3)
Voor alle apparaten:*
In gebruik nemen
Fig. 18
*
Onderkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.*
u
Lip met sleufschroevendraaier naar onder drukken.*
u
Fig. 18 (1)
Sluithaak uit de geleiding trekken.*
u
Sluithaak aan de andere kant van de geleiding schuiven.*
u
Fig. 18 (3)
Bovenkant van de deur wijst naar boven: Deur draaien.*
u
Fig. 18 (2)
Afdekking eraf halen en op de andere kant aanbrengen.
u
Fig. 17 (1)
Lagerbus op de andere kant aanbrengen en met behulp van
u
een schroevendraaier T25 vastschroeven. Met schroef 2 onder in het midden beginnen. Schroef 3 en 4 vastschroeven.
u
Lagerbout volledig aanbrengen. Let op dat de vergren-
u
delnok naar achter wijst.
Fig. 17 (2)
Fig. 17 (3, 4)
Fig. 17 (5)
4.3.6 Greep omzetten
Voor alle apparaten:*
Fig. 17
4.3.5 Lagerdeel van de deur omzetten
Voor apparaten zonder sluitdemper:*
* afhankelijk van model en uitvoering 11
Page 12
In gebruik nemen
Fig. 20
Greep op de tegenoverliggende zijde aanbrengen.
u
Fig. 20 (1)
De schroefgaten moeten precies boven elkaar liggen.
w
Schroeven met schroevendraaier T15 vastschroeven.
u
Fig. 20 (2)
Afdekkingen zijdelings aanbrengen en erop schuiven.
u
Fig. 20 (3)
Let op het correct vastklikken.
w
Fig. 19
Afdekking eraf trekken.
u
Schroeven met schroevendraaier T15 eruit draaien.
u
Fig. 19 (1)
Fig. 19 (2)
Greep eraf halen.
u
Zijdelingse stop voorzichtig met een sleufschroevendraaier
u
optillen en eruit trekken. Stop op de andere kant weer aanbrengen.
u
Fig. 19 (3)
Fig. 19 (4)
Fig. 19 (5)
4.3.7 Deur monteren
Voor alle apparaten:*
Fig. 21
Deur op de onderste lagerbout plaatsen.
u
Deur boven uitlijnen op de opening in de lagerbus.
u
Fig. 21 (1)
Bouten aanbrengen en met schroevendraaier T15 vast-
u
schroeven. Veiligheidsafdekking voor de veiligheid van de deur
u
monteren: Veiligheidsafdekking aanbrengen en controleren of deze op de deur rust. Anders bout volledig aanbrengen.
Fig. 21 (3)
Stop aanbrengen.
u
Fig. 21 (2)
Fig. 21 (4)
12 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 13
4.3.8 Deur uitlijnen
Voor alle apparaten:*
In gebruik nemen
Gevaar voor verwonding door eruit vallende deur! Als de lageronderdelen niet goed zijn vastgeschroefd, kan de deur eruit vallen. Dit kan zwaar letsel tot gevolg hebben. Bovendien sluit de deur evt. niet, zodat het apparaat niet goed koelt.
De lagerbussen met 4 Nm goed vastschroeven.
u
Alle schroeven controleren en evt. aandraaien.
u
De deur eventueel via de beide slobgaten in de lagerbus
u
onder t.o.v. het apparaathuis uitlijnen. Hiervoor de middelste schroef in de lagerbus onder met het bijgevoegde T25­gereedschap eruit schroeven. De overige schroeven met het T25-gereedschap of met een schroevendraaier T25 een beetje losdraaien en via de slobgaten uitlijnen. Deur ondersteunen: Stelvoet met steeksleutel M10 op de
u
lagerbus aan de onderkant eruit draaien, totdat deze op de bodem rust, dan 90° verder draaien.
4.3.9 Afdekkingen aanbrengen*
Voor apparaten zonder sluitdemper:*
WAARSCHUWING
Fig. 24
Sluitdempereenheid aan de zijde van de lagerbus tot de
u
aanslag schuin in de uitsparing schuiven. Eenheid volledig erin schuiven.
u
De eenheid is correct gepositioneerd als de rib van de sluit-
w
dempereenheid in de geleiding in de behuizing ligt. Schroef met een schroevendraaier T15 vastschroeven.
u
Fig. 24 (1)
Fig. 24 (2)
Fig. 22
De deur is 90° geopend. Afdekking van de lagerbus aanbrengen en vastklikken, en
u
indien nodig, voorzichtig uit elkaar drukken. Paneel zijdelings aanbrengen en vastklikken.
u
Fig. 22 (1)
Fig. 22 (2)
Fig. 23
Buitenste afdekking erop schuiven.
u
Bovenste deur sluiten.
u
Fig. 23 (2)
Fig. 23 (1)
4.3.10 Sluitdempers monteren*
Voor apparaten met sluitdemper:*
Fig. 25
De deur is 90° geopend. Scharnier in lagerbus draaien.
u
Bout in de lagerbus en het scharnier aanbrengen. Opletten
u
dat hierbij de vergrendelnok correct in de groef zit.
Fig. 25 (1)
Fig. 25 (2)
Borging verwijderen.
u
Afdekking erop schuiven.
u
Fig. 25 (3)
Fig. 25 (4)
* afhankelijk van model en uitvoering 13
Page 14
In gebruik nemen
Fig. 26
Afdekking van de lagerbus aanbrengen en vastklikken, en
u
indien nodig, voorzichtig uit elkaar drukken. Paneel aanbrengen.
u
Paneel naar binnen draaien en vastklikken.
u
Buitenste afdekking erop schuiven.
u
Bovenste deur sluiten.
u
Fig. 26 (2)
Fig. 26 (4)
Fig. 26 (5)
Fig. 26 (1)
Fig. 26 (3)
- De waterdruk moet tussen de 0,15 MPa en 0,6 MPa (1,5 bar
- 6 bar) liggen.
- De watertoevoer naar het apparaat moet via een koudwater­leiding plaatsvinden die bestand is tegen de bedrijfsdruk en aan de hygiënevoorschriften voldoet. Gebruik de meegeleverde roestvrijstalen slang (lengte 1,5 m). Oude slangen niet meer gebruiken. Een slang van 3 m is als accessoire verkrijgbaar. De slang moet door een vakman worden gemonteerd. In het aansluitstuk van de slang bevindt zich een opvangzeef met afdichting.
- Tussen de slangleiding en de kraanwateraansluiting moet een afsluitkraan zijn aangebracht om indien nodig de water­toevoer te kunnen onderbreken.
- De afsluitkraan moet zich in een gebied buiten de achter­kant van het apparaat bevinden en gemakkelijk toegankelijk zijn, zodat het apparaat zo diep mogelijk erin geschoven kan worden en de kraan snel kan worden dichtgedraaid. Afstandsmaat aanhouden.
- Alle apparaten en voorzieningen die voor de toevoer van water worden gebruikt, moeten aan de geldige voorschriften van het desbetreffende land voldoen.
- De waterleiding bij het plaatsen niet beschadigen of knikken.
4.4 Wateraansluiting*
Gevaar voor elektrische schokken!
u
u
u
Vergiftigingsgevaar!
u
u
u
WAARSCHUWING
Trek de stekker uit het stopcontact, voordat u de waterlei­ding aansluit. Sluit de watervoorziening af, voordat u de watertoevoerlei­dingen voor de ijsblokjesmaker aansluit. De aansluiting aan het drinkwaternet uitsluitend door een gekwalificeerde gas- en waterinstallateur laten uitvoeren.
