MFL68881094
RELEASING THIS DRAWING WITHOUT PERMISSION LG Electronics SHOULD BE ACCUSED ACCORDING TO THE LAWS AND COMPANY RULES.
WORK |
|
|
|
LANGUAGE |
PAGE |
REMARK |
|
BRAND |
MODEL |
P/NO. |
|||||
|
|
|
94 |
|
LG |
FH8G1MINI |
MFL68881094 |
1 |
(0~9) |
A**QKBN Dutch, French 100 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
<![endif]>210
|
|
|
|
|
|
1. |
Material, printing and exterier size are refer to work tables. |
|
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|||
|
|
|
|
|
|
|
2. |
Printing, text size and line are based on LG design film. |
|
|
|
|
|
|
|
||
150 |
150 |
3. |
Exterier size on the drawing is cutting line. |
|||||
|
|
|
|
|
|
4. |
Before product controlled by criteria sample. |
|
|
|
|
|
|
|
should comply with LG standard of LG(63)-A-5501-34
DR COMPLETED
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
ILLUSTRATOR |
|
|
|
|
|
TRIG. |
UNIT |
mm SCALE N S |
T |
MANUAL,OWNER’S |
|
|
|
|
|
MODELING DESIGNED REVIEWED CHECKED APPROVED |
TI |
|||
1 |
|
|
|
|
|
|
|
L |
DRUM-EXPORT1/1 |
|
|
|
|
17.05.15 |
17.05.15 |
17.05.15 17.05.15 |
E |
||
2 |
|
|
|
|
|||||
3 |
|
|
|
|
|
|
RELATED DWG. |
DWG. |
MFL68881094 |
4 |
|
|
|
|
|
|
|
||
REV. NO. |
REVISION DESCRIPTION |
REF. NO. |
DATE |
PREPARED APPROVED |
LG Electronics Inc. |
|
No. |
HANDLEIDING
WASMACHINE
Lees deze instructies aandachtig door voordat u begint met de installatie. Dit zal de installatie vereenvoudigen en ervoor zorgen dat het product goed en veilig is geïnstalleerd. Bewaar deze instructies in de buurt van het product na installatie voor toekomstig gebruik.
NL NEDERLANDS FR FRANÇAIS
FH8G1MINI
www.lg.com
MFL68881094 |
|
Rev.02_052617 |
Copyright © 2017 LG Electronics. Alle rechten voorbehouden |
|
INHOUDSOPGAVE
Deze handleiding kan afbeeldingen of inhoud bevatten die verschillen van het aangeschafte model.
Deze handleiding is onderhevig aan herziening door de fabrikant.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN.............................................. |
4 |
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES............................................ |
4 |
Verwijdering van uw oude apparaat............................................................ |
9 |
INSTALLATIE........................................................................... |
10 |
Onderdelen............................................................................................... |
10 |
Accessoires............................................................................................... |
11 |
Specificaties.............................................................................................. |
11 |
Vereisten voor de installatieplaats............................................................. |
12 |
De subtrommel.......................................................................................... |
13 |
De toevoerslang aansluiten....................................................................... |
15 |
De afvoerslang installeren......................................................................... |
17 |
De wasmachine waterpas zetten.............................................................. |
18 |
GEBRUIK.................................................................................. |
20 |
Het apparaat gebruiken............................................................................. |
20 |
Het wasgoed sorteren............................................................................... |
21 |
De deur en lade sluiten............................................................................. |
22 |
Reinigingsproducten toevoegen................................................................ |
23 |
Bedieningspaneel...................................................................................... |
25 |
Programmatabel........................................................................................ |
26 |
Programmaopties...................................................................................... |
28 |
SMART FUNCTIES.................................................................. |
29 |
De Smart ThinQ-applicatie gebruiken....................................................... |
29 |
Smart Diagnosis™ gebruiken................................................................... |
32 |
ONDERHOUD........................................................................... |
33 |
Uw wasmachine schoonmaken................................................................. |
33 |
De trommel reinigen.................................................................................. |
34 |
Het watertoevoerfilter reinigen.................................................................. |
34 |
Pas op voor bevriezing in de winter.......................................................... |
35 |
PROBLEEMOPLOSSING........................................................ |
37 |
Problemen opsporen................................................................................. |
37 |
Foutmeldingen.......................................................................................... |
41 |
NL
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn bedoeld om onvoorziene risico's of schade door onveilig of verkeerd gebruik van het product te voorkomen.
De richtlijnen zijn onderverdeeld in 'WAARSCHUWING' en ' LET OP ' zoals hieronder beschreven.
Dit symbool wordt weergegeven om zaken en handelingen aan te geven die risico's kunnen
veroorzaken. Lees het gedeelte met dit symbool zorgvuldig door en volg de instructies om risico's te vermijden.
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben.
LET OP
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies letsel of schade aan het product tot gevolg kan hebben.
WAARSCHUWING
Volg om het risico op explosie, vuur, overlijden, elektrische schok, letsel of verbranding van personen tijdens het gebruik van dit product te verminderen de basisvoorzorgsmaatregelen, met inbegrip van de volgende, op:
Kinderen in het gezin
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze met betrekking tot het gebruik van dit apparaat geïnstrueerd zijn door of onder toezicht zijn van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht gehouden worden om te garanderen dat ze niet met het apparaat spelen.
4
NL
Voor gebruik in Europa:
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, als ze onder toezicht staan of worden geïnstrueerd over het veilig gebruik van het apparaat en bijbehorende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Houd kinderen van minder dan 3 jaar uit de buurt, tenzij ze onder continu toezicht staan.
Installatie
••Probeer nooit het apparaat te bedienen als het beschadigd is, niet goed functioneert, gedeeltelijk gedemonteerd is, of ontbrekende of kapotte onderdelen heeft, zoals een beschadigd snoer of stekker.
••Dit apparaat mag alleen worden vervoerd door twee of meer personen die het apparaat veilig vasthouden.
