Index ............................................................ ............................................... 292
7
Kennisgevingen
•Informatie over deze uitgave
•Handelsmerken
•Kennisgeving over licentie
•Veiligheidsinformatie
•Veiligheidsadviez en, waarschuwingen en het symbool voor statische elektriciteit
•Informatie over elektronische emissie
•Geluidsniveaus
•Energy star
•Laserinformatie
8
Kennisgevingen
Editie: december 2002
De volgende alinea is niet van toepassing op landen waar de volgende v oorw aarden strijdig zijn met
de plaatselijke wetgeving: LEXMARK INTERNATIONAL, INC. LEVERT DEZE PUBLICATIE IN DE
STAAT WAARI N DEZE VERKEERT, ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE, NOCH IMPLICIET,
NOCH EXPLICIET, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT DE IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERHANDELBAARHEID OF GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. In bepaalde
rechtsgebieden is afwijzing van expliciete of impliciete garanties in bepaalde transacties niet
toegestaan; het is daarom mogelijk dat deze verklaring niet op u van toepassing is.
Deze publicatie kan technische onjuistheden of typografische fouten be v atten. De inf ormatie in deze
publicatie wordt regelmatig herzien; wijzigingen zullen in latere uitgaven worden opgenomen. De
producten of programma’s die worden beschreven, kunnen te allen tijde worden verbeterd of
gewijzigd.
Opmerkingen kunnen worden gestuurd aan Lexmark International, Inc, Department F95/032-2, 740
West Ne w Circle Road, Lex ington, K entucky 40550, Verenigde Staten. V anuit het V erenigd K oninkrijk
en Ierland stuurt u eventuele opmerkingen naar Lexmark International Ltd., Marketing and Services
Department, Westhorpe House, Westhorpe, Marlow Bucks S L7 3RQ. Lexmark behoudt zich het
recht voor de door u verstrekte informatie naar eigen goeddunken te gebruiken en te verspreiden,
zonder hiermee enige verplichting op zich te nemen tegenover u. Extra exemplaren van aan dit
product gerelateerde publicaties kunnen worden verkregen door van uit de Verenigde Staten of
Canada te bellen naar 1-800-553-9727. Van uit het Verenigd Koninkrijk en Ierland belt u +44 (0)8704
440 044. Neem in andere landen contact op met de leverancier.
Als in deze publicatie wordt verwez en naar producten, program m a's of diensten, impliceert dit niet
dat de producent het voornemen heeft deze beschikbaar te stellen in alle landen waarin de
producent actief is. Geen enkele verwijzing naar een product, programma of dienst moet worden
opgev at als een v erklaring of suggestie dat alleen dat product, dat programma of die dienst mag
worden gebruik. Het staat u vrij functioneel gelijkwaardige producten, programma's of diensten te
gebruiken, mits die geen inbreuk maken op enig bestaand intellectueel eigendomsrecht. Het
beoordelen en controleren van de werking in combinatie met andere producten, programma’s of
diensten, met uitzondering van die producten, programma’s of diensten die uitdrukkelijk door de
producent worden genoemd, behoort tot de verantwoordelijkheden van de gebruiker .
This software and any accompanying documentation provided under this agreement are commercial
computer software and documentation developed exclusively at private expense.
9
Handelsmerken
Handelsmerken
Lexmark, Lexmark met het diamantlogo, MarkVision en Prebate zijn als handelsmerken van
Lexmark International, Inc. gedeponeerd in de Verenigde Staten en/of in andere landen.
OptraImage, PictureGrade en StapleSmart zijn handelsmerken van Lexmark International, Inc.
LEXFAX en Operation ReSource zijn servicemerken van Lexmark International, Inc.
®
PCL
is een gedeponeerd handelsmerk van Hewlett-Packard Company. PCL is een aanduiding van
Hewlett-Packard Company voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en -functies in haar
producten. Deze printer is ontworpen om ondersteuning te bieden voor de PCL-taal. De printer
herkent PCL-opdrachten die in diverse toepassingen worden gebruikt en emuleert de functies die
met deze opdrachten corresponderen.
PostScript
aanduiding van Adobe Systems voor een verzameling printeropdrachten (printertaal) en -functies in
softwareproducten van Adobe Systems. Dez e printer is compatibel met de P ostScript 3-taal. De
printer herkent PostScript 3-opdrachten die in div erse toepassingen w orden gebruikt en emuleert de
functies die met deze opdrachten corresponderen.
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. PostScript 3 is een
Raadpleeg de Technical Reference voor meer informatie over compatibiliteit.
De volgende termen zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van deze bedrijven:
AlbertusThe Monotype Corporation plc
Antique OliveMonsieur Marcel OLIVE
Apple-ChanceryApple Computer, Inc.
ArialThe Monotype Corporation plc
CandidAgfa Corporation
CG OmegaProduct van Agfa Corporation
CG TimesGebaseerd op Times New Roman onder licentie van The Monotype Corporation
ChicagoApple Computer, Inc.
ClarendonLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
EurostileNebiolo
GenevaApple Computer, Inc.
GillSansThe Monotype Corporation plc
HelveticaLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
plc, product van Agfa Corporation
HoeflerJonathan Hoefler Type Foundry
ITC Avant Garde
ITC Mona LisaInternational Typeface Corporation
ITC Zapf ChanceryInternational Typeface Corporation
JoannaThe Monotype Corporation plc
MarigoldArthur Baker
MonacoApple Computer, Inc.
New YorkApple Computer, Inc.
OxfordArthur Baker
PalatinoLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
Stempel GaramondLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
TaffyAgfa Corporation
Times New RomanThe Monotype Corporation plc
TrueTypeApple Computer, Inc.
UniversLinotype-Hell AG en/of dochterondernemingen
WingdingsMicrosoft Corporation
Overige handelsmerken zijn eigendom van hun respectieve houders.
Kennisgeving over licentie
De in de printer geïnstalleerde software bevat:
•software die is ontwikkeld door Lexmark en waarvan het copyright bij Lexmar k berust;
•door Lexmark aangepaste software welke in licentie is v erkregen onder de voorwaarden in de
GNU General Public License version 2 en de GNU Lesser General Public License
version 2.1;
•software die in licentie is verkregen onder de licentie- en garantievoorw aarden van BSD.
Klik op de titel van het document dat u wilt bekijken:
•BSD License and Warranty statements
•GNU General Public License
De software die Lexmark v an GNU in licentie heeft gekregen en heeft aangepast is gr atis software. U
mag deze software zelf distr ibueren en/of aanpassen onder de voorwaarden van de hierboven
genoemde licenties. Deze licenties verschaffen u geen rechten betreffende de software in deze
printer waarvan het copyright bij Lexmar k ber ust.
Aangezien de software die door GNU in licentie is verstrekt en door Lexmark is aangepast,
uitdrukkelijk zonder enige vorm van garantie wordt geleverd, is op het gebruik van de door Lexmark
aangepaste versie ook geen garantie van toepassing. Zie voor meer informatie de warranty
disclaimers in de hierboven genoemde licentie-overeenkomsten.
Start de cd met stuurprogramma's die bij de printer is gelev erd en klik op Contact Lexmark als u in
het bezit wilt komen van de broncode van de door GNU in licentie gegeve n softw are welke door
Lexmark is aangepast.
11
Veiligheidsinformatie
Veiligheidsinformatie
•Als uw product NIET met dit symbool is gemarkeerd, MOET het product op een
stopcontact worden aangesloten dat op de juiste wijze is geaard.
VOORZICHTIG:Tijdens onweer moet u dit product niet installeren en geen elektrische
verbindingen leggen of kabels en snoeren zoals een netsnoer of telefoonlijn aansluiten.
•Het netsnoer dient te worden aangesloten op een stopcontact dat zich dicht in de buurt van
het product bevindt en dat makkelijk kan worden bereikt.
•Onderhoudswerkzaamheden en reparaties die niet in de bedieningsinstructies worden
beschreven, dienen uitsluitend door een professionele onderhoudsmonteur te worden
uitgevoerd.
•Dit product is samen met specifieke Lexmark onderdelen ontwikkeld, getest en goedgek eurd
op basis van strikte, wereldwijd geldende veiligheidsnormen. De veiligheidsvoorzieningen
van bepaalde onderdelen zijn niet altijd dui delijk zichtbaar. Lexmark is niet verantwoordelijk
voor het gebruik van andere, vervangende onderdelen.
•Dit product maakt gebruik van een laser.
VOORZICHTIG:Het toepassen van bedieningswijzen, aanpassingsmethoden of procedures
anders dan in deze publicatie worden beschreven, kan blootstelling aan gevaarlijke straling
tot gevolg hebben.
•Dit product maakt gebruik van een afdrukproces waarbij het afdrukmedium wordt verhit. Door
de hitte kan het afdrukmedium bepaalde stoffen afgeven. U moet het gedeelte in de
bedieningsinstructies lezen waarin de richtlijnen voor het selecteren van
afdrukmaterialen worden besproken; zo voorkomt u de mogelijkheid op de afgifte van
schadelijke stoffen.
Veiligheidsadviezen, waarschuwingen en het symbool
voor statische elek triciteit
VOORZICHTIG: De veiligheidsadviezen hebben betrekking op gevaar voor letsel.
Waarschuwing: Een waarschuwing geeft aan dat het product of de bijbehorende software kan
worden beschadigd.
Let op!
Dit symbool duidt onderdelen aan die gevoelig zijn voor ontlading van statische
elektriciteit. Raak onderdelen in de gebieden bij deze symbolen alleen aan nadat u eerst
het metalen frame van de printer hebt aangeraakt.
12
Informatie over elektronische emissie
Infor m atie over elektronische emissie
Zonder een netwerkkaart
Verklaring van de Federal Communications Commission (FCC)
Uit tests is gebleken dat de Lexmark T-familie basisprinters, type 4060-000 en 4060-200, en
netwerkprinters, type 4060-010 en 4060-210, voldoen aan de eisen voor een digitaal apparaat van
klasse B, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Het apparaat moet aan de volgende twee
voorwaarden voldoen: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) dit
apparaat moet bestand zijn tegen eventuele interferentie die wordt veroorzaakt door andere
apparatuur, inclusief interferentie die kan leiden tot ongewenst functioneren.
De FCC-normen voor apparaten van klasse B zijn opgesteld om een redelijke bescherming te
bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een thuisomge ving wor dt gebruikt.
Dit apparaat genereert en gebruikt radiogolven en kan radiogolven uitzenden die, bij installatie en
gebruik anders dan in de instructies is aangegeve n, communicatie via radiogolv en kunnen v erstoren.
Er is echter geen garantie dat er in een bepaalde omgeving geen interferentie zal optreden. Als dit
apparaat interferentie veroorzaakt in de ontvangs t van radio of televisie, hetgeen kan worden
vastgesteld door het apparaat uit en in te schakelen, wordt de gebruiker verz ocht een of meer van de
volgende maatregelen te nemen om deze interferentie op te heffen:
•Richt de antenne anders of geef deze een andere plaats.
•Vergroot de afstand tussen het apparaat en de radio of televisie.
•Sluit het apparaat aan op een stopcontact in een ander circuit dan dat waarop de ontvanger
is aangesloten.
•Neem contact op met de le ver ancier v an het appar aat of met een servicev erlenende instantie
voor meer suggesties.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor interf erentie in de ontvangst van radio of televisie die wordt
veroorzaakt door het gebruik van een andere dan de aanbevolen kabel of door ongeoorloofde
wijzigingen of modificaties aan het apparaat. Ongeoorloofde wijzigingen of modificaties aan het
apparaat kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet meer gerechtigd is het apparaat te gebr uiken.
Opmerking: Vo or een digitaal apparaat van klasse B is het gebruik van een goed afgeschermde
en geaarde kabel, zoals de kabel van Lexm ark met artikelnummer 1329605 voor
parallelle verbindingen of 12A2405 voor USB-verbindingen, noodzakelijk om te
voldoen aan de FCC-voorschriften met betrekking tot elektromagnetische
interferentie. Het gebruik van een vervangende kabel die niet op de juiste wijze is
afgeschermd en geaard, kan leiden tot een overtreding van de FCC-v oorschriften.
13
Informatie over elektronische emissie
Eventuele vragen over deze verklaring kunt u richten aan:
Director of Lexmark Technology & Ser vices
Lexmark International, Inc.
740 West New Circle Road
Lexington, KY 40550, U.S.A.
(859) 232-3000
Industry Canada Compliance Statement
This Class B digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing
Equipment Regulations.
Avis de conformité aux normes de l’industrie du Canada
Cet appareil numérique de la classe B respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel
brouilleur du Canada.
Voorschriften van de Europese Gemeenschap (EG)
Dit product voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van richtlijnen 89/336/EEC en 72/23/EEC van de
Commissie van de Europese Gemeenschap aangaande de onderlinge aanpassing van de wetten in
de lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit en de veiligheid van elektrische
apparaten die zijn ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik.
De Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A. in Boigny, Frankrijk,
heeft een verklaring ondertekend waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van
de EG-richtlijnen.
Dit product voldoet aan de eisen van EN55022 met betrekking tot klasse B-producten en de
veiligheidsvoorschriften van EN60950.
Japanese VCCI Notice
14
Informatie over elektronische emissie
Met een netwerkk aart
Verklaring van de Federal Communications Commission (FCC)
Uit tests is gebleken dat de Lexmark T-familie basisprinters, type 4060-000 en 4060-200, en
netwerkprinters, type 4060-010 en 4060-210, voldoen aan de eisen voor een digitaal apparaat van
klasse A, conform deel 15 van de FCC-voorschriften. Het apparaat moet aan de volgende twee
voorwaarden voldoen: (1) dit apparaat mag geen schadelijke interferentie veroorzaken en (2) moet
bestand zijn tegen eventuele interferentie die wordt veroorzaakt door andere apparatuur, inclusief
interferentie die kan leiden tot ongewenst functioneren.
De FCC-normen voor apparaten van klasse A zijn ontworpen om een redelijke bescherming te
bieden tegen schadelijke interferentie wanneer de apparatuur in een commerciële omgeving wordt
gebruikt. Dit apparaat genereert en gebruikt radiogolven en kan radiogolven uitzenden die, bij
installatie en gebruik anders dan in de instructiehandleiding is aangegeven, communicatie via
radiogolven kunnen v er storen. Als dit apparaat in een woonwijk wordt gebruikt, is de kans groot dat
het schadelijke interferentie veroorzaakt. In dat geval moet de gebruiker op eigen kosten
maatregelen nemen om deze interferentie op te heffen.
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor interf erentie in de ontvangst van radio of televisie die wordt
veroorzaakt door het gebruik van een andere dan de aanbevolen kabel of door ongeoorloofde
wijzigingen of modificaties aan het apparaat. Ongeoorloofde wijzigingen of modificaties aan het
apparaat kunnen ertoe leiden dat de gebruiker niet meer gerechtigd is het apparaat te gebr uiken.
Opmerking: Vo or een digitaal apparaat van klasse A is het gebruik van een goed afgeschermde
en geaarde kabel, zoals de kabel van Lexm ark met artikelnummer 1329605 voor
parallelle verbindingen of 12A2405 voor USB-verbindingen, noodzakelijk om te
voldoen aan de FCC-voorschriften met betrekking tot elektromagnetische
interferentie. Het gebruik van een vervangende kabel die niet op de juiste wijze is
afgeschermd en geaard, kan leiden tot een overtreding van de FCC-v oorschriften.
Industry Canada Compliance Statement
This Class A digital apparatus meets all requirements of the Canadian Interference-Causing
Equipment Regulations.