WAARSCHUWING
De waterkwaliteit moet voldoen aan de drinkwatervoor­schriften van het betreffende land (b.v. 98/83/EU) , waar het apparaat wordt in bedrijf wordt genomen. Sluit het apparaat uitsluitend aan op de drinkwatervoorzie­ning. De IceMaker is uitsluitend bedoeld voor het maken van ijsblokjes voor privé-huishoudens en moet worden voorzien van daarvoor geschikt water.
Fig. 28
Het magneetventiel bevindt zich onder aan de achterkant van het apparaat. De slang heeft een metrische aansluitdraad van R 3/4.
Voor experts:
Aansluiting roestvrijstalen slang: De achterkant van het appa­raat moet toegankelijk zijn.
WAARSCHUWING
Gebroken hulpgereedschap Snijwonden.
Hulpgereedschap
u
tuur gebruiken.
Slang op het apparaat aansluiten:
Afdekking
u
Gemakkelijkere montage: Recht uiteinde van de slang
u
Fig. 28 (8)
Schuif de moer
u
slang Afdichting
u
aandrukken. De afdichting
w
vastgehouden.
Fig. 28 (2)
aan de linkerkant op de bodem leggen.
Fig. 28 (5)
Fig. 28 (4)
tot aan het uiteinde en houd de moer vast.
Fig. 28 (3)
Fig. 28 (3)
Fig. 28 (6)
Fig. 28 (6)
eraf trekken.
via het haakse uiteinde van de
bevochtigen en in de moer
zit er vlak tegenaan en wordt licht
!
uitsluitend op kamertempera-
Fig. 28 (5)
Fig. 27
a b c M
~ 1100 mm ~ 700 mm ~ 110 mm Magneetventiel
14 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 15
Fig. 29
LET OP
De beschadigde schroefdraadgang van het magneetventiel! Magneetventiel is lek: Er kan water uitlopen.
De moer
u
vingers recht op de schroefdraad draaien tot een correcte passing wordt bereikt.
Fig. 29 (1)
voorzichtig aanbrengen en met twee
In gebruik nemen
4.5 Inbouw in het keukenblok
De moer
u
Fig. 28 (6)
aanhaalmoment is bereikt en het hulpgereedschap
Fig. 28 (6)
Slang op de afsluitkraan aansluiten:
De moer
u
De moer
u
Fig. 28 (6)
aanhaalmoment is bereikt en het hulpgereedschap
Fig. 28 (6)
De afsluitkraan
u
en het volledige watersysteem op dichtheid controleren. Flushing-functie van de IceMaker inschakelen: Hoofdstuk
u
IceMaker inschakelen (zie 5.15.2) . De lus
u
aanbrengen en voor het opbergen aan de roestvrijstalen slang bevestigen.
Fig. 29 (1)
rechtsom worden vastgedraaid tot het maximale
is dolgedraaid.
Fig. 28 (8)
Fig. 28 (8)
rechtsom worden vastgedraaid tot het maximale
is dolgedraaid.
Fig. 28 (9)
Fig. 28 (7)
moet met het hulpgereedschap
op de afsluitkraan
moet met het hulpgereedschap
van de watervoorziening openen
in hethulpgereedschap
Fig. 28 (9)
Fig. 28 (6)
schroeven.
Fig. 30
Voor 600 mm brede apparaten:*
A [mm] * B [mm] *
x
665
Voor 700 mm brede apparaten:*
A [mm] * B [mm] *
x
750
x
Bij gebruik van wandafstandhouders wordt de afmeting
15 mm (zie 4.2) groter. Een set voor de begrenzing van de openingshoek van de deur
tot 90° kan bij apparaten met sluitdemper via de klantenservice worden verkregen.*
Het apparaat kan in keukenkasten worden ingebouwd. Om het apparaat passen, kan boven het apparaat een opzetkast worden aangebracht.
Het apparaat kan direct naast de keukenkast worden geplaatst. Om de deuren volledig te kunnen openen, moet het apparaat overeenkomstig de diepte het keukenkastfront uitsteken. Afhankelijk van de diepte van de keukenkast en het gebruik van de wandafstandshouders kan het apparaat verder uitsteken.
65 min. 300 min. 50 min. 46
65 min. 350 min. 50 min. 46
Fig. 30 (2)
C [cm2] *
C [cm2] *
aan de hoogte van het keukenblok aan te
D [mm] * E [mm] *
D [mm] * E [mm] *
Fig. 30 (1)
Fig. 30 (3)
Fig. 30 (B)
t.o.v.
LET OP
Risico op beschadiging door oververhitting als gevolg van onvoldoende ventilatie! Bij te weinig ventilatie kan de compressor worden beschadigd.
Let op voldoende ventilatie.
u
Neem de ventilatie-eisen in acht.
u
Ventilatie-eisen:
De afstandribben aan de achterzijde van het apparaat zijn
-
bedoeld voor voldoende ventilatie. Deze mogen in de eind­positie niet in uitsparingen of openingen liggen.
* afhankelijk van model en uitvoering 15
Page 16
In gebruik nemen
Aan de achterzijde van de opzetkast moet een luchtafvoer-
-
kanaal met de diepte van de opzetkast aanwezig zijn. Onder het plafond moet de ventilatiedoorsnede
-
worden aangehouden. Hoe groter de ventilatieruimte, hoe energiezuiniger het
-
apparaat werkt.
Wanneer het apparaat met de scharnieren naast een wand
Fig. 30 (4)
apparaat en wand worden aangehouden. Dit komt overeen met de uitsteekmaat van de handgreep bij geopende deur.
wordt geplaatst, moet de afstand
4.6 Afvalverwerking van de verpakking
Gevaar voor verstikking door verpakkingsmateriaal en folie!
u
De verpakking bestaat uit recyclebaar materiaal:
-
-
-
-
-
u
WAARSCHUWING
Kinderen niet met het verpakkingsmateriaal laten spelen.
Golfkarton/karton Onderdelen uit geschuimd polystyreen Folies en zakken uit polyetheen Spanbanden uit polypropeen Vastgespijkerd houten raam afgewerkt met polyethy-
leen* Breng het verpakkingsmateriaal naar een officieel inzamel­punt.
Fig. 30 (D)
over de volledige breedte
Fig. 30 (C)
Fig. 30 (E)
tussen
a* b* c* d* G*
~ 1750 mm ~ 1350 mm ~ 2100 mm ~ 200 mm Apparaat-
stekker
Zorg ervoor dat aan de volgende eisen zijn voldaan:
- Het type stroom en de spanning op de opstelplaats komen overeen met de gegevens op het typeplaatje (zie 1) .
- De contactdoos is overeenkomstig de voorschriften geaard en elektrisch gezekerd.
- De uitschakelstroom van de zekering ligt tussen de 10 en 16 A.
- De contactdoos is gemakkelijk toegankelijk.
- De contactdoos bevindt zich buiten het bereik van de achterzijde van het apparaat in het desbetreffende gedeelte
Fig. 31 (a, b, c)
Elektrische aansluiting controleren.
u
Breng de apparaatstekker
u
van het apparaat aan. Let op het correct vastklikken. De netstekker op de voeding aansluiten.
u
Het logo van Liebherr verschijnt op het beeldscherm.
w
De weergave verandert in het stand-bysymbool.
w
.
Fig. 31 (G)
aan de achterzijde
4.8 Apparaat inschakelen
Aanwijzing
Is de demonstratiemodus geactiveerd, verschijnt DEMO op het homebeeldscherm.
Demonstratiemodus deactiveren (zie 7) .
u
4.7 Apparaat aansluiten
Verkeerd aansluiten! Brandgevaar.
u u
LET OP
Verkeerd aansluiten! Beschadiging van de elektronica.
u u
Aanwijzing
Uitsluitend het meegeleverde netsnoer gebruiken.
u
WAARSCHUWING
Geen verlengkabel gebruiken. Geen verdeeldozen gebruiken.
