Liebherr CCE 2378, GTP 2356, CCE 2488, GTP 2756, CCE 2218 User Manual [nl]

...
Page 1
Gebruiksaanwijzing Pagina 14
Diepvrieskist
NL
7082 241-00
GT 56 111
Page 2
Aanwijzing m.b.t. afdanken
Het apparaat bevat nog waardevolle materialen en mag niet met het gewoon huis- of grofvuil worden meege­geven. Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wetten.
Let erop dat bij het afvoeren van het afgedankte apparaat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd, zodat het koelmiddel (in­formatie op het typeplaatje) of de olie erin niet ongewild vrijkomen.
• Apparaat onbruikbaar maken.
• Trek de stekker uit.
• Snijd het aansluitsnoer door.
Toepassingen van het apparaat
Het apparaat is alleen geschikt voor het koelen van levensmid­delen in huishoudelijke of soortgelijke omgeving. Hiertoe behoort bijvoorbeeld het gebruik
- in personeelskeukens, bed and breakfasts,
- door gasten in landhuizen, hotels, motels, en andere onderkomens,
- voor catering en soortgelijke diensten in de groothandel.
Gebruik het apparaat alleen voor huishoudelijke toepassingen. Alle andere toepassingen zijn niet toegestaan. Het apparaat is niet geschikt voor het bewaren en koelen van medicijnen, bloedplasma, laboratoriumpreparaten en dergelijke stoen en producten als ge­noemd in de richtlijn inzake medische hulpmiddelen 2007/47/EG. Misbruik van het apparaat kan leiden tot schade aan bewaarde pro­ducten of tot bederf ervan. Daarnaast is het apparaat niet geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontplongsgevaar kan heersen.
Overzicht van apparaat en uitrusting
Bedienings- en controleelementen
Binnenverlichting
Typeplaatje
Slot
Ventilatierooster voor motorruimte
Dooiwaterafvoer
Belangrijke aanwijzing!
Sluit de lekwater-afvoeropening in de onderkant van de diepvries­kist beslist met het bijgevoegde stopje af, voordat u het apparaat in bedrijf stelt! Belangrijk voor een storingsvrij bedrijf!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd met twee personen uit en stel het samen op.
• Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aansluiten - bij de leverancier reclameren.
• Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en aansluiten.
• In geval van een storing apparaat van het net loskoppelen: stekker uit het stopcontact trekken of zekeering laten aanspringen resp. eruit draaien.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar pak de stekker vast.
• Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen. Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat goed op dat het koelmiddelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het koelmiddelcircuit des ondanks beschadigd raken, houd het ap­paraat dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het vertrek.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact veiligheidsmaatregelen treen, bijv. handschoenen dragen.
• Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het eruit ne­men niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door de lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbranding".
• Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze kun­nen een voedselvergiftiging veroorzaken.
• Het apparaat is bedoeld voor het invriezen en bewaren van le­vensmiddelen en maken van ijs. Het apparaat werd ontworpen voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de horeca, detailhandel enz.) moeten de op de betreende bedrijfstak van toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
• Bewaar bij afsluitbare apparaten de sleutel niet in de buurt van het apparaat of binnen het bereik van kinderen.
• Bewaar geen explosieve stoen of spuitbussen met brandbare drijfgassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat. Eventueel vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
• Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via een verlengkabel. De aftapcontactdoos kan anders oververhitten.
• Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen.
• De lampen voor speciale doeleinden (gloeilampen, led, TLlampen) in het apparaat zijn bedoeld om de binnenruimte te verlichten en niet geschikt als kamerverlichting.
14
Page 3
Opstellen
• Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke.
• De vloer op de opstelplaats moet horizontaal en vlak zijn. Plaats het apparaat zo ver van de muur af dat u de deksel zonder belem­meringen kunt openen en sluiten.
1
Dek de spleet tussen de onder-
kant van het apparaat en de vloer niet af, omdat het vriesaggregaat van koellucht moet worden voor­zien.
2
De afstand van het ventilatie-
rooster tot aan de muur moet minimaal 20 cm bedragen. In deze vrije ruimte mogen in geen geval voorwerpen worden geplaatst en de ventilatieopeningen mogen niet worden afgedekt.
3
Plaats geen voorwerpen tegen de
buitenwand van het apparaat. De minimale vrije afstand rondom het apparaat moet 20 mm bedragen om een goede warmteafvoer te waarborgen.