Avis de conformité aux normes de l’industrie du Canada
Cet appareil numérique de la classe A respecte toutes les exigences du Règlement sur le matériel
brouilleur du Canada.
Voorschriften van de Europese Gemeenschap (EG)
Dit product voldoet aan de veiligheidsvoorschriften van richtlijnen 89/336/EEC en 72/23/EEC van de
Commissie van de Europese Gemeenschap aangaande de onderlinge aanpassing van de wetten in
de lidstaten met betrekking tot de elektromagnetische compatibiliteit en de veiligheid van elektrische
apparaten die zijn ontworpen voor gebruik binnen een bepaald spanningsbereik.
De Director of Manufacturing and Technical Support, Lexmark International, S.A. in Boigny, Frankrijk,
heeft een verklaring ondertekend waarin staat dat het product voldoet aan de veiligheidseisen van
de EG-richtlijnen.
15
Geluidsniveaus
Dit product voldoet aan de eisen van EN55022 met betrekking tot klasse A-producten en de
veiligheidsvoorschriften van EN 60950.
Waarschuwing: Wanneer een printerserver is geïnstalleerd, is dit een klasse A-product. In een
thuisomgeving kan dit product radiostoring v eroorzaken, in welk gev al de gebruiker
mogelijk passende maatregelen zal moeten nemen.
Japanese VCCI Notice
The United Kingdom Telecommunications Act 1984
This apparatus is approved under the approval number NS/G/1234/J/100003 for the indirect
connections to the public telecommunications systems in the United Kingdom.
Geluidsniveaus
De volgende maatregelen zijn genomen in overeenstemming met ISO 7779 en zijn gerapporteerd
conform ISO 9296.
Geluidsdruk gemiddeld 1 met, dBA
Printermodel
T630T632
Afdrukken5254
Niet-actief3131
16
Energy star
Energy star
Het programma voor kantoorapparatu ur EPA ENERGY STAR is een samenwerkingsv erband van
fabrikanten van kantoorappar atu ur met als doelstelling het bevorderen van het gebruik van
energiebesparende producten en het beperken van luchtvervuiling die wordt veroorzaakt door het
opwekken van energie.
Bedrijven die deelnemen aan dit programma, brengen producten op de markt die automatisch
worden uitgeschakeld wanneer zij niet worden gebruikt. Hierdoor wordt het energiev erbruik va n de
apparatuur met maximaal 50 procent teruggebracht. Lexmark is zeer betrokken bij dit programma.
Lexmark International, Inc. heeft in haar hoedanigheid van ENERGY STAR Partner vastgesteld dat
dit product voldoet aan de ENERGY STAR-richtlijnen voor efficiënt energiegebruik.
Laserinformatie
Deze printer is in de Verenigde Staten gecertificeerd als een product dat voldoet aan de vereisten
van DHHS 21 CFR paragraaf J voor laserproducten van klasse I (1). Elders is de printer
gecertificeerd als een laserproduct van klasse I dat voldoet aan de vereisten van IEC 60825-1.
Laserproducten van klasse I worden geacht geen gevaar op te leveren. De printer bevat intern een
laser van klasse IIIb (3b), een galliumarsenide laser met een nominaal vermogen van 5 milliwatt en
een golflengtebereik van 770-795 nanometer . Het laser systeem en de printer zijn zodan ig ontworpen
dat gebruikers nooit blootstaan aan laserstraling die hoger is dan het toegestane niveau voor klasse
I-apparaten, tijdens normaal gebruik, onderhoudswerkzaamheden door de gebruiker of
voorgeschreven servicewerkzaamheden.
17
1
Overzicht
Printers herkennen
Met behulp van de v olgende afbeeldingen kun t u de voor zieningen en opties v an de Le xmark™ T630
en T632 herkennen.
De voorzieningen zijn niet in kleur aangegeven, maar de opties zijn grijs weergegeven. De
afbeeldingen gev en ook aan in w elk e v olgorde u de opties en de printer moet installeren. Raadpleeg
de Installatiehandleiding voor meer informatie over de installatie.
Basismodellen
De basisprinter is verkrijgbaar in twee modellen
T630T632
VOORZICHTIG: Bij onweer moet u dit product niet installeren, geen elektrische verbindingen leggen
en geen snoeren of kabels zoals een netsnoer of telefoonkabel aansluiten.
18
Printers herkennen
Geconfigureerde modellen
In de volgende afbeeldingen ziet u een standaard-netwerkmodelconfiguratie en een volledig
geconfigureerde printer. Als u verw erkingsopties voor afdrukmedia installeert, lijkt uw printer meer op
het volledig geconfigureerde model. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor informatie over
mogelijke configuraties. Items met een sterretje (*) zijn optioneel.
De standaardlade heeft een capaciteit van 250 vel voor de
T630 en 500 vel voor de T632.
Lade 2
(250 of 500 vel)
Finisher*
Enveloppenlader*
Duplexeenheid*
Lade 2*
(250 of 500 vel)
Lade 3*
(250 of 500 vel)
Lade 4*
(250 of 500 vel)
Lade 5*
(lader voor 2000 vel)
VOORZICHTIG: Voor een printersysteem dat aan de vloer wordt bevestigd, hebt u extra meubilair
nodig. Als u een lader voor 2000 vel, een duplexeenheid en een of meerdere
invoeropties gebruikt, moet u een printermeubel of een printerbasis gebruiken.
Hebt u een multifunctionele printer (MFP) waarmee u kunt scannen, kopiëren en
fax en, dan hebt u mogelijk ex tr a meubilair nodig. Zie www.lexmark.com/
multifunctionprinters voor meer informatie.
19
2
Afdrukken
Dit hoofdstuk bevat afdruktips, aanwijzingen voor het afdrukken van bepaalde lijsten met
printergegevens en aanwijzingen voor het annuleren van afdruktaken.
Afdruktips
Tips voor de opslag van afdrukmedia
U dient de afdrukmedia goed op te slaan. Zie Afdrukmedia bewaren voor meer informatie.
Papierstoringen voorkomen
Om probleemloos te printen, is het belangrijk de goede afdrukmedia (papier, transparanten,
etiketten, karton) te kiezen. Zie Tips voor het voorkomen van papierstoringen voor meer
informatie.
Opmerking: Gebruik altijd eerst een paar testvellen van het papier of medium dat u wilt gaan
gebruiken, voordat u grote hoeveelheden aanschaft.
De meeste storingen kunt u vermijden door de goede afdrukmedia te kiezen en die media op de
juiste wijze te laden. In de volgende gedeelten vindt u instructies voor het laden van afdrukmedia:
•Afdrukmedia laden in standaardladen en optionele laden(standaardlade en optionele
laden voor 250 of 500 vel)
•Afdrukmedia laden in optionele UAT-laden (optionele UAT-laden voor 250 of 400 vel)
•Optionele lader voor 2000 vel gebruiken en vullen
•Universeellader gebruiken en vullen
•Optionele enveloppenlader gebruiken en vullen
Als zich toch een storing voordoet, raadpleegt u Papierstoringen verhelpen voor instructies.
Raadpleeg Tips voor het voorkomen van papierstoringen voor tips om stor ingen te voorkomen.
20
Afdruktaak naar de printer sturen
Afdruktaak naar de prin ter sturen
Een printerstuurprogramma is software die zorgdraagt voor de communicatie tussen de computer en
de printer. Als u in een toepassing Afdrukken kiest, wordt een venster van het
printerstuurprogramma geopend. Selecteer de instellingen die nodig zijn voor de afdruktaak.
Afdrukinstellingen die in het printerstuurprogramma worden geselecteerd, schakelen de vanaf het
printerbedieningspaneel ingestelde standaardinstellingen uit.
Wellicht moet u in het venster Afdrukken op Eigenschappen of Instellingen klikken voor een
overzicht van alle beschikbare printer instell ingen die u kunt veranderen. Als u niet bekend bent met
een van de opties in het venster van het printerstuurprogramma, opent u de online Help voor meer
informatie.
Als u de speciale printerstuurprogramma's van Lexmark gebruikt, worden alle voorzieningen van de
printer ondersteund. De recentste versies van de stuurprogramma's en een volledige beschrijving
van de stuurprogrammapakkett en en stuur programmaondersteuning van Lexmark vindt u op de
Lexmark website.U kunt ook de systeemstuurprogramma's gebruiken die zijn ingebouwd in het
besturingssysteem. Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie over het kiezen en
installeren van stuurprogramma's.
Vanuit een normale Windows-toepassing drukt u een afdruktaak als volgt af:
Open het bestand dat u wilt afdrukken.
1
Selecteer in het menu Bestand de optie Afdrukken.
2
Controleer of de juiste printer is geselecteerd in het dialoogvenster. Wijzig e ventueel de
3
printerinstellingen (het aantal af te drukken pagina's of het aantal exemplaren).
Klik op Eigenschappen of Opties als u instellingen wilt wijzigen die in het eerste venster niet
4
beschikbaar zijn en klik vervolgens op OK.
Klik op OK of Afdrukken om de afdruktaak naar de geselecteerde printer te sturen.
5
Afdruktaak annuleren
U kunt een afdruktaak op verschillende manieren annuleren.
Afdruktaken annuleren via bedieningspaneel
Als de taak die u wilt annuleren, al wordt afgedrukt en op de display
Bezig
wordt weergegeven:
Druk op Menu om het menu Taak te openen.
1
Op de tweede regel van de display wordt
Druk op Selecteren [Select].
2
Het bericht
Taak wordt geannuleerd
Taak annuleren
wordt weergegeven.
weergegeven.
21
Afdruktaak annuleren
Afdruktaken annuleren vanaf een Windows-computer
Afdruktaken annuleren via taakbalk
Voor elke afdruktaak die u naar de printer stuurt, wordt rechts in de taakbalk een klein pictogram in
de vorm van een printer weer gegeven.
Dubbelklik op dit pictogram.
1
Een venster met een lijst van afdruktaken wordt weergegeven.
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
2
Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
3
Afdruktaken annuleren via bureaublad
Minimaliseer alle programma's, zodat het bureaublad wordt weergegeven.
1
Dubbelklik op Deze computer.
2
Dubbelklik op het pictogram Printers.
3
Er wordt nu een lijst van beschikbare printers weergegeven.
Dubbelklik op de printer die u hebt gekozen toen u de afdruktaak verstuurde.
4
Een venster met een lijst van afdruktaken wordt weergegeven.
Selecteer de taak die u wilt annuleren.
5
Druk op de toets Delete op het toetsenbord.
6
Afdruktaken annuleren vanaf een Macintosh-computer
Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, wordt op het bureaublad een pictogram weergege v en dat
de geselecteerde printer aangeeft.
Dubbelklik op dit pictogram op het bureaublad.
1
Een venster met een lijst van afdruktaken wordt weergegeven.
Houd Control ingedrukt en klik op de afdruktaak die u wilt annuleren.
2
Selecteer de optie voor het stopzetten van de wachtrij in het menu dat nu verschijnt.
3
22
Pagina met menu-instellingen afdrukken
Pagina met menu-instellingen afdrukken
Op de pagina met de menu-instellingen worden de huidige instellingen (door de gebruiker
gedefinieerde standaardinstellingen) voor de menu's, een lijst van geïnstalleerde opties en het
beschikbare printergeheugen weergegev en. Aan de h and van deze pagina kunt u controleren of alle
printeropties correct zijn geïnstalleerd en of de printerinstellingen in orde zijn.
Raadpleeg Bedieningspaneel als u hulp nodig hebt bij het gebruik van de displa y en de knoppen op
het bedieningspaneel.
Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht
1
weergegeven.
Druk op Menu totdat het menu Help verschijnt. Druk daarna op Selecteren [Select].
2
Druk enkele malen op Menu totdat Menu's afdrukken verschijnt. Dr uk vervolgens op
3
Selecteren [Select].
Het bericht
weergegev en terwijl de pagina wordt afgedrukt. Zodra de pagina met menu-instellingen is afgedrukt,
geeft de printer het bericht
Zie Printerberichten als een ander bericht wordt weergegeven als u dez e pagina afdrukt.
Menu-instellingen worden afgedrukt
Gereed
weer.
wordt weergegeven. Dit bericht wordt
Gereed
op de display wordt
Lijst met voorbeelden van lettertypen afdrukken
U kunt als volgt voorbeelden afdrukken van alle lettertypen die op dit moment beschikbaar zijn voor
de printer:
Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht
1
weergegeven.
Druk op Menu totdat het menu Help verschijnt. Druk daarna op Selecteren [Select].
2
Gereed
op de display wordt
Druk enkele malen op Menu totdat
3
Selecteren [Select].Druk op Menu totdat
4
tweede regel van de display.
•Selecteer
beschikbaar zijn in PCL-emulatie.
•Selecteer
beschikbaar zijn in PostScr ipt 3-emulatie. Deze keuze wordt alleen weer gegeven als de
printertaal PostScript in de printer beschikbaar is.
Druk op Selecteren [Select].
5
Het bericht
display van het bedieningspaneel staan totdat de pagina wordt afgedr u kt. Zodra de lijst met
lettertypevoorbeelden wordt afgedrukt, keert de printer terug naar de werkstand
PCL-lettertypen
PS-lettertypen
Lettertypelijst wordt afgedrukt
PCL-lettertypen
Lettertypen afdr
of
PS-lettertypen
om een lijst af te drukken van alle lettertypen die
om een lijst af te drukken van alle lettertypen die
verschijnt. Druk vervolgens op
wordt weergegeven op de
wordt weergegev en. Dit bericht blijft op de
Gereed
23
.
Lijst met bestanden afdrukken
Lijst met bestanden afdrukken
Deze lijst (directory) bevat alle bronnen die zijn opgeslagen in het flashgeheugen of op de vaste
schijf. U drukt als volgt deze lijst af:
Controleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht
1
weergegeven.
Druk op Menu totdat het menu Help verschijnt. Druk daarna op Selecteren [Select].
2
Druk enkele malen op Menu totdat
3
Selecteren [Select].
Het bericht
display van het bedieningspaneel staan totdat de pagina wordt afgedr u kt. Zodra de lijst met
bestanden wordt afgedrukt, keert de printer terug naar de werkstand
Directorylijst wordt afgedrukt
Directory afdr
wordt weergegeven. Dit bericht blijft op de
Gereed
verschijnt. Druk vervolgens op
op de display wordt
Gereed
.
Beveiligde taak afdrukken
Wanneer u een afdruktaak naar de printer stuurt, kunt u via het stuurprogramma een PIN-code
(persoonlijk identificatienummer) invoeren. De PIN-code moet bes taan uit vier cijfers v an 1 tot en met
6. De afdruktaak wordt in het printergeheugen opgeslagen totdat u dezelfde viercijferige PIN-code
invoert via het bedieningspaneel en opgeeft dat u de taak wilt afdrukken of verwijderen. Zo weet u
zeker dat de afdruktaak niet wordt uitgevoerd voor dat u zelf bij de printer bent gearriveerd om de
afgedrukte exempl aren op te halen. Geen enkele andere gebruiker van de printer kan de taak
uitvoeren.
Dit kan echter alleen als u gebruikmaakt van de speciale Lexmark stuurprogramma's die
beschikbaar zijn op de bij uw printer geleverde cd.
Selecteer in uw tekstverwerker, spreadsheet, browser of andere toepassing Bestand
1
Afdrukken.
Klik op Eigenschappen. (Als u geen knop Eigenschappen ziet, klikt u op Instellingen en
2
daarna op Eigenschappen.)