Geen omvormer gebruiken. Geen energiespaarstekker gebruiken.
Een langer netsnoer kan bij de klantenservice worden besteld.
Aanwijzing
De fabrikant adviseert:
Diepvriesproducten bij -18 °C of kouder in het apparaat
u
leggen.
Apparaat ca. 2 uur vóór de eerste lading aansluiten en inscha­kelen.
4.8.1 Apparaat inschakelen
Wordt het stand-bysymbool boven het volledige beeld­scherm weergegeven:
Druk op het stand-bysymbool.
u
Het apparaat is ingeschakeld. De weergave wisselt naar het
w
homebeeldscherm. Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperatuur in.
w
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Wordt het stand-bysymbool in het veld vriesgedeelte weergegeven:
Druk op het stand-bysymbool.
u
Het apparaat is ingeschakeld.
w
Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperatuur in.
w
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Is het beeldscherm zwart:
Druk op het beeldscherm.
u
Het stand-bysymbool verschijnt op het volledige beeld-
w
scherm. Druk op het stand-bysymbool.
u
Het apparaat is ingeschakeld. De weergave wisselt naar het
w
homebeeldscherm. Het apparaat stelt zich op de weergegeven temperatuur in.
w
Dit wordt door de pijlen omlaag weergegeven.
Fig. 31
Voor 600 mm brede apparaten:*
a* b* c* d* G*
~ 1800 mm ~ 1400 mm ~ 2100 mm ~ 200 mm Apparaat-
stekker
Voor 700 mm brede apparaten:*
4.9 SmartDeviceBox
SmartDeviceBox : Handleiding over de inge-
bruikname: www.smartdevice.liebherr.com/install
16 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 17
Wordt de SmartDeviceBox (SDB) correct toegepast, verschijnt het hieronder weergegeven menu. Het apparaat wordt met ingeschakelde WLAN geleverd. Open het menu WIFI om meerdere wifi-functies op te roepen.
Fig. 32
Druk op WIFI.
u
Het menu WIFI wordt geopend.
w
Wifi in-/uitschakelen
Bediening
De wifi-indicatie is wit.
u
Wifi is ingeschakeld.
w
Er bestaat een succesvolle verbinding tussen het thuisnet-
w
werk en de server van Liebherr.
Status: WiFi on & connecting
De wifi-indicatie toont
u
een wijzer.
Fig. 37
Fig. 33
Met de knop rechtsonder in het menu WIFI activeren of
u
deactiveren Knop op OFF = WIFI is gedeactiveerd.
w
Knop op ON = WIFI is geactiveerd.
w
WIFI INFO Status van de SmartDevi­ceBox oproepen.
Fig. 34
Druk op OK.
u
De weergave WIFI INFO wordt geopend.
w
De volgende statussen
w
kunnen worden weerge­geven:
Fig. 35
SSID: ***WPS*** = De SmartDeviceBox bevindt zich 3 min.
w
In de WPS-modus. Er kan een automatische verbinding via de router met de SmartDeviceBox tot stand worden gebracht. SSID: LHSDB_xxxxxxxxx = de SmartDeviceBox bevindt 30
w
min. in de handmatige verbindingsmodus. De SmartDe­viceBox stuurt een eigen netwerk uit waarmee men verbin-
ding kan maken om de WLAN-gegevens over te brengen. SSID: leeg = de SmartDeviceBox bevindt zich in de Sleep-
w
modus. Voer a.u.b. een WIFI-Reset uit en verbind uw SmartDeviceBox met het thuisnetwerk SSID: TP-LINK_2D43A2 of Fritz!Box7069 = de SmartDevi-
w
ceBox is met het thuisnetwerk verbonden.
WIFI RESET Terugzetten van de Smart­DeviceBox op de basisin-
stellingen.
Fig. 36
Met OK bevestigen.
u
De SmartDeviceBox wordt op de basisinstellingen terug-
w
gezet.
De statusweergave voor wifi op het homebeeldscherm Status: WiFi on & connected
Fig. 38
Wifi is ingeschakeld.
w
Er is geen verbinding met het thuisnetwerk en/of de server
w
van Liebherr.
Status: WiFi on & disconnected
De wifi-indicatie toont
u
een waarschuwing­steken.
Fig. 39
Wifi is ingeschakeld.
w
De SmartDeviceBox is niet met een netwerk verbonden of
w
de SmartDeviceBox is wel met een netwerk verbonden maar het netwerk wordt niet gevonden, bijv. nachtuitschake­ling.
4.10 Timer ventilatieroosters reinigen activeren
Voor een toereikende ventilatie moet het ventilatierooster mini­maal 1 keer per jaar worden gereinigd. De timer kan ter herin­nering worden geactiveerd.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
u
ooster wordt weergegeven. Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk op ON.
u
De timer is geactiveerd. Na het verstrijken van het interval
w
vraagt een melding om de ventilatieroosters te reinigen.
5 Bediening
5.1 Temperatuureenheid wijzigen
De weergave van de temperatuur kan gewijzigd worden van °C naar °F.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat °C wordt weerge-
u
geven. Druk op °F.
u
De temperatuur wordt in °F weergegeven.
w
De omzetting van °F naar °C wordt uitgevoerd.
* afhankelijk van model en uitvoering 17
Page 18
Bediening
5.2 Kinderbeveiliging
Met de kinderbeveiliging zorgt u ervoor dat kinderen bij het spelen het apparaat niet onbe­doeld uitschakelen.
5.2.1 Kinderbeveiliging inschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de kinderbeveili-
u
ging wordt weergegeven. Druk op ON.
u
Kinderbeveiliging is ingeschakeld.
w
5.2.2 Kinderbeveiliging uitschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de kinderbeveili-
u
ging wordt weergegeven. Druk op OFF.
u
Kinderbeveiliging is uitgeschakeld.
w
5.3 Sabbatmodus
Deze functie vervult de religieuze eisen op de sabbat resp. Joodse feestdagen. Als de sabbatmodus is geactiveerd, zijn enkele functies van de besturingselektronica uitgeschakeld. Na het instellen van de sabbatmodus hoeft u zich niet meer bezig te houden met controlelampjes, cijfers, symbolen, weergaven, alarmmeldingen en ventilatoren. De ontdooicyclus werkt alleen tot de ingestelde tijd, zonder rekening te houden met het gebruik van de koelkast. Na een stroomuitval schakelt het apparaat automatisch terug naar de sabbatmodus.
Een lijst over de Star-K gecertificeerde apparaten treft u aan op de website: www.star-k.org/appliances.
Gevaar van een levensmiddelenvergiftiging! Treedt er een stroomuitval op, als de sabbatmodus is geacti­veerd, wordt deze melding niet opgeslagen. Is de stroomuitval beëindigd, werkt het apparaat verder in de sabbatmodus. Als deze modus is beëindigd, wordt er geen melding weergegeven over de stroomuitval in de temperatuurweergave. Als tijdens de sabbatmodus een stroomuitval is opgetreden:
u
-
-
-
-
-
5.3.1 SabbathMode inschakelen
u u
u w
SabbathMode schakelt zich na 120 uur automatisch uit, als deze niet vooraf handmatig wordt uitgeschakeld. De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
WAARSCHUWING
Levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Ontdooide levensmiddelen niet consumeren!