••Installeer het apparaat niet op een vochtige en stoffige plek. Installeer of bewaar het apparaat niet buiten of in een gebied dat is onderworpen aan weersomstandigheden, zoals direct zonlicht, wind of regen of temperaturen onder het vriespunt.
••Draai de afvoerslang goed vast om te voorkomen dat deze losraakt.
5
NL
••Als de voedingskabel beschadigd is of de opening van het stopcontact los zit, sluit de stekker dan niet aan en neem contact op met een geautoriseerd servicecentrum.
••Dit apparaat mag niet worden geïnstalleerd achter een afsluitbare deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier tegenover het apparaat, waardoor de deur van het apparaat niet volledig meer kan worden geopend.
••Dit apparaat moet worden geaard. In geval van een defect of storing vermindert aarding het risico op elektrische schokken door een weg van de minste weerstand te bieden voor elektrische stroom.
••Dit apparaat is uitgerust met een voedingskabel met aardgeleiding en een aardstekker. De stekker moet in een passend stopcontact worden gestoken dat correct is geïnstalleerd en geaard volgens alle lokale wetten en verordeningen.
••Onjuiste aansluiting van de aardegeleiding kan een risico op elektrische schok betekenen. Neem contact op met een elektricien of onderhoudsmonteur als u twijfelt of het apparaat goed is geaard.
••Voer geen wijzigingen uit aan de stekker die bij het apparaat zit. Als deze niet in het stopcontact past, moet een passend stopcontact worden geïnstalleerd door een erkend elektricien.
6
NL
Gebruik
••Gebruik geen scherp voorwerp, zoals een boor of pin, om een operationele eenheid te scheiden of te drukken
••Herstel of vervang geen onderdeel van het apparaat. Alle herstellingen en onderhoud moeten uitgevoerd worden door erkend onderhoudspersoneel, tenzij specifiek aanbevolen in deze Gebruikershandleiding. Gebruik enkel erkende fabrieksonderdelen.
••Gebruik de nieuwe slang of de slangset, die bij het apparaat geleverd werd. Het opnieuw gebruiken van oude slangen kan een waterlek veroorzaken en vervolgens schade aan het eigendom.
••Steek uw hand niet in het apparaat als de trommel of de roerder beweegt.
••Hou de ruimte onder en rond het apparaat vrij van ontvlambare materialen zoals pluis, papier, vodden, chemicaliën enz.
••Zet geen dieren, zoals huisdieren, in het apparaat.
••Laat de deur van het apparaat niet open staan. Kinderen kunnen aan de deur gaan hangen of in het apparaat kruipen, waardoor schade kan ontstaan of ze letsels kunnen oplopen.
••Steek uw hand niet in het apparaat terwijl het in werking is. Wacht tot de trommel volledig tot stilstand is gekomen.
••Was of droog geen artikelen in dit apparaat die zijn gereinigd, gewassen, geweekt in, of bevlekt zijn met brandbare of explosieve stoffen (zoals was, olie, verf, benzine, ontvetters, bij stomerijen gebruikte oplosmiddelen, kerosine, plantaardige olie, bakolie, enz.). Onjuist gebruik kan brand of explosie veroorzaken.
••Haal de stekker uit het stopcontact in geval van overstroming en neem contact op met het LG Electronics-klanteninformatiecentrum.
••Duw de lade niet te ver naar beneden wanneer de lade van het apparaat open staat.
7
NL
••Raak de deur niet aan tijdens een programma met een hoge temperatuur.
••Gebruik geen brandbare gassen en stoffen (benzeen, benzine, thinner, petroleum, alcohol, enz.) rond het product.
••Wanneer de afvoeren aanvoerslang zijn bevroren in de winter, gebruik deze dan alleen nadat ze zijn ontdooid.
••Houd alle wasmiddelen, wasverzachters en bleekmiddelen uit de buurt van kinderen.
••Raak de stekker of apparaatknoppen niet aan met natte handen.
••Trek aan de stekker wanneer u de kabel loskoppelt van het stopcontact.
••Buig de voedingskabel niet overmatig en plaats er geen zware voorwerpen op.
••In geval van een gaslek (isobutaan, propaan, aardgas, enz.) mag u het apparaat of de stekker niet aanraken en dient u de ruimte onmiddellijk goed te verluchten.
••Gebruik de subtrommel niet met twee of meer subtrommels op elkaar gestapeld.
••Druk bij het sluiten niet te hard op de deur om te vermijden dat het glas van de deur breekt.
••Ga niet op de subtrommel staan.
••Was geen vloerkleden, matten, schoenen of dekens van huisdieren, of andere items dan kledij of lakens in deze machine.
••Dit apparaat mag enkel gebruikt worden voor huishoudelijk gebruik en mag niet gebruikt worden in mobiele toepassingen.
••Open of sluit de deur niet met uw voet.
8
NL
Onderhoud
••Steek de stekker stevig in het stopcontact na het volledig verwijderen van al het vocht en stof.
••Verwijder het voedingssnoer uit het stopcontact alvorens het apparaat te reinigen.
••Haal de stekker nooit uit het apparaat door aan de voedingskabel te trekken. Grijp de stekker altijd stevig vast en trek hem recht uit het stopcontact.
••Spuit geen water op de binnenkant of buitenkant van het apparaat om het schoon te maken.
Verwijdering
••Trek de stekker uit het stopcontact, alvorens u een oud toestel weggooit. Snijd de kabel direct achter het toestel door om misbruik te voorkomen.
••Gooi alle verpakkingsmaterialen (zoals vinyl en piepschuim) weg uit de buurt van kinderen. De verpakkingsmaterialen kunnen verstikking veroorzaken.
••Verwijder de deur van dit apparaat vóór het weg te gooien of u ervan te ontdoen om te vermijden dat kinderen of kleine dieren erin vast komen te zitten.
••Dit symbool van de doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat afgedankte elektrische en elektronische producten (WEEE) afzonderlijk van het huishoudelijke afval moeten worden verwijderd.
