HANDLEIDING
WASMACHINE
Lees deze instructies aandachtig door voordat u begint met de installatie. Dit zal de installatie vereenvoudigen en ervoor zorgen dat het product goed en veilig is geïnstalleerd. Bewaar deze instructies in de buurt van het product na installatie voor toekomstig gebruik.
NL DUTCH
FH6G1BCH(0-9)N
www.lg.com
MFL69475585 |
Copyright © 2017 LG Electronics Inc. Alle rechten voorbehouden |
|
Rev.02_120517 |
||
|
INHOUDSOPGAVE
Deze handleiding kan afbeeldingen of inhoud bevatten die verschillen van het aangeschafte model.
Deze handleiding is onderhevig aan herziening door de fabrikant.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN........................................... |
4 |
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES............................................ |
4 |
Verwijdering van uw oude apparaat.......................................................... |
10 |
INSTALLATIE.......................................................................... |
11 |
Onderdelen................................................................................................ |
11 |
Accessoires................................................................................................ |
11 |
Specificaties.............................................................................................. |
12 |
Vereisten voor de installatieplaats............................................................. |
13 |
Uitpakken en verzendbouten verwijderen................................................. |
14 |
Antislipkussentjes gebruiken (optioneel)................................................... |
15 |
Houten vloeren (zwevende vloeren)......................................................... |
15 |
De wasmachine waterpas zetten.............................................................. |
16 |
Aansluiten watertoevoerslang................................................................... |
16 |
De afvoerslang installeren......................................................................... |
19 |
GEBRUIK................................................................................. |
20 |
De wasmachine gebruiken........................................................................ |
20 |
Het wasgoed sorteren............................................................................... |
21 |
Reinigingsproducten toevoegen................................................................ |
22 |
Bedieningspaneel...................................................................................... |
24 |
Programmatabel........................................................................................ |
25 |
Programmaopties...................................................................................... |
30 |
Drogen ( )............................................................................................. |
34 |
SMART FUNCTIES................................................................. |
36 |
De Smart ThinQ-applicatie gebruiken....................................................... |
36 |
Smart Diagnosis™ gebruiken................................................................... |
38 |
ONDERHOUD......................................................................... |
39 |
Uw wasmachine schoonmaken................................................................. |
39 |
Het watertoevoerfilter reinigen.................................................................. |
39 |
Het pompfilter schoonmaken.................................................................... |
40 |
De wasmiddellade reinigen....................................................................... |
41 |
Trommelreiniging (optioneel)..................................................................... |
41 |
Pas op voor bevriezing in de winter.......................................................... |
42 |
PROBLEEMOPLOSSING...................................................... |
44 |
Problemen opsporen................................................................................. |
44 |
Foutmeldingen.......................................................................................... |
47 |
GARANTIE.............................................................................. |
49 |
OPERATIONELE GEGEVENS.............................................. |
52 |
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
NL
De volgende veiligheidsvoorschriften zijn bedoeld om onvoorziene risico's of schade door onveilig of verkeerd gebruik van het product te voorkomen.
De richtlijnen zijn onderverdeeld in 'WAARSCHUWING' en ' LET OP ' zoals hieronder beschreven.
Dit symbool wordt weergegeven om zaken en handelingen aan te geven die risico's kunnen
veroorzaken. Lees het gedeelte met dit symbool zorgvuldig door en volg de instructies om risico's te vermijden.
WAARSCHUWING
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies ernstig letsel of de dood tot gevolg kan hebben.
LET OP
Dit geeft aan dat het niet opvolgen van de instructies letsel of schade aan het product tot gevolg kan hebben.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING
Volg om het risico op explosie, vuur, overlijden, elektrische schok, letsel of verbranding van personen tijdens het gebruik van dit product te verminderen de basisvoorzorgsmaatregelen, met inbegrip van de volgende, op:
Kinderen in het gezin
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderde fysieke, zintuiglijke of mentale capaciteiten of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij ze met betrekking tot het gebruik van dit apparaat geïnstrueerd zijn door of onder toezicht zijn van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten onder toezicht gehouden worden om te garanderen dat ze niet met het apparaat spelen.
4
NL
Voor gebruik in Europa:
Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en personen met verminderde lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke vermogens of gebrek aan ervaring en kennis, als ze onder toezicht staan of worden geïnstrueerd over het veilig gebruik van het apparaat en bijbehorende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Houd kinderen van minder dan 3 jaar uit de buurt, tenzij ze onder continu toezicht staan.
Installatie
••Probeer nooit het apparaat te bedienen als het beschadigd is, niet goed functioneert, gedeeltelijk gedemonteerd is, of ontbrekende of kapotte onderdelen heeft, zoals een beschadigd snoer of stekker.
••Dit apparaat mag alleen worden vervoerd door twee of meer mensen die het apparaat veilig vasthouden.
••Installeer het apparaat niet op een vochtige en stoffige plek.
Installeer of bewaar het apparaat niet buiten of in een gebied dat is onderworpen aan weersomstandigheden, zoals direct zonlicht, wind of regen of temperaturen onder het vriespunt.
••Draai de afvoerslang goed vast om te voorkomen dat deze losraakt.
••Als de voedingskabel beschadigd is of de opening van het stopcontact los zit, sluit de stekker dan niet aan en neem contact op met een geautoriseerd servicecentrum.
••Geen meerdere contactdozen, elektrische verlengkabels of adaptor met dit apparaat aansluiten.
5
NL
••Dit apparaat mag niet worden geïnstalleerd achter een afsluitbare deur, een schuifdeur of een deur met een scharnier tegenover het apparaat, waardoor de deur van het apparaat niet volledig meer kan worden geopend.
••Dit apparaat moet worden geaard. In geval van een defect of storing vermindert aarding het risico op elektrische schokken door een weg van de minste weerstand te bieden voor elektrische stroom.
••Dit apparaat is uitgerust met een voedingskabel met aardgeleiding en een aardstekker. De stekker moet in een passend stopcontact worden gestoken dat correct is geïnstalleerd en geaard volgens alle lokale wetten en verordeningen.
••Onjuiste aansluiting van de aardegeleiding kan een risico op elektrische schok betekenen. Neem contact op met een elektricien of onderhoudsmonteur als u twijfelt of het apparaat goed is geaard.
••Voer geen wijzigingen uit aan de stekker die bij het apparaat zit. Als deze niet in het stopcontact past, moet een passend stopcontact worden geïnstalleerd door een erkend elektricien.
Gebruik
••Tracht geen panelen te scheiden of het toestel te demonteren. Gebruik geen scherpe voorwerpen op het bedieningspaneel om het apparaat te bedienen.
••Herstel of vervang geen onderdeel van het apparaat. Alle herstellingen en onderhoud moeten uitgevoerd worden door erkend onderhoudspersoneel, tenzij specifiek aanbevolen in deze
Gebruikershandleiding. Gebruik enkel erkende fabrieksonderdelen.
6
NL
••Zet geen dieren, zoals huisdieren, in het apparaat.
••Hou de ruimte onder en rond het apparaat vrij van ontvlambare materialen zoals pluis, papier, vodden, chemicaliën enz.
••Laat de deur van het apparaat niet open staan. Kinderen kunnen aan de deur gaan hangen of in het apparaat kruipen, waardoor schade kan ontstaan of ze letsels kunnen oplopen.
••Gebruik de nieuwe slang of de slangset, die bij het apparaat geleverd werd. Het opnieuw gebruiken van oude slangen kan een waterlek veroorzaken en vervolgens schade aan het eigendom.
••Plaats geen, was geen of droog geen artikelen die gereinigd, gewassen, ondergedompeld of bevlekt werden met ontvlambare of explosieve stoffen (zoals was, wasverwijderaars, olie, verf, benzine, ontvetters, oplosmiddelen, kerosine, petroleum, vlekverwijderaars, terpentijn, vegetarische olie, kookolie, aceton, alcohol, enz.) in het apparaat. Onjuist gebruik kan brand of explosie veroorzaken.
••Steek uw hand niet in het apparaat terwijl het in werking is. Wacht tot de trommel volledig tot stilstand is gekomen.
••Haal de stekker uit het stopcontact in geval van overstroming en neem contact op met het LG Electronics-klanteninformatiecentrum.
••Duw de deur niet te ver naar beneden wanneer de deur van het apparaat open is.
••Raak de deur niet aan tijdens een programma met een hoge temperatuur.
••Gebruik geen brandbare gassen en stoffen (benzeen, benzine, thinner, petroleum, alcohol, enz.) rond het product.
••Wanneer de afvoeren aanvoerslang zijn bevroren in de winter, gebruik deze dan alleen nadat ze zijn ontdooid.
••Houd alle wasmiddelen, wasverzachters en bleekmiddelen uit de buurt van kinderen.
7
NL
••Raak de stekker of apparaatknoppen niet aan met natte handen.
••Buig de voedingskabel niet overmatig en plaats er geen zware voorwerpen op.
••Was geen vloerkleden, matten, schoenen of dekens van huisdieren, of andere items dan kledij of lakens in deze machine.
••Dit apparaat mag enkel gebruikt worden voor huishoudelijk gebruik en mag niet gebruikt worden in mobiele toepassingen.
••In geval van een gaslek (isobutaan, propaan, aardgas, enz.) mag u het apparaat of de stekker niet aanraken en dient u de ruimte onmiddellijk goed te verluchten.
Technische veiligheid voor het gebruik van de droger
••Droog geen ongewassen kledingstukken in het apparaat.
••Items die zijn bevuild met stoffen als bakolie, plantaardige olie, aceton, alcohol, petroleum, kerosine, vlekkenverwijderaars, terpentine, wassen en wasverwijderaars, moeten in heet water worden gewassen met een extra hoeveelheid wasmiddel, voordat ze worden gedroogd in het apparaat.
••Stop het apparaat nooit voor het einde van de droogcyclus, tenzij alle items snel worden verwijderd en uitgehangen, zodat de hitte wordt verdreven.
••Items zoals schuimrubber (latex-schuim), douchemutsen, waterdichte kleding, artikelen met rubber bekleding en kleding of kussens met vulling van schuimrubber mogen niet in het apparaat worden gedroogd.
••Wasverzachters of vergelijkbare producten moeten worden gebruikt zoals gespecificeerd in de instructies voor de wasverzachter.
••Verwijder alle voorwerpen uit de zakken, zoals aanstekers en lucifers.
••Het apparaat mag niet worden gebruikt als industriële chemicaliën zijn gebruikt voor het reinigen.
8
NL
Onderhoud
••Steek de stekker stevig in het stopcontact na het volledig verwijderen van al het vocht en stof.
••Ontkoppel het apparaat van de voeding alvorens het apparaat te reinigen. De bediening instellen op de UIT of standby positie schakelt het apparaat niet uit van de voeding.
••Spuit geen water op de binnenkant of buitenkant van het apparaat om het schoon te maken.
••Haal de stekker nooit uit het apparaat door aan de voedingskabel te trekken. Grijp de stekker altijd stevig vast en trek hem recht uit het stopcontact.
Verwijdering
••Trek de stekker uit het stopcontact, alvorens u een oud toestel weggooit. Snijd de kabel direct achter het toestel door om misbruik te voorkomen.
••Gooi alle verpakkingsmaterialen (zoals vinyl en piepschuim) weg uit de buurt van kinderen. De verpakkingsmaterialen kunnen verstikking veroorzaken.
••Verwijder de deur van dit apparaat vóór het weg te gooien of u ervan te ontdoen om te vermijden dat kinderen of kleine dieren erin vast komen te zitten.
9
NL
Verwijdering van uw oude apparaat
•• Dit symbool van de doorgekruiste vuilnisbak geeft aan dat afgedankte elektrische en elektronische producten (WEEE) afzonderlijk van het huishoudelijke afval moeten worden verwijderd.
•• Oude elektrische producten kunnen gevaarlijke stoffen bevatten, dus een juiste verwijdering van uw oude apparaat helpt bij het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de volksgezondheid. Uw oude apparaat kan herbruikbare onderdelen bevatten die gebruikt zouden kunnen worden voor het repareren
van andere producten, en andere waardevolle materialen die kunnen worden gerecycleerd voor het behoud van beperkte grondstoffen.
•• U kunt uw apparaat meenemen naar de winkel waar u het product hebt gekocht, of u kunt contact opnemen met uw plaatselijke afvalinstantie voor de gegevens van uw dichtstbijzijnde geautoriseerde WEEE-verzamelpunt. Voor de meest geactualiseerde informatie voor uw land wordt verwezen naar www.lg.com/global/recycling
10
INSTALLATIE
NL
Onderdelen
1 Transportbouten
2 Stekker
3 Lade
4 Bedieningspaneel
12 |
5 Trommel |
6 Deur
7 Afvoerslang
8 Aftapplug
9 Afvoerpomp filter
Afdekkap (locatie kan
10 variëren afhankelijk van het product)
11 Verstelbare poten
12 Inschakelen-knop
Accessoires
Koude toevoerslang (1 |
Steeksleutel |
Deksels voor het |
Antislipkussentjes (2 |
EA) (Optie: Heet (1 EA)) |
|
bedekken van |
EA) (optioneel) |
|
|
transportboutgaten |
|
|
|
(Optioneel) |
|
Bocht om de |
Kabelbinder (Optioneel) |
Stapelhouder, |
afvoerslang vast te |
|
Schroeven (3 EA) |
zetten (optioneel) |
|
(Optioneel)* |
••* : Bewaar deze accessoires voor toekomstig gebruik. Deze accessoires worden gebruikt voor het stapelen met de miniwasmachine. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor de miniwasmachine voor de installatie.
11
|
NL |
Specificaties |
|
|
|
Model |
FH6G1BCH(0-9)N |
Wascapaciteit |
12 kg (wassen) / 8 kg (drogen) |
Stroomvoorziening |
220 - 240 V~, 50 Hz |
Grootte |
600 mm (B) x 610 mm (D) x 850 mm (H) |
Gewicht van het product |
76 kg |
Toelaatbare waterdruk |
0,1 - 1,0 MPa (1,0 - 10,0 kgf / cm²) |
••Uiterlijk en functies kunnen zonder voorafgaande kennisgeving veranderen om de kwaliteit van het product te verhogen.
••Geen verdere terugloopbescherming vereist voor verbinding met de watervoorziening.
12
Vereisten voor de installatieplaats
Plaats
0.5 cm |
10 cm |
2 cm |
2 cm |
Vlakke vloer : Toegestane helling onder de hele wasmachine is 1°.
Stopcontact : Moet binnen 1 meter van elke zijde van de locatie van het apparaat liggen.
••Overbelast het stopcontact niet met meer dan één apparaat.
Extra speling : Voor de muur, 10 cm: achterkant/2 cm: rechter- & linkerzijde
••Plaats of bewaar nooit wasproducten op de wasmachine. Deze producten kunnen de deklaag of de bedieningstoetsen beschadigen.
WAARSCHUWING
••De stekker moet in een passend stopcontact worden gestoken dat correct is geïnstalleerd en geaard volgens alle lokale wetten en verordeningen.
Plaatsing
••Installeer de wasmachine op een vlakke, harde vloer.
••Zorg ervoor dat de luchtcirculatie rond de wasmachine niet wordt belemmerd door tapijten, vloerkleden, enz.
••Probeer nooit oneffenheden in de vloer onder de wasmachine te corrigeren met stukken hout, karton of soortgelijke materialen.
NL
••Als het onvermijdelijk is om de wasmachine naast een gasfornuis of kolenfornuis
te plaatsen, dient isolatie bedekt met aluminiumfolie (85x60 cm) aan de kant van het fornuis of de kachel te worden ingevoegd tussen de twee apparaten.
••Installeer uw wasautomaat niet in ruimtes waar vriestemperaturen kunnen voorkomen. Bevroren slangen kunnen barsten onder druk. De betrouwbaarheid van de elektronische regeleenheid kan afnemen bij temperaturen onder het vriespunt.
••Zorg ervoor dat wanneer de wasmachine is geïnstalleerd, hij gemakkelijk toegankelijk is voor een technicus in het geval van een storing.
••Stel de vier poten af met de meegeleverde steeksleutel als de wasmachine geplaatst is, om te zorgen dat het apparaat stabiel staat en zorg voor een ruimte van ongeveer 5 mm tussen de bovenkant van de wasmachine en de onderkant van een werkblad.
••Indien de machine wordt bezorgd in de winter en het vriest, laat u de wasmachine enkele uren staan bij kamertemperatuur voordat u deze in gebruik neemt.
WAARSCHUWING
••Deze apparatuur is niet ontworpen voor maritiem gebruik of voor gebruik in mobiele installaties zoals caravans, vliegtuigen, enz.
Elektrische aansluiting
••Gebruik geen verlengsnoer of dubbele adapter.
••Koppel de machine altijd los van het stopcontact en schakel de watertoevoer uit.
••Sluit de wasmachine aan op een geaard stopcontact in overeenstemming met de huidige bedradingsvoorschriften.
••De wasmachine moet zodanig worden geplaatst dat de stekker gemakkelijk toegankelijk is.
••Reparaties aan het apparaat mogen alleen door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd. Reparaties die door nietdeskundige personen zijn uitgevoerd, kunnen tot schade of letsel leiden. Neem contact op met uw lokaal servicecentrum.
13
Uitpakken en verzendbouten verwijderen
1 Til het apparaat van de schuimbasis.
••Verwijder de doos en het verpakkingsmateriaal en til de wasmachine van de schuimbasis. Zorg ervoor dat de kuipsteun met het onderste gedeelte loskomt en niet vast blijft zitten aan de onderkant van de wasmachine.
••Mocht het nodig zijn dat u de wasmachine op zijn zijkant moet leggen om de kartonnen doos te verwijderen, zorg dan altijd dat de zijkant van de wasmachine beschermd is en leg deze zachtjes neer. Leg de wasmachine NIET op de voorof achterkant.
Kuipsteun (optioneel) Kartonnen
onderkant
2 Verwijder de bouten.
••Begin met de twee onderste transportbouten. Gebruik de meegeleverde moersleutel en draai alle transportbouten tegen de klok in volledig los. Verwijder de bouten door ze iets te bewegen terwijl u ze uittrekt.
NL
3 Installeer de afdekkingen voor de gaten.
••Lokaliseer de openingdeksels, toegevoegd aan het accessoirepakket of vastgemaakt aan de achterzijde.
Afdekking
OPMERKING
••Bewaar de bouten voor toekomstig gebruik. Om schade aan de interne onderdelen te voorkomen, mag u de wasmachine NIET vervoeren zonder de transportbouten terug te plaatsen.
••Niet verwijderen van de transportbouten en houders kan ernstige trillingen en geluid veroorzaken, wat kan leiden tot blijvende schade aan de wasmachine. Het snoer
is bevestigd aan de achterkant van de wasmachine met een transportbout om gebruik van de machine te voorkomen terwijll de transportbouten nog geplaatst zijn.
14
Antislipkussentjes gebruiken (optioneel)
Als u de wasmachine op een gladde ondergrond installeert, kan hij zich verplaatsen als gevolg van overmatige trillingen. Onjuiste nivellering kan storingen veroorzaken door geluid en trillingen. Als dit gebeurt, installeert u de antislipkussentjes onder de stelvoeten en past u het niveau aan.
1 Reinig de vloer om de antislipkussentjes vast te maken.
••Gebruik een droge doek om vreemde voorwerpen en vocht te verwijderen en schoon te maken. Wanneer er vocht achterblijft, kan het antislipkussentjes wegglijden.
2 Stel de wasmachine waterpas nadat u deze in de installatieomgeving hebt geplaatst.
3 Plaats de plakzijde van de antislipplaat op de vloer.
••Het is het meest effectief om de antislipkussentjes te installeren onder de voorpoten. Als het moeilijk is om de
kussentjes onder de voorpoten te plaatsen, plaatst u ze onder de achterpoten.
Deze kant boven
Kleefzijde
4 Zorg ervoor dat het apparaat waterpas staat.
••Duw of beweeg de bovenste randen van de wasmachine voorzichtig om ervoor te zorgen dat de wasmachine niet wankelt. Als het apparaat schommelt, stelt u het apparaat weer op waterpas.
OPMERKING
••U kan antislipkussentjes aanschaffen krijgen bij het servicecentrum van LG.
NL
Houten vloeren (zwevende vloeren)
••Houten vloeren zijn bijzonder gevoelig voor trillingen.
••Om trillingen te voorkomen raden wij u aan rubberen cups van ten minste 15 mm dik aan elke voet van de wasmachine te maken, die met schroeven zijn vastgemaakt aan ten minste twee vloerbalken.
Rubberen cup
••Indien mogelijk installeert u de wasmachine in één van de hoeken van de kamer, waar de vloer stabieler is.
••Monteer de rubberen cups om de trillingen te verminderen.
OPMERKING
••Juiste plaatsing en nivellering van de wasmachine zal zorgen voor lange, regelmatige en betrouwbare werking.
••De wasmachine moet 100% horizontaal en stevig vast staan.
••Het moet niet ‘Schommelen’ op de hoeken wanneer geladen.
••Het installatieoppervlak moet schoon, vrij van boenwas en andere smeermiddelen zijn.
••Laat de voeten van de wasmachine niet nat worden. Als dit gebeurt, kan dit trillingen of ruis veroorzaken.
••U kunt rubberen cups (artikelnummer 4620ER4002B) verkrijgen bij het LGservicecentrum.
15
De wasmachine waterpas zetten
Als de vloer niet vlak is, draait u de verstelbare poten zoals vereist (plaats geen stukjes
hout enz. onder de poten). Zorg ervoor dat alle vier de poten stabiel zijn en op de vloer rusten en controleer dan of het apparaat perfect horizontaal staat (gebruik hiervoor een waterpas).
••Zodra de wasmachine waterpas staat, draait u de borgmoeren richting de onderkant van de wasmachine. Alle borgmoeren moeten worden aangetrokken.
Verhogen |
Verlagen |
Borgmoer
Draai alle 4 borgmoeren stevig vast
Diagonale controle
••Wanneer u diagonaal op de hoeken en zijkanten van de wasmachine drukt, mag de wasmachine helemaal niet bewegen (controleer dit aan beide kanten). Als de machine schommelt bij het diagonaal duwen
van de bovenplaat van de machine, stelt u de poten weer af.
OPMERKING
••Hout of zwevende vloeren kunnen bijdragen aan overmatige trillingen en onbalans.
••Als de wasmachine is geïnstalleerd op een verhoogd platform, moet hij stevig worden bevestigd om het risico van vallen te elimineren.
NL
Aansluiten watertoevoerslang
••De watertoevoerdruk moet tussen 0,1 MPa en
1,0 MPa (1,0‒10,0 kgf/cm2) liggen.
••Slijp de toevoerslang niet af en draai hem niet scheef in als u hem aansluit op de afsluiter.
••Indien de waterleidingdruk hoger is dan 1.0 MPa, moet een decompressiesysteem worden geïnstalleerd.
••Controleer regelmatig de staat van de slang en vervang de slang indien nodig.
Controleren van de rubberen afdichting op de watertoevoerslang
Twee rubberen afdichtingen worden geleverd met de waterinlaatslangen. Ze worden gebruikt voor het vermijden van waterlekken. Zorg ervoor dat de aansluiting op de kranen goed dicht is.
Slangconnector
Rubberen afdichting
Slangconnector
Rubberen afdichting
16
De slang aansluiten op de waterkraan
De schroefdraadslang aansluiten op de kraan met schroefdraad
Schroef de slangaansluiting op de waterkraan.
NL
3 Druk het aansluitstuk op het uiteinde van de kraan zodat de rubberen afdichting een waterdichte verbinding vormt. Draai de vier bevestigingsschroeven vast.
4 Beweeg de aanvoerslang verticaal omhoog, zodat de rubberen afdichting in de slang volledig aansluit aan de kraan. Schroef deze daarna dicht door naar rechts te draaien.
Schroeftype slang aansluiten aan kraan zonder schroefdraad
1 Draai de vier bevestigingsschroeven los.
Bovenste |
Rubberen |
aansluitklem |
afdichting |
Bevestigingsschroef
2 Verwijder de geleideplaat als de kraan te groot is voor de adapter.
Geleideplaat
Plaat
Aanvoer
slang
Een slang met snelkoppeling aansluiten op een kraan zonder schroefdraad
1 Schroef de adapterplaat los en draai de vier bevestigingsschroeven los.
Ringplaat
2 Verwijder de geleideplaat als de kraan te groot is voor de adapter.
Geleideplaat
17
3 Druk het aansluitstuk op het uiteinde van de kraan zodat de rubberen afdichting een waterdichte verbinding vormt. Draai de vier bevestigingsschroeven en de ringplaat van de adapter stevig vast.
NL
Slang verbinden aan apparaat
Verbind de heet waterlijn met de heet watertoevoer aan de achterkant van de wasmachine. Verbind de koud waterlijn met de koud watertoevoer aan de achterkant van de wasmachine.
|
Heet water- |
Koud water- |
toevoer |
toevoer |
|
4 Trek de stekkervergrendeling naar beneden, duw de toevoerslang op de adapter, en laat de connectorvergrendeling los. Zorg ervoor dat de adapter vastklikt.
Vergrendeling
OPMERKING
••Sluit de toevoerslang aan op de waterkraan, draai de waterkraan open om vreemde voorwerpen in de waterleidingen (vuil, zand, zaagsel, etc.) door te spoelen. Laat het water in een emmer lopen en controleer de temperatuur van het water.
OPMERKING
••Herhaal dezelfde stappen als er water lekt uit de slang na het voltooien van de aansluiting. Gebruik de meest conventionele kraan voor de watertoevoer. Indien de kraan te vierkant of te groot is, verwijdert u de geleidingsplaat alvorens de kraan in de adapter te steken.
De horizontale kraan gebruiken
Horizontale kraan
Uitbreidingskraan
Vierkante kraan
18
NL
De afvoerslang installeren
••De afvoerslang mag niet hoger dan 100 cm boven de vloer worden geplaatst. Water in de wasmachine kan dan niet weglopen of loopt langzaam weg.
••Zorg dat de afvoerslang correct is aangesloten, dit beschermt de vloer tegen schade door waterlekkage.
••Als de afvoerslang te lang is, deze niet geforceerd terugduwen in de wasmachine. Dit zal een abnormaal geluid veroorzaken.
~ 100 cm
~ 145 cm
~ 105 cm max. 100 cm
••Maak de afvoerslang stevig vast met een touwtje als u hem aansluit op een wastafel.
••Zorg dat de afvoerslang correct is aangesloten, dit beschermt de vloer tegen schade door waterlekkage.
Wastrommel
Slanghouder
max. 100 cm
Kabelbinder
max. 100 cm
19
GEBRUIK
De wasmachine gebruiken
Selecteer, vóór de eerste wasbeurt, een wasprogramma, waardoor de wasmachine kan wassen zonder kledij. Dit zal residu en water die mogelijk tijdens de productie zijn achtergebleven, verwijderen uit de trommel.
1 Sorteer het wasgoed en de geladen items.
••Sorteer het wasgoed volgens het soort stof, vervuilingsniveau, kleur en hoeveelheid wasgoed als dat nodig is. Open de deur en laad de items in de wasmachine.
2 Voeg reinigingsproducten en/of wasmiddel en wasverzachter toe.
••Doe de juiste hoeveelheid wasmiddel in de wasmiddellade. Voeg desgewenst bleekmiddel of wasverzachter toe in de juiste vakken van de wasmiddellade.
3 Zet de wasmachine aan.
••Druk op de Inschakelen knop om de wasmachine in te schakelen.
NL
4 Kies het gewenste wasprogramma.
••Druk meerdere keren op de cyclus-knop of draai de cyclus-keuzeknop tot het gewenste cyclus is geselecteerd.
5 Begin programma.
••Druk op de Start/Pauze knop om het programma te beginnen. De wasmachine zal kort schudden zonder water om het gewicht van de lading te meten. Wanneer de Start/Pauze knop niet ingedrukt wordt binnen 15 minuten, zal de wasmachine uitschakelen en zullen alle instellingen verloren zijn.
6 Einde van het wasprogramma.
••Wanneer het wasprogramma is voltooid, klinkt er een melodie. Verwijder uw kleding onmiddellijk uit de wasmachine om kreuken te verminderen. Controleer bij het verwijderen van de lading op kleine voorwerpen die rondom of in de deurafdichting kunnen zitten.
OPMERKING
••De knop kan niet bediend worden als de deur geopend is. Druk opnieuw op de knop nadat u de deur heeft gesloten.
20
Het wasgoed sorteren
1 Kijk of er een zorglabel op uw kleding zit.
••Dit vertelt u over de stof van uw kledingstuk en hoe het moet worden gewassen.
••Symbolen op de zorglabels.
Wastemperatuur
Normale machinewas
Permanente pers
Delicaat
Handwas
Niet wassen
2 Wasgoed sorteren.
••Sorteer kleding in ladingen die met hetzelfde wasprogramma kunnen worden gewassen voor het beste resultaat.
••Verschillende stoffen moeten bij verschillende temperaturen en centrifugesnelheden worden gewassen.
••Scheid donkere kleuren altijd van lichte kleuren en de witte was. Was kleding apart als kleuren kunnen doorlopen of als overdracht van kleurstof en pluis kan plaatsvinden, waardoor witte en lichte kledingstukken kunnen verkleuren. Was, indien mogelijk, geen zwaar vervuild wasgoed samen met licht vervuild wasgoed.
−−Vuil (zwaar, normaal, licht) : Verdeel de kleding volgens het hoeveelheid vuil.
−−Kleur (wit, licht, donker):
Scheid de witte kleding van de gekleurde kleding.
−−Pluis (pluisproducenten, verzamelaars): Was pluizende stoffen en stoffen die pluis aantrekken apart.
NL
3 Aandacht bij het vullen.
••Combineer grote en kleine artikelen in één lading. Laad eerste grote artikelen.
••Grote artikelen mogen niet meer dan de helft van de totale wasbelading uitmaken. Probeer geen losse items te wassen.
Dit kan een asymmetrische belading veroorzaken. Voeg een of twee soortgelijke items toe.
••Controleer of alle zakken leeg zijn. Voorwerpen zoals spijkers, haarspeldjes, lucifers, pennen, munten en sleutels kunnen zowel uw wasmachine als uw kleding beschadigen.
••Sluit ritsen, haken en koorden om ervoor te zorgen dat deze items niet blijven haken aan andere kleren.
••Behandel vuil en vlekken voor door een kleine hoeveelheid in water opgelost wasmiddel in te borstelen, om te zorgen dat vlekken en vuil gemakkelijker loslaten.
LET OP
••Controleer de binnenkant van de trommel en verwijder alle items van een eerdere wasbeurt.
21
Reinigingsproducten toevoegen
Dosering wasmiddel
••Wasmiddel moet worden gebruikt volgens de instructies van de fabrikant en worden gekozen volgens type, kleur en vervuiling van de stof en de wastemperatuur.
••Als er teveel wasmiddel wordt gebruikt, kan er teveel sop ontstaan. Dit leidt tot slechte wasresultaten of veroorzaakt een zware belasting van de motor.
••Volg de richtlijnen van de producent van het wasmiddel indien u vloeibaar wasmiddel wenst te gebruiken.
••U kunt vloeibaar wasmiddel rechtstreeks in de primaire wasmiddellade gieten als u
onmiddellijk met het wasprogramma begint.
••Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als u gebruik maakt van Uitgestelde Start of als u hebt gekozen voor Voorwas, omdat de vloeistof kan uitharden.
••Verminder de hoeveelheid wasmiddel als er teveel sop opkomt.
••Wasmiddelgebruik moet worden aangepast voor watertemperatuur, waterhardheid, grootte en vervuilingsniveau van de lading. Vermijd overmatige schuimvorming voor de beste resultaten.
••Raadpleeg het etiket van de kleding voordat u het wasmiddel en de watertemperatuur kiest:
••Gebruik alleen het voor het type kleding aangewezen wasmiddel bij gebruik van de wasmachine:
−−Algemene poedervormige wasmiddelen voor alle soorten stoffen
−−Poedervormige wasmiddelen voor fijne stoffen
−−Vloeibare wasmiddelen voor alle soorten stoffen of speciale wasmiddelen alleen voor wol
••Gebruik wasmiddel met algemeen poedervormig bleekmiddel voor een beter wasresultaat en bleken.
••Wasmiddel wordt uit de wasmiddellade gespoeld aan het begin van het wasprogramma.
NL
OPMERKING
••Laat het wasmiddel niet verharden. Dit kan leiden tot verstoppingen, slechte spoelprestaties of geurtjes.
••Volle lading : Volgens advies van de fabrikant.
••Deellading : 3/4 van de normale hoeveelheid
••Minimum lading : 1/2 van de volle lading
Toevoegen van wasmiddel en wasverzachter
Wasmiddel toevoegen
••Alleen hoofdwas →
••Voorwas+Hoofdwas →
OPMERKING
••Teveel wasmiddel, bleekmiddel of wasverzachter kan ervoor zorgen dat er sop overloopt.
••Zorg ervoor dat u de juiste hoeveelheid wasmiddel gebruikt.
Wasverzachter toevoegen
••Vul niet tot boven de maximale vullijn.
Overvulling kan een vroege aflevering van de wasverzachter veroorzaken, wat vlekken op de kleding kan geven. Sluit de wasmiddellade langzaam.
22
••Laat de wasverzachter niet langer dan 2 dagen in de wasmiddellade (wasverzachter kan uitharden).
••Wasverzachter wordt automatisch tijdens de laatste spoelbeurt toegevoegd.
••Open de lade niet terwijl het water wordt toegevoerd.
••Oplosmiddelen (benzeen, enz.) mogen niet worden gebruikt.
OPMERKING
••Giet wasverzachter niet direct op de kleding.
Waterontharder toevoegen
••Een waterontharder, zoals een antikalkmiddel (bijvoorbeeld Calgon) kan worden gebruikt om te bezuinigen op het gebruik van wasmiddel in gebieden met extreem hard water. Doseer volgens de op de verpakking opgegeven hoeveelheid. Voeg eerst het wasmiddel toe en vervolgens de waterontharder.
••Gebruik de hoeveelheid wasmiddel die nodig is voor zacht water.
NL
Een tablet gebruiken
1 Open de deur en plaats de tabletten in de trommel.
2 Laaddeur. het wasgoed in de trommel en sluit de
23
NL
Bedieningspaneel
3
A
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
4 |
|
|
|
|
|
6 |
2 |
1Knop Inschakelen
••Druk op de knop Inschakelen om de wasmachine in te schakelen.
2Knop Start/Pauze
••De knop Start/Pauze wordt gebruikt om het wasprogramma te starten of te pauzeren.
••Als een tijdelijke stop van het wasprogramma nodig is, druk dan op de knop Start/Pauze.
3Scherm
••Het display toont de instellingen, de geschatte resterende tijd, opties en statusberichten. Wanneer het
apparaat is ingeschakeld, worden de standaardinstellingen op het display verlicht.
••Het geschatte energieverbruik( ) en waterverbruik ( ) worden voorafgaand aan het wassen weergegeven en het werkelijke verbruik na het wassen.
1
B
C
5
•• : Het display toont een schatting van de resterende tijd. Terwijl de hoeveelheid van de lading automatisch wordt berekend, knippert of verschijnt 'Detecting'.
•• : De watertemperatuur wordt weergegeven door op de knop
Watertemp. te drukken.
•• : Het niveau van de centrifugesnelheid wordt weergegeven door op de knop
Centrifugeren te drukken.
4Programmaknop
••Programma's zijn beschikbaar op basis van het type wasgoed.
••Een lampje gaat branden om het geselecteerde programma aan te geven.
5Opties
••Hiermee kunt u een extra wasprogramma selecteren. Er gaat een lampje branden wanneer dit is geselecteerd.
••Gebruik deze knoppen om de gewenste programmaopties voor het geselecteerde wasprogramma te selecteren.
6 Wassen+Drogen( )
••( ) geeft de droogcapaciteit aan. Dit kan per model variëren.
24
NL
Programmatabel
Wasprogramma
Programma |
Beschrijving |
Soort stof |
Juiste temp. |
Maximale |
|
belading |
|||||
|
|
|
|
||
|
Biedt betere prestaties |
|
|
|
|
Katoen |
door het combineren |
|
40 °C |
|
|
van verschillende |
Gekleurde kleding (shirts, |
(Koud tot 95 °C) |
|
||
|
|
||||
|
wasbewegingen. |
nachthemden, pyjama's, |
|
|
|
|
Biedt optimale |
enz.) en normaal |
|
Waardering |
|
|
wasprestaties voor |
vervuilde katoenen lading |
60 °C |
|
|
Katoen+ |
grote hoeveelheden |
(ondergoed). |
|
||
(Koud tot 60 °C) |
|
||||
|
wasgoed met minder |
|
|
||
|
|
|
|
||
|
energieverbruik. |
|
|
|
|
|
Dit programma is |
|
|
|
|
Easy Care |
geschikt voor hemden |
Polyamide, acryl, |
40 °C |
|
|
die niet hoeven te |
5 kg |
||||
polyester. |
(Koud tot 60 °C) |
||||
|
worden gestreken na |
|
|||
|
|
|
|
||
|
het wassen. |
|
|
|
|
|
|
Verschillende soorten |
|
|
|
|
Maakt het mogelijk om |
stof met uitzondering van |
|
|
|
Mix |
speciale kleding (zijde/ |
40 °C |
|
||
verschillende stoffen |
|
||||
fijne was, sportkleding, |
(Koud tot 40 °C) |
|
|||
|
tegelijkertijd te wassen. |
|
|||
|
donkere kleding, wol, |
|
4,5 kg |
||
|
|
dekbed/gordijnen). |
|
||
|
|
|
|
||
|
Helpt om allergenen |
Katoen, ondergoed, |
|
|
|
Anti-Allergie |
zoals huisstofmijt, |
60 °C |
|
||
kussenslopen, lakens, |
|
||||
pollen en kattenharen |
(60 tot 95 °C) |
|
|||
|
te verwijderen. |
babykleding |
|
|
|
|
|
|
|
||
|
Voor het wassen van |
|
|
|
|
Wol |
wollen kleding. (Gebruik |
Alleen machinewasbare |
30 °C |
|
|
een speciaal wasmiddel |
wollen stoffen van zuivere |
3 kg |
|||
(Koud tot 40 °C) |
|||||
|
voor machinewasbare |
nieuwe wol.. |
|
|
|
|
wollen stoffen.) |
|
|
|
|
|
Helpt kreukels |
|
|
|
|
|
binnen 20 minuten te |
|
|
|
|
Opfrissen |
verwijderen met stoom |
Gemengd katoen, |
|
|
|
(Kleding kan nat zijn. |
gemengd polyester, |
Geen keuze |
3 artikelen |
||
|
Je kunt ze dragen na |
overhemden, blouses |
|
|
|
|
10 tot 30 min ophangen |
|
|
|
|
|
om te drogen). |
|
|
|
25
NL
Programma |
Beschrijving |
Soort stof |
Juiste temp. |
Maximale |
|
belading |
|||||
|
|
|
|
||
|
Dit programma |
|
|
|
|
Buitenkleding |
is geschikt voor |
Coolmax, gore-tex, fleece |
30 °C |
|
|
sportkleding, zoals |
|
||||
en sympatex |
(Koud tot 40 °C) |
|
|||
|
joggingpakken en |
|
|||
|
|
|
|
||
|
loopkleding. |
|
|
3 kg |
|
|
Dit programma biedt |
|
|
|
|
Snelwas 30 |
een snelle wastijd voor |
Licht vervuild bont |
20 °C |
|
|
kleine ladingen en licht |
wasgoed. |
(Koud tot 40 °C) |
|
||
|
|
||||
|
vervuilde kleding. |
|
|
|
|
|
Voor delicate kleding |
|
|
|
|
Delicaat |
die op de hand |
Wol, handwas, fijne |
20 °C |
|
|
gewassen kunnen |
was, wasgoed dat snel |
1,5 kg |
|||
(Koud tot 30 °C) |
|||||
|
worden zoals lingerie, |
beschadigd |
|
||
|
|
|
|||
|
jurken enz. |
|
|
|
|
|
Biedt een non- |
Een kleine hoeveelheid |
|
|
|
Wassen+Drogen |
stopproces van wassen |
40 °C |
|
||
en drogen in hetzelfde |
wasgoed dat kan worden |
(Koud tot 95 °C) |
8 kg |
||
|
wasprogramma. |
gedroogd. |
|
|
|
|
|
|
|
Download Voor downloadbare programma's. Als u geen programma's hebt gedownload, is de prog. standaard Spoelen +Centrifugeren.
••Watertemperatuur: Selecteer de juiste watertemperatuur voor het gekozen wasprogramma. Volg altijd het zorglabel of instructies van de kledingfabrikant bij het wassen.
OPMERKING
••Een neutraal wasmiddel wordt aanbevolen.
26
NL
Droogprogramma
Programma |
|
|
Beschrijving |
Soort stof |
Maximale |
|
|
belading |
|||
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voor katoen. Selecteer dit |
Wassen van katoenen |
|
|
|
|
programma om de cyclustijd |
|
|
|
|
|
of linnen stoffen, zoals |
|
|
Normaal ( |
) |
|
en het energieverbruik te |
Waardering |
|
|
katoenen handdoeken, |
||||
|
|
|
verminderen tijdens de |
t-shirts en linnen. |
|
|
|
|
droogcyclus. |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Om eenvoudig te strijken, |
Katoenen of linnen stoffen, |
|
Strijken ( |
) |
|
voltooit u het drogen in vochtige |
gereed om te strijken aan |
Waardering |
|
|
|
toestand. |
het eind van het programma. |
|
|
|
|
|
Easy care-textiel, |
|
|
|
|
Voor minder kledingschade |
synthetische stoffen die |
|
Lage temp. ( |
|
) |
droogt u deze op een lage |
geschikt zijn voor Easy |
3,5 kg |
|
|
|
temperatuur. |
Care, mixprogramma voor |
|
|
|
|
|
wasbare kleren |
|
Tijd 30 min. ( |
|
) |
U kunt de droogtijd aanpassen |
|
0,5 kg |
|
|
|
|
1 kg |
|
Tijd 60 min. ( |
|
) |
aan de maximale hoeveelheid |
Katoen, handdoek |
|
|
|
|
was. |
|
|
Tijd 120 min. ( |
|
) |
|
3 kg |
••Stel het programma in op 'Wassen: Katoen+, 60 °C, 1600 rpm', 'Drogen: Normaal en Vervuild: Sterk’ om deze te testen in overeenstemming met EN 50229.
OPMERKING
••Selecteer maximaal centrifugetoerental van wasprogramma om droogresultaten te garanderen.
••Wanneer de hoeveelheid wasgoed die moet worden gewassen en gedroogd in een programma het toegelaten gewicht van het droogprogramma niet overschrijdt, wordt wassen en drogen in een continue reeks aanbevolen.
27
|
|
|
|
|
|
|
NL |
Extra opties |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Programma |
Voorwas |
Stoomwassen |
Stoomverzachter |
Einduitstel |
Spoelen+ |
EcoHybrid |
Drogen |
Katoen |
● |
● |
● |
● |
● |
|
● |
Katoen+ |
● |
● |
● |
● |
● |
|
● |
Easy Care |
● |
● |
● |
● |
● |
|
● |
Mix |
● |
● |
● |
● |
● |
|
● |
Anti-Allergie |
|
●* |
|
● |
● |
|
● |
Wol |
|
|
|
● |
● |
|
|
Opfrissen |
|
●* |
|
|
|
|
|
Buitenkleding |
|
|
|
● |
● |
|
● |
Snelwas 30 |
|
|
|
● |
● |
|
● |
Delicaat |
|
|
|
● |
● |
|
|
Wassen+Drogen |
● |
● |
|
● |
● |
● |
●* |
* : Deze optie wordt automatisch opgenomen in de cyclus en kan niet worden verwijderd.
28
NL
Operationele gegevens
Programma |
Max RPM |
|
1600 |
||
|
||
Katoen |
1600 |
|
Katoen+ |
1600 |
|
Easy Care |
1200 |
|
Mix |
1600 |
|
Anti-Allergie |
1600 |
|
Wol |
800 |
|
Opfrissen |
- |
|
Buitenkleding |
800 |
|
Snelwas 30 |
1600 |
|
Delicaat |
800 |
|
Wassen+Drogen |
1600 |
29
Programmaopties
Einduitstel
U kunt een vertraging instellen zodat de wasmachine automatisch zal beginnen en eindigen na een bepaalde tijd.
1 Druk op de knop Inschakelen.
2 Kies een wasprogramma.
3
4
OPMERKING
••De uitgestelde tijd is de tijd tot het einde van het programma, niet tot de start. De werkelijke looptijd kan variëren afhankelijk van de watertemperatuur, het wasgoed en andere factoren.
••Om de functie Tijdvertraging te annuleren, moet u op de knop Inschakelen drukken.
••Vermijd het gebruik van vloeibaar wasmiddel voor deze optie.
EcoHybrid
Voor luchtcondensatiedrogen zonder dat er water gebruikt wordt voor het condenseren.
1
2 Kies een wasprogramma.
3 Druk op de knop EcoHybrid.
4 Druk op de knop Start/Pauze.
OPMERKING
••Beschikbaar bij het programma Normaal of
Strijken.
NL
Stoom (optioneel)
Stoomwasfuncties verbeteren de wasprestaties met een laag energieverbruik. De stoomverzachter sproeit stoom na een centrifugecyclus om kreukels te verminderen en het wasgoed donzig te maken.
1 Druk op de knop Inschakelen.
2 Voor de stoomwasoptie selecteert u stoomprogramma's. Voor de
stoomverzachteroptie selecteert u Katoen, Katoen+, Mix of Easy Care.
3 Het volgende programma wordt geselecteerd afhankelijk van het aantal keren dat u op de knop Stoom drukt.
••Een keer: stoomwassen
••Twee keer: stoomverzachter
••Drie keer: stoomwassen en stoomverzachter
4 Druk op de knop Start/Pauze.
Stoomwassen ()
••Voor zwaar bevlekt kleding, ondergoed of babykleding.
••Beschikbaar bij de programma's Katoen, Katoen+, Mix, Easy Care, Anti-allergie, Opfrissen en Wassen+Drogen.
••Gebruik geen stoomwas bij kleding die gemakkelijk verkleurt en delicate stoffen, zoals wol en zijde.
Stoomverzachter ()
••Goed om stoffen te verzachten en donzig te maken na drogen aan de lucht.
••Beschikbaar bij de programma's Katoen, Katoen+, Mix en Easy Care.
••Gebruik geen stoomverzachter bij kleding die gemakkelijk verkleurt en delicate stoffen, zoals wol en zijde.
••Afhankelijk van het soort stof kunnen de verzachterprocedures verschillend zijn.
30