Alle functies zijn vergrendeld m.u.v. het uitschakelen van de sabbatmodus. Zijn de functies zoals SuperFrost, SuperCool, Ventilation enz. geactiveerd, als de sabbatmodus is ingeschakeld, blijven deze actief. De IceMaker is uitgeschakeld.*
Er worden geen akoestische signalen weergegeven en in de temperatuurweergave worden geen waarschuwingen/instel­lingen weergegeven (bijv. temperatuuralarm, deuralarm) De binnenverlichting is uitgeschakeld.*
Druk op menu. Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat Sabbat­hMode wordt weergegeven. Druk op ON. SabbathMode is ingeschakeld. Op het beeldscherm wordt alleen het symbool SabbathMode weergegeven
5.3.2 SabbathMode uitschakelen
Druk op het beeldscherm.
u
Druk op OFF.
u
SabbathMode is uitgeschakeld.
w
5.4 Levensmiddelen invriezen
U kunt maximaal zo veel kilo verse levensmiddelen binnen 24 uur invriezen, als op het typeplaatje (zie 1) onder „Invriesca­paciteit ... kg/24h” is aangegeven.
Voor 600 mm brede apparaten:* De bovenste schuiflade kan met max. 15 kg, de onderste
schuiflade kan met max. 10 kg en de andere schuifladen kunnen telkens met max. 25 kg worden belast.*
De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten worden belast.*
Voor 700 mm brede apparaten:* De bovenste schuiflade kan met max. 15 kg, de onderste
schuiflade kan met max. 15 kg en de andere schuifladen kunnen telkens met max. 25 kg worden belast.*
De plateaus kunnen elk met 55 kg diepvriesproducten worden belast.*
Na het sluiten van de deur ontstaat een vacuüm. Na het sluiten ca. 1 min wachten, dan kan de deur gemakkelijker worden geopend.
VOORZICHTIG
Gevaar voor verwonding door glasscherven! Flessen en blikjes drinken kunnen bij het invriezen springen. Dit geldt met name voor koolzuurhoudend drinken.
Flessen en blikjes met drinken niet invriezen!
u
Om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen door en door inge­vroren worden, dient u de volgende hoeveelheden per verpak­king niet te overschrijden:
- Groente, fruit tot 1 kg
- Vlees tot 2,5 kg Levensmiddelen in diepvrieszakjes, her te gebruiken kunst-
u
stof, metalen of aluminium bakjes in porties verpakken.
5.5 Bewaartijden
Richtwaardes voor de opslagduur van de verschillende levensmiddelen in het vriesgedeelte:
Consumptie-ijs 2 tot 6 maanden
Worst, ham 2 tot 6 maanden
Brood en banket 2 tot 6 maanden
Wild, varkensvlees 6 tot 10 maanden
Vis, vet 2 tot 6 maanden
Vis, mager 6 tot 12 maanden
Kaas 2 tot 6 maanden
Gevogelte, rundvlees 6 tot 12 maanden
Groente, fruit 6 tot 12 maanden
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaardes.
5.6 Levensmiddelen ontdooien
- in het koelgedeelte
- in een magnetron
- in een oven/heteluchtoven
- bij kamertemperatuur
18 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 19
Neem alleen zoveel levensmiddelen als u nodig heeft.
u
Ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk verwerken. Ontdooide levensmiddelen alleen bij wijze van uitzondering
u
weer invriezen.
5.7 De temperatuur instellen
De temperatuur is afhankelijk van de volgende factoren:
De frequentie van het openen van de deur
-
de duur van het openen van de deur
-
De ruimtetemperatuur van de opstelplaats
-
Het type, temperatuur en hoeveelheid van het levensmiddel
-
De temperatuur is instelbaar van -28 °C tot -14 °C. Aanbevolen waarden temperatuurinstelling: -18 °C
Druk op het veld vriesgedeelte.
u
Het volgende beeldscherm wordt weergegeven:
w
Fig. 40
Temperatuur hoger (warmer) instellen:
Druk op plus.
u
Temperatuur lager (kouder) instellen:
Druk op min.
u
Bij de keuze van de koudste temperatuur wordt het min­symbool inactief.
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool inac­tief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weergegeven.
De gewenste temperatuur met OK bevestigen.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
De geselecteerde temperatuur wordt weergegeven.
w
De pijlen omhoog resp. omlaag geven de temperatuurwijzi-
w
ging weer. Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen de pijlen.
Bediening
5.8.1 SuperFrost inschakelen.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat
u
SuperFrost wordt weergegeven. Druk op ON.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
w
De vriestemperatuur daalt, het apparaat werkt op
w
het maximale koelvermogen. Bij een geringe hoeveelheid aan diepvriesproducten: ca. 6 uur wachten.
u
Verpakte levensmiddelen in de bovenste laden leggen.
u
Bij de maximale hoeveelheid aan diepvriesproducten (zie typeplaatje): ca. 24 uur wachten.
u
De bovenste diepe laden eruit halen en de levensmiddelen
u
direct op de bovenste schappen leggen. SuperFrost schakelt zich uiterlijk na ca. 65 uur automatisch
w
uit. Het symbool SuperFrost verdwijnt.
w
Levensmiddelen in de laden leggen en deze weer erin
u
schuiven. Het apparaat werkt weer verder in de normale modus.
w
5.8.2 SuperFrost uitschakelen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat
u
SuperFrost wordt weergegeven. Druk op OFF.
u
SuperFrost is uitgeschakeld.
w
5.9 Laden
Aanwijzing
Het energieverbruik stijgt en de koelprestatie vermindert bij onvoldoende ventilatie.
Houd de ventilatiespleet binnen aan de achterkant altijd vrij!
u
5.8 SuperFrost
Met deze functie kunt u nieuwe levensmid­delen snel tot op de kern invriezen. Het apparaat werkt met maximaal koelver­mogen, daardoor kunnen geluiden van het koelaggregaat tijdelijk luider zijn.
U kunt maximaal zoveel kilogram aan verse levensmiddelen invriezen binnen 24 uur, zoals aangegeven op het typeplaatje onder „vriescapaciteit ... kg/24u”. Deze maximale invriescapa­citeit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse.
Afhankelijk van de hoeveel nieuwe levensmiddelen die worden ingevroren, moet SuperFrost bijtijds worden ingeschakeld: bij een kleine hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca. 6h, bij de maximale hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen 24h voordat u de levensmiddelen in de vriezer legt.
Verpak de levensmiddelen en leg ze zo breed mogelijk uit. In te vriezen levensmiddelen niet met reeds ingevroren producten in contact brengen om ontdooien van deze producten te voor­komen.
SuperFrost hoeft u in de volgende gevallen niet in te schakelen:
wanneer u reeds ingevroren waren in de diepvriezer legt
-
bij het invriezen van max. ca. 1 kg nieuwe levensmiddelen
-
per dag
Om de diepvriesproducten direct op de draagplateaus op te
u
bergen: Schuiflade naar voren trekken en eruit halen.* Om de diepvriesproducten direct op de draagplateaus op te
u
bergen: Schuiflade aan de achterkant omhoog heffen en vanaf de voorkant eruit trekken.*
5.10 Plateaus
5.10.1 Plateaus verplaatsen
Plateau uitnemen: vooraan
u
optillen en uittrekken. Plateau terugplaatsen: tot
u
aanslag inschuiven.
*
* afhankelijk van model en uitvoering 19
Page 20
Bediening
5.10.2 Plateaus demonteren
De plateaus kunnen worden
u
gedemonteerd om te worden gereinigd.*
5.11 VarioSpace
U kunt naast de schuifladen ook de draagplateaus eruit halen. Zo maakt u plaats voor grotere levensmiddelen zoals gevogelte, vlees, groter wild en kunnen hoge producten van de bakkerij volledig worden inge­vroren en verder worden klaar­gemaakt.