••Oude elektrische producten kunnen gevaarlijke stoffen bevatten, dus een juiste verwijdering van uw oude apparaat helpt bij het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Uw oude apparaat kan herbruikbare onderdelen bevatten die gebruikt zouden kunnen worden voor het repareren van andere producten, en andere waardevolle materialen die kunnen worden gerecycleerd voor het behoud van beperkte grondstoffen.
••U kunt uw apparaat meenemen naar de winkel waar u het product hebt gekocht, of u kunt contact opnemen met uw plaatselijke afvalinstantie voor de gegevens van uw dichtstbijzijnde geautoriseerde WEEE-verzamelpunt. Voor de meest geactualiseerde informatie voor uw land wordt verwezen naar www.lg.com/global/recycling
9
NL
5
6
1
2
3
4 |
7 |
8
1 |
Deur |
5 |
Watertoevoerslang |
2 |
Trommel |
6 |
Stekker |
3 |
Bedieningspaneel |
7 |
Waterafvoerslang |
4 |
Lade |
8 |
Stelvoeten |
10
NL
Watertoevoerslang |
Toevoerslang |
Waterafvoerslang |
Connector |
Connector |
(voor koud water) |
aansluiten |
|
watertoevoerslang |
waterafvoerslang |
Antislipvellen |
Maatbeker |
Beugels (voorkant) |
Beugels (achterkant) |
Steeksleutel |
(2EA) |
voor wasmiddel |
(2EA) |
(2EA) |
|
* Schroeven |
Kabelbinders |
Klemmenband |
Afstandsbediening |
Afvoer |
Type A (37 EA) |
(2EA) |
(3EA) |
(optioneel) |
Verbindingsslang |
Type B (5 EA) |
|
|
|
|
Type C (11 EA) |
|
|
|
|
* Type A: lange plaatmetalen schroef, type B: korte plaatmetalen schroef, type C: machineschroef
OPMERKING
••De meegeleverde accessoires kunnen verschillen per model.
••Voor installatie op sommige locaties kan het nodig zijn om een aparte afvoerslang connector aan te schaffen.
••Naast de schroeven die voor de installatie vereist zijn, zijn er ook extra schroeven meegeleverd.
Stroomvoorziening |
220 - 240 V~, 50 Hz |
Grootte |
600 mm (B) X 700 mm (D) X 365 mm(H) |
Gewicht van het product |
43 kg |
Toelaatbare waterdruk |
0,1 - 0,8 Mpa (1,0 - 8,0 kgf / cm²) |
Wascapaciteit |
2 kg |
••Uiterlijk en functies kunnen zonder voorafgaande kennisgeving veranderen om de kwaliteit van het product te verhogen.
11
Plaats
135 cm
123 cm
2 cm
114 cm
*125 cm
0.5 cm |
125 cm |
60 cm
10 cm |
5 cm |
5 cm |
*125 cm: minimumruimte voor installatie
Vlakke vloer : Toegestane helling onder de hele wasmachine is 1°.
Stopcontact : Moet zich binnen 1,5 meter vanaf de plaats van het apparaat bevinden.
Extra ruimte : 5 cm aan de zijkanten en 10 cm achter de unit.
••Plaats of bewaar nooit wasproducten op de wasmachine. Deze producten kunnen de deklaag of de bedieningstoetsen beschadigen.
WAARSCHUWING
••De stekker moet in een passend stopcontact worden gestoken dat correct is geïnstalleerd en geaard volgens alle lokale wetten en verordeningen.
Plaatsing
••Installeer de wasmachine op een vlakke, harde vloer.
••Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rond de wasmachine niet wordt belemmerd door tapijten, vloerkleden, enz.
••Probeer nooit oneffenheden in de vloer onder de wasmachine te corrigeren met stukken hout, karton of soortgelijke materialen.
••Als het onvermijdelijk is om de wasmachine naast een gasfornuis of kolenfornuis te plaatsen, dient isolatie bedekt met aluminiumfolie (85x60 cm) aan de kant van het fornuis of de kachel te worden ingevoegd tussen de twee apparaten.
NL
••Installeer uw wasautomaat niet in ruimtes waar vriestemperaturen kunnen voorkomen. Bevroren slangen kunnen barsten onder druk. De betrouwbaarheid van de elektronische regeleenheid kan afnemen bij temperaturen onder het vriespunt.
••Zorg ervoor dat wanneer de wasmachine is geïnstalleerd, hij gemakkelijk toegankelijk is voor een technicus in het geval van een storing.
••Stel de vier voetjes af met een steeksleutel als het apparaat geplaatst is, om te zorgen dat het apparaat stabiel staat en zorg voor een ruimte van ongeveer 5 mm tussen de bovenkant van het apparaat en de onderkant van een werkblad.
••Indien de machine wordt bezorgd in de winter en het vriest, laat u de wasmachine enkele uren staan bij kamertemperatuur voordat u deze in gebruik neemt.
••Gebruik geen lekbak omdat deze de lade kan blokkeren. Het gebruik van een lekbak kan meer trillingen en geluid tijdens de werking veroorzaken.
WAARSCHUWING
••Dit apparaat is niet ontworpen voor maritiem gebruik of voor gebruik in mobiele installaties, zoals caravans, vliegtuigen, enz.
Elektrische aansluiting
••Gebruik geen verlengsnoer of dubbele adapter.
••Koppel de machine altijd los van het stopcontact en schakel de watertoevoer uit.
••Sluit de wasmachine aan op een geaard stopcontact in overeenstemming met de huidige bedradingsvoorschriften.
••De wasmachine moet zodanig worden geplaatst dat de stekker gemakkelijk toegankelijk is.
••Reparaties aan het apparaat mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Reparaties die door niet-deskundige personen zijn uitgevoerd, kunnen tot schade of letsel leiden. Neem contact op met uw lokaal servicecentrum.