Klik op Help en raadpleeg het gedeelte over beveiligde afdruktaken of afdruk- en
3
wachtstandtaken. Volg de instructies voor het afdrukken van beveiligde taken. (Raadpleeg
Beveiligde afdruktaak.)
Ga naar de printer als u klaar bent om de beveiligde afdruktaak op te halen en volg deze
stappen:
Druk enkele malen op Men u to tdat het menu
4
[Select].
Druk enkele malen op Menu totdat
5
Selecteren [Select].Druk enkele malen op Menu totdat uw gebruikersnaam verschijnt. Druk vervolgens op
6
Selecteren [Select].
Raadpleeg PIN (persoonlijk identificatienummer) invoeren verderop. Ga verder met
7
stap 8 op pagina 25 om de beveiligde taak af te drukken.
Vertrouwelijk
verschijnt. Druk vervolgens op Selecteren
Taak
verschijnt. Druk vervolgens op
24
Beveiligde taak afdrukken
PIN (persoonlijk identificatienummer) invoeren
Als u in het menu Taak het menu-item Vertrouwelijk selecteert en vervolgens uw gebruikersnaam
selecteert, verschijnt de volgende prompt op de display:
Voer PIN in:
=____
Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om de viercijferige PIN-code voor de
8
bevei ligde taak in te voeren.
De cijfers (1–6) die u met de knoppen kunt invoeren, worden we ergegeven naast de
knopnamen. Tijdens het invoeren van de PIN-code worden op de display sterretjes
weergegeven, zodat niemand de code kan zien.
Voer PIN in
=****
1 2
Als u een ongeldige PIN-code invoert, wordt het bericht
34
5
6
Geen taken. Opnieuw?
weergegeven.
9
Druk op
[Go] als u de PIN-code opnieuw wilt invoeren of op
Start
als u het m enu
Stop
Vertrouwelijk wilt afsluiten.
Druk op Selecteren [Select] om de beveiligde taken af te drukken.
10
De taken worden afgedrukt en uit het printergeheugen verwijderd.
Zie Afdruk- en wachtstandtaken voor meer informatie over beveiligde taken, afdruktaken en
wachtstandtaken.
25
Papierformaten Folio en Statement afdrukken
Papierformaten Folio en Statement afdr ukken
De papierformaten Folio en Statement zijn alleen beschikbaar in het menu Papierf ormaat als
Formaatdetectie is uitgeschakeld. U schakelt als volgt Formaatdetectie uit:
Houd de knoppen Selecteren [Select] en Terug [Return] ingedrukt terwijl u de printer aanzet.
1
Laat de knoppen los als het bericht
2
De printer voert de opstartcyclus uit en vervolgens verschijnt het menu Config op de eerste
regel van de display.
Druk enkele malen op Menu totdat
3
Selecteren [Select].
Lade (1): Formaatdetectie
Druk op Menu om de inv oer optie te selecteren waarin het Folio- of Statement-papier is
4
geladen en druk vervolgens op Selecteren [Select].
Op de eerste regel van de display w ordt de geselecteerde in vo eroptie weergege v en en op de
tweede regel wordt de huidige instelling weergegeven.
Druk op Menu om de instelling te wijzigen in Uit en druk vervolgens op Selecteren [Select].
5
OPGESLAGEN
de eerste regel en
Druk enkele malen op Menu totdat
6
Selecteren [Select].
Het bericht
door het bericht
Gereed
wordt kort weergegeven op de display en wordt dan vervangen door
Formaatdetectie
Menuwijzigingen activeren
Zelftest wordt uitgevoerd
.
Zelftest wordt uitgevoerd
Formaatdetectie
verschijnt op de tweede regel van de display.
op de tweede regel.
Config afsluiten
wordt kort weergegeven op de display, ge volgd
. De printer keert terug in de werkstand
verschijnt. Druk vervolgens op
verschijnt. Druk vervolgens op
op de display verschijnt.
Config
op
26
3
Omgaan met afdrukmedia
De term afdrukmedia omvat papier, karton, transparanten, etiketten en enveloppen. De printer kan
kwalitatief hoogwaardige afdrukken maken op allerlei afdrukmedia. Er zijn diverse aspecten van
afdrukmedia die u moet overwegen voordat u gaat afdrukken. In dit hoofdstuk vindt u informatie over
het kiezen en bewaren van afdrukmedia en het laden van media in een standaardlade, optionele
lade, standaardlader of optionele lader.
Richtlijnen voor afdrukmedia
U voorkomt problemen bij het afdrukken door de juiste afdrukmedia voor uw printer te kiezen.
In de volgende paragraf en vindt u richtlijnen voor de keuz e v an de juiste afdrukmedia voor de printer.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer inf ormatie ove r de k enmerken van afdrukmedia.
U vindt deze publicatie op de Lexmark website: www.lexmark.com/publications.
Papier
Gebruik xerografisch papier van 75 g/m2 met een lange vezel voor de beste afdrukkwaliteit. Maak
altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden van een bepaalde papiersoort
aanschaft.
Let bij het laden van papier op de aanbevolen afdrukzijde en laad het papier dienovereenkomstig.
Raadpleeg Afdrukmedia laden in standaardladen en optionele ladenen Universeellader
gebruiken en vullenvoor meer informatie over het laden van afdrukmedia.
Papierkenmerken
De volgende papierkenmerken zijn van inv loed op de afdrukkwaliteit en de betrouwbaarheid van de
papierinvoer. Het is verstandig om rekening te houden met deze richtlijnen wanneer u een voorraad
nieuw papier evalueert.
Raadpleeg voor meer informatie de Card Stock & Label Guide beschikbaar op de Lexmark website:
www.lexmark.com.
Gewicht
2
Papier met een gewicht v an 60 tot 135 g/m
worden ingevoerd. Papier dat lichter is dan 60 g/m
ingevo erd en kan daardoor v astlopen. Het beste resultaat bereikt u met papier van 75 g/m
vezels in de lengterichting. Als u papier wilt gebruiken dat smaller is dan 182 x 257 mm, moet het
gewicht ten minste 90 g/m
2
zijn.
(vezels in lengterichting) kan automatisch in de printer
2
is mogelijk niet stijf genoeg om goed te worden
2
met de
27
Richtlijnen voor afdrukmedia
Krullen
Krullen is de neiging van afdrukmedia om bij de randen om te buigen. Als afdrukmedia te veel
krullen, kan dat problemen opleveren bij het in voeren. Papier krult meestal nadat het door de printer
is gevoerd en daarbij is blootgesteld aan hoge temperaturen. Ook als u papier onverpakt in een
relatief vochtige omgeving bewaart, kan het, zelfs in een papierlade, gaan krullen voordat het
bedrukt wordt en vastlopen in de printer.
Gladheid
De gladheid van papier is rechtst reeks van invloed op de afdrukkwaliteit. Toner wordt niet goed
gefixeerd op ruw papier, hetgeen leidt tot een slechte afdrukkwaliteit. Te glad papier kan problemen
veroorzaken bij het invoeren. Het papier moet een zachtheid hebben van 150 tot 300 Sheffield; een
zachtheid tussen 100 en 250 Sheffield levert echter de beste afdrukkwaliteit op.
Vochtigheidsgraad
De hoeveelheid vocht in papier is van invloed op de afdrukkwaliteit en bepaalt tevens of het papier
goed door de printer kan worden gevoerd. Laat het papier in de originele verpakking totdat u het
daadwerkelijk gaat gebruiken. Het papier wordt dan niet blootgesteld aan de negatieve invloed van
wisselingen in de luchtvochtigheid.
Vezelrichting
Deze term heeft betrekking op de richting van de vezels in een vel papier. Vezels lopen ofwel in de
lengterichting van het papier of in de breedterichting.
V oor papier v an 60 tot 135 g/m
2
dan 135 g/m
verdient de breedterichting de voorkeur. Voor papier van 60 tot 135 g/m2 dat via de
2
zijn vezels in de lengterichting het beste. Voor papier dat zwaarder is
universeellader wordt ingevoerd, zijn vezels in de lengterichting het beste. Voor papier dat zwaarder
is dan 135 g/m
2
en dat via de universeellader wordt ingevoerd, verdient de breedterichting de
voorkeur.
Vezelgehalte
Kwalitatief hoogwaardig xerografisch papier bestaat meestal voor 100% uit chemische houtpulp.
Papier met deze samenstelling is zeer stabiel, zodat er minder problemen optreden bij de invoer en
de afdrukkwaliteit beter is. Als papier andere vezels bevat, bijvoorbeeld van katoen, kan dat eerder
leiden tot problemen bij de verwerking.
Aanbevolen papiersoorten
De afdrukkwaliteit is het best en de papierinvoer het betrouwbaarst als u xerografisch papier van
75 g/m
opleve ren.
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden van een bepaalde soort
afdrukmedia aanschaft. Houd bij de keuze van afdrukmedia rekening met gewicht, vezelgehalte en
kleur.
2
gebruikt. Papier voor algemeen zakelijk gebruik kan ook een acceptabele afdrukkwaliteit
Een laserprinter verwarmt het papier tot een temperatuur van 225°C voor MICR-toepassingen
(Magnetic Ink Character Recognition) en 205°C voor niet-MICR-toepassingen. Gebruik alleen papier
dat dergelijke temperaturen kan ver dragen zonder te verkleuren, uit te lopen of gevaarlijke stoffen af
te geven. Informeer bij de fabrikant of leverancier of het papier dat u hebt gekozen geschikt is voor
laserprinters.
28
Richtlijnen voor afdrukmedia
Ongeschikt papier
Het gebruik van de volgende papiersoorten in de printer wordt afgeraden:
•chemisch behandelde papiersoorten waarmee kopieën kunnen worden gemaakt zonder
carbonpapier, ook wel "carbonless copy paper" (CCP) of "no carbon required paper" (NCR)
genoemd;
•voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die schadelijk zijn voor de printer;
•voorbedrukt papier dat niet voldoende bestand is tegen de temperatuur in het
verhittingsstation;
•voorbedrukte papiersoorten waarvoor een registrering (nauwkeurige positionering van de
afdruk) van meer dan ±0,23 mm is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character
recognition);
in sommige gev allen k unt u de r egistrering aanpassen met de toepassing w aarmee u afdrukt
op deze formulieren;
•papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak, gekruld
papier;
•kringlooppapier dat meer dan 25% afvalstoffen bevat en niet voldoet aan de norm
DIN 19 309;
2
•kringlooppapier met een gewicht van minder dan 60 g/m
•meervoudige formulieren en documenten.
;
Papier kiezen
Als u het afdrukmateriaal op de juiste wijze laadt, is er minder kans dat het vastloopt en kunt u
zonder problemen afdrukken.
U voorkomt als volgt papierstoringen en een slechte afdrukkwaliteit:
•Gebruik altijd nieuw, onbeschadigd papier.
•Voordat u papier laadt, moet u weten wat de geschiktste afdrukzijde is. Dit staat meestal op
de verpakking vermeld.
•Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of geknipt.
•Gebruik nooit afdrukmedia van verschillend formaat, gewicht of soort in dezelfde papierbron.
Dit leidt tot storingen in de doorvoer van afdrukmedia.
•Gebruik geen coated papier.
•Vergeet niet om de instelling voor Papierformaat te wijzigen als u een bron gebruikt die geen
automatische formaatdetectie ondersteunt.
•Verwijder laden niet tijdens het uitvoeren van een afdruktaak of wanneer het bericht
wordt weergegeven op de display van het bedieningspaneel.
•Zorg ervoor dat Papiersoort, Papierstructuur en P apiergewicht goed zijn ingesteld. (Zie Menu
Papier voor gedetailleerde informatie over deze instellingen.)
•Controleer of het papier goed in de lade is geplaatst.
Bezig
29
Richtlijnen voor afdrukmedia
•Buig het papier een aantal malen heen en weer. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een
platte ondergrond een rechte stapel.
Voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier kiezen
Houd u aan de vol gende ri chtli jnen als u voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier selecteert
voor de printer.
•Het beste resultaat bereikt u met papier waarvan de vezels in de lengterichting lopen.
•Gebruik alleen formulieren en briefhoofdpapier die zijn gelithografeerd of gegraveer d.
•Kies papier dat inkt absorbeert, maar waarop inkt niet uitloopt.
•Gebruik geen papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak.
Gebruik papier dat is bedrukt met hittebestendige inkt en dat geschikt is voor xerografische
kopieerapparaten. De inkt moet bestand zijn tegen temperaturen van 225°C zonder te smelten of
gev aarlijke stoffen af te geven. Gebruik inkt die niet wordt aangetast door de hars in de toner of de
siliconen in het verhittingsstation. Inktsoorten op basis van olie zouden aan deze vereisten moeten
voldoen. Latex-inkt zou echter probl emen k unnen opleveren. Neem in geval van twijfel contact op
met uw papierleverancier.
Voorbedrukt papier, zoals briefhoofdpapier, moet bestand zijn tegen temperaturen tot 225º C zonder
te smelten of gevaarlijke stoffen af te geven.
30
Richtlijnen voor afdrukmedia
Afdrukken op briefhoofdpapier
Informeer bij de fabrikant of lev er ancier of het v oorbedrukte briefhoofdpapier geschikt is voor gebruik
in laserprinters.
De stand van de pagina is belangrijk bij afdrukken op briefhoofdpapier. Gebruik de volgende tabel
als hulp bij het laden van briefhoofdpapier in de bronnen van de afdrukmedia.
Bron afdrukmedia of
proces
Lade 1
(standaardlade)
Lade 2
(optionele lader voor
250 of 500 vel)
Optionele lader voor
2000 vel
Dubbelzijdig afdrukken
vanuit lade 1 of lade 2
Universeellader
(inclusief laden van
afzonderlijke vellen)
Dubbelzijdig afdrukken
vanuit de
universeellader
Bovenkant van pagina
Afdrukzijde StaandLiggend
Met de
bedrukte
zijde
omlaag
Met de
bedrukte
zijde
omlaag
Met de
bedrukte
zijde
omhoog
Met de
bedrukte
zijde
omhoog
Met de
bedrukte
zijde
omlaag
Voorkant van ladeLinkerzijde van
lade
Voorkant van de laderNiet van
toepassing
Logo aan de achterkant van de ladeNiet van
toepassing
Logo gaat het eerst in de printerLinkerzijde van
lade
Logo gaat het laatst in de printerNiet van
toepassing
Geperforeerd papier kiezen
Geperforeerd papier kan per fabrikant verschillen in het aantal perforaties, de plaats van de
perforaties en de toegepaste f abricagetechnieken.
Houd u aan de volgende richtlijnen wanneer u geperforeerd papier kiest en gebruikt:
•Probeer geperforeerd papier van verschillende fabrikanten uit voordat u een grote bestelling
plaatst.
•De perforatie moet door de papierfabrikant in het papier zijn gedrukt. Papier waarvan de
perforatie is geboord, is ongeschikt. Geboord perforatiepapier kan bij invoer in de printer aan
elkaar vast blijven zitten en zo vastlopen.
•Papier met een gedrukte perforatie kan meer papierstof bevatten dan normaal papier. Als u
geperforeerd papier gebruikt, moet u de printer vaker schoonmak en. Bovendien is de kans op
papierstoringen groter dan bij normaal papier.
•De richtlijnen voor papiergewicht zijn voor normaal en geperforeerd papier identiek.
