Lees deze instructies aandachtig door voordat u begint met de
installatie. Dit zal de installatie vereenvoudigen en ervoor zorgen dat
het product goed en veilig is geïnstalleerd. Bewaar deze instructies
in de buurt van het product na installatie voor toekomstig gebruik.
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn bedoeld om
onvoorziene risico's of schade door onveilig of verkeerd
gebruik van het product te voorkomen.
De richtlijnen zijn onderverdeeld in 'WAARSCHUWING' en ' LET
OP ' zoals hieronder beschreven.
Dit symbool wordt weergegeven om zaken en
handelingen aan te geven die risico's kunnen
veroorzaken. Lees het gedeelte met dit symbool
zorgvuldig door en volg de instructies om risico's te
vermijden.
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies ernstig
letsel of de dood tot gevolg kan hebben.
LET OP
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies letsel
of schade aan het product tot gevolg kan hebben.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Volg om het risico op explosie, vuur, overlijden,
elektrische schok, letsel of verbranding van personen
tijdens het gebruik van dit product te verminderen de
basisvoorzorgsmaatregelen, met inbegrip van de volgende,
op:
Kinderen in het gezin
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief
kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale
capaciteiten of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze met
betrekking tot het gebruik van dit apparaat geïnstrueerd zijn door of
onder toezicht zijn van een persoon die verantwoordelijk is voor hun
veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht gehouden worden om te
garanderen dat ze niet met het apparaat spelen.
4
NL
Voor gebruik in Europa:
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en
ouder en personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of
verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, als ze
onder toezicht staan of worden geïnstrueerd over het veilig gebruik
van het apparaat en bijbehorende gevaren begrijpen. Kinderen
mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud door
de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder
toezicht.
Houd kinderen van minder dan 3 jaar uit de buurt, tenzij ze onder
continu toezicht staan.
Installatie
•Probeer nooit het apparaat te bedienen als het beschadigd is, niet
goed functioneert, gedeeltelijk gedemonteerd is, of ontbrekende of
kapotte onderdelen heeft, zoals een beschadigd snoer of stekker.
•Dit apparaat mag alleen worden vervoerd door twee of meer
mensen die het apparaat veilig vasthouden.
•Installeer het apparaat niet op een vochtige en stofge plek.
Installeer of bewaar het apparaat niet buiten of in een gebied dat
is onderworpen aan weersomstandigheden, zoals direct zonlicht,
wind of regen of temperaturen onder het vriespunt.
•Draai de afvoerslang goed vast om te voorkomen dat deze
losraakt.
•Als de voedingskabel beschadigd is of de opening van het
stopcontact los zit, sluit de stekker dan niet aan en neem contact
op met een geautoriseerd servicecentrum.
•Geen meerdere contactdozen, elektrische verlengkabels of adaptor
met dit apparaat aansluiten.
5
NL
•Dit apparaat mag niet worden geïnstalleerd achter een afsluitbare
deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier tegenover het
apparaat, waardoor de deur van het apparaat niet volledig meer
kan worden geopend.
•Dit apparaat moet worden geaard. In geval van een defect of
storing vermindert aarding het risico op elektrische schokken door
een weg van de minste weerstand te bieden voor elektrische
stroom.
•Dit apparaat is uitgerust met een voedingskabel met aardgeleiding
en een aardstekker. De stekker moet in een passend stopcontact
worden gestoken dat correct is geïnstalleerd en geaard volgens alle
lokale wetten en verordeningen.
•Onjuiste aansluiting van de aardegeleiding kan een risico op
elektrische schok betekenen. Neem contact op met een elektricien
of onderhoudsmonteur als u twijfelt of het apparaat goed is geaard.
•Voer geen wijzigingen uit aan de stekker die bij het apparaat zit. Als
deze niet in het stopcontact past, moet een passend stopcontact
worden geïnstalleerd door een erkend elektricien.
Gebruik
•Tracht geen panelen te scheiden of het toestel te demonteren.
Gebruik geen scherpe voorwerpen op het bedieningspaneel om het
apparaat te bedienen.
•Herstel of vervang geen onderdeel van het apparaat. Alle
herstellingen en onderhoud moeten uitgevoerd worden door
erkend onderhoudspersoneel, tenzij speciek aanbevolen in deze
Gebruikershandleiding. Gebruik enkel erkende fabrieksonderdelen.
6
NL
•Zet geen dieren, zoals huisdieren, in het apparaat.
•Hou de ruimte onder en rond het apparaat vrij van ontvlambare
materialen zoals pluis, papier, vodden, chemicaliën enz.
•Laat de deur van het apparaat niet open staan. Kinderen kunnen
aan de deur gaan hangen of in het apparaat kruipen, waardoor
schade kan ontstaan of ze letsels kunnen oplopen.
•Gebruik de nieuwe slang of de slangset, die bij het apparaat
geleverd werd. Het opnieuw gebruiken van oude slangen kan een
waterlek veroorzaken en vervolgens schade aan het eigendom.