12
Beugels (voorkant)
Beugels (achterkant)
Beugels (voorkant) |
Beugels (achterkant) |
OPMERKING
••De foutmelding verschijnt op het display als de stapelhouder niet is bevestigd aan de onderkant van de hoofdtrommel.
1 Kantel en houd de hoofdtrommel vast.
2 |
Bevestig de beugel (voorkant) en stapelhouder |
|
aan de onderkant van de hoofdtrommel. |
OPMERKING
••De montagehouder en schroeven die nodig zijn voor montage zijn met de hoofdtrommel meegeleverd, die kan worden gestapeld met de Mini Wasmachine.
NL
Type 1. Het onderste deel van de hoofdtrommel is zilver van kleur.
••Monteer eerst de stapelhouder met 2 schroeven type A die in de accessoire doos van de subtrommel zijn meegeleverd, en vervolgens elke beugel met schroeven 7 type A schroeven die in de accessoire doos van de subtrommel zitten.
2
1
3
Type 2. Het onderste deel van de hoofdtrommel is wit van kleur.
••Monteer eerst de stapelhouder met 2 schroeven type C die in de accessoire doos van de hoofdtrommel zitten, en vervolgens elke beugel met 4 schroeven type C die in de doos van de subtrommel zitten.
2
1
13
3 Trek het schuimblok weg en bewaar het voor toekomstig gebruik.
••Als de wasmachine in de toekomst moet worden verplaatst, zal het schuimblok helpen voorkomen dat de wasmachine tijdens het transport wordt beschadigd.
NL
6 |
Plaats de hoofdtrommel boven op de |
|
subtrommel. |
|
••Zorg ervoor dat de 4 pootjes helemaal zijn |
vergrendeld en dat de gaatjes van de subtrommel zijn uitgelijnd met de gaatjes van de hoofdtrommel.
OPMERKING
••Voorkom schade door het schuimblok pas te verwijderen als de subtrommel zich op de definitieve locatie bevindt.
4 Draai de bovenklep ongeveer 180 graden.
••Bedek het bovenste gat met het bovendeksel en monteer 4 type B-schroeven om deze op zijn plaats te monteren.
Pootje van de |
wasmachine |
Pootje van de
wasmachine
7 |
Bevestig de twee apparaten stevig aan de |
|
hoeken met 14 type A-schroeven. |
••Breng eerst de schroeven aan de zijkanten aan. Breng vervolgens de schroeven aan de vooren achterkant aan.
OPMERKING
••De assemblage kan problemen geven als u dit niet in de juiste volgorde doet.
••Gebruik twee type C-schroeven om de stapelhouder te monteren.
5 Bevestig de twee achterste beugels op de achterste bovenkant van de miniwasmachine door 4 type A-schroeven in elke beugel te plaatsen.
1 1
Stapelhouder |
2 |
3 |
|
|
8 |
Draai de voetjes van de hoofdtrommel een |
|
beetje totdat deze goed op de subtrommel |
aansluiten.
OPMERKING
••De subtrommel kan niet als een zelfstandig apparaat worden gebruikt.
14
••De druk van de watertoevoer moet tussen 0,1
MPa en 0,8 MPa liggen (1,0‒8,0 kgf/cm2).
••Maak de waterslang niet te stevig vast.
••Als de druk van de watertoevoer hoger is dan 0,8 MPa, moet u een decompressieapparaat installeren.
••Controleer regelmatig de staat van de slang en vervang de slang indien nodig.
••Neem contact op met het servicecentrum als de rubberen afdichting ontbreekt.
De rubberen afdichting op de toevoerslang controleren
Bij de watertoevoerslangen worden twee rubberen afdichtingen geleverd. Ze worden gebruikt om waterlekkage te voorkomen. Zorg voor een goede aansluiting op waterkranen.
NL
De slang aansluiten op de waterkraan
De schroefdraadslang aansluiten op de kraan met schroefdraad
Schroef de slangaansluiting op de waterkraan.
Slangconnector Rubberen afdichting
Slangconnector Rubberen afdichting
15
De slang op twee wasmachines aansluiten
1 Sluit de connector van de watertoevoerslang aan op de watertoevoerslang van de hoofdtrommel. Open het accessoirepakket voor de installatie van de subtrommel.
Connector van de watertoevoerslang
2 |
Sluit de watertoevoerslang van de subtrommel |
|
aan op de connector van de watertoevoerslang. |
NL
3 Sluit de extra meegeleverde watertoevoerslang van de hoofdtrommel aan op de connector van de watertoevoerslang en waterkraan.
Connector van de watertoevoerslang
OPMERKING
••Zorg ervoor dat de watertoevoerslang niet geknikt is of gekneld zit.
16
••De afvoerslang mag niet hoger dan 100 cm boven de vloer worden geplaatst. Water in de wasmachine kan dan niet weglopen of loopt langzaam weg.
1 |
Plaats de klemband op de elleboog van de |
|
afvoerslang. |
|
Klemband |
2 |
Met de slang aangesloten op de elleboog, |
|
plaatst u de elleboog op de afvoeruitgang aan |
de achterkant van de subtrommel.
3 |
Pas de klemband aan met een tang om de |
|
slang op zijn plaats te houden en lekkages te |
voorkomen.
Klemband
NL
De afvoerslangconnector gebruiken
1 |
Steek de bandklemmen in het uiteinde van de |
|
afvoerslang van de hoofden subtrommel. |
2 |
Bevestig elke afvoerslang aan het dubbele |
|
verbindstuk voor de afvoerslang en bind deze |
|
vast met de bandklemmen. |
3 |
Steek het verbindstuk voor de afvoerslang in |
|
de afvoerpijp/het afvoergat. |
Connector afvoerslang
Volg de volgende stappen als de afvoeraansluitingen op de muur zijn bevestigd (geen afvoerpijp/afvoergat).