31
Richtlijnen voor afdrukmedia
Transparanten
Transparanten kunt u inv oeren vanuit de standaardlade (de lade voor 250 vel voor de T630 of de
lade voor 500 vel voor de T632), optionele laden v oor 250 of 500 v el, of de unive rseellader. Maak
altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden transparanten aanschaft.
Let bij het afdrukken op transparanten op het volgende:
•Stel de papiersoort in op transparanten in het printerstuurprogramma, in het hulpprogramma
voor het configureren van een lokale printer of vanuit MarkVision™. Op die manier voorkomt
u schade aan de printer.
•Gebruik transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. Transparanten moeten
temperaturen kunnen weerstaan van 2 05ºC zonder te smelten, te ve rkleuren, om te krullen of
gevaarlijke stoffen af te geven.
•Zorg ervoor dat er geen vingerafdrukken op de transparanten komen. Dit kan namelijk een
slechte afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
•Waaier de stapel uit voordat u de transparanten laadt zodat deze niet aan elkaar blijven
plakken.
Transparanten kiezen
U kunt rechtstreeks afdrukken op transparanten die speciaal zijn ontworpen voor laserprinters. De
afdrukkwaliteit en de duurzaamheid zijn afhankelijk van het soort transparant dat wordt gebruikt.
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken op de transparanten die u van plan bent te gaan gebruiken,
voordat u er een grote hoeveelheid van aanschaft.
Stel Papiersoort in op Transparanten om papierstoringen te voorkomen. (Zie Papiersoort voor
nadere informatie over deze instelling.) Tijdens het afdrukken verhit de printer de transparanten tot
205°C. Raadpleeg de fa brikant of de verkoper van de transparanten als u niet weet of uw
transparanten bestand zijn tegen deze temperatuur. Gebruik alleen transparanten die dergelijke
temperaturen kunnen verdragen zonder dat ze smelten, verkleuren, besmeurd raken of gevaarlijke
stoffen afgeven. Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer infor matie. Deze gids is
beschikbaar op de website van Lexm ark: www .lexmark.com.
Transparanten kunnen automatisch wor den inge voerd via de universeellader en alle standaardladen
en optionele laden, behalve via de l ader voor 2000 vel. Dit geldt voor alle printermodellen. Zie
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties voor informatie over transparanten en optionele
uitvoerladen.
Wees voor zichtig als u met transparanten werkt. Vingerafdrukken op het oppervlak van een
transparant leiden tot een slechte afdrukkwaliteit.
32
Richtlijnen voor afdrukmedia
Enveloppen
U kunt maximaal 10 enveloppen laden in de universeellader en 85 enveloppen in de
enveloppenlader. Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u gr ote hoeveelheden enveloppen
aanschaft. Raadpleed Universeellader gebruiken en vullenen Optionele enveloppenlader
gebruiken en vullenvoor meer informatie over het laden van enveloppen.
U drukt als volgt af op enveloppen:
•U bereikt de beste resultaten als u enveloppen van goede kwaliteit gebruikt die speciaal zijn
ontworpen voor laserprinters.
•Stel de papierbron in het menu Papier in op U-lader, En v (hand) of En v-lader al naar gelang
de gebruikte bron, stel de papiersoort in op Envelop en selecteer het juiste envelopformaat
met het bedieningspaneel, in het printerstuurprogramma, in het hulpprogramma voor het
configureren van een lokale printer of MarkVision.
•Het beste resultaat bereikt u met enveloppen die zijn gemaakt van papier met een gewicht
van 75 g/m
de enveloppenlader 105 g/m
katoengehalte van 100% mogen niet zwaarder zijn dan 90 g/m
•Gebruik alleen nieuwe, onbeschadigde enveloppen.
•Voor de beste prestaties en een minimumaantal papierstoringen wordt u aangeraden geen
enveloppen te gebruiken die:
–gemakkelijk krullen;
–aan elkaar kleven of beschadigd zijn;
–vensters, gaten, perfor aties, uitsnijdingen of reliëf bevatten;
–metalen klemmetjes, strikken of vouwklemmetjes bevatten;
–zijn samengevouwen;
–zijn voorzien van postzegels;
–een (gedeeltelijk) onbedekte plakstrook hebben als de klepzijde is gesloten of is
dichtgeplakt;
–inkepingen of gebogen hoeken hebben;
–een ruwe, geplooide of gelaagde afwerking hebben.
•Gebruik alleen enveloppen die bij blootstelling aan temperaturen van 205º C niet sluiten,
omkrullen, kreuken of gevaarlijke stoffen afscheiden. Raadpleeg de lev erancier van de
enveloppen als u niet zek e r wee t of dez e geschikt zijn.
•Stel de breedtegeleider in op de breedte van de enveloppen.
•Laad enveloppen met de klepzijde omlaag en met de korte zijde bij het retouradres zo
geplaatst dat die als eerste in de universeellader wordt gev oerd. Raadpleeg Univer seellader
gebruiken en vullen voor meer informatie over het laden van en veloppen. Zie ook
Optionele enveloppenlader gebruiken en vullen voor meer informatie over het laden van
enveloppen in deze optie.
•Plaats nooit enveloppen van een verschillend formaat tegelijk in de enveloppenlader.
•Het is mogelijk dat de hoge temperatuur tijdens het afdrukken in combinatie met een hoge
vochtigheid (meer dan 60%) ertoe leiden dat de enveloppen worden dichtgeplakt.
2
. Het maximumgewicht van en v eloppen is z o wel voor de universeellader als voor
2
, mits het katoengehalte lager is dan 25%. Env eloppen met een
2
.
33
Richtlijnen voor afdrukmedia
Etiketten
De printer kan afdrukken op een groot aantal etik etten die zijn ontworpen voor gebruik met
laserprinters. Deze etiketten worden geleverd in vellen met het formaat Letter, A4 of Legal. De lijm,
de voorzijde (bedrukbaar materiaal) en de coatings moeten bestand zijn tegen temperaturen van
205°C en een druk van 25 psi.
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden etiketten aanschaft.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor meer informatie over het afdrukken op etiketten. U
vindt deze publicatie op de Lexmark website: www.lexmark .com/ publications.
U drukt als volgt af op etiketten:
•Stel het menu-item Papiersoort in het menu Papier in op Etiketten. Stel de papiersoort in op
etiketten met het bedieningspaneel van de printer, in het printerstuurprogramma, in het
hulpprogramma voor het configureren van een lokale printer of met MarkVision.
•U kunt vinyletiketten inv oeren vanuit de standaardladen van 250 of 500 vel of de optionele
laders van 250 of 500 vel. Voor vinyletiketten stelt u de papiersoort in op etiketten, de
etikettenstructuur op glad en het etikettengewicht op zwaar.
•Plaats nooit etiketten samen met papier of transparanten in dezelfde invoerbron. Een
combinatie van verschillende afdrukmedia kan tot invoerproblemen leiden.
•Gebruik geen etikettenvellen met glad rugmateriaal.
•Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etik et.
•Laad geen etikettenvellen waarop een aantal etiketten ontbreekt. Dit kan ertoe leiden dat
etiketten losraken tijdens het afdrukken, waardoor de ve llen kunnen vastlopen en de kleefstof
de printer en de cartridge kan vervuilen. Hierdoor kan de garantie voor de printer en de
cartridge ongeldig worden.
•Gebruik alleen etiketten die bij blootstelling aan temperaturen van 205ºC niet omkrullen,
kreuken of gevaarlijke stoffen afscheiden.
•Druk niet af binnen 1 mm vanaf de rand van het etiket, vanaf de perforaties of tussen de
snijranden van de etiketten.
•Gebruik geen etikettenvellen die lijm be v atten aan de rand v an de v ellen. Gebruik bij voorkeur
vellen waarop de lijm gericht is aangebracht op mi nstens 1 m m vanaf de randen. De lijm kan
in uw printer terecht komen hetgeen gevolgen kan hebben voor de garantie op de printer.
•Als gericht aangebrachte lijm niet mogelijk is, moet u een strook van 3 mm verwijderen van
de voorste (bovens te) rand en moet u lijm gebruiken die niet lekt.
•Verwijder een strook van 3 mm van de voorste strip vanaf de voorrand om te voorkomen dat
etiketten loslaten in de printer.
•Druk bij voorkeur af in de afdrukstand Staand, voor al bij het afdrukken v a n streepjescodes.
34
Richtlijnen voor afdrukmedia
•Gebruik geen etiketten waarvan de lijm aan de oppervlakte ligt.
Opmerking: Etiketten behoren tot de moeilijkste afdrukmedia voor laserprinters. Voor alle
modellen van de printer hebt u een speciale reiniger nodig voor het
verhittingsstation waarmee etiketten worden afgedrukt om invoerproblemen te
voorkomen. Zie Bestelinformatie voor informatie over het aanschaffen van zo’n
speciale verhittingsstationreiniger .
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor gedetailleerde informatie over soorten etiketten, hun
eigenschappen en hoe u afdrukt op etiketten. Deze gids is beschikbaar op de Lexmark website:
www.lexmark.com
Karton
Karton bestaat uit één laag en heeft een groot aantal eigenschappen. De vochtigheidsgraad, dikte
en structuur kunnen grote invloed hebben op de afdrukkwaliteit. Zie Afdrukmedia - papierbronnen
en specificaties voor informatie over de geschiktste combinatie van gewicht en vezelrichting voor
afdrukmedia.
Maak altijd eerst enkele proefafdrukken voordat u grote hoeveelheden kart on aanschaft.
Zie Soort en gewicht van afdrukmedia voor meer informatie over het aanbe volen gewicht van
afdrukmedia.
U drukt als volgt af op karton:
•Stel het menu-item Papiersoort in het menu Papier in op Karton met het bedieningspaneel, in
het printerstuurprogramma, in het hulpprogramma voor de configuratie van de lokale printer
of in MarkVision.
•Houd er rekening mee dat v oorbedrukte gedeelten, perforaties en kreuken de afdrukkwaliteit
negatief kunnen beïnvloeden en problemen kunnen veroorzaken bij de verwerking of de
doorvoer van het afdrukmedia.
•Gebruik geen karton dat bij verhitting gevaa rlijke stoff en afgeeft.
•Gebruik geen voorbedrukt karton waarbij chemische stoffen zijn gebruikt die de printer
kunnen beschadigen Voorbedrukt materiaal kan tot gevolg hebben dat halfvloeibare en
vluchtige stoffen in de printer terecht komen.
•U kunt het beste karton met een korte vezel gebruiken.
35
Afdrukmedia bewaren
Afdrukmedia bewaren
Gebruik de volgende richtlijnen voor de juiste opslag van afdrukmedia. Hiermee voorkomt u
problemen met de doorvoer van afdrukmedia en een onregelmatige afdrukkwaliteit.
•U kunt afdrukmedia het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van rond de
21°C en een relatieve vochtigheid van 40%.
•Plaats dozen met afdrukmedia liever niet direct op de vloer, maar op pallets of op planken
aan de muur.
•Als u losse pakken afdrukmedia niet in de oorspronkelijk e doos be w aart, legt u de pakken op
een vlakke ondergrond, zodat de randen niet omkrullen of kreuken.
•Plaats niets boven op de pakken afdrukmedia.
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
De volgende tabellen bevatten informatie over standaardinvoerbronnen, optionele invoerbronnen en
optionele uitvoerladen voor het printermodel dat u hebt aangeschaft. Daarbij wordt aangegeven
welke formaten van afdrukmedia u kunt selecteren in het menu Papierformaat en welke gewichten
worden ondersteund.
Opmerking: Als u een formaat afdrukmedia gebruikt dat niet wordt vermeld, selecteert u een
groter formaat dat het dichtst in de buurt komt.
Raadpleeg de Card Stock & Label Guide voor informatie over karton en etiketten.
VOORZICHTIG: als uw printersystemen aan de vloer is bev estigd, hebt u e xtra meubilair nod ig. Als
u een lader voor 2000 vel, een duplexeenheid en een of meerdere invoeropties
gebruikt, moet u een printermeubel of een printerbasis gebruiken. Hebt u een
multifunctionele printer (MFP) waarmee u kunt scannen, kopiëren en faxen, dan
hebt u mogelijk extra meubilair nodig. Raadpleeg www.lexmark.com/
multifunctionprinters voor meer informatie.
36
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Formaten en ondersteuning van afdrukmedia
Legenda
✓
- geeft
ondersteuning
aan
Formaat
afdrukmedia
A4
A5
UAT-lade Universally
Adjustable Tray
Afmetingen
210 x 297 mm
(8,27 x 11,7 inch)
148 x 210 mm
(5,83 x 8,27 inch)
T630Invoerlade voo r 250 vel
T632Invoerlade voo r 500 vel
Lader voor 250 vel (optie)
250-UAT-lade (optie)
Lader voor 500 vel (optie)
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓Zie de tabel
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓
400-UAT-lade (optie)
Universeellader
Lader voor 2000 vel (optie)
Enveloppenlader (optie)
Duplexeenheid (optie)
Standaarduitvoerlade
Optionele uitvoerlader
mailbox met 5 laden (optie)
Hoge-capaciteits-
uitvoerlader (optie)
Finisher
uitvoerondersteuning
Finisher (optie)
JIS B5
Letter
Legal
Executive
1
Folio
Statement
1
Dit formaat wordt alleen weergegeven in het menu Papierformaat als de optie voor formaatdetectie is
uitgeschakeld. Zie
2
Met deze formaatinstelling wordt de pagina ingedeeld op basis van de afmetingen 215,9 x 355,6 mm,
tenzij een ander formaat wordt opgegeven in de toepassing.
182 x 257 mm
(7,17 x 10,1 inch)
215,9 x 279,4 mm
(8,5 x 11 inch)
215,9 x 355,6 mm
(8,5 x 14 inch)
184,2 x 266,7 mm
(7,25 x 10,5 inch)
216 x 330 mm
(8,5 x 13 inch)
1
139,7 x 215,9 mm
(5,5 x 8,5 inch)
Papierformaten Folio en Statement afdrukken
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓✓✓✓
voor meer informatie.
37
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Formaten en ondersteuning van afdrukmedia (vervolg)
Legenda
✓
- geeft
ondersteuning
aan
Formaat
afdrukmedia
Universal
2
UAT-lade Universally
Adjustable Tray
Afmetingen
139,7 x 210 mm
tot 215,9 x 355,6
mm
(5,5 x 8,27 inch tot
8,5 x 14 inch)
T630Invoerlade voor 250 vel
T632Invoerlade voor 500 vel
Lader voor 250 vel (optie)
250-UAT-lade (optie)
Lader voor 500 vel (optie)
400-UAT-lade (optie)
Universeellader
Lader voor 2000 vel (optie)
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓Zie de tabel
Enveloppenlader (optie)
Duplexeenheid (optie)
Standaarduitvoerlade
Optionele uitvoerlader
mailbox met 5 laden (optie)
Hoge-capaciteits-
uitvoerlader (optie)
Finisher
uitvoeronder
steuning
Finisher (optie)
69,85 x 127 mm
tot 215,9 x 355,6
mm
(2,75 x 5 inch tot
8,5 x 14 inch)
69,85 x 127 mm
tot 229 x 355,6
mm
(2,75 x 5 inch tot
9,01 x 14 inch)
148 x 182 mm tot
215,9 x 355,6 mm
(5,83 x 7,17 inch
tot 8,5 x 14 inch)
7 ¾-envelop
9-envelop
10-envelop
DL-envelop
1
Dit formaat wordt alleen weergegeven in het menu Papierformaat als de optie voor formaatdetectie is
uitgeschakeld. Zie
2
Met deze formaatinstelling wordt de pagina ingedeeld op basis van de afmetingen 215,9 x 355,6 mm,
tenzij een ander formaat wordt opgegeven in de toepassing.