Voor 600 mm brede apparaten:*
De bovenste schuiflade kan met max. 15 kg, de onderste
u
schuiflade kan met max. 10 kg en de andere schuifladen kunnen telkens met max. 25 kg worden belast.* De plateaus kunnen elk met 35 kg diepvriesproducten
u
worden belast.*
Voor 700 mm brede apparaten:*
De bovenste schuiflade kan met max. 15 kg, de onderste
u
schuiflade kan met max. 15 kg en de andere schuifladen kunnen telkens met max. 25 kg worden belast.* De plateaus kunnen elk met 55 kg diepvriesproducten
u
worden belast.*
5.13 IJsblokjeshouder
*
Fig. 41
Als het water is bevroren: IJsblokjesbakje kort onder warm water houden.
u
Deksel eraf halen.
u
Beide uiteinden van de ijsblokjeshouder licht in tegenge-
u
stelde richting draaien en de ijsblokjes eruit halen.
IJsblokjeshouder uit elkaar halen
Fig. 42
De ijsblokjeshouder kan voor het reinigen uit elkaar worden
u
gehaald.
5.12 Uittrekrails*
Voor het reinigen van de glas-
u
platten uittrekrails verwijderen: voorste vergrendelnok naar boven drukken (1) en uittrekrail naar opzij (2) en naar achteren (3) wegschuiven.
Uittrekrail plaatsen: achter
u
inhaken (1) en voor vastklikken (2).
5.14 Koelaccu
De koelaccu's verhinderen bij stroomuitval dat de temperatuur te snel stijgt.
5.14.1 Koelaccu's gebruiken
De bevroren koelaccu's in
u
het bovenste, voorste bereik van de vriesruimte op de diepvriesproducten leggen.
5.15 IceMaker*
De IceMaker bevindt zich in de vijfde schuiflade van boven, aan de linkerzijde.
Controleer of aan volgende voorwaarden is voldaan:
het apparaat staat waterpas.
-
het apparaat is ingeschakeld.
-
de IceMaker is aangesloten op de waterleiding.
-
5.15.1 IJsblokjes maken*
De productiecapaciteit hangt af van de vriestemperatuur. Hoe lager de temperatuur, hoe meer ijsblokjes er in een bepaalde tijd worden gemaakt.
20 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 21
Bediening
De ijsblokjes vallen uit de IceMaker in de schuiflade. Bij het bereiken van een bepaalde vulhoogte, worden geen ijsblokjes meer gemaakt. De IceMaker vult de lade niet tot de rand.
Ijsblokjes gelijkmatig in de schuiflade verdelen om de vulhoe­veelheid te verhogen.
Als u een grote hoeveelheid ijsblokjes nodig heeft, kunt u de volledige IceMaker schuiflade verwisselen voor de schuiflade ernaast. Als u de schuiflade sluit, schakelt de IceMaker vanzelf opnieuw in.
Wanneer u de IceMaker voor het eerst inschakelt, kan het tot 24 u duren voor de eerste ijsblokjes worden gemaakt.
Aanwijzing
Wanneer het apparaat voor het eerst wordt gebruikt of lang niet gebruikt is, kunnen zich in de IceMaker resp. de waterleiding deeltjes verzamelen.
IJsblokjes die 24 uur na de eerste productie van ijsblokjes
u
zijn gemaakt, niet gebruiken of consumeren.
5.15.2 IceMaker inschakelen*
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de IceMaker
u
wordt weergegeven. Druk op het symbool IceMaker.
u
Druk op ON.
u
De IceMaker is ingeschakeld.
w
Aanwijzing
De IceMaker maakt alleen ijsblokjes als de schuiflade
u
volledig gesloten is.
5.15.3 Vakantiefunctie IceMaker*
De vakantiefunctie van de IceMaker is geschikt voor korte perioden waarin geen ijsblokjes worden gemaakt, bijvoorbeeld tijdens een vakantieperiode.
Vakantiefunctie IceMaker inschakelen
De schuiflade van de IceMaker moet leeg en erin geschoven zijn.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de IceMaker
u
wordt weergegeven. Druk op het symbool IceMaker.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de vakantie-
u
functie van de IceMaker wordt weergegeven.
Druk op ON.
u
IJsblokjesbakje gaat in de reinigingspositie. De
w
IceMaker wordt in de vakantiefunctie gezet. Het symbool van de vakantiefunctie van de
w
IceMaker wordt in het menuveld weergegeven. Haal de schuiflade eruit.
u
Reinig het ijsblokjesbakje en de schuiflade met een zachte
u
poetsdoek en warm water. Gebruik, indien nodig, een mild afwasmiddel. Daarna uitspoelen. De schuiflade er weer inschuiven.
u
Vakantiefunctie IceMaker uitschakelen
LET OP
Onpasselijkheid door vuil ijsblokjesbakje!
Na een lange uitschakeltijd van de IceMaker, ijsblokjesbakje
u
reinigen.
Flushing
De spoelfunctie voor het uitspoelen van de waterleiding bij de eerste ingebruikname.
Aanwijzing
Het uitspoelen van de waterleiding werkt alleen als de tempera­tuur hoger is dan 0 °C.
De optie Flushing alleen in het apparaat gebruiken bij
u
temperaturen boven de 0 °C.
LET OP
Geblokkeerde IceMaker en waterafvoer! Beschadigingsgevaar voor de IceMaker en de afvoer van de schuiflade.
De bak in de schuiflade met een maximale hoogte van 7 cm
u
onder de IceMaker plaatsen.
Zorg ervoor dat de schuiflade van de IceMaker leeg is gemaakt.
Max. 7 cm hoge bak in de schuiflade onder de IceMaker
u
plaatsen. Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de IceMaker
u
wordt weergegeven. Druk op het symbool IceMaker.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot Flushing
u
wordt weergegeven.
Druk op ON.
u
De waterleidingen worden gespoeld en gelijk-
w
tijdig wordt het ijsblokjesbakje in de reini­gingspositie en weer terug gezet. Het beeldscherm intussen niet bedienen.
u
Spoelfunctie beëindigd: Symbool wordt weergegeven.
Druk op OK.
u
Schuiflade eruit halen en bak verwijderen.
u
Schuiflade reinigen en zo nodig overgelopen water uit de
u
schuiflade verwijderen.
LET OP
Spoelmiddelresten in ijsschaal en schuiflade. Misselijkheid of geïrriteerdheid van de slijmvlies.
Spoelmiddelresten verwijderen: Eerst drie ladingen
u
ijsblokjes weggooien.
Haal de schuiflade eruit.
u
Reinig het ijsblokjesbakje en de schuiflade met een zachte
u
poetsdoek en warm water. Gebruik, indien nodig, een mild afwasmiddel. Daarna uitspoelen. De schuiflade er weer inschuiven.
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de IceMaker
u
wordt weergegeven. Druk op het symbool IceMaker.
u
Druk op OFF.
u
IJsblokjesbakje gaat in de bedrijfsmodus. De IceMaker
w
wordt ingeschakeld. Het symbool van de IceMaker wordt in het menuveld weer-
w
gegeven in plaats van het symbool van de vakantiefunctie van de IceMaker.
5.15.4 IceMaker uitschakelen*
Wanneer u geen ijsblokjes nodig heeft, kan de IceMaker onaf­hankelijk van het vriesgedeelte worden uitgeschakeld.
Als de IceMaker is uitgeschakeld, kan de schuiflade van de IceMaker voor het invriezen en de opslag van levensmiddelen worden gebruikt.
IceMaker reinigen (zie 6.4) .
u
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de IceMaker
u
wordt weergegeven. Druk op het symbool IceMaker.
u
Druk op OFF.
u
De IceMaker is uitgeschakeld.
w
De levensmiddelen kunnen nu zo nodig tot een maximale
u
hoogte van 7 cm in de schuiflade worden ingevroren.