4 |
Met behulp van de bandklem op de |
|
afvoerslang sluit u deze aan op het |
|
overblijvende gat van het verbindstuk van de |
|
afvoerslang. |
5 |
Bevestig de verbonden afvoerslang aan de |
|
afvoeraansluiting op de muur. |
17
LET OP
••Pas de klembanden aan om te voorkomen dat de slangen losraken of lekken. Als u dit niet goed doet, kan dit tot overstroming leiden. Het gebruik van de afvoerconnector helpt overheveling, geuren of onjuiste afvoer te voorkomen.
••Zorg ervoor dat de afvoerslang niet geknikt is of knel zit. Dit kan afvoerproblemen of geluiden veroorzaken.
OPMERKING
••Voor installatie op sommige locaties kan het nodig zijn om een aparte afvoerslang connector aan te schaffen.
NL
Als de vloer niet vlak is, draait u de verstelbare poten zoals vereist (plaats geen stukjes hout enz. onder de poten). Zorg ervoor dat alle vier de poten stabiel zijn en op de vloer rusten en controleer dan of het apparaat perfect horizontaal staat (gebruik hiervoor een waterpas).
••Zodra de wasmachine waterpas staat, draait u de borgmoeren richting de onderkant van de wasmachine. Alle borgmoeren moeten worden aangetrokken.
Verhogen |
Verlagen |
Borgmoer
Draai alle 4 borgmoeren stevig vast
Diagonale controle
••Wanneer u diagonaal op de hoeken en zijkanten van de wasmachine drukt, mag de wasmachine helemaal niet bewegen (controleer dit aan beide kanten). Als de machine schommelt bij het diagonaal duwen van de bovenplaat van de machine, stelt u de poten weer af.
WAARSCHUWING
••Wanneer u de hoofdtrommel op de subtrommel stapelt, kunt u met de stelvoeten van de subtrommel beide waterpas zetten. De stelvoeten van de hoofdtrommel moeten minimaal zijn en de borgmoeren moeten tegen de klok in worden vastgedraaid.
OPMERKING
••Hout of zwevende vloeren kunnen bijdragen aan overmatige trillingen en onbalans.
••Als de subtrommel op een verhoogd platform wordt geïnstalleerd, moet deze goed worden vastgemaakt om vallen te voorkomen.
18
Antislipkussentjes gebruiken (optioneel)
Als u de wasmachine op een gladde ondergrond installeert, kan hij zich verplaatsen als gevolg van overmatige trillingen. Onjuiste nivellering kan storingen veroorzaken door geluid en trillingen. Als dit gebeurt, installeert u de antislipkussentjes onder de stelvoeten en past u het niveau aan.
1 |
Reinig de vloer om de antislipkussentjes vast |
|
te maken. |
|
••Gebruik een droge doek om vreemde |
|
voorwerpen en vocht te verwijderen en |
|
schoon te maken. Wanneer er vocht |
|
achterblijft, kan het antislipkussentjes |
|
wegglijden. |
2 |
Stel de wasmachine waterpas nadat u deze in |
|
de installatieomgeving hebt geplaatst. |
3 |
Plaats de plakzijde van de antislipplaat op de |
|
vloer. |
••Aangeraden wordt de antislipvellen onder de voorste voetjes te installeren. Als het moeilijk is om het antislipmateriaal onder de voorste voetjes te plaatsen, plaats u het onder de achterste voetjes.
Deze kant boven
Kleefzijde
4 Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat.
••Duw of beweeg de bovenste randen van de wasmachine voorzichtig om ervoor te zorgen dat de wasmachine niet wankelt. Als het apparaat schommelt, stelt u het apparaat weer op waterpas.
NL
OPMERKING
••U kan antislipkussentjes aanschaffen krijgen bij het servicecentrum van LG.
19
GEBRUIK |
NL |
|
|
Het apparaat gebruiken |
5 Kies het gewenste wasprogramma. |
|
••Druk herhaaldelijk op de programma-knop tot |
1 Sorteer het wasgoed en de geladen items. |
het gewenste programma geselecteerd werd. |
|
|
••Sorteer het wasgoed volgens het soort stof, |
|
vervuilingsniveau, kleur en hoeveelheid |
|
wasgoed als dat nodig is. Open de deur en |
|
laad de items in de wasmachine. |
|
2 Voeg reinigingsproducten toe.
••Voeg de juiste hoeveelheid wasmiddel gelijkmatig toe aan de wastrommel met de maatbeker.
3 |
Sluit de deur en lade. |
|
4 |
Zet de wasmachine aan. |
|
|
••Druk op de Power knop om de wasmachine |
|
|
in te schakelen. |
|
|
|
|
|
|
|
6
7
8
Begin programma.
••Druk op de Start/Pauze Knop om het programma te starten. De wasmachine schudt kort zonder water om het gewicht van de lading te meten. Als de Start/Pauze knop niet binnen 15 minuten wordt ingedrukt, zal de wasmachine worden uitgeschakeld en alle instellingen gaan dan verloren.
Voeg wasverzachter toe.
••Als de machine ongeveer 20 seconden knippert, voeg dan de wasverzachter toe en drukt u op Start/Pauze om het programma opnieuw te starten.
Einde van het wasprogramma.
••Als het programma is voltooid, klinkt er een muziekje. Verwijder onmiddellijk uw kleding uit de wasmachine om kreukels en geuren tegen te gaan.
••Nadat de was klaar is, veeg de wasmachine deur af, pakking en binnenin de wastrommel met een droge handdoek om het schoon te krijgen.
20
1 Kijk of er een zorglabel op uw kleding zit.
••Dit vertelt u over de stof van uw kledingstuk en hoe het moet worden gewassen.
••Symbolen op de zorglabels.
Wastemperatuur
Normale machinewas
Permanente pers
Delicaat
Handwas
Niet wassen
2 Wasgoed sorteren.
••Sorteer kleding in ladingen die met hetzelfde wasprogramma kunnen worden gewassen voor het beste resultaat.
••Verschillende stoffen moeten bij verschillende temperaturen en centrifugesnelheden worden gewassen.