98,4 x 190,5 mm
(3,875 x 7, 5 inch)
98,4 x 225,4 mm
(3,875 x 8, 9 inch)
104,8 x 241,3 mm
(4,12 x 9,5 inch)
110 x 220 mm
(4,33 x 8,66 inch)
Papierformaten Folio en Statement afdrukken
✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓
✓✓✓✓
✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓
voor meer informatie.
38
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Formaten en ondersteuning van afdrukmedia (vervolg)
Legenda
✓
- geeft
ondersteuning
aan
Formaat
afdrukmedia
C5-envelop
B5-envelop
UAT-lade Universally
Adjustable Tray
Afmetingen
162 x 229 mm
(6,38 x 9,01 inch)
176 x 250 mm
(6,93 x 8,84 inch)
T630Invoerlade voor 250 vel
T632Invoerlade voor 500 vel
Lader voor 250 vel (optie)
250-UAT-lade (optie)
Lader voor 500 vel (optie)
400-UAT-lade (optie)
Universeellader
Lader voor 2000 vel (optie)
✓✓✓✓✓Zie de tabel
✓✓✓✓✓
Enveloppenlader (optie)
Duplexeenheid (optie)
Standaarduitvoerlade
Optionele uitvoerlader
mailbox met 5 laden (optie)
Hoge-capaciteits-
uitvoerlader (optie)
Finisher
uitvoeronder
steuning
Finisher (optie)
.
Andere
envelop
1
Dit formaat wordt alleen weergegeven in het menu Papierformaat als de optie voor formaatdetectie is
uitgeschakeld. Zie
2
Met deze formaatinstelling wordt de pagina ingedeeld op basis van de afmetingen 215,9 x 355,6 mm,
tenzij een ander formaat wordt opgegeven in de toepassing.
1
98,4 x 162 mm
tot 176 x 250 mm
(3,87 x 6,38 inch
tot 6,93 x 9,84
inch)
98,4 x 162 mm
tot 229 x 342 mm
(3,87 x 6,38 inch
tot 9,01 x 12,76
inch)
Papierformaten Folio en Statement afdrukken
✓✓✓✓✓
✓✓✓✓✓
voor meer informatie.
39
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Ondersteunde afdrukmedia voor modellen, invoerbronnen, uitvoerladen en finisher
Finisher
Afdrukmedia
Papier
Karton
Transparanten
Vinyletiketten
Papieren etiketten
Polyesteretiketten*
Dual web-etiketten en
geïntegreerde
etiketten
*
Voor het afdrukken van etiketten op de printer is een speciale reiniger voor het verhittingsstation
vereist waardoor dubbelzijdig afdrukken niet mogelijk is. De reiniger wordt geleverd met een
speciale cartridge voor het afdrukken van etiketten. Zie
over het aanschaffen van zo’n speciale verhittingsstationreiniger.
Xerografisch
papier of
papier voor
zakelijk gebruik
Karton - maximum
(vezel in
lengterichting)
1
Index Bristol163 g/m
Tag163 g/m
Cover176 g/m
1
Vezels in de breedterichting genieten de voorkeur voor papier dat zwaarder is dan 135 g/m2.
2
Voor het afdrukken van etiketten op de printer is een speciale reiniger voor het verhittingsstation
lader voor 500 vel
60 tot 135 g/m 2
vezel in
lengterichting
2
2
2
vereist, waardoor dubbelzijdig afdrukken niet mogelijk is. Zie
Universeellader en
optionele
lader voor 250 vel
60 tot 135 g/m 2
vezel in
lengterichting
120 g/m
120 g/m
135 g/m
Bestelinformatie
2
2
2
voor meer
Enveloppenla
der
Niet
aanbevolen.
informatie over het aanschaffen van zo’n speciale reiniger.
3
Enveloppen van 105 g/m2 mogen slechts voor 25% uit katoen bestaan.
4
Alleen enveloppen die zijn ingevoerd vanuit de universeellader.
5
Als u wilt weten of uw converter voor vinyletiketten voldoet aan de criteria van Lexmark, bezoek dan
de Lexmark website (www.lexmark.com) en zoek naar "converter list". U kunt ook gebruikmaken
van LEXFAX™, het geautomatiseerde faxsysteem van Lexmark (LEXFAX
SM
).
41
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Soort en gewicht van afdrukmedia (vervolg)
Gewicht van afdrukmedia
AfdrukmediaSoort
Karton - maximum
(vezel in
breedterichting)
Index Bristol199 g/m
1
Tag
Cover216 g/m
Transparanten
Etiketten maximum
2
Laserprinter
Papier180 g/m
Dual webpapier
Polyester
Vinyl
Geïntegreerde
formulieren
Drukgevoelig
gebied
(moet het ee rst
in de printer
worden
ingevoerd)
Papierbasis
(vezel in
lengterichting)
Enveloppen
Voor 100% katoen is
het maximumgewicht
Sulfiet, houtvrij
of maximaal
100% katoen
90 g/m2
Geïntegreerde
lade en optionele
lader voor 500 vel
2
203 g/m
2
2
138 tot 146 g/m
2
Universeellader en
optionele
lader voor 250 vel
163 g/m
163 g/m
176 g/m
2
138 tot 146 g/m
2
2
2
163 g/m
2
Enveloppenla
der
Niet
aanbevolen.
2
180 g/m
2
163 g/m
2
220 g/m
2
5
300 g/m
2
220 g/m
260 g/m
140 tot 135 g/m2140 tot 135 g/m
75 tot 135 g/m
2
75 tot 135 g/m
2
2
2
2
Niet aanbevolen.60 tot 105 g/m
3, 4
2
60 tot 105 g/m
3
2
1
Vezels in de breedterichting genieten de voorkeur voor papier dat zwaarder is dan 135 g/m2.
2
Voor het afdrukken van etiketten op de printer is een speciale reiniger voor het verhittingsstation
vereist, waardoor dubbelzijdig afdrukken niet mogelijk is. Zie
Bestelinformatie
voor meer
informatie over het aanschaffen van zo’n speciale reiniger.
3
Enveloppen van 105 g/m2 mogen slechts voor 25% uit katoen bestaan.
4
Alleen enveloppen die zijn ingevoerd vanuit de universeellader.
5
Als u wilt weten of uw converter voor vinyletiketten voldoet aan de criteria van Lexmark, bezoek dan
de Lexmark website (www.lexmark.com) en zoek naar "converter list". U kunt ook gebruikmaken
van LEXFAX™, het geautomatiseerde faxsysteem van Lexmark (LEXFAX
SM
).
42
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Ondersteunde gewichten van afdrukmedia voor optionele uitvoerladen
Gewicht afdrukmedia—optionele uitvoerladen
Hogecapaciteitsuitv
oerlader
2
60 tot 176 g/m2 Zie de tabel
163 g/m2
163 g/m
2
AfdrukmediaSoort
Papier
(vezel in
lengterichting)
Xerografisch
papier of
papier voor
zakelijk
gebruik
Karton –
Index BristolNiet
maximum
(vezel in
lengterichting)
Tag163 g/m
mailbox met 5
laden
60 tot 90 g/m
2
aanbevolen.
Optionele
uitvoerlader
60 tot 176 g/m
163 g/m
2
2
Finisher
Finisher mediagewicht
.
Karton –
maximum
(vezel in
breedterichting)
Transparanten
Etiketten maximum
Geïntegreerde
formulieren
Enveloppen
Cover176 g/m
Index Bristol199 g/m
Tag203 g/m
Cover216 g/m
2
2
2
2
Laserprinter138 tot 146 g/m
Papier180 g/m
Dual web-
180 g/m
2
2
papier
Polyester220 g/m
Vinyl300 g/m
Het
140 tot 175 g/m
2
2
drukgevoelige
gebied moet
het eerst in de
printer worden
ingevoerd.
Papierbasis
75 tot 135 g/m
(vezel in
lengterichting)
Sulfiet,
60 tot 105 g/m
houtvrij of
maximaal
100% katoen
176 g/m
199 g/m
203 g/m
216 g/m
2
138 tot 146 g/m
180 g/m
180 g/m
220 g/m
300 g/m
2
140 tot 175 g/m
2
75 tot 135 g/m
2
60 tot 105 g/m2Niet
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
aanbevolen
43
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Uitvoerondersteuning voor de optionele finisher
Finisher uitvoerondersteuning
FormaatStandaard
Afmetingen
1
VerschovenGeniet
A4
A5
JIS B5
Letter
Legal
Executive
2
Folio
Statement
2
7 ¾-envelop
9-envelop
10-envelop
210 x 297 mm
(8,27 x 11,7 inch)
148 x 210 mm
(5,83 x 8,27 inch)
182 x 257 mm
(7,17 x 10,1 inch)
215,9 x 279,4 mm
(8,5 x 11 inch)
215,9 x 355,6 mm
(8,5 x 14 inch)
184,2 x 266,7 mm
(7,25 x 10,5 inch)
216 x 330 mm
(8,5 x 13 inch)
139,7 x 215,9 mm
(5,5 x 8,5 inch)
98,4 x 190,5 mm
(3,875 x 7,5 inch)
98,4 x 225,4 mm
(3,875 x 8,9 inch)
104,8 x 241,3 mm
(4,12 x 9,5 inch)
✓✓ ✓
✓
✓✓ ✓
✓✓ ✓
✓
✓✓ ✓
DL-envelop
110 x 220 mm
(4,33 x 8,66 inch)
C5-envelop
162 x 229 mm
✓
(6,38 x 9,01 inch)
B5-envelop
176 x 250 mm
✓
(6,93 x 9,84 inch)
1
Papier wordt naar de finisherlade geleid zonder te worden geniet of verschoven.
2
Dit formaat wordt alleen weergegeven in het menu Papierformaat als de optie voor formaatdetectie
is uitgeschakeld. Raadpleeg
Papierformaten Folio en Statement afdrukken
voor meer
informatie.
44
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Uitvoerondersteuning voor de optionele finisher (vervolg)
Finisher uitvoerondersteuning
FormaatStandaard
Afmetingen
1
VerschovenGeniet
Overige
enveloppen
98,4 x 162 mm
tot 176 x 250 mm
(3,87 x 6,38 inch
tot
6,93 x 9,84 inch)
98,4 x 162 mm
✓
tot 229 x 342 mm
(3,87 x 6,38 inch
tot
9,01 x 12,76 inch)
1
Papier wordt naar de finisherlade geleid zonder te worden geniet of verschoven.
2
Dit formaat wordt alleen weergegeven in het menu Papierformaat als de optie voor formaatdetectie
is uitgeschakeld. Raadpleeg
Papierformaten Folio en Statement afdrukken
voor meer
informatie.
Ondersteunde gewichten voor de finisher
Finisher - mediagewicht
AfdrukmediaSoort
Papier
Xerografisch
Standaard
60 tot 176 g/m
papier of papier
voor zakelijk
gebruik
*
Papier wordt naar de finisherlade geleid zonder te worden geniet of verschoven.
*
VerschovenGeniet
2
60 tot 90 g/m
2
60 tot 90 g/m
2
45
Afdrukmedia - papierbronnen en specificaties
Ondersteunde gewichten voor de finisher (vervolg)
Finisher - mediagewicht
AfdrukmediaSoort
Karton –
Index Bristol
maximum (vezel
in
lengterichting)
Tag
Standaard
163 g/m
163 g/m
*
2
2
VerschovenGeniet
163 g/m
163 g/m
2
2
Niet aanbevolen
Karton –
Cover176
Index Bristol
199 g/m
g/m
2
2
176
199 g/m
g/m
2
2
maximum (vezel
in
breedterichting)
Transparanten
Etiketten-
Tag203 g/m
Cover
216 g/m
Laserprinter138 tot 146 g/m
Papier180 g/m
2
2
2
203 g/m
216 g/m
2
138 tot 146 g/m
Niet aanbevolen
2
2
2
bovengrens
2
2
2
2
2
Geïntegreerde
formulieren
Dual web-papier180 g/m
Polyester220 g/m
Vinyl300 g/m
Drukgevoelig
140 tot 175 g/m
gebied
Papierbasis (vezel
75 tot 135 g/m
in lengterichting)
Enveloppen
Sulfiet, houtvrij of
60 tot 105 g/m
2
maximaal 100%
katoen
*
Papier wordt naar de finisherlade geleid zonder te worden geniet of verschoven.
46
Afdrukmedia laden
Afdrukmedia laden
In dit gedeelte vindt u informatie over het laden van div e rse inv oeropties. Als u de afdrukmedia op de
juiste wijze laadt, is er minder kans dat het vastloopt en kunt u zonder problemen afdrukken.
Voordat u afdrukmedia laadt, moet u weten wat de geschiktste afdrukzijde van het mat eriaal is. Dit
staat meestal op de verpakking vermeld.
Klik op de volgende onderwerpen voor informatie over het laden of vullen ervan.
•Afdrukmedia laden in standaardladen en optionele laden
•Afdrukmedia laden in optionele UAT-laden
•Universeellader vullen
•Optionele enveloppenlader gebruiken en vullen
•Optionele lader voor 2000 vel gebruiken en vullen
Afdrukmedia laden in standaardladen en optionele laden
De printer beschikt over twee standaardinv oerbronnen: de lade voor 250 v el voo r de T630 of de lade
voor 500 vel voor de T632, en de universeellader. Laad het afdrukmedium dat u doorgaans gebruikt
voor afdruktaken in de standaardlade. Als afdrukmedia op de juiste wijze worden geladen, is het
risico op vastlopen kleiner en kunt u zonder problemen afdrukken.
Verwijder invoerladen niet als er op dat moment een afdruktaak wordt verwerkt of als het lampje
Gereed/Data op het bedieningspaneel knippert. Dit zou een papierstoring kunnen ver oorzaken.
47
Afdrukmedia laden in standaardladen en optionele laden
U plaatst als volgt afdrukmedia in de standaardladen of optionele laden.
Trek de lade uit de printer. Neem de lade geheel uit.
1
Druk het nokje van de breedtegeleider en de zijkant van de geleider in zoals is afgebeeld.
2
Schuif de breedtegeleider helemaal naar de rechterkant van de lade.
48
Afdrukmedia laden in standaardladen en optionele laden
Druk de hendel van de lengtegeleider in en schuif de geleider naar de juiste positie voor het
3
formaat afdrukmedia dat u wilt laden. Let op de formaatindicatoren aan de linkerkant van de
lade.
Formaatindicatoren
LG
L
A
4
L
T
R
EXEC
B5
A5
Buig de vellen enkele malen om de vellen los te maken. Waaier ze vervolgens uit. Vouw of
4
kreukel de afdrukmedia niet. Maak op een pl att e ondergrond een rechte stapel.
49
Afdrukmedia laden in standaardladen en optionele laden
Plaats de afdrukmedia in de lade. Doe dit met de bedrukte zijde omlaag als u enkelzijdig wilt
5
afdrukken en met de bedrukte zijde omhoog als u dubbelzijdig wilt afdrukken. De stapel
afdrukmedia mag niet boven de stapelhoogte-indicator uitkomen. Bij een te v olle lade kunnen
vellen afdrukmedia vastlopen.
Druk het nokje van de breedtegeleider en de zijkant van de geleider in. Schuif de
6
breedtegeleider naar links totdat deze licht tegen de zijkant van de stapel rust.
Stapelhoogte-indicator
50
Afdrukmedia laden in opti onele UAT-laden
Bij optionele laden kunt u de knop instellen zodat het formaat van de geladen afdrukmedia
7
wordt weergegeven.