* afhankelijk van model en uitvoering 21
Page 22
Onderhoud
6 Onderhoud
6.1 Ontdooien met NoFrost
Het NoFrost-systeem ontdooit het apparaat automatisch. Het vocht slaat neer op de verdamper, wordt regelmatig
ontdooid en verdampt dan.
U hoeft het apparaat niet handmatig te ontdooien.
u
6.2 Het ventilatierooster reinigen
Het ventilatierooster waarborgt een probleemloze werking van het apparaat door een optimale be- en ontluchting.
Ventilatierooster regelmatig met een stofzuiger afzuigen.
u
Hardnekkige vervuilingen met een vochtige doek verwij-
u
deren. Bij een ingeschakelde timer vraagt een melding, op de weergave, om het filter te reinigen. Op het beeld­scherm wordt ventilatierooster reinigen weergegeven.
Druk op het symbool ventilatierooster reinigen.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Totdat het reinigen van het filter uitgevoerd en bevestigd is, kan de melding, door op het menuveld te drukken, opnieuw worden weergegeven (zie 8) .
Reiniging ventilatierooster bevestigen
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
u
ooster wordt weergegeven.
Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen totdat de
u
melding ventilatierooster reinigen wordt weerge-
geven.
Druk op RESET.
u
De timer is teruggezet. Het reinigingsinterval begint
w
weer vanaf het begin.
Timer deactiveren
Als de herinneringsfunctie uitgeschakeld moet worden, kan de timer gedeactiveerd worden.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het ventilatier-
u
ooster wordt weergegeven.
Druk op het symbool ventilatieroosters.
u
Druk op OFF.
u
De timer is uitgeschakeld.
w
6.3 Apparaat reinigen
Het apparaat regelmatig reinigen.
Gevaar voor verwonding en beschadiging door hete stoom! Hete stoom kan brandwonden veroorzaken en de opper­vlakken beschadigen.
u
WAARSCHUWING
Gebruik geen stoomreinigers!
LET OP
Verkeerd reinigen kan het apparaat beschadigen!
Gebruik reinigingsmiddelen niet in geconcentreerde vorm.
u
Gebruik geen schurende of krassende sponsjes of staalwol.
u
Geen scherpe, schurende, zand-, chloor- of zuurhoudende
u
schoonmaakmiddelen gebruiken. Gebruik geen chemische oplosmiddelen.
u
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
u
van het apparaat niet. Dit is belangrijk voor de Technische Dienst. Kabels of andere onderdelen niet afbreken, knikken of
u
beschadigen. Laat geen reinigingswater in de afvoergoot, de ventilatie-
u
roosters en elektrische delen terecht komen. Gebruik zachte poetsdoeken en een allesreiniger met een
u
neutrale pH-waarde. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat alleen levens-
u
middelenvriendelijke reinigings- en onderhoudsproducten.
Apparaat uitruimen.
u
Trek de stekker uit.
u
Uit- en inwendige oppervlaktes van kunststof met lauw-
u
warm water en een beetje afwasmiddel met de hand reinigen. Gelakte zijwanden mogen uitsluitend met een zachte
u
schone doek worden afgeveegd. Bij hardnekkig vuil lauw­warm water met allesreiniger gebruiken.*
LET OP
Beschadigingsgevaar door reinigingsmiddelen voor roestvrij staal! De roestvrijstalen deuren en roestvrijstalen zijwanden zijn behandeld met een hoogwaardige oppervlakcoating. Reinigingsmiddelen voor roestvrij staal tasten de oppervlakken
aan.
Gecoate deur- en zijwandoppervlakken alsmede gelakte
u
deur- en zijwandoppervlakken uitsluitend afvegen met een zachte, schone doek. Bij sterke vervuiling een beetje water of een neutraal reinigingsmiddel gebruiken. Optioneel kan ook een microvezeldoek worden gebruikt.
Belettering op gelakte deurvlakken niet met schurende middelen behandelen. Bij vervuiling met een zachte doek en een beetje water of neutraal reinigingsmiddel afvegen.*
De meeste onderdelen kunnen worden gedemonteerd om
u
te worden gereinigd: zie het desbetreffende hoofdstuk. De laden met lauw water en een beetje afwasmiddel hand-
u
matig reinigen. De overige uitrustingsdelen mogen in de vaatwasser
u
worden gereinigd. Telescooprails alleen met een vochtige doek reinigen. Het
u
vet in de geleiders dient ter smering en mag niet worden verwijderd.*
Na het reinigen:
Apparaat en onderdelen droogwrijven.
u
Apparaat weer aansluiten en inschakelen.
u
SuperFrost inschakelen (zie 5.8) .
u
Wanneer de temperatuur voldoende koud is: de levensmiddelen er weer in leggen.
u
6.4 IceMaker reinigen*
De schuiflade van de IceMaker moet leeg en erin geschoven zijn. De IceMaker moet ingeschakeld zijn.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de IceMaker
u
wordt weergegeven. Druk op het symbool IceMaker.
u
22 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 23
Storingen
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot de reinigings-
u
positie wordt weergegeven.
Druk op ON.
u
IJsblokjesbakje gaat in de reinigingspositie. Het
w
beeldscherm kan intussen niet worden bediend. OFF wordt weergegeven: De draaibeweging is
w
afgesloten en de IceMaker schakelt de reinigings­modus uit. Haal de schuiflade eruit.
u
Reinig het ijsblokjesbakje en de schuiflade met een zachte
u
poetsdoek en warm water. Gebruik, indien nodig, een mild afwasmiddel. Daarna uitspoelen. De schuiflade er weer inschuiven.
u
Druk op OFF.
u
IJsblokjesbakje gaat in de bedrijfsmodus.
w
LET OP
Spoelmiddelresten in ijsschaal en schuiflade. Misselijkheid of geïrriteerdheid van de slijmvlies.
Spoelmiddelresten verwijderen: Eerst drie ladingen
u
ijsblokjes weggooien.
IceMaker niet uitschakelen.
u
-of-
IceMaker uitschakelen (zie 5)
u
6.5 Technische Dienst
Controleer eerst of u de fout zelf kunt oplossen (zie 7) . Als dit niet het geval is, dient u contact op te nemen met de klanten­service. Het adres vindt u in het bijgevoegd overzicht.
- Zelfdiagnose Het apparaat voert een zelfdiagnose uit en controleert alle elektrische componenten.
- RESET Het apparaat wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
- Handmatig ontdooien Handmatig ontdooien wordt gestart.
- Watertoevoertijd* Bij apparaten met een ijsblokjesmaker is deze functie actief. De grootte van de ijsblokjes wordt bepaald door de water­toevoertijd.* Deur sluiten.
u
Contact met de klantenservice opnemen en de benodigde
u
apparaatinformatie verstrekken. Dit maakt een snelle en doelgerichte service mogelijk.
w
Overige aanwijzingen van de klantenservice opvolgen.
u
Bovendien kan de apparaatinformatie van het typeplaatje worden afgelezen:
Apparaataanduiding
u
Fig. 43 (1)
nummer serienummer
Fig. 43 (3)
typeplaatje aflezen. Het typeplaatje bevindt zich aan de binnenkant van het apparaat.
, service-
Fig. 43 (2)
van het
en
Fig. 43
Licentieovereenkomsten:
Gebruikte licenties kunnen onder © worden bekeken. © afdrukken.
u
Gevaar voor verwonding door onvakkundige reparatie!
WAARSCHUWING
Reparaties en ingrepen aan het apparaat en de stroomaan-
u
sluiting die niet uitdrukkelijk genoemd worden (zie 6) , uitsluitend door de Technische Dienst laten uitvoeren.