• De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje.
NL
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het typeplaatje bevindt zich aan de bovenkant van de rechter zijwand van het apparaat. Het stopcontact moet d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat mag niet op een omvormer (bijv. bij zonneënergie­installaties) worden aangesloten.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaarde stopcontact aansluiten.
Energie sparen
- Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventilatieope­ningen resp. -roosters niet afdekken.
- Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast een fornuis, verwarming of dergelijke.
- Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandigheden b.v. de omgevingstemperatuur.
- Open het apparaat zo kort mogelijk.
- Zet de levensmiddelen soort bij soort.
- Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan. Rijpvor­ming wordt vermeden.
- Warme gerechten inleggen: eerst laten afkoelen tot kamertem­peratuur.
- Wanneer het apparaat een dikke rijplaag heeft: apparaat ontdooien.
Stof doet het energieverbruik toenemen:
- De ventilatieopeningen van de motorruimte regelmatig van stof ontdoen.
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder en een maximale omgevingstemperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperatuur
SN +10 °C tot +32 °C N +16 °C tot +32 °C ST +16 °C tot +38 °C T +16 °C tot +43 °C
Afmetingen (mm)
Model A B C
GT 1456 910 569 760 GT 2156 919 754 760 GT 2656 919 873 760 GT 3056 919 999 760 GT 3756 919 1373 809 GT 4756 919 1648 809
GTP 2356 919 1132 760 GTP 2756 919 1288 760
15
Page 4
Bedienings- en controleelementen
Temperatuurinsteltoetsen Aan/Uit-toets Toets voor uitschakelen geluidssignaal Kinderbeveiliging LED SuperFrost LED SuperFrost-toets Temperatuurdisplay
Apparaat in- en uitschakelen
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in gebruik neemt (zie verder onder Reinigen).
Inschakelen: Druk op de ON/OFF-toets; het temperatuurdisplay licht op.
- Op het digitale temperatuurdisplay branden twee verlichte balken totdat een temperatuur van 0 °C is bereikt.
- Onder de 0 °C toont het digitale temperatuur­display de temperatuur in het apparaat.
Uitschakelen: Druk ca. 3 seconden op de ON/OFF-toets; het temperatuurdisplay gaat uit.
Waarschuwingszoemer
De waarschuwingszoemer helpt u, ingevroren levensmiddelen te beschermen en energie te besparen.
- Het apparaat geeft alarm wanneer de deksel langer dan 60 sec. openstaat; (uitgezonderd model GT 1456)
- De zoemer wordt ingeschakeld wanneer het in het vriesgedeelte niet koud genoeg is. Tegelijkertijd knippert het temperatuurdisplay.
Het alarm stopt wanneer u op de ALARM toets drukt.
Indicatie bij stroomuitval
Staat op het display nA, dan betekent dit: De temperatuur van de ingevroren levens­middelen is door een stroomuitval, door een netspanningsonderbreking in de afgelopen uren of dagen te ver opgelopen.
Wanneer u tijdens de melding nA op de ALARM-toets drukt, ziet u op het display hoe ver de temperatuur gedurende de stroomonderbreking is opgelopen. Controleer, afhankelijk van de temperatuurstijging of zelfs ontdooiing, of de levensmiddelen nog geschikt zijn voor consumptie!
De hoogste temperatuur tijdens de stroomonderbreking is ca. 1 min. zichtbaar. Daarna toont het display weer de temperatuur die de levensmiddelen op dat moment hebben. Druk nogmaals op de ALARM-toets om de weergave van de hoogste temperatuur voortijdig af te breken.
Extra functies
Temperatuur instellen
• Temperatuur verlagen: Druk op de onder­ste toets Down.
• Temperatuur verhogen: Druk op de bo-
venste toets Up.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het temperatuurdisplay.
- Door meermals kort op een toets drukken, laat u de ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen. Houdt u de toets langer ingedrukt da verandert de temperatuur doorlopend.
- Ca. 5 sec. na de laaste druk op een toets schakelt de electronica automatisch om en wordt de daadwerkelijke temperatuur van de levensmiddelen op dat moment getoond.
Verschijnt op het display de melding F4 of F5 dan heeft zich een storing voorgedaan. Door een veiligheidsschakeling blijft het ap­paraat op de juiste temperatuur werken.