Opmerking: Deze instelling dient alleen als visueel geheugensteuntje en heeft geen effect op
de werking van de printer.
Plaats de lade weer in de printer.
8
Afdrukmedia lade n in optionele UAT-laden
Er zijn twee optionele UAT-laden (Universally Adjustable Tra y):
•UAT-lade voor 250 vel
•UAT-lade voor 400 vel
U kunt de UAT-lade voor 250 vel gebruiken in plaats v an de standaardlade voor de T630 of u kunt de
UAT-lade in een optionele lader voor 250 vel plaatsen. U kunt de UAT-lade voor 400 vel gebruiken in
plaats van de standaardlade voor de T632 of u kunt de UAT-lade in een optionele lader voor 500 vel
plaatsen.
Zie Formaten en ondersteuning van afdrukmedia voor meer informatie over de formaten en
gewichten voor afdrukmedia die de UAT-laden ondersteunen.
U vult de UAT-laden volgens de instructies die bij de optie worden geleverd.
51
Afdrukmedia laden in opti onele UAT-laden
Briefhoofdpapier laden
De manier waarop u briefhoofdpapier moet laden, hangt af van de opties die u hebt geïnstalleerd.
Geen finisher geïnstalleerd
Voor enkelzijdig afdrukken met briefhoofd, laadt u het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar
beneden (zie afbeelding).
Voor dubbelzijdig afdrukken met briefhoofd, laadt u het afdrukmateriaal met de voorbedrukte zijde
naar boven (zie afbeelding).
Opmerking: Met het menu-item Papier laden kunt u enkelzijdig afdrukken op papier met een
briefhoofd (of ander voorbedrukt materiaal) dat speciaal is geladen voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Papier laden voor meer informatie.
52
Afdrukmedia laden in opti onele UAT-laden
Wel een finisher geïnstalleerd
Voor enkelzijdig afdrukken met briefhoofd, laadt u het afdrukmateriaal met de voorbedrukte zijde
naar boven (zie afbeelding).
Voor dubbelzijdig afdrukken met briefhoofd, laadt u het afdrukmateriaal met de voorbedrukte zijde
naar boven (zie afbeelding).
Opmerking: Met het menu-item Papier laden kunt u enkelzijdig afdrukken op papier met een
briefhoofd (of andere voorbedrukte afdrukmedia) dat speciaal is geladen voor dubbelzijdig afdrukken. Raadpleeg Papier ladenvoor meer informatie.
53
Universeellader gebruiken en vullen
Universeellader gebruiken en vullen
De universeellader is geschikt voor afdrukmedia van div erse formaten en soorten, zoals
transparanten, briefkaarten, memokaarten en enveloppen. Deze lade is handig als u enkelzijdig wilt
afdrukken op briefhoofdpapier of gekleurd papier.
Houd rekening met de volgende hoeveelheden, afmetingen en aanwijzingen voor gebruik als u de
universeellader vult.
Capaciteit
De maximumstapelhoogte is 10 mm. De universeellader heeft een capaciteit van ongev eer:
2
•100 vellen papier van 75 g/m
•10 enveloppen
•75 transparanten
Afmetingen van afdrukmedia
De afmetingen van afdrukmedia in de universeellader moeten binnen de volgende grenzen liggen:
•Breedte—69,85 mm (2,75 in.) tot 229 mm (9,01 inch)
•Lengte—127 mm (5 in.) tot 355,6 mm (14 inch)
Probleemloos afdrukken
•Laad nooit afdrukmedia van verschillende formaten tegelijk in de universeellader.
•U bereikt de beste resultaten als u hoogwaardig afdrukmateriaal gebruikt dat speciaal is
ontworpen voor laserprinters. Raadpleeg Richtlijnen voor afdrukmedia voor meer
richtlijnen met betrekking tot afdrukmedia.
•Om te voorkomen dat afdrukmedia vastlopen, mag u geen afdrukmedia toevoegen of
verwijderen terwijl er nog media in de universeellader liggen of als de printer bezig is af te
drukken met de universeellader.
•Afdrukmedia moeten met de aanbevolen afdrukzijde naar boven in de universeellader
worden geladen en de bovenkant moet het eerst worden ingevoerd.
•Plaats geen voorwerpen op de universeellader. Oefen geen kracht uit op de universeellader.
•Verwijder een lade nooit tijdens de uitvoering van een afdruktaak met de universeellader of
als het bericht
een papierstoring kunnen veroorzaken.
Bezig
wordt weergegeven op de display van het bedieningspaneel. Dit zou
Opmerking: De universeellader kan worden gebruikt in combinatie met de optionele
enveloppenlader.
54
Universeellader gebruiken en vullen
De pictogrammen op de universeellader geven aan hoe u papier laadt in de universeellader, hoe u
een envelop moet draaien w aarop u wilt afdrukken en hoe u briefhoofdpapier moet laden als u
enkelzijdig of dubbelzijdig wilt afdrukken. Als u met de finisher dubbelzijdig wilt afdrukken op
briefhoofdpapier, moet u het papier op een bepaalde manier laden. Zie Briefhoofdpapier laden
voor nadere informatie ov er het laden v an briefhoofdpapier.
Enkelzijdig
met briefhoofd
Dubbelzijdig
met briefhoofd
Envelop
Opmerking: Met het menu-item Papier laden v an het menu P apier k unt u enk elzijdig afdrukken
op papier met een briefhoofd (of ander voorbedrukt materiaal) dat speciaal is geladen voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Papier laden voor meer informatie.
55
Universeellader gebruiken en vullen
Universeellader vullen
U vult als volgt de universeellader:
Druk de onderste ontgrendelingshendel in. De klep van de universeellader valt open.
1
56
Universeellader gebruiken en vullen
Kijk waar zich de metalen balk in de uitsparing op de universeellader bevindt. Trek de balk zo
2
ver uit dat er voldoende plaats is voor het afdrukmedium dat u gebruikt.
Schuif de breedtegeleider helemaal naar rechts.
3
57
Universeellader gebruiken en vullen
Afdrukmedia voorbereiden voor plaatsing.
4
•Buig het papier enkele malen of waaier de enveloppen uit. Vouw of kreuk het papier niet.
Maak op een platte ondergrond een rechte stapel.
•Houd transparanten bij de randen vast en raak de afdrukzijde niet aan. Waaier de stapel
transparanten uit om vastlopen te voorkomen. Zorg dat er geen krassen of
vingerafdrukken op de transparanten komen.
58
Universeellader gebruiken en vullen
Bepaal de hoogte van de stapel die u laadt aan de hand van de stapelhoogte-indicator.
5
Stapelhoogte-indicator
Laad slechts één soort afdrukmedium in de universeellader. Gebruik nooit meerdere soorten
6
tegelijk. Klik op een onderwerp voor laadinstructies:
–Paper en transparenten laden
–Enveloppen laden
–Briefhoofdpapier laden
59
Universeellader gebruiken en vullen
Paper en transparenten laden
aLaad papier of transparanten met de linkerrand van de stapel tegen de stapelhoogte-
indicator aangedrukt en met de aanbevolen afdrukzijde naar boven.
bGa door met stap 7 op pagina 65.
60
Universeellader gebruiken en vullen
Enveloppen laden
aLaad enveloppen met de klepzijde omlaag en met de ruimte voor de postzegel en de
klepzijde aan de linkerzijde. De kant van de envelop waar de postzegel moet worden
geplakt, moet als eerste in de universeellader worden ingevoerd.
Waarschuwing: Gebruik geen enveloppen met postzegels , klemmetjes, drukkers, vensters ,
bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van dez e env eloppen
kan de printer ernstig beschadigen. De postzegel op de afbeelding dient alleen om
de plaatsing van de envelop te verduidelijken.
Opmerking: Als enveloppen vastlopen tijdens het afdrukken, laad dan minder enveloppen.
bGa door met stap 7 op pagina 65.
Briefhoofdpapier laden
De wijze waarop briefhoofdpapier wordt geladen, is afhankelijk van de opties die op de printer zijn
geïnstalleerd. Klik op het onderwerp waarin de configatie van de printer wordt beschreven.
•
Geen duplexeenheid of finisher aangesl o te n
•
Wel een duplexeenheid, maar geen finisher aangesloten
•
Wel een finisher, maar geen duplexeenheid aangesloten
•
Zowel een duplexeenheid als een finisher aangesloten
61
Universeellader gebruiken en vullen
Geen duplexeenheid of finisher aangesloten
aAls u op briefhoofdpapier enkelzijdig wilt afdrukken, moet u het papier met het briefhoofd
naar boven laden (zie afbeelding).
bGa door met stap 7 op pagina 65.
62
Universeellader gebruiken en vullen
Wel een duplexeenheid, maar geen finisher aangesloten
aAls u op briefhoofdpapier dubbelzijdig wilt afdrukken, moet u het papier met het
briefhoofd naar beneden laden (zie afbeelding).
bGa door met stap 7 op pagina 65.
Opmerking: Met het menu-item Papier laden v an het menu P apier k unt u enk elzijdig afdrukken
op papier met een briefhoofd (of ander voorbedrukt materiaal) dat speciaal is
geladen voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Papier laden voor meer informatie.
63
Universeellader gebruiken en vullen
Wel een finisher, maar geen duplexeenheid aangesloten
aAls u op briefhoofdpapier enkelzijdig wilt afdrukken, moet u het papier met het briefhoofd
naar boven laden (zie afbeelding).
bGa door met stap 7 op pagina 65.
64
Universeellader gebruiken en vullen
Zowel een duplexeenheid als een finisher aangesloten
aAls u op briefhoofdpapier dubbelzijdig wilt afdrukken, moet u het papier met het
briefhoofd naar beneden laden (zie afbeelding).
bGa door met stap 7 op pagina 65.
Opmerking: Met het menu-item Papier laden v an het menu P apier k unt u enk elzijdig afdrukken
op papier met een briefhoofd (of ander voorbedrukt materiaal) dat speciaal is
geladen voor dubbelzijdig afdrukken. Zie Papier laden voor meer informatie.
Schuif de afdrukmedia voorzichtig zo ver mogelijk in de universeellader. Als u te veel kracht
7
uitoefent, kunnen de randen v an de afdrukmedia omkrullen.
65
Universeellader gebruiken en vullen
Schuif de breedtegeleider naar links tot deze lichtjes tegen de stapel afdrukmedia rust. Let op
8
dat de afdrukmedia niet buigen.
Selecteer voor het afdrukmedium de bron, het formaat en de soort in de toepassing die u
9
gebruikt, en selecteer het formaat en de soort met het bedieningspaneel van de printer.
aControleer of in het menu Papier de waarden voor formaat en soort voor de
universeellader (Formaat U-lader en Soort U-lader) correct zijn ingesteld voor het
afdrukmedium dat u laadt. (Zie Papierformaat en Papiersoort voor meer informatie ov er
deze instellingen.)
bDruk op Start [Go] om terug te keren naar de werkstand Gereed.
Opmerking: De instellingen in de software kunnen de instellingen op het bedieningspaneel
opheffen.
66
Universeellader gebruiken en vullen
Universeellader sluiten
Verwijder het afdrukmedium uit de universeellader.
1
Duw de metalen balk recht naar binnen om de universeellader in te klappen tot de kortste
2
stand.
Sluit de klep van de universeellader.
3
67
Optionele enveloppenlader gebruiken en vullen
Optionele enveloppenlader gebruiken en vullen
Zet de enveloppensteun voorzichtig in de juiste stand v oor het f ormaat van de en veloppen die
1
u wilt laden:
•geheel gesloten (naar binnen geduwd) voor kor te enveloppen;
•in de middelste stand uitgetrokken voor enveloppen met een gemiddelde lengte;
•geheel open (volledig uitgetrokken) voor lange enveloppen.
Waarschuwing: Plaats geen voorwerpen op de en veloppenlader . Oefen geen o verdre ven kracht uit.
Kantel het envelopgewicht en beweeg het weer terug naar de printer. Het gewicht b lijft nu op
2
zijn plaats.
68
Optionele enveloppenlader gebruiken en vullen
Schuif de breedtegeleider helemaal naar rechts.
3
Buig de stapel enveloppen enkele malen en maak v ervolgens op een platte ondergrond een
4
rechte stapel. Druk op de hoeken zodat deze plat zijn.
Waaier de en velop pen uit. Zo voorkomt u dat de ra nden van de en veloppen aan elkaar blijv en
zitten en zorgt u ervoor dat de enveloppen goed worden ingevoerd.
Opmerking: Als u enveloppen laadt, mag u de maximale stapelhoogte van 64,7 mm niet
overschrijden. U kunt maximaal 85 enveloppen in de en veloppenlader laden
(75 g/m
2
).
69
Optionele enveloppenlader gebruiken en vullen
Laad de stapel enveloppen met de klepzijde omlaag en met de ruimte voor de postzegel en
5
de klepzijde aan de linkerkant. De kant van de envelop waar de postz egel moet worden
geplakt, moet als eerste in de enveloppenlader worden ingevoerd. Schuif onderste
enveloppen iets v erder in de en veloppenlader dan de bovenste enveloppen van de stapel.
Waarschuwing: Gebruik geen enveloppen met postzegels , klemmetjes, drukkers, vensters ,
bedrukte binnenzijde of zelfklevende sluitingen. Het gebruik van dez e env eloppen
kan de printer ernstig beschadigen. Raadpleeg Enveloppen voor meer inf ormatie.
Opmerking: Probeer niet meer enveloppen te laden door deze onder het envelopgewicht te
duwen. Hierdoor lopen de enveloppen vast.
Schuif de breedtegeleider naar links totdat deze licht tegen de stapel drukt. De enveloppen
6
mogen niet krullen.
70
Optionele lader voor 2000 vel gebruiken en vullen
Laat het envelopgewicht op de stapel zakk en.
7
Selecteer de bron, het formaat en de soort van het afdrukmedium in de toepassing die u
8
gebruikt.
Selecteer het formaat en de soort enveloppen met het bedieningspaneel van de printer:
9
aControleer of in het menu Papier de formaatinstelling voor de enveloppenlader (Form.
env-lader) correct is voor het enveloppenformaat dat u laadt. (Zie Papierformaat voor
nadere informatie over deze instelling.)
bDruk op Start [Go] om terug te keren naar de werkstand Gereed.
Opmerking: De instellingen in de software kunnen de instellingen op het bedieningspaneel
opheffen.
Zie Papierstoringen verhelpen als enveloppen vastzitten.
Optionele lader voor 2000 vel gebruiken en vullen
De optionele lader voor 2000 vel is geschikt voor papier, etiketten en transparanten.
Als u het afdrukmedium op de juiste wijze laadt, is er minder kans dat het vastloopt en kunt u z onder
problemen afdrukken.
U voorkomt als volgt het vastlopen van afdrukmedia:
•De stapel afdrukmedia mag niet boven de stapelhoogte-indicator uitkomen. Zie pagina 73
als u de stapelhoogte-indicator niet ziet.
•Vouw of kreuk het papier niet.
•Leg de afdrukmedia achter in de lader.
71
Optionele lader voor 2000 vel gebruiken en vullen
•Meng geen afdrukmedia van verschillend formaat of gewicht in één bron.
•Zolang een taak wordt afgedrukt of er
mag u de laadklep niet openen en mag u geen afdrukmedia verwijderen.
Opmerking: Als u meer dan één pak papier laadt, is het aan te raden van elk pak het bove nste
en onderste vel te verwijderen.