Apparaataanduiding (model en index), servicenummer (service) en serienummer (S-nr.) en verdere functies via het beeldscherm oproepen:
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het symbool
u
apparaatinformatie wordt weergegeven. Druk op het symbool apparaatinformatie.
u
De apparaatinformatie wordt weergegeven.
w
Apparaatinformatie noteren.
u
Druk op het symbool terug
u
om naar het homebeelds­cherm terug te keren.
Om in het klantmenu te komen, net zolang drukken tot het
u
sleutelsymbool verschijnt.
Door de cijfercode 151 in te voeren kan het klantmenu
u
worden geselecteerd.
Klantmenu
In het klantmenu kunnen de volgende functies worden opge­roepen:
7 Storingen
Uw apparaat is zo ontworpen en gebouwd, dat een veilige werking en lange levensduur gegarandeerd zijn. Mocht er desondanks een storing optreden, dan svp eerst controleren of de storing door een bedieningsfout werd veroorzaakt. In dit geval moeten wij de ontstane kosten ook in de garantieperiode in rekening brengen. Volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat functioneert niet.
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De stekker zit niet goed in het stopcontact.
Stekker controleren.
u
De zekering van het stopcontact is niet in orde.
Zekering controleren.
u
De apparaatstekker is niet correct in het apparaat gestoken.
Apparaatstekker controleren.
u
De compressor blijft lopen.
De compressor schakelt bij een verminderde koudebe-
hoefte over op een lager toerental. Hoewel de looptijd daar­door langer is, wordt energie bespaard. Dat is bij energiebesparende modellen normaal.
u
SuperFrost is ingeschakeld.
Om de levensmiddelen snel af te koelen, draait de
u
compressor langer. Dit is normaal.
Geluiden zijn te luid.
Toerentalgeregelde* compressoren kunnen naar aanleiding
van de verschillende draaisnelheden verschillende geluiden veroorzaken. Het geluid is normaal.
u
Een borrelen en klateren
Dit geluid komt van het koelmiddel, dat door het koelcircuit
stroomt. Het geluid is normaal.
u
* afhankelijk van model en uitvoering 23
Page 24
Meldingen
Een zacht klikken
Het geluid ontstaat bij het automatisch in- en uitschakelen
van het koelaggregaat (de motor). Het geluid is normaal.
u
Een brommend geluid. Kan voor korte tijd iets luider zijn, wanneer het koelaggregaat (de motor) inschakelt.
Bij ingeschakelde SuperFrost, nieuw opgeslagen levens-
middelen of na lang geopende deur wordt het koelver­mogen automatisch verhoogd. Het geluid is normaal.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2)
u
Een lage bromtoon.
Het geluid ontstaat door luchtstromingsgeluiden van de
ventilator. Het geluid is normaal.
u
Trilgeluiden
Het apparaat staat niet vast op de vloer. Daardoor gaan
voorwerpen en meubels in de buurt van het lopende koelaggregaat trillen.
Lijn het apparaat via de stelvoeten uit.
u
Een stromingsgeluid aan de sluitdemper.*
Het geluid ontstaat bij het openen en sluiten van de deur.
Het geluid is normaal.
u
Op het beeldscherm wordt DEMO weergegeven. Boven­dien loopt een tijd af.
De demonstratiemodus is geactiveerd.
OFF afdrukken.
u
Op het beeldscherm wordt in de rechter bovenhoek DEMO weergegeven.
De demonstratiemodus is geactiveerd.
Netstekker uit contactdoos verwijderen.
u
Netstekker weer aansluiten.
u
Op het beeldscherm wordt DEMO weergegeven. Bovendien
w
loopt een tijd af. OFF afdrukken.
u
Het apparaat is aan de buitenkant warm*.
De warmte van het koelmiddelcircuit wordt gebruikt om
condenswater te voorkomen. Dit is normaal.
u
U kunt de IceMaker niet aanzetten.*
Het apparaat en dus ook de IceMaker zijn niet aangesloten.
Apparaat aansluiten (zie 4) .
u
De IceMaker maakt geen ijsblokjes.*
De IceMaker is niet ingeschakeld.
IceMaker inschakelen.
u
De schuiflade van de IceMaker is niet goed dicht.
Schuiflade correct inschuiven.
u
De watertoevoer is niet open.
Watertoevoer openen.
u
Functies in het submenu IceMaker starten niet.*
IJsblokjesbakje draait zich.
Na 1 minuut opnieuw proberen.
u
Temperatuur is niet laag genoeg.
De deur is niet goed gesloten.
Deur van het apparaat sluiten.
u
Niet voldoende be- en ontluchting.
Ventilatieroosters vrijmaken en reinigen.
u
De omgevingstemperatuur is te hoog.
Oplossing: (zie 1.2) .
u
Het apparaat werd te vaak of te lang geopend.
Afwachten of de benodigde temperatuur weer vanzelf wordt
u
bereikt. Zo niet, contact opnemen met de Technische Dienst (zie 6) .
U heeft teveel nieuwe levensmiddelen zonder SuperFrost
opgeslagen. Oplossing: (zie 5.8)
u
De temperatuur is verkeerd ingesteld.
Stel de temperatuur lager in en controleer deze na 24 uur.
u
Het apparaat staat te dicht bij een warmtebron (fornuis,
verwarming enz.). Verander de standplaats van het apparaat of van de warm-
u
tebron.
De statusweergave brandt niet.*
De statusweergave is uitgeschakeld.
Statusweergave inschakelen .
u
De deur is geopend.
Deur sluiten.
u
Het apparaat is uitgeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
LED is defect.
Contact met de klantenservice opnemen (zie 6) .
u
De binnenverlichting brandt niet.*
Het apparaat is niet ingeschakeld.
Apparaat inschakelen.
u
De deur was langer dan 15 min. open.
De binnenverlichting schakelt zich bij een geopende deur
u
na ca. 15 min. automatisch uit. De LED-verlichting is defect of de afdekking is beschadigd:
WAARSCHUWING
Gevaar voor verwonding door een elektrische schok! Onder de afdekking bevinden zich stroomgeleidende delen.
LED-binnenverlichting uitsluitend door de Technische Dienst
u
of daarvoor geschoold personeel laten vervangen of repa­reren.
WAARSCHUWING
Risico op letsel door LED-lamp! De lichtintensiteit van de led-verlichting komt overeen met risi­cogroep RG 2. Als de afdekkap defect is:
Niet met optische lensen uit directe nabijheid direct in de
u
verlichting kijken. Hierdoor kan oogletsel ontstaan.
Het deurrubber is defect of moet om een andere reden worden vervangen.
Het deurrubber kan worden vervangen. Er kan zonder
gereedschap een nieuw deurrubber worden geplaatst. Neem contact op met de technische dienst (zie 6) :
u
Het apparaat is bevroren of er vormt zich condenswater.
De deurafdichting kan uit de sleuf zijn weggegleden.
De deurafdichting controleren op juiste bevestiging in de
u
sleuf.
8 Meldingen
Foutmeldingen en herinneringen worden door een geluidssignaal en een melding op het beeldscherm weergegeven. Het geluidssignaal bij foutmeldingen versterkt zich en wordt luider. Pas als de melding wordt bevestigd, dooft het geluidssignaal. Meldingen van de hoogste prioriteit worden eerst weergegeven, als er meerdere gelijktijdig optreden. Iedere melding moet afzonderlijk worden bevestigd.
Zolang een melding actief is resp. de fout niet wordt opgelost, blijft de melding in het menuveld staan.
24 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 25
Meldingen
Aanwijzing
Details over de melding kunnen via het menuveld opnieuw worden weergegeven.