Blokkering van de toetsen
Met de blokkering van de toetsen kan de elektronica tegen onbe­doelde veranderingen worden beveiligd.
Blokkering van de toetsen Aan
5 Sek. drukken. Melding =
Melding =
Melding =
Melding =
Melding =
16
Page 5
Blokkering van de toetsen Uit
5 Sek. drukken. Melding =
Melding =
Melding =
Melding =
Melding =
Lichtintensiteit van het display instellen
5 Sek. drukken. Melding =
Melding =
Melding =
Met de toetsen of de gewenste instelling selecteren.
h1 = minimale intensiteit h5 = maximale intensiteit
NL
Invriezen
De verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door bevroren worden. Hiervoor kunt u de SuperFrost-functie gebruiken.
Op het typeplaatje (zie onder Invriescapaciteit) vindt u hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur mag invriezen.
De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Opmerking: De maximale stapel­grens bovenaan is de bovenrand van de mandjes.
SuperFrost
Druk de SuperFrost-toets in - het
SuperFrostlampje gaat branden.
• Wacht bij een geringe hoeveelheid in te vriezen producten ongeveer 6 uur. Wacht bij de maximale hoeveelheid levensmiddelen ongeveer 24 uur!
• Leg vervolgens de verse levensmid­delen in het apparaat. SuperFrost wordt automatisch uitgescha­keld, afhankelijk van de ingevroren hoeveelheid (variërend van 48 tot 72 uur).
Let op: Bij een druk op de SuperFrost-toets kan het door de ingebouwde inschakelvertraging max. 8 minuten duren voordat de compressor wordt ingeschakeld. Deze vertraging verlengt de levensduur van het koelaggregaat.
Tip: Om energie te besparen kunt u de SuperFrost-functie ook uitschakelen voordat de 48 uur helemaal verstreken zijn. Druk hiervoor de SuperFrost-toets nogmaals in. Controleer dan echter of de temperatuur minimaal -18 °C bedraagt.
Schakel SuperFrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het apparaat legt;
- bij het invriezen van minder dan 2 kg verse levensmiddelen per dag.
Melding =
Melding =
De ingestelde lichtintensiteit wordt na een minuut geactiveerd.
Opmerking: als op een toets wordt gedrukt, schijnt het display gedurende 1 minuut met de maximale lichtintensiteit.
Aanwijzingen voor het invriezen
• Leg de levensmiddelen altijd soort bij soort.
• Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgemeten porties. Om deze porties meteen door en door te laten bevriezen, doet u er goed aan de volgende maximale hoeveelheden per portie aan te houden: fruit, groente: max. 1 kg, vlees: max. 2,5 kg.
• De levensmiddelen moeten bij het inleggen contact hebben met de binnenwanden om snel ingevroren te worden.
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes, voor hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of metaal (bijv. aluminium).
• Breng in te vriezen levensmiddelen niet in contact met reeds ingevroren producten. Leg uitsluitend droge verpakkingen in het apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
• Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houd u aan de maximale houdbaarheid.
• Vries geen essen en pakken met koolzuurhoudende dranken in aangezien deze kunnen exploderen.
• Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit het apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
– in de hete-luchtoven – in de magnetron – bij kamertemperatuur – in de koelkast
17
Page 6
Uitvoering
Binnenverlichting (uitgezonderd model GT 1456)
De binnenverlichting gaat bij het openen van de deksel automatisch aan en bij het sluiten weer uit.
Type lampje: gloeilamp 15 W, E14-fitting . Draai in geen geval een lamp van meer dan 15 W in de tting. Zie voor de spannings-gegevens het typeplaatje.
Lampje in het apparaat ver­vangen:
Trek de stekker uit het stop­contact of draai de zekering in de meterkast eruit.
- Trek het afdekplaatje er in de richting van de pijl af.
- Vervang het gloeilampje.
- Zet het afdekplaatje weer terug.
Manden
De manden vereenvoudigen het sorteren.
De manden kunt u met de draaggrepen op het frame van het apparaat hangen.
De manden kunnen ook boven elkaar worden gezet. De bovenste mand rust daarbij op de naar binnen gedraaide draaggrepen.
Druk de grepen omlaag, til ze op en kantel ze naar binnen.
Invriesplateau
Met het invriesplateau kunnen kleine in te vriezen producten (bessen, kruiden, gesneden groente) productvriendelijk in­gevroren worden.