•Plaats geen, was geen of droog geen artikelen die gereinigd,
gewassen, ondergedompeld of bevlekt werden met ontvlambare of
explosieve stoffen (zoals was, wasverwijderaars, olie, verf, benzine,
ontvetters, oplosmiddelen, kerosine, petroleum, vlekverwijderaars,
terpentijn, vegetarische olie, kookolie, aceton, alcohol, enz.) in het
apparaat. Onjuist gebruik kan brand of explosie veroorzaken.
•Steek uw hand niet in het apparaat terwijl het in werking is. Wacht
tot de trommel volledig tot stilstand is gekomen.
•Haal de stekker uit het stopcontact in geval van overstroming en
neem contact op met het LG Electronics-klanteninformatiecentrum.
•Duw de deur niet te ver naar beneden wanneer de deur van het
apparaat open is.
•Raak de deur niet aan tijdens een programma met een hoge
temperatuur.
•Gebruik geen brandbare gassen en stoffen (benzeen, benzine,
thinner, petroleum, alcohol, enz.) rond het product.
•Wanneer de afvoer- en aanvoerslang zijn bevroren in de winter,
gebruik deze dan alleen nadat ze zijn ontdooid.
•Houd alle wasmiddelen, wasverzachters en bleekmiddelen uit de
buurt van kinderen.
7
NL
•Raak de stekker of apparaatknoppen niet aan met natte handen.
•Buig de voedingskabel niet overmatig en plaats er geen zware
voorwerpen op.
•Was geen vloerkleden, matten, schoenen of dekens van
huisdieren, of andere items dan kledij of lakens in deze machine.
•Dit apparaat mag enkel gebruikt worden voor huishoudelijk gebruik
en mag niet gebruikt worden in mobiele toepassingen.
•In geval van een gaslek (isobutaan, propaan, aardgas, enz.) mag
u het apparaat of de stekker niet aanraken en dient u de ruimte
onmiddellijk goed te verluchten.
Technische veiligheid voor het gebruik van de droger
•Droog geen ongewassen kledingstukken in het apparaat.
•Items die zijn bevuild met stoffen als bakolie, plantaardige olie,
aceton, alcohol, petroleum, kerosine, vlekkenverwijderaars,
terpentine, wassen en wasverwijderaars, moeten in heet water
worden gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel, voordat
ze worden gedroogd in het apparaat.
•Stop het apparaat nooit voor het einde van de droogcyclus, tenzij
alle items snel worden verwijderd en uitgehangen, zodat de hitte
wordt verdreven.
•Items zoals schuimrubber (latex-schuim), douchemutsen,
waterdichte kleding, artikelen met rubber bekleding en kleding of
kussens met vulling van schuimrubber mogen niet in het apparaat
worden gedroogd.
•Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten worden gebruikt
zoals gespeciceerd in de instructies voor de wasverzachter.
•Verwijder alle voorwerpen uit de zakken, zoals aanstekers en
lucifers.
•Het apparaat mag niet worden gebruikt als industriële chemicaliën
zijn gebruikt voor het reinigen.
8
NL
Onderhoud
•Steek de stekker stevig in het stopcontact na het volledig
verwijderen van al het vocht en stof.
•Ontkoppel het apparaat van de voeding alvorens het apparaat
te reinigen. De bediening instellen op de UIT of standby positie
schakelt het apparaat niet uit van de voeding.
•Spuit geen water op de binnenkant of buitenkant van het apparaat
om het schoon te maken.
•Haal de stekker nooit uit het apparaat door aan de voedingskabel
te trekken. Grijp de stekker altijd stevig vast en trek hem recht uit
het stopcontact.
Verwijdering
•Trek de stekker uit het stopcontact, alvorens u een oud toestel
weggooit. Snijd de kabel direct achter het toestel door om misbruik
te voorkomen.
•Gooi alle verpakkingsmaterialen (zoals vinyl en piepschuim) weg
uit de buurt van kinderen. De verpakkingsmaterialen kunnen
verstikking veroorzaken.
•Verwijder de deur van dit apparaat vóór het weg te gooien of u
ervan te ontdoen om te vermijden dat kinderen of kleine dieren erin
vast komen te zitten.
9
Verwijdering van uw oude apparaat
• Dit symbool van de doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat afgedankte elektrische en
elektronische producten (WEEE) afzonderlijk van het huishoudelijke afval moeten
worden verwijderd.
• Oude elektrische producten kunnen gevaarlijke stoffen bevatten, dus een juiste
verwijdering van uw oude apparaat helpt bij het voorkomen van mogelijke negatieve
gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Uw oude apparaat kan herbruikbare
onderdelen bevatten die gebruikt zouden kunnen worden voor het repareren
van andere producten, en andere waardevolle materialen die kunnen worden
gerecycleerd voor het behoud van beperkte grondstoffen.
• U kunt uw apparaat meenemen naar de winkel waar u het product hebt gekocht, of
u kunt contact opnemen met uw plaatselijke afvalinstantie voor de gegevens van uw
dichtstbijzijnde geautoriseerde WEEE-verzamelpunt. Voor de meest geactualiseerde
informatie voor uw land wordt verwezen naar www.lg.com/global/recycling
NL
10
INSTALLATIE
1
2
6
7
8
10
11
12
Onderdelen
12
Transportbouten
Stekker
3
Lade
4
Bedieningspaneel
5
Trommel
Deur
Afvoerslang
Aftapplug
9
Afvoerpomp lter
Afdekkap (locatie kan
variëren afhankelijk van het
product)
Verstelbare poten
Inschakelen-knop
NL
Accessoires
Koude toevoerslang (1
EA) (Optie: Heet (1 EA))
Bocht om de
afvoerslang vast te
zetten (optioneel)
• * : Bewaar deze accessoires voor toekomstig gebruik. Deze accessoires worden gebruikt voor het
stapelen met de miniwasmachine. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de miniwasmachine
voor de installatie.