V oordat u afdrukmedia in de lader laadt, moet u w eten wat de mees t geschikte afdrukzijde hiervan is.
Dit staat meestal op de verpakking vermeld. U laadt als volgt afdrukmedia:
Als u voor het eerst papier laadt, gaat u nu naar stap 2. Zo niet, dan noteert u het formaat
1
afdrukmedium dat u hiervoor hebt geladen. Als u niet zeker weet wat het formaat is, kunt u
dat als volgt achterhalen met behulp van het bedieningspaneel:
aControleer of de printer is ingeschakeld en of het bericht Gereed
weergegeven.
bSelecteer Menu's .
cSelecteer het menu Papier .
dSelecteer Papierformaat.
eSelecteer Formaat lade x (waarbij x het ladenummer van de lader voor 2000 vel
voorstelt).
Bezig
op het bedieningspaneel wordt weergegeven,
op de display wordt
Raadpleeg pagina 74 voor instructies als u een ander formaat afdrukmedium wilt laden dan het
geselecteerde formaat. Daarna gaat u verder met stap 2.
Open de laadklep. Als de liftlade nog niet omlaag is gekomen, brengt u de lade omlaag door
2
op de liftknop te drukken.
Liftknop
72
Optionele lader voor 2000 vel gebruiken en vullen
Buig de stapel afdrukmedia enkele malen. Vouw of kreuk het papier niet. Maak op een platte
3
ondergrond een rechte stapel. Als u transparanten wilt laden, raadpleegt u pagina 58 voor
informatie over het gereedmaken van transparanten.
Buig de stapel afdrukmedia iets, zoals is afgebeeld, en leg de stapel op de liftlade met de
4
aanbevolen afdrukzijde naar beneden. Leg de stapel afdrukmedia achter in de lader.
Maak een nette stapel telkens wanneer u afdrukmedia bijlaadt, zodat er geen overgangen te
zien zijn. De stapel afdrukmedia mag niet boven de stapelhoogte-indicator uitkomen.
Deze afbeelding geeft de juiste stand aan voor het laden van papier voor enkelzijdig
afdrukken. Briefhoofdpapier laadt u met de bedrukte zijde omlaag en de bovenkant van de
pagina naar de voorkant van de lader. Gebruik geen papier van verschillend gewicht door
elkaar.
Als u dubbelzijdig wilt afdrukken op briefhoofdpapier, plaatst u dit met de bedrukte zijde omhoog achter in de lader.
Sluit de laadklep.
5
Opmerking: Als u de lader voor 2000 vel wilt retourneren, moet u al het papier eruit verwijderen
voordat u de lader inpakt.
73
Optionele lader voor 2000 vel gebruiken en vullen
Formaat afdrukmedium veranderen voor de lader voor 2000 vel
De lader voor 2000 vel is bij levering geconfigureerd voor Letter-formaat of A4-formaat.
Als u het formaat afdrukmedia wilt veranderen voor een lader die nog niet is geïnstalleerd, gaat u nu
naar stap 7 van de instructies verderop. Als u het fo rmaat afdrukmedia wilt veranderen voor een
lader die al op de printer en een voedingsbron is aangesloten, gaat u naar stap 1.
Open de laadklep.
1
Druk op de liftknop aan de linkerzijde van de klep. Zie de afbeelding op pagina 72.
2
Verwijder het papier uit de liftlade en sluit de laadklep.
3
Open de klep weer. De liftlade moet nu ongeveer halverwege staan.
4
Haal het netsnoer uit het stopcontact.
5
Verwijder de printer en alle aangesloten opties van de lader voor 2000 vel.
6
VOORZICHTIG: V erwijder de aangesloten opties een voor een. Zorg dat uw vingers zich niet onder
de printer bevinden als u deze neerzet. Gebruik bij het tillen de handgrepen of
vraag of iemand u hierbij helpt.
Zoek de formaatkeuzeknop bo ven op de lader. Zie pagina 75 voor een afbeelding en de
7
plaats van de knop.
Opmerking: Er zijn zes papierinstellingen mogelijk. De instellingen zijn met een kleurcode
aangegev en. Op het bedieningspaneel wordt een nieuw formaat afdrukmedia
weergegeven nadat de liftlade in de hoogste stand is gekomen.
U selecteert een instelling door de knop zo ver mogelijk tegen de richting van de klok in te
8
draaien. Hierdoor wordt het formaat afdrukmedia ingesteld op Legal (LGL).
74
Optionele lader voor 2000 vel gebruiken en vullen
Tel de klikjes terwijl u de knop met de richting van de klok mee draait, om het gewenste
9
formaat afdrukmedia te vinden. Bijvoorbeeld, na één klikje is het formaat afdrukmedia
ingesteld op Executive (EXEC) .
Formaatkeuzeknop voor
afdrukmedia
A5
B5
A4LTR
LGL
EXEC
Opmerking: Noteer de kleurcode voor het formaat afdrukmedium dat u selecteert.
Ontgrendel elke vergrendelingspin door deze omhoog te trekken. Trek vervolgens de
10
geleiders omhoog en verwijder deze.
Achterste geleider
Vergrendelingspinnen
Geleiders aan de
zijkant
Sleuven met
kleurcode
(bovenste)
Sleuven met kleu rco de
(onderste)
Plaats de geleiders terug in de sleuven boven aan de lader met de kleurcode voor het
11
formaat dat u hebt geselecteerd.
Steek de geleiders in de bijbehorende onderste sleuven binnen in de lader met dezelfde
12
kleurcode. De geleiders moeten nu vlak tegen de bovenkant v an de lader liggen.
Druk elke pin omlaag om de geleiders te vergrendelen.
13
75
Laden koppelen
Laden koppelen
U kunt de printer zo instellen dat laden automatisch worden gekoppeld wanneer u afdrukmedia van
hetzelfde formaat en dezelfde soort laadt in meerdere invoerbronnen. De printer koppelt de laden
automatisch: als de ene lade leeg is, worden afdr ukmedia ingevoerd uit de volgende gekoppelde
lade.
Als u bijvoorbeeld hetzelfde type papier of afdrukmedium hebt geplaatst in lade 2 en lade 4, gebruikt
de printer eerst lade 2. Als deze leeg is, gebruikt de printer automatisch afdrukmedia uit de volgende
gekoppelde lade, in dit gev al lade 4.
Door alle vijf laden te koppelen, beschikt u over een invoerbron met een capaciteit van 4000 vel.
Om laden te kunnen koppelen, moeten de afdrukmedia in elke lade niet alleen v an hetzelfde f ormaat
zijn, maar ook van dezelfde soort.
Als de geselecteerde laden allemaal zijn voorzien van hetzelfde type en hetzelfde formaat
afdrukmedium, selecteert u voor deze laden dezelfde instelling voor Papiersoort in het menu Papier .
Als u de koppeling v an de laden wilt uitschak elen , kiest u voor elk van de laden een andere instelling
voor Papiersoort. Als de gekoppelde laden niet alle met hetzelfde afdrukmedium zijn geladen, is het
mogelijk dat een afdruktaak op een verkeerd soort afdrukmedium wordt afgedrukt.
Dubbelzijdig afdrukken
Bij dubbelzijdig afdrukken (ook wel duplex genoemd) worden beide zijden van het papier bedrukt.
Informatie over afdrukmediaformaten die geschikt zijn voor dubbelzijdig afdrukken, vindt u in
Formaten en ondersteuning van afdrukmedia.
Als u afzonderlijke afdruktaken dubbel zi jdig wilt afdr ukken, selecteert u in het stuurprogramma van
uw printer de optie Duplex. Als alle afdruktaken dubbelzijdig moeten worden afgedrukt, legt u dat
vast in het hulpprogramma voor lokale-printerinst ellingen. Zie Hulpprogramma voor lokale-
printerinstellingen gebruiken voor meer informatie.
Zie Uitvoerladen gebruiken voor meer informatie over de uitvoerladen.
Dubbelzijdig afdrukken op papier met briefhoofd
Als u de universeellader gebruikt om dubbelzijdig af te drukken op papier met briefhoofd, moet u het
papier met het briefhoofd naar beneden in de invoerl ade plaatsen, waarbij u het zo legt dat de zijde
met het briefhoofd als laatste de printer ingaat.
Als u de laden gebruikt om dubbelzijdig af te drukken op papier met briefhoofd, moet u het papier
met het briefhoofd omhoog in de invoerlade plaatsen, waarbij u het zo legt dat de zijde met het
briefhoofd als eerste de printer ingaat.
76
Dubbelzijdig afdrukken
Inbindzijde voor dubbelzijdig afgedrukte pagina's
Als u de optie Duplex bind (Bindz dubbelz) selecteert in het stuurprogramma van de printer of in het
menu Afwerking van het hulpprogramma voor configur atie van de lokale printer , moet u ook een van
de voor deze optie mogelijke waarden kiez en : long edge binding of short edge binding, resp. lange
zijde en korte zijde. Met deze functie definieert u aan welke kant dubbelzijdig afgedrukte pagina's
worden ingebonden en wat de afdrukstand is van de achterzijde van de pagina's (met de even
nummers) en van de voor zijde van de pagina's (met de oneven nummers).
De twee mogelijke waarden v oor de functie Bindz dubbelz zijn:
Lange zijde*
Het sterretje (*)
geeft aan dat dit
de
standaardinstelli
ng is
Korte zijde
Bereidt inbinding voor aan de lange zijde van de pagina (de linkerzijde bij
de afdrukstand staand en de bovenzijde bij de afdrukstand liggend). In de
volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van inbinden over de lange zijde
bij pagina's in de afdrukstand staand en in de afdrukstand liggend:
Achterzijd
e van het
vel
Staand
Inbinden
Voorzijde
van het
volgende
vel
Inbinden
Achterzijde
van het vel
V oorzijde van het
volgende vel
Bereidt inbinding voor aan de korte zijde van de pagina (de bovenzijde bij
de afdrukstand staand en de linkerzijde bij de afdrukstand liggend). In de
volgende afbeelding ziet u een voorbeeld van inbinden over de korte zijde
bij pagina's in de afdrukstand staand en in de afdrukstand liggend:
Achterzijd
e van het
vel
Inbinden
Inbinden
Voorzijde
van het
volgende
vel
Achterzijde
van het vel
77
V oorz ij de van
het volgende
vel
Liggend
Uitvoerladen gebruiken
Uitvoerladen gebruiken
Alle printermodellen hebben een standaarduitvoerlade. Daarnaast zijn er diverse optionele
uitvoerladen beschikbaar.
Ondersteunde afdrukmedia en combinatiemogelijkheden van uitvoerladen
Lade is geschikt voor:Aantal dat
Naam van
de
uitvoerlade
Standaarduitvoerlade
Standaarduitvoerlade
Finisher500 vel
• 250 vellen
normaal papier
(75 g/m
• 150
transparanten
• 100 etiketten
• 25 enveloppen
(75 g/m
500 vel
normaal papier
(75 g/m
300
transparanten
200 etiketten
• 50 enveloppen
(75 g/m
normaal papier
(75 g/m
Lade kan
u op de
Printermodellen
T630N.v.t. -
2
)
2
)
T632N.v.t.
2
)
2
)
T630
2
)
T632
printer kunt
installeren
standaard is
één; deze
bevindt zich
boven op de
printer.
Standaard is
één; deze
bevindt zich
boven op de
printer.
11 optionele
worden
verbonden
met
Alle opties in
de
combinaties
die deze
kolom
aangeeft
Alle opties in
de
combinaties
die deze
kolom
aangeeft
uitvoerlader
of 1 mailbox
met 5 laden *
Afbeelding van uitv oerladeAfdrukmedia
* Zie de Installatiehandleiding voor informatie over het installeren van combinaties van opties.
78
Uitvoerladen gebruiken
Ondersteunde afdrukmedia en combinatiemogelijkheden van uitvoerladen
Naam van
de
uitvoerlade
Hogecapaciteitsuitvoerlader
Optionele
uitvoerlader
Lade is geschikt voor:Aantal dat
u op de
printer kunt
installeren
11 optionele
31 mailbox
• 1850 vellen
normaal papier
(75 g/m
• Enveloppen
• 650 vellen
normaal papier
(75 g/m
• 50 enveloppen
(75 g/m
2
)
2
)
2
)
Printermodellen
T630
T632
T630
T632
Lade kan
worden
verbonden
met
uitvoerlader *
met 5 laden,
1 hogecapaciteitsuit
voerlader of
1 finisher *
Afbeelding van uitv oerladeAfdrukmedia
mailbox met
5 laden
* Zie de Installatiehandleiding voor informatie over het installeren van combinaties van opties.
100 vel
normaal papier
(75 g/m
elke van de vijf
vakken, zodat de
totale capaciteit
500 vel is
2
) voor
T63221 optionele
uitvoerlader
of 1 finisher *
79
Verlengstuk voor de steun in de standaarduitvoerlade
Verlengstuk voor de steun in de standaarduitvoerlade
De standaarduitvoerlade van alle modellen heeft een steun die voorkomt dat afdrukmedia in de
spleet glijden die ontstaat tussen de standaardlade en de bovenklep aan de voorkant als de klep
open is. Onder de steun bevindt zich een verlengstuk voor gebruik bij papier van Legal-formaat. U
verlengt als volgt de steun:
Til de steun voorzichtig omhoog.
1
Trek het verlengstuk van de steun naar beneden en vervolgens naar voren.
2
Steun
Verlengstuk
Laat het verlengstuk van de steun voorzichtig los zodat het open valt.
3
80
4
Onderhoud
De volgende gedeelten zijn van belang voor de netwerkbeheerder die verantwoordelij k is voor
de printer.
Printer onderhouden
U moet af en toe bepaalde handelingen uitvoeren om ervoor te zorgen dat de afdrukkwaliteit
optimaal blijft. Deze handelingen worden in dit hoofdstuk besproken.
Als meerdere mensen gebruikmaken van de printer, kunt u een van hen vragen of hij/zij
verantwoordelijk wil zijn voor installatie en onderhoud. Ander gebruikers kunnen dan bij deze
persoon terecht voor afdrukproblemen en onderhoudstaken.
Bezoek de Lexma rk website op www.lexmark.nl (Zoek een dealer/verkooppunt) voor informatie over
geautoriseerde dealers van Lexmark supplies in uw omgeving, of bel met Le xmark (035 6994699). U
kunt natuurlijk ook contact opnemen met de leverancier v an de printer.
Status van supplies bepalen
Waarschuwingsberichten ov er het vervangen van supplies of onderdelen verschijnen op de tweede
regel van de display. Er kan echter slechts informatie over één artikel tegelijkertijd worden
weergegeven.
Als u de status wilt bepalen van supplies of onderdelen die in de printer zijn geïnstalleerd, drukt u de
pagina met menu-instellingen af vanuit het menu Extra. Druk op Menu totdat het menu Extra
verschijnt en druk vervolgens op Selecteren [Select]. Druk op Menu totdat Menu’s afdrukken
verschijnt en druk vervolgens op Selecteren [Select] om de pagina met menu-instellingen af te
drukken. Afhankelijk van het aantal menu-instellingen worden er een of twee pagina’s afgedrukt.
Zoek op de pagina naar “Cartridge-informatie”. Hier wordt de resterende levensduur van de
cartridges aangegeven.
Cartridge-informatie
0%100%
Tonerniveau
Serienummer 013535245D
Capaciteit20K
81
Zuinig omgaan met supplies
Zuinig omgaan met supplies
De software van de toepassing en de display bevatten verschillende instellingen om toner en papier
te besparen:
Zie voor meer
SupplyInstellingWerking
informatie...