••Was twee of meer handdoeken of kledingstukken samen. Als deze apart worden gewassen, kan wasgoed dat veel water absorbeert, niet goed worden gewassen of er kan een abnormale centrifugatie optreden vanwege een hellende trommel.
••Scheid donkere kleuren altijd van lichte kleuren en de witte was. Was kleding apart als kleuren kunnen doorlopen of als overdracht van kleurstof en pluis kan plaatsvinden, waardoor witte en lichte kledingstukken kunnen verkleuren. Was, indien mogelijk, geen zwaar vervuild wasgoed samen met licht vervuild wasgoed.
−−Vuil (zwaar, normaal, licht) :
Verdeel de kleding volgens het hoeveelheid vuil.
−−Kleur (wit, licht, donker):
Scheid de witte kleding van de gekleurde kleding.
−−Pluis (pluisproducenten, verzamelaars): Was pluizende stoffen en stoffen die pluis aantrekken apart.
NL
3 Aandacht bij het vullen.
••Was geen 'memory wire' op damesondergoed (zoals bh's), omdat dit andere kleding of de wasmachine kan beschadigen en geluiden genereert.
••Controleer of alle zakken leeg zijn. Voorwerpen zoals spijkers, haarspeldjes, lucifers, pennen, munten en sleutels kunnen zowel uw wasmachine als uw kleding beschadigen.
••Sluit ritsen, haken en koorden om ervoor te zorgen dat deze items niet blijven haken aan andere kleren.
••Behandel vuil en vlekken voor door een kleine hoeveelheid in water opgelost wasmiddel in te borstelen, om te zorgen dat vlekken en vuil gemakkelijker loslaten.
••Eventuele koorden, veters en dergelijke legt u zo dat ze niet verstrikt kunnen raken of u doet de betreffende items in een waszakje.
••Verwijder de inhoud van kussens en was alleen de hoes. De inhoud kan er uit komen en andere wasgoed beschadigen. Plastic onderdelen kunnen abnormale trillingen veroorzaken.
LET OP
••Verdeel grote hoeveelheden wasgoed zodat het wasgoed helemaal in water kan worden ondergedompeld. Als wasgoed uitzet bij het wassen, kan er schade aan de kleding en onderdelen ontstaan tijdens het wassen en centrifugeren.
21
1 Duw de wasmachine deur dicht tot deze klikt.
2 Duw de lade helemaal dicht.
LET OP
••Stop uw handen niet tussen de deur en de wasmachine, omdat dit letsel kan veroorzaken.
••Als u de lade of deur geforceerd opent, kan er schade aan onderdelen ontstaan of kan dit gevolgen voor de veiligheid hebben.
••Als u de lade sluit voordat u de deur volledig hebt gesloten, kunnen er krassen op het glas van de deur komen.
••Zorg ervoor dat de lade helemaal is uitgetrokken om te voorkomen dat de deur van de voorwasautomaat daarmee in contact komt.
NL
OPMERKING
••De deur kan mogelijk niet worden vergrendeld als er te veel wasgoed in de machine zit of als de deur niet helemaal is gesloten.
••Als het product in bedrijf is of de ladevergrendeling indicator wordt weergegeven, kan de deur niet worden geopend. Als u de deur wilt openen, drukt u op de knop Start/Pauze om het product te stoppen en wanneer de indicator van de ladevergrendeling
verdwijnt, opent u de deur. Open de lade en deur niet geforceerd.
••Als ,
,
of een waarschuwingsteken op het display verschijnt, sluit u de lade en deur volledig. Nadat u dit hebt gedaan, drukt u op de knop Start/Pauze.
••Als de lade niet volledig kan worden geopend, trekt u de lade met een beetje kracht vooruit. Gebruik hierbij beide handen.
••Als het product in bedrijf is en er een stroomstoring optreedt, kan de deur niet worden geopend. Wacht tot er weer stroom is of neem contact op met het servicecentrum van LG.
••Als de deur niet kan worden geopend vanwege een te hoge temperatuur, spoelt u met koud water via het programma Spoelen+centrifugeren of wacht u een moment voordat u de deur opent.
22
Dosering wasmiddel
••Wasmiddel moet worden gebruikt volgens de instructies van de fabrikant en worden gekozen volgens type, kleur en vervuiling van de stof en de wastemperatuur.
••Als er teveel wasmiddel wordt gebruikt, kan er teveel sop ontstaan. Dit leidt tot slechte wasresultaten of veroorzaakt een zware belasting van de motor.
••Volg de richtlijnen van de producent van het wasmiddel indien u vloeibaar wasmiddel wenst te gebruiken.
••Verminder de hoeveelheid wasmiddel als er teveel sop opkomt.
••Wasmiddelgebruik moet worden aangepast voor watertemperatuur, waterhardheid, grootte en vervuilingsniveau van de lading. Vermijd overmatige schuimvorming voor de beste resultaten.
••Raadpleeg het etiket van de kleding voordat u het wasmiddel en de watertemperatuur kiest:
••Gebruik alleen het voor het type kleding aangewezen wasmiddel bij gebruik van de wasmachine:
−−Algemene poedervormige wasmiddelen voor alle soorten stoffen
−−Poedervormige wasmiddelen voor fijne stoffen
−−Vloeibare wasmiddelen voor alle soorten stoffen of speciale wasmiddelen alleen voor wol
••Gebruik wasmiddel met algemeen poedervormig bleekmiddel voor een beter wasresultaat en bleken.
NL
Wasmiddel toevoegen
Meet het wasmiddel met de maatbeker en doe het in de trommel.
••Gebruik de meegeleverde maatbeker om slechts één beker wasmiddel toe te voegen.
••Verminder de hoeveelheid wasmiddel voor licht vervuild wasgoed. Als u te veel wasmiddel gebruikt, blijven er veel bubbels achter na het spoelen.