• Uiterlijk en functies kunnen zonder voorafgaande kennisgeving veranderen om de kwaliteit van het
product te verhogen.
• Geen verdere terugloopbescherming vereist voor verbinding met de watervoorziening.
NL
12
NL
2 cm
0.5 cm
2 cm10 cm
Vereisten voor de
installatieplaats
Plaats
Vlakke vloer : Toegestane helling onder de hele
wasmachine is 1°.
Stopcontact : Moet binnen 1 meter van elke
zijde van de locatie van het apparaat liggen.
• Overbelast het stopcontact niet met meer dan
één apparaat.
Extra speling : Voor de muur, 10 cm:
achterkant/2 cm: rechter- & linkerzijde
• Plaats of bewaar nooit wasproducten op de
wasmachine. Deze producten kunnen de
deklaag of de bedieningstoetsen beschadigen.
WAARSCHUWING
• De stekker moet in een passend stopcontact
worden gestoken dat correct is geïnstalleerd
en geaard volgens alle lokale wetten en
verordeningen.
Plaatsing
• Installeer de wasmachine op een vlakke, harde
vloer.
• Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rond de
wasmachine niet wordt belemmerd door
tapijten, vloerkleden, enz.
• Probeer nooit oneffenheden in de vloer onder
de wasmachine te corrigeren met stukken
hout, karton of soortgelijke materialen.
• Als het onvermijdelijk is om de wasmachine
naast een gasfornuis of kolenfornuis
te plaatsen, dient isolatie bedekt met
aluminiumfolie (85x60 cm) aan de kant van
het fornuis of de kachel te worden ingevoegd
tussen de twee apparaten.
• Installeer uw wasautomaat niet in ruimtes
waar vriestemperaturen kunnen voorkomen.
Bevroren slangen kunnen barsten onder druk.
De betrouwbaarheid van de elektronische
regeleenheid kan afnemen bij temperaturen
onder het vriespunt.
• Zorg ervoor dat wanneer de wasmachine is
geïnstalleerd, hij gemakkelijk toegankelijk
is voor een technicus in het geval van een
storing.
• Stel de vier poten af met de meegeleverde
steeksleutel als de wasmachine geplaatst is,
om te zorgen dat het apparaat stabiel staat
en zorg voor een ruimte van ongeveer 5 mm
tussen de bovenkant van de wasmachine en
de onderkant van een werkblad.
• Indien de machine wordt bezorgd in de winter
en het vriest, laat u de wasmachine enkele
uren staan bij kamertemperatuur voordat u
deze in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
• Deze apparatuur is niet ontworpen voor
maritiem gebruik of voor gebruik in mobiele
installaties zoals caravans, vliegtuigen, enz.
Elektrische aansluiting
• Gebruik geen verlengsnoer of dubbele adapter.
• Koppel de machine altijd los van het
stopcontact en schakel de watertoevoer uit.
• Sluit de wasmachine aan op een geaard
stopcontact in overeenstemming met de
huidige bedradingsvoorschriften.
• De wasmachine moet zodanig worden
geplaatst dat de stekker gemakkelijk
toegankelijk is.
• Reparaties aan het apparaat mogen alleen
door gekwaliceerd personeel worden
uitgevoerd. Reparaties die door nietdeskundige personen zijn uitgevoerd, kunnen
tot schade of letsel leiden. Neem contact op
met uw lokaal servicecentrum.
13
NL
Uitpakken en verzendbouten
verwijderen
Til het apparaat van de schuimbasis.
1
• Verwijder de doos en het
verpakkingsmateriaal en til de wasmachine
van de schuimbasis. Zorg ervoor dat de
kuipsteun met het onderste gedeelte
loskomt en niet vast blijft zitten aan de
onderkant van de wasmachine.
• Mocht het nodig zijn dat u de wasmachine
op zijn zijkant moet leggen om de
kartonnen doos te verwijderen, zorg dan
altijd dat de zijkant van de wasmachine
beschermd is en leg deze zachtjes neer.
Leg de wasmachine NIET op de voor- of
achterkant.
Kuipsteun (optioneel)
Kartonnen
onderkant
Installeer de afdekkingen voor de gaten.
3
• Lokaliseer de openingdeksels, toegevoegd
aan het accessoirepakket of vastgemaakt
aan de achterzijde.
Afdekking
OPMERKING
• Bewaar de bouten voor toekomstig gebruik.
Om schade aan de interne onderdelen te
voorkomen, mag u de wasmachine NIET
vervoeren zonder de transportbouten terug te
plaatsen.
• Niet verwijderen van de transportbouten
en houders kan ernstige trillingen en geluid
veroorzaken, wat kan leiden tot blijvende
schade aan de wasmachine. Het snoer
is bevestigd aan de achterkant van de
wasmachine met een transportbout om gebruik
van de machine te voorkomen terwijll de
transportbouten nog geplaatst zijn.
Verwijder de bouten.
2
• Begin met de twee onderste
transportbouten. Gebruik de meegeleverde
moersleutel en draai alle transportbouten
tegen de klok in volledig los. Verwijder de
bouten door ze iets te bewegen terwijl u ze
uittrekt.
14
NL
Antislipkussentjes gebruiken
(optioneel)
Als u de wasmachine op een gladde ondergrond
installeert, kan hij zich verplaatsen als gevolg
van overmatige trillingen. Onjuiste nivellering
kan storingen veroorzaken door geluid en
trillingen. Als dit gebeurt, installeert u de
antislipkussentjes onder de stelvoeten en past u
het niveau aan.
Reinig de vloer om de antislipkussentjes vast
1
te maken.
• Gebruik een droge doek om vreemde
voorwerpen en vocht te verwijderen en
schoon te maken. Wanneer er vocht
achterblijft, kan het antislipkussentjes
wegglijden.
Stel de wasmachine waterpas nadat u deze
2
in de installatieomgeving hebt geplaatst.
Plaats de plakzijde van de antislipplaat op
3
de vloer.
• Het is het meest effectief om de
antislipkussentjes te installeren onder
de voorpoten. Als het moeilijk is om de
kussentjes onder de voorpoten te plaatsen,
plaatst u ze onder de achterpoten.
Deze kant boven
Kleefzijde
Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat.
4
• Duw of beweeg de bovenste randen van
de wasmachine voorzichtig om ervoor te
zorgen dat de wasmachine niet wankelt.
Als het apparaat schommelt, stelt u het
apparaat weer op waterpas.
Houten vloeren (zwevende
vloeren)
• Houten vloeren zijn bijzonder gevoelig voor
trillingen.
• Om trillingen te voorkomen raden wij u aan
rubberen cups van ten minste 15 mm dik
aan elke voet van de wasmachine te maken,
die met schroeven zijn vastgemaakt aan ten
minste twee vloerbalken.
Rubberen cup
• Indien mogelijk installeert u de wasmachine
in één van de hoeken van de kamer, waar de
vloer stabieler is.
• Monteer de rubberen cups om de trillingen te
verminderen.
OPMERKING
• Juiste plaatsing en nivellering van de
wasmachine zal zorgen voor lange,
regelmatige en betrouwbare werking.
• De wasmachine moet 100% horizontaal en
stevig vast staan.
• Het moet niet ‘Schommelen’ op de hoeken
wanneer geladen.
• Het installatieoppervlak moet schoon, vrij van
boenwas en andere smeermiddelen zijn.
• Laat de voeten van de wasmachine niet nat
worden. Als dit gebeurt, kan dit trillingen of ruis
veroorzaken.
• U kunt rubberen cups (artikelnummer
4620ER4002B) verkrijgen bij het LGservicecentrum.
OPMERKING
• U kan antislipkussentjes aanschaffen krijgen bij
het servicecentrum van LG.
15
NL
De wasmachine waterpas
zetten
Als de vloer niet vlak is, draait u de verstelbare
poten zoals vereist (plaats geen stukjes
hout enz. onder de poten). Zorg ervoor dat
alle vier de poten stabiel zijn en op de vloer
rusten en controleer dan of het apparaat
perfect horizontaal staat (gebruik hiervoor een
waterpas).
• Zodra de wasmachine waterpas staat, draait u
de borgmoeren richting de onderkant van de
wasmachine. Alle borgmoeren moeten worden
aangetrokken.
VerhogenVerlagen
Borgmoer
Draai alle 4
borgmoeren stevig vast
Diagonale controle
• Wanneer u diagonaal op de hoeken en
zijkanten van de wasmachine drukt, mag
de wasmachine helemaal niet bewegen
(controleer dit aan beide kanten). Als de
machine schommelt bij het diagonaal duwen
van de bovenplaat van de machine, stelt u de
poten weer af.
Aansluiten watertoevoerslang
• De watertoevoerdruk moet tussen 0,1 MPa en
1,0 MPa (1,0‒10,0 kgf/cm2) liggen.
• Slijp de toevoerslang niet af en draai hem niet
scheef in als u hem aansluit op de afsluiter.
• Indien de waterleidingdruk hoger is dan 1.0
MPa, moet een decompressiesysteem worden
geïnstalleerd.
• Controleer regelmatig de staat van de slang en
vervang de slang indien nodig.
Controleren van de
rubberen afdichting op de
watertoevoerslang
Twee rubberen afdichtingen worden geleverd
met de waterinlaatslangen. Ze worden gebruikt
voor het vermijden van waterlekken. Zorg ervoor
dat de aansluiting op de kranen goed dicht is.
Slangconnector
Rubberen afdichting
OPMERKING
• Hout of zwevende vloeren kunnen bijdragen
aan overmatige trillingen en onbalans.
• Als de wasmachine is geïnstalleerd op een
verhoogd platform, moet hij stevig worden
bevestigd om het risico van vallen te
elimineren.
16
Slangconnector
Rubberen afdichting
NL
De slang aansluiten op de
waterkraan
De schroefdraadslang aansluiten op de
kraan met schroefdraad
Schroef de slangaansluiting op de waterkraan.
Schroeftype slang aansluiten aan kraan
zonder schroefdraad
Draai de vier bevestigingsschroeven los.
1
Bovenste
aansluitklem
Bevestigingsschroef
Rubberen
afdichting
Druk het aansluitstuk op het uiteinde van
3
de kraan zodat de rubberen afdichting een
waterdichte verbinding vormt. Draai de vier
bevestigingsschroeven vast.
Beweeg de aanvoerslang verticaal omhoog,
4
zodat de rubberen afdichting in de slang
volledig aansluit aan de kraan. Schroef deze
daarna dicht door naar rechts te draaien.
Plaat
Aanvoer
slang
Een slang met snelkoppeling aansluiten
op een kraan zonder schroefdraad
Schroef de adapterplaat los en draai de vier
1
bevestigingsschroeven los.
Verwijder de geleideplaat als de kraan te
2
groot is voor de adapter.
Geleideplaat
Ringplaat
Verwijder de geleideplaat als de kraan te
2
groot is voor de adapter.
Geleideplaat
17
NL
Druk het aansluitstuk op het uiteinde van
3
de kraan zodat de rubberen afdichting een
waterdichte verbinding vormt. Draai de vier
bevestigingsschroeven en de ringplaat van
de adapter stevig vast.
Trek de stekkervergrendeling naar beneden,
4
duw de toevoerslang op de adapter, en laat
de connectorvergrendeling los. Zorg ervoor
dat de adapter vastklikt.
Vergrendeling
Slang verbinden aan apparaat
Verbind de heet waterlijn met de heet watertoevoer aan de achterkant van de wasmachine.
Verbind de koud waterlijn met de koud watertoevoer aan de achterkant van de wasmachine.
Heet water-
Koud water-
toevoer
OPMERKING
• Herhaal dezelfde stappen als er water lekt uit
de slang na het voltooien van de aansluiting.
Gebruik de meest conventionele kraan voor
de watertoevoer. Indien de kraan te vierkant
of te groot is, verwijdert u de geleidingsplaat
alvorens de kraan in de adapter te steken.
De horizontale kraan gebruiken
Horizontale kraan
toevoer
OPMERKING
• Sluit de toevoerslang aan op de waterkraan,
draai de waterkraan open om vreemde
voorwerpen in de waterleidingen (vuil, zand,
zaagsel, etc.) door te spoelen. Laat het
water in een emmer lopen en controleer de
temperatuur van het water.
18
Uitbreidingskraan
Vierkante kraan
De afvoerslang installeren
• De afvoerslang mag niet hoger dan 100 cm
boven de vloer worden geplaatst. Water in de
wasmachine kan dan niet weglopen of loopt
langzaam weg.
• Zorg dat de afvoerslang correct is aangesloten,
dit beschermt de vloer tegen schade door
waterlekkage.
• Als de afvoerslang te lang is, deze niet
geforceerd terugduwen in de wasmachine. Dit
zal een abnormaal geluid veroorzaken.
~ 100 cm
~ 145 cm
~ 105 cm
max. 100 cm
• Maak de afvoerslang stevig vast met een
touwtje als u hem aansluit op een wastafel.
• Zorg dat de afvoerslang correct is aangesloten,
dit beschermt de vloer tegen schade door
waterlekkage.
NL
Wastrommel
max. 100 cm
Slanghouder
Kabelbinder
max. 100 cm
19
GEBRUIK
NL
De wasmachine gebruiken
Selecteer, vóór de eerste wasbeurt, een
wasprogramma, waardoor de wasmachine
kan wassen zonder kledij. Dit zal residu en
water die mogelijk tijdens de productie zijn
achtergebleven, verwijderen uit de trommel.
Sorteer het wasgoed en de geladen items.
1
• Sorteer het wasgoed volgens het soort stof,
vervuilingsniveau, kleur en hoeveelheid
wasgoed als dat nodig is. Open de deur en
laad de items in de wasmachine.
Voeg reinigingsproducten en/of wasmiddel en
2
wasverzachter toe.
• Doe de juiste hoeveelheid wasmiddel
in de wasmiddellade. Voeg desgewenst
bleekmiddel of wasverzachter toe in de
juiste vakken van de wasmiddellade.
Kies het gewenste wasprogramma.
4
• Druk meerdere keren op de cyclus-knop of
draai de cyclus-keuzeknop tot het gewenste
cyclus is geselecteerd.
Begin programma.
5
• Druk op de Start/Pauze knop om het
programma te beginnen. De wasmachine
zal kort schudden zonder water om het
gewicht van de lading te meten. Wanneer
de Start/Pauze knop niet ingedrukt wordt
binnen 15 minuten, zal de wasmachine
uitschakelen en zullen alle instellingen
verloren zijn.
Einde van het wasprogramma.
6
• Wanneer het wasprogramma is voltooid,
klinkt er een melodie. Verwijder uw
kleding onmiddellijk uit de wasmachine
om kreuken te verminderen. Controleer
bij het verwijderen van de lading op
kleine voorwerpen die rondom of in de
deurafdichting kunnen zitten.
Zet de wasmachine aan.
3
• Druk op de Inschakelen knop om de
wasmachine in te schakelen.
20
OPMERKING
• De knop kan niet bediend worden als de deur
geopend is. Druk opnieuw op de knop nadat u
de deur heeft gesloten.
NL
Het wasgoed sorteren
Kijk of er een zorglabel op uw kleding zit.
1
• Dit vertelt u over de stof van uw kledingstuk
en hoe het moet worden gewassen.
• Symbolen op de zorglabels.
Wastemperatuur
Normale machinewas
Permanente pers
Delicaat
Handwas
Niet wassen
Wasgoed sorteren.
2
• Sorteer kleding in ladingen die met
hetzelfde wasprogramma kunnen worden
gewassen voor het beste resultaat.
• Verschillende stoffen moeten bij
verschillende temperaturen en
centrifugesnelheden worden gewassen.
• Scheid donkere kleuren altijd van lichte
kleuren en de witte was. Was kleding
apart als kleuren kunnen doorlopen of
als overdracht van kleurstof en pluis kan
plaatsvinden, waardoor witte en lichte
kledingstukken kunnen verkleuren. Was,
indien mogelijk, geen zwaar vervuild
wasgoed samen met licht vervuild
wasgoed.
− Vuil (zwaar, normaal, licht) :
Verdeel de kleding volgens het
hoeveelheid vuil.
− Kleur (wit, licht, donker):
Scheid de witte kleding van de gekleurde
kleding.
− Pluis (pluisproducenten, verzamelaars):
Was pluizende stoffen en stoffen die pluis
aantrekken apart.
Aandacht bij het vullen.
3
• Combineer grote en kleine artikelen in één
lading. Laad eerste grote artikelen.
• Grote artikelen mogen niet meer dan de
helft van de totale wasbelading uitmaken.
Probeer geen losse items te wassen.
Dit kan een asymmetrische belading
veroorzaken. Voeg een of twee soortgelijke
items toe.
• Controleer of alle zakken leeg zijn.
Voorwerpen zoals spijkers, haarspeldjes,
lucifers, pennen, munten en sleutels
kunnen zowel uw wasmachine als uw
kleding beschadigen.
• Sluit ritsen, haken en koorden om ervoor
te zorgen dat deze items niet blijven haken
aan andere kleren.
• Behandel vuil en vlekken voor door een
kleine hoeveelheid in water opgelost
wasmiddel in te borstelen, om te zorgen dat
vlekken en vuil gemakkelijker loslaten.
LET OP
• Controleer de binnenkant van de trommel en
verwijder alle items van een eerdere wasbeurt.
21
NL
Reinigingsproducten
toevoegen
Dosering wasmiddel
• Wasmiddel moet worden gebruikt volgens de
instructies van de fabrikant en worden gekozen
volgens type, kleur en vervuiling van de stof en
de wastemperatuur.
• Als er teveel wasmiddel wordt gebruikt, kan
er teveel sop ontstaan. Dit leidt tot slechte
wasresultaten of veroorzaakt een zware
belasting van de motor.
• Volg de richtlijnen van de producent van het
wasmiddel indien u vloeibaar wasmiddel wenst
te gebruiken.
• U kunt vloeibaar wasmiddel rechtstreeks
in de primaire wasmiddellade gieten als u
onmiddellijk met het wasprogramma begint.
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als u
gebruik maakt van Uitgestelde Start of als
u hebt gekozen voor Voorwas, omdat de
vloeistof kan uitharden.
• Verminder de hoeveelheid wasmiddel als er
teveel sop opkomt.
• Wasmiddelgebruik moet worden aangepast
voor watertemperatuur, waterhardheid, grootte
en vervuilingsniveau van de lading. Vermijd
overmatige schuimvorming voor de beste
resultaten.
• Raadpleeg het etiket van de kleding voordat u
het wasmiddel en de watertemperatuur kiest:
• Gebruik alleen het voor het type kleding
aangewezen wasmiddel bij gebruik van de
wasmachine:
− Algemene poedervormige wasmiddelen voor
alle soorten stoffen
− Poedervormige wasmiddelen voor jne
stoffen
− Vloeibare wasmiddelen voor alle soorten
stoffen of speciale wasmiddelen alleen voor
wol
• Gebruik wasmiddel met algemeen
poedervormig bleekmiddel voor een beter
wasresultaat en bleken.
• Wasmiddel wordt uit de wasmiddellade
gespoeld aan het begin van het
wasprogramma.
OPMERKING
• Laat het wasmiddel niet verharden. Dit
kan leiden tot verstoppingen, slechte
spoelprestaties of geurtjes.
• Volle lading : Volgens advies van de fabrikant.
• Deellading : 3/4 van de normale hoeveelheid
• Minimum lading : 1/2 van de volle lading
Toevoegen van wasmiddel en
wasverzachter
Wasmiddel toevoegen
• Alleen hoofdwas →
• Voorwas+Hoofdwas →
OPMERKING
• Teveel wasmiddel, bleekmiddel of
wasverzachter kan ervoor zorgen dat er sop
overloopt.
• Zorg ervoor dat u de juiste hoeveelheid
wasmiddel gebruikt.
Wasverzachter toevoegen
• Vul niet tot boven de maximale vullijn.
Overvulling kan een vroege aevering van de
wasverzachter veroorzaken, wat vlekken op
de kleding kan geven. Sluit de wasmiddellade
langzaam.
22
NL
• Laat de wasverzachter niet langer dan 2 dagen
in de wasmiddellade (wasverzachter kan
uitharden).
• Wasverzachter wordt automatisch tijdens de
laatste spoelbeurt toegevoegd.
• Open de lade niet terwijl het water wordt
toegevoerd.
• Oplosmiddelen (benzeen, enz.) mogen niet
worden gebruikt.
OPMERKING
• Giet wasverzachter niet direct op de kleding.
Waterontharder toevoegen
• Een waterontharder, zoals een antikalkmiddel
(bijvoorbeeld Calgon) kan worden gebruikt om
te bezuinigen op het gebruik van wasmiddel
in gebieden met extreem hard water. Doseer
volgens de op de verpakking opgegeven
hoeveelheid. Voeg eerst het wasmiddel toe en
vervolgens de waterontharder.
• Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die nodig is
voor zacht water.
Een tablet gebruiken
Open de deur en plaats de tabletten in de
1
trommel.
Laad het wasgoed in de trommel en sluit de
2
deur.
23
Bedieningspaneel
54
2
6
Knop Inschakelen
1
• Druk op de knop Inschakelen om de
wasmachine in te schakelen.
Knop Start/Pauze
2
• De knop Start/Pauze wordt gebruikt
om het wasprogramma te starten of te
pauzeren.
• Als een tijdelijke stop van het
wasprogramma nodig is, druk dan op de
knop Start/Pauze.
Scherm
3
• Het display toont de instellingen,
de geschatte resterende tijd, opties
en statusberichten. Wanneer het
apparaat is ingeschakeld, worden de
standaardinstellingen op het display
verlicht.
• Het geschatte energieverbruik(
waterverbruik ( ) worden voorafgaand aan
het wassen weergegeven en het werkelijke
verbruik na het wassen.
) en
NL
3
B
A
C
•
: Het display toont een schatting van de
1
resterende tijd. Terwijl de hoeveelheid van
de lading automatisch wordt berekend,
knippert of verschijnt 'Detecting'.
•
: De watertemperatuur wordt
weergegeven door op de knop
Watertemp. te drukken.
•
: Het niveau van de centrifugesnelheid
wordt weergegeven door op de knop
Centrifugeren te drukken.
Programmaknop
4
• Programma's zijn beschikbaar op basis
van het type wasgoed.
• Een lampje gaat branden om het
geselecteerde programma aan te geven.
Opties
5
• Hiermee kunt u een extra wasprogramma
selecteren. Er gaat een lampje branden
wanneer dit is geselecteerd.
• Gebruik deze knoppen om de gewenste
programmaopties voor het geselecteerde
wasprogramma te selecteren.
Wassen+Drogen( )
6
• ( ) geeft de droogcapaciteit aan. Dit kan
per model variëren.
24
Programmatabel
Wasprogramma
NL
ProgrammaBeschrijvingSoort stofJuiste temp.
Biedt betere prestaties
Katoen
Katoen+
Easy Care
Mix
Anti-Allergie
Wol
Opfrissen
door het combineren
van verschillende
wasbewegingen.
Biedt optimale
wasprestaties voor
grote hoeveelheden
wasgoed met minder
energieverbruik.
Dit programma is
geschikt voor hemden
die niet hoeven te
worden gestreken na
het wassen.
Maakt het mogelijk om
verschillende stoffen
tegelijkertijd te wassen.
Helpt om allergenen
zoals huisstofmijt,
pollen en kattenharen
te verwijderen.
Voor het wassen van
wollen kleding. (Gebruik
een speciaal wasmiddel
voor machinewasbare
wollen stoffen.)
Helpt kreukels
binnen 20 minuten te
verwijderen met stoom
(Kleding kan nat zijn.
Je kunt ze dragen na
10 tot 30 min ophangen
om te drogen).
• Watertemperatuur: Selecteer de juiste watertemperatuur voor het gekozen wasprogramma. Volg
altijd het zorglabel of instructies van de kledingfabrikant bij het wassen.
is geschikt voor
sportkleding, zoals
joggingpakken en
loopkleding.
Dit programma biedt
een snelle wastijd voor
kleine ladingen en licht
vervuilde kleding.
Voor delicate kleding
die op de hand
gewassen kunnen
worden zoals lingerie,
jurken enz.
Biedt een nonstopproces van wassen
en drogen in hetzelfde
wasprogramma.
Voor downloadbare programma's. Als u geen programma's hebt gedownload, is de
standaard Spoelen +Centrifugeren.
Coolmax, gore-tex, eece
en sympatex
Licht vervuild bont
wasgoed.
Wol, handwas, jne
was, wasgoed dat snel
beschadigd
Een kleine hoeveelheid
wasgoed dat kan worden
gedroogd.
30 °C
(Koud tot 40 °C)
20 °C
(Koud tot 40 °C)
20 °C
(Koud tot 30 °C)
40 °C
(Koud tot 95 °C)
Maximale
belading
3 kg
1,5 kg
8 kg
OPMERKING
• Een neutraal wasmiddel wordt aanbevolen.
26
Droogprogramma
NL
ProgrammaBeschrijvingSoort stof
Voor katoen. Selecteer dit
programma om de cyclustijd
en het energieverbruik te
Normaal (
Strijken (
Lage temp. (
Tijd 30 min. (
Tijd 60 min. (
Tijd 120 min. (
• Stel het programma in op 'Wassen: Katoen+, 60 °C, 1600 rpm', 'Drogen: Normaal en Vervuild: Sterk’
om deze te testen in overeenstemming met EN 50229.
)
verminderen tijdens de
droogcyclus.
Om eenvoudig te strijken,
voltooit u het drogen in vochtige
)
toestand.
Voor minder kledingschade
droogt u deze op een lage
)
temperatuur.
)
U kunt de droogtijd aanpassen
aan de maximale hoeveelheid
)
was.
)
Wassen van katoenen
of linnen stoffen, zoals
katoenen handdoeken,
t-shirts en linnen.
Katoenen of linnen stoffen,
gereed om te strijken aan
het eind van het programma.
Easy care-textiel,
synthetische stoffen die
geschikt zijn voor Easy
Care, mixprogramma voor
wasbare kleren
Katoen, handdoek
Maximale
belading
Waardering
Waardering
3,5 kg
0,5 kg
1 kg
3 kg
OPMERKING
• Selecteer maximaal centrifugetoerental van wasprogramma om droogresultaten te garanderen.
• Wanneer de hoeveelheid wasgoed die moet worden gewassen en gedroogd in een programma
het toegelaten gewicht van het droogprogramma niet overschrijdt, wordt wassen en drogen in een
continue reeks aanbevolen.
27
Extra opties
NL
Programma
Voorwas
Stoomwassen
Stoomverzachter
Einduitstel
Spoelen+
EcoHybrid Drogen
Katoen●●●●●●
Katoen+●●●●●●
Easy Care●●●●●●
Mix●●●●●●
Anti-Allergie●
*
●●●
Wol●●
Opfrissen●
*
Buitenkleding●●●
Snelwas 30●●●
Delicaat●●
Wassen+Drogen
●●●●●●
* : Deze optie wordt automatisch opgenomen in de cyclus en kan niet worden verwijderd.
*
28
Operationele gegevens
NL
Programma
Katoen1600
Katoen+1600
Easy Care1200
Mix1600
Anti-Allergie1600
Wol800
Opfrissen-
Buitenkleding800
Snelwas 301600
Delicaat800
Wassen+Drogen1600
Max RPM
1600
29
NL
Programmaopties
Einduitstel
U kunt een vertraging instellen zodat de
wasmachine automatisch zal beginnen en
eindigen na een bepaalde tijd.
Druk op de knop Inschakelen.
1
Kies een wasprogramma.
2
Druk op de knop Einduitstel en stel de
3
vereiste eindtijd in.
Druk op de knop Start/Pauze.
4
OPMERKING
• De uitgestelde tijd is de tijd tot het einde van
het programma, niet tot de start. De werkelijke
looptijd kan variëren afhankelijk van de
watertemperatuur, het wasgoed en andere
factoren.
• Om de functie Tijdvertraging te annuleren,
moet u op de knop Inschakelen drukken.
• Vermijd het gebruik van vloeibaar wasmiddel
voor deze optie.
EcoHybrid
Voor luchtcondensatiedrogen zonder dat er
water gebruikt wordt voor het condenseren.
Druk op de knop Inschakelen.
1
Stoom (optioneel)
Stoomwasfuncties verbeteren de
wasprestaties met een laag energieverbruik.
De stoomverzachter sproeit stoom na een
centrifugecyclus om kreukels te verminderen en
het wasgoed donzig te maken.
Druk op de knop Inschakelen.
1
Voor de stoomwasoptie selecteert
2
u stoomprogramma's. Voor de
stoomverzachteroptie selecteert u Katoen,
Katoen+, Mix of Easy Care.
Het volgende programma wordt geselecteerd
3
afhankelijk van het aantal keren dat u op de
knop Stoom drukt.
• Een keer: stoomwassen
• Twee keer: stoomverzachter
• Drie keer: stoomwassen en
stoomverzachter
Druk op de knop Start/Pauze.
4
Stoomwassen ()
• Voor zwaar bevlekt kleding, ondergoed of
babykleding.
• Beschikbaar bij de programma's Katoen,
Katoen+, Mix, Easy Care, Anti-allergie,
Opfrissen en Wassen+Drogen.
• Gebruik geen stoomwas bij kleding die
gemakkelijk verkleurt en delicate stoffen, zoals
wol en zijde.
Kies een wasprogramma.
2
Druk op de knop EcoHybrid.
3
Druk op de knop Start/Pauze.
4
OPMERKING
• Beschikbaar bij het programma Normaal of
Strijken.
30
Stoomverzachter ()
• Goed om stoffen te verzachten en donzig te
maken na drogen aan de lucht.
• Beschikbaar bij de programma's Katoen,
Katoen+, Mix en Easy Care.
• Gebruik geen stoomverzachter bij kleding die
gemakkelijk verkleurt en delicate stoffen, zoals
wol en zijde.
• Afhankelijk van het soort stof kunnen de
verzachterprocedures verschillend zijn.
Loading...
+ 86 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.