Druk op menu.
u u
Druk op het menu meldingen. Door op een melding te drukken wisselt de weergave naar
u
de volgende. Na de laatste actieve melding wisselt de weer­gave naar het homebeeldscherm.
Deuralarm
Als de deur langer dan 60 seconden open staat, klinkt er een geluidssignaal. Op de weergave verschijnt het symbool deuralarm. Het geluidssignaal dooft automatisch, als de deur wordt gesloten.
Het geluidssignaal kan bij geopende deur stil geschakeld worden. Het uitschakelen van het geluid werkt zolang de deur geopend is.
Druk op het symbool deuralarm.
u
Het deuralarm wordt uitgeschakeld.
w
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm.
w
Deur sluiten.
u
Temperatuuralarm
Als de temperatuur niet koud genoeg is, klinkt er een geluidssignaal. Op de weergave verschijnt het symbool temperatuuralarm.
Apparaten met statusweergave: Bij een actieve status­weergave pulseert bij een gesloten deur tegelijkertijd een rood lampje.*
De temperatuur was tijdens de laatste uren of dagen te hoog. Als de storing is verholpen, werkt het apparaat op de laatste temperatuurinstelling verder.
De oorzaak voor een te hoge temperatuur kan zijn:
het plaatsen van warme frisse levensmiddelen in het appa-
-
raat dat bij het hersorteren en het eruit halen van levensmiddelen
-
teveel warme lucht in het apparaat is gestroomd dat de stroom te lang is uitgevallen
-
dat het apparaat defect is
-
Deur openen.
u
Apparaten met statusweergave: Bij een geactiveerde status-
w
weergave gaat het rood pulserend lampje uit.* Druk op het symbool temperatuuralarm.
u
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. In de weergave
w
wordt de warmste temperatuur weergegeven, die tijdens de storing is bereikt. Druk op het beeldscherm of wacht 30 seconden.
u
De weergave wisselt naar het homebeeldscherm. De pijlen
w
en het symbool temperatuuralarm verschijnen in het desbe-
treffende temperatuurveld . Aanvullend wordt het
symbool meldingen in het menuveld weergegeven . De levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levens­middelen niet meer invriezen. Deur sluiten.
u
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen
w
de symbolen. Apparaten met statusweergave: Bij een geactiveerde status-
w
weergave brandt deze blauw.*
Als de alarmtoestand blijft bestaan of de temperatuur zich niet meer automatisch instelt:
(zie 7) .
Stroomuitval
Er klinkt een geluidssignaal. Op de weergave verschijnt het symbool stroomuitval.
De temperatuur is door een stroomuitval of een stroomonderbreking tijdens de laatste uren of dagen te hoog. Als de stroomonderbreking is beëindigd, werkt het apparaat op de laatste temperatuurinstelling verder. Geactiveerde herinneringen blijven behouden.
Deur openen.
u
Druk op het symbool stroomuitval.
u
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. In de weergave
w
wordt de warmste temperatuur in het vriesgedeelte weerge­geven, die tijdens de stroomuitval is bereikt. Druk op het beeldscherm of wacht 30 seconden.
u
De weergave wisselt naar het startscherm. Pijl en symbool
w
voor temperatuuralarm verschijnen in het betreffende
temperatuurveld . Daarnaast wordt het symbool
meldingen in het menuveld getoond De levensmiddelen op hun kwaliteit controleren. Bedorven
u
levensmiddelen niet meer consumeren. Ontdooide levens­middelen niet meer invriezen. Deur sluiten.
u
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur verdwijnen
w
de symbolen.
Apparaatfout
Er klinkt een geluidssignaal. In de weergave verschijnt het symbool apparaatfout met de bijbeho­rende foutcode.
Apparaten met statusweergave: Bij een geactiveerde statusweergave pulseert bij een gesloten deur tegelij­kertijd een rood lampje.*
In een onderdeel van het apparaat is een storing opgetreden.
Deur openen.
u
Foutcode noteren.
u
Druk op het symbool apparaatfout.
u
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. De weergave
w
wisselt naar het homebeeldscherm. Deur sluiten.
u
Apparaten met statusweergave: Bij een geactiveerde status-
w
weergave brandt deze blauw.* Contact met de klantenservice opnemen (zie 6) .
u
Fout watertoevoer*
Er klinkt een geluidssignaal. In de weergave verschijnt het symbool apparaatfout met foutcode WATER.
De wateraansluiting naar de IceMaker is niet open, de water­toevoer is onderbroken of de zeef in het aansluitstuk van de watertoevoerslang is verstopt.
Deur openen.
u
Druk op het symbool apparaatfout.
u
Het geluidssignaal wordt uitgeschakeld. De weergave
w
wisselt naar het homebeeldscherm. De IceMaker wordt uitgeschakeld. Deur sluiten.
u
De wateraansluiting openen.
u
-of-
De wateraansluiting en leidingen controleren (zie 4) .
u
-of-
De zeef reinigen.
u
IceMaker inschakelen (zie 5.15.2) .
u
Wanneer de melding blijft optreden contact met de klanten-
u
service opnemen (zie 6) .
Overige meldingen
Het luchtrooster reinigen (zie 6)
.
* afhankelijk van model en uitvoering 25
Page 26
Uitzetten
Schuiflade IceMaker openen, schuiflade sluiten*
*
9 Uitzetten
9.1 Apparaat uitschakelen
Aanwijzing
Als het apparaat niet uitgeschakeld kan worden, is de kinder­beveiliging actief.
Kinderbeveiliging deactiveren (zie 5.2.2) .
u
9.1.1 Apparaat via het menu uitschakelen
Het volledige apparaat wordt uitgeschakeld. Het beeldscherm wordt zwart.
Druk op menu.
u
Druk zo vaak op de navigatiepijlen tot het stand-
u
bysymbool wordt weergegeven. Druk op OK.
u
Het stand-bysymbool verschijnt knipperend op het volledige
w
beeldscherm. Het volledige apparaat is uitgeschakeld. Na 10 minuten verdwijnt het stand-bysymbool weer.
w
9.1.2 Apparaat via het veld vriesgedeelte uitschakelen
Het beeldscherm blijft ingeschakeld.
Druk op het veld vriesgedeelte.
u
Druk op plus.
u
Na de keuze van de warmste temperatuur wordt door het
w
opnieuw op het plus-symbool drukken, het plus-symbool inactief. Op de weergave wordt het stand-bysymbool weer­gegeven. Druk op OK.
u
In het veld vriesgedeelte wordt het stand-bysymbool weer-
w
gegeven. Het apparaat is uitgeschakeld, het beeldscherm blijft inge-
w
schakeld
9.2 Buiten werking stellen
Apparaat leegmaken.
u
IceMaker in reinigingsstand zetten (zie 6) .*
u
Apparaat uitschakelen (zie 9) .
u
Netstekker eruit halen.
u
Indien nodig de apparaatstekker eruit halen: Eruit
u
halen en gelijktijdig van links naar rechts bewegen. Apparaat reinigen (zie 6.3) .
u
Laat de deuren een stukje open staan zodat er geen onaan-
u
gename geuren kunnen ontstaan.
10 Apparaat afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meegegeven. Het recyclen van afgedankte appa­raten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (informatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrij­komen.
Apparaat onbruikbaar maken.
u
Trek de stekker uit.
u
Snijd het aansluitsnoer door.
u
26 * afhankelijk van model en uitvoering
Page 27
Apparaat afdanken
* afhankelijk van model en uitvoering 27
Page 28
Liebherr-Hausgeräte Ochsenhausen GmbH
Memminger Straße 77-79 88416 Ochsenhausen Deutschland
home.liebherr.com
Loading...