23
Wasverzachter en waterontharder toevoegen
Wasverzachter toevoegen
SITUATIE 1. Wanneer de machine rinkeltonen laat horen:
1 |
Druk op Start/Pauze om het programma te |
|
onderbreken. |
|
••Het programma kan worden onderbroken |
|
door op de Start/Pauze te drukken Knop van |
|
de voetstukwasmachine of met de |
|
afstandsbediening. |
2 |
Trek de lade open, open de deur en voeg de |
|
vloeibare wasverzachter toe. |
3 |
Sluit de deur, schuif de lade dicht en druk op |
|
Start/Pauze om het programma opnieuw te |
starten.
OPMERKING
••Om de wasverzachter te activeren of in te schakelen, houdt u de Spoelen+ toets ingedrukt gedurende drie seconden.
••De wasverzachter kan binnen 30 seconden worden toegevoegd nadat het signaal heeft geklonken.
SITUATIE 2. Als u het moment voor het toevoegen van de wasverzachter mist:
1 |
Druk op de knop Inschakelen om het |
|
programma te onderbreken. |
2 |
Trek de lade open, open de deur en voeg de |
|
vloeibare wasverzachter toe. |
3 |
Sluit de deur, schuif de lade naar binnen en |
|
selecteer de Spoelen+Centrifugeren |
|
programma. |
4 |
Druk op Start/Pauze om het programma |
|
opnieuw te starten. |
NL
OPMERKING
••Giet wasverzachter niet direct op de kleding.
••De wasverzachter kan ook met water worden verdund en direct in de trommel worden toegevoegd. Giet geen onverdunde wasverzachter direct op kleding omdat dit vlekken kan veroorzaken.
Waterontharder toevoegen
••Een waterontharder, zoals een antikalkmiddel (bijvoorbeeld Calgon) kan worden gebruikt om te bezuinigen op het gebruik van wasmiddel in gebieden met extreem hard water. Doseer volgens de op de verpakking opgegeven hoeveelheid. Voeg eerst het wasmiddel toe en vervolgens de waterontharder.
••Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die nodig is voor zacht water.
LET OP
••Breng bleekmiddel niet direct aan op kleding. Hierdoor kan er gedeeltelijke verkleuring ontstaan en kan er ernstige schade aan het wasgoed worden toegebracht.
••Gebruik geen bleekchloor of zuurhoudend reinigingsmiddel bij het wassen, omdat dit schade aan kleding kan veroorzaken, zoals verkleuring en bleekvlekken.
24
12
3
1 Knop Inschakelen
••Druk op de knop Inschakelen om de wasmachine in te schakelen.
2Scherm
••Op het display worden de status van het programma en de geschatte resterende tijd weergegeven.
•• : Ladevergrendelingindicator
••: Wi-Fi verbindingsindicator
••: Afstandsindicator
3Programmaknop
••Programma's zijn beschikbaar op basis van het type wasgoed.
••Raadpleeg SMART FUNCTIES om de Download Programma functie te gebruiken.
NL
45
4Knop Start/Pauze
••De knop Start/Pauze wordt gebruikt om het wasprogramma te starten of te pauzeren.
••Als een tijdelijke stop van het wasprogramma nodig is, druk dan op de knop Start/Pauze.
OPMERKING
••Als u niet op de Start/Pauze knop klikt binnen 15 minuten na het selecteren van een programma, wordt de wasmachine automatisch uitgeschakeld en zijn alle programma instellingen verloren.
5Opties
••Gebruik deze knoppen om de gewenste opties voor het geselecteerde programma te kiezen.
••De instellingslichtjes boven de knoppen branden om de huidige selectie aan te geven.
25
NL
Wasprogramma
Programma |
Beschrijving |
Opmerking |
Maximale |
|
belading |
||||
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
Gebruik dit programma voor |
•• Als u tijdens het wassen een andere |
|
|
Licht bevuild |
het wassen van licht |
instelling wilt kiezen, wijzigt u de |
|
|
bervuilde normale items, |
2,0 kg |
|||
instelling nadat u op de knop Start/ |
||||
|
behalve delicate stoffen, |
|
||
|
Pauze hebt gedrukt. |
|
||
|
zoals wol of zijde. |
|
||
|
|
|
||
|
Gebruik dit programma voor |
|
|
|
|
het wassen van delicate |
|
|
|
Ondergoed |
items, zoals lingerie en |
•• Dit programma is niet bedoeld voor |
|
|
kleding met kant die bij een |
1,5 kg |
|||
|
normaal programma |
zijden items. |
|
|
|
|
|
||
|
gemakkelijk kunnen worden |
|
|
|
|
beschadigd. |
|
|
|
|
|
•• Voorkom schade aan stoffen en |
|
|
|
Gebruik dit programma voor |
verbeter de wasresultaten door een |
|
|
|
het wassen van stoffen, |
speciaal neutraal wasmiddel voor wol |
|
|
Lingerie |
lingerie of fijne kleding die |
te gebruiken. |
1,0 kg |
|
|
gemakkelijk kunnen |
•• Om schade aan kleren te voorkomen |
|
|
|
vervormen of krimpen. |
draait de trommel bij het wassen |
|
|
|
|
zachtjes naar links en rechts. |
|
|
|
|
•• Kies het juiste type neutrale |
|
|
|
|
wasmiddel. |
|
|
Extra |
Gebruik dit programma om |
•• Wasgoed met voedselresten, zweet, |
|
|
babyspullen hygiënisch te |
urine en ontlasting kunt u het beste |
1,5 kg |
||
verzorging |
||||
wassen. |
voorwassen. |
|
||
|
|
|||
|
|
•• Wordt dit programma afgeraden voor |
|
|
|
|
wol, zijde en andere delicate stoffen. |
|
26
NL
Programma |
Beschrijving |
Opmerking |
Maximale |
|
belading |
||||
|
|
|
||
|
|
|
|
|
|
|
•• Het gewicht van het wasgoed |
|
|
|
|
moet minder dan 1 kg zijn om |
|
|
|
Gebruik dit programma voor |
schade aan de stoffen te |
|
|
|
voorkomen. |
|
||
|
het wassen van krimpbare wol |
|
||
|
|
|
||
|
of handwasitems die extra |
•• Gebruik alleen natuurlijke |
|
|
Handwas |
zorg nodig hebben. Was |
wasmiddel of wasmiddel dat |
|
|
alleen wollen items wanneer |
veilig voor wol is, en gebruik 1/2 |
1,0 kg |
||
|
er op het label staat dat ze |
van de normale hoeveelheid |
|
|
|
met de machine of met de |
wasmiddel. |
|
|
|
hand kunnen worden |
•• Het programma Handwas wast |
|
|
|
gewassen. |
|
||
|
de kleding voorzichtig en |
|
||
|
|
|
||
|
|
centrifugeert op lage snelheid |
|
|
|
|
voor extra voorzichtigheid. |
|
|
Spoelen+Centrifug |
Kies dit programma om een |
|
|
|
lading los van een gewoon |
•• Voeg alleen wasverzachter toe. |
1,5 kg |
||
eren |
programma te spoelen en te |
|||
|
centrifugeren. |
|
|
OPMERKING
••De volgende tabel bevat informatie over de hoofdprogramma's bij volledige lading.
Programma |
Tijd in minuten |
Water in liters |
Energie in Kwh |
|
|
|
|
Licht bevuild |
49 |
45 |
0.06 |
Extra verzorging |
117 |
80 |
0.52 |
27
Alleen centrifugeren
Gebruik deze optie om te drogen door te centrifugeren.
Trommelreiniging
Gebruik deze optie om de trommel schoon te houden. Raadpleeg de sectie De wasmachine reinigen voor informatie over trommelreiniging.
Spoelen+
Gebruik deze optie om het aantal spoelprogramma's te verhogen.
1 |
Druk op de knop Inschakelen. |
2 |
Kies een wasprogramma. |
3 |
Druk op de knop Spoelen+ om de vereiste tijd |
|
in te stellen. |
|
••Wanneer u op de knop Spoelen+ drukt, |
|
wordt het aantal spoelcycli (1 - 5) |
|
weergegeven dat wordt toegevoegd. |
4 |
Druk op de knop Start/Pauze. |
NL
Kinderslot
Gebruik deze optie om de bediening uit te schakelen. Deze functie kan voorkomen dat kinderen het programma wijzigen of het apparaat gebruiken.
Het bedieningspaneel vergrendelen
1 |
Houd de Trommelreiniging ingedrukt En |
|
|
Spoelen+ Knop tegelijkertijd gedurende drie |
|
|
seconden. |
|
2 |
Op het display verschijnt |
. |
|
Wanneer het Kinderslot is ingesteld, zijn alle |
knoppen vergrendeld behalve de knop
Inschakelen.
OPMERKING
••Door het uitschakelen van de stroom of voltooien van alle programma's zal de functie Kinderbeveiliging niet worden gereset. U moet de kinderbeveiliging deactiveren voordat u toegang krijgt tot alle andere functies.
Het bedieningspaneel ontgrendelen
Houd de Trommelreiniging ingedrukt En Spoelen+ Knop tegelijkertijd gedurende drie seconden.
••Als u het programma of een optie wilt wijzigen, drukt u op de knop Start/Pauze om de machine te stoppen en kiest u vervolgens een nieuw programma of optie.
28
De applicatie installeren
Ga naar de LG Smart ThinQ-applicatie in de Google Play Store & Apple App Store voor een smartphone. Volg de instructies om de applicatie te downloaden en te installeren.
Wifi-functie
••Voor apparaten met het logo of
Wascyclus (Starten op afstand, Download Prog.)
Stel een gewenst programma in of download het en bedien het van op afstand.
Trommelreiniging coach
Deze functie geeft het aantal cycli aan die overblijven voordat het tijd is om de cyclus voor trommelreiniging uit te voeren.
Energiebewaking
Controleer het energieverbruik van de onlangs gebruikte programma's en het maandelijks gemiddelde.
Smart Diagnosis™
Deze functie biedt nuttige informatie voor het vaststellen en oplossen van problemen met het apparaat, gebaseerd op het gebruikspatroon.
Instellingen
Er zijn verschillende functies beschikbaar.
Pushnotificatie
Schakel de Pushnotificaties in om notificaties over de status van het apparaat te ontvangen. De notificaties zullen worden verzonden, zelfs als de LG Smart ThinQ-applicatie uitgeschakeld is.
NL
OPMERKING
••Om de Wifi-verbinding te verifiëren, controleert u of het Wi-Fi -pictogram op het controlepaneel aan is.
••LG Smart ThinQ is niet verantwoordelijk voor fouten of problemen met de netwerkverbinding of voor gebreken, een verkeerde werking of fouten die door de netwerkverbinding worden veroorzaakt.
••De machine ondersteunt alleen 2.4 GHz Wifi-netwerken.
••Als het beveiligingsprotocol van de router is ingesteld op WEP, kunt u mogelijk het netwerk niet instellen. Gebruik andere beveiligingsprotocollen (WPA2 wordt aanbevolen) en registreer het product opnieuw.
••Router SSID, gebruik alleen letters, cijfers. Andere tekens worden mogelijk niet ondersteund.
••Indien het apparaat moeilijkheden ondervindt bij het verbinden met het Wifi-netwerk, kan het te ver verwijderd zijn van de router. Koop een Wifisignaalversterker (bereikvergroter) om de sterkte van het Wifi-signaal te verbeteren.
••De omgeving van het thuisnetwerk kan veroorzaken dat er geenof moeilijk verbinding met de applicatie kan worden gemaakt.
••Indien de netwerkverbinding niet correct werkt kan de oorzaak liggen bij de Netwerkprovider.
••De omgeving van het draadloosnetwerk kan veroorzaken dat de wifi-verbinding traag is.
••De applicatie kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
••Functies kunnen per model variëren.
29