TonerTonerintensiteit
in het menu
Kwaliteit
AfdrukmediaN/vel afdrukken
in het menu
Afdrukken
Dubbelzijdig in
het menu
Afwerking
AfdrukmediaGebruik de
toepassing of
het
printerstuurprog
ramma om een
gecontroleerde
afdruktaak te
verzenden.
Gebruik Taken
in wacht in het
menu Taak om
toegang te
krijgen tot de
gecontroleerde
afdruktaak.
Hiermee past u de hoeveelheid toner
aan die op een vel afdrukmedia
wordt aangebracht. De waarde loopt
van 1 (lichtste instelling) tot 10
(donkerste instelling).
Met deze instelling worden twee of
meer pagina’s afgedrukt op één zijde
van een vel. Mogelijke waarden voor
deze optie zijn 2, 3, 4, 6, 9, 12 en 16
per vel. In combinatie met de
instelling voor dubbelzijdig afdrukken
kunt u met N/vel afdrukken maximaal
32 pagina’s op één vel papier
afdrukken (16 pagina’s aan de
voorzijde en 16 pagina’s aan de
achterzijde).
Dubbelzijdig afdrukken is
beschikbaar als u de optionele
duplexeenheid aansluit. Hiermee
kunt u op beide zijden van een vel
papier afdrukken.
Hiermee kunt u het eerste exemplaar
van een taak met meerdere
exemplaren bekijken om te
controleren of de afdruk klopt
voordat u de overige exemplaren
afdrukt. Als de taak niet in orde is,
kunt u deze annuleren.
Tonerintensiteit
N/vel afdrukken
Dubbelzijdig
Gecontroleerde
afdruktaak
Afdruktaak annuleren
Taken in wachtstand
Bestelinformatie
Bezoek de Lexma rk website op www.lexmark.nl (Zoek een dealer/verkooppunt) voor informatie over
geautoriseerde dealers van Lexmark supplies in uw omgeving, of bel met Lexmark
(035 699 46 99). U kunt natuurlijk ook contact opnemen met de leverancier van de printer.
82
Tonercartridge bestellen
Bestelinformatie
Wanneer het bericht
88 Toner bijna op
bestellen. Nadat het bericht 88 Toner bijna op
verschijnt, is het tijd om een nieuwe tonercartridge te
is verschenen, kunt u nog een paar honderd
pagina's afdrukken.
Als u de resterende toner wilt gebruiken, verwijdert u de tonercartridge en schudt u deze zachtjes
heen en weer.
Zorg ervoor dat u een nieuwe tonercartridge bij de hand hebt voor het geval de huidige cartridge niet
meer goed afdrukt.
Voor uw printer worden de volgende tonercartridges aanbevolen:
ArtikelnummerBeschrijvingGemiddeld rendement
Prebate
12A7460Prebate5000 pagina's
12A7462Prebate voor hoog rendement20.000 pagina's
12A7465
12A7468Prebate voor etiketten met hoog
12A7469
12A7360Gewoon5000 pagina's
1
Wordt verkocht tegen een speciale prijs op voorwaarde dat de lege tonercartridges alleen aan Lexmark
worden geretourneerd. Voor cartridges die tegen een normale prijs worden verkocht en waarvoor deze
voorwaarde niet geldt, bestelt u de genoemde artikelnummers van gewone tonercartridges.
2
Bij een dekking van circa 5%.
3
Niet compatibel met T630 printer.
3
3
Normale tonercartridges zonder Prebate-voorwaarden
Prebate voor extra hoog rendement30.000 pagina's
rendement
Prebate voor etiketten met extra hoog
rendement
™ tonercartridges1
20.000 pagina's
30.000 pagina's
2
83
Bestelinformatie
ArtikelnummerBeschrijvingGemiddeld rendement
12A7362Hoog rendement20.000 pagina's
12A7365
1
Wordt verkocht tegen een speciale prijs op voorwaarde dat de lege tonercartridges alleen aan Lexmark
worden geretourneerd. Voor cartridges die tegen een normale prijs worden verkocht en waarvoor deze
voorwaarde niet geldt, bestelt u de genoemde artikelnummers van gewone tonercartridges.
2
Bij een dekking van circa 5%.
3
Niet compatibel met T630 printer.
3
Extra hoog rendement30.000 pagina's
2
Onderhoudskit
Op de display verschijnt de tekst
80 Onderhoud gepland
om aan te geven dat er printeronderdelen moeten worden vervangen. Bestel een onderhoudskit als
de tekst
80 Onderhoud gepland
voor de eerste keer op de display verschijnt. De onderhoudskit
bev at alle onderdelen die nodig zijn om de grijprol, de laadrol en de overdrachtsrol te vervangen.
Raadpleeg de volgende tabel voor de artikelnummers voor uw printer .
Onderhoudskit voor: Artikelnummers
T630 en T630n*56P1409 (110 V)
56P1410 (220 V)
nadat er 300.000 pagina’s zijn afgedrukt
T632 en T632n*56P1409 (110 V)
56P1410 (220 V)
* n verwijst naar de netwerkversie.
Voor informatie over het onderhoud van de finisher raadpleegt u de StapleSmart™ Reference die bij
de finisher is geleverd.
Laadrol bestellen
Het wordt aanbev olen dat u een nieuwe laadrol bestelt wanneer er lichte tonervegen of schaduwen
op de achtergrond van afgedrukte pagina’s verschijnen. Bestel Lexmark artikelnummer 99A1017.
Overdr achtsrol bestelle n
Bestel artikelnummer 56P1357.
Grijprollen bestellen
Bestel artikelnummer 99A0070.
84
Supplies opslaan
Reiniger voor etikettenverhittingsstation bestellen
Voor toepassingen voor het bedrukken van etiketten moet een speciale reiniger voor het
etikettenverhittingsstation worden gebruikt om te zorgen v oor een betrouwbare doorvoer. Als u
artikelnummer 12A7468 of 12A7469 bestelt, treft u in de doos van de tonercartridge een reiniger
voor het etikettenv erhittingsstation aan. U kunt dit onderdeel ook apart bestellen onder
artikelnummer 56P1415.Het gebruik van verhittingsstationreinigers voor etiketten wordt afgeraden bij
dubbelzijdig afdrukken.
Nietjeshouders bestellen
Nietjeshouders bevatten 3000 nietjes. Gebruik artikelnummer 11K3188 om een pakket met drie
nietjeshouders te bestellen.
Supplies opslaan
Volg de volgende richtlijnen voor de juiste opslag van afdrukmedia. Hiermee voorkomt u problemen
met de papierdoorvoer en een onregelmatige afdrukkwaliteit.
•U kunt afdrukmedia het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van rond de
21° C en een relatieve vochtigheid van 40%.
•Plaats dozen met afdrukmedia liever niet direct op de vloer, maar op pallets of op planken
aan de muur.
•Als u losse pakken afdrukmedia niet in de oorspronkelijk e doos be w aart, legt u de pakken op
een vlakke ondergrond, zodat de randen niet omkrullen of kreuken.
•Plaats niets boven op de pakken afdrukmedia.
85
Cartridges bewaren
Cartridges bewaren
Bewaar de tonercartridge in de originele verpakking zolang u de cartridge nog niet nog niet hoeft te
gebruiken.
Bewaar de tonercartridge niet op de volgende plaatsen:
•Een omgeving met een temperatuur die hoger is dan 40° C.
•Een omgeving met een sterk wisselende vochtigheidsgraad en temperatuur.
•In direc t zonlicht.
•Stoffige plaatsen.
•Gedurende langere tijd in een auto.
•Een omgeving waar zich bijtende stoffen bevinden.
•Een omgeving met zilte lucht.
Tonercartridge vervangen
Bestel een nieuwe tonercartridge wanneer het bericht
verschijnt, zodat u deze bij de hand hebt als de huidige cartridge niet meer goed afdrukt. Zie
Tonercartridge bestellen voor meer informatie.
Opmerking: Het is niet verstandig om cartridges te gebruiken die afkomstig zijn van derden. Met
cartridges van derden is het niet mogelijk een goede afdrukkwaliteit en
betrouwbare werking van de printer te garanderen. Gebruik dus altijd originele
Lexmark supplies voor het beste resultaat.
88 Toner bijna op
Gebruikte tonercartridge verwijderen
Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact.
1
Opmerking: Ve rwijder eventuele afdruktaken uit de uitvoerladen voordat u de bovenste v oorklep
opent.
Open de bovenste v oorklep.
2
voor de eerste keer
86
Tonercartridge vervangen
Pak de tonercartridge bij de handgreep.
3
Til de cartridge omhoog en uit de printer.
4
Handgreep
Leg de cartridge terzijde.
5
87
Tonercartridge vervangen
Printer schoonmaken
Gebruik een schone pluisvrije doek en maak voorzichtig de grijze gebieden schoon door naar de
voorkant van de printer te vegen.
Waarschuwing: Raak de overdrachtsrol niet aan.
Overdrachtsrol
VOORZICHTIG: Achter in de printer kan het heet zijn vanwege het verhittingsstation. Laat de printer
afkoelen voordat u onderdelen uit dit gedeelte verwijdert.
88
Tonercartridge vervangen
Nieuwe tonercartridge installeren
Haal de nieuwe cartridge uit de verpakking. V erwijder de rode plastic strip en het
1
verpakkingsmateriaal. Bewaar al het verpakkingsmateriaal. U kunt het gebruiken om de
gebruikte cartri dge te retourneren. Zie stap 7 op pagina 90 voor meer informatie.
Verpakking
Rode plastic strip
Verpakkingsmateriaal
Waarschuwing: Raak de trommel van de fotoconductor aan de onderzijde van de tonercartridge
niet aan.
Houd de tonercartridge vast bij de handgreep en schud deze voorzichtig heen en weer om de
2
toner gelijkelijk te verdelen.
89
Tonercartridge vervangen
Houd de tonercartridge vast bij de handgreep en plaats de cartridge in de printer. Lijn de
3
nokjes aan beide zijden van de cartridge uit met de sleuven aan beide zijden van de
cartridgehouder.
Sleuf
Nokje
Schuif de cartridge in de printer totdat de car tridge op zijn plaats klikt.
4
Sluit de bovenste voorklep.
5
Schakel de printer in.
6
De doos met de nieuwe cartridge bevat ook instructies over hergebruik van gebruikte
7
cartridges.
Door een gebruikte tonercartridge in te leveren draagt u bij aan een wereldwijd recyclingproject,
zonder dat dit u iets kost.
U krijgt de beste resultaten als u Lexmark supplies gebruikt met de printer.
Opmerking: De garantie op de tonercartridge vervalt als deze door onbevoeg den wor dt
bijgevuld.
90
Laadrol vervangen
Laadrol vervangen
Bestel een nieuwe laadrol wanneer er lichte tonervegen of schaduwen op de achtergrond van
afgedrukte pagina’s verschijnen. Zie Bestelinformatie voor informatie over het bestellen van een
laadrol.
Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact.
1
Open de voorkleppen en verwijder de tonercartridge.
2
Trek de bovenste voorklep halverwege naar beneden.
3
Zoek de gebruikte laadrol boven de r u imte voor de tonercartridge.
4
Zoek het etiket met een pijl aan de rechter zijde van de behuizing. Het etiket bevindt zich op
5
het nokje.
Duw het nokje naar rechts om de laadrol los te maken.
6
91
Nokje
Laadrol vervangen
Duw de laadrol naar beneden totdat deze loskomt.
7
Duw de laadrol naar rechts om de linkerzijde los te maken.
8
Trek de laadrol recht uit de printer en leg de rol opzij.
9
Metalen nokje
Cilinder
Verwijder de verpakking van de nieuwe laadrol.
10
Waarschuwing: Raak de cilinder van de laadrol niet aan als u de eenheid installeert. U kunt wel de
metalen nokjes aanraken om de laadrol te plaatsen. Als u de cilinder aanraakt,
wordt de laadrol vuil, wat gevolgen heeft voor het afdrukken.
92
Laadrol vervangen
Lijn het metalen nokje aan de linkerzijde v an de nieuwe laadrol uit met de uitsparing en plaats
11
het nokje erin.
93
Laadrol vervangen
Haal de rechterzijde van de laadrol omhoog.
12
Duw het nokje met het etiket met de pijl naar rechts naar de rechterzijde.
13
Licht de rechterzijde van de laadrol op en plaats deze in de uitsparing.
14
Laat het metalen nokje los.
15
Plaats de tonercartridge en sluit de voorkleppen.
16
Steek het netsnoer van de printer in een goed geaard stopcontact.
17
Stel de onderhoudsteller opnieuw in. Raadpleeg Onderhoudsteller opnieuw instellen.
18
94
Overdrachtsrol vervangen
Overdrachtsrol vervangen
Bestel een nieuwe overdrachtsrol wanneer er lichte afdrukken, lichte tonervegen of schaduwen op
de achtergrond van afgedrukte pagina’s verschijnen. Zie Bestelinformatie voor informatie over het
bestellen van een overdrachtsrol.
V oer de v olgende stappen uit om de ov erdrachtsrol te v ervangen. Raadpleeg de documentatie bij de
overdrachtsrol voor meer informatie over het plaatsen van de rol.
Zet de printer uit en haal het netsnoer uit het stopcontact.
1
Open de voorkleppen en verwijder de tonercartridge.
2
Zoek de gebruikte overdrachtsrol op de onderzijde van de behuizing van de tonercartridge.
3
Haal de linkerzijde van de ov erdr achtsro l uit de sleuf om de rol los te maken. (Gebruik
4
hiervoor een klein gereedschap.)
95
Overdrachtsrol vervangen
Duw de overdrachtsrol naar links om de rechterzijde ervan los te maken en trek de rol
5
vervolgens recht uit de printer. Leg de rol terzijde.
Haal de nieuwe overdrachtsrol uit de v erpakking.
6
96
Overdrachtsrol vervangen
Pak de overdrachtsrol aan de linkerzijde beet zoal s in de afbeelding.
7
Zoek de kleine uitsparing en plaats het metalen nokje aan de rechterzijde van de
8
overdrachtsrol in de uitsparing.
97
Overdrachtsrol vervangen
Laat de overdr achtsrol voorzichtig zakken totdat het metalen nokje links in de sleuf valt. Duw
9
het nokje indien nodig aan zodat het goed vastzit.
Plaats de tonercartridge en sluit de voorkleppen.
10
Steek het netsnoer van de printer in een goed geaard stopcontact.
11
Stel de onderhoudsteller opnieuw in. Raadpleeg Onderhoudsteller opnieuw instellen.
12
98
Grijprollen vervangen
Grijprollen vervangen
Verwijder de standaardlade.
1
Zoek de arm van de grijprol onder de printer en trek deze omlaag.
2
Duw op het uiteinde van het nokje en trek de grijprol van de arm.
3
Nokje
Herhaal stap 3 aan de andere zijde om de andere grijprol te verwijderen.
4
Laat de arm van de grijprol voorzichtig los.
5
Gooi de gebruikte grijprollen weg.
6
99
Grijprollen vervangen
U plaatst als volgt de nieuwe grijprollen:
Haal de twee grijprollen uit de verpakking.
1
Haal de arm van de grijprol omlaag.
2
Zoek de uitsparing in de grijprol en lijn deze uit met het nokje op de arm.
3
Opmerking: Op beide grijprollen staan twee pijlen. Zorg ervoor dat de onderste pijl naar u
gericht is terwijl u de uitsparing uitlijnt met het nokje.
100
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.