De in te vriezen producten op het invriesplateau verdelen (de vruchten kleven niet aan elkaar en behouden hun vorm).
Het invriesplateau kan ofwel in de mand gelegd ofwel als schei­dingswand in de binnenkast geschoven worden.
Koudeaccu's (afhankelijk van uitvoering)
Bij stroomonderbreking vertraagt de koudeaccu de temperatuur­stijging in de vriesruimte.
Bij ingebruikstelling de accu in direct contact met de zijwanden van de binnenkast en de bodem van de binnenkast plaatsen om snel invriezen te bereiken.
Wanneer de accu doorgevroren is, deze in het bovenste deel van de binnenruimte aanbrengen.
Plaats daartoe het invriesplateau met de accu in een van de bo­venste manden.
Wanneer het invriesplateau ver­der als scheidingswand nodig is, de accu in de mand direct op de ingevroren producten plaatsen.
Slot
Het slot is met een veiligheidsmecha­nisme uitgerust.
Apparaat afsluiten: 1 Toets indrukken en ingedrukt houden. 2 Sleutel 90° draaien.
18
Page 7
Ontdooien
Op de wanden van de vriesruimte wordt na een langere bedrijfstijd een laag rijp resp. ijs gevormd. Hierdoor stijgt het energieverbruik.
• Schakel één dag voor het ontdooien SuperFrost in. De ingevroren levensmiddelen krijgen een 'koudereserve'.
• Schakel het apparaat uit om hem te ontdooien: Trek de stekker uit het stopcontact.
• Wikkel de ingevroren levensmiddelen eventueel met mand en al in oude kranten of een deken en bewaar ze op een koele plaats.
• Trek het lekwaterstopje uit de lekwater-afvoeropening. Neem de scheidingswand of het invriesplateau eruit en plaats dit onderdeel zodanig onder het apparaat dat het smeltwater door de afvoer­opening in de scheidingswand/in het invriesplateau stroomt.
• Laat de deksel van het apparaat tijdens het ontdooien open staan. Neem het laatste restje dooiwater met een doek op en maak het apparaat vervolgens schoon.
Gebruik voor het ontdooien geen mechanische of andere hulp­middelen tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
NL
Storingen
Het apparaat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storingen nagenoeg uitgesloten zijn en een lange levensduur gegarandeerd is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit het geval dan moeten we helaas ook tijdens de garantietermijn de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf verhelpen:
Het apparaat werkt niet, de lampjes branden niet. Controleer:
- of de stekker goed in het stopcontact zit;
- of de zekering in de meterkast nog goed is.
De kist maakt te veel lawaai. Controleer:
- of het apparaat stabiel staat;
- of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende aggregaat aan het trillen worden gebracht. Let wel dat stromings­geluiden in het koelmiddelcircuit niet te voorkomen zijn.
De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
- of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder Temperatuur instellen);
- of er te grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het apparaat gelegd werden; lees de thermometer na 24 uur nog eens af;
- of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
- of de ventilatie in orde is;
- of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
Neem, indien geen van de bovengenoemde oorzaken van toepas­sing zijn en u de storing niet zelf verhelpen kunt, contact op met de technische dienst van de leverancier van het apparaat. Geef de volgende gegevens op het typeplaatje door: de typeaanduiding , het servicenummer en ap­paraatnummer ➌. Het typeplaatje bevindt zich aan de bovenkant van de rechter zijwand van het apparaat. Laat de deksel bij een storing dicht. Het oplopen van de temperatuur en het ontdooien van de inhoud wordt hierdoor zo lang mogelijk tegengehouden.
Reinigen
Voor het reinigen altijd het apparaat uitschakelen. Stekker uit het stopcontact trekken of de voorgeschakelde zekeringen eruit schroeven resp. laten aanspringen.
Reinig de binnenkant, de delen van het interieur en de buitenwand van het apparaat met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel is toegevoegd. Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen of producten die zand of zuren bevatten.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten! Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen of het ventila­tierooster dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Reinig de ventilatieroosters regelmatig. Stof verhoogt het ener­gieverbruik. Let erop dat u geen kabels of andere onderdelen lostrekt, knikt of beschadigt.
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zeke ringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de deksel open staan om geurvorming te voorkomen.
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veiligheidsbe­palingen en de EG-richtlijnen 2004/108/EG en 2006/95/EG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden.
19